Artikel M. Deze omzendbrief beoogt de afsluiting en de vaststelling van de gemeenterekeningen voor het dienstjaar 2016.
Artikel 240 van de Nieuwe Gemeentewet schrijft voor dat elk jaar de gemeenteraad de jaarrekeningen van het vorige dienstjaar goedkeurt en ze uiterlijk op 30 juni aan de toezichthoudende overheid dient te bezorgen alsook dat geen enkele begrotingswijziging na 1 juni kan worden aangenomen door de gemeenteraad indien de rekeningen van het vorige dienstjaar nog niet door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. De gemeenteraden zullen er over waken deze termijnen te respecteren.
Het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit (A.R.G.C.) bepaalt de regels voor de afsluiting en de vaststelling van de jaarrekeningen (artikelen 72 tot 79).
Sinds 1994 werden bijzondere regels voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingevoerd via omzendbrieven ter aanvulling van de algemene regels van het voornoemde koninklijk besluit.
Bovendien moet rekening worden gehouden met de onderstaande gegevens :
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
27 FEBRUARI 2017. - Omzendbrief betreffende de afsluiting van de gemeenterekeningen voor het dienstjaar 2016
Titre
27 FEVRIER 2017. - Circulaire relative à la clôture des comptes communaux de l'exercice 2016
Informations sur le document
Info du document
Tekst (3)
Texte (3)
Article M. La présente circulaire a pour objet la clôture et l'élaboration des comptes communaux pour l'exercice 2016.
L'article 240 de la Nouvelle Loi Communale prescrit que chaque année, le conseil communal approuve les comptes annuels de l'exercice précédent, et les transmet à l'autorité de tutelle pour le 30 juin au plus tard ainsi qu'aucune modification budgétaire ne peut être approuvée par le conseil communal postérieurement au 1er juin si les comptes de l'exercice précédent n'ont pas encore été approuvés par le conseil communal. Les conseils communaux veilleront à respecter ces délais fixés par la loi.
L'arrêté royal du 2 août 1990 portant le règlement général de la comptabilité communale détermine les règles de la clôture et de l'établissement des comptes annuels (articles 72 à 79).
Depuis 1994, des règles spécifiques à la Région de Bruxelles-Capitale ont été introduites par voie de circulaires complémentaires aux règles générales de l'arrêté royal déjà cité.
De plus, il y a lieu de tenir compte des éléments qui suivent :
L'article 240 de la Nouvelle Loi Communale prescrit que chaque année, le conseil communal approuve les comptes annuels de l'exercice précédent, et les transmet à l'autorité de tutelle pour le 30 juin au plus tard ainsi qu'aucune modification budgétaire ne peut être approuvée par le conseil communal postérieurement au 1er juin si les comptes de l'exercice précédent n'ont pas encore été approuvés par le conseil communal. Les conseils communaux veilleront à respecter ces délais fixés par la loi.
L'arrêté royal du 2 août 1990 portant le règlement général de la comptabilité communale détermine les règles de la clôture et de l'établissement des comptes annuels (articles 72 à 79).
Depuis 1994, des règles spécifiques à la Région de Bruxelles-Capitale ont été introduites par voie de circulaires complémentaires aux règles générales de l'arrêté royal déjà cité.
De plus, il y a lieu de tenir compte des éléments qui suivent :
A. BEGROTINGSREKENING
A.1. Vastgestelde rechten, vastleggingen en aanrekeningen
De vaststelling van de rechten kan worden voortgezet tot 15 februari 2017 voor zover ze verantwoord is door een behoorlijk opgemaakt document en uitsluitend verwijst naar het dienstjaar 2016. Dit geldt eveneens voor de opcentiemen geïnd door de Federale Overheidsdienst Financiën;
de bedragen van de vastgestelde rechten dienen overeen te stemmen met deze vermeld op regel 6 (opbrengst toegekend aan de gemeente) van het document 173X (cfr. mijn schrijven dd. 02.12.2015)
De ontvangstrechten dienen vastgesteld te worden conform de bepalingen van artikel 46 van het A.R.G.C.
Bovendien moet op grond van artikel 73 van het A.R.G.C. alles in het werk gesteld worden om de aanrekening mogelijk te maken van facturen en afrekeningen met betrekking tot het dienstjaar 2016.
Verder is het wenselijk na te gaan of het behoud van vastgelegde en overgedragen kredieten - en dit soms gedurende verscheidene jaren - gegrond is.
Ik herinner eraan dat in artikel 57 van het A.R.G.C gepreciseerd wordt dat door een vastlegging het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde doelstelling wordt voorbehouden. Overgedragen vastleggingen moeten dan ook altijd voldoen aan dit voorschrift en mogen niet achteraf aangewend worden als een soort reserve voor het aanrekenen van facturen met betrekking tot leveringen of werken die niet specifiek voorzien waren op het ogenblik dat de vastlegging verricht werd.
Ik moedig u aan om de inspanning van de "schoonmaak" in de niet-geïnde schuldvorderingen voort te zetten, vooreerst door deze als dubieuze vorderingen in de boeken op te nemen en vervolgens door de juiste onwaarden te boeken.
Hoewel er al een grote inspanning werd vastgesteld, komen er bij controles in de balansen nog steeds erg oude schuldvorderingen aan het licht.
Ik herinner u daarnaast aan de artikelen 45 en 46 van het A.R.G.C. Zo moeten de invorderingsrechten onmiddellijk in de boekhouding worden geboekt en niet pas bij de invordering. Bij de controles ter plaatse werd een slechte opvolging van de ontvangsten opgemerkt, in het bijzonder wat de subsidies betreft. Naast het feit dat het resultaat van de rekening bezwaard wordt, dreigt het niet boeken van een invorderingsrecht ertoe te leiden dat het vergeten wordt.
Ik wens het belang van deze verrichtingen te beklemtonen, aangezien het begrotingsresultaat van de rekening gebaseerd is op de netto vastgestelde rechten en de vastleggingen. Onnodig overgedragen vastleggingen beïnvloeden het resultaat immers negatief, terwijl vastgestelde rechten die naar alle verwachtingen niet meer geïnd kunnen worden, een fictieve positieve invloed hebben, en dit niet enkel op de resultaten van de begrotingsboekhouding (begrotingsresultaat en boekhoudkundig resultaat) maar ook op de resultaten van de algemene boekhouding (lopend resultaat en resultaat van het dienstjaar in de resultatenrekening).
Wat betreft de gemeentelijke dotaties aan de politiezones, dient elke gemeente erop toe te zien dat het annaliteitsprincipe voor deze uitgave stipt nageleefd wordt.
Ik herinner u eraan dat sinds 2014 de RSZ de procedure aangaande de vermindering van de werkgeversbijdragen toegepast ten aanzien van Geco's, gewijzigd heeft. Het betreft geen vrijstelling meer, maar een vermindering die trimestrieel van toepassing is. Hieruit volgt dat de maandelijkse voorschotten geen rekening meer houden met de vermindering, omdat een regularisatie plaatsvindt op het ogenblik van de trimestriële aangifte. In dit kader wordt eraan herinnerd dat de bedragen vastgelegd als werkgeversbijdragen Geco in de loop van het jaar moeten worden geregulariseerd - door middel van negatieve vastleggingen - om de verminderingen in rekening te brengen.
A.2. Begrotingswijzigingen na opmaak van het formulier T :
Krediettekorten vastgesteld na de definitieve opmaak van het formulier T3 moeten het voorwerp uitmaken van begrotingswijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad. Interne overboekingen die tijdens het dienstjaar verricht werden tussen begrotingsartikelen die tot dezelfde functie en economische groep behoren (art. 10 ARGC), moeten niet langer in deze wijzigingen opgenomen worden. Deze wijzigingen worden van kracht op 31 december 2015 en zullen bijgevolg worden geïntegreerd in de begrotingsrekening 2015 na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad.
