Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
27 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale referent en de begeleidingsvoorwaarden van het begeleid gezin(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-2014 en tekstbijwerking tot 17-06-2024)
Titre
27 FEVRIER 2014. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif au référent social et aux conditions d'accompagnement du ménage accompagné(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-03-2014 et mise à jour au 17-06-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (19)
Texte (19)
HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen
CHAPITRE Ier. - Des définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Wetboek : het [1 Wetboek van duurzaam wonen]1;
  2° [1 Minister: de minister bevoegd voor Huisvesting]1;
  3° maatschappij : de openbare huisvestingsmaatschappij;
  4° "referent" : de sociale referent bedoeld in artikel 131bis van het Wetboek.
  
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre par :
  1° Code : [1 le Code de l'habitation durable]1;
  2° [1 Ministre : le Ministre compétent en matière de Logement]1;
  3° société : la société de logement de service public;
  4° référent : le référent social visé à l'article 131bis du Code.
  
HOOFDSTUK II. - Aanwervingsvoorwaarden
CHAPITRE II. - Des conditions de recrutement
Art.2. Onverminderd de bepalingen tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van indienstneming van het personeel van een maatschappij bepaald door de Regering overeenkomstig artikel 159 van het Wetboek, wordt in een maatschappij als referent aangeworven hetzij :
  1° de houder van een diploma dat toegang verschaft tot een functie van ambtenaar van niveau 1 of 2+ in het domein van de sociale, psychologische of menswetenschappen;
  2° de houder van een diploma dat toegang verschaft tot een functie van ambtenaar van niveau 2+ en die het bewijs van minstens drie jaar ervaring op sociaal vlak kan leveren;
  Het ambtprofiel wordt [1 ...]1 door de Minister goedgekeurd.
  
Art.2. Sans préjudice des dispositions fixant les conditions et modalités d'engagement du personnel d'une société déterminées par le Gouvernement en application de l'article 159 du Code, est recruté en tant que référent dans une société soit :
  1° le titulaire d'un diplôme permettant l'accès à un poste de fonctionnaire de niveau 1 ou de niveau 2+ dans le domaine des sciences sociales, humaines ou psychologiques;
  2° le titulaire d'un diplôme permettant l'accès à un poste de fonctionnaire de niveau 2+ et pouvant justifier d'une expérience utile de trois ans dans le domaine social.
  Un profil de fonction est [1 ...]1 approuvé par le Ministre.
  
HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor de netwerking van de sociale begeleiding
CHAPITRE III. - Des modalités de mise en réseau de l'accompagnement social
Art.3. § 1. Om haar sociale begeleidingsopdracht zoals bepaald in artikel 1, 11ter, van het Wetboek te vervullen, sluit de maatschappij een kaderovereenkomst af om individuele, collectieve of gemeenschappelijke acties te voorzien in elk van de volgende domeinen:
  1° de "woonpedagogie" in de woning maar ook in de omgeving ervan;
  2° de strijd tegen de onbetaalde sommen;
  3° de herhuisvestingshulp in de zin van een hulp voor herhuisvesting in het kader van een vrijwillige overplaatsing of de begeleiding van gezinnen die door een maatschappij worden ontzet.
  De omgeving van de woning omvat het beheer van de gemeenschappelijke ruimten, van de omgeving, de problemen van wangedrag en integratie in de buurt.
  De overeenkomsten bedoeld in het eerste lid worden door de maatschappij gesloten met één of meerdere partners die onder de volgende categorieën ressorteren:
  1° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  2° de gemeenten van haar gebied;
  3° de instellingen met een maatschappelijk doel bedoeld in hoofdstuk VI van titel III van het Wetboek;
  4° de erkende sociale contactpunten en de gelijkaardige instellingen in de Duitstalige Gemeenschap;
  5° de adviescomités van huurders en eigenaars bedoeld in onderafdeling 5 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van het Wetboek;
  6° de gemeenten met een plan voor maatschappelijke cohesie indien ze op het grondgebied van de maatschappij bestaan of een gelijkaardig plan in de Duitstalige Gemeenschap.
  De overeenkomsten bedoeld in het eerste lid tellen, bovendien, minstens één actor uit de sociale verenigingssector of uit de sector van de permanente opvoeding.
  § 2. Elke kaderovereenkomst voorziet een specifieke sociale begeleiding voor de begeleide gezinnen bedoeld in artikel 1, 31°bis, van het Wetboek. De begeleide gezinnen zijn specifiek:
  - nieuwe huurders die voordien door een vastgoedbeheerder begeleid waren en die een begeleiding nodig hebben bij de overgang naar een sociale woning;
  - de huurders van een maatschappij met verschillende psycho - medico - sociaal-economische moeilijkheden die een overkoepelende begeleiding nodig hebben om hun verder verblijf in de sociale woning te bevorderen.
  Deze gezinnen komen in aanmerking op grond van een voorstel van de sociale referent die gegevens aanbrengt waaruit de moeilijkheden in de domeinen bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, moeten blijken.
  De sociale specifieke begeleiding is een begeleiding die voornamelijk individueel is en die erin bestaat om de uitvoering van de overeenkomst die de huurder met de maatschappij verbindt te goeder trouw na te streven dankzij de geleidelijke toe-eigening van de regel, een behoorlijke bezetting van de woning en de inachtneming van het gezamenlijke leven.
  De specifieke sociale begeleiding bestaat uit een proces van regelmatige uitwisselingen tussen het huurdersgezin en de sociale interveniënten aangewezen om het gezin te begeleiden. Dit proces bevat minstens een wekelijkse ontmoeting tussen het begeleid gezin en de sociale interveniënten gedurende een eenmalig hernieuwbare periode van zes maanden.
  De sociale interveniënten moeten er eerst voor zorgen dat het begeleidingsproces wordt gedeeld en dat het gezin zelfstandig wordt op een verantwoordelijke manier.
  De vastgoedbeheerder die de huurder vóór zijn intrek in de sociale woning heeft begeleid, wordt systematisch betrokken bij het specifiek begeleidingsproces in de sociale woning.
  § 3.[1 Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 stelt de maatschappijen een model van kaderovereenkomst goedgekeurd door de Minister ter beschikking.
  § 4. [1 In het kader van een begeleidingscomité wordt na afloop van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van het besluit een evaluatie van de tot stand gebrachte partnerschappen uitgevoerd. Dat comité bestaat uit:
   1° een vertegenwoordiger van de Minister-President;
   2° een vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor Huisvesting;
   3° een vertegenwoordiger van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
   4° een vertegenwoordiger van de gemeenten van het Duitse taalgebied.]1
.
  
