Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
18 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de wnd. administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst tot subdelegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst.
Titre
18 SEPTEMBRE 2006. - Arrêté de l'administrateur général faisant fonction de l'agence "Vlaamse Belastingdienst" (Service flamand des impôts) déléguant certains compétences aux membres du personnel de l'Agence "Vlaamse Belastingdienst" (TRADUCTION).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
HOOFDSTUK II. - Delegatie inzake de uitvoering ...
HOOFDSTUK III. - Delegatie inzake interne organ...
HOOFDSTUK IV. - Delegatie inzake overheidsopdra...
HOOFDSTUK V. - Delegatie inzake rechtsgedingen.
HOOFDSTUK VI. - Delegatie inzake het onderteken...
HOOFDSTUK VII. - Delegatie inzake de inning en ...
HOOFDSTUK VIII. - Delegatie inzake de inning en...
HOOFDSTUK IX. - Delegatie inzake de inning en i...
HOOFDSTUK X. - Delegatie inzake artikel 60bis e...
HOOFDSTUK XI. - Delegatie inzake de inning en i...
HOOFDSTUK XII. - Delegatie inzake de inning en ...
HOOFDSTUK XIII. - Regeling bij vervanging.
HOOFDSTUK XIV. - Gebruik van de delegaties en v...
HOOFDSTUK XV. - Opheffings- en inwerkingtreding...
Table des matières
Tekst (77)
Texte (1)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Article M. Pour le texte, voir version néerlandaise.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het agentschap Vlaamse Belastingdienst.
-
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° subentiteit : een onderdeel van het agentschap Vlaamse Belastingdienst, belast met bepaalde (deel)processen van het agentschap. Deze subentiteiten worden bepaald door de administrateur-generaal van het agentschap.
2° hoofd van een subentiteit : het personeelslid dat belast is met de leiding van een subentiteit;
3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit
1° subentiteit : een onderdeel van het agentschap Vlaamse Belastingdienst, belast met bepaalde (deel)processen van het agentschap. Deze subentiteiten worden bepaald door de administrateur-generaal van het agentschap.
2° hoofd van een subentiteit : het personeelslid dat belast is met de leiding van een subentiteit;
3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit
-
Art.3. § 1. De bij dit besluit aan de hoofden van de subentiteiten gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.
§ 2. De bij dit besluit aan het hoofd van een subentiteit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden inzake aangelegenheden die tot de taken van de betrokken subentiteit behoren.
§ 2. De bij dit besluit aan het hoofd van een subentiteit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden inzake aangelegenheden die tot de taken van de betrokken subentiteit behoren.
-
Art.4. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.
-
Art.5. De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
-
HOOFDSTUK II. - Delegatie inzake de uitvoering van de begroting.
-
Art.6. § 1. Het hoofd van een subentiteit heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.
§ 2. Met betrekking tot de niet aan het hoofd van een subentiteit gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de bevoegde Vlaamse minister of de administrateur-generaal berust, heeft de in § 1 bedoelde delegatie aan het hoofd van een subentiteit betrekking op de administratieve handelingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten, die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering of van de bevoegde Vlaamse minister of van de administrateur-generaal.
§ 3. Overeenkomstig § 1 en § 2 treedt het hoofd van een subentiteit, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus en van het systeem van interne controle, op als inhoudelijk ordonnateur voor zijn subentiteit.
§ 2. Met betrekking tot de niet aan het hoofd van een subentiteit gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de bevoegde Vlaamse minister of de administrateur-generaal berust, heeft de in § 1 bedoelde delegatie aan het hoofd van een subentiteit betrekking op de administratieve handelingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten, die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering of van de bevoegde Vlaamse minister of van de administrateur-generaal.
§ 3. Overeenkomstig § 1 en § 2 treedt het hoofd van een subentiteit, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus en van het systeem van interne controle, op als inhoudelijk ordonnateur voor zijn subentiteit.
-
HOOFDSTUK III. - Delegatie inzake interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management.
-
Art.7. Het hoofd van een subentiteit heeft delegatie om de beslissingen te nemen in verband met de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van de subentiteit, met inbegrip van het procesmanagement.
-
Art.8. Inzake personeelsmanagement heeft het hoofd van een subentiteit delegatie om de beslissingen te nemen in verband met :
1° de toewijzing van de functie aan de personeelsleden;
2° het toestaan van de verloven en dienstvrijstellingen die het Vlaams Personeelsstatuut voorziet, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams Personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan.