Deze begrotingswijzigingen behelzen uitsluitend de uitgaven van de gewone dienst en geschieden overeenkomstig de artikelen 16 en 73 van het A.R.G.C.
Deze uitgaven mogen geen nieuwe vastleggingen inhouden. Er wordt echter wel rekening gehouden met bijzondere situaties zoals de boeking van niet-uitbetaalde lasten, de dotaties aan de reserves via overboekingen en de inschrijving van de onwaarden.
Ter herinnering : kredietaanpassingen binnen de perken van artikel 10 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit zijn geen begrotingswijzigingen die voorgelegd dienen te worden aan de toezichthoudende overheid en worden bijgevolg niet opgenomen in het afsluitingsdocument. Ik dring erop aan dat deze instructie nageleefd zou worden.
Deze interne aanpassingen hebben enkel betrekking op de gewone dienst.
Overboekingen van het overschot naar de reservefondsen die tijdens het jaar aangelegd worden, dienen eveneens aangerekend te worden. De overboeking als uitgave leidt immers tot een daling van het gecumuleerde resultaat; het is dan ook logisch dat het reservefonds voor het overeenstemmende bedrag gecrediteerd wordt. Het is echter zo dat enkel een aanrekening in de algemene boekhouding tot uiting komt. Daarom is het van essentieel belang dat de overboeking volledig aangerekend wordt, zodat de balans de werkelijke reserves weergeeft.
Eventuele begrotingswijzigingen in de buitengewone dienst gelden steeds als uitzonderingen en moeten behoorlijk verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd verslag opgesteld door de commissie opgericht op grond van artikel 12 van het A.R.G.C.
A.3. Resultaat van de dienstjaren
Overeenkomstig artikel 75 van het A.R.G.C., wordt het boekhoudkundig batig saldo vastgesteld of wordt het boekhoudkundig tekort vastgelegd en geboekt ten bedrage van het boekhoudkundig resultaat op 31 december 2016.
De samenvattende tabellen worden voorgelegd in de vorm die is voorgeschreven door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 oktober 2005 waarbij de voorstelling van de begroting van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd.
In de kolom met betrekking tot de begrotingskredieten moeten de kredieten vermeld worden als aangepast door de wijzigingen, met inbegrip van de aanpassingen verricht in het kader van artikel 10 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit.
A.1. Vastgestelde rechten, vastleggingen en aanrekeningen
De vaststelling van de rechten kan worden voortgezet tot 15 februari 2017 voor zover ze verantwoord is door een behoorlijk opgemaakt document en uitsluitend verwijst naar het dienstjaar 2016. Dit geldt eveneens voor de opcentiemen geïnd door de Federale Overheidsdienst Financiën;
de bedragen van de vastgestelde rechten dienen overeen te stemmen met deze vermeld op regel 6 (opbrengst toegekend aan de gemeente) van het document 173X (cfr. mijn schrijven dd. 02.12.2015)
De ontvangstrechten dienen vastgesteld te worden conform de bepalingen van artikel 46 van het A.R.G.C.
Bovendien moet op grond van artikel 73 van het A.R.G.C. alles in het werk gesteld worden om de aanrekening mogelijk te maken van facturen en afrekeningen met betrekking tot het dienstjaar 2016.
Verder is het wenselijk na te gaan of het behoud van vastgelegde en overgedragen kredieten - en dit soms gedurende verscheidene jaren - gegrond is.
Ik herinner eraan dat in artikel 57 van het A.R.G.C gepreciseerd wordt dat door een vastlegging het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde doelstelling wordt voorbehouden. Overgedragen vastleggingen moeten dan ook altijd voldoen aan dit voorschrift en mogen niet achteraf aangewend worden als een soort reserve voor het aanrekenen van facturen met betrekking tot leveringen of werken die niet specifiek voorzien waren op het ogenblik dat de vastlegging verricht werd.
Ik moedig u aan om de inspanning van de "schoonmaak" in de niet-geïnde schuldvorderingen voort te zetten, vooreerst door deze als dubieuze vorderingen in de boeken op te nemen en vervolgens door de juiste onwaarden te boeken.
Hoewel er al een grote inspanning werd vastgesteld, komen er bij controles in de balansen nog steeds erg oude schuldvorderingen aan het licht.
Ik herinner u daarnaast aan de artikelen 45 en 46 van het A.R.G.C. Zo moeten de invorderingsrechten onmiddellijk in de boekhouding worden geboekt en niet pas bij de invordering. Bij de controles ter plaatse werd een slechte opvolging van de ontvangsten opgemerkt, in het bijzonder wat de subsidies betreft. Naast het feit dat het resultaat van de rekening bezwaard wordt, dreigt het niet boeken van een invorderingsrecht ertoe te leiden dat het vergeten wordt.
Ik wens het belang van deze verrichtingen te beklemtonen, aangezien het begrotingsresultaat van de rekening gebaseerd is op de netto vastgestelde rechten en de vastleggingen. Onnodig overgedragen vastleggingen beïnvloeden het resultaat immers negatief, terwijl vastgestelde rechten die naar alle verwachtingen niet meer geïnd kunnen worden, een fictieve positieve invloed hebben, en dit niet enkel op de resultaten van de begrotingsboekhouding (begrotingsresultaat en boekhoudkundig resultaat) maar ook op de resultaten van de algemene boekhouding (lopend resultaat en resultaat van het dienstjaar in de resultatenrekening).
Wat betreft de gemeentelijke dotaties aan de politiezones, dient elke gemeente erop toe te zien dat het annaliteitsprincipe voor deze uitgave stipt nageleefd wordt.
Ik herinner u eraan dat sinds 2014 de RSZ de procedure aangaande de vermindering van de werkgeversbijdragen toegepast ten aanzien van Geco's, gewijzigd heeft. Het betreft geen vrijstelling meer, maar een vermindering die trimestrieel van toepassing is. Hieruit volgt dat de maandelijkse voorschotten geen rekening meer houden met de vermindering, omdat een regularisatie plaatsvindt op het ogenblik van de trimestriële aangifte. In dit kader wordt eraan herinnerd dat de bedragen vastgelegd als werkgeversbijdragen Geco in de loop van het jaar moeten worden geregulariseerd - door middel van negatieve vastleggingen - om de verminderingen in rekening te brengen.
A.2. Begrotingswijzigingen na opmaak van het formulier T :
Krediettekorten vastgesteld na de definitieve opmaak van het formulier T3 moeten het voorwerp uitmaken van begrotingswijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad. Interne overboekingen die tijdens het dienstjaar verricht werden tussen begrotingsartikelen die tot dezelfde functie en economische groep behoren (art. 10 ARGC), moeten niet langer in deze wijzigingen opgenomen worden. Deze wijzigingen worden van kracht op 31 december 2015 en zullen bijgevolg worden geïntegreerd in de begrotingsrekening 2015 na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad.
Deze begrotingswijzigingen behelzen uitsluitend de uitgaven van de gewone dienst en geschieden overeenkomstig de artikelen 16 en 73 van het A.R.G.C.
Deze uitgaven mogen geen nieuwe vastleggingen inhouden. Er wordt echter wel rekening gehouden met bijzondere situaties zoals de boeking van niet-uitbetaalde lasten, de dotaties aan de reserves via overboekingen en de inschrijving van de onwaarden.
Ter herinnering : kredietaanpassingen binnen de perken van artikel 10 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit zijn geen begrotingswijzigingen die voorgelegd dienen te worden aan de toezichthoudende overheid en worden bijgevolg niet opgenomen in het afsluitingsdocument. Ik dring erop aan dat deze instructie nageleefd zou worden.
Deze interne aanpassingen hebben enkel betrekking op de gewone dienst.
Overboekingen van het overschot naar de reservefondsen die tijdens het jaar aangelegd worden, dienen eveneens aangerekend te worden. De overboeking als uitgave leidt immers tot een daling van het gecumuleerde resultaat; het is dan ook logisch dat het reservefonds voor het overeenstemmende bedrag gecrediteerd wordt. Het is echter zo dat enkel een aanrekening in de algemene boekhouding tot uiting komt. Daarom is het van essentieel belang dat de overboeking volledig aangerekend wordt, zodat de balans de werkelijke reserves weergeeft.
