Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 FEBRUARI 1964. - Reglementaire beslissing tot vaststelling van de modaliteiten en voorwaarden van voorlopige erkenning van de centra of diensten voor revalidatie. - (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse regering bij BVR 1996-12-17/40, art. 4, 2°; Inwerkingtreding : 01-01-1997) (NOTA : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij VARIA 2000-06-08/56, art. 54; Inwerkingtreding : 01-07-2000) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2013-07-04/32, art. 3 en 2, 38°, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2013) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-05-1995 en tekstbijwerking tot 30-08-2013)
Titre
7 FEVRIER 1964. - Décision réglementaire déterminant les modalités et conditions d'agréation provisoire des centres ou services de réadaptation fonctionnelle. - (NOTE : abrogé pour la Région flamande par AGF 1996-12-17/40, art. 4, 2°; En vigueur : 01-01-1997) (NOTE : Abrogé pour la Commission communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale par DIVERS 2000-06-08/56, art. 54; En vigueur : 01-07-2000) (NOTE : Abrogé pour la Région Wallonne par ARW2013-07-04/32, art. 3 et 2, 38°, 003; En vigueur : 01-09-2013) - (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 19-05-1995 et mise à jour au 30-08-2013)
Informations sur le document
Tekst (10)
Texte (10)
HOOFDSTUK I. - VOORWAARDEN VAN VOORLOPIGE ERKENNING.
CHAPITRE Ier. - Conditions d'agréation provisoire.
Artikel 1. Om voorlopig erkend te worden moeten de centra of diensten voor revalidatie :
  1° erkend zijn door de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin in toepassing van de wetgeving betreffende de ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° een geneeskundige eenheid vormen speciaal aangepast aan de nagestreefde doeleinden en onder de effectieve geneeskundige leiding staan van een geneesheer erkend als specialist in de revalidatie, bij wie de verantwoordelijkheid berust om de volledige uitvoering van een doorlopend en individueel aangepast revalidatieproces te coördineren of zelf te verzekeren.
  Tot op het ogenblik dat de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zal overgegaan zijn tot de erkenning van de geneesheren-specialisten in de revalidatie, overeenkomstig de bepalingen van artikel 53, tweede lid, van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen, moet de effectieve geneeskundige leiding van het centrum of de dienst toevertrouwd worden aan een geneesheer erkend als specialist in de geneeskundige tak waartoe het centrum of de dienst behoort;
  3° het lichamelijk en of psychisch herstel van de mindervaliden nastreven met het oog op een bevredigende beroepsreclassering;
  4° een technische, administratieve en budgettaire autonomie genieten, die hen in staat stelt hun opdracht te vervullen; (wanneer de inrichtende macht van het centrum of van de dienst opgericht is onder de vorm van een rechtspersoon van privaat recht, mag het beheersorgaan geen aantal personen bevatten behorend tot dezelfde familie, echtgenoten en bloed- of aanverwanten tot de tweede graad inbegrepen, dat hoger is voor elke familie, dan een derde van het totale aantal leden waaruit dit beheersorgaan is samengesteld; ) (toegevoegd) .
  5° voorzien in :
  a) de hospitalisatie van de minder-validen,
  b) de psychotherapie, alsmede in alle psychologische onderzoekingen om het psychisch leven van de minder-validen te verbeteren en aldus te zorgen voor zijn psychologisch herstel,
  c) de gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze en te dien einde beschikken over een centrum of dienst voor gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze bedoeld bij de artikelen 43 en 144 van het voornoemd koninklijk besluit van 5 juli 1963, of bij overeenkomst beschikken over de medewerking van een dergelijk centrum of dergelijke dienst;
  d) de uitvoering van de passende prestaties op het gebied van de revalidatie waarvoor zij in het bijzonder werden opgericht;
  6° bevatten :
  a) een dienst voor arbeidstherapie,
  b) een dienst voor sociale bijstand die niet alleen voorziet in de eigenlijke sociale bijstand, maar ook in het contact tussen de minder-valide en de diensten voor arbeidsbemiddeling of eventueel de personen of instellingen die gemachtigd zijn om hetzij het proces van schoolopleiding, hetzij het beroepsopleidings-, herscholings- of omscholingsproces van de minder-valide te realiseren;
  7° beschikken over :
  a) een algemene klinische dienst om toezicht uit te oefenen over de algemene gezondheidstoestand van de minder-valide en om de eventuele aangegeven therapie toe te passen;
  b) erkende geneesheren-specialisten en flink geschoolde medische hulpkrachten gelet op de categorie minder-validen die zij in behandeling nemen;
  c) het nodige aantal geneesheren en hulpkrachten om de individuele behandeling van de minder-validen mogelijk te maken;
  8° ingericht zijn om een revalidatieproces mogelijk te maken dat progressief is en dagelijks aldus wordt ingedeeld dat de vermogens van de minder-valide volledig worden aangewend ten einde zo spoedig mogelijk de duur van een arbeidsdag te bereiken;
