Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
26 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de uitzonderingsprocedure inzake een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-01-2008 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)
Titre
26 OCTOBRE 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure d'exception pour une participation plus équilibrée de femmes et d'hommes dans les organes d'avis et d'administration de l'Autorité flamande (TRADUCTION)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 25-01-2008 et mise à jour au 01-08-2019)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [1 ...]1
  2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de genderproblematiek, de holebi's en het thema toegankelijkheid;
  3° de administratie : de cel Gelijke Kansen in Vlaanderen van de Vlaamse overheid;
  4° de indiener : de minister onder wiens bevoegdheid het advies- of bestuursorgaan ressorteert, [1 vermeld in artikel III.46 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1.
  
Article 1. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° [1 ...]1
  2° le Ministre : le Ministre flamand chargé de la problématique de genre, des holebis et du thème de l'accessibilité;
  3° l'administration : la cellule Egalité des Chances en Flandre de l'autorité flamande;
  4° le demandeur : le Ministre dont relève l'organe d'avis et d'administration, [1 visé à l'article III.46 du décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1.
  
Art.2. Het verzoek om afwijking op basis van [1 artikel III.46 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 wordt door de indiener naar de administratie gestuurd. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend en moet de volgende elementen bevatten :
  1° de vermelding van de wettelijke benaming van het advies- of bestuursorgaan;
  2° een kopie van het decreet en eventuele uitvoeringsbesluiten of andere normatieve teksten (zoals huishoudelijke reglementen, oprichtingsakten), die de samenstelling en de werking van het advies- of bestuursorgaan regelen;
  3° een overzicht van de kenmerken van [1 het adviesorgaan, vermeld in artikel I.3, 3°, van het voormelde decreet, of de overheidsinstantie, vermeld in artikel III.36, van het voormelde decreet]1;
  4° voor bestaande advies- of bestuursorganen : de concrete samenstelling van het advies- of bestuursorgaan in kwestie, op basis van een lijst met alle, zowel stemgerechtigde als niet-stemgerechtigde, effectieve en plaatsvervangende leden op het ogenblik dat het verzoek om afwijking wordt ingediend;
  5° de mits het bekomen van de afwijking concreet beoogde samenstelling van het advies- of bestuursorgaan in kwestie, op basis van een lijst met alle, zowel stemgerechtigde als niet-stemgerechtigde, effectieve en plaatsvervangende leden die men wenst aan te stellen;
  6° de omstandige motivering waarin de indiener verklaart waarom hij meent onmogelijk te kunnen voldoen aan de voorwaarde, gesteld in [1 artikel III.44 van het voormelde decreet]1;
  7° het bewijs dat de nodige inspanningen werden geleverd om het advies- of bestuursorgaan samen te stellen volgens [1 artikel III.44 van het voormelde decreet]1;
  8° in voorkomend geval, een bewijs dat de voordracht overeenkomstig [1 artikel III.45 van het voormelde decreet]1 zonder resultaat is hernomen;
  9° een beschrijving van de inspanningen die geleverd zullen worden om het advies- of bestuursorgaan in kwestie samen te stellen volgens de vereiste van [1 artikel III.44 van het voormelde decreet]1 en de vermelding van de termijn waarbinnen dat gerealiseerd kan worden;
  10° alle relevante stukken die nuttig zijn voor een correcte beoordeling van het dossier.
  Als het verzoek niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit artikel, is het niet ontvankelijk.
  