Eventuele begrotingswijzigingen in de buitengewone dienst gelden steeds als uitzonderingen en moeten behoorlijk verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd verslag opgesteld door de commissie opgericht op grond van artikel 12 van het A.R.G.C.
A.3. Resultaat van de dienstjaren
Overeenkomstig artikel 75 van het A.R.G.C., wordt het boekhoudkundig batig saldo vastgesteld of wordt het boekhoudkundig tekort vastgelegd en geboekt ten bedrage van het boekhoudkundig resultaat op 31 december 2016.
De samenvattende tabellen worden voorgelegd in de vorm die is voorgeschreven door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 oktober 2005 waarbij de voorstelling van de begroting van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd.
In de kolom met betrekking tot de begrotingskredieten moeten de kredieten vermeld worden als aangepast door de wijzigingen, met inbegrip van de aanpassingen verricht in het kader van artikel 10 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit.
A. COMPTE BUDGETAIRE
A.1. Droits constatés, engagements et imputations :
La constatation des droits peut être poursuivie jusqu'au 15 février 2017 pour autant qu'elle soit justifiée par un document établi en bonne et due forme et se référant exclusivement à l'exercice 2016. Cette règle s'applique également aux additionnels perçus par le Service Public Fédéral des Finances ;
les montants des droits constatés seront identiques à ceux repris à la ligne 6 (produits attribués à la commune) du document 173X (cfr. mon courrier du 02.12.2015).
Les droits à recette seront constatés conformément aux dispositions de l'article 46 du R.G.C.C.
Par ailleurs, en application de l'article 73 du R.G.C.C., tout sera mis en oeuvre pour permettre l'imputation de toutes les factures et de tous les décomptes afférents à l'exercice 2016.
Il convient en outre d'examiner la pertinence du maintien de crédits engagés et reportés, et ce, parfois, depuis plusieurs exercices.
Je vous rappelle que l'article 57 du Règlement général de la Comptabilité communale précise qu'un engagement réserve tout ou partie d'un crédit budgétaire à une fin exclusive de toute autre destination. Ainsi, les engagements reportés doivent toujours répondre à ce prescrit et ne peuvent être utilisés a posteriori comme une sorte de réserve sur laquelle seraient imputées des factures pour des fournitures ou travaux non prévus de manière précise à l'origine de l'engagement.
Je vous encourage à poursuivre l'effort de " nettoyage " des créances non recouvrées, d'abord en les reprenant en tant que créances douteuses dans les livres comptables, puis en actant les non-valeurs adéquates.
Bien qu'un effort notable ait été constaté, lors des contrôles des créances fort anciennes apparaissent parfois encore dans les bilans.
Je vous rappelle, en outre, les articles 45 et 46 du RGCC. Ainsi, les droits à recette doivent être enregistrés directement dans la comptabilité et non lors de la perception. Un mauvais suivi des recettes a été remarqué lors des contrôles sur place, en particulier pour les subsides. Outre le fait de grever le résultat du compte, la non- inscription d'un droit à recette risque d'entraîner son oubli.
J'insiste sur l'importance de ces opérations car le résultat budgétaire du compte est basé sur les droits constatés nets et les engagements. Des reports d'engagements inutiles auront une incidence négative sur le résultat. A contrario, des droits constatés pour lesquels plus aucune perception n'est à espérer, influencent favorablement mais de manière fictive les résultats de la comptabilité budgétaire (résultat budgétaire et résultat comptable) mais également ceux de la comptabilité générale (résultat courant et résultat d'exercice au compte de résultats).
En ce qui concerne les dotations communales en faveur des zones de police, chaque commune veillera à respecter strictement le principe de l'annualité de cette dépense.
Pour rappel, depuis 2014, l'ONSS a modifié la procédure concernant la réduction de cotisations patronales appliquée aux ACS. Il ne s'agit plus d'une exonération mais d'une réduction applicable trimestriellement. Il en résulte que les avances mensuelles ne tiennent plus compte de la réduction, une régularisation ayant lieu au moment de la déclaration trimestrielle. Dans ce cadre, il est rappelé que les montants engagés au titre de cotisations patronales ACS devront être régularisés - au moyen d'engagements négatifs - en cours d'année afin de prendre en compte les réductions opérées.
A.2. Modifications budgétaires après l'établissement du formulaire T :
Les insuffisances de crédits constatées après l'arrêt définitif du formulaire T3 feront l'objet de modifications budgétaires votées par le conseil communal. Ces modifications ne reprendront plus les glissements internes opérés durant l'exercice entre les articles budgétaires de la même fonction et de même groupe économique (art 10 RGCC) ; elles prendront valeur au 31 décembre 2016 et emporteront dès lors leur intégration au compte budgétaire 2016 dès leur vote par le conseil communal.
Ces modifications budgétaires porteront exclusivement sur des dépenses du service ordinaire et seront prises conformément aux articles 16 et 73 du R.G.C.C.
Ces dépenses ne peuvent pas porter d'engagements nouveaux. Il sera toutefois tenu compte de situations spécifiques telles que la comptabilisation de charges non décaissées, les dotations aux réserves via des prélèvements et l'inscription des non-valeurs.
Pour rappel, les adaptations de crédits dans les limites de l'article 10 du Règlement général de la Comptabilité communale, ne constituent pas des modifications budgétaires devant être transmises à l'autorité de Tutelle et ne feront dès lors pas partie du document de clôture. J'insiste pour que cette instruction soit respectée.
Ces adaptations internes ne concernent que le service ordinaire.
Les prélèvements sur le boni vers les fonds de réserves engagés au cours de l'année devront également être imputés. En effet, le prélèvement en dépense diminue le résultat cumulé; il est donc logique que le fonds de réserve soit crédité à due concurrence. Or seule une imputation aura cet effet sur la comptabilité générale. Il est donc essentiel que le prélèvement soit imputé, dans sa totalité, pour que le bilan reflète la réalité des réserves.
Dans l'hypothèse où des adaptations budgétaires devraient être apportées au service extraordinaire, elles constitueront toujours l'exception et seront dûment justifiées par un rapport détaillé établi par la commission créée par l'article 12 du R.G.C.C.
A.3. Le résultat des exercices
Conformément à l'article 75 du R.G.C.C., le boni comptable sera constaté ou le mali comptable sera engagé et imputé à concurrence du résultat comptable arrêté au 31 décembre 2016.
Les tableaux récapitulatifs seront présentés sous la forme prescrite par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 20 octobre 2005 fixant la présentation du budget des communes de la Région de Bruxelles-Capitale.
La colonne relative aux crédits budgétaires devra reprendre les crédits tels que modifiés par les modifications y compris les ajustements réalisés dans le cadre de l'article 10 du Règlement général de la Comptabilité communale.
A.1. Droits constatés, engagements et imputations :
La constatation des droits peut être poursuivie jusqu'au 15 février 2017 pour autant qu'elle soit justifiée par un document établi en bonne et due forme et se référant exclusivement à l'exercice 2016. Cette règle s'applique également aux additionnels perçus par le Service Public Fédéral des Finances ;
les montants des droits constatés seront identiques à ceux repris à la ligne 6 (produits attribués à la commune) du document 173X (cfr. mon courrier du 02.12.2015).
Les droits à recette seront constatés conformément aux dispositions de l'article 46 du R.G.C.C.
Par ailleurs, en application de l'article 73 du R.G.C.C., tout sera mis en oeuvre pour permettre l'imputation de toutes les factures et de tous les décomptes afférents à l'exercice 2016.
Il convient en outre d'examiner la pertinence du maintien de crédits engagés et reportés, et ce, parfois, depuis plusieurs exercices.
