Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten om uitvoering te geven aan de regelgeving inzake vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid, bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Zij heeft tot doel, voor de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024, de voorwaarden vast te stellen voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor oudere werknemers die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep hebben gewerkt of in de bouwsector tewerkgesteld werden en arbeidsongeschikt zijn, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, die een lange loopbaan hebben, of die tewerkgesteld waren in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.
Commentaar
Deze collectieve arbeidsovereenkomst moet worden gelezen in samenhang met de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 166 van 30 mei 2023, tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van de voorwaarden voor de toekenning van bedrijfstoeslag in het raam van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep gewerkt hebben of in de bouwsector tewerkgesteld werden en arbeidsongeschikt zijn, en nr. 167 van 30 mei 2023 tot invoering, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen.
Er is daarentegen geen enkele conventionele regeling nodig om het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ten uitvoer te leggen voor oudere werknemers die worden ontslagen die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, zoals bepaald in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, en evenmin voor de werknemers die tewerkgesteld werden in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, bedoeld in hoofdstuk VII.
Zij heeft tot doel te voldoen aan de voorwaarden bepaald in de regelgeving betreffende de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007, zodat sommige, vóór 1 januari 2025 ontslagen werknemers tot 31 december 2024 kunnen vragen om vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid, voor zover de door die regelgeving bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, uitgevoerd worden door een in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor een periode van anderhalf jaar; het toepassingsgebied ervan is echter beperkt tot de werknemers die vóór 1 januari 2025 werden ontslagen, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep of gewerkt hebben in de bouwsector en die arbeidsongeschikt zijn, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, die een lange loopbaan hebben, of tewerkgesteld werden in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, en die uiterlijk op 31 december 2024, en op het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 60 jaar of meer bereikt hebben.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 MEI 2023. - Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 168 van 30 mei 2023
Titre
30 MAI 2023. - Convention collective de travail n° 168 du 30 mai 2023
Informations sur le document
Numac: 2023A43242
Datum: 2023-05-30
Info du document
Numac: 2023A43242
Date: 2023-05-30
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de toekenning...
Afdeling 1. - Voorwaarden voor vrijstelling van...
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toekenning va...
HOOFDSTUK IV. - Procedure van tenuitvoerlegging...
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en duur van de ...
BIJLAGE.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Portée de la convention
CHAPITRE II. - Champ d'application
CHAPITRE III. - Conditions d'octroi pour la dis...
Section 1re. - Conditions d'octroi pour la disp...
Section 2. - Conditions d'octroi pour la dispen...
CHAPITRE IV. - Procédure de mise en oeuvre et c...
CHAPITRE V. - Entrée en vigueur et durée de la ...
ANNEXE.
Tekst (18)
Texte (18)
HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
CHAPITRE Ier. - Portée de la convention
Article 1er. La présente convention collective de travail est conclue en vue de donner exécution à la réglementation en matière de dispense de l'obligation de disponibilité adaptée prévue par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
Elle a pour objet de fixer, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour les travailleurs âgés licenciés dans le cadre d'un régime de chômage avec complément d'entreprise, qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, qui ont une carrière longue, ou qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration.
Commentaire
La présente convention collective de travail doit être lue concomitamment aux conventions collectives de travail n° 166 du 30 mai 2023 fixant, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 30 juin 2025, les conditions d'octroi d'un complément d'entreprise dans le cadre du régime de chômage avec complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, et n° 167 du 30 mai 2023 instituant, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 30 juin 2025, un régime de complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés, ayant une carrière longue.
Aucun dispositif conventionnel n'est par contre nécessaire pour mettre en oeuvre le régime de chômage avec complément d'entreprise pour les travailleurs âgés licenciés qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, tel que visé par l'article 3, § 3 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, ni celui concernant les travailleurs qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration, visé en son chapitre VII.
Elle a pour objet de réunir les conditions fixées par la réglementation relative à la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée prévue par l'arrêté royal du 3 mai 2007, afin de permettre à certains travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, de solliciter, jusqu'au 31 décembre 2024, la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée, pour autant que les conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi visées par cette réglementation soient mises en oeuvre par une convention collective de travail conclue au sein du Conseil national du Travail.
La présente convention collective de travail est valable pour une période d'un an et demi, son champ d'application étant cependant limité aux travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, qui ont une carrière longue, ou qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration, et qui ont atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail.
Elle a pour objet de fixer, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour les travailleurs âgés licenciés dans le cadre d'un régime de chômage avec complément d'entreprise, qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, qui ont une carrière longue, ou qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration.
Commentaire
La présente convention collective de travail doit être lue concomitamment aux conventions collectives de travail n° 166 du 30 mai 2023 fixant, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 30 juin 2025, les conditions d'octroi d'un complément d'entreprise dans le cadre du régime de chômage avec complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, et n° 167 du 30 mai 2023 instituant, pour la période allant du 1er juillet 2023 au 30 juin 2025, un régime de complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés, ayant une carrière longue.
Aucun dispositif conventionnel n'est par contre nécessaire pour mettre en oeuvre le régime de chômage avec complément d'entreprise pour les travailleurs âgés licenciés qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, tel que visé par l'article 3, § 3 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, ni celui concernant les travailleurs qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration, visé en son chapitre VII.