1° de toewijzing van de functie aan de personeelsleden;
2° het toestaan van de verloven en dienstvrijstellingen die het Vlaams Personeelsstatuut voorziet, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams Personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan.
-
HOOFDSTUK IV. - Delegatie inzake overheidsopdrachten.
-
Art. 9. Het hoofd van een subentiteit heeft delegatie om overheidsopdrachten te gunnen tot een bedrag dat de bedragen van de onderstaande tabel, exclusief de BTW, niet overschrijdt :
-
Bedragen Openbare Beperkte Onderhan- Onderhan-
in aanbesteding aanbesteding delings- delings-
euro of algemene of beperkte procedure procedure
offerte- offerte- met zonder
aanvraag aanvraag voorafgaande voorafgaande
bekendmaking bekendmaking
- - - - -
Werken 2.500 2.500 2.500 2.500
Leveringen 2.500 2.500 2.500 2.500
Diensten 2.500 2.500 2.500 2.500
in aanbesteding aanbesteding delings- delings-
euro of algemene of beperkte procedure procedure
offerte- offerte- met zonder
aanvraag aanvraag voorafgaande voorafgaande
bekendmaking bekendmaking
- - - - -
Werken 2.500 2.500 2.500 2.500
Leveringen 2.500 2.500 2.500 2.500
Diensten 2.500 2.500 2.500 2.500
-
Art.10. Het hoofd van een subentiteit heeft delegatie om de beslissingen te nemen inzake de uitvoering van overheidsopdrachten. Voor beslissingen met een financiële weerslag geldt de delegatie enkel binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % boven het initiële gunningsbedrag.
-
HOOFDSTUK V. - Delegatie inzake rechtsgedingen.
-
Art.11. Volgende personen hebben delegatie om advocaten aan te stellen en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen. In dit geval treden zij op als inhoudelijk ordonnateur. Zij hebben verder delegatie om de rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Arbitragehof. Deze delegatie omvat :
a) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen, met uitzondering van het instellen van rechtsgedingen;
b) het instellen van rechtsmiddelen tegen vonnissen of arresten, of desgevallend het berusten erin;
3° de uitgaven verbonden aan de uitvoering van vonnissen en arresten goed te keuren en te betalen.
- Mevr. Miranda Vandevelde en Mevr. Annick Verstraeten, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de heffing zoals bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
- de heren Jozef Defever en Octaaf Schouppe, adjuncten van de directeur, en Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de heffing als bedoeld in hoofdstuk VIII, afdeling 2, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
- de heer Yves Hantson, directeur, Mevr. Martine Vanhove, de heer Roeland Eysackers en de heer Björn De Backer, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake onroerende voorheffing voor wat het Vlaamse Gewest betreft
- de heer Yves Hantson, directeur, en Mevr. Wendy Vander Stricht en Mevr. Katrien Van Boxstael, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de toepassing van de door de Vlaamse Regering vastgelegde nadere regels met betrekking tot de attesten zoals bedoeld in artikel 55ter en 60bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft.
a) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen, met uitzondering van het instellen van rechtsgedingen;
b) het instellen van rechtsmiddelen tegen vonnissen of arresten, of desgevallend het berusten erin;
3° de uitgaven verbonden aan de uitvoering van vonnissen en arresten goed te keuren en te betalen.
- Mevr. Miranda Vandevelde en Mevr. Annick Verstraeten, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de heffing zoals bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
- de heren Jozef Defever en Octaaf Schouppe, adjuncten van de directeur, en Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de heffing als bedoeld in hoofdstuk VIII, afdeling 2, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
- de heer Yves Hantson, directeur, Mevr. Martine Vanhove, de heer Roeland Eysackers en de heer Björn De Backer, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake onroerende voorheffing voor wat het Vlaamse Gewest betreft
- de heer Yves Hantson, directeur, en Mevr. Wendy Vander Stricht en Mevr. Katrien Van Boxstael, adjuncten van de directeur, voor wat betreft de rechtsgedingen inzake de toepassing van de door de Vlaamse Regering vastgelegde nadere regels met betrekking tot de attesten zoals bedoeld in artikel 55ter en 60bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft.
-
HOOFDSTUK VI. - Delegatie inzake het ondertekenen van briefwisseling.
-
Art.12. § 1. Het hoofd van een subentiteit heeft delegatie voor de ondertekening van de briefwisseling van de subentiteit met andere diensten van de Vlaamse overheid en met derden.