  9° zich verbinden om voor de minder-valide een dynamische sfeer in stand te houden ten einde hem ertoe te brengen effectief met de ploeg van revalidatietechnici mede te werken aan het opmaken en aan de uitvoering van het voor hem bestemde proces;
  10° de opleiding van hun personeel aanvullen door opleidingscursussen en regelmatige vergaderingen;
  11° buiten de bovengenoemde vereisten, de passende revalidatietechnieken aanwenden voor elk gebrek dat zij behandelen. Zo moet, wanneer de revalidatie van de minder-validen het gebruik van een prothese of van een orthopedisch apparaat vergt, het centrum of de dienst ofwel zelf zorgen voor de studie en de vervaardiging ervan, ofwel zich daartoe de nauwe samenwerking verzekeren van een orthopedist of van een ander geschoold verstrekker van prothesen, erkend in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Article 1. Pour être agréés provisoirement, les centres ou services de réadaptation fonctionelle doivent :
  1° être agréés par le Ministre de la Santé publique et de la Famille en application de la législation relative à l'assurance maladie-invalidité;
  2° être une unité médicale spécialement adaptée aux buts poursuivis, placé sous la direction médicale effective d'un médecin agréé au titre de spécialiste en réadaptation, auquel incombe la responsabilité de coordonner ou d'assurer lui-même l'execution complète d'un processus de réadaptation contenu et individuellement adapté.
  Jusqu'au moment où le Ministre de le Santé publique et de la Famille aura procédé à l'agréation des médecins spécialistes en réadaptation, conformément aux dispositions de l'article 53, alinéa 2 de l'arrêté royal du 5 juillet 1963 concernant le reclassement social des handicapés, la direction médicale effective du centre ou service doit être confiée à un médecin agréé au titre de spécialiste dans la branche médicale dont relève le centre ou service;
  3° viser à la restauration physique et ou psychique des handicapés, en vue d'une réintégration professionnelle satisfaisante;
  4° jouir d'une autonomie technique, administrative et budgétaire, de nature à leur permettre d'assurer leur mission; lorsque le pouvoir organisateur du centre ou du service est constitué sous forme de personne morale de droit privé, l'organe d'administration ne peut comporter des personnes appartenant à la même famille, conjoints et parents ou alliés jusqu'au deuxième degré inclusivement, en nombre supérieur, pour chaque famille, au tiers du nombre total des membres composant cet organe d'administration;
  5° assurer;
  a) l'hospitalisation des handicapés;
  b) la psychothérapie, ainsi que toutes les investigations psychologiques de nature à réformer le cadre psychique du handicapé et veiller ainsi à sa restauration psychologique;
  c) l'orientation professionnelle spécialisée et, dans ce but, comporter un centre ou service d'orientation professionnelle spécialisée visé aux articles 43 et 144 de l'arrêté royal du 5 juillet 1963 précité, ou disposer, par voie de convention, de la collaboration d'un tel centre ou service;
  d) l'exécution des prestations appropriées dans le domaine de la réadaptation pour lequel ils sont spécialement concus;
  6° comporter :
  a) un service d'ergothérapie;
  b) un service d'assistance sociale chargé d'assurer, non seulement l'assistance sociale proprement dite, mais aussi la liaison entre le handicapé et les services de placement ou, éventuellement, les personnes ou institutions habilitées à réaliser le processus, soit d'éducation scolaire, soit de formation, de réadaptation ou de rééducation professionnelle du handicapé;
  7° disposer :
  a) d'un service clinique général en vue de maintenir une surveillance sur la santé générale du handicapé et d'instaurer les thérapeutiques éventuellement indiquées;
  b) de médecins spécialistes agréés et d'auxiliaires médicaux hautement qualifiés, eu égard à la catégorie de handicapés à laquelle ils s'adressent;
  c) d'un nombre de médecins et d'auxiliaires permettant d'assurer le traitement individuel des handicapés;
  8° être organisés en vue de permettre que le processus de réadaptation soit progressif et se répartisse quotidiennement sur une durée qui utilise entièrement les possibilités du handicapé, afin d'atteindre au plus tôt la durée d'une journée de travail;
  9° s'engager à maintenir une atmosphère dynamique autour du handicapé de manière à amener celui-ci à collaborer effectivement avec l'équipe des techniciens de la réadaptation, à l'établissement et à l'exécution du processus qui le concerne;
  10° compléter la formation de leur personnel par des cours de formation et des réunions régulières;
  11° outre les conditions fixées ci-avant, développer les techniques appropriées de réadaptation pour chacune des affections dont ils assurent le traitement. Ainsi, lorsque la réadaptation du handicapé nécessite l'usage de prothèse ou d'appareil d'orthopédie, le centre ou le service doit, ou bien en assurer lui-même l'étude et l'exécution, ou bien s'assurer à cette fin la collaboration étroite d'un orthopédiste ou autre fournisseur de prothèses qualifié, agréé dans le cadre de l'assurance maladie-invalidité.