Art.3. § 1er. Pour assurer sa mission d'accompagnement social tel que défini par l'article 1er, 11°ter, du Code, la société conclut une convention-cadre visant à mettre en place des actions individuelles, collectives ou communautaires pour chacun des domaines suivants :
  1° la " pédagogie de l'habiter " dans le logement mais également dans l'environnement de celui-ci;
  2° la lutte contre les impayés;
  3° l'aide au relogement comprise comme l'aide au relogement dans le cadre d'une mutation volontaire ou de l'accompagnement de ménages expulsés par une société.
  L'environnement du logement inclut la gestion des espaces communs, des abords, les problèmes d'incivilité et d'intégration dans le quartier.
  Les conventions visées à l'alinéa 1er sont conclues par la société avec un ou plusieurs partenaires relevant des catégories suivantes:
  1° les centres publics d'action sociale;
  2° les communes de son territoire;
  3° les organismes à finalité sociale visés au chapitre VI du titre III du Code;
  4° les relais sociaux agréés et les organismes équivalents en Communauté germanophone;
  5° les comités consultatifs des locataires et propriétaires visés à la sous-section 5 de la section 2 du chapitre II du titre III du Code;
  6° les communes dotées d'un plan de cohésion sociale s'ils existent sur le territoire de la société ou d'un plan équivalent en Communauté germanophone.
  Les conventions visées à l'alinéa 1er comptent, en outre, au moins un autre acteur issu du secteur social associatif ou du secteur de l'éducation permanente.
  § 2. Chaque convention-cadre prévoit un accompagnement social spécifique pour les ménages accompagnés visés à l'article 1er, 31°bis, du Code. Les ménages accompagnés sont spécifiquement :
  - des nouveaux locataires précédemment accompagnés par un opérateur du logement qui nécessitent un accompagnement lors de la transition vers un logement social;
  - des locataires d'une société présentant plusieurs difficultés psycho-medico-socio-économiques et nécessitant un accompagnement transversal pour favoriser leur maintien dans le logement social.
  Ces ménages sont retenus sur la base d'une proposition du référent social qui apporte des éléments attestant de difficultés dans les domaines visés au paragraphe 1er, alinéa 1er.
  L'accompagnement social spécifique est un accompagnement principalement individuel dont l'objectif consiste à atteindre l'exécution de bonne foi du contrat qui lie le locataire et la société grâce à une appropriation progressive de la règle, une occupation correcte du logement et le respect de la vie collective.
  L'accompagnement social spécifique consiste en un processus d'échanges réguliers entre le ménage locataire et les intervenants sociaux désignés pour l'accompagner. Ce processus comprend au minimum une rencontre hebdomadaire entre le ménage accompagné et les intervenants sociaux pendant une période de 6 mois renouvelable une fois.
  Les intervenants sociaux ont pour priorité de faire partager le sens de la démarche d'accompagnement et de chercher la prise d'autonomie responsable du ménage.
  L'opérateur qui a accompagné le locataire avant son entrée dans le logement social, est systématiquement associé au processus d'accompagnement spécifique au sein du logement social.
  § 3. [1 Le Ministère de la Communauté germanophone]1 met à la disposition des sociétés un modèle de convention-cadre approuvée par le Ministre.
  § 4. [1 Une évaluation des partenariats établis est réalisée au terme de deux ans à compter de l'entrée en vigueur de l'arrêté dans le cadre d'un comité d'accompagnement. Celui-ci est composé :
   1° d'un représentant du Ministre-Président;
   2° d'un représentant du Ministre compétent en matière de Logement;
   3° d'un représentant du Ministère de la Communauté germanophone;
   4° d'un représentant des communes de la région de langue allemande]1
.
  
HOOFDSTUK IV. - Vorming
CHAPITRE IV. - De la formation
Art.5. De referent moet jaarlijks het bewijs leveren van vijf dagen opleiding in vakken die nuttig zijn voor de uitoefening van zijn functie of die betrekking hebben op één van de domeinen bedoeld in artikel 3, § 1.
  De opleiding wordt verstrekt [1 door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1, door openbare instellingen, erkende onderwijsinrichtingen of verenigingen die door een openbare instelling worden gesubsidieerd.
  
Art.5. Le référent justifie annuellement de cinq jours de formation dans des matières utiles à l'exercice de sa fonction ou relative à l'un des domaines visés à l'article 3, § 1er.
  La formation est dispensée [1 par le Ministère de la Communauté germanophone ]1, des institutions publiques, des établissements d'enseignement reconnus ou des associations subventionnées par un organisme public.
  
HOOFDSTUK V. - Subsidiëringsvoorwaarden
CHAPITRE V. - Des conditions de subventionnement
Art.6. Voor 1 december voorafgaand aan het dienstjaar deelt de maatschappij de kaderovereenkomsten gesloten overeenkomstig de voorschriften van artikel 3 mee aan [1 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1.
  Voor 1 maart na het dienstjaar, deelt de maatschappij een activiteitenverslag opgesteld volgens het [1 door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 bepaald model mee [1 Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1. Het activiteitenverslag omvat een balans van de tijdens het dienstjaar gevoerde acties, in het bijzonder de acties die de begeleide gezinnen beogen, met resultatenindicatoren en de bewijsstukken i.v.m. de bezoldigingsuitgaven van de referent. [1 Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 stelt de lijst met de indicatoren op. De lijst wordt door de Minister goedgekeurd.
  Eén keer per jaar, in de maand juli, stelt [1 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 met de maatschappijen een verslag op over de stand van zaken van de kaderovereenkomsten bedoeld in artikel 3 en gaat ze na of de subsidiëringsvoorwaarden worden nageleefd. Het verslag wordt [1 ...]1 overgemaakt aan de Minister.
  
