Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Hoei bestaat uit zeven kamers.
De eerste kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 581 van het Gerechtelijk Wetboek.
De tweede kamer neemt kennis van :
- de vorderingen bedoeld in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, indien de betrokken werknemer(s) de hoedanigheid heeft (hebben) van arbeider, zeeman of dienstbode;
- alle zaken opgenomen in de artikelen 579, 580, 582, 3° tot 8° en 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
De derde kamer neemt kennis van :
- de vorderingen bedoeld in de artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, indien de betrokken werknemer(s) de hoedanigheid heeft (hebben) van bediende of handelsvertegenwoordiger;
- alle zaken opgenomen in artikelen 579, 580, 582, 3° tot 8° en 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
De vierde kamer neemt kennis van de vorderingen bedoeld in artikel 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.
De vijfde kamer neemt kennis, op vaste uren, van vorderingen die aan de tweede week en aan de derde week toegewezen zijn, wanneer ze voor een minimale duur van 30 min. vastgesteld zijn om bepleit te worden.
De zesde kamer (alleenzetelend rechter) neemt kennis van :
- de vorderingen bedoeld in artikel 52, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
- van de zaken bepaald bij titel IV van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek genoemd " De collectieve schuldenregeling ".
De zevende kamer neemt kennis van de zaken welke voor de tweede kamer en de derde kamer komen, waarvan geen inzage gegeven moet worden aan het openbaar ministerie.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
27 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Hoei.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
27 OCTOBRE 2008. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal du travail de Huy.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2008009927
Datum: 2008-10-27
Info du document
Numac: 2008009927
Date: 2008-10-27
Tekst (7)
Texte (7)
Article 1. Le tribunal du travail de Huy est composé de sept chambres.
La première chambre connaît des demandes visées par l'article 581 du Code judiciaire.
La deuxième chambre connaît :
- des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, lorsque le (les) travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'ouvrier, de marin ou de travailleur domestique;
- de toutes les matières reprises aux articles 579, 580, 582, 3° à 8° et 583 du Code judiciaire.
La troisième chambre connaît :
- des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, lorsque le (les) travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'employé ou de représentant de commerce;
- de toutes les matières reprises aux articles 579, 580, 582, 3° à 8° et 583 du Code judiciaire.
La quatrième chambre connaît des demandes visées par l'article 582, 1° et 2°, du Code judiciaire.
La cinquième chambre connaît, à heures fixes, des causes dévolues à la deuxième chambre et à la troisième chambre lorsqu'elles sont fixées à plaider pour une durée qui est égale ou supérieure à 30 minutes.
La sixième chambre (juge unique) connaît :
- des demandes visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994;
- de la matière prévue au titre IV de la 5e partie du Code judiciaire intitulé " Du règlement collectif de dettes ".
La septième chambre connaît des causes dévolues à la deuxième chambre et à la troisième chambre lorsqu'elles sont non communicables au ministère public.
La première chambre connaît des demandes visées par l'article 581 du Code judiciaire.
La deuxième chambre connaît :
- des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, lorsque le (les) travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'ouvrier, de marin ou de travailleur domestique;
- de toutes les matières reprises aux articles 579, 580, 582, 3° à 8° et 583 du Code judiciaire.
La troisième chambre connaît :
- des demandes visées par l'article 578 du Code judiciaire, lorsque le (les) travailleur(s) en cause a (ont) la qualité d'employé ou de représentant de commerce;
- de toutes les matières reprises aux articles 579, 580, 582, 3° à 8° et 583 du Code judiciaire.
La quatrième chambre connaît des demandes visées par l'article 582, 1° et 2°, du Code judiciaire.
La cinquième chambre connaît, à heures fixes, des causes dévolues à la deuxième chambre et à la troisième chambre lorsqu'elles sont fixées à plaider pour une durée qui est égale ou supérieure à 30 minutes.
La sixième chambre (juge unique) connaît :
- des demandes visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994;
- de la matière prévue au titre IV de la 5e partie du Code judiciaire intitulé " Du règlement collectif de dettes ".
La septième chambre connaît des causes dévolues à la deuxième chambre et à la troisième chambre lorsqu'elles sont non communicables au ministère public.