Art. 1bis. (ingevoegd) Kunnen eveneens voorlopig erkend worden als centra of diensten voor revalidatie, de inrichtingen die zich wijden aan de behandeling en de geneeskundige revalidatie van kinderen en adolescenten die lijden aan een motorisch cerebrale gebrekkigheid en in bijkomstige orde aan deze kinderen en adolescenten die lijden aan neurologische aandoeningen van lange duur of aan myopathie en die voldoen aan de hierna opgesomde voorwaarden :
  1° niet een medisch-pedagogische inrichting, een observatie- en klasseringscentrum voor onaangepaste kinderen of een inrichting voor behandeling van cerebraalverlamden zijn, erkend door het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin;
  2° voldoen aan de bij artikel 1, 2°, voorziene voorwaarden; worden voor de toepassing van het tweede lid van deze bepaling in aanmerking genomen de geneesheren die erkend zijn als specialist voor kindergeneeskunde, neuropsychiatrie, neurologie, orthopedie en fysiotherapie of die van een bijzondere bekwaamheid, welke door de raad van beheer van het Rijksfonds wordt erkend, doen blijken;
  3° voldoen aan de bij artikel 1, 3° en 4° voorziene voorwaarden;
  4° een overeenkomst hebben met één of meerdere krachtens artikel 1 erkende centra of diensten voor revalidatie, ten einde er de door de toestand van de minder-validen genoodzaakte hospitalisatie en gespecialiseerde geneeskundige tussenkomsten en heelkundige ingrepen te kunnen verzekeren; wat het sluiten van deze overeenkomst met een erkend centrum of een erkende dienst voor revalidatie betreft, kan de raad van beheer een afwijking toestaan wanneer hij oordeelt dat het sluiten van een dergelijke overeenkomst werkelijke moeilijkheden of bezwaren met zich brengt; in dat geval beoordeelt de raad van beheer de bevoegdheid van de gewone verplegingsdiensten waarmede de overeenkomst wordt gesloten;
  5° voldoen aan de bij artikel 1, 5°, b en c voorziene voorwaarden;
  6° zelf voorzien in :
  a) het verblijf van de minder-validen in half-pension, alsmede in hun dagelijks vervoer, heen en terug, tussen het centrum of de dienst en hun verblijfplaats; onder halfpension moet men verstaan een dagelijks tussen 8 uur en 18 uur begrepen verblijf van ten minste 6 uren dat inzonderheid het middagmaal en de periodes van noodzakelijke rust omvat;
  b) de uitvoering van de passende verstrekkingen op het gebied van de revalidatie der minder-validen tot dewelke het centrum of de dienst zich richt, inzonderheid de kinesitherapie, de psychomotorische revalidatie en de logopedie;
  het aantal activiteitsdagen voor het centrum of de dienst moet ten minste gelijk zijn aan het voor het Staats- en gesubsidieerd onderwijs vastgesteld aantal onderwijsdagen;
  7° voldoen aan de bij artikel 1, 6° en 7° voorziene voorwaarden; voor de toepassing van de bij artikel 1, 7°, b
  c bedoelde voorwaarden, is de inrichting inzonderheid gehouden :
  a) zich de medewerking te verzekeren van geneesheren erkend als specialist voor de volgende takken : kindergeneeskunde, neurologie of neuro-psychiatrie, fysiotherapie, otorhinolaryngologie, ophtalmologie en stomatologie;
  b) te beschikken over kinesisten, ergotherapeuten, logopedisten, opvoeders en kinderverzorgsters die hun activiteit full-time uitoefenen ten belope van ten minste : 1 kinesist voor 12 minder-validen, 1 ergotherapeut voor 15 mindervaliden, 1 logopedist voor 30 minder-validen, 1 opvoeder voor 20 minder-validen en 1 kinderverzorgster voor 10 minder-validen;
  8° voldoen aan de bij artikel 1, 8°, 9° en 10° voorziene voorwaarden;
  9° voldoen aan de bij artikel 1, 11°, voorziene voorwaarde, inzonderheid voor wat betreft :
  a) de levering, de aanpassing en het onderhoud van prothesen en orthopedische apparaten;
  b) de inrichting van een bijzonder onderwijs dat beantwoordt aan de door de Minister van Nationale Opvoeding en Cultuur vastgestelde normen;
  10° beantwoorden aan de normen voor de algemene hygiëne der gebouwen, van toepassing op al de verplegingsinrichtingen die voorkomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleeft, met uitzondering evenwel van de voorschriften betreffende de afronding der verbindingen tussen wand en vloer en deze betreffende de noodverlichting;
  11° zich onthouden van alle publiciteit, klantenjagerij of opzichtige reclame, met in 't algemeen door de code van de geneeskundige plichtenleer afgekeurde middelen;
