Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
17 AOUT 2007. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal du travail de Termonde.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2007009755
Datum: 2007-08-17
Info du document
Numac: 2007009755
Date: 2007-08-17
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Dendermonde bestaat uit zeven kamers, één kamer voor kort geding en één bureau voor rechtsbijstand, die elk zitting houden in de afdelingen Aalst, Dendermonde en Sint-Niklaas.
Article 1. Le tribunal du travail de Termonde se compose de sept chambres, d'une chambre des référés et d'un bureau d'assistance judiciaire, siégeant dans les sections d'Alost, de Termonde et de Saint-Nicolas.
Art.2. De eerste kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft.
- De tweede kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de arbeiders en de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 4°, 6° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek.
- De derde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 580, 8° c), d) en f) van het Gerechtelijk Wetboek.
- De vierde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580, 2°, 3° van het Gerechtelijk Wetboek doch beperkt tot gezinsbijslag, werkloosheid, rust- en overlevingspensioen en van de geschillen bedoeld in artikel 580, 8° a), b), e), 9°, 10°, 11°, 16° en 18° van het Gerechtelijk Wetboek.
- De vijfde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van deze waarvan de vierde en zesde kamer kennis nemen. De voorzitter van deze kamer als alleenzetelend rechter, voor de geschillen bedoeld in artikel 52, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en voor alle andere geschillen die bij wet door een alleenzitting houdend rechter dienen te worden behandeld, met uitzondering van deze gereserveerd aan de zevende kamer.
- De zesde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 578, 12° b), artikel 581, artikel 582, 1° en 2°, en artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij neemt ook kennis van de zaken bepaald in artikel 17, § 5, van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn.
- De zevende kamer, voorgezeten door een alleenzetelend rechter neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek.
De voorzitter van de rechtbank neemt kennis van de geschillen voorzien in de artikelen 584, 587bis, ter en quater van het Gerechtelijk Wetboek.
Elke kamer neemt daarenboven kennis van de geschillen die tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen en die hierboven niet zijn vermeld en dit overeenkomstig de verdeling bij beschikking door de voorzitter van de rechtbank.
- De tweede kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de arbeiders en de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 4°, 6° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek.
- De derde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 580, 8° c), d) en f) van het Gerechtelijk Wetboek.
- De vierde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580, 2°, 3° van het Gerechtelijk Wetboek doch beperkt tot gezinsbijslag, werkloosheid, rust- en overlevingspensioen en van de geschillen bedoeld in artikel 580, 8° a), b), e), 9°, 10°, 11°, 16° en 18° van het Gerechtelijk Wetboek.
- De vijfde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van deze waarvan de vierde en zesde kamer kennis nemen. De voorzitter van deze kamer als alleenzetelend rechter, voor de geschillen bedoeld in artikel 52, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en voor alle andere geschillen die bij wet door een alleenzitting houdend rechter dienen te worden behandeld, met uitzondering van deze gereserveerd aan de zevende kamer.
- De zesde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 578, 12° b), artikel 581, artikel 582, 1° en 2°, en artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
Zij neemt ook kennis van de zaken bepaald in artikel 17, § 5, van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn.
- De zevende kamer, voorgezeten door een alleenzetelend rechter neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek.
De voorzitter van de rechtbank neemt kennis van de geschillen voorzien in de artikelen 584, 587bis, ter en quater van het Gerechtelijk Wetboek.
Elke kamer neemt daarenboven kennis van de geschillen die tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen en die hierboven niet zijn vermeld en dit overeenkomstig de verdeling bij beschikking door de voorzitter van de rechtbank.
Art.2. La première chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés.
- La deuxième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les ouvriers et les employés et des contestations prévues à l'article 582, 3°, 4°, 6° et 8°, du Code judiciaire.
- La troisième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés et des contestations prévues à l'article 579 du Code judiciaire et à l'article 580, 8° c), d) et f) du Code judiciaire.
- La quatrième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 580, 2° et 3° du Code judiciaire, néanmoins limitées aux prestations familiales, chômage, pension de retraite et de survie et des contestations prévues à l'article 580, 8° a), b), e), 9°, 10°, 11°, 16° et 18° du Code judiciaire.
- La cinquième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 580 du Code judiciaire, à l'exception de celles dont les quatrième et sixième chambres prennent connaissance. Le président de cette chambre siégeant seul pour les contestations prévues à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 et pour toutes les autres contestations devant être traitées par un juge siégeant seul, à l'exception de celles réservées à la septième chambre.