Elle a pour objet de réunir les conditions fixées par la réglementation relative à la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée prévue par l'arrêté royal du 3 mai 2007, afin de permettre à certains travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, de solliciter, jusqu'au 31 décembre 2024, la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée, pour autant que les conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi visées par cette réglementation soient mises en oeuvre par une convention collective de travail conclue au sein du Conseil national du Travail.
La présente convention collective de travail est valable pour une période d'un an et demi, son champ d'application étant cependant limité aux travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail, qui ont été occupés dans le cadre d'un métier lourd et justifient 35 ans de passé professionnel, qui ont une carrière longue, ou qui ont été occupés dans une entreprise en difficultés ou en restructuration, et qui ont atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
CHAPITRE II. - Champ d'application
Art.2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die zijn tewerkgesteld op grond van een arbeidsovereenkomst en op de werkgevers die hen tewerkstellen.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 worden gelijkgesteld :
1° met werknemers: de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van een andere persoon, met uitzondering van de leerlingen;
2° met werkgevers: de personen die de onder 1° genoemde personen tewerkstellen.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 worden gelijkgesteld :
1° met werknemers: de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van een andere persoon, met uitzondering van de leerlingen;
2° met werkgevers: de personen die de onder 1° genoemde personen tewerkstellen.
Art.2. § 1er. La présente convention collective de travail s'applique aux travailleurs engagés dans les liens d'un contrat de travail ainsi qu'aux employeurs qui les occupent.
§ 2. Pour l'application du paragraphe 1er, sont assimilées :
1° aux travailleurs : les personnes qui, autrement qu'en vertu d'un contrat de travail, fournissent contre rémunération des prestations de travail sous l'autorité d'une autre personne, à l'exception des apprentis;
2° aux employeurs : les personnes qui occupent les personnes visées au 1°.
§ 2. Pour l'application du paragraphe 1er, sont assimilées :
1° aux travailleurs : les personnes qui, autrement qu'en vertu d'un contrat de travail, fournissent contre rémunération des prestations de travail sous l'autorité d'une autre personne, à l'exception des apprentis;
2° aux employeurs : les personnes qui occupent les personnes visées au 1°.
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid
CHAPITRE III. - Conditions d'octroi pour la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée
Afdeling 1. - Voorwaarden voor vrijstelling van de verplichting van beschikbaarheid voor werknemers die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag nachtarbeid/bouwsector/zwaar beroep, zwaar beroep (35 jaar loopbaan) en lange loopbaan
Section 1re. - Conditions d'octroi pour la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour les travailleurs licenciés dans le cadre d'un régime de chômage avec complément d'entreprise travail de nuit/construction/métier lourd, métier lourd (35 ans de carrière) et carrière longue
Art.3. § 1. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, §§ 1, 3 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, vragen te worden vrijgesteld van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, op voorwaarde dat :
a) - ze uiterlijk op 31 december 2024 ontslagen werden;
- ze, op het einde van de arbeidsovereenkomst, en uiterlijk op 31 december 2024 de leeftijd van 60 jaar of meer hebben bereikt;
en
b) ze eventueel ressorteren onder een paritair comité of een paritair subcomité dat een collectieve arbeidsovereenkomst heeft gesloten waarin een dergelijke regeling wordt ingevoerd.
§ 2. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 kunnen de werknemers bedoeld in paragraaf 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor zover ze :
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen;
en
3° de sector een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorniveau heeft gesloten met toepassing van deze overeenkomst.
Commentaar
Door middel van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen de werknemers die voldoen aan de bedoelde voorwaarden en die vóór 1 januari 2025 worden ontslagen, vragen vrijgesteld te worden van aangepaste beschikbaarheid bij hun inschrijving als werkzoekende, en dit tot 31 december 2024, indien ze, op het ogenblik van hun verzoek, de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar beroepsverleden aantonen.
De werknemers die voldoen aan de verschillende voorwaarden die werden opgesomd in een vroegere collectieve arbeidsovereenkomst, en waarvan de opzeggingstermijn eindigt buiten de geldigheidsperiode van die overeenkomst, genieten ook de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzeggingstermijn afloopt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, die de collectieve arbeidsovereenkomst tijdens welke die werknemers ontslagen werden, verlengt.
De leeftijdsgrens vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet lager zijn dan 62 jaar.
Het aantal jaren beroepsverleden vanaf welke de door deze maatregel bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen, mag niet lager zijn dan 42 jaar.
De voornoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden zijn alternatieve voorwaarden.
De sectoren kunnen met toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorniveau sluiten. De sectoren die dat wensen te doen, moeten uitdrukkelijk verwijzen naar deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de toepassing van hun collectieve arbeidsovereenkomst of verwijzen naar de procedure bedoeld in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de tenuitvoerlegging en de voorwaarden voor de toekenning van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet ressorteert onder een opgericht paritair comité of wanneer het opgerichte paritair comité niet werkt.
Voor de toegang tot het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor de werknemers die een zwaar beroep hebben verricht en een beroepsloopbaan van 35 jaar aantonen, bedoeld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, is die toetreding van de sectoren niet noodzakelijk vereist, maar volstaat een initiatief van de ondernemingen. Dat initiatief op sectorniveau is daarentegen wel vereist opdat de werknemers kunnen vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid met toepassing van artikel 3, § 2, 3° van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor werknemers met een lange loopbaan bedoeld in artikel 3, § 7 van het genoemde koninklijk besluit, is enkel een initiatief op sectorniveau vereist opdat ze kunnen vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid. Voor werknemers bedoeld in artikel 3, § 1 van het genoemde koninklijk besluit is een initiatief op sectorniveau vereist in beide gevallen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan na 31 december 2024 verlengd of aangepast worden, volgens diezelfde regels.
