Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
18 JANUARI 2024. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
Titre
18 JANVIER 2024. - Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune modifiant l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 28 janvier 2021 portant exécution de l'ordonnance du 10 décembre 2020 relative à l'allocation pour l'aide aux personnes âgées
Informations sur le document
Info du document
Tekst (24)
Texte (24)
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 5° wordt opgeheven;
  2° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° tot en met 13°, luidende:
  "6° "Inkomensgarantie voor ouderen": de inkomensgarantie voor ouderen, zoals bedoeld in de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen;
  7° "Huishouden": het huishouden, zoals bedoeld in artikel 4;
  8° "Centrum": het Centrum voor Evaluatie van de Autonomie en de Handicap van de Dienst;
  9° "Leidend ambtenaar": de leidend ambtenaar van de Dienst, zoals bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;
  10° "Beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg": de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg in de zin van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
  11° "Arts": de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg in de zin van artikel 3 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
  12° "Psycholoog": de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg in de zin van artikel 68/1 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
  13° "Logopedist": de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg in de zin van artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 2 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van paramedische beroepen.".
Article 1er. Dans l'article 1er de l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune portant exécution de l'ordonnance du 10 décembre 2020 relative à l'allocation pour l'aide aux personnes âgées, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le 5° est abrogé ;
  2° l'article est complété par les 6° à 13°, rédigés comme suit :
  " 6° " Garantie de revenus aux personnes âgées " : la garantie de revenus aux personnes âgées, telle que visée par la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées ;
  7° " Ménage " : le ménage, tel que visé à l'article 4 ;
  8° " Centre " : le Centre d'évaluation de l'autonomie et du handicap de l'Office ;
  9° " Fonctionnaire dirigeant " : le fonctionnaire dirigeant de l'Office, tel que visé à l'article 15 de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales. ;
  10° " Professionnel des soins de santé " : le professionnel des soins de santé au sens de la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé ;
  11° " Médecin " : le professionnel des soins de santé au sens de l'article 3 de la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé ;
  12° " Psychologue " : le professionnel des soins de santé au sens de l'article 68/1 de la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé ;
  13° " Logopède " : le professionnel des soins de santé au sens de l'article 1er, 7°, de l'arrêté royal du 2 juillet 2009 établissant la liste des professions paramédicales. ".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het woord "evaluatie" vervangen door het woord "vaststelling";
  2° in de Nederlandse tekst van paragraaf 2, eerste lid, wordt de eerste zin vervangen als volgt:
  "Voor ieder van de in § 1 vermelde factoren wordt als volgt een aantal punten toegekend naargelang de graad van verminderde zelfredzaamheid van de begunstigde:";
  3° in de Nederlandse tekst van paragraaf 2, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De toegekende punten worden samengeteld en naargelang dit totaal behoort de begunstigde tot een van de in artikel 8 van de ordonnantie vermelde categorieën.".
Art.2. Dans l'article 2 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le paragraphe 1er les mots " L'évaluation " sont remplacés par les mots " La détermination ";
  2° au paragraphe 2, alinéa 1er, du texte néerlandais, la première phrase est remplacée par la phrase :
  " Voor ieder van de in § 1 vermelde factoren wordt als volgt een aantal punten toegekend naargelang de graad van verminderde zelfredzaamheid van de begunstigde: " ;
  3° au paragraphe 2 du texte néerlandais, l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
  " De toegekende punten worden samengeteld en naargelang dit totaal behoort de begunstigde tot een van de in artikel 8 van de ordonnantie vermelde categorieën. ".
Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "De graad van verminderde zelfredzaamheid wordt vastgesteld door een multidisciplinair team, dat is samengesteld uit een arts en, desgevallend, uit andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. De teamleden behoren tot het personeel van de Dienst of worden door de Dienst aangewezen.".
Art.3. L'article 3 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Le degré de réduction d'autonomie est déterminé par une équipe multidisciplinaire composée d'un médecin et, le cas échéant, d'autres professionnels des soins de santé.Les membres de l'équipe sont membres du personnel de l'Office ou sont désignés par l'Office. ".
Artikel4. In hetzelfde besluit worden de artikelen 3/1 tot en met 3/12 ingevoegd, luidende:
  "Art. 3/1. § 1. Een arts die niet tot het personeel van de Dienst behoort, kan slechts worden aangewezen indien hij beschikt over minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
  § 2. Een psycholoog die niet tot het personeel van de Dienst behoort, kan slechts worden aangewezen indien hij beschikt over minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
  § 3. Een logopedist die niet tot het personeel van de Dienst behoort, kan slechts worden aangewezen indien hij beschikt over minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidzorg.
  Art. 3/2. Onverminderd de in artikel 3/1 bedoelde voorwaarden, gelden voor de aldaar bedoelde personen de volgende voorwaarden:
  1° beschikken over een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
  2° niet verkeren in staat van faillissement of van vereffening, geen gerechtelijke reorganisatie of aangifte van faillissement hebben gedaan, geen voorwerp uitmaken van een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie of verkeren in een vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure;
  3° geen ernstige beroepsfout hebben begaan, waardoor de integriteit in twijfel kan worden getrokken;
  4° geen voorwerp uitmaken van een rechtstreeks of onrechtstreeks belangenconflict;
  5° geen blijk hebben gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijke verplichting tijdens een vergelijkbare opdracht, die geleid hebben tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
  6° zich niet schuldig maken aan het geven van valse verklaringen, het verstrekken van misleidende informatie, het achterhouden van informatie en de onrechtmatige beïnvloeding van het besluitvormingsproces van de Dienst;
  7° zich onthouden van de gehele of gedeeltelijke toevertrouwing van de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid aan een derde;
  8° voldoende gedekt zijn door een arbeidsongevallenverzekering en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden;
  9° gebonden zijn door een door de Dienst ter beschikking gestelde vertrouwelijkheidsverklaring en een verklaring om de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen;
  10° gebonden zijn door een door de Dienst ter beschikking gestelde overeenkomst waarin hij instemt met de verwerking van de in dit besluit bedoelde persoonsgegevens met het oog op de toepassing van dit besluit en op de uitvoering van de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid.
  Art. 3/3. 1. De in artikel 3/1 bedoelde personen kunnen slechts worden aangewezen indien zij daartoe een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend aan de hand van een door de Dienst ter beschikking gesteld formulier.
  § 2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid bevat het aanvraagdossier van de in artikel 3/1, § 1, bedoelde arts de volgende stukken:
  1° een curriculum vitae;
  2° een kopie van het diploma van master of doctor in de geneeskunde of van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, vroeger uitgereikt en bekrachtigd overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens of een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
  3° het visum van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, dat toelaat het beroep van arts uit te oefenen;
  4° het bewijs van inschrijving bij de Orde der artsen;
  5° een lijst met prestaties, die minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg aantoont;
  6° een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
  7° een verklaring op eer waarin de in artikel 3/1, § 1, bedoelde arts verklaart de Code van medische deontologie te zullen naleven, zich niet in één van de in artikel 3/2, 2°, tot en met 7°, bedoelde situaties te bevinden of zich hiervan te onthouden en een voldoende dekkende arbeidsongevallenverzekering en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden af te sluiten;
  8° de door de Dienst ter beschikking gestelde en door de in artikel 3/1, § 1, bedoelde arts ondertekende vertrouwelijkheidsverklaring en de verklaring om de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen.
  § 3. Op straffe van niet-ontvankelijkheid bevat het aanvraagdossier van de in artikel 3/1, § 2, bedoelde psycholoog de volgende stukken:
  1° een curriculum vitae;
  2° een kopie van master in de klinische of neuropsychologie of een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
  3° een visum van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, dat toelaat het beroep van klinisch psycholoog uit te oefenen;
  4° een bewijs van erkenning als klinisch psycholoog of neuropsycholoog in België;
  5° een lijst met prestaties, die minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg aantoont;
  6° een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
  7° een verklaring op eer waarin de in artikel 3/1, § 2, bedoelde psycholoog verklaart dat het koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog zal worden nageleefd, zich niet in één van de in artikel 3/2, 2° tot en met 7°, bedoelde situaties te bevinden of zich hiervan te onthouden en een voldoende dekkende arbeidsongevallenverzekering en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden af te sluiten;
  8° de door de Dienst ter beschikking gestelde en door de in artikel 3/1, § 2, bedoelde psycholoog ondertekende vertrouwelijkheidsverklaring en de verklaring om de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen.
  § 4. Op straffe van niet-ontvankelijkheid bevat het aanvraagdossier van de in artikel 3/1, § 3, bedoelde logopedist de volgende stukken:
  1° een curriculum vitae;
  2° een kopie van het diploma van master in de logopedie of een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
  3° het bewijs van erkenning als logopedist in België;
  4° een lijst met prestaties, die minimaal drie jaar relevante werkervaring als beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg aantoont;
  5° een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
  6° een verklaring op eer waarin de in artikel 3/1, § 3, bedoelde logopedist verklaart dat de ethische en deontologische code van de logopedisten zal worden nageleefd, zich niet in één van de in artikel 3/2, 2° tot en met 7°, bedoelde situaties te bevinden of zich hiervan te onthouden en een voldoende dekkende arbeidsongevallenverzekering en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden af te sluiten;
  7° de door de Dienst ter beschikking gestelde en door de in artikel 3/1, § 3, bedoelde logopedist ondertekende vertrouwelijkheidsverklaring en de verklaring om de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen.