- La sixième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 578, 12° b), l'article 581, l'article 582, 1° et 2°, et l'article 583 du Code judiciaire.
Elle connaît également des matières prévues à l'article 17, § 5, du décret du 30 avril 2004 portant uniformisation des dispositions de contrôle, de sanction et pénales reprises dans la réglementation des matières de législation sociale qui relèvent de la compétence de la Communauté flamande et de la Région flamande.
- La septième chambre, présidée par un juge siégeant seul, connaît des contestations prévues à l'article 578, 14°, du Code judiciaire.
Le président du tribunal connaît des contestations prévues aux articles 584, 587bis, ter et quater du Code judiciaire.
Chaque chambre prend en outre connaissance des contestations relevant de la compétence du tribunal du travail en vertu des dispositions légales ou réglementaires non mentionnées ci-dessus et selon la répartition qui en est faite par le président du tribunal par ordonnance.
- La deuxième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les ouvriers et les employés et des contestations prévues à l'article 582, 3°, 4°, 6° et 8°, du Code judiciaire.
- La troisième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés et des contestations prévues à l'article 579 du Code judiciaire et à l'article 580, 8° c), d) et f) du Code judiciaire.
- La quatrième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 580, 2° et 3° du Code judiciaire, néanmoins limitées aux prestations familiales, chômage, pension de retraite et de survie et des contestations prévues à l'article 580, 8° a), b), e), 9°, 10°, 11°, 16° et 18° du Code judiciaire.
- La cinquième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 580 du Code judiciaire, à l'exception de celles dont les quatrième et sixième chambres prennent connaissance. Le président de cette chambre siégeant seul pour les contestations prévues à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 et pour toutes les autres contestations devant être traitées par un juge siégeant seul, à l'exception de celles réservées à la septième chambre.
- La sixième chambre connaît des contestations prévues aux articles 578 (à l'exception de l'article 578, 14°), 582, 5°, et à l'article 1724 du Code judiciaire, lorsqu'elles concernent les employés, des contestations prévues à l'article 578, 12° b), l'article 581, l'article 582, 1° et 2°, et l'article 583 du Code judiciaire.
Elle connaît également des matières prévues à l'article 17, § 5, du décret du 30 avril 2004 portant uniformisation des dispositions de contrôle, de sanction et pénales reprises dans la réglementation des matières de législation sociale qui relèvent de la compétence de la Communauté flamande et de la Région flamande.
- La septième chambre, présidée par un juge siégeant seul, connaît des contestations prévues à l'article 578, 14°, du Code judiciaire.
Le président du tribunal connaît des contestations prévues aux articles 584, 587bis, ter et quater du Code judiciaire.
Chaque chambre prend en outre connaissance des contestations relevant de la compétence du tribunal du travail en vertu des dispositions légales ou réglementaires non mentionnées ci-dessus et selon la répartition qui en est faite par le président du tribunal par ordonnance.
Art.3. § 1. De kamers houden zitting respectievelijk op de volgende dagen in de afdelingen te Aalst, Dendermonde en Sint-Niklaas :
Eerste kamer : de derde maandag te Aalst, de eerste dinsdag te Dendermonde en de eerste en de derde woensdag te Sint-Niklaas.
Tweede kamer : de eerste vrijdag te Aalst, de derde woensdag te Dendermonde en de eerste donderdag te Sint-Niklaas.
Derde kamer : de tweede dinsdag te Aalst, de eerste maandag te Dendermonde en de eerste en de derde dinsdag te Sint-Niklaas.
Vierde kamer : de derde woensdag te Aalst, de tweede dinsdag te Dendermonde en de derde vrijdag te Sint-Niklaas.
Vijfde kamer : de eerste donderdag te Aalst, de tweede woensdag te Dendermonde en de tweede dinsdag te Sint-Niklaas.
Zesde kamer : de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde en de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas.
Zevende kamer : de eerste maandag en de vierde dinsdag te Aalst; de eerste woensdag en de vierde donderdag te Dendermonde; de eerste vrijdag en de vierde dinsdag te Sint-Niklaas.
Alle zittingen vangen aan om 14 u. 30 m.
§ 2. De zitting in kort geding en die waarop de procedureregelen inzake kort geding van toepassing zijn, worden gehouden op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 14 uur.
§ 3. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 16 uur.