In geval van verlenging of aanpassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst na 31 december 2024, moet het voor de desbetreffende werknemer bevoegde paritair comité of paritair subcomité, voor de geldigheidsduur van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten waarin uitdrukkelijk is vermeld dat die collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten met toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.
Het feit dat de sectoren voor de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 geen collectieve arbeidsovereenkomst met toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst sluiten, voor de werknemers die vóór 1 januari 2025 ontslagen worden, belet die sectoren niet een overeenkomst te sluiten voor de volgende periode in toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.
Wat de in artikel 3, § 2, 3° bedoelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten betreft, zijn er modellen beschikbaar op de websites van de Nationale Arbeidsraad en de FOD Werkgelegenheid. Het gebruik van die modellen is echter facultatief.
a) - ze uiterlijk op 31 december 2024 ontslagen werden;
- ze, op het einde van de arbeidsovereenkomst, en uiterlijk op 31 december 2024 de leeftijd van 60 jaar of meer hebben bereikt;
en
b) ze eventueel ressorteren onder een paritair comité of een paritair subcomité dat een collectieve arbeidsovereenkomst heeft gesloten waarin een dergelijke regeling wordt ingevoerd.
§ 2. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 kunnen de werknemers bedoeld in paragraaf 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt voor zover ze :
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen;
en
3° de sector een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorniveau heeft gesloten met toepassing van deze overeenkomst.
Commentaar
Door middel van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen de werknemers die voldoen aan de bedoelde voorwaarden en die vóór 1 januari 2025 worden ontslagen, vragen vrijgesteld te worden van aangepaste beschikbaarheid bij hun inschrijving als werkzoekende, en dit tot 31 december 2024, indien ze, op het ogenblik van hun verzoek, de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar beroepsverleden aantonen.
De werknemers die voldoen aan de verschillende voorwaarden die werden opgesomd in een vroegere collectieve arbeidsovereenkomst, en waarvan de opzeggingstermijn eindigt buiten de geldigheidsperiode van die overeenkomst, genieten ook de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzeggingstermijn afloopt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, die de collectieve arbeidsovereenkomst tijdens welke die werknemers ontslagen werden, verlengt.
De leeftijdsgrens vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet lager zijn dan 62 jaar.
Het aantal jaren beroepsverleden vanaf welke de door deze maatregel bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen, mag niet lager zijn dan 42 jaar.
De voornoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden zijn alternatieve voorwaarden.
De sectoren kunnen met toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorniveau sluiten. De sectoren die dat wensen te doen, moeten uitdrukkelijk verwijzen naar deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de toepassing van hun collectieve arbeidsovereenkomst of verwijzen naar de procedure bedoeld in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de tenuitvoerlegging en de voorwaarden voor de toekenning van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet ressorteert onder een opgericht paritair comité of wanneer het opgerichte paritair comité niet werkt.
Voor de toegang tot het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor de werknemers die een zwaar beroep hebben verricht en een beroepsloopbaan van 35 jaar aantonen, bedoeld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, is die toetreding van de sectoren niet noodzakelijk vereist, maar volstaat een initiatief van de ondernemingen. Dat initiatief op sectorniveau is daarentegen wel vereist opdat de werknemers kunnen vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid met toepassing van artikel 3, § 2, 3° van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor werknemers met een lange loopbaan bedoeld in artikel 3, § 7 van het genoemde koninklijk besluit, is enkel een initiatief op sectorniveau vereist opdat ze kunnen vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid. Voor werknemers bedoeld in artikel 3, § 1 van het genoemde koninklijk besluit is een initiatief op sectorniveau vereist in beide gevallen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan na 31 december 2024 verlengd of aangepast worden, volgens diezelfde regels.
In geval van verlenging of aanpassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst na 31 december 2024, moet het voor de desbetreffende werknemer bevoegde paritair comité of paritair subcomité, voor de geldigheidsduur van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten waarin uitdrukkelijk is vermeld dat die collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten met toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.
Het feit dat de sectoren voor de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 geen collectieve arbeidsovereenkomst met toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst sluiten, voor de werknemers die vóór 1 januari 2025 ontslagen worden, belet die sectoren niet een overeenkomst te sluiten voor de volgende periode in toepassing van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.
Wat de in artikel 3, § 2, 3° bedoelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten betreft, zijn er modellen beschikbaar op de websites van de Nationale Arbeidsraad en de FOD Werkgelegenheid. Het gebruik van die modellen is echter facultatief.
Art.3. § 1er. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés à l'article 3, §§ 1er, 3 et 7 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, à condition :
a) - qu'ils soient licenciés au plus tard le 31 décembre 2024;
- qu'ils aient atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail;
et
b) qu'ils relèvent, le cas échéant, d'une commission paritaire ou sous-commission paritaire qui a conclu une convention collective de travail qui introduit un tel régime.
§ 2. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés au paragraphe 1er peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, pour autant :
1° soit qu'ils aient atteint l'âge de 62 ans;
2° soit qu'ils justifient de 42 ans de passé professionnel;
et
3° que le secteur ait conclu une convention collective de travail sectorielle en application de la présente convention.