Je vous rappelle que l'article 57 du Règlement général de la Comptabilité communale précise qu'un engagement réserve tout ou partie d'un crédit budgétaire à une fin exclusive de toute autre destination. Ainsi, les engagements reportés doivent toujours répondre à ce prescrit et ne peuvent être utilisés a posteriori comme une sorte de réserve sur laquelle seraient imputées des factures pour des fournitures ou travaux non prévus de manière précise à l'origine de l'engagement.
Je vous encourage à poursuivre l'effort de " nettoyage " des créances non recouvrées, d'abord en les reprenant en tant que créances douteuses dans les livres comptables, puis en actant les non-valeurs adéquates.
Bien qu'un effort notable ait été constaté, lors des contrôles des créances fort anciennes apparaissent parfois encore dans les bilans.
Je vous rappelle, en outre, les articles 45 et 46 du RGCC. Ainsi, les droits à recette doivent être enregistrés directement dans la comptabilité et non lors de la perception. Un mauvais suivi des recettes a été remarqué lors des contrôles sur place, en particulier pour les subsides. Outre le fait de grever le résultat du compte, la non- inscription d'un droit à recette risque d'entraîner son oubli.
J'insiste sur l'importance de ces opérations car le résultat budgétaire du compte est basé sur les droits constatés nets et les engagements. Des reports d'engagements inutiles auront une incidence négative sur le résultat. A contrario, des droits constatés pour lesquels plus aucune perception n'est à espérer, influencent favorablement mais de manière fictive les résultats de la comptabilité budgétaire (résultat budgétaire et résultat comptable) mais également ceux de la comptabilité générale (résultat courant et résultat d'exercice au compte de résultats).
En ce qui concerne les dotations communales en faveur des zones de police, chaque commune veillera à respecter strictement le principe de l'annualité de cette dépense.
Pour rappel, depuis 2014, l'ONSS a modifié la procédure concernant la réduction de cotisations patronales appliquée aux ACS. Il ne s'agit plus d'une exonération mais d'une réduction applicable trimestriellement. Il en résulte que les avances mensuelles ne tiennent plus compte de la réduction, une régularisation ayant lieu au moment de la déclaration trimestrielle. Dans ce cadre, il est rappelé que les montants engagés au titre de cotisations patronales ACS devront être régularisés - au moyen d'engagements négatifs - en cours d'année afin de prendre en compte les réductions opérées.
A.2. Modifications budgétaires après l'établissement du formulaire T :
Les insuffisances de crédits constatées après l'arrêt définitif du formulaire T3 feront l'objet de modifications budgétaires votées par le conseil communal. Ces modifications ne reprendront plus les glissements internes opérés durant l'exercice entre les articles budgétaires de la même fonction et de même groupe économique (art 10 RGCC) ; elles prendront valeur au 31 décembre 2016 et emporteront dès lors leur intégration au compte budgétaire 2016 dès leur vote par le conseil communal.
Ces modifications budgétaires porteront exclusivement sur des dépenses du service ordinaire et seront prises conformément aux articles 16 et 73 du R.G.C.C.
Ces dépenses ne peuvent pas porter d'engagements nouveaux. Il sera toutefois tenu compte de situations spécifiques telles que la comptabilisation de charges non décaissées, les dotations aux réserves via des prélèvements et l'inscription des non-valeurs.
Pour rappel, les adaptations de crédits dans les limites de l'article 10 du Règlement général de la Comptabilité communale, ne constituent pas des modifications budgétaires devant être transmises à l'autorité de Tutelle et ne feront dès lors pas partie du document de clôture. J'insiste pour que cette instruction soit respectée.
Ces adaptations internes ne concernent que le service ordinaire.
Les prélèvements sur le boni vers les fonds de réserves engagés au cours de l'année devront également être imputés. En effet, le prélèvement en dépense diminue le résultat cumulé; il est donc logique que le fonds de réserve soit crédité à due concurrence. Or seule une imputation aura cet effet sur la comptabilité générale. Il est donc essentiel que le prélèvement soit imputé, dans sa totalité, pour que le bilan reflète la réalité des réserves.
Dans l'hypothèse où des adaptations budgétaires devraient être apportées au service extraordinaire, elles constitueront toujours l'exception et seront dûment justifiées par un rapport détaillé établi par la commission créée par l'article 12 du R.G.C.C.
A.3. Le résultat des exercices
Conformément à l'article 75 du R.G.C.C., le boni comptable sera constaté ou le mali comptable sera engagé et imputé à concurrence du résultat comptable arrêté au 31 décembre 2016.
Les tableaux récapitulatifs seront présentés sous la forme prescrite par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 20 octobre 2005 fixant la présentation du budget des communes de la Région de Bruxelles-Capitale.
La colonne relative aux crédits budgétaires devra reprendre les crédits tels que modifiés par les modifications y compris les ajustements réalisés dans le cadre de l'article 10 du Règlement général de la Comptabilité communale.
B. BALANS, RESULTATENREKENING EN BIJLAGE
B.1. Overeenkomstig artikel 21 van het A.R.G.C., gebeuren de herwaarderingen op gebouwen volgens de ABEX-index 750 van de maand mei 2016.
B.2. Aangezien de terreinen, overeenkomstig de omzendbrief van 14 juli 1994, op forfaitaire wijze en identiek aan de beginbalans gewaardeerd werden, zou voor hun herwaardering op de rekening 2016 uitgegaan moeten worden van de wettelijke coëfficiënt van automatische indexering van de kadastrale inkomens, zijnde een indexering van 0,56%, berekend als de verhouding tussen de coëfficiënt 2016 (1,7153) en de coëfficiënt 2015 (1,7057), zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 januari 2016 en 21 januari 2015.
B.3. Behoudens de gebruikelijke boekhoudkundige documenten (balans, resultatenrekening), dienen de balansen van de algemene en de bijzondere rekeningen te worden medegedeeld, evenals de wettelijke bijlage (omzendbrief van 10 september 1998 betreffende de voorstelling en de inhoud van de gemeentelijke jaarrekeningen) en het analyseverslag van de begroting en de boekhouding. De gemeenten worden eraan herinnerd dat hen een instrument voor de controle en de opmaak van de rekeningen ter beschikking werd gesteld. Bovendien moeten de boekhoudkundige documenten bedoeld in artikel 44 van het A.R.G.C. en vastgesteld bij ministerieel besluit van 23 september 1991 (BS van 21 oktober 1991) ter beschikking gehouden worden van de afgevaardigden van het Bestuur Plaatselijke Besturen.
B.4. Werken in uitvoering
Er moet op toegezien worden dat de rekeningen "werken in uitvoering" en "aankopen in uitvoering" met betrekking tot voltooide werken en verrichte aankopen afgesloten worden in de boekhouding. Uit het onderzoek van de jaarrekeningen blijkt immers dat het saldo van de rekeningen "werken in uitvoering" elk jaar toeneemt. Er is dan ook een nauwgezette follow-up nodig opdat de balans een precies beeld zou geven van de situatie. Verder is het zo dat zolang deze rekeningen niet afgesloten zijn, er geen afschrijvingen verricht worden. Dit leidt tot een fictieve verbetering van de resultatenrekening en geeft een vertekend beeld van de balans.
In bijlage 1 vindt u een tabel waarin de op 31 december in uitvoering zijnde werken moeten ingevuld worden, gerangschikt per categorie.
B.5. Regularisatie- en wachtrekeningen
Bij de uiteindelijke afsluiting van het dienstjaar, mogen de regularisatie- en de wachtrekeningen van de balans (rekeningen 49) slechts melding maken van de bedragen die er thuishoren.
Met andere woorden, deze rekeningen moeten worden gezuiverd vooraleer ze worden afgesloten en hun saldo dient behoorlijk verantwoord te worden aan de hand van een gedetailleerde tabel voor elk van de algemene rekeningen die deel uitmaken van de totalen ingeschreven in de rubrieken X en X' van de balans.