  § 5. Onverminderd de voorgaande paragrafen, bevat het aanvraagdossier, op straffe van niet-ontvankelijkheid, de volgende gegevens betreffende de aanvrager:
  1° de naam en voornaam;
  2° de beroepssituatie;
  3° de nationaliteit;
  4° de woonplaats;
  5° de handtekening en dagtekening;
  6° het volledige inschrijvingsnummer van de aanvrager bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  7° het nummer en de naam van de rekening van de aanvrager, geopend bij een kredietinstelling, zoals bedoeld in artikel 1, § 3, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;
  8° een contactadres in België.
  Art. 3/4. 1. Nadat de Dienst de aanvraag heeft ontvangen, bezorgt hij de in artikel 3/1 bedoelde persoon een ontvangstmelding.
  Binnen de dertig kalenderdagen na de dag van ontvangst deelt de Dienst aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon mee of de aanvraag ontvankelijk is.
  Indien de aanvraag niet ontvankelijk is omdat één of meerdere van de in artikel 3/3 bedoelde stukken of gegevens ontbreken, vraagt de Dienst deze bij de in artikel 3/1 bedoelde persoon op. De termijn voor de indiening van de gegevens of stukken bedraagt vijftien kalenderdagen. Tijdens de periode wordt de in het tweede lid bedoelde beslissingstermijn voor de ontvankelijkheid geschorst. Als er binnen die termijn geen gegevens of stukken aan de Dienst worden bezorgd, is de aanvraag onontvankelijk.
  § 2. De Dienst beslist over de ontvankelijke aanvraag binnen de 90 kalenderdagen nadat aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon is meegedeeld dat de aanvraag ontvankelijk is.
  § 3. De Dienst kan aanvullende informatie vragen aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon. Hij bezorgt de Dienst de gevraagde informatie binnen de dertig kalenderdagen. Tijdens die periode wordt de in § 1, tweede lid, bedoelde beslissingstermijn voor de ontvankelijkheid en de in § 2 bedoelde beslissingstermijn geschorst. Indien de in artikel 3/1 bedoelde persoon gedurende meer dan dertig kalenderdagen nalaat de aanvullende informatie te verschaffen, kan de Dienst beslissen op grond van de stukken, gegevens en/of inlichtingen waarover hij beschikt.
  Art. 3/5.De Dienst bezorgt de beslissing over de aanvraag uiterlijk na verloop van de termijn, zoals bedoeld in artikel 3/4, § 2, aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon en heeft betrekking op:
  1° de beslissing tot aanwijzing, dan wel;
  2° de weigering tot aanwijzing.
  De beslissing bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt per aangetekende post aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon ter kennis gebracht en bepaalt de ingangsdatum van de in artikel 3/6 bedoelde termijn.
  De beslissing bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt per aangetekende post aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon ter kennis gebracht.
  Art. 3/6.De aanwijzing geldt voor een termijn van één jaar en kan hernieuwd worden. De aanwijzing wordt van rechtswege hernieuwd indien er, aan de hand van de in artikel 3/7, § 1, bedoelde controle, geen indicaties zijn dat de in artikel 3/1 bedoelde persoon de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden niet vervult.
  Art. 3/7.§ 1. De Dienst controleert de naleving van de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden en kan daarvoor alle nodige inlichtingen en stukken opvragen bij de in artikel 3/1 bedoelde personen.
  § 2. Als wordt vastgesteld dat een in artikel 3/1 bedoelde persoon de voorwaarden, zoals bedoeld in de artikelen 3/1 en 3/2 niet naleeft, of het moeilijk of onmogelijk maakt deze te controleren, wordt, behalve bij dringende noodzakelijkheid, de persoon uitgenodigd voor een gesprek met de Dienst. De Dienst waarschuwt de in artikel 3/1 bedoelde persoon voor de mogelijke schorsing of intrekking van zijn aanwijzing bij blijvende niet-naleving.
  Art. 3/8.§ 1. In de volgende gevallen kan de Dienst de aanwijzing van de in artikel 3/1 bedoelde persoon schorsen:
  1° bij niet-naleving van de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden, wanneer de Dienst vaststelt dat deze op korte tijd kan worden verholpen;
  2° als de in artikel 3/1 bedoelde persoon het moeilijk of onmogelijk maakt de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden te controleren;
  3° als de Dienst oordeelt dat de opdracht niet naar behoren kan worden uitgevoerd.
  § 2. De Dienst stelt de in artikel 3/1 bedoelde persoon in kennis van zijn beslissing tot schorsing. De in artikel 3/1 bedoelde persoon wordt binnen de vijf werkdagen gehoord. Op basis daarvan neemt de Dienst een beslissing, die betrekking heeft op:
  1° opheffing van de schorsing, in voorkomend geval met naleving van de gemaakte afspraken met het oog op de naleving van de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden, dan wel;
  2° het voornemen tot intrekking van de aanwijzing, zoals bedoeld in artikel 3/9.
  De Dienst brengt de in artikel 3/1 bedoelde persoon op de hoogte van de beslissing, vermeld in het vorige lid.
  Art. 3/9.In de volgende gevallen kan de Dienst de in artikel 3/1 bedoelde persoon een beslissing tot intrekking van de aanwijzing formuleren:
  1° bij niet-naleving van de in de artikelen 3/1 en 3/2 bedoelde voorwaarden, wanneer de Dienst vaststelt dat deze niet op korte tijd kan worden verholpen;
  2° als de niet-naleving die aan de basis van een schorsing van de erkenning lag, niet verholpen is binnen de termijn die bepaald is in de beslissing tot die schorsing;
  3° als de in artikel 3/1 bedoelde persoon op basis van onjuiste gegevens werd aangewezen.
  De beslissing tot intrekking wordt per aangetekende post aan de in artikel 3/1 bedoelde persoon ter kennis gebracht en vermeldt de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om hiertegen beroep aan te tekenen.
  Art. 3/10. De in artikel 3/1 bedoelde persoon die de aanwijzing wenst stop te zetten, stelt de Dienst daarvan zo snel mogelijk per aangetekend schrijven in kennis. De Dienst beëindigt de aanwijzing binnen de 45 kalenderdagen.
  Art. 3/11. De overeenkomstig de artikelen 3/1 tot en met 3/6 aangewezen personen doen de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid naargelang de noden van de Dienst en van hun beschikbaarheden.
  Art. 3/12.§ 1. Voor de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid ontvangen de in artikel 3/1 bedoelde personen de vergoeding bepaald in § 2, die alle kosten, maatregelen en lasten omvat die inherent zijn aan die opdracht.
  § 2. De in § 1 bedoelde vergoeding bedraagt:
  1° voor een aan de Dienst bezorgd verslag houdende de beslissing inzake de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid, na het in artikel 29, § 3, derde lid, bedoelde onderzoek van de begunstigde: 105 EUR;
  2° voor een aan de Dienst bezorgd verslag houdende de beslissing inzake de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid, zonder dat de begunstigde werd onderzocht: 45 EUR;
  3° voor het geval waarin de begunstigde, ondanks de oproeping, nalaat zich voor het in artikel 29, § 3, derde lid, bedoelde onderzoek te melden: 40 EUR;
  4° voor de deelname aan een dienstvergadering van minimaal één uur: 55 EUR per volledig uur;
  5° voor het volgen van een theoretische opleiding over de handleiding, zoals bedoeld in artikel 2, § 1: 55 EUR per volledige werkdag.
  De in het eerste lid, 1° en 2°, bedoelde bedragen worden met 10% verminderd indien het verslag niet door de Dienst werd ontvangen binnen de veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van het in artikel 29, § 3, derde lid, bedoelde onderzoek of van de vraag van de Dienst om de graad van verminderde zelfredzaamheid vast te stellen zonder dat voornoemd onderzoek voor de vaststelling ervan nodig is.
  Het in het eerste lid, 5°, bedoelde bedrag is slechts eenmalig verschuldigd nadat de in artikel 3/1 bedoelde persoon voor de eerste keer wordt aangewezen. Het kan slechts worden aangerekend voor een maximum van tien werkdagen en wordt slechts uitbetaald nadat de in artikel 3/1 bedoelde persoon twintig onderzoeken, zoals bedoeld in artikel 29, § 3, derde lid, voor rekening van de Dienst heeft uitgevoerd.
  § 3. De vergoeding wordt berekend per begunstigde en wordt verkregen door de in § 2 bedoelde prestaties te vermenigvuldigen met de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden.