Commentaire
Moyennant la présente convention collective de travail, les travailleurs qui remplissent les conditions prévues et qui sont licenciés avant le 1er janvier 2025 pourront solliciter une dispense de la disponibilité adaptée lors de leur inscription comme demandeur d'emploi et ce jusqu'au 31 décembre 2024 si, au moment de leur demande, ils ont atteint l'âge de 62 ans ou s'ils justifient de 42 ans de passé professionnel.
Les travailleurs qui répondent aux différentes conditions énumérées par une convention collective de travail antérieure, et dont le délai de préavis prend fin en dehors de sa période de validité bénéficient également de l'application de la présente convention collective de travail, à condition que l'expiration du délai de préavis intervienne pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail qui prolonge la convention collective de travail au cours de laquelle ces travailleurs ont été licenciés.
La limite d'âge à partir de laquelle les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieure à 62 ans.
Le nombre d'années de passé professionnel à partir duquel les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieur à 42 ans.
Les conditions d'âge et d'ancienneté susmentionnées sont alternatives.
Les secteurs peuvent conclure une convention collective de travail sectorielle en application de la présente convention collective de travail. Les secteurs qui le souhaitent doivent se référer explicitement à la présente convention collective de travail pour l'application de leur convention collective de travail ou se référer à la procédure visée au chapitre IV de la présente convention collective de travail concernant la mise en oeuvre et les conditions d'octroi d'un régime de complément d'entreprise au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas.
Pour ce qui concerne l'accès au droit à un régime de chômage avec complément d'entreprise pour les travailleurs ayant exercé un métier lourd et justifiant 35 ans de carrière, visés à l'article 3, § 3 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, l'adhésion des secteurs n'est pas nécessairement requise mais une initiative des entreprises est suffisante. Une telle initiative sectorielle est par contre nécessaire pour permettre aux travailleurs de demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée en application de l'article 3, § 2, 3° de la présente convention collective de travail. Pour ce qui concerne les travailleurs ayant une carrière longue, visés à l'article 3, § 7 de l'arrêté royal précité, seule une initiative sectorielle est requise pour leur permettre de demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée. Enfin, pour ce qui concerne les travailleurs visés à l'article 3, § 1er de l'arrêté royal précité, une initiative sectorielle est requise dans les deux cas.
La présente convention collective de travail pourra être prorogée ou adaptée après le 31 décembre 2024 selon ces mêmes modalités.
En cas de prorogation ou d'adaptation de la présente convention collective de travail après le 31 décembre 2024, il est nécessaire que la commission ou la sous-commission paritaire compétente pour le travailleur concerné ait conclu, pour la durée de validité de la convention collective de travail du Conseil national du Travail, une convention collective de travail rendue obligatoire par arrêté royal mentionnant explicitement que ladite convention collective de travail a été conclue en application de la convention collective de travail du Conseil national du Travail.
Le fait pour les secteurs de ne pas conclure une convention collective de travail pour la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024 pour les travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, en application de la convention collective de travail du Conseil national du Travail n'empêche pas ces derniers d'en conclure une pour la période suivante en application de la convention collective de travail conclue au sein du Conseil national du Travail.
Pour ce qui concerne les conventions collectives de travail sectorielles visées à l'article 3, paragraphe 2, 3°, des modèles sont disponibles sur les sites internet du Conseil national du Travail et du SPF Emploi. Le recours à ces modèles est cependant facultatif.
a) - qu'ils soient licenciés au plus tard le 31 décembre 2024;
- qu'ils aient atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail;
et
b) qu'ils relèvent, le cas échéant, d'une commission paritaire ou sous-commission paritaire qui a conclu une convention collective de travail qui introduit un tel régime.
§ 2. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés au paragraphe 1er peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, pour autant :
1° soit qu'ils aient atteint l'âge de 62 ans;
2° soit qu'ils justifient de 42 ans de passé professionnel;
et
3° que le secteur ait conclu une convention collective de travail sectorielle en application de la présente convention.
Commentaire
Moyennant la présente convention collective de travail, les travailleurs qui remplissent les conditions prévues et qui sont licenciés avant le 1er janvier 2025 pourront solliciter une dispense de la disponibilité adaptée lors de leur inscription comme demandeur d'emploi et ce jusqu'au 31 décembre 2024 si, au moment de leur demande, ils ont atteint l'âge de 62 ans ou s'ils justifient de 42 ans de passé professionnel.
Les travailleurs qui répondent aux différentes conditions énumérées par une convention collective de travail antérieure, et dont le délai de préavis prend fin en dehors de sa période de validité bénéficient également de l'application de la présente convention collective de travail, à condition que l'expiration du délai de préavis intervienne pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail qui prolonge la convention collective de travail au cours de laquelle ces travailleurs ont été licenciés.
La limite d'âge à partir de laquelle les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieure à 62 ans.
Le nombre d'années de passé professionnel à partir duquel les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieur à 42 ans.
Les conditions d'âge et d'ancienneté susmentionnées sont alternatives.
Les secteurs peuvent conclure une convention collective de travail sectorielle en application de la présente convention collective de travail. Les secteurs qui le souhaitent doivent se référer explicitement à la présente convention collective de travail pour l'application de leur convention collective de travail ou se référer à la procédure visée au chapitre IV de la présente convention collective de travail concernant la mise en oeuvre et les conditions d'octroi d'un régime de complément d'entreprise au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas.
