Artikel 1. De leden van de werkgroepen bedoeld in artikel 13, 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag mogen vergoedingen ontvangen.
Deze vergoedingen zijn voor rekening van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag en zijn enkel toegekend aan de externe leden van de werkgroepen van deze Dienst en op voorwaarde dat het Algemeen Beheerscomité daarvoor zijn toestemming verleende, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in zijn huishoudelijk reglement, bedoeld in artikel 13, 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.
De vergoedingen bedoeld in het eerste lid zijn vastgesteld op 148,07 euro per vergadering, die de leden daadwerkelijk hebben bijgewoond, met een maximum van 30 vergaderingen per jaar, die recht geven op een vergoeding.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
20 JUNI 2024. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de vergoedingen van de leden van de werkgroepen bedoeld in artikel 13, 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
Titre
20 JUIN 2024. - Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune fixant les indemnités pouvant être allouées aux membres des groupes de travail visés à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales
Informations sur le document
Numac: 2024006703
Datum: 2024-06-20
Info du document
Numac: 2024006703
Date: 2024-06-20
Tekst (4)
Texte (4)
Article 1er. Les membres des groupes de travail visés à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, peuvent recevoir des indemnités.
Ces indemnités sont à charge de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, et ne sont octroyées qu'aux membres des groupes de travail externes audit Office, et à condition que le Comité général de gestion l'ait autorisé conformément aux modalités prévues dans son règlement d'ordre intérieur visées à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales.
Les indemnités visées à l'alinéa 1er sont fixées à 148,07 euros par séance à laquelle les membres ont effectivement assisté, avec un maximum de 30 séances par an donnant lieu à rémunération.
Ces indemnités sont à charge de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, et ne sont octroyées qu'aux membres des groupes de travail externes audit Office, et à condition que le Comité général de gestion l'ait autorisé conformément aux modalités prévues dans son règlement d'ordre intérieur visées à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales.
Les indemnités visées à l'alinéa 1er sont fixées à 148,07 euros par séance à laquelle les membres ont effectivement assisté, avec un maximum de 30 séances par an donnant lieu à rémunération.
Art.2. De in artikel 1, derde lid, vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex van januari 2024 (basis 100 = 2013) en volgen de evolutie van die gezondheidsindex, overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Art.2. Les montants mentionnés à l'article 1er, alinéa 3, sont liés à l'indice santé du mois de janvier 2024 (base 100 = 2013) et suivent l'évolution dudit indice santé, conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art.3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2024.
Art. 4. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de gezinsbijslagen, het openbaar ambt, het gezondheidsbeleid en het beleid inzake bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Les Membres du Collège réuni, qui ont les prestations familiales, la fonction publique, la politique de la santé et la politique de l'aide aux personnes dans leurs attributions sont chargés de l'exécution du présent arrêté.