Art.2. La demande de dérogation en vertu de [1 l'article III.46 du décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1 est envoyée à l'administration par le demandeur. La demande est introduite par écrit et doit contenir les éléments suivants :
  1° la mention de la dénomination légale de l'organe d'avis ou d'administration;
  2° une copie du décret et des éventuels arrêtés d'exécution ou d'autres textes nominatifs (tels que règlements d'ordre intérieur, actes de constitution), réglant la composition et le fonctionnement de l'organe d'avis ou d'administration;
  3° un aperçu des caractéristiques de [1 l'organe consultatif, visé à l'article I.3, 3° du décret précité, ou l'organisme public flamand, visé à l'article III.36 du décret précité]1;
  4° en ce qui concerne les organes d'avis ou d'administration existants : la composition concrète de l'organe d'avis ou d'administration en question, sur la base d'une liste de tous les membres effectifs et suppléants, à voix délibérative ou non, au moment de l'introduction de la demande de dérogation;
  5° la composition envisagée concrètement de l'organe d'avis ou d'administration en question, moyennant l'obtention de la dérogation, sur la base d'une liste de taus les membres effectifs et suppléants, à voix délibérative ou non, que l'on veut désigner;
  6° la motivation circonstanciée dans laquelle le demandeur déclare pourquoi il estime qu'il lui est impossible de remplir la condition énoncée à [1 l'article III.44 du décret précité]1;
  7° la preuve que les efforts nécessaires ont été faits pour composer l'organe d'avis ou d'administration conformément à [1 l'article III.44 du décret précité]1;
  8° le cas échéant, la preuve que la présentation conformément à [1 l'article III.45 du décret précité]1 a été reprise sans résultat;
  9° une preuve des efforts qui seront faits afin de composer l'organe d'avis ou d'administration conformément à [1 l'article III.44 du décret précité]1 et la mention du délai de réalisation prévu;
  10° toutes les autres pièces utiles à une évaluation correcte du dossier.
  Si la demande ne satisfait pas aux conditions énoncées dans le présent article, elle n'est pas recevable.
  
Art.3. Telkens als bij een gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de samenstelling van een advies- of bestuursorgaan blijkt dat onmogelijk kan worden voldaan aan de voorwaarde van [1 artikel III.44 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 en, in voorkomend geval, de voordracht zonder resultaat hernomen is overeenkomstig [1 artikel III.45 van het voormelde decreet]1, moet een verzoek om afwijking worden ingediend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
  
Art.3. Chaque fois que, lors d'un renouvellement global ou partiel de la composition d'un organe d'avis ou d'administration, il apparaît qu'il est impossible de remplir la condition énoncée à [1 l'article III.44 du décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1 et, le cas échéant, que la présentation conformément à [1 l'article III.45 du décret précité]1 a été reprise sans résultat, une demande de dérogation doit être introduite conformément aux dispositions du présent arrêté.
  
Art.4. De administratie meldt de indiener onverwijld de ontvangst van het verzoek en vermeldt daarbij of het verzoek al dan niet ontvankelijk is. Als het verzoek onontvankelijk is, deelt de administratie de redenen hiervan mee. Ze vraagt daarbij de indiener hetzij om het verzoek te vervolledigen, hetzij om een geheel nieuw verzoek in te dienen.
Art.4. L'administration notifie sans tarder au demandeur la réception de la demande et mentionne si la demande est recevable ou non. Si la demande est irrecevable, l'administration en communique les misons. Elle prie le demandeur soit de compléter la demande, soit d'introduire une nouvelle demande.
Art.5. De administratie stelt het dossier samen en legt dat, samen met haar advies, aan de minister voor.
Art.5. L'administration établit le dossier et le soumet, avec son avis, au Ministre.
Art.6. De minister neemt een beslissing over het verzoek om afwijking binnen dertig werkdagen na de datum van ontvangst van het ontvankelijke verzoek. Deze beslissing wordt meegedeeld aan de Vlaamse Regering.
  Bij ontstentenis van een beslissing binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt de afwijking verondersteld niet te zijn toegekend.
  Als de afwijking wordt verleend, kan de minister de voorwaarden bepalen waaraan moet zijn voldaan. Deze voorwaarden betreffen maatregelen om een meer evenwichtige participatie te realiseren of een termijn waarbinnen aan de vereiste van [1 artikel III.44 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 moet zijn voldaan.
  De beslissing die een afwijking toestaat, heeft alleen betrekking op de samenstelling van het advies- of bestuursorgaan in kwestie, zoals gepland op het ogenblik dat het verzoek om afwijking werd ingediend.
  
Art.6. Le Ministre décide de la demande de dérogation dans les trente jours ouvrables de la date de réception de la demande recevable. La décision est communiquée au Gouvernement flamand.
  Faute de décision dans le délai défini à l'alinéa premier, la dérogation est censée ne pas être accordée.
  Si la dérogation est accordée, le Ministre peut fixer les conditions à remplir. Ces conditions concernent des mesures visant à réaliser une participation mieux équilibrée ou un délai dans lequel la disposition de [1 l'article III.44 du décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1 doit être remplie.
  La décision accordant une dérogation ne concerne que la composition de l'organe d'avis ou d'administration telle que prévue au moment de l'introduction de la demande de dérogation.
  