§ 2. Onverminderd het bepaalde in § 1 worden volgende categorieën van briefwisseling, alvorens aan de bestemmeling te worden verzonden, aan het visum van de administrateur-generaal of zijn vervanger voorgelegd :
- briefwisseling van beleidsmatige aard, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- andere briefwisseling die het niveau van individuele dossiers overstijgt, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- antwoorden op vragen om uitleg, interpellaties en schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers;
- antwoorden op brieven van het Rekenhof.
§ 2. Onverminderd het bepaalde in § 1 worden volgende categorieën van briefwisseling, alvorens aan de bestemmeling te worden verzonden, aan het visum van de administrateur-generaal of zijn vervanger voorgelegd :
- briefwisseling van beleidsmatige aard, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- andere briefwisseling die het niveau van individuele dossiers overstijgt, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- antwoorden op vragen om uitleg, interpellaties en schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers;
- antwoorden op brieven van het Rekenhof.
-
Art.13. De administrateur-generaal kan, bij eenvoudige beslissing, instructies uitvaardigen die ertoe strekken :
- bijkomende categorieën van briefwisseling aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
- briefwisseling betreffende bepaalde individuele dossiers aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
- de bedoelde categorieën van briefwisseling nader te omschrijven.
- bijkomende categorieën van briefwisseling aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
- briefwisseling betreffende bepaalde individuele dossiers aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
- de bedoelde categorieën van briefwisseling nader te omschrijven.
-
HOOFDSTUK VII. - Delegatie inzake de inning en invordering van de onroerende voorheffing.
-
Art.14. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de in artikel 298, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Vlaams Gewest) vermelde bevoegdheden uitgeoefend door :
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
-
Art.15. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de in artikel 298, § 2, van hetzelfde wetboek vermelde bevoegdheden uit te oefenen :
- de heer Patrik Van Hover, hoofdmedewerker;
- Mevr. Patsy Alloo, medewerker;
- Mevr. Anneleen Colyn, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Kenny Van Cauter, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker;
- de heer Patrik Van Hover, hoofdmedewerker;
- Mevr. Patsy Alloo, medewerker;
- Mevr. Anneleen Colyn, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Kenny Van Cauter, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker;
-
Art.16. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om een onderzoek of controle te verrichten overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk III van titel VII van hetzelfde wetboek :
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.17. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de bevoegdheden uit te oefenen vermeld in de artikelen 355, 356, 374, 375 en 461 van hetzelfde wetboek :
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- Mevr. Sheila De Smet, medewerker;
- Mevr. Vanessa Pieraert, medewerker;
- Mevr. Leentje Van Bogaert, medewerker;
- Mevr. Sylvia Van Oudenhove, medewerker.
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- Mevr. Sheila De Smet, medewerker;
- Mevr. Vanessa Pieraert, medewerker;
- Mevr. Leentje Van Bogaert, medewerker;
- Mevr. Sylvia Van Oudenhove, medewerker.
-
Art.18. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de in artikel 376, § 1 en § 3, van hetzelfde wetboek vermelde bevoegdheden uitgeoefend door :
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- Mevr. Sheila De Smet, medewerker;
- Mevr. Vanessa Pieraert, medewerker;
- Mevr. Leentje Van Bogaert, medewerker;
- Mevr. Sylvia Van Oudenhove, medewerker.
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- Mevr. Sheila De Smet, medewerker;
- Mevr. Vanessa Pieraert, medewerker;
- Mevr. Leentje Van Bogaert, medewerker;
- Mevr. Sylvia Van Oudenhove, medewerker.
-
Art.19. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de bevoegdheden uit te oefenen vermeld in de artikelen 410, 417, 420, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434, 435, 441, 442, 442bis, 445 en 447 van hetzelfde wetboek :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
-
Art.20. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest om het proces-verbaal van verdeling van de opbrengst van de verkoop of van rangregeling in te zien, het te aanvaarden en de gelden te innen of, als daartoe grond bestaat, het proces-verbaal tegen te spreken :
- Mevr. Joke Boeykens, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Bart Sondervorst, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- Mevr. Joke Boeykens, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Bart Sondervorst, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.21. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om, met toepassing van artikel 379 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 10 december 2001, en van artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek, in naam van het Vlaamse Gewest in persoon voor de hoven en rechtbanken te verschijnen inzake geschillen en de opname van een schuldvordering te vorderen :
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Björn De Backer, adjunct van de directeur;
- de heer Roeland Eysackers, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.22. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als inhoudelijk ordonnateur :
- de heer Yves Hantson, directeur;- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur.