B.6. Situatie van de gemeenteschuld
Het spreekt vanzelf dat de situatie van de gemeenteschuld zoals deze in de balans wordt voorgesteld, de exacte weergave moet zijn van de werkelijke situatie van de schuld. Hoewel wordt aanvaard dat er verschillen kunnen bestaan ten opzichte van de documenten die de bank bezorgt, moeten deze verschillen toegelicht worden aan de hand van een tabel die de overeenstemming moet verduidelijken tussen de saldi van de schuld op de balans en deze die de bankinstelling heeft bezorgd.
Daarnaast vindt u als bijlage 2 een in te vullen tabel over de stand van uw leningen op 31 december 2016.
De vereiste gegevens worden u meegedeeld door de bankinstellingen.
Ik herinner u eraan dat overeenkomstig artikel 1 van het A.R.G.C. een invorderingsrecht vastgesteld moet worden voor elke lening wanneer het college deze bestelt. Bovendien bepaalt artikel 47 dat de algemene rekeningen tegelijkertijd bijgehouden worden en dat de vaststelling van het recht gepaard moet gaan met een debitering van de rekening 41300 alsook met een creditering van de rekening 17 voor het bestelde bedrag.
Ik herinner u eraan dat overeenkomstig de omzendbrief van 7 januari 2013 betreffende de gemeentelijke leningen, de tabel over de stand van uw leningen op 31 december 2016, die bij de rekening gevoegd moet worden, tevens elektronisch doorgestuurd moet worden.
Uitzonderlijke financiering van de schoolgebouwen van het officieel gesubsidieerd onderwijs - Lening CRAC
De leningen die via het CRAC werden aangegaan in het kader van de uitzonderlijke financiering van de schoolgebouwen moeten worden geregistreerd onder de economische code 962-51 "Leningen ten laste van de hogere overheid".
De jaarlijkse kosten voor deze leningen worden geregistreerd onder de economische codes 212-01 (rente) en 912-01 (kapitaal).
De terugbetaling van de jaarlijkse kosten voor deze leningen door het CRAC wordt geregistreerd onder de economische code 664-01 "Terugvordering van de hogere overheden van aflossingen van leningen" voor het kapitaal en onder de economische code 464-01 "Terugvordering van de hogere overheden van de financiële kosten van leningen" voor de rente.
De gemeenten die deze "subsidie" van de Franse Gemeenschap onder een economische code voor subsidie in kapitaal zouden hebben ondergebracht moeten vanzelfsprekend een onverhaalbare registreren om geen dubbele financiering in hun boekhouding te behouden.
Gewaarborgde leningen
De gewaarborgde leningen van het Fonds de Garantie (Franse Gemeenschap) worden geregistreerd onder de economische code 961-51 "Leningen ten laste van de gemeente". De rentesubsidie die het Fonds de Garantie heeft toegekend moet worden geregistreerd onder de economische code 464-01 "Terugvordering van de hogere overheden van de financiële kosten van leningen".
B.7. Subsidies aan vzw's
In bijlage 3 vindt u een model van tabel, waarin alle subsidies aan vzw's vermeld moeten worden. Vermeld voor elke subsidie het begrote en het werkelijk toegekende bedrag, alsook het begrotingsartikel waarop de uitgave is aangerekend.
B.8. Pensioenfondsen
Bijlage 4 (a, b of c) moet ingevuld worden naargelang de beheerswijze van de pensioenen waarvoor uw gemeente heeft gekozen.
B.9. Nog te innen schuldvorderingen
In dit verband vindt u een modeltabel als bijlage 5.
B.10. Toegekende waarborgen
In het kader van de controle die uitgeoefend wordt door de Europese instanties dient u elk jaar een lijst te bezorgen van de schulden van de entiteiten die de waarborg van de plaatselijke besturen genieten, en dit uiterlijk tegen 30 juni.
De modeltabel wordt u op verzoek toegestuurd.
B.1. Overeenkomstig artikel 21 van het A.R.G.C., gebeuren de herwaarderingen op gebouwen volgens de ABEX-index 750 van de maand mei 2016.
B.2. Aangezien de terreinen, overeenkomstig de omzendbrief van 14 juli 1994, op forfaitaire wijze en identiek aan de beginbalans gewaardeerd werden, zou voor hun herwaardering op de rekening 2016 uitgegaan moeten worden van de wettelijke coëfficiënt van automatische indexering van de kadastrale inkomens, zijnde een indexering van 0,56%, berekend als de verhouding tussen de coëfficiënt 2016 (1,7153) en de coëfficiënt 2015 (1,7057), zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 januari 2016 en 21 januari 2015.
B.3. Behoudens de gebruikelijke boekhoudkundige documenten (balans, resultatenrekening), dienen de balansen van de algemene en de bijzondere rekeningen te worden medegedeeld, evenals de wettelijke bijlage (omzendbrief van 10 september 1998 betreffende de voorstelling en de inhoud van de gemeentelijke jaarrekeningen) en het analyseverslag van de begroting en de boekhouding. De gemeenten worden eraan herinnerd dat hen een instrument voor de controle en de opmaak van de rekeningen ter beschikking werd gesteld. Bovendien moeten de boekhoudkundige documenten bedoeld in artikel 44 van het A.R.G.C. en vastgesteld bij ministerieel besluit van 23 september 1991 (BS van 21 oktober 1991) ter beschikking gehouden worden van de afgevaardigden van het Bestuur Plaatselijke Besturen.
B.4. Werken in uitvoering
Er moet op toegezien worden dat de rekeningen "werken in uitvoering" en "aankopen in uitvoering" met betrekking tot voltooide werken en verrichte aankopen afgesloten worden in de boekhouding. Uit het onderzoek van de jaarrekeningen blijkt immers dat het saldo van de rekeningen "werken in uitvoering" elk jaar toeneemt. Er is dan ook een nauwgezette follow-up nodig opdat de balans een precies beeld zou geven van de situatie. Verder is het zo dat zolang deze rekeningen niet afgesloten zijn, er geen afschrijvingen verricht worden. Dit leidt tot een fictieve verbetering van de resultatenrekening en geeft een vertekend beeld van de balans.
In bijlage 1 vindt u een tabel waarin de op 31 december in uitvoering zijnde werken moeten ingevuld worden, gerangschikt per categorie.
B.5. Regularisatie- en wachtrekeningen
Bij de uiteindelijke afsluiting van het dienstjaar, mogen de regularisatie- en de wachtrekeningen van de balans (rekeningen 49) slechts melding maken van de bedragen die er thuishoren.
Met andere woorden, deze rekeningen moeten worden gezuiverd vooraleer ze worden afgesloten en hun saldo dient behoorlijk verantwoord te worden aan de hand van een gedetailleerde tabel voor elk van de algemene rekeningen die deel uitmaken van de totalen ingeschreven in de rubrieken X en X' van de balans.
B.6. Situatie van de gemeenteschuld
Het spreekt vanzelf dat de situatie van de gemeenteschuld zoals deze in de balans wordt voorgesteld, de exacte weergave moet zijn van de werkelijke situatie van de schuld. Hoewel wordt aanvaard dat er verschillen kunnen bestaan ten opzichte van de documenten die de bank bezorgt, moeten deze verschillen toegelicht worden aan de hand van een tabel die de overeenstemming moet verduidelijken tussen de saldi van de schuld op de balans en deze die de bankinstelling heeft bezorgd.
Daarnaast vindt u als bijlage 2 een in te vullen tabel over de stand van uw leningen op 31 december 2016.
De vereiste gegevens worden u meegedeeld door de bankinstellingen.
Ik herinner u eraan dat overeenkomstig artikel 1 van het A.R.G.C. een invorderingsrecht vastgesteld moet worden voor elke lening wanneer het college deze bestelt. Bovendien bepaalt artikel 47 dat de algemene rekeningen tegelijkertijd bijgehouden worden en dat de vaststelling van het recht gepaard moet gaan met een debitering van de rekening 41300 alsook met een creditering van de rekening 17 voor het bestelde bedrag.