  § 4. De bedragen, zoals bedoeld in § 2, worden verbonden aan de spilindex 123,14 (basis 2013 = 100). Zij variëren conform de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der werknemers, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
  § 5. De bedragen, zoals bedoeld in § 2, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
  § 6. De Dienst bezorgt de in artikel 3/1 bedoelde persoon voor elke maand waarin de in § 2 bedoelde prestaties werden geleverd een balans op basis waarvan deze persoon de prestaties aan de Dienst in euro kan factureren. De factuur wordt gedateerd, ondertekend en vergezeld van de stukken die de uitvoering van de in § 2 bedoelde prestaties verantwoorden en vermeldt:
  1° het nummer van de dossiers van de begunstigden waarop de factuur betrekking heeft;
  2° het aantal onderzoeken, zoals bedoeld in artikel 29, § 3, derde lid, en de data waarop deze plaatsvonden, alsook het aantal bij de Dienst ingediende verslagen houdende de beslissing inzake de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid en de data van deze indieningen;
  3° het aantal bij de Dienst ingediende verslagen houdende de beslissing inzake de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid zonder het in artikel 29, § 3, derde lid, bedoelde onderzoek van de begunstigde en de data van deze indieningen;
  4° het aantal gevallen waarin en de data waarop de begunstigde, ondanks de oproeping, nalaat zich voor het in artikel 29, § 3, derde lid, bedoelde onderzoek te melden;
  5° de data waarop en het aantal uren van deelname aan een dienstvergadering van minimaal één uur;
  6° de data waarop en het aantal uren gedurende dewelke een theoretische opleiding over de handleiding, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, werd gevolgd.".
Art.4. Dans le même arrêté, sont insérés les articles 3/1 à 3/12 :
  " Art. 3/1. § 1er. Un médecin qui n'est pas membre du personnel de l'Office ne peut être désigné que s'il a au moins trois ans d'expérience professionnelle pertinente en tant que professionnel des soins de santé.
  § 2. Un psychologue qui n'est pas membre du personnel de l'Office ne peut être désigné que s'il a au moins trois ans d'expérience professionnelle pertinente en tant que professionnel des soins de santé.
  § 3. Un logopède qui n'est pas membre du personnel de l'Office ne peut être désigné que s'il a au moins trois ans d'expérience professionnelle pertinente en tant que professionnel des soins de santé.
  Art. 3/2.Sans préjudice des conditions visées à l'article 3/1, les conditions suivantes s'appliquent aux personnes qui y sont visées :
  1° disposer d'un extrait de casier judiciaire, modèle 596-2, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, vierge ;
  2° ne pas être en état de faillite ou de liquidation, ne pas avoir fait l'objet de réorganisation judiciaire ou avoir fait un aveu de faillite, ne pas faire l'objet d'une procédure de liquidation ou de réorganisation judiciaire, ou se trouver dans toute situation similaire résultant d'une procédure de même nature ;
  3° ne pas avoir commis de faute professionnelle grave pouvant mettre en cause leur intégrité ;
  4° ne pas faire l'objet d'un conflit d'intérêts direct ou indirect ;
  5° ne pas avoir démontré de manquements importants ou persistants lors de l'exécution d'une obligation essentielle pendant une mission similaire, ayant conduit à la prise de mesures d'office, indemnités ou autres sanctions similaires ;
  6° ne pas se rendre coupable de fausses déclarations, de fournir des informations trompeuses, de dissimuler des informations ou d'indûment influencer le processus décisionnel de l'Office ;
  7° s'abstenir de confier tout ou partie de la détermination du degré de réduction d'autonomie à un tiers ;
  8° être suffisamment couvert par une assurance contre les accidents du travail et une assurance en responsabilité civile vis-à-vis de tiers ;
  9° être lié par une déclaration de confidentialité fournie par l'Office et une déclaration visant à garantir l'indépendance et l'objectivité ;
  10° être lié par une convention fournie par l'Office, dans laquelle il consent au traitement des données à caractère personnel visées dans le présent arrêté, aux fins de l'application du présent arrêté et de la mise en oeuvre de la détermination du degré de réduction d'autonomie.
  Art. 3/3.§ 1er. Les personnes visées à l'article 3/1 ne peuvent être désignées que si elles ont introduit une demande recevable à cet effet au moyen d'un formulaire fourni par l'Office.
  § 2. Sous peine d'irrecevabilité, le dossier de demande du médecin visé à l'article 3/1 § 1er doit contenir les documents suivants :
  1° un curriculum vitae ;
  2° une copie du diplôme de master ou de docteur en médecine ou de docteur en médecine, chirurgie et obstétrique, préalablement délivré et homologué conformément aux lois coordonnées sur la collation des grades académiques et le programme des examens universitaires ou une reconnaissance d'équivalence pour un diplôme étranger ;
  3° le visa du Service public fédéral Santé publique, qui permet d'exercer la profession de médecin ;
  4° le certificat d'inscription à l'Ordre des médecins ;
  5° une liste de prestations, qui démontre une expérience professionnelle pertinente d'au moins trois ans en tant que professionnel des soins de santé ;
  6° un extrait de casier judiciaire vierge, modèle 596-2, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ;
  7° une déclaration sur l'honneur par laquelle le médecin visé à l'article 3/1, § 1er, déclare se conformer au Code de déontologie médicale, ne pas se trouver dans l'une des situations visées à l'article 3/2, 2° à 7°, ou s'en abstenir, et souscrire une assurance contre les accidents du travail et une assurance en responsabilité civile vis-à-vis de tiers suffisamment couvrantes ;
  8° la déclaration de confidentialité fournie par l'Office et signée par le médecin visé à l'article 3/1, § 1er, et la déclaration visant à garantir l'indépendance et l'objectivité.
  § 3. Sous peine d'irrecevabilité, le dossier de demande du psychologue visé à l'article 3/1 § 2 doit contenir les documents suivants :
  1° un curriculum vitae ;
  2° une copie du diplôme de master en psychologie clinique ou en neuropsychologie ou une reconnaissance d'équivalence pour un diplôme étranger ;
  3° un visa du Service public fédéral Santé publique, qui permet d'exercer la profession de psychologue clinicien ;
  4° une preuve de la reconnaissance en tant que psychologue clinicien ou neuropsychologue en Belgique ;
  5° une liste de prestations, qui démontre une expérience professionnelle pertinente d'au moins trois ans en tant que professionnel des soins de santé ;
  6° un extrait de casier judiciaire vierge, modèle 596-2, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ;
  7° une déclaration sur l'honneur par laquelle le psychologue visé à l'article 3/1, § 2, déclare se conformer à l'arrêté royal du 2 avril 2014 fixant les règles de déontologie du psychologue, ne pas se trouver dans l'une des situations visées à l'article 3/2, 2° à 7°, ou s'en abstenir, et souscrire une assurance contre les accidents du travail et une assurance en responsabilité civile vis-à-vis de tiers suffisamment couvrantes ;
  8° la déclaration de confidentialité fournie par l'Office et signée par le psychologue visé à l'article 3/1, § 2, et la déclaration visant à garantir l'indépendance et l'objectivité.
  § 4. Sous peine d'irrecevabilité, le dossier de demande du logopède visé à l'article 3/1 § 3 doit contenir les documents suivants :
  1° un curriculum vitae ;
  2° une copie du diplôme de master en logopédie ou une reconnaissance d'équivalence pour un diplôme étranger ;
  3° la preuve de la reconnaissance en tant que logopède en Belgique ;
  4° une liste de prestations, qui démontre une expérience professionnelle pertinente d'au moins trois ans en tant que professionnel des soins de santé ;
  5° un extrait de casier judiciaire vierge, modèle 596-2, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ;
  6° une déclaration sur l'honneur par laquelle le logopède visé à l'article 3/1, § 3, déclare se conformer au Code éthique et déontologique des logopèdes, ne pas se trouver dans l'une des situations visées à l'article 3/2, 2° à 7°, ou s'en abstenir, et souscrire une assurance contre les accidents du travail et une assurance en responsabilité civile vis-à-vis de tiers suffisamment couvrantes ;
  7° la déclaration de confidentialité fournie par l'Office et signée par le logopède visé à l'article 3/1, § 3, et la déclaration visant à garantir l'indépendance et l'objectivité.
  § 5. Sans préjudice des paragraphes précédents, le dossier de demande contient, sous peine d'irrecevabilité, les informations suivantes concernant le demandeur :
  1° le nom et le prénom ;
  2° la situation professionnelle ;
  3° la nationalité ;
  4° le domicile ;
  5° la signature et la date ;
  6° le numéro d'immatriculation complet du demandeur à la Banque-carrefour des entreprises ;
  7° le numéro et le nom du compte du demandeur, ouvert auprès d'un établissement de crédit comme défini à l'article 1er, § 3, de la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit ;
  8° une adresse de contact en Belgique.
  Art. 3/4.§ 1er. Après réception de la demande par l'Office, celui-ci délivre un accusé de réception à la personne visée à l'article 3/1.