Art.6. Pour le 1er décembre précédent l'exercice, la société [1 communique au Ministère de la Communauté germanophone]1 les conventions-cadres conclues conformément aux exigences de l'article 3.
  Pour le 1er mars suivant l'exercice, la société [1 communique au Ministère de la Communauté germanophone]1 un rapport d'activités établi selon le modèle [1 fixé par le Ministre]1. Le rapport d'activités comprend le bilan des actions de l'exercice, en particulier les actions visant les ménages accompagnés, avec des indicateurs de résultats et les justificatifs des dépenses de rémunération du référent. [1 Le Ministère de la Communauté germanophone établit]1 la liste des indicateurs. La liste est approuvée par le Ministre.
  Une fois par an, au mois de juillet, [1 le Ministère de la Communauté germanophone dresse]1 avec les sociétés un rapport sur l'état d'avancement des conventions-cadres visées par l'article 3 et vérifie si les conditions de subventionnement sont respectées. Le rapport est [1 ...]1 transmis au Ministre.
  
Art.7. § 1. [1 De maatschappij ontvangt jaarlijks een subsidie ter dekking van de bezoldigingskosten van de referenten voor het sociaal begeleidingswerk, bepaald volgens het aantal woningen die door de maatschappij worden beheerd:
   1° 0 tot 999 woningen: 18.000 euro voor 0,5 voltijds equivalent;
   2° 1.000 tot 7.500 woningen: 72.000 euro voor 2 voltijds equivalenten;
   3° meer dan 7.500 woningen: 108.000 euro voor 3 voltijds equivalenten.]1

   Een toeslag van 1.500 euro per gemeente wordt toegevoegd aan het bedrag bedoeld in het eerste lid vanaf de tweede gemeente die door de maatschappij is gedekt.
  § 2. De maatschappij ontvangt jaarlijks een subsidie ter dekking van de bezoldigingskosten van de referenten voor het specifiek sociaal begeleidingswerk van de begeleide gezinnen bedoeld in artikel 1, 31°bis, van het Wetboek, zoals bedoeld in de kaderovereenkomsten bedoeld in artikel 3. De subsidie wordt geheel of gedeeltelijk terugbetaald aan de partners.
  De subsidie wordt bepaald volgens het aantal woningen die door de maatschappij worden beheerd en het aantal begeleide gezinnen :
  1° 0 tot 999 woningen: 6.000 euro maximum voor minstens 10 begeleide gezinnen;
  2° 1 000 tot 2 499 woningen : 18.000 euro maximum voor minstens 30 begeleide gezinnen;
  3° 2 500 tot 4 999 woningen : 36.000 euro maximum voor minstens 60 begeleide gezinnen;
  4° 5 000 tot 7 500 woningen : 42.000 euro maximum voor minstens 70 begeleide gezinnen;
  5° meer dan 7 500 woningen : 48.000 euro maximum voor minstens 80 begeleide gezinnen.
  § 3. Het aantal woningen die in aanmerking worden genomen, is het aantal vastgesteld door [1 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 op 31 december van het op twee na laatste jaar.
  § 4. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde bedragen worden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand mei 2013 gekoppeld. Ze schommelen op 1 januari van elk jaar naar gelang van de index van de maand mei van het voorafgaande jaar.
  