-
HOOFDSTUK VIII. - Delegatie inzake de inning en invordering van de leegstandsheffing bedrijfsruimten zoals bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
-
Art.23. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de kohieren voor de heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en voor de gemeentelijke opcentiemen op deze heffing uitvoerbaar verklaard door :
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
-
Art.24. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de bevoegdheden uit te oefenen inzake de inning en invordering van de heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de gemeentelijke opcentiemen op deze heffing, de administratieve geldboete, de verwijlinteresten en de inning- en vervolgingskosten, overeenkomstig het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.25. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd te beslissen over de tot hen gerichte verzoeken om uitstel van betaling van de administratieve geldboete en verwijlinteresten :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.26. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd een dwangbevel uit te vaardigen, te viseren en uitvoerbaar te verklaren als de heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de gemeentelijke opcentiemen op deze hefing, de verwijlinteresten, de administratieve geldboete en de inning- en vervolgingskosten niet voldaan worden :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.27. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om een wettelijke hypotheek te vestigen overeenkomstig artikel 32, § 1, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.28. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om te beslissen over de bezwaarschriften tegen de heffingen zoals bedoeld in artikel 26, § 6, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten :
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Annick Verstraeten, adjunct van de directeur;
- de heer Octaaf Schouppe, adjunct van de directeur.
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Annick Verstraeten, adjunct van de directeur;
- de heer Octaaf Schouppe, adjunct van de directeur.
-
Art.29. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om te beslissen over de bezwaarschriften tegen de administratieve geldboetes in uitvoering van artikel 26, § 6, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.30. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om te beslissen over de verzoeken tot uitstel of spreiding van de heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.31. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, zijn volgende ambtenaren gemachtigd om te beslissen over de verzoeken tot ambtshalve ontheffing :
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
-
Art.32. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, zijn volgende ambtenaren gemachtigd om met toepassing van artikel 9 van het organiek besluit van 18 maart 1831 van het bestuur van 's lands middelen, genadeverzoeken af te handelen en ambtshalve genade te verlenen voorzover die betrekking heeft op de administratieve geldboeten ten bedrage van 200 % van de heffing, opgelegd met toepassing van artikel 27 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals van kracht voor de geldboeten ingevolge de niet-tijdige betaling van de heffingen die betrekking hebben op de kalenderjaren 1998, 1999 en 2000 :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.33. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest om het proces-verbaal van verdeling van de opbrengst van de verkoop of van rangregeling in te zien, het te aanvaarden en de gelden te innen of, als daartoe grond bestaat, het proces-verbaal tegen te spreken :
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.34. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om, met toepassing van artikel 379 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 10 december 2001, en van artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek, in naam van het Vlaamse Gewest in persoon voor de hoven en rechtbanken te verschijnen inzake geschillen en de opname van een schuldvordering te vorderen :
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.35. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als inhoudelijk ordonnateur voor wat de leegstandsheffing bedrijfsruimten betreft :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
HOOFDSTUK IX. - Delegatie inzake de inning en invordering van de leegstandsheffing woningen zoals bedoeld in het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.
-
Art.36. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de bijzondere kohieren voor de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en voor de gemeentelijke opcentiemen op deze heffing uitvoerbaar verklaard door :
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
-
Art.37. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, de gemeentelijke opcentiemen op deze heffing, de administratieve geldboete, de nalatigheidsinteresten en de innings- en vervolgingskosten te innen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.38. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om te beslissen over de schriftelijke verzoeken van de belastingplichtige tot gedeeltelijk of volledig uitstel of spreiding van betaling van de in het decreet bedoelde bedragen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.39. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, zijn de volgende ambtenaren gemachtigd om te beslissen over de verzoeken tot ambtshalve ontheffing :
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
Mevr. Katrien Eggers, medewerker, en Annelies Van den Steen, assistent, worden gemachtigd voor eensluidend verklaarde afschriften van de beslissingen, genoemd in het eerste lid, af te leveren.
- de heer Robert Collin, afdelingshoofd;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
Mevr. Katrien Eggers, medewerker, en Annelies Van den Steen, assistent, worden gemachtigd voor eensluidend verklaarde afschriften van de beslissingen, genoemd in het eerste lid, af te leveren.