  Dans un délai de 30 jours calendrier à compter de la date de réception, l'Office informe la personne visée à l'article 3/1 de la recevabilité de la demande.
  Si la demande est irrecevable en raison de l'absence d'un ou plusieurs des documents ou informations visés à l'article 3/3, l'Office les demande à la personne visée à l'article 3/1. Le délai de présentation des informations ou des documents est de 15 jours calendrier. Pendant cette période, le délai de décision de recevabilité visé au deuxième alinéa est suspendu. Si aucune information ou document n'est fourni à l'Office dans ce délai, la demande est irrecevable.
  § 2. L'Office statue sur la demande recevable dans un délai de 90 jours calendrier à compter de la notification de la recevabilité de la demande à la personne visée à l'article 3/1.
  § 3. L'Office peut demander des informations complémentaires à la personne visée à l'article 3/1. Elle fournit à l'Office les informations demandées dans un délai de 30 jours calendrier. Pendant cette période, le délai de décision pour la recevabilité visé au § 1er, alinéa 2, et le délai de décision visé au § 2 sont suspendus. Si la personne visée à l'article 3/1 ne fournit pas les informations complémentaires pendant plus de 30 jours calendrier, l'Office peut décider sur la base des documents, données et/ou informations dont il dispose.
  Art. 3/5 L'Office transmet la décision relative à la demande à la personne visée à l'article 3/1 au plus tard à l'expiration du délai visé à l'article 3/4, § 2, et couvre :
  1° la décision de désignation, ou ;
  2° le refus de désignation.
  La décision visée à l'alinéa premier, 1°, est notifiée à la personne visée à l'article 3/1 par courrier recommandé et détermine la date d'effet du délai visé à l'article 3/6.
  La décision visée à l'alinéa premier, 2°, est notifiée à la personne visée à l'article 3/1 par courrier recommandé.
  Art. 3/6 La désignation a une durée d'un an et est renouvelable. La désignation est renouvelée de plein droit si, sur la base du contrôle visé à l'article 3/7 § 1er, il n'y a pas d'indication que la personne visée à l'article 3/1 ne remplit pas les conditions visées aux articles 3/1 et 3/2.
  Art. 3/7.§ 1er. L'Office vérifie le respect des conditions visées aux articles 3/1 et 3/2 et peut demander aux personnes visées à l'article 3/1 toutes les informations et tous les documents nécessaires à cet effet.
  § 2. S'il est constaté qu'une personne visée à l'article 3/1 ne respecte pas les conditions visées aux articles 3/1 et 3/2, ou qu'il est difficile ou impossible de le contrôler, cette personne est, sauf en cas d'urgence, invitée à un entretien avec l'Office. L'Office avertit la personne visée à l'article 3/1 de la possibilité de suspendre ou de révoquer sa désignation en cas de non-respect persistant.
  Art. 3/8.§ 1er. Dans les cas suivants, l'Office peut suspendre la désignation de la personne visée à l'article 3/1 :
  1° en cas de non-respect des conditions visées aux articles 3/1 et 3/2, lorsque l'Office détermine qu'il peut y être remédié dans un bref délai ;
  2° si la personne visée à l'article 3/1 rend difficile ou impossible de contrôler les conditions visées aux articles 3/1 et 3/2 ;
  3° si l'Office estime que la mission ne peut être exécutée correctement.
  § 2. L'Office notifie à la personne visée à l'article 3/1 sa décision de suspension. La personne visée à l'article 3/1 est entendue dans un délai de cinq jours ouvrables. Sur cette base, l'Office prend une décision qui couvre :
  1° la levée de la suspension, le cas échéant avec le respect des dispositions prises pour assurer le respect des conditions visées aux articles 3/1 et 3/2, ou ;
  2° l'intention de révoquer la désignation, telle que visée à l'article 3/9.
  L'Office informe la personne visée à l'article 3/1 de la décision mentionnée au paragraphe précédent.
  Art. 3/9.Dans les cas suivants, l'Office peut formuler une décision de révoquer la désignation à la personne visée à l'article 3/1 :
  1° en cas de non-respect des conditions visées aux articles 3/1 et 3/2, lorsque l'Office détermine qu'il n'est pas possible d'y remédier dans un bref délai ;
  2° s'il n'a pas été remédié au manquement qui a motivé la suspension de la désignation dans le délai prévu par la décision de suspension ;
  3° si la personne visée à l'article 3/1 a été désignée sur la base de données inexactes.
  La décision de révocation est notifiée par courrier recommandé à la personne visée à l'article 3/1 et indique la possibilité, les conditions et la procédure de recours.
  Art. 3/10.La personne visée à l'article 3/1 qui souhaite mettre fin à la désignation en informe l'Office par courrier recommandé dans les meilleurs délais. L'Office met fin à la désignation dans un délai de 45 jours calendrier.
  Art. 3/11.Les personnes désignées conformément aux articles 3/1 à 3/6 déterminent le degré de réduction d'autonomie en fonction des besoins de l'Office et de la disponibilité de celles-ci.
  Art. 3/12.§ 1er. Pour la détermination du degré de réduction d'autonomie, les personnes visées à l'article 3/1 reçoivent l'intervention prévue au § 2, qui comprend tous les frais, mesures et charges inhérents à cette mission.
  § 2. L'intervention visée au § 1er s'élève à :
  1° pour un rapport remis à l'Office contenant la décision relative à la détermination du degré de réduction d'autonomie, suite à l'examen du bénéficiaire visé à l'article 29, § 3, alinéa 3 : 105 EUR ;
  2° pour un rapport remis à l'Office contenant la décision sur la détermination du degré de réduction d'autonomie, sans que le bénéficiaire ait été examiné : 45 EUR ;
  3° pour le cas où le bénéficiaire, malgré la convocation, ne se présente pas à l'examen visé à l'article 29 § 3, alinéa 3 : 40 EUR ;
  4° pour la participation à une réunion de service d'au moins une heure : 55 EUR par heure entière ;
  5° pour la participation à une formation théorique sur le manuel, telle que visée à l'article 2 § 1er : 55 EUR par jour ouvrable entier.
  Les montants visés à l'alinéa premier, 1° et 2°, sont réduits de 10 % si le rapport n'a pas été reçu par l'Office dans un délai de quatorze jours calendrier à compter de la date de l'examen visé à l'article 29, § 3, alinéa 3, ou de la demande de l'Office de déterminer le degré de réduction d'autonomie sans que l'examen précité soit nécessaire à sa détermination.
  Le montant visé à l'alinéa premier, 5°, n'est dû qu'une seule fois après la première désignation de la personne visée à l'article 3/1. Il ne peut être facturé que pour un maximum de 10 jours ouvrables et n'est versé qu'après que la personne visée à l'article 3/1 a effectué 20 examens, tels que visés à l'article 29, § 3, alinéa 3, pour le compte de l'Office.
  § 3. L'intervention est calculée par bénéficiaire et est obtenue en multipliant les avantages visés au § 2 par les quantités effectivement prestées.
  § 4. Les montants, tels que mentionnés au § 2, sont liés à l'indice pivot 123,14 (base 2013 = 100). Ils varient conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation des traitements, salaires, pensions, allocations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des travailleurs, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux travailleurs indépendants.
  § 5. Les montants visés au § 2 sont hors taxe sur la valeur ajoutée.
  § 6. L'Office fournit à la personne visée à l'article 3/1 un bilan pour chaque mois au cours duquel les services visés au § 2 ont été fournis, sur la base duquel cette personne peut facturer les prestation à l'Office en euros. La facture doit être datée, signée et accompagnée des documents justifiant et attestant l'exécution des prestations visées au § 2 :
  1° le numéro des dossiers des bénéficiaires auxquels la facture se rapporte ;
  2° le nombre d'examens visés à l'article 29, § 3, alinéa 3, et les dates auxquelles ils ont eu lieu, ainsi que le nombre de rapports soumis à l'Office contenant la décision relative à la détermination du degré de réduction d'autonomie et les dates de ces soumissions ;
  3° le nombre de rapports soumis à l'Office contenant la décision relative à la détermination du degré de réduction d'autonomie, sans l'examen du bénéficiaire visé à l'article 29, § 3, alinéa 3 et les dates de ces soumissions ;
  4° le nombre de cas où et les dates auxquelles le bénéficiaire, malgré la convocation, ne se présente pas à l'examen visé à l'article 29 § 3, troisième alinéa :
  5° les dates et le nombre d'heures de participation à une réunion de service d'au moins une heure ;
  6° les dates et le nombre d'heures pendant lesquelles la formation théorique sur le manuel, telle que visée à l'article 2, § 1er, a été suivie. ".
Art.5. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Nederlandse tekst van de bepaling onder 10° wordt het woord "artikel" vervangen door de woorden "de artikelen";
  2° het wordt aangevuld met een punt 12°, luidende:
  "12° de inkomensgarantie voor ouderen toegekend aan de begunstigde die geen huishouden vormt.".