Art.7. § 1er. [1 La société perçoit annuellement une subvention destinée à couvrir les frais de rémunération des référents pour le travail d'accompagnement social, déterminée selon le nombre de logements gérés par la société :
   1° 0 à 999 logements : 18 000 euros pour 0,5 équivalent temps plein;
   2° 1 000 à 7 500 logements : 72 000 euros pour 2 équivalents temps plein;
   3° plus de 7 500 logements : 108 000 euros pour 3 équivalents temps plein]1
.
  Un supplément de 1.500 euros par commune s'ajoute au montant visé à l'alinéa 1er à partir de la deuxième commune couverte par la société.
  § 2. La société perçoit annuellement une subvention destinée à couvrir les frais de rémunération des référents pour le travail d'accompagnement social spécifique des ménages accompagnés visés à l'article 1er, 31°bis, du Code, tel que prévu dans les conventions-cadres visées à l'article 3. La subvention est rétrocédée totalement ou partiellement aux partenaires.
  La subvention est déterminée selon le nombre de logements gérés par la société et le nombre de ménages accompagnés :
  1° 0 à 999 logements : 6.000 euros maximum pour minimum 10 ménages accompagnés;
  2° 1 000 à 2 499 logements : 18.000 euros maximum pour minimum 30 ménages accompagnés;
  3° 2 500 à 4 999 logements : 36.000 euros maximum pour minimum 60 ménages accompagnés;
  4° 5 000 à 7 500 logements : 42.000 euros maximum pour minimum 70 ménages accompagnés;
  5° plus de 7 500 logements : 48.000 euros maximum pour minimum 80 ménages accompagnés.
  § 3. Le nombre de logements pris en compte est le nombre établi au 31 décembre de l'année antépénultième [1 par le Ministère de la Communauté germanophone]1.
  § 4. Les montants visés aux paragraphes 1er et 2 sont rattachés à l'indice des prix à la consommation du mois de mai 2013. Ils varient le 1er janvier de chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente.
  
Art.10. De subsidies bedoeld in de artikelen 7 tot 9 worden ten laste van de begroting van [1 de Duitstalige Gemeenschap]1 vastgelegd binnen de perken van de beschikbare middelen. Ze worden uitbetaald tegen overlegging van een eenmalige aangifte van schuldvordering [1 ...]1 Jaarlijks op 1 april [1 betaalt het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 het verschuldigd bedrag aan de maatschappijen.
  De subsidies bedoeld in artikel 7 worden, in voorkomend geval, door de maatschappij aan [1 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]1 terugbetaald, naargelang van de maanden die effectief gepresteerd worden door de referent en volgens het aantal begeleide gezinnen.
  
Art.10. Les subventions visées aux articles 7 à 9 sont engagées à charge du budget [1 de la Communauté germanophone]1 dans la limite des moyens disponibles. Elles sont versées sur présentation d'une déclaration de créance unique [1 ...]1. [1 Le Ministère de la Communauté germanophone libère ]1aux sociétés la subvention qui leur est due pour le 1er avril de chaque année.
  Les subventions visées à l'article 7 sont, le cas échéant, remboursées par la société [1 au Ministère de la Communauté germanophone]1, en fonction des mois effectivement prestés par le référent et selon le nombre de ménages accompagnés.
  
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen
CHAPITRE VI. - Des dispositions transitoires et finales
Art.11. § 1. In afwijking van artikel 6, eerste lid, moeten in 2014 de kadervovereenkomsten door de maatschappij aan de "Société wallonnne" worden overgemaakt voor 1 juli 2014.
  § 2. In afwijking van artikel 7, § 1, wordt voor 2014 het bedrag van de subsidie verminderd met de waarde van de punten APE die aan bepaalde maatschappijen worden toegekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een subsidie aan de maatschappijen die in het kader van een oproep tot projecten worden weerhouden : "de sociale referent te midden van de sociale begeleiding" van 15 december 2011.
Art.11. § 1er. Par dérogation à l'article 6, alinéa 1er, en 2014, les conventions-cadres sont tenues d'être transmises par la société à la Société wallonne pour le premier juillet 2014.
  § 2.Par dérogation à l'article 7, § 1er, pour 2014, le montant de la subvention est diminué de la valeur des points APE attribués à certaines sociétés en application de l'arrêté du Gouvernement wallon octroyant une subvention aux sociétés retenues dans le cadre de l'appel à projet: " le référent social au coeur de l'accompagnement social " du 15 décembre 2011.
Art.12. Artikel 7, § 1, heeft uitwerking op 1 januari 2014.
Art.12. L'article 7, § 1er, produit ses effets le 1er janvier 2014.
Art. 13. De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 13. Le Ministre qui a le Logement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.