§ 4. De inleidingen geschieden voor iedere kamer op dag en uur hiervoor bepaald. De geschillen bedoeld in artikelen 578, en 582, 5°, voor wat de bedienden betreft, kunnen enkel geldig worden ingeleid voor de eerste kamer. Voor deze kamer kunnen ook die geschillen worden ingeleid die niet specifiek in het bijzonder reglement zijn aangeduid of toegewezen.
Eerste kamer : de derde maandag te Aalst, de eerste dinsdag te Dendermonde en de eerste en de derde woensdag te Sint-Niklaas.
Tweede kamer : de eerste vrijdag te Aalst, de derde woensdag te Dendermonde en de eerste donderdag te Sint-Niklaas.
Derde kamer : de tweede dinsdag te Aalst, de eerste maandag te Dendermonde en de eerste en de derde dinsdag te Sint-Niklaas.
Vierde kamer : de derde woensdag te Aalst, de tweede dinsdag te Dendermonde en de derde vrijdag te Sint-Niklaas.
Vijfde kamer : de eerste donderdag te Aalst, de tweede woensdag te Dendermonde en de tweede dinsdag te Sint-Niklaas.
Zesde kamer : de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde en de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas.
Zevende kamer : de eerste maandag en de vierde dinsdag te Aalst; de eerste woensdag en de vierde donderdag te Dendermonde; de eerste vrijdag en de vierde dinsdag te Sint-Niklaas.
Alle zittingen vangen aan om 14 u. 30 m.
§ 2. De zitting in kort geding en die waarop de procedureregelen inzake kort geding van toepassing zijn, worden gehouden op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 14 uur.
§ 3. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 16 uur.
§ 4. De inleidingen geschieden voor iedere kamer op dag en uur hiervoor bepaald. De geschillen bedoeld in artikelen 578, en 582, 5°, voor wat de bedienden betreft, kunnen enkel geldig worden ingeleid voor de eerste kamer. Voor deze kamer kunnen ook die geschillen worden ingeleid die niet specifiek in het bijzonder reglement zijn aangeduid of toegewezen.
Art.3. § 1er. Les chambres siègent respectivement aux jours ci-après dans les sections d'Alost, de Termonde et de Saint-Nicolas :
La première chambre : le 3e lundi du mois à Alost, le 1er mardi à Termonde et les 1er et 3e mercredis à Saint-Nicolas.
La deuxième chambre : le 1er vendredi du mois à Alost, le 3e mercredi à Termonde et le 1er jeudi à Saint-Nicolas.
La troisième chambre : le 2e mardi du mois à Alost, le 1er lundi à Termonde et les 1er et 3e mardis à Saint-Nicolas.
La quatrième chambre : le 3e mercredi du mois à Alost, le 2e mardi à Termonde et le 3e vendredi à Saint-Nicolas.
La cinquième chambre : le 1er jeudi du mois à Alost, le 2e mercredi à Termonde et le 2e mardi à Saint-Nicolas.
La sixième chambre : le 2e lundi du mois à Alost, le 2e jeudi à Termonde et les 2e et 4e mercredis à Saint-Nicolas.
La septième chambre : le 1er lundi et le 4e mardi du mois à Alost, le 1er mercredi et le 4e jeudi à Termonde, le 1er vendredi et le 4e mardi à Saint-Nicolas.
Toutes les audiences commencent à 14 heures 30.
§ 2. L'audience de référé et celles dont les règles de procédure en matière de référé sont applicables se tiennent le deuxième lundi à Alost, le deuxième jeudi à Termonde, les deuxième et quatrième mercredis à Saint-Nicolas, chaque fois à 14 heures.
§ 3. Le bureau d'assistance judiciaire siège le deuxième lundi à Alost, le deuxième jeudi à Termonde, les deuxième et quatrième mercredis à Saint-Nicolas, chaque fois à 16 heures.
§ 4. Les introductions se font devant chaque chambre aux jours et heures mentionnées ci-dessus. Les contestations prévues aux articles 578 et 582, 5°, en ce qui concerne les employés, peuvent seulement être introduites valablement devant la première chambre. Devant cette chambre, peuvent également être introduites les contestations non mentionnées ou attribuées spécifiquement dans le règlement particulier.
La première chambre : le 3e lundi du mois à Alost, le 1er mardi à Termonde et les 1er et 3e mercredis à Saint-Nicolas.
La deuxième chambre : le 1er vendredi du mois à Alost, le 3e mercredi à Termonde et le 1er jeudi à Saint-Nicolas.