Pour ce qui concerne l'accès au droit à un régime de chômage avec complément d'entreprise pour les travailleurs ayant exercé un métier lourd et justifiant 35 ans de carrière, visés à l'article 3, § 3 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, l'adhésion des secteurs n'est pas nécessairement requise mais une initiative des entreprises est suffisante. Une telle initiative sectorielle est par contre nécessaire pour permettre aux travailleurs de demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée en application de l'article 3, § 2, 3° de la présente convention collective de travail. Pour ce qui concerne les travailleurs ayant une carrière longue, visés à l'article 3, § 7 de l'arrêté royal précité, seule une initiative sectorielle est requise pour leur permettre de demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée. Enfin, pour ce qui concerne les travailleurs visés à l'article 3, § 1er de l'arrêté royal précité, une initiative sectorielle est requise dans les deux cas.
La présente convention collective de travail pourra être prorogée ou adaptée après le 31 décembre 2024 selon ces mêmes modalités.
En cas de prorogation ou d'adaptation de la présente convention collective de travail après le 31 décembre 2024, il est nécessaire que la commission ou la sous-commission paritaire compétente pour le travailleur concerné ait conclu, pour la durée de validité de la convention collective de travail du Conseil national du Travail, une convention collective de travail rendue obligatoire par arrêté royal mentionnant explicitement que ladite convention collective de travail a été conclue en application de la convention collective de travail du Conseil national du Travail.
Le fait pour les secteurs de ne pas conclure une convention collective de travail pour la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024 pour les travailleurs licenciés avant le 1er janvier 2025, en application de la convention collective de travail du Conseil national du Travail n'empêche pas ces derniers d'en conclure une pour la période suivante en application de la convention collective de travail conclue au sein du Conseil national du Travail.
Pour ce qui concerne les conventions collectives de travail sectorielles visées à l'article 3, paragraphe 2, 3°, des modèles sont disponibles sur les sites internet du Conseil national du Travail et du SPF Emploi. Le recours à ces modèles est cependant facultatif.
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor werknemers die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag betreffende ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering
Section 2. - Conditions d'octroi pour la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour les travailleurs licenciés dans le cadre d'un régime de chômage avec complément d'entreprise relatif aux entreprises en difficultés ou en restructuration
Art.4. § 1. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 kunnen de werknemers bedoeld in hoofdstuk VII van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, op voorwaarde dat ze :
- ten laatste op 31 december 2024 worden ontslagen;
- ze op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op 31 december 2024, de leeftijd van 60 jaar of ouder hebben bereikt, en voor de werknemers die behoren tot de ondernemingen bedoeld in artikel 17, § 4 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, op het ogenblik van de mededeling door de werkgever aan de werknemersvertegenwoordigers van zijn voornemen om over te gaan tot collectief ontslag, zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 van 2 oktober 1975;
en
- ze tewerkgesteld waren in een onderneming die erkend is als een onderneming in herstructurering of onderneming in moeilijkheden, die naar aanleiding van de herstructurering of de moeilijkheden een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord tot invoering van een dergelijke regeling heeft gesloten, zoals bepaald in artikel 17, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, waarin uitdrukkelijk wordt aangegeven dat toepassing wordt gemaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 2. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 kunnen de werknemers bedoeld in paragraaf 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, voor zover ze op het ogenblik van hun aanvraag :
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden aantonen;
en
3° de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau die of het collectief akkoord dat een bedrijfstoeslag toekent een bepaling bevat waarin uitdrukkelijk wordt aangegeven dat die op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst of dat collectief akkoord gesloten werd met toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Commentaar
Door middel van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen de werknemers die voldoen aan de voorwaarden bepaald door de regelgeving inzake vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en die vóór 1 januari 2025 worden ontslagen, vragen te worden vrijgesteld van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bij hun inschrijving als werkzoekende tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, wanneer ze op het ogenblik van hun aanvraag de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar beroepsverleden aantonen.
De werknemers die voldoen aan de verschillende in een vorige collectieve arbeidsovereenkomst opgesomde voorwaarden, en waarvan de opzegtermijn afloopt buiten de geldigheidsperiode, genieten eveneens de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzegtermijn afloopt tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst die de collectieve arbeidsovereenkomst tijdens welke die werknemers ontslagen werden, verlengt.
De leeftijdsgrens vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet lager zijn dan 62 jaar.
Het aantal jaren beroepsverleden vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet minder dan 42 jaar zijn.
De voornoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden zijn alternatieve voorwaarden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan na 31 december 2024 worden verlengd of aangepast volgens diezelfde modaliteiten.
- ten laatste op 31 december 2024 worden ontslagen;
- ze op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op 31 december 2024, de leeftijd van 60 jaar of ouder hebben bereikt, en voor de werknemers die behoren tot de ondernemingen bedoeld in artikel 17, § 4 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, op het ogenblik van de mededeling door de werkgever aan de werknemersvertegenwoordigers van zijn voornemen om over te gaan tot collectief ontslag, zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 van 2 oktober 1975;
en
- ze tewerkgesteld waren in een onderneming die erkend is als een onderneming in herstructurering of onderneming in moeilijkheden, die naar aanleiding van de herstructurering of de moeilijkheden een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord tot invoering van een dergelijke regeling heeft gesloten, zoals bepaald in artikel 17, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 3 mei 2007, waarin uitdrukkelijk wordt aangegeven dat toepassing wordt gemaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 2. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 kunnen de werknemers bedoeld in paragraaf 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, voor zover ze op het ogenblik van hun aanvraag :
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt;
2° ofwel 42 jaar beroepsverleden aantonen;
en
3° de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau die of het collectief akkoord dat een bedrijfstoeslag toekent een bepaling bevat waarin uitdrukkelijk wordt aangegeven dat die op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst of dat collectief akkoord gesloten werd met toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Commentaar
Door middel van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen de werknemers die voldoen aan de voorwaarden bepaald door de regelgeving inzake vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en die vóór 1 januari 2025 worden ontslagen, vragen te worden vrijgesteld van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bij hun inschrijving als werkzoekende tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, wanneer ze op het ogenblik van hun aanvraag de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar beroepsverleden aantonen.