Art.5. Dans l'article 6, § 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au 10°, dans le texte néerlandais, le mot " artikel " est remplacé par les mots " de artikelen " ;
  2° l'article est complété par un 12°, rédigé comme suit :
  " 12° la garantie de revenus aux personnes âgées octroyée au bénéficiaire ne formant pas un ménage. "
Art.6. In de Nederlandse tekst van artikel 7, § 8, van hetzelfde besluit wordt het woord "artikel" vervangen door de woorden "de artikelen".
Art.6. Dans le texte néerlandais de l'article 7, § 8, du même arrêté, le mot " artikel " est remplacé par les mots " de artikelen ".
Art.7. In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.7. Dans l'article 12 du même arrêté, l'alinéa 2 est abrogé.
Art.8. In de Nederlandse tekst van artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "naar gelang van" worden vervangen door het woord "naargelang";
  2° het woord "artikel" wordt vervangen door de woorden "de artikelen".
Art.8. Dans le texte néerlandais de l'article 21 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " naar gelang " sont remplacés par le mot " naargelang " ;
  2° le mot " artikel " est remplacé par les mots " de artikelen ".
Art. 9. In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Nederlandse tekst worden de volgende woorden opgeheven:
Art. 9. A l'article 23 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le texte français les mots suivants sont abrogés :
Volle leeftijd van de begunstigde op de datum van het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de uitbetaling Procent voor de omzetting van kapitalen of afkoopwaarden in een lijfrente Age révolu du bénéficiaire à la date du fait qui a donné lieu à la liquidation Pourcentage de conversion en rente viagère des capitaux ou valeurs de rachats
- - - -
0 4,7535 0 4,7535
1 4,7622 1 4,7622
2 4,7713 2 4,7713
3 4,7809 3 4,7809
4 4,7909 4 4,7909
5 4,8014 5 4,8014
6 4,8125 6 4,8125
7 4,8241 7 4,8241
8 4,8362 8 4,8362
9 4,4890 9 4,4890
10 4,8623 10 4,8623
11 4,8764 11 4,8764
12 4,8911 12 4,8911
13 4,9066 13 4,9066
14 4,9229 14 4,9229
15 4,9399 15 4,9399
16 4,9578 16 4,9578
17 4,9766 17 4,9766
18 4,9964 18 4,9964
19 5,0171 19 5,0171
20 5,0389 20 5,0389
21 5,0618 21 5,0618
22 5,0858 22 5,0858
23 5,1111 23 5,1111
24 5,1377 24 5,1377
25 5,1656 25 5,1656
26 5,1949 26 5,1949
27 5,2258 27 5,2258
28 5,2582 28 5,2582
29 5,2923 29 5,2923
30 5,3282 30 5,3282
31 5,3660 31 5,3660
32 5,4057 32 5,4057
33 5,4476 33 5,4476
34 5,4916 34 5,4916
35 5,5380 35 5,5380
36 5,5868 36 5,5868
37 5,6383 37 5,6383
38 5,6925 38 5,6925
39 5,7497 39 5,7497
40 5,8099 40 5,8099
41 5,8735 41 5,8735
42 5,9405 42 5,9405
43 6,0112 43 6,0112
44 6,0859 44 6,0859
45 6,1647 45 6,1647
46 6,2480 46 6,2480
47 6,3359 47 6,3359
48 6,4289 48 6,4289
49 6,5272 49 6,5272
50 6,6311 50 6,6311
51 6,7411 51 6,7411
52 6,8575 52 6,8575
53 6,9808 53 6,9808
54 7,1114 54 7,1114
55 7,2497 55 7,2497
56 7,3965 56 7,3965
57 7,5521 57 7,5521
58 7,7172 58 7,7172
59 7,8925 59 7,8925
60 8,0787 60 8,0787
61 8,2766 61 8,2766
62 8,4869 62 8,4869
63 8,7106 63 8,7106
64 8,9487 64 8,9487
65 9,2021 65 9,2021
66 9,4721 66 9,4721
67 9,7598 67 9,7598
68 10,0665 68 10,0665
69 10,3936 69 10,3936
70 10,7427 70 10,7427
71 11,1154 71 11,1154
72 11,5134 72 11,5134
73 11,9387 73 11,9387
74 12,3933 74 12,3933
75 12,8795 75 12,8795
76 13,3994 76 13,3994
77 13,9558 77 13,9558
78 14,5513 78 14,5513
79 15,1887 79 15,1887
80 15,8712 80 15,8712
81 16,6020 81 16,6020
82 17,3845 82 17,3845
83 18,2225 83 18,2225
84 19,1198 84 19,1198
85 20,0804 85 20,0804
86 21,1085 86 21,1085
87 22,2084 87 22,2084
88 23,3845 88 23,3845
89 24,6414 89 24,6414
90 25,9836 90 25,9836
91 27,4157 91 27,4157
92 28,9419 92 28,9419
93 30,5665 93 30,5665
94 32,2933 94 32,2933
95 34,1259 95 34,1259
96 36,0670 96 36,0670
97 38,1187 97 38,1187
98 40,2823 98 40,2823
99 42,5577 99 42,5577
100 44,9438 100 44,9438
101 47,4381 101 47,4381
102 50,0367 102 50,0367
103 52,7355 103 52,7355
104 55,5321 104 55,5321
105 58,4333 105 58,4333
106 61,4794 106 61,4794
107 64,8168 107 64,8168
108 68,9976 108 68,9976
109 76,2770 109 76,2770
110 100 110 100
Volle leeftijd van de begunstigde op de datum van het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de uitbetaling Procent voor de omzetting van kapitalen of afkoopwaarden in een lijfrente Age révolu du bénéficiaire à la date du fait qui a donné lieu à la liquidation Pourcentage de conversion en rente viagère des capitaux ou valeurs de rachats - - - - 0 4,7535 0 4,7535 1 4,7622 1 4,7622 2 4,7713 2 4,7713 3 4,7809 3 4,7809 4 4,7909 4 4,7909 5 4,8014 5 4,8014 6 4,8125 6 4,8125 7 4,8241 7 4,8241 8 4,8362 8 4,8362 9 4,4890 9 4,4890 10 4,8623 10 4,8623 11 4,8764 11 4,8764 12 4,8911 12 4,8911 13 4,9066 13 4,9066 14 4,9229 14 4,9229 15 4,9399 15 4,9399 16 4,9578 16 4,9578 17 4,9766 17 4,9766 18 4,9964 18 4,9964 19 5,0171 19 5,0171 20 5,0389 20 5,0389 21 5,0618 21 5,0618 22 5,0858 22 5,0858 23 5,1111 23 5,1111 24 5,1377 24 5,1377 25 5,1656 25 5,1656 26 5,1949 26 5,1949 27 5,2258 27 5,2258 28 5,2582 28 5,2582 29 5,2923 29 5,2923 30 5,3282 30 5,3282 31 5,3660 31 5,3660 32 5,4057 32 5,4057 33 5,4476 33 5,4476 34 5,4916 34 5,4916 35 5,5380 35 5,5380 36 5,5868 36 5,5868 37 5,6383 37 5,6383 38 5,6925 38 5,6925 39 5,7497 39 5,7497 40 5,8099 40 5,8099 41 5,8735 41 5,8735 42 5,9405 42 5,9405 43 6,0112 43 6,0112 44 6,0859 44 6,0859 45 6,1647 45 6,1647 46 6,2480 46 6,2480 47 6,3359 47 6,3359 48 6,4289 48 6,4289 49 6,5272 49 6,5272 50 6,6311 50 6,6311 51 6,7411 51 6,7411 52 6,8575 52 6,8575 53 6,9808 53 6,9808 54 7,1114 54 7,1114 55 7,2497 55 7,2497 56 7,3965 56 7,3965 57 7,5521 57 7,5521 58 7,7172 58 7,7172 59 7,8925 59 7,8925 60 8,0787 60 8,0787 61 8,2766 61 8,2766 62 8,4869 62 8,4869 63 8,7106 63 8,7106 64 8,9487 64 8,9487 65 9,2021 65 9,2021 66 9,4721 66 9,4721 67 9,7598 67 9,7598 68 10,0665 68 10,0665 69 10,3936 69 10,3936 70 10,7427 70 10,7427 71 11,1154 71 11,1154 72 11,5134 72 11,5134 73 11,9387 73 11,9387 74 12,3933 74 12,3933 75 12,8795 75 12,8795 76 13,3994 76 13,3994 77 13,9558 77 13,9558 78 14,5513 78 14,5513 79 15,1887 79 15,1887 80 15,8712 80 15,8712 81 16,6020 81 16,6020 82 17,3845 82 17,3845 83 18,2225 83 18,2225 84 19,1198 84 19,1198 85 20,0804 85 20,0804 86 21,1085 86 21,1085 87 22,2084 87 22,2084 88 23,3845 88 23,3845 89 24,6414 89 24,6414 90 25,9836 90 25,9836 91 27,4157 91 27,4157 92 28,9419 92 28,9419 93 30,5665 93 30,5665 94 32,2933 94 32,2933 95 34,1259 95 34,1259 96 36,0670 96 36,0670 97 38,1187 97 38,1187 98 40,2823 98 40,2823 99 42,5577 99 42,5577 100 44,9438 100 44,9438 101 47,4381 101 47,4381 102 50,0367 102 50,0367 103 52,7355 103 52,7355 104 55,5321 104 55,5321 105 58,4333 105 58,4333 106 61,4794 106 61,4794 107 64,8168 107 64,8168 108 68,9976 108 68,9976 109 76,2770 109 76,2770 110 100 110 100