  12° slechts op gemotiveerd advies van de geneesheer-directeur van het centrum of de dienst de kinderen en de adolescenten die lijden aan neurologische aandoeningen van lange duur en aan myopathie tot de behandeling toelaten.
Art. 1bis. Peuvent également être agréés provisoirement comme centres ou services de réadaptation fonctionnelle, les établissements qui se consacrent au traitement et à la réadaptation médicale des enfants et adolescents atteints d'infirmité motrice cérébrale et subsidiairement, des enfants et adolescents atteints d'affections neurologiques de longue durée ou de myopathie et qui satisfont aux conditions énumérées ci-après :
  1° ne pas être un établissement médico-pédagogique, un centre d'observation et de classement pour enfants inadaptés ou un établissement de traitement pour paralysés cérébraux, agréé par le Ministre de la Santé publique et de la Famille;
  2° satisfaire à la condition prévue à l'article 1er, 2°; pour l'application de l'alinéa 2 de cette disposition, sont pris en considération les médecins qui sont agréés au titre de spécialiste en pédiatrie, en neuro-psychiatrie, en neurologie, en orthopédie et en physiothérapie ou qui justifient d'une compétence particulière, reconnue par le conseil de gestion du Fonds national;
  3° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 3° et 4°;
  4° disposer d'une convention avec un ou plusieurs centres ou services de réadaptation fonctionnelle agréés en vertu de l'article 1er, en vue de pouvoir y assurer l'hospitalisation et les interventions médicales spécialisées et chirurgicales nécessitées par l'état des handicapés; le Conseil de gestion peut accorder dérogation quant à la conclusion de cette convention avec un centre ou service de réadaptation fonctionelle agréé, lorsqu'il estime que cette conclusion comporte des difficultés ou des inconvénients réels; dans ce cas, le conseil de gestion apprécie la compétence des services hospitaliers ordinaires avec lesquels la convention est passée;
  5° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 5°, b et c;
  6° assurer de manière propre :
  a) le séjour des handicapés en demi-pension ainsi que leur transport journalier, aller et retour, entre le centre ou service et leur résidence; par demi-pension il y a lieu d'entendre un séjour journalier d'au moins 6 heures, effectué entre 8 heures et 18 heures, et comportant notamment le repas de midi et les périodes de repos nécessaires;
  b) l'éxécution des prestations appropriées dans le domaine de la réadaptation des handicapés auxquels le centre ou service s'adresse, notamment la kinésithérapie, la rééducation psychomotrice et la logopédie;
  le nombre de jours d'activité du centre ou service doit être au moins égal au nombre de jours d'enseignement fixé pour l'enseignement de l'Etat et de l'enseignement subventionné;
  7° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 6° et 7°; pour l'application des conditions reprises à l'article 1er, 7°, b et c, l'établissement est notamment tenu de :
  a) s'assurer la collaboration de médecins agréés au titre de spécialiste dans les branches suivantes : pédiatrie, neurologie ou neuro-psychiatrie, physiothérapie, oto-rhino-laryngologie, ophtalmologie et stomatologie;
  b) disposer de kinésistes, d'ergothérapeutes, de logopèdes, d'éducateurs et de puéricultrices exerçant leur activité à,temps plein à raison d'au moins : 1 kinésiste pour 12 handicapés, 1 ergothérapeute pour 15 handicapés, 1 logopède pour 30 handicapés, 1 éducateur pour 20 handicapés et 1 puéricultrice pour 10 handicapés;
  8° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 8°, 9° et 10°;
  9° satisfaire à la condition prévue à l'article 1er, 11°, notamment en ce qui concerne :
  a) la fourniture, l'adaptation et l'entretien des appareils de prothèse et d'orthopédie;
  b) l'organisation d'un enseignement spécial répondant aux normes fixées par le Ministre de l'Education nationale et de la Culture;
  10° répondre aux normes d'hygiène générale des bâtiments, applicables à tous les établissements hospitaliers, figurant en annexe de l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, à l'exception toutefois des prescriptions relatives à l'arrondi des angles au sol ainsi qu'à l'éclairage de secours;
  11° s'abstenir de toute publicité, démarche ou réclame tapageuse par des moyens généralement réprouvés par le code de déontologie médicale;
  12° n'admettre en traitement les enfants et adolescents atteints d'affections neurologiques de longue durée ou de myopathie que sur avis motivé du médecin-directeur du centre ou service.