De werknemers die voldoen aan de verschillende in een vorige collectieve arbeidsovereenkomst opgesomde voorwaarden, en waarvan de opzegtermijn afloopt buiten de geldigheidsperiode, genieten eveneens de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzegtermijn afloopt tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst die de collectieve arbeidsovereenkomst tijdens welke die werknemers ontslagen werden, verlengt.
De leeftijdsgrens vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet lager zijn dan 62 jaar.
Het aantal jaren beroepsverleden vanaf welke de door deze bepaling bedoelde werknemers de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kunnen genieten, mag niet minder dan 42 jaar zijn.
De voornoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden zijn alternatieve voorwaarden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan na 31 december 2024 worden verlengd of aangepast volgens diezelfde modaliteiten.
Art.4. § 1er. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés au chapitre VII de l'arrêté royal du 3 mai 2007 peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, à condition :
- qu'ils soient licenciés au plus tard le 31 décembre 2024;
- qu'ils aient atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail et, pour les travailleurs appartenant aux entreprises visées à l'article 17, § 4 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, au moment de la communication par l'employeur aux représentants des travailleurs de l'intention de procéder à un licenciement collectif comme prévue à l'article 6 de la convention collective de travail n° 24 du 2 octobre 1975;
et
- qu'ils aient été occupés dans une entreprise reconnue comme entreprise en restructuration ou entreprise en difficultés qui a conclu, à l'occasion de la restructuration ou des difficultés, une convention collective de travail ou un accord collectif instaurant un tel régime, comme prévu à l'article 17, § 2, 2° de l'arrêté royal du 3 mai 2007, dans lequel il est explicitement indiqué qu'il est fait application de la présente convention collective de travail.
§ 2. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés au paragraphe 1er peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, pour autant qu'au moment de leur demande :
1° soit ils aient atteint l'âge de 62 ans;
2° soit ils justifient de 42 ans de passé professionnel;
et
3° la convention collective de travail d'entreprise ou l'accord collectif accordant un complément d'entreprise contienne une disposition qui mentionne explicitement que cette convention collective de travail d'entreprise ou cet accord collectif est conclu en application de la présente convention collective de travail.
Commentaire
Moyennant la présente convention collective de travail, les travailleurs qui remplissent les conditions visées par la réglementation en matière de dispense de l'obligation de disponibilité adaptée prévue par l'arrêté royal du 3 mai 2007 et qui sont licenciés avant le 1er janvier 2025 pourront solliciter une dispense de la disponibilité adaptée lors de leur inscription comme demandeur d'emploi pendant la durée de validité de la présente convention si, au moment de leur demande, ils ont atteint l'âge de 62 ans ou s'ils justifient de 42 ans de passé professionnel.
Les travailleurs qui répondent aux différentes conditions énumérées par une convention collective de travail antérieure, et dont le délai de préavis prend fin en dehors de sa période de validité bénéficient également de l'application de la présente convention collective de travail, à condition que l'expiration du délai de préavis intervienne pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail qui prolonge la convention collective de travail au cours de laquelle ces travailleurs ont été licenciés.
La limite d'âge à partir de laquelle les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieure à 62 ans.
Le nombre d'années de passé professionnel à partir duquel les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieur à 42 ans.
Les conditions d'âge et d'ancienneté susmentionnées doivent être satisfaites de manière alternative.
La présente convention collective de travail pourra être prorogée ou adaptée après le 31 décembre 2024 selon ces mêmes modalités.
- qu'ils soient licenciés au plus tard le 31 décembre 2024;
- qu'ils aient atteint l'âge de 60 ans ou plus au plus tard le 31 décembre 2024 et au moment de la fin du contrat de travail et, pour les travailleurs appartenant aux entreprises visées à l'article 17, § 4 de l'arrêté royal du 3 mai 2007, au moment de la communication par l'employeur aux représentants des travailleurs de l'intention de procéder à un licenciement collectif comme prévue à l'article 6 de la convention collective de travail n° 24 du 2 octobre 1975;
et
- qu'ils aient été occupés dans une entreprise reconnue comme entreprise en restructuration ou entreprise en difficultés qui a conclu, à l'occasion de la restructuration ou des difficultés, une convention collective de travail ou un accord collectif instaurant un tel régime, comme prévu à l'article 17, § 2, 2° de l'arrêté royal du 3 mai 2007, dans lequel il est explicitement indiqué qu'il est fait application de la présente convention collective de travail.
§ 2. Pendant la période allant du 1er juillet 2023 au 31 décembre 2024, les travailleurs visés au paragraphe 1er peuvent demander la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée pour le marché de l'emploi, pour autant qu'au moment de leur demande :
1° soit ils aient atteint l'âge de 62 ans;
2° soit ils justifient de 42 ans de passé professionnel;
et
3° la convention collective de travail d'entreprise ou l'accord collectif accordant un complément d'entreprise contienne une disposition qui mentionne explicitement que cette convention collective de travail d'entreprise ou cet accord collectif est conclu en application de la présente convention collective de travail.