Ik herinner u eraan dat overeenkomstig de omzendbrief van 7 januari 2013 betreffende de gemeentelijke leningen, de tabel over de stand van uw leningen op 31 december 2016, die bij de rekening gevoegd moet worden, tevens elektronisch doorgestuurd moet worden.
Uitzonderlijke financiering van de schoolgebouwen van het officieel gesubsidieerd onderwijs - Lening CRAC
De leningen die via het CRAC werden aangegaan in het kader van de uitzonderlijke financiering van de schoolgebouwen moeten worden geregistreerd onder de economische code 962-51 "Leningen ten laste van de hogere overheid".
De jaarlijkse kosten voor deze leningen worden geregistreerd onder de economische codes 212-01 (rente) en 912-01 (kapitaal).
De terugbetaling van de jaarlijkse kosten voor deze leningen door het CRAC wordt geregistreerd onder de economische code 664-01 "Terugvordering van de hogere overheden van aflossingen van leningen" voor het kapitaal en onder de economische code 464-01 "Terugvordering van de hogere overheden van de financiële kosten van leningen" voor de rente.
De gemeenten die deze "subsidie" van de Franse Gemeenschap onder een economische code voor subsidie in kapitaal zouden hebben ondergebracht moeten vanzelfsprekend een onverhaalbare registreren om geen dubbele financiering in hun boekhouding te behouden.
Gewaarborgde leningen
De gewaarborgde leningen van het Fonds de Garantie (Franse Gemeenschap) worden geregistreerd onder de economische code 961-51 "Leningen ten laste van de gemeente". De rentesubsidie die het Fonds de Garantie heeft toegekend moet worden geregistreerd onder de economische code 464-01 "Terugvordering van de hogere overheden van de financiële kosten van leningen".
B.7. Subsidies aan vzw's
In bijlage 3 vindt u een model van tabel, waarin alle subsidies aan vzw's vermeld moeten worden. Vermeld voor elke subsidie het begrote en het werkelijk toegekende bedrag, alsook het begrotingsartikel waarop de uitgave is aangerekend.
B.8. Pensioenfondsen
Bijlage 4 (a, b of c) moet ingevuld worden naargelang de beheerswijze van de pensioenen waarvoor uw gemeente heeft gekozen.
B.9. Nog te innen schuldvorderingen
In dit verband vindt u een modeltabel als bijlage 5.
B.10. Toegekende waarborgen
In het kader van de controle die uitgeoefend wordt door de Europese instanties dient u elk jaar een lijst te bezorgen van de schulden van de entiteiten die de waarborg van de plaatselijke besturen genieten, en dit uiterlijk tegen 30 juni.
De modeltabel wordt u op verzoek toegestuurd.
B. BILAN, COMPTE DE RESULTATS ET ANNEXE
B.1. Conformément à l'article 21 du R.G.C.C., les réévaluations sur les constructions seront opérées suivant l'indice ABEX 750 du mois de mai 2016.
B.2. L'évaluation des terrains ayant été faite de manière forfaitaire et uniforme au bilan de départ conformément à la circulaire du 14 juillet 1994, leur réévaluation au compte 2016 devrait se baser sur le coefficient légal d'indexation automatique des revenus cadastraux, soit une indexation de 0,56% obtenue par le rapport du coefficient 2016 (1,7153) sur le coefficient 2015 (1,7057) tels que publiés au Moniteur belge des 28 janvier 2016 et 21 janvier 2015.
B.3. Outre les documents comptables usuels (bilan, compte de résultats), il convient de communiquer les balances des comptes généraux et particuliers, l'annexe légale (circulaire du 10 septembre 1998 relative à la présentation et au contenu des comptes annuels des communes), ainsi que le rapport d'analyse budgétaire et comptable. Il est rappelé qu'un outil de contrôle et de confection des comptes a été mis à la disposition des communes. De plus, il convient de tenir à la disposition des délégués de l'Administration des Pouvoirs locaux les documents comptables prévus en exécution de l'article 44 du R.G.C.C. et fixés par l'arrêté ministériel du 23 septembre 1991 (MB du 21 octobre 1991).
B.4. Travaux en cours.
Les services veilleront à clôturer dans la comptabilité les comptes " travaux en cours " et " achats en cours " relatifs aux chantiers terminés et les achats réalisés. En effet, l'examen des comptes annuels révèle que ces comptes " travaux en cours " augmentent chaque année. Un suivi rigoureux est essentiel pour une lecture précise du bilan. De même, tant que ces comptes ne sont pas clôturés, les amortissements ne sont pas effectués, ce qui améliore fictivement le compte de résultats et fausse la lecture du bilan.
Vous trouverez en annexe 1reun tableau à compléter avec les travaux en cours au 31 décembre, regroupés par catégorie.
B.5. Comptes de régularisation et d'attente
A la clôture définitive de l'exercice, les comptes de régularisation et d'attente du bilan (comptes 49) ne peuvent mentionner que les sommes qui y trouvent leur place.
En d'autres termes, un nettoyage de ces comptes s'impose avant l'arrêt des comptes. Leur solde doit être dûment justifié au moyen d'un tableau détaillé pour chacun des comptes généraux qui composent les totaux inscrits aux rubriques X et X' du bilan.
B.6. Situation de la dette communale.
Il est inutile de rappeler que la situation de la dette communale telle qu'elle apparaît au bilan doit impérativement constituer le reflet exact de la situation réelle de la dette. S'il est admis que des différences peuvent exister au regard des documents transmis par les banques, ces différences doivent obligatoirement être expliquées au moyen d'un tableau qui établira la concordance entre les soldes de la dette au bilan et ceux transmis par les organismes financiers.
En outre, vous trouverez en annexe 2, un tableau à compléter concernant l'état des lieux de vos emprunts au 31 décembre 2016.
Ces informations vous sont communiquées par les organismes bancaires.
Conformément à l'article 1er du RGCC, un droit à recette doit être constaté pour chaque emprunt lorsque le collège passe commande de celui-ci. En outre, l'article 47 stipule que les comptes généraux doivent être tenus à jour simultanément et que la constatation du droit doit être accompagnée d'un débit du compte 41300 ainsi que du crédit du compte 17 pour le montant commandé.
Je vous rappelle, que conformément à la circulaire du 7 janvier 2013 relative aux emprunts communaux, le tableau concernant l'état des lieux de vos emprunts au 31 décembre 2016 devant être joint au compte devra en plus être transmis électroniquement.
Financement exceptionnel des bâtiments scolaires du réseau officiel subventionné - Prêt CRAC
Les emprunts contractés via le CRAC dans le cadre du financement exceptionnel des bâtiments scolaires doivent être enregistrés sous le code économique 962-51 " Emprunts à charge de l'autorité supérieure ".
Les charges annuelles de ces prêts s'enregistrent sous les codes économiques 212-01 (intérêts) et 912-01 (capital).
Le remboursement des charges annuelles de ces emprunts par le CRAC s'enregistre sous le code économique 664-01 " Récupération sur l'autorité supérieure des remboursements périodiques d'emprunts " pour le capital et sous le code économique 464-01 " Remboursement par l'autorité supérieure des charges financières des emprunts " pour les intérêts ".
Les communes qui auraient enregistré ce " subside " de la FWB sous un code économique de subside en capital doivent bien sûr enregistrer une non-valeur afin de ne pas maintenir un double financement dans leur comptabilité.
Prêts garantis
Les prêts garantis par le Fonds de Garantie (FWB) sont enregistrés sous le code économique 961-51 " emprunts à charge de la commune ". La subvention en intérêts accordée par le Fonds de Garantie doit être enregistrée sous le code économique 464-01 " remboursement par l'autorité supérieure des charges financières des emprunts ".
B.7. Subsides aux Asbl
Vous trouverez en annexe 3, un modèle de tableau à compléter reprenant pour chaque subside à une Asbl le montant prévu et réellement octroyé, ainsi que l'article budgétaire auquel est imputée cette dépense.