Art. 1ter. (opgeheven) ,
Art. 1ter. (abrogé)
Art. 1quater. (ingevoegd) , § 1. Kunnen voorlopig erkend worden als centrum of dienst voor polyvalente revalidatie van spraak- en gehoorgestoorden, de centra of diensten die voldoen aan de hierna opgesomde voorwaarden :
  1° zich wijden aan de behandeling en aan de geneeskundige revalidatie van de volgende vier groepen van spraak- en gehoorgestoorden :
  a) groep van minder-validen getroffen door articulatie-stoornissen en van minder-validen getroffen door stoornissen in het spreekritme;
  b) groep van minder-validen getroffen door stemstoornissen;
  c) groep van minder-validen getroffen door neuropsychiatrische spraakstoornissen;
  d) groep van minder-validen getroffen door gehoorstoornissen (hypoacousie en doofheid);
  2° voldoen aan de bij artikel 1, 1°, voorziene voorwaarde;
  3° voldoen aan de bij artikel 1, 2° voorziene voorwaarde; wordt voor de toepassing van het tweede lid van deze bepaling in aanmerking genomen de geneesheer die erkend is als geneesheer-specialist voor otorhinolaryngologie en die inzake audiofonologie van een bijzondere bekwaamheid, welke door de raad van beheer van het Rijksfonds wordt erkend, doet blijken;
  4° voldoen aan de bij artikel 1, 3°, 4° en 5° voorziene voorwaarden; voor de toepassing van de bij artikel 1, 5° d, voorziene bepaling moet het centrum of de dienst inzonderheid voorzien in :
  a) de diagnose en de gewone en grondige onderzoekingen die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de evolutie van de gevallen en voor de controle op de gepastheid van de vastgestelde revalidatiebehandelingen;
  b) de fonatoire behandeling, opvoeding en wederopvoeding;
  c) de acoupedie;
  d) de zintuiglijke opvoeding en wederopvoeding;
  e) de psychomotorische opvoeding en wederopvoeding;
  f) de controle op de gebruikte technische apparatuur;
  5° ergotherapeutische activiteiten inrichten die inzonderheid oefeningen van aanpassing aan de gewone noodwendigheden van het dagelijks leven omvatten;
  6° voldoen aan de bij artikel 1, 6°, b, en 7° tot 11°, voorziene voorwaarden; voor de toepassing van de bij artikel 1, 7°, b, en c voorziene bepalingen, moet het centrum of de dienst inzonderheid :
  a) zich de medewerking verzekeren van geneesheren erkend als geneesheer-specialist voor neuropsychiatrie en voor kindergeneeskunde;
  b) beschikken over :
  logopedisten, full-time, half-time of part-time tewerkgesteld, in een dusdanig aantal dat zij, rekening gehouden met het aantal minder-validen dat dagelijks in het centrum of de dienst in revalidatie is, dagelijkse prestaties verzekeren in de verhouding van ten minste één full-time tewerkgesteld logopedist voor acht minder-validen;
  bijkomende paramedische hulpkrachten, logopedisten of andere, full-time, half-time of part-time tewerkgesteld, in een dusdanig aantal dat zij, rekening gehouden met het aantal minder-validen dat dagelijks in het centrum of de dienst in revalidatie is, dagelijkse prestaties verzekeren in de verhouding van ten minste één full-time tewerkgestelde bijkomende paramedische hulpkracht voor zestien minder-validen.