Commentaire
Moyennant la présente convention collective de travail, les travailleurs qui remplissent les conditions visées par la réglementation en matière de dispense de l'obligation de disponibilité adaptée prévue par l'arrêté royal du 3 mai 2007 et qui sont licenciés avant le 1er janvier 2025 pourront solliciter une dispense de la disponibilité adaptée lors de leur inscription comme demandeur d'emploi pendant la durée de validité de la présente convention si, au moment de leur demande, ils ont atteint l'âge de 62 ans ou s'ils justifient de 42 ans de passé professionnel.
Les travailleurs qui répondent aux différentes conditions énumérées par une convention collective de travail antérieure, et dont le délai de préavis prend fin en dehors de sa période de validité bénéficient également de l'application de la présente convention collective de travail, à condition que l'expiration du délai de préavis intervienne pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail qui prolonge la convention collective de travail au cours de laquelle ces travailleurs ont été licenciés.
La limite d'âge à partir de laquelle les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieure à 62 ans.
Le nombre d'années de passé professionnel à partir duquel les travailleurs visés par la présente disposition peuvent obtenir la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi ne peut pas être inférieur à 42 ans.
Les conditions d'âge et d'ancienneté susmentionnées doivent être satisfaites de manière alternative.
La présente convention collective de travail pourra être prorogée ou adaptée après le 31 décembre 2024 selon ces mêmes modalités.
HOOFDSTUK IV. - Procedure van tenuitvoerlegging en voorwaarden voor de toekenning van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet ressorteert onder een opgericht paritair comité of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt
CHAPITRE IV. - Procédure de mise en oeuvre et conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas
Art.5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst stelt ook, in afwijking van artikel 3, § 1, b) en § 2, 3° de voorwaarden vast voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, voor sommige werknemers die werden ontslagen, en tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgerichte paritair comité niet werkt.
Art.5. La présente convention collective de travail vise également à prévoir, en dérogation à l'article 3, § 1er, b) et § 2, 3°, les conditions d'octroi de la dispense de l'obligation de disponibilité adaptée sur le marché de l'emploi au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas.
Art.6. Ingevolge artikel 5 kunnen de werkgevers die ressorteren onder een niet-opgericht paritair comité of onder een opgericht paritair comité dat niet werkt, de regeling genoemd in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten uitvoer leggen door middel van toetreding.
Die toetreding kan gebeuren in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte opgemaakt overeenkomstig artikel 7 of een wijziging van het arbeidsreglement.
Zij heeft uitsluitend betrekking op de regeling en de voorwaarden voor de toekenning ervan, zoals bedoeld in artikel 3.
Indien de toetreding de vorm heeft van een collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte opgesteld overeenkomstig artikel 7, moet de neerlegging gebeuren ter Griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Commentaar
Indien de toetreding de vorm heeft van een wijziging van het arbeidsreglement, moet de neerlegging gebeuren bij de bevoegde directie Toezicht op de Sociale Wetten, overeenkomstig artikel 15, zevende lid van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Online neerlegging via www.arbeidsreglement.belgie.be is ook mogelijk.
Die toetreding kan gebeuren in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte opgemaakt overeenkomstig artikel 7 of een wijziging van het arbeidsreglement.
Zij heeft uitsluitend betrekking op de regeling en de voorwaarden voor de toekenning ervan, zoals bedoeld in artikel 3.
Indien de toetreding de vorm heeft van een collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte opgesteld overeenkomstig artikel 7, moet de neerlegging gebeuren ter Griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Commentaar
Indien de toetreding de vorm heeft van een wijziging van het arbeidsreglement, moet de neerlegging gebeuren bij de bevoegde directie Toezicht op de Sociale Wetten, overeenkomstig artikel 15, zevende lid van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Online neerlegging via www.arbeidsreglement.belgie.be is ook mogelijk.
Art.6. En application de l'article 5, les employeurs ressortissant à une commission paritaire non instituée ou à une commission paritaire qui ne fonctionne pas peuvent mettre en oeuvre, par voie d'adhésion, le régime visé à l'article 3 de la présente convention collective de travail.
L'adhésion peut prendre la forme d'une convention collective de travail, d'un acte d'adhésion établi conformément à l'article 7, ou d'une modification du règlement de travail.
Elle porte exclusivement sur le régime et ses conditions d'octroi, visés à l'article 3.
Lorsque l'adhésion prend la forme d'une convention collective de travail ou d'un acte d'adhésion établi conformément à l'article 7, le dépôt doit se faire au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale.
Commentaire
Lorsque l'adhésion prend la forme d'une modification du règlement de travail, le dépôt doit se faire à la direction du contrôle des lois sociales compétente conformément à l'article 15, alinéa 7 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de travail. Un dépôt en ligne via www.reglementdetravail.belgique.be est également possible.
L'adhésion peut prendre la forme d'une convention collective de travail, d'un acte d'adhésion établi conformément à l'article 7, ou d'une modification du règlement de travail.
Elle porte exclusivement sur le régime et ses conditions d'octroi, visés à l'article 3.
Lorsque l'adhésion prend la forme d'une convention collective de travail ou d'un acte d'adhésion établi conformément à l'article 7, le dépôt doit se faire au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale.
Commentaire
Lorsque l'adhésion prend la forme d'une modification du règlement de travail, le dépôt doit se faire à la direction du contrôle des lois sociales compétente conformément à l'article 15, alinéa 7 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de travail. Un dépôt en ligne via www.reglementdetravail.belgique.be est également possible.
