1° erkend zijn door de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin in toepassing van de wetgeving betreffende de ziekte- en invaliditeitsverzekering;
2° een geneeskundige eenheid vormen speciaal aangepast aan de nagestreefde doeleinden en onder de effectieve geneeskundige leiding staan van een geneesheer erkend als specialist in de revalidatie, bij wie de verantwoordelijkheid berust om de volledige uitvoering van een doorlopend en individueel aangepast revalidatieproces te coördineren of zelf te verzekeren.
Tot op het ogenblik dat de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zal overgegaan zijn tot de erkenning van de geneesheren-specialisten in de revalidatie, overeenkomstig de bepalingen van artikel 53, tweede lid, van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen, moet de effectieve geneeskundige leiding van het centrum of de dienst toevertrouwd worden aan een geneesheer erkend als specialist in de geneeskundige tak waartoe het centrum of de dienst behoort;
3° het lichamelijk en of psychisch herstel van de mindervaliden nastreven met het oog op een bevredigende beroepsreclassering;
4° een technische, administratieve en budgettaire autonomie genieten, die hen in staat stelt hun opdracht te vervullen; (wanneer de inrichtende macht van het centrum of van de dienst opgericht is onder de vorm van een rechtspersoon van privaat recht, mag het beheersorgaan geen aantal personen bevatten behorend tot dezelfde familie, echtgenoten en bloed- of aanverwanten tot de tweede graad inbegrepen, dat hoger is voor elke familie, dan een derde van het totale aantal leden waaruit dit beheersorgaan is samengesteld; ) (toegevoegd)
5° voorzien in :
a) de hospitalisatie van de minder-validen,
b) de psychotherapie, alsmede in alle psychologische onderzoekingen om het psychisch leven van de minder-validen te verbeteren en aldus te zorgen voor zijn psychologisch herstel,
c) de gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze en te dien einde beschikken over een centrum of dienst voor gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze bedoeld bij de artikelen 43 en 144 van het voornoemd koninklijk besluit van 5 juli 1963, of bij overeenkomst beschikken over de medewerking van een dergelijk centrum of dergelijke dienst;
d) de uitvoering van de passende prestaties op het gebied van de revalidatie waarvoor zij in het bijzonder werden opgericht;
6° bevatten :
a) een dienst voor arbeidstherapie,
b) een dienst voor sociale bijstand die niet alleen voorziet in de eigenlijke sociale bijstand, maar ook in het contact tussen de minder-valide en de diensten voor arbeidsbemiddeling of eventueel de personen of instellingen die gemachtigd zijn om hetzij het proces van schoolopleiding, hetzij het beroepsopleidings-, herscholings- of omscholingsproces van de minder-valide te realiseren;
7° beschikken over :
a) een algemene klinische dienst om toezicht uit te oefenen over de algemene gezondheidstoestand van de minder-valide en om de eventuele aangegeven therapie toe te passen;
b) erkende geneesheren-specialisten en flink geschoolde medische hulpkrachten gelet op de categorie minder-validen die zij in behandeling nemen;
c) het nodige aantal geneesheren en hulpkrachten om de individuele behandeling van de minder-validen mogelijk te maken;
8° ingericht zijn om een revalidatieproces mogelijk te maken dat progressief is en dagelijks aldus wordt ingedeeld dat de vermogens van de minder-valide volledig worden aangewend ten einde zo spoedig mogelijk de duur van een arbeidsdag te bereiken;
9° zich verbinden om voor de minder-valide een dynamische sfeer in stand te houden ten einde hem ertoe te brengen effectief met de ploeg van revalidatietechnici mede te werken aan het opmaken en aan de uitvoering van het voor hem bestemde proces;
10° de opleiding van hun personeel aanvullen door opleidingscursussen en regelmatige vergaderingen;
11° buiten de bovengenoemde vereisten, de passende revalidatietechnieken aanwenden voor elk gebrek dat zij behandelen. Zo moet, wanneer de revalidatie van de minder-validen het gebruik van een prothese of van een orthopedisch apparaat vergt, het centrum of de dienst ofwel zelf zorgen voor de studie en de vervaardiging ervan, ofwel zich daartoe de nauwe samenwerking verzekeren van een orthopedist of van een ander geschoold verstrekker van prothesen, erkend in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.