  § 2. Kunnen erkend worden als centrum of dienst voor revalidatie voor één of meerdere groepen van spraak- en gehoorgestoorden, de centra of diensten die voldoen aan de hierna opgesomde voorwaarden :
  1° zich wijden aan de behandeling en aan de geneeskundige revalidatie van één of meerdere van de vier onder § 1, 1°, opgesomde groepen van spraak- en gehoorgestoorden;
  2° niet een medisch-pedagogische inrichting, een observatie- en klasseringscentrum voor onaangepaste kinderen of een inrichting voor behandeling van cerebraalverlamden, zijn erkend door de minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort;
  3° voldoen aan de bij artikel 1, 2°, voorziene voorwaarde; wordt voor de toepassing van het tweede lid van deze bepaling in aanmerking genomen de geneesheer die erkend is als geneesheer-specialist voor neuropsychiatrie, voor otorhinolaryngologie of voor kindergeneeskunde en die inzake audiofonologie van een bijzondere bekwaamheid, welke door de raad van beheer van het Rijksfonds wordt erkend, doet blijken;
  4° voldoen aan de bij artikel 1, 3°, 4° en 5°, b, c en d voorziene voorwaarden; voor de toepassing van de bij artikel 1, 5°, d voorziene bepaling moet, rekening gehouden met de groep van spraak- en gehoorsgestoorden tot dewelke zij zich richten, het centrum of de dienst :
  a) zelf voorzien in :
  de gewone onderzoekingen die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de evolutie van de gevallen en voor de controle op de adequaatheid van de vastgestelde revalidatiebehandelingen;
  de fonatoire behandeling, opvoeding en wederopvoeding;
  de acoupedie;
  de zintuiglijke opvoeding en wederopvoeding;
  de psychomotorische opvoeding en wederopvoeding;
  de controle op de gebruikte technische apparatuur;
  b) hetzij zelf, hetzij krachtens een overeenkomst met een centrum of een dienst voor polyvalente revalidatie van spraak- en gehoorgestoorden, erkend op basis van de voorwaarden opgesomd onder § 1, voorzien in de diagnose en de grondige onderzoekingen die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de evolutie van de gevallen en voor de controle op de adequaatheid van de vastgestelde revalidatiebehandelingen;
  5° ergotherapeutische activiteiten inrichten die inzonderheid oefeningen van aanpassing aan de gewone noodwendigheden van het dagelijks leven omvatte;
  6° voldoen aan de bij artikel 1, 6°, b, en 7° tot 11° voorziene voorwaarden; voor de toepassing van de bij artikel 1, 7°, b en c voorziene bepalingen moet, rekening gehouden met de groep van spraak- en gehoorgestoorden tot dewelke zij zich richten, het centrum of de dienst inzonderheid :
  a) zich de medewerking verzekeren van geneesheren erkend als geneesheer-specialist voor neuropsychiatrie, voor otorhinolaryngologie en voor kindergeneeskunde;
  b) (beschikken over paramedische hulpkrachten, waarvan de helft logopedisten, die voltijds of deeltijds tewerkgesteld zijn in een dusdanig aantal dat zij, rekening houdend met het aantal personen met een handicap dat dagelijks in het centrum of in de dienst in revalidatie is, dagelijks prestaties leveren in de verhouding van ten minste één voltijds tewerkgestelde paramedicus voor zes personen met een handicap.)
  7° beantwoorden aan de normen van de algemene hygiene der gebouwen, van toepassing op al de verplegingsinrichtingen die voorkomen in de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, met uitzondering evenwel van de voorschriften betreffende de gewone- of ziekenliften de afronding der verbindingen tussen wand en vloer alsmede van deze betreffende de noodverlichting:
  8° zich onthouden van elke publiciteit, klantenjagerij of opzichtige reclame, met in't algemeen door de code van de geneeskundige plichtenleer afgekeurde middelen.