Volle leeftijd van de begunstigde op de datum van het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de uitbetaling Procent voor de omzetting van kapitalen of afkoopwaarden in een lijfrente Age révolu du bénéficiaire à la date du fait qui a donné lieu à la liquidation Pourcentage de conversion en rente viagère des capitaux ou valeurs de rachats
- - - -
0 4,7535 0 4,7535
1 4,7622 1 4,7622
2 4,7713 2 4,7713
3 4,7809 3 4,7809
4 4,7909 4 4,7909
5 4,8014 5 4,8014
6 4,8125 6 4,8125
7 4,8241 7 4,8241
8 4,8362 8 4,8362
9 4,4890 9 4,4890
10 4,8623 10 4,8623
11 4,8764 11 4,8764
12 4,8911 12 4,8911
13 4,9066 13 4,9066
14 4,9229 14 4,9229
15 4,9399 15 4,9399
16 4,9578 16 4,9578
17 4,9766 17 4,9766
18 4,9964 18 4,9964
19 5,0171 19 5,0171
20 5,0389 20 5,0389
21 5,0618 21 5,0618
22 5,0858 22 5,0858
23 5,1111 23 5,1111
24 5,1377 24 5,1377
25 5,1656 25 5,1656
26 5,1949 26 5,1949
27 5,2258 27 5,2258
28 5,2582 28 5,2582
29 5,2923 29 5,2923
30 5,3282 30 5,3282
31 5,3660 31 5,3660
32 5,4057 32 5,4057
33 5,4476 33 5,4476
34 5,4916 34 5,4916
35 5,5380 35 5,5380
36 5,5868 36 5,5868
37 5,6383 37 5,6383
38 5,6925 38 5,6925
39 5,7497 39 5,7497
40 5,8099 40 5,8099
41 5,8735 41 5,8735
42 5,9405 42 5,9405
43 6,0112 43 6,0112
44 6,0859 44 6,0859
45 6,1647 45 6,1647
46 6,2480 46 6,2480
47 6,3359 47 6,3359
48 6,4289 48 6,4289
49 6,5272 49 6,5272
50 6,6311 50 6,6311
51 6,7411 51 6,7411
52 6,8575 52 6,8575
53 6,9808 53 6,9808
54 7,1114 54 7,1114
55 7,2497 55 7,2497
56 7,3965 56 7,3965
57 7,5521 57 7,5521
58 7,7172 58 7,7172
59 7,8925 59 7,8925
60 8,0787 60 8,0787
61 8,2766 61 8,2766
62 8,4869 62 8,4869
63 8,7106 63 8,7106
64 8,9487 64 8,9487
65 9,2021 65 9,2021
66 9,4721 66 9,4721
67 9,7598 67 9,7598
68 10,0665 68 10,0665
69 10,3936 69 10,3936
70 10,7427 70 10,7427
71 11,1154 71 11,1154
72 11,5134 72 11,5134
73 11,9387 73 11,9387
74 12,3933 74 12,3933
75 12,8795 75 12,8795
76 13,3994 76 13,3994
77 13,9558 77 13,9558
78 14,5513 78 14,5513
79 15,1887 79 15,1887
80 15,8712 80 15,8712
81 16,6020 81 16,6020
82 17,3845 82 17,3845
83 18,2225 83 18,2225
84 19,1198 84 19,1198
85 20,0804 85 20,0804
86 21,1085 86 21,1085
87 22,2084 87 22,2084
88 23,3845 88 23,3845
89 24,6414 89 24,6414
90 25,9836 90 25,9836
91 27,4157 91 27,4157
92 28,9419 92 28,9419
93 30,5665 93 30,5665
94 32,2933 94 32,2933
95 34,1259 95 34,1259
96 36,0670 96 36,0670
97 38,1187 97 38,1187
98 40,2823 98 40,2823
99 42,5577 99 42,5577
100 44,9438 100 44,9438
101 47,4381 101 47,4381
102 50,0367 102 50,0367
103 52,7355 103 52,7355
104 55,5321 104 55,5321
105 58,4333 105 58,4333
106 61,4794 106 61,4794
107 64,8168 107 64,8168
108 68,9976 108 68,9976
109 76,2770 109 76,2770
110 100 110 100
Volle leeftijd van de begunstigde op de datum van het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de uitbetaling Procent voor de omzetting van kapitalen of afkoopwaarden in een lijfrente Age révolu du bénéficiaire à la date du fait qui a donné lieu à la liquidation Pourcentage de conversion en rente viagère des capitaux ou valeurs de rachats - - - - 0 4,7535 0 4,7535 1 4,7622 1 4,7622 2 4,7713 2 4,7713 3 4,7809 3 4,7809 4 4,7909 4 4,7909 5 4,8014 5 4,8014 6 4,8125 6 4,8125 7 4,8241 7 4,8241 8 4,8362 8 4,8362 9 4,4890 9 4,4890 10 4,8623 10 4,8623 11 4,8764 11 4,8764 12 4,8911 12 4,8911 13 4,9066 13 4,9066 14 4,9229 14 4,9229 15 4,9399 15 4,9399 16 4,9578 16 4,9578 17 4,9766 17 4,9766 18 4,9964 18 4,9964 19 5,0171 19 5,0171 20 5,0389 20 5,0389 21 5,0618 21 5,0618 22 5,0858 22 5,0858 23 5,1111 23 5,1111 24 5,1377 24 5,1377 25 5,1656 25 5,1656 26 5,1949 26 5,1949 27 5,2258 27 5,2258 28 5,2582 28 5,2582 29 5,2923 29 5,2923 30 5,3282 30 5,3282 31 5,3660 31 5,3660 32 5,4057 32 5,4057 33 5,4476 33 5,4476 34 5,4916 34 5,4916 35 5,5380 35 5,5380 36 5,5868 36 5,5868 37 5,6383 37 5,6383 38 5,6925 38 5,6925 39 5,7497 39 5,7497 40 5,8099 40 5,8099 41 5,8735 41 5,8735 42 5,9405 42 5,9405 43 6,0112 43 6,0112 44 6,0859 44 6,0859 45 6,1647 45 6,1647 46 6,2480 46 6,2480 47 6,3359 47 6,3359 48 6,4289 48 6,4289 49 6,5272 49 6,5272 50 6,6311 50 6,6311 51 6,7411 51 6,7411 52 6,8575 52 6,8575 53 6,9808 53 6,9808 54 7,1114 54 7,1114 55 7,2497 55 7,2497 56 7,3965 56 7,3965 57 7,5521 57 7,5521 58 7,7172 58 7,7172 59 7,8925 59 7,8925 60 8,0787 60 8,0787 61 8,2766 61 8,2766 62 8,4869 62 8,4869 63 8,7106 63 8,7106 64 8,9487 64 8,9487 65 9,2021 65 9,2021 66 9,4721 66 9,4721 67 9,7598 67 9,7598 68 10,0665 68 10,0665 69 10,3936 69 10,3936 70 10,7427 70 10,7427 71 11,1154 71 11,1154 72 11,5134 72 11,5134 73 11,9387 73 11,9387 74 12,3933 74 12,3933 75 12,8795 75 12,8795 76 13,3994 76 13,3994 77 13,9558 77 13,9558 78 14,5513 78 14,5513 79 15,1887 79 15,1887 80 15,8712 80 15,8712 81 16,6020 81 16,6020 82 17,3845 82 17,3845 83 18,2225 83 18,2225 84 19,1198 84 19,1198 85 20,0804 85 20,0804 86 21,1085 86 21,1085 87 22,2084 87 22,2084 88 23,3845 88 23,3845 89 24,6414 89 24,6414 90 25,9836 90 25,9836 91 27,4157 91 27,4157 92 28,9419 92 28,9419 93 30,5665 93 30,5665 94 32,2933 94 32,2933 95 34,1259 95 34,1259 96 36,0670 96 36,0670 97 38,1187 97 38,1187 98 40,2823 98 40,2823 99 42,5577 99 42,5577 100 44,9438 100 44,9438 101 47,4381 101 47,4381 102 50,0367 102 50,0367 103 52,7355 103 52,7355 104 55,5321 104 55,5321 105 58,4333 105 58,4333 106 61,4794 106 61,4794 107 64,8168 107 64,8168 108 68,9976 108 68,9976 109 76,2770 109 76,2770 110 100 110 100
  2° Het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "De verrekening gebeurt vanaf de ingangsdatum van het recht op de tegemoetkoming.