Art.2. De kamers houden zitting als volgt :
de 1e kamer : de tweede vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 2e kamer : de eerste en derde woensdag van de maand, om 9 uur;
de 3e kamer : de eerste en derde vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 4e kamer : de vierde vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 5e kamer : de tweede maandag van de maand, om 9 uur;
de 6e kamer : de eerste, tweede en derde maandag van de maand, om 9 uur;
de 7e kamer : de tweede en vierde woensdag van de maand, om 9 uur.
De voorzitter, in kortgeding zetelend, houdt zitting op dinsdag, om 10 uur.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
de 1e kamer : de tweede vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 2e kamer : de eerste en derde woensdag van de maand, om 9 uur;
de 3e kamer : de eerste en derde vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 4e kamer : de vierde vrijdag van de maand, om 9 uur;
de 5e kamer : de tweede maandag van de maand, om 9 uur;
de 6e kamer : de eerste, tweede en derde maandag van de maand, om 9 uur;
de 7e kamer : de tweede en vierde woensdag van de maand, om 9 uur.
De voorzitter, in kortgeding zetelend, houdt zitting op dinsdag, om 10 uur.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
Art.2. Les chambres tiennent audience comme suit :
la 1re chambre : le deuxième vendredi du mois, à 9 heures;
la 2e chambre : les premier et troisième mercredis du mois, à 9 heures;
la 3e chambre : les premier et troisième vendredis du mois, à 9 heures;
la 4e chambre : le quatrième vendredi du mois, à 9 heures;
la 5e chambre : le deuxième lundi du mois, à 9 heures;
la 6e chambre : les premier, deuxième et troisième lundis du mois, à 9 heures;
la 7e chambre : les deuxième et quatrième mercredis du mois, à 9 heures.
Le président, siégeant en référé, tient audience le mardi, à 10 heures.
Le bureau d'assistance judiciaire tient audience le mardi, à 9 heures.
la 1re chambre : le deuxième vendredi du mois, à 9 heures;
la 2e chambre : les premier et troisième mercredis du mois, à 9 heures;
la 3e chambre : les premier et troisième vendredis du mois, à 9 heures;
la 4e chambre : le quatrième vendredi du mois, à 9 heures;
la 5e chambre : le deuxième lundi du mois, à 9 heures;
la 6e chambre : les premier, deuxième et troisième lundis du mois, à 9 heures;
la 7e chambre : les deuxième et quatrième mercredis du mois, à 9 heures.
Le président, siégeant en référé, tient audience le mardi, à 10 heures.
Le bureau d'assistance judiciaire tient audience le mardi, à 9 heures.
Art.3. De voorzitter van de rechtbank kan, indien de behoeften van de dienst het vergen en na advies te hebben ingewonnen van de arbeidsauditeur, beslissen dat één of meerdere kamers bijkomende zittingen houden op de dagen en uren die hij vaststelt.
Art.3. Le président du tribunal peut, lorsque les besoins du service l'exigent, et après avoir recueilli l'avis de l'auditeur du travail, décider de faire tenir par les chambres des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et les heures.
Art.4. De voor de rechtbank ingeleide vorderingen, die niet uitdrukkelijk in dit besluit zijn voorzien of die op nieuwe bepalingen tot wijziging of aanvulling van de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek zouden zijn gegrond, worden door de voorzitter van de rechtbank toebedeeld aan de kamers die er kennis kunnen van nemen om reden van de samenstelling van deze kamers en hun hiervoren vastgestelde volstrekte bevoegdheid.
Art.4. Les demandes introduites devant le tribunal, qui ne sont pas expressément visées par le présent règlement ou qui se fonderaient sur de nouvelles dispositions modifiant ou complétant les articles 578 à 583 du Code judiciaire, sont distribuées par le président du tribunal aux chambres susceptibles d'en connaître eu égard à la composition de leur siège et à leur compétence matérielle déterminée ci-avant.
Art.5. Het koninklijk besluit van 20 augustus 1985 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Hoei, wordt opgeheven.
Art.5. L'arrêté royal du 20 août 1985 fixant le règlement particulier du tribunal du travail de Huy est abrogé.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.
Art.6. Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2008.
Art. 7. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk worden, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET.
Art. 7. Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Emploi sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 27 octobre 2008.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
J. VANDEURZEN
La Ministre de l'Emploi,
Mme J. MILQUET.
Donné à Bruxelles, le 27 octobre 2008.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
J. VANDEURZEN
La Ministre de l'Emploi,
Mme J. MILQUET.