-
Art.40. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om bij wanbetaling de verschuldigde heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, de gemeentelijke opcentiemen, nalatigheidsinteresten, de administratieve geldboete, en de inning- en vervolgingskosten in te vorderen bij dwangbevel en dat dwangbevel uitvoerbaar te verklaren :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.41. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd een wettelijke hypotheek te vestigen overeenkomstig artikel 40, § 3, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, handlichting te verlenen en aanslagbiljetten voor echt te verklaren met het oog op het nemen van een wettelijke hypotheek :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.42. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om over de verzoekschriften, bedoeld in artikel 39, § 2, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, te beslissen :
- de heer Jozef Defever, adjunct van de directeur;
- Mevr. An Evrard, adjunct van de directeur;
- Mevr. Ariane Ibouraadaten, adjunct van de directeur;
- de heer Octaaf Schouppe, adjunct van de directeur;
- Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker;
- Mevr. Carol Floree, medewerker.
Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker, Mevr. Ilse Bergen, Mevr. Ann Cooreman, Mevr. Annelies Coppens, Mevr. Carol Floree en de heer Noël Salaets, medewerkers, worden gemachtigd voor eensluidend verklaarde afschriften van de beslissingen, vermeld in het eerste lid, af te leveren.
- de heer Jozef Defever, adjunct van de directeur;
- Mevr. An Evrard, adjunct van de directeur;
- Mevr. Ariane Ibouraadaten, adjunct van de directeur;
- de heer Octaaf Schouppe, adjunct van de directeur;
- Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker;
- Mevr. Carol Floree, medewerker.
Mevr. Laurette Deneve, hoofdmedewerker, Mevr. Ilse Bergen, Mevr. Ann Cooreman, Mevr. Annelies Coppens, Mevr. Carol Floree en de heer Noël Salaets, medewerkers, worden gemachtigd voor eensluidend verklaarde afschriften van de beslissingen, vermeld in het eerste lid, af te leveren.
-
Art.43. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de nalatigheidsinteresten geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.44. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest om het proces-verbaal van verdeling van de opbrengst van de verkoop of van rangregeling in te zien, het te aanvaarden en de gelden te innen of, als daartoe grond bestaat, het proces-verbaal tegen te spreken :
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.45. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om, met toepassing van artikel 379 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 10 december 2001, en van artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek, in naam van het Vlaamse Gewest in persoon voor de hoven en rechtbanken te verschijnen inzake geschillen en de opname van een schuldvordering te vorderen :
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.46. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als inhoudelijk ordonnateur voor de leegstandsheffing gebouwen en/of woningen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Cathy Van Gysel, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.47. De volgende ambtenaren zijn aangewezen als leden of plaatsvervangende leden van de Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen :
- Mevr. Annick Verstraeten, adjunct van de directeur, met als plaatsvervanger Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur, met als plaatsvervanger de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur.
- Mevr. Annick Verstraeten, adjunct van de directeur, met als plaatsvervanger Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur, met als plaatsvervanger de heer Evert Sterckx, adjunct van de directeur.
-
HOOFDSTUK X. - Delegatie inzake artikel 60bis en 55ter wetboek successierechten.
-
Art.48. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd de attesten van vrijstelling van successierechten of van recht van overgang bij overlijden voor gronden gelegen in het VEN af te geven :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur.
-
Art.49. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om de attesten inzake tewerkstelling en kapitaal voor de toepassing van de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen af te leveren :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- Mevr. Katrien Van Boxstael, adjunct van de directeur;
- Mevr. Wendy Vander Stricht, adjunct van de directeur;
- Mevr. Els Vermeir, adjunct van de directeur.
-
Art.50. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om te beslissen over bezwaren tegen de beslissing waarbij de aflevering van een attest als bedoeld in artikel 55ter van het Wetboek der Successierechten of in de §§ 10 of 12 van artikel 60bis van hetzelfde wetboek, geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd :
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- Mevr. Nele De Pessemier, adjunct van de directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
HOOFDSTUK XI. - Delegatie inzake de inning en invordering van het kijk- en luistergeld.
-
Art.51. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd toestemming te verlenen om het verschuldigde kijkgeld in meer dan twee delen te betalen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.52. De volgende ambtenaren, aan wie de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie wordt toegekend, zijn aangewezen om de overtredingen van de bepalingen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en van de besluiten ter uitvoering ervan op te sporen en vast te stellen in processen-verbaal :
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker.