  In de gevallen waarin het vonnis of de minnelijke schikking het gedeelte van het kapitaal dat voor de vergoeding van de verminderde zelfredzaamheid is bestemd niet nader bepaalt, gebeurt de omzetting in lijfrente op 30% van het kapitaal dat als vergoeding aan de begunstigde voor de verminderde zelfredzaamheid wordt toegekend.".
  2° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
  " La régularisation a lieu dès la date de prise de cours du droit à l'allocation.
  Dans les cas où le jugement ou le règlement à l'amiable ne précise pas la part du capital affectée à l'indemnisation de la réduction d'autonomie, la conversion en rente viagère se fait sur 30 % du capital affecté à la compensation de la réduction d'autonomie du bénéficiaire. ".
Art.10. In artikel 24, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden ", zoals bedoeld in artikel 4," weggelaten.
Art.10. Dans l'article 24, § 2, du même arrêté, les mots ", tel que visé à l'article 4 " sont abrogés.
Art.11. In artikel 27, § 1, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt afgegeven of" ingevoegd tussen de woorden "aan de Dienst" en "per post".
Art.11. Dans l'article 27, § 1er, 1°, du même arrêté, les mots " ou remis " sont insérés entre les mots " envoyé " et " à l'Office ".
Art.12. In artikel 29 van hetzelfde besluit wordt de paragraaf 3 vervangen als volgt:
  " § 3. Als de Dienst of het in artikel 3 bedoelde multidisciplinair team bijkomende inlichtingen vereist, dient de begunstigde deze te verstrekken binnen een termijn van dertig kalenderdagen.
  Als de bijkomende inlichtingen niet binnen een termijn van dertig kalenderdagen worden verstrekt, ontvangt de begunstigde een herinnering met het verzoek om die bijkomende inlichtingen alsnog te verstrekken.
  Als dat voor de vaststelling van de graad van de verminderde zelfredzaamheid nodig is, wordt de begunstigde opgeroepen voor een onderzoek. Overeenkomstig artikel 7, § 2, derde lid, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt kan de begunstigde zich hierbij laten bijstaan door een vertrouwenspersoon.
  Indien de aard van de verminderde zelfredzaamheid hiertoe aanleiding geeft, wordt het onderzoek verricht op de feitelijke verblijfplaats van de begunstigde, voor zover het in artikel 3 bedoelde multidisciplinair team dit opportuun acht en met goedkeuring van de begunstigde.
  Als de begunstigde nalaat om zich voor het onderzoek te melden, ontvangt hij een tweede oproeping.
  Als de begunstigde, ondanks de herinnering, zoals bedoeld in het tweede lid, gedurende meer dan dertig kalenderdagen nalaat de gevraagde inlichtingen te verschaffen, beslist de Dienst of het in artikel 3 bedoelde multidisciplinair team op grond van de elementen waarover hij of het beschikt, behalve indien de begunstigde een reden opgeeft die een langere antwoordtermijn rechtvaardigt. De Dienst of het Centrum bepaalt de duur van de langere antwoordtermijn, zonder afbreuk te doen aan de termijnen, zoals bedoeld in artikel 31.
  Als de begunstigde, ondanks de tweede oproeping, zoals bedoeld in het vijfde lid, nalaat zich voor het onderzoek te melden, beslist het in artikel 3 bedoelde multidisciplinair team op grond van de elementen waarover het beschikt, behalve indien de begunstigde een reden opgeeft die rechtvaardigt dat het onderzoek op een later tijdstip plaatsvindt. Het Centrum bepaalt het tijdstip van het onderzoek, zonder afbreuk te doen aan de termijnen, zoals bedoeld in artikel 31.".
Art.12. Dans l'article 29 du même arrêté, le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit :
  " § 3. Lorsque l'Office ou l'équipe multidisciplinaire, telle que visée à l'article 3, demande des informations complémentaires auprès du bénéficiaire, ce dernier est tenu de les fournir dans un délai de trente jours calendrier.
  Si les informations complémentaires ne sont pas fournies dans un délai de trente jours calendrier, le bénéficiaire reçoit un rappel de l'Office ou du Centre par lequel il est à nouveau invité à fournir ces informations complémentaires.
  Si cela est nécessaire pour l'établissement du degré de la réduction d'autonomie, le bénéficiaire est convoqué pour un examen. Conformément à l'article 7, § 2, alinéa 3, de la loi du 22 août 2002 relative aux droits des patients, le bénéficiaire peut être assisté par une personne de confiance.
  Si la nature de la réduction d'autonomie l'exige, l'examen de celle-ci est effectué sur le lieu de résidence effectif du bénéficiaire, pour autant que l'équipe multidisciplinaire, telle que visée à l'article 3, l'estime opportun, et avec l'accord du bénéficiaire.
  Si le bénéficiaire omet de se présenter à l'examen, il reçoit une deuxième convocation.
  Si, malgré le rappel visé à l'alinéa 2, le bénéficiaire omet de fournir les informations demandées pendant plus de trente jours calendrier, l'Office ou l'équipe multidisciplinaire, telle que visée à l'article 3, prend une décision sur la base des éléments dont il ou elle dispose, sauf si le bénéficiaire fait connaître un motif qui justifie un délai de réponse plus long. L'Office ou le Centre, tel que visé à l'article 3, détermine la durée du délai de réponse plus long, sans préjudice des délais visés à l'article 31.
  Si, malgré le second rappel, tel que visé à l'alinéa 5, le bénéficiaire omet de se présenter à l'examen, l'équipe multidisciplinaire, telle que visée à l'article 3, prend une décision sur la base des éléments dont elle dispose, sauf si le bénéficiaire fait connaître un motif qui justifie que l'examen ait lieu à une date ultérieure. Le Centre détermine la date de l'examen, sans préjudice des délais visés à l'article 31. ".
Art.13. In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "na de ontvangstdatum, zoals bedoeld in artikel 27, § 2, tweede lid, of de datum van kennisname van het feit dat aanleiding geeft tot een ambtshalve onderzoek.";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2. De termijnen, zoals bedoeld in § 1, worden geschorst tussen de dag van de verzending van de vraag om bijkomende inlichtingen, zoals bedoeld in artikel 29, § 3, eerste lid, en de dag van de ontvangst van alle gevraagde inlichtingen. De termijnen, zoals bedoeld in § 1, worden ook geschorst tussen de dag van de verzending van de oproeping, zoals bedoeld in artikel 29, § 3, derde lid, en de dag waarop het onderzoek heeft plaatsgevonden. Deze schorsingen kunnen de maximale termijn waarbinnen de Dienst vermoedelijk kan beslissen, zoals bedoeld in § 1, tweede lid, niet doen overschrijden. In dat geval wordt, na deze maximale termijn, beslist op basis van de beschikbare gegevens.
  Het opvragen van bijkomende inlichtingen aan de begunstigde, zoals bedoeld in artikel 29, § 3, eerste lid, schorst de termijn evenwel niet, op voorwaarde dat de begunstigde de gevraagde inlichtingen bezorgt binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de vraag om bijkomende inlichtingen door de Dienst of het Centrum.".
Art.13. Dans l'article 31 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au paragraphe 1er, l'alinéa 2 est complété par les mots " à compter de la date de réception, telle que visée à l'article 27, § 2, alinéa 2, ou de la date de prise de connaissance du fait donnant lieu à un examen d'office " ;
  2° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
  " § 2. Les délais, tels que visés au § 1er, sont suspendus entre le jour de l'envoi de la demande d''informations complémentaires, telle que visée à l'article 29, § 3, alinéa 1er, et le jour de la réception de toutes les informations demandées. Les délais, tels que visés au § 1er, sont également suspendus entre le jour de l'envoi de la convocation, telle que visée à l'article 29, § 3, alinéa 3, et le jour où l'examen a eu lieu. Ces suspensions ne peuvent excéder le délai maximal probable de décision de l'Office, tel que visé au § 1er, alinéa 2. Dans ce cas, à l'issue de ce délai maximal, une décision sera prise sur la base des données disponibles.
  La demande d'informations complémentaires auprès du bénéficiaire, telle que visée à l'article 29, § 3, alinéa 1er, ne suspend toutefois pas le délai, à condition que le bénéficiaire fournisse les données demandées dans un délai de trente jours calendrier après l'envoi de la demande par l'Office ou le Centre. ".
Art.14. Het opschrift van hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "HOOFDSTUK VII. - DE BESLISSINGEN, HET ONTSTAAN VAN HET RECHT OP DE TEGEMOETKOMING EN HET INGAAN VAN DE BESLISSING OP AANVRAAG".