Art.7. De toetredingsakte wordt opgemaakt overeenkomstig de volgende procedure en volgens het model dat als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.
Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan de sociaal inspecteur-directiehoofd van de algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever, neergelegd ter Griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan de sociaal inspecteur-directiehoofd van de algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever, neergelegd ter Griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art.7. L'acte d'adhésion est établi dans le respect de la procédure suivante et conformément au modèle figurant en annexe de la présente convention collective de travail.
L'employeur communique le projet d'acte d'adhésion par écrit à chaque travailleur.
Pendant huit jours à dater de cette communication écrite, l'employeur tient à la disposition des travailleurs un registre où ceux-ci peuvent consigner leurs observations. Pendant ce même délai de huit jours, le travailleur ou son représentant peut également communiquer ses observations à l'inspecteur social chef de direction de la Direction générale Contrôle des Lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, du lieu d'établissement de l'entreprise. Le nom du travailleur ne peut être ni communiqué, ni divulgué.
Passé ce délai de huit jours, l'employeur dépose l'acte d'adhésion au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, accompagné du registre.
L'employeur communique le projet d'acte d'adhésion par écrit à chaque travailleur.
Pendant huit jours à dater de cette communication écrite, l'employeur tient à la disposition des travailleurs un registre où ceux-ci peuvent consigner leurs observations. Pendant ce même délai de huit jours, le travailleur ou son représentant peut également communiquer ses observations à l'inspecteur social chef de direction de la Direction générale Contrôle des Lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, du lieu d'établissement de l'entreprise. Le nom du travailleur ne peut être ni communiqué, ni divulgué.
Passé ce délai de huit jours, l'employeur dépose l'acte d'adhésion au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, accompagné du registre.
Art.8. In geval van een geschil betreffende de toepassing van de artikelen 6 en 7, met uitzondering van de geschillen inzake het arbeidsreglement, zal de Nationale Arbeidsraad, waarbij de zaak door de meest gerede partij aanhangig is gemaakt, teneinde uitspraak te doen, het paritair comité aanwijzen waaronder de werkgevers met een soortgelijke activiteit ressorteren.
Commentaar
Wat de geschillen inzake het arbeidsreglement betreft, wordt in herinnering gebracht dat de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing zijn.
Daarin is bepaald dat, indien er voor een bedrijfstak geen paritair comité bestaat, de daarvoor bevoegde minister, die door de voorzitter van de ondernemingsraad van het geschil in kennis werd gesteld, of, wanneer er geen ondernemingsraad bestaat, de door de Koning aangewezen ambtenaar, de zaak aanhangig maakt bij de Nationale Arbeidsraad die, teneinde uitspraak te doen over het geschil, het paritair comité aanwijst waaronder de ondernemingen ressorteren die een soortgelijke activiteit hebben.
Commentaar
Wat de geschillen inzake het arbeidsreglement betreft, wordt in herinnering gebracht dat de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing zijn.
Daarin is bepaald dat, indien er voor een bedrijfstak geen paritair comité bestaat, de daarvoor bevoegde minister, die door de voorzitter van de ondernemingsraad van het geschil in kennis werd gesteld, of, wanneer er geen ondernemingsraad bestaat, de door de Koning aangewezen ambtenaar, de zaak aanhangig maakt bij de Nationale Arbeidsraad die, teneinde uitspraak te doen over het geschil, het paritair comité aanwijst waaronder de ondernemingen ressorteren die een soortgelijke activiteit hebben.
Art.8. En cas de litiges relatifs à l'application des articles 6 et 7 à l'exception de ceux portant sur le règlement de travail, le Conseil national du Travail, saisi par la partie la plus diligente, désignera, pour se prononcer, la commission paritaire dont relèvent les employeurs ayant une activité similaire.
Commentaire
En ce qui concerne les litiges relatifs au règlement de travail, il est rappelé que ce sont les articles 11 et 12 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de travail qui s'appliquent.
Ceux-ci disposent que si, pour une branche d'activité, il n'existe pas de commission paritaire, le ministre compétent en la matière, informé du différend par le président du conseil d'entreprise, ou, lorsqu'il n'existe pas de conseil d'entreprise, le fonctionnaire désigné par le Roi saisit le Conseil national du Travail qui désigne, pour se prononcer sur le différend, la commission paritaire dont relèvent les entreprises ayant une activité similaire.
Commentaire
En ce qui concerne les litiges relatifs au règlement de travail, il est rappelé que ce sont les articles 11 et 12 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de travail qui s'appliquent.
Ceux-ci disposent que si, pour une branche d'activité, il n'existe pas de commission paritaire, le ministre compétent en la matière, informé du différend par le président du conseil d'entreprise, ou, lorsqu'il n'existe pas de conseil d'entreprise, le fonctionnaire désigné par le Roi saisit le Conseil national du Travail qui désigne, pour se prononcer sur le différend, la commission paritaire dont relèvent les entreprises ayant une activité similaire.
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
CHAPITRE V. - Entrée en vigueur et durée de la convention
Art.9. Deze overeenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024.
Art.9. La présente convention est conclue pour une durée déterminée.
Elle produit ses effets le 1er juillet 2023 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2024.
Elle produit ses effets le 1er juillet 2023 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2024.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-08-2023, p. 65477)
Art. N. (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 04-08-2023, p. 65475)