Art. 1quater. (inséré) § 1er. Peuvent être agréés provisoirement comme centre ou service de réadaptation fonctionnelle polyvalent pour handicapés de la parole et de l'ouþ e, les centres ou services qui satisfont aux conditions énumérées ci-après :
  1° se consacrer au traitement à la réadaptation médicale des quatre groupes suivants de handicapés de la parole et de l'ouþ e :
  a) groupe des handicapés atteints de troubles de l'articulation et des handicapés atteints de troubles du rythme du langage;
  b) groupe des handicapés atteints de troubles de la phonation;
  c) groupe des handicapés atteints de troubles neuropsychiatriques du langage;
  d) groupe des handicapés atteints de troubles de l'audition (hypoacousie et surdité);
  2° satisfaire à la condition prévue à l'article 1er, 1°;
  3° satisfaire à la condition prévue à l'article 1er, 2°; pour l'application de l'alinéa 2 de cette disposition, est pris en considération le médecin qui est agréé au titre de spécialiste et oto-rhinolaryngologie et que justifie d'une compétence particulière en audio-phonologie, reconnue par le conseil de gestion du Fonds national;
  4° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 3°, 4° et 5°; pour l'application de la disposition prévue à l'article 1er, 5°, d, le centre ou service doit notamment assurer :
  a) le diagnostic et les examens, courants et approfondis, nécessaires à la surveillance de l'évolution des cas et au contrôle du bien-fondé des traitements de réadaptation instaurés;
  b) le traitement, l'éducation et la rééducation phonatoires;
  c) l'acoupédie;
  d) l'éducation et la rééducation sensorielles;
  e) l'éducation et la rééducation psychomotrices;
  f) le contrôle de l'appareillage technique utilisé;
  5° organiser des activités ergothérapeutiques qui comportent notamment des exercices d'adaptation aux nécessités courantes de la vie quotidienne;
  6° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 6°, b, et 7° à 11°; pour l'application des dispositions prévues à l'article 1er, 7°, b et c, le centre ou service est notamment tenu :
  a) de s'assurer la collaboration de médecins agréés au titre de spécialiste en neuro-psychiatrie et en pédiatrie;
  b) de disposer :
  de logopèdes occupés à temps plein, à mi-temps ou à temps partiel, en nombre tel que, compte tenu du nombre de handicapés journellement en réadaptation dans le centre ou service, ils assurent des prestations journalières dans la proportion d'au moins un logopède occupé à temps plein pour huit handicapés;
  d'auxiliaires paramédicaux supplémentaires, logopèdes ou autres, occupés à temps plein, à mi-temps ou à temps partiel, en nombre tel que, compte tenu du nombre de handicapés journellement en réadaptation dans le centre ou service, ils assurent des prestations journalières dans la proportion d'au moins un auxiliaire paramédical supplémentaire occupé à temps plein pour seize handicapés.
  § 2. Peuvent être agrées comme centre ou service de réadaptation fonctionnelle pour un ou plusieurs groupes déterminés de handicapés de la parole et de l'ouþ e, les centres ou services qui satisfont aux conditions énumérées ci-après:
  1° se consacrer au traitement et à la réadaptation médicale de un ou de plusieurs des quatre groupes de handicapés de la parole et de l'ouþ e, énumérés au § 1er, 1°;
  2° ne pas être un établissement médico-pédagogique, un centre d'observation et de classement pour enfants inadaptés ou un établissement de traitement pour enfants inadaptés ou un établissement de traitement pour paralysés cérébraux, agréé par le ministre ayant la santé publique dans ses attributions;
  3° satisfaire à la condition prévue à l'article 1er, 2°, pour l'application de l'alinéa 2 de cette disposition, est pris en considération le médecin qui est agréé au titre de spécialiste en neuro-psychiatrie, en oto-rhino-laryngologie en pédiatrie et qui justifie d'une compétence particulière en audiophonologie, reconnue par le conseil de gestion du Fonds national;
  4° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 3°, 4° et 5°, b, c et d; pour l'application de la disposition prévue à l'article 1er, 5°, d, le centre ou service doit notamment, compte tenu du groupe dont relèvent les handicapés de la parole et de l'ouþºe auxquels il s'adresse :
  a) assurer par soi-même :
  les examens courants nécessaires à la surveillance de l'évolution des cas et au contrôle de l'adéquation des traitements de réadaptation instaurés;
  le traitement, l'éducation et la rééducation phonatoires;
  l'acoupédie;
  l'éducation et la rééducation sensorielles;
  l'éducation et la rééducation psychomotrices;
  le contrôle de l'appareillage technique utilisé;
  b) assurer le diagnostic et les examens approfondis nécessaires à la surveillance de l'évolution des cas et au contrôle de l'adéquation des traitements de réadaptation instaurés, soit en les effectuant par soi-même, soit en les faisant effectuer, en vertu d'une convention, par un centre ou service de réadaptation fonctionnelle polyvalent pour handicapés de la parole et de l'ouþ e, agréé sur base des conditions énumérées au § 1er;
  5° organiser des activités ergothérapeutiques qui comportent notamment des exercices d'adaptation aux nécessités courantes de la vie quotidienne;
  6° satisfaire aux conditions prévues à l'article 1er, 6°, b, et 7° à 11°; pour l'application des disposition prévues à l'article 1er, 7°, b et c, le centre ou service doit notamment compte tenu du groupe dont relèvent les handicapés de la parole et de l'ouþ e auxquels il s'adresse:
  a) s'assurer la collaboration de médecins agréés au titre de spécialiste en neuro-psychiatrie, en oto-rhino-laryngologie et en pédiatrie;
  b) (disposer d'auxiliaires paramédicaux, la moitié étant des logopèdes, qui sont employés à plein-temps ou à temps partiel et dont le nombre est tel, compte tenu du nombre de personnes handicapées accueillies chaque jour par le centre ou service de réadaptation fonctionnelle, que les prestations qu'ils accomplissent journellement correspondent au moins à un auxiliaire paramédical employé à plein-temps pour six personnes handicapées.)