Art.14. L'intitulé du chapitre VII du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " CHAPITRE VII. - LES DECISIONS, L'OUVERTURE DU DROIT A L'ALLOCATION ET LA PRISE DE COURS DE LA DECISION SUR DEMANDE
Art.15. In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
  2° de woorden "over de tegemoetkoming" worden ingevoegd tussen de woorden "beslissing" en "schriftelijk";
  3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
  " § 4. Onverminderd de toepassing van de voorgaande paragrafen, wordt de beslissing inzake de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid schriftelijk aan de begunstigde meegedeeld.".
Art.15. Dans l'article 33 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 1 est abrogé ;
  2° les mots " au sujet de l'allocation " sont insérés entre les mots " décision " et " au ".
  3° l'article est complété par le paragraphe 4, rédigé comme suit :
  " § 4. Sans préjudice de l'application des paragraphes précédents, la décision relative à l'établissement du degré de réduction d'autonomie est communiquée par écrit au bénéficiaire. ".
Art.16. In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Nederlandse tekst wordt het woord "artikel" vervangen door de woorden "de artikelen";
  2° de woorden "de vaststelling, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid" worden vervangen door de woorden "de vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid".
Art.16. Dans l'article 36 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le texte néerlandais, le mot " artikel " est remplacé par les mots " de artikelen " ;
  2° les mots " la constatation visée à l'article 3, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " l'établissement du degré de réduction d'autonomie " ;
Art.17. In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "nieuw medisch onderzoek" worden vervangen door de woorden "nieuwe vaststelling ervan";
  2° de woorden "het verdienvermogen" worden vervangen door de woorden "de inkomsten".
Art.17. Dans l'article 38 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " un nouvel examen médical " sont remplacés par les mots " un nouvel établissement de celui-ci " ;
  2° les mots " la capacité de gain " sont remplacés par les mots " les revenus ".
Art.18. In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "één of beide van" ingevoegd tussen de woorden "aan" en "de";
  2° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende:
  "8° wanneer de begunstigde overlijdt.";
  3° in paragraaf 2, eerste lid worden de woorden "of 8° " ingevoegd tussen de woorden "6° " en "bedoelde";
  4° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "1°, " opgeheven;
  5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
  " § 4. De ambtshalve herziening wordt onderzocht en behandeld overeenkomstig de artikelen 28 tot en met 31. Wanneer de ambtshalve herziening geen betrekking heeft op de beoordeling van de graad van verminderde zelfredzaamheid wordt niet tot een nieuwe vaststelling ervan overgegaan.".
Art.18. Dans l'article 40 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au paragraphe 1er, 1°, les mots " les conditions " sont remplacés par les mots " l'une des deux ou les deux conditions " ;
  2° le paragraphe 1er est complété par un 8°, rédigé comme suit :
  " 8° lorsque le bénéficiaire décède. " ;
  3° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, les mots " 2° ou 6° " sont remplacés par les mots " 2°, 6° ou 8° " ;
  4° dans le paragraphe 2, alinéa 2, les mots " 1° ou " sont supprimés ;
  5° l'article est complété par un paragraphe 4 rédigé comme suit :
  " § 4. La révision d'office est examinée et traitée conformément aux articles 28 à 31. Lorsque la révision d'office ne concerne pas l'évaluation du degré de réduction d'autonomie, il n'est pas procédé à un nouvel établissement de celui-ci. ".
Art.19. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden het eerste tot en met het vierde lid vervangen door twee leden, luidende:
  "In geval van overlijden van de begunstigde, worden de vervallen en nog niet uitbetaalde tegemoetkomingen, met inbegrip van de tegemoetkoming voor de maand van overlijden, uitbetaald in de volgende orde:
  1° aan de echtgenoot of de echtgenote, ingeschreven op hetzelfde adres als de begunstigde;
  2° aan de persoon met wie de begunstigde op het ogenblik van zijn overlijden een huishouden vormde;
  3° aan de kinderen met wie de begunstigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden;
  4° aan de vader en de moeder met wie de begunstigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden;
  5° aan iedere persoon met wie de begunstigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden;
  6° aan de persoon die in de verplegingskosten tussenbeide kwam;
  7° aan de persoon die de begrafeniskosten betaalde;
  8° aan de echtgenoot of echtgenote die op het ogenblik van het overlijden feitelijk gescheiden leefde van de begunstigde.
  De rechthebbenden, zoals bedoeld in het eerste lid, 5° tot en met 8°, dienen een aanvraag tot uitbetaling in bij de Dienst.".
Art.19. Dans l'article 46 du même arrêté, les alinéas 1 à 4 sont remplacés par deux alinéas rédigés comme suit :
  " En cas de décès du bénéficiaire, les allocations échues n'ayant pas encore été payées, y compris l'allocation pour le mois du décès, sont payées dans l'ordre suivant :
  1° au conjoint ou à la conjointe, inscrit(e) à la même adresse que le bénéficiaire ;
  2° à la personne avec laquelle le bénéficiaire formait un ménage au moment de son décès ;
  3° aux enfants avec lesquels le bénéficiaire vivait au moment de son décès ;
  4° au père et à la mère avec lesquels le bénéficiaire vivait au moment de son décès ;
  5° à toute personne avec laquelle le bénéficiaire vivait au moment de son décès ;
  6° à la personne qui intervenait dans les frais d'hospitalisation ;
  7° à la personne qui a payé les frais funéraires ;
  8° au conjoint ou à la conjointe séparé(e) de fait du bénéficiaire au moment du décès.
  Les attributaires visés à l'alinéa premier, 5° à 8° introduisent une demande de paiement auprès de l'Office. ".
Art.20. In artikel 50 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, wordt het woord "Dienst" vervangen door de woorden "leidend ambtenaar";
  2° het derde lid wordt vervangen als volgt:
  "In alle andere gevallen dan deze bedoeld in het eerste en het tweede lid, kan de leidend ambtenaar op gemotiveerde aanvraag van de begunstigde afzien van de terugvordering van de onverschuldigd uitbetaalde tegemoetkomingen. Deze aanvraag gebeurt bij aangetekende brief gericht aan de leidend ambtenaar.".
Art.20. Dans l'article 50 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa premier, les mots " L'Office " sont remplacés par les mots " Le fonctionnaire dirigeant " ;
  2° l'alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :
  " Dans tous les cas autres que ceux visés aux premier et deuxième alinéas, le fonctionnaire dirigeant peut, sur demande motivée du bénéficiaire, renoncer à la récupération des allocations payées indûment. Cette demande est faite par courrier recommandé adressé au fonctionnaire dirigeant. ".
Art.21. In artikel 51 van hetzelfde besluit wordt het woord "Beheerraad" telkens vervangen door de woorden "leidend ambtenaar".
Art.21. A l'article 51 du même arrêté, les mots " Conseil de gestion " sont chaque fois remplacés par les mots " fonctionnaire dirigeant ".
Art.22. In de Nederlandse tekst van artikel 55 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "evaluatie" wordt telkens vervangen door het woord "vaststelling";
  2° in de Franse tekst van paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "évaluations" vervangen door het woord "établissements";
  3° in de Nederlandse tekst van paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "artikel" vervangen door de woorden "de artikelen";
  4° in de Nederlandse tekst van paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "naargelang van" vervangen door het woord "naargelang".
Art.22. A l'article 55 du texte néerlandais du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le mot " évaluation " est chaque fois remplacé par le mot " établissement " ;
  2° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, du texte français, le mot " évaluations " est remplacé par le mot " établissements " ;
  3° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, du texte néerlandais, le mot " artikel " est remplacé par les mots " de artikelen " ;
  4° dans le paragraphe 2, du texte néerlandais, les mots " naargelang van " sont remplacés par les mots " naargelang ".
Art.23. In hetzelfde besluit wordt een artikel 55/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 55/1. In afwijking van de artikelen 2 en 3, kan een vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid, die door andere Belgische deelentiteiten of door de Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid werd uitgevoerd, beschouwd worden als een vaststelling van de graad van verminderde zelfredzaamheid, zoals bedoeld in artikel 2, op voorwaarde dat het in artikel 3 bedoelde multidisciplinair team aanneemt dat de vaststelling van de graad van de verminderde zelfredzaamheid beantwoordt aan de in artikel 2 bepaalde voorwaarden.".
Art.23. Dans le même arrêté, il est inséré un article 55/1 rédigé comme suit :
  " Art. 55/1. Par dérogation aux articles 2 et 3, un établissement du degré de réduction d'autonomie qui a été effectuée par d'autres entités fédérées belges ou par le Service public fédéral Sécurité sociale peut être considérée comme un établissement du degré de réduction d'autonomie, tel que visé à l'article 2, à condition que l'équipe multidisciplinaire, telle que visée à l'article 3, considère que l'établissement du degré de réduction d'autonomie remplit les conditions prévues à l'article 2. ".
Art. 24. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en het beleid inzake bijstand aan personen, zijn met de uitvoering van dit besluit belast.
Art. 24. Les Membres du Collège réuni compétents pour la politique de la Santé et la politique de l'Aide aux personnes sont chargés de l'exécution du présent arrêté.