B.8. Fonds de pensions
L'annexe 4 (a, b ou c) sera complétée en fonction du mode de gestion de ses pensions pour lequel votre commune a opté.
B.9. Créances à recouvrer
A ce sujet, un modèle de tableau vous est présenté en annexe 5.
B.10. Garanties octroyées.
Dans le cadre du contrôle exercé par les instances européennes, vous êtes appelés à fournir, chaque année, la liste des dettes des entités bénéficiant de la garantie des pouvoirs locaux et ce pour le 30 juin au plus tard.
Le modèle de tableau vous sera envoyé sur demande.
B.1. Conformément à l'article 21 du R.G.C.C., les réévaluations sur les constructions seront opérées suivant l'indice ABEX 750 du mois de mai 2016.
B.2. L'évaluation des terrains ayant été faite de manière forfaitaire et uniforme au bilan de départ conformément à la circulaire du 14 juillet 1994, leur réévaluation au compte 2016 devrait se baser sur le coefficient légal d'indexation automatique des revenus cadastraux, soit une indexation de 0,56% obtenue par le rapport du coefficient 2016 (1,7153) sur le coefficient 2015 (1,7057) tels que publiés au Moniteur belge des 28 janvier 2016 et 21 janvier 2015.
B.3. Outre les documents comptables usuels (bilan, compte de résultats), il convient de communiquer les balances des comptes généraux et particuliers, l'annexe légale (circulaire du 10 septembre 1998 relative à la présentation et au contenu des comptes annuels des communes), ainsi que le rapport d'analyse budgétaire et comptable. Il est rappelé qu'un outil de contrôle et de confection des comptes a été mis à la disposition des communes. De plus, il convient de tenir à la disposition des délégués de l'Administration des Pouvoirs locaux les documents comptables prévus en exécution de l'article 44 du R.G.C.C. et fixés par l'arrêté ministériel du 23 septembre 1991 (MB du 21 octobre 1991).
B.4. Travaux en cours.
Les services veilleront à clôturer dans la comptabilité les comptes " travaux en cours " et " achats en cours " relatifs aux chantiers terminés et les achats réalisés. En effet, l'examen des comptes annuels révèle que ces comptes " travaux en cours " augmentent chaque année. Un suivi rigoureux est essentiel pour une lecture précise du bilan. De même, tant que ces comptes ne sont pas clôturés, les amortissements ne sont pas effectués, ce qui améliore fictivement le compte de résultats et fausse la lecture du bilan.
Vous trouverez en annexe 1reun tableau à compléter avec les travaux en cours au 31 décembre, regroupés par catégorie.
B.5. Comptes de régularisation et d'attente
A la clôture définitive de l'exercice, les comptes de régularisation et d'attente du bilan (comptes 49) ne peuvent mentionner que les sommes qui y trouvent leur place.
En d'autres termes, un nettoyage de ces comptes s'impose avant l'arrêt des comptes. Leur solde doit être dûment justifié au moyen d'un tableau détaillé pour chacun des comptes généraux qui composent les totaux inscrits aux rubriques X et X' du bilan.
B.6. Situation de la dette communale.
Il est inutile de rappeler que la situation de la dette communale telle qu'elle apparaît au bilan doit impérativement constituer le reflet exact de la situation réelle de la dette. S'il est admis que des différences peuvent exister au regard des documents transmis par les banques, ces différences doivent obligatoirement être expliquées au moyen d'un tableau qui établira la concordance entre les soldes de la dette au bilan et ceux transmis par les organismes financiers.
En outre, vous trouverez en annexe 2, un tableau à compléter concernant l'état des lieux de vos emprunts au 31 décembre 2016.
Ces informations vous sont communiquées par les organismes bancaires.
Conformément à l'article 1er du RGCC, un droit à recette doit être constaté pour chaque emprunt lorsque le collège passe commande de celui-ci. En outre, l'article 47 stipule que les comptes généraux doivent être tenus à jour simultanément et que la constatation du droit doit être accompagnée d'un débit du compte 41300 ainsi que du crédit du compte 17 pour le montant commandé.
Je vous rappelle, que conformément à la circulaire du 7 janvier 2013 relative aux emprunts communaux, le tableau concernant l'état des lieux de vos emprunts au 31 décembre 2016 devant être joint au compte devra en plus être transmis électroniquement.
Financement exceptionnel des bâtiments scolaires du réseau officiel subventionné - Prêt CRAC
Les emprunts contractés via le CRAC dans le cadre du financement exceptionnel des bâtiments scolaires doivent être enregistrés sous le code économique 962-51 " Emprunts à charge de l'autorité supérieure ".
Les charges annuelles de ces prêts s'enregistrent sous les codes économiques 212-01 (intérêts) et 912-01 (capital).
Le remboursement des charges annuelles de ces emprunts par le CRAC s'enregistre sous le code économique 664-01 " Récupération sur l'autorité supérieure des remboursements périodiques d'emprunts " pour le capital et sous le code économique 464-01 " Remboursement par l'autorité supérieure des charges financières des emprunts " pour les intérêts ".
Les communes qui auraient enregistré ce " subside " de la FWB sous un code économique de subside en capital doivent bien sûr enregistrer une non-valeur afin de ne pas maintenir un double financement dans leur comptabilité.
Prêts garantis
Les prêts garantis par le Fonds de Garantie (FWB) sont enregistrés sous le code économique 961-51 " emprunts à charge de la commune ". La subvention en intérêts accordée par le Fonds de Garantie doit être enregistrée sous le code économique 464-01 " remboursement par l'autorité supérieure des charges financières des emprunts ".
B.7. Subsides aux Asbl
Vous trouverez en annexe 3, un modèle de tableau à compléter reprenant pour chaque subside à une Asbl le montant prévu et réellement octroyé, ainsi que l'article budgétaire auquel est imputée cette dépense.
B.8. Fonds de pensions
L'annexe 4 (a, b ou c) sera complétée en fonction du mode de gestion de ses pensions pour lequel votre commune a opté.
B.9. Créances à recouvrer
A ce sujet, un modèle de tableau vous est présenté en annexe 5.
B.10. Garanties octroyées.
Dans le cadre du contrôle exercé par les instances européennes, vous êtes appelés à fournir, chaque année, la liste des dettes des entités bénéficiant de la garantie des pouvoirs locaux et ce pour le 30 juin au plus tard.
Le modèle de tableau vous sera envoyé sur demande.
C. VERIFICATION DES COMPTES
Un contrôle de la logique comptable est indispensable lors de la clôture des comptes. La Région met, à cette fin, le progiciel d'élaboration des comptes annuels " Publicount " à disposition des communes.
Un contrôle de la logique comptable est indispensable lors de la clôture des comptes. La Région met, à cette fin, le progiciel d'élaboration des comptes annuels " Publicount " à disposition des communes.
C. VERIFICATION DES COMPTES
Un contrôle de la logique comptable est indispensable lors de la clôture des comptes. La Région met, à cette fin, le progiciel d'élaboration des comptes annuels " Publicount " à disposition des communes.
Un contrôle de la logique comptable est indispensable lors de la clôture des comptes. La Région met, à cette fin, le progiciel d'élaboration des comptes annuels " Publicount " à disposition des communes.
D. OVERZENDING EN INFORMATIEDRAGER
De overzending van de rekeningen (begrotingsrekening, balans, resultatenrekening) in haar authentieke vorm, in vier tweetalige exemplaren en ondertekend door de bevoegde gemeentelijke overheden, blijft altijd verplicht.
De wettelijke bijlage en de in punten B3 tot B10 vermelde documenten moeten bijgevoegd worden in één exemplaar.
De bijlagen 1 tot 5 dienen elektronisch én in Excel-formaat, via het generiek emailadres financeslocales@gob.brussels. te worden overgezonden en dit voorafgaand aan de indiening van de papieren en/of "TXchange"-versie.