  7° répondre aux normes d'hygiène générale des bâtiments,applicables à tous les établissements hospitaliers, figurant en annexe de l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, à l'exception toutefois des prescriptions relatives aux ascenseurs ou monte-malades, à l'arrondi des angles au sol ainsi qu'à l'eclairage de secours:
  8° s'abstenir de toute publicité, démarche ou réclame tapageuse par des moyens généralement réprouvés par le code de déontologie médicale.
Art.2. de centra of diensten die de voorwaarden bedoeld bij artikel 1, 4°, 5° c en 10° niet vervullen, worden erkend onder voorbehoud eraan te voldoen binnen een termijn bepaald door de raad van beheer overeenkomstig artikel 4, eerste lid.
Art.2. Les centres ou services qui ne remplissent pas les conditions reprises à l'article 1er, 4°, 5°, c et 10° sont agréés sous réserve d'y satisfaire dans un délai fixé par le conseil de gestion conformément à l'article 4, alinéa 1er.
HOOFDSTUK II - MODALITEITEN VAN VOORLOPIGE ERKENNING.
CHAPITRE II. - Modalités d'agréation provisoire.
Art.3. De aanvragen tot voorlopige erkenning moeten ingediend worden, bij een ter post aangetekend schrijven, bij het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen en vermelden:
  1° de benaming, de juridische vorm en het adres van de organiserende macht;
  2° de samenstelling van het beheersorgaan, van de organiserende macht en van het centrum of de dienst;
  3° de naam en het adres van de personen die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer van het centrum of van de dienst voor revalidatie;
  4° het adres van het centrum of van de dienst;
  5° de soorten handicaps waarvoor het centrum of de dienst bestemd is.
  In voorkomend geval, moet de aanvraag vergezeld gaan van een exemplaar van de statuten.
Art.3. Les demandes d'agréation provisoire doivent être introduites par lettre recommandée à la poste auprès du Fonds national de reclassement social des handicapés et mentionner :
  1° la dénomination, la forme juridique et l'adresse du pouvoir organisateur;
  2° la composition de l'organe de gestion, du pouvoir organisateur et du centre ou service;
  3° les nom et adresse des personnes responsables de la gestion journalière du centre ou service de réadaptation fonctionnelle;
  4° l'adresse du centre ou service;
  5° les genres de handicaps auxquels le centre ou service est destiné. Le cas échéant, la demande doit être accompagnée d'un exemplaire des statuts.
Art.4. De voorlopige erkenning wordt verleend, met of zonder voorbehoud, geweigerd of ingetrokken door de raad van beheer van het Rijksfonds, na advies van het technisch-medisch comite.
  Het Rijksfonds mag elk onderzoek dat het nodig acht en inzonderheid het centrum of de dienst doen bezoeken. Het geniet dezelfde bevoegdheden om na te gaan of het erkend centrum of de erkende dienst blijft voldoen aan de voor waarden van erkenning.
Art.4. L'agréation provisoire est accordée, avec ou sans réserve, refusée ou retirée par le conseil de gestion du Fonds national, après avis du comité technique médical. Le Fonds national peut faire toute enquête qu'il juge utile et notamment faire visiter le centre ou service. Il jouit des mêmes pouvoirs pour vérifier si le centre ou service agréé continue à satisfaire aux conditions d'agréation.
Art. 5. Deze beslissing treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 5. La présente décision entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.