La troisième chambre : le 2e mardi du mois à Alost, le 1er lundi à Termonde et les 1er et 3e mardis à Saint-Nicolas.
La quatrième chambre : le 3e mercredi du mois à Alost, le 2e mardi à Termonde et le 3e vendredi à Saint-Nicolas.
La cinquième chambre : le 1er jeudi du mois à Alost, le 2e mercredi à Termonde et le 2e mardi à Saint-Nicolas.
La sixième chambre : le 2e lundi du mois à Alost, le 2e jeudi à Termonde et les 2e et 4e mercredis à Saint-Nicolas.
La septième chambre : le 1er lundi et le 4e mardi du mois à Alost, le 1er mercredi et le 4e jeudi à Termonde, le 1er vendredi et le 4e mardi à Saint-Nicolas.
Toutes les audiences commencent à 14 heures 30.
§ 2. L'audience de référé et celles dont les règles de procédure en matière de référé sont applicables se tiennent le deuxième lundi à Alost, le deuxième jeudi à Termonde, les deuxième et quatrième mercredis à Saint-Nicolas, chaque fois à 14 heures.
§ 3. Le bureau d'assistance judiciaire siège le deuxième lundi à Alost, le deuxième jeudi à Termonde, les deuxième et quatrième mercredis à Saint-Nicolas, chaque fois à 16 heures.
§ 4. Les introductions se font devant chaque chambre aux jours et heures mentionnées ci-dessus. Les contestations prévues aux articles 578 et 582, 5°, en ce qui concerne les employés, peuvent seulement être introduites valablement devant la première chambre. Devant cette chambre, peuvent également être introduites les contestations non mentionnées ou attribuées spécifiquement dans le règlement particulier.
Art.4. Enkel met het oogmerk om vonnissen uit te spreken, kunnen de kamers, volgens de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden, waarvan zij zelf de dagen en uren bepalen in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.
Art.4. Uniquement dans le but de prononcer des jugements, les chambres peuvent, selon les besoins du service, tenir des audiences extraordinaires dont elles fixent elles-mêmes les jours et heures, avec l'accord du président du tribunal.
Art.5. Indien de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dagen en uren die hij vaststelt en/of wijzigingen aanbrengen in de zittingsdagen en/of de zittingsuren.
Art.5. Le président peut, selon les besoins du service et après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail, décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et heures et/ou d'apporter des modifications aux jours et/ou heures d'audience.
Art.6. De voorzitter kan ook, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers en de bevoegdheden ervan tijdelijk wijzigen.
In dit geval, alsmede in het geval van artikel 5, wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
In dit geval, alsmede in het geval van artikel 5, wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
Art.6. Le président du tribunal peut également, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef du tribunal, modifier temporairement le nombre et les attributions des chambres.
Dans ce cas, comme dans le cas de l'article 5, l'ordonnance est affichée au greffe du tribunal et le premier président de la cour du travail en est immédiatement avisé.
Dans ce cas, comme dans le cas de l'article 5, l'ordonnance est affichée au greffe du tribunal et le premier président de la cour du travail en est immédiatement avisé.
Art.7. De voorzitter bepaalt, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, dag en uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die er zitting zullen houden.
De voorzitter kan te allen tijde die lijst wijzigen volgens de behoeften van de dienst.
De voorzitter kan te allen tijde die lijst wijzigen volgens de behoeften van de dienst.
Art.7. Le président du tribunal fixe, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail, les jours et heures des audiences de vacation et désigne les magistrats qui doivent y siéger.
Le président du tribunal peut, en tout temps, modifier ce tableau selon les nécessités du service.
Le président du tribunal peut, en tout temps, modifier ce tableau selon les nécessités du service.
Art.8. Het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1972, 21 juni 1974 en 20 augustus 1985, wordt opgeheven.
Art.8. L'arrêté royal du 30 octobre 1970 fixant le règlement particulier du tribunal du travail de Termonde, modifié par les arrêtés royaux des l5 mai 1972, 21 juin 1974 et 20 août 1985, est abrogé.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
Art.9. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2007.
Art. 10. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
P. VANVELTHOVEN.
Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
P. VANVELTHOVEN.
Art. 10. Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Emploi et du Travail sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 17 août 2007.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme L. ONKELINX
Le Ministre de l'Emploi et du Travail,
P. VANVELTHOVEN.
Donné à Bruxelles, le 17 août 2007.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de la Justice,
Mme L. ONKELINX
Le Ministre de l'Emploi et du Travail,
P. VANVELTHOVEN.