-
Art.53. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om de dwangbevelen bedoeld in artikel 26 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld uit te geven :
- Mevr. Patsy Alloo, medewerker;
- Mevr. Anneleen Colyn, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Kenny Van Cauter, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker;
- de heer Patrik Van Hover, hoofdmedewerker
- Mevr. Patsy Alloo, medewerker;
- Mevr. Anneleen Colyn, medewerker;
- de heer Luc Mannaert, medewerker;
- de heer Kenny Van Cauter, medewerker;
- de heer Rudi Vanden Bussche, medewerker;
- de heer Patrick Van de Velde, medewerker;
- de heer Patrik Van Hover, hoofdmedewerker
-
Art.54. De volgende ambtenaren zijn gemachtigd om in geval van elke fraude op het stuk van het kijk- en luistergeld de ontdoken bedragen te verdubbelen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.55. De dwangbevelen bedoeld in artikel 26 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en de verdubbeling van de ontdoken bedragen bedoeld in artikel 18 van dezelfde wet worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de heer Peter De Troyer, adjunct van de directeur.
-
HOOFDSTUK XII. - Delegatie inzake de inning en invordering van niet-fiscale schulden.
-
Art.56. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur.
-
Art.57. De volgende ambtenaren zijn aangewezen om de dwangschriften ter invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen te viseren en uitvoerbaar te verklaren :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Kris De Sagher, adjunct van de directeur;
- Mevr. Miranda Vandevelde, adjunct van de directeur;
- Mevr. Martine Vanhove, adjunct van de directeur.
-
Art.58. De volgende ambtenaren zijn mede aangewezen als inhoudelijk ordonnateur voor de niet-fiscale schuldvorderingen :
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur;
- de heer Yves Hantson, directeur;
- de heer Herman Pevenage, adjunct van de directeur;
- de heer Bart Van Moorsel, adjunct van de directeur;
-
HOOFDSTUK XIII. - Regeling bij vervanging.
-
Art.59. § 1. De bij dit besluit in hoofdstukken II, III, IV en VI verleende delegaties worden tevens verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van het hoofd van de subentiteit belast is of het hoofd van de subentiteit vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule " voor het hoofd van ... (naam van de subentiteit), afwezig ".
§ 2. De delegaties zoals opgesomd in de hoofdstukken VII tot en met XII kunnen bij afwezigheid of verhindering niet verleend worden aan andere ambtenaren.
§ 3. De bij dit besluit in de hoofdstukken II tot en met XII verleende delegaties, kunnen bij eenvoudige instructie van de administrateur-generaal tijdelijk of definitief terug ingetrokken worden.
§ 4. De bij dit besluit in artikel 12, § 1 verleende delegatie kan door het hoofd van een subentiteit verder gedelegeerd worden aan ambtenaren binnen de betrokken entiteit, voorzover hiervan voorafgaandelijk kennis wordt gegeven aan de administrateur-generaal.
§ 2. De delegaties zoals opgesomd in de hoofdstukken VII tot en met XII kunnen bij afwezigheid of verhindering niet verleend worden aan andere ambtenaren.
§ 3. De bij dit besluit in de hoofdstukken II tot en met XII verleende delegaties, kunnen bij eenvoudige instructie van de administrateur-generaal tijdelijk of definitief terug ingetrokken worden.
§ 4. De bij dit besluit in artikel 12, § 1 verleende delegatie kan door het hoofd van een subentiteit verder gedelegeerd worden aan ambtenaren binnen de betrokken entiteit, voorzover hiervan voorafgaandelijk kennis wordt gegeven aan de administrateur-generaal.
-
HOOFDSTUK XIV. - Gebruik van de delegaties en verantwoording.
-
Art.60. § 1. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd door middel van een rapport dat door het hoofd van een subentiteit wordt voorgelegd aan de administrateur-generaal van de Vlaamse Belastingdienst. Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de betrokken periode werden genomen. De administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het hoofd van een subentiteit verantwoording vragen betreffende het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
§ 2. Het periodieke rapport wordt opgemaakt op de wijze bepaald in artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de overheid.
§ 2. Het periodieke rapport wordt opgemaakt op de wijze bepaald in artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de overheid.
-
HOOFDSTUK XV. - Opheffings- en inwerkingtredingsbepalingen.
-
Art.61. De volgende regeling wordt opgeheven :
1° het besluit van de administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst tot subdelegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van 1 augustus 2006.
1° het besluit van de administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst tot subdelegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van 1 augustus 2006.
-
Art. 62. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.
Brussel, 18 september 2006.
M. DE KORT.
Brussel, 18 september 2006.
M. DE KORT.
-