Art.7. De administratie brengt de indiener onverwijld op de hoogte van het gevolg dat aan zijn aanvraag werd verleend.
Art.7. L'administration informe sans tarder le demandeur de la suite réservée à sa demande.
Art.8. Tegen een beslissing waarbij het verzoek om afwijking werd afgewezen of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de beslissing moest worden genomen, kan de indiener beroep instellen bij de Vlaamse Regering.
  De indiener moet het beroep schriftelijk indienen binnen een termijn van vijftien werkdagen die, naargelang van het geval, ingaat de dag na het versturen van de beslissing of de dag na het verstrijken van de termijn waarbinnen een beslissing moest worden genomen. In dat laatste geval schorst het uitblijven van een kennisgeving de aanvang van de beroepstermijn niet.
  De Vlaamse minister onder wie het betrokken adviesorgaan ressorteert, dient een nota in bij de minister-president van de Vlaamse Regering, met het verzoek om de aangelegenheid te agenderen op de eerstvolgende vergadering van de Vlaamse Regering.
  Bij de nota, vermeld in het derde lid, wordt een dossier gevoegd dat de volgende elementen bevat :
  1° een nota aan de Vlaamse Regering;
  2° alle elementen, vermeld in artikel 2;
  3° in voorkomend geval, de aangevochten beslissing van de minister.
  De indiener van het beroep brengt de minister onverwijld op de hoogte van het ingestelde beroep en bezorgt de minister tezelfdertijd een kopie van de nota en de bijbehorende stukken.
  Als de afwijking wordt verleend, kan de Vlaamse Regering de voorwaarden bepalen waaraan moet zijn voldaan. Deze voorwaarden betreffen maatregelen om een meer evenwichtige participatie te realiseren of een termijn waarbinnen aan de vereiste van [1 artikel III.44 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 moet zijn voldaan.
  De beslissing die een afwijking toestaat, heeft alleen betrekking op de samenstelling van het advies- of bestuursorgaan in kwestie, zoals gepland op het ogenblik dat het verzoek om afwijking werd ingediend.
  
Art.8. Le demandeur peut former un recours auprès du Gouvernement flamand contre une décision de refuser la dérogation ou après l'expiration du délai dans lequel la décision aurait dû être prise.
  Le demandeur est tenu de former le recours par écrit dans un délai de quinze jours ouvrables prenant cours, selon le cas, le jour suivant l'envoi de la décision, ou le jour suivant l'expiration du délai dans lequel la décision aurait dû être mise. Dans ce dernier cas, l'absence d'une notification ne suspend pas le début du délai de recours.
  Le Ministre dont relève l'organe d'avis concerné adresse une note au Ministre-Président du Gouvernement flamand, demandant de mettre la demande à l'ordre du jour de la prochaine réunion du Gouvernement flamand.
  La note visée à l'alinéa, trois sera accompagnée d'un dossier comportant les éléments suivants :
  1° une note au Gouvernement flamand
  2° tous les éléments mentionnés à l'article 2;
  3° le cas échéant, la décision contestée du Ministre.
  La personne formant le recours informe sans tarder le Ministre du recours formé, et lui communique simultanément une copie de la note et les documents y afférents.
  Si la dérogation est accordée, le Gouvernement flamand peut fixer les conditions à remplir. Ces conditions concernent des mesures visant à réaliser une participation mieux équilibrée ou un délai dans lequel la disposition de [1 l'article III.44 du décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1 doit être remplie.
  La décision accordant une dérogation ne concerne que la composition de l'organe d'avis ou d'administration telle que prévue au moment de l'introduction de la demande de dérogation.
  
Art.9. Als de afwijking wordt toegestaan, hetzij door de minister, hetzij door de Vlaamse Regering, wordt een uittreksel van de beslissing tot afwijking in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.9. Si la dérogation est accordée, soit par le Ministre, soit par le Gouvernement flamand, un extrait de la décision de dérogation est publie au Moniteur belge.
Art.10. Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2000 tot vaststelling van de voorwaarden en de procedure inzake het verzoek om afwijking krachtens artikel 6 van het decreet van 15 juli 1997 houdende invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006, wordt opgeheven.
Art.10. L'arrêté du Gouvernement flamand du 18 février 2000 fixant les conditions et la procédure relatives à la demande de dérogation en vertu de f article 6 du décret du 15 juillet 1997 portant instauration d'une représentation plus équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes consultatifs, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 mars 2006, est abrogé;
Art.11. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.11. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de genderproblematiek, de holebi's en het thema toegankelijkheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le Ministre flamand ayant la problématique de genre, les holebis et le thème de l'accessibilité dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.