Elektronische overzending
Het besluit van 20 maart 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van het informaticaformaat van de begrotingen en rekeningen van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is van toepassing op de rekeningen 2016.
Daarom verwijs ik u naar de omzendbrief van 4 december 2008 met betrekking tot de Gegevensbank van de gemeentelijke financiën - Gegevensoverdracht. De informaticus van het CIBG, Koen De Pauw (02-204 27 47) of Antoine Marc (02-204 28 45), zal een antwoord kunnen geven op uw technische vragen.
Deze overdracht van gegevens, via " combud ", dient absoluut vooraf te gaan aan de indiening van de papieren versie van de rekening en de verzending ervan via het elektronische platform " TXchange, zo niet zal de rekening geweigerd worden.
U dient tevens absoluut het boekhoudplan na te leven. Ik verzoek u daarom rekening te houden met de opmerkingen die u werden bezorgd over het gebruik van foutieve functionele of economische codes en de nodige verbeteringen aan te brengen. Tevens zijn negatieve kredieten (vastgestelde rechten, vastleggingen of aanrekeningen) niet toegelaten. Gelieve ook daar rekening mee te houden.
Voor het overige wordt verwezen naar de vorige omzendbrieven betreffende de afsluiting van de boekhouding.
Tenslotte herinner ik u nog aan de bepalingen van artikel 112 van de Nieuwe Gemeentewet dat voorschrijft dat vanaf hun goedkeuring door de gemeenteraad, volgende documenten worden bekendgemaakt op de website van de gemeente : de gemeentelijke ontwikkelingsplannen, de gemeentelijke bestemmingsplannen, de jaarlijkse begroting en de rekeningen.
De overzending van de rekeningen (begrotingsrekening, balans, resultatenrekening) in haar authentieke vorm, in vier tweetalige exemplaren en ondertekend door de bevoegde gemeentelijke overheden, blijft altijd verplicht.
De wettelijke bijlage en de in punten B3 tot B10 vermelde documenten moeten bijgevoegd worden in één exemplaar.
De bijlagen 1 tot 5 dienen elektronisch én in Excel-formaat, via het generiek emailadres financeslocales@gob.brussels. te worden overgezonden en dit voorafgaand aan de indiening van de papieren en/of "TXchange"-versie.
Elektronische overzending
Het besluit van 20 maart 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van het informaticaformaat van de begrotingen en rekeningen van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is van toepassing op de rekeningen 2016.
Daarom verwijs ik u naar de omzendbrief van 4 december 2008 met betrekking tot de Gegevensbank van de gemeentelijke financiën - Gegevensoverdracht. De informaticus van het CIBG, Koen De Pauw (02-204 27 47) of Antoine Marc (02-204 28 45), zal een antwoord kunnen geven op uw technische vragen.
Deze overdracht van gegevens, via " combud ", dient absoluut vooraf te gaan aan de indiening van de papieren versie van de rekening en de verzending ervan via het elektronische platform " TXchange, zo niet zal de rekening geweigerd worden.
U dient tevens absoluut het boekhoudplan na te leven. Ik verzoek u daarom rekening te houden met de opmerkingen die u werden bezorgd over het gebruik van foutieve functionele of economische codes en de nodige verbeteringen aan te brengen. Tevens zijn negatieve kredieten (vastgestelde rechten, vastleggingen of aanrekeningen) niet toegelaten. Gelieve ook daar rekening mee te houden.
Voor het overige wordt verwezen naar de vorige omzendbrieven betreffende de afsluiting van de boekhouding.
Tenslotte herinner ik u nog aan de bepalingen van artikel 112 van de Nieuwe Gemeentewet dat voorschrijft dat vanaf hun goedkeuring door de gemeenteraad, volgende documenten worden bekendgemaakt op de website van de gemeente : de gemeentelijke ontwikkelingsplannen, de gemeentelijke bestemmingsplannen, de jaarlijkse begroting en de rekeningen.
D. TRANSMISSION ET SUPPORT
La transmission des comptes (compte budgétaire, bilan, compte de résultats) dans sa forme authentique, en quatre exemplaires bilingues et signés par les autorités communales compétentes, reste toujours obligatoire.
L'annexe légale, et les documents repris aux points B3 à B10 seront joints en un exemplaire.
Les annexes 1 à 5 seront transmises de manière électronique et sous format Excel via l'adresse mail générique financeslocales@sprb.brussels et ce préalablement au dépôt de la version papier et/ou de la version " TXchange ".
Transmission électronique
L'arrêté du 20 mars 2008 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant le format informatique des budgets et des comptes des communes de la Région de Bruxelles-Capitale est d'application pour les comptes 2016.
A cet égard, je vous renvoie à la circulaire du 4 décembre 2008 relative à la Base de données des finances communales - Transfert des données. Les informaticiens du CIRB, Koen De Pauw (02-204 27 47) ou Antoine Marc (02-204 28 45) pourront répondre à vos questions techniques.
Ce transfert de données, via "combud", doit se faire impérativement avant le dépôt de la version papier du compte et de la transmission via la plateforme "TXchange", sans quoi le compte sera refusé.
Il est primordial que vous respectiez le plan comptable. Je vous invite dès lors à tenir compte des remarques qui vous ont été adressées concernant l'utilisation de codes fonctionnels ou économiques erronés et de procéder aux corrections qui s'imposent. De même, les crédits négatifs (droits constatés, engagements ou imputations) ne sont pas admissibles. Veuillez également en tenir compte.
Pour le surplus, il y a lieu de se référer aux circulaires précédentes relatives à la clôture comptable.
Finalement, je vous rappelle les dispositions de l'article 112 de la nouvelle loi communale qui prescrivent que, dès leur approbation par le conseil communal, les documents suivants sont publiés sur le site internet de la commune : les plans communaux de développement et les plans communaux d'affectation du sol, le budget annuel et les comptes.
La transmission des comptes (compte budgétaire, bilan, compte de résultats) dans sa forme authentique, en quatre exemplaires bilingues et signés par les autorités communales compétentes, reste toujours obligatoire.
L'annexe légale, et les documents repris aux points B3 à B10 seront joints en un exemplaire.
Les annexes 1 à 5 seront transmises de manière électronique et sous format Excel via l'adresse mail générique financeslocales@sprb.brussels et ce préalablement au dépôt de la version papier et/ou de la version " TXchange ".
Transmission électronique
L'arrêté du 20 mars 2008 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant le format informatique des budgets et des comptes des communes de la Région de Bruxelles-Capitale est d'application pour les comptes 2016.
A cet égard, je vous renvoie à la circulaire du 4 décembre 2008 relative à la Base de données des finances communales - Transfert des données. Les informaticiens du CIRB, Koen De Pauw (02-204 27 47) ou Antoine Marc (02-204 28 45) pourront répondre à vos questions techniques.
Ce transfert de données, via "combud", doit se faire impérativement avant le dépôt de la version papier du compte et de la transmission via la plateforme "TXchange", sans quoi le compte sera refusé.
Il est primordial que vous respectiez le plan comptable. Je vous invite dès lors à tenir compte des remarques qui vous ont été adressées concernant l'utilisation de codes fonctionnels ou économiques erronés et de procéder aux corrections qui s'imposent. De même, les crédits négatifs (droits constatés, engagements ou imputations) ne sont pas admissibles. Veuillez également en tenir compte.
Pour le surplus, il y a lieu de se référer aux circulaires précédentes relatives à la clôture comptable.
Finalement, je vous rappelle les dispositions de l'article 112 de la nouvelle loi communale qui prescrivent que, dès leur approbation par le conseil communal, les documents suivants sont publiés sur le site internet de la commune : les plans communaux de développement et les plans communaux d'affectation du sol, le budget annuel et les comptes.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N. Bijlagen 1 tot en met 5.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-04-2017, p. 51846)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-04-2017, p. 51846)
Art. N. Annexes 1 à 5.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 18-04-2017, p. 51846)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 18-04-2017, p. 51846)