Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel. (NOTA : behouden wat de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse openbare instellingen betreft, met uitzondering van de artikelen die een materie betreffen die door BVR 2006-01-13/61 geregeld wordt doch met toepassing van de artikelen die verplichtingen inhouden in toepassing van de ziekenhuiswetgeving, wat betreft het daarin voorgeschreven advies <BVR 2006-01-13/61, art. XII.2; Inwerkingtreding : 01-01-2006, maar zie BVR 2006-01-13/61, art. XII.4>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-04-2005 en tekstbijwerking tot 04-12-2023)
Titre
4 MARS 2005. - Arrêté du Gouvernement flamand portant règlement spécifique du statut du personnel du " Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel " (Hôpital psychiatrique public de Geel) (TRADUCTION). (NOTE : maintenu pour ce qui est du statut du personnel des organismes publics flamands à l'exception des articles portant sur une matière qui est réglée par l'AGF 2006-01-13/61, sans préjudice cependant des articles impliquant des obligations imposées par la législation sur les hôpitaux portant sur l'avis y étant prescrit <AGF 2006-01-13/61, art. XII.2; En vigueur : 01-01-2006, mais voir AGF 2006-01-13/61, art. XII.4>) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-04-2005 et mise à jour au 04-12-2023)
Informations sur le document
Numac: 2005035417
Datum: 2005-03-04
Info du document
Numac: 2005035417
Date: 2005-03-04
Table des matières
DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALIN...
TITEL 1. - Toepassingsgebied.
TITEL 2. - Algemene bepalingen.
DEEL II. - De aanwerving.
DEEL III. - DE STAGE EN DE BENOEMING TOT AMBTEN...
DEEL IV. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN.
TITEL 1. - De personeelsformatie en de hiërarch...
TITEL 2. - Functioneringsevaluatie.
TITEL 3. - Bijzondere bepalingen met betrekking...
TITEL 4. - De functionele loopbaan van de ambte...
DEEL V. - TUCHTREGELING.
DEEL VI. - DE SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DI...
DEEL VII. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TO...
DEEL VIII. - VERLIES VAN DE HOEDANIGHEID VAN AM...
DEEL IX. - GELDELIJK STATUUT.
TITEL 1. - Vaststelling van de salarisschalen.
HOOFDSTUK 1. - Forfaitaire toelage voor slopend...
HOOFDSTUK 2. - De aanvullingswedde.
HOOFDSTUK 3. - Forfaitaire toelage aan de genee...
HOOFDSTUK 4. - Toelage voor nachtprestaties.
HOOFDSTUK- Wachtdienstentoelage.
HOOFDSTUK 6. - Toelage voor leidinggevende ziek...
HOOFDSTUK 7. - Overgangsbepaling.
TITEL 3. - Vergoedingen.
HOOFDSTUK 1. - Verhoogde rente in geval van arb...
HOOFDSTUK 2. - Geneesmiddelenvergoeding.
DEEL X. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUELE...
TITEL 1. - Arbeidsvoorwaarden.
HOOFDSTUK 1. - Beoordeling.
HOOFDSTUK 2. - Beëindiging van de arbeidsoveree...
DEEL XI. - OPHEFFINGSBEPALINGEN.
DEEL XII. - SLOTBEPALINGEN.
BIJLAGEN.
Table des matières
PARTIE I. - CHAMP D'APPLICATION ET DISPOSITIONS...
TITRE 1er. - Champ d'application.
TITRE 2. - Dispositions générales.
PARTIE II. - LE RECRUTEMENT.
PARTIE III. - LE STAGE ET LA NOMINATION EN QUAL...
PARTIE IV. - LA CARRIERE ADMINISTRATIVE.
TITRE 1er. - Le cadre du personnel et la hiérar...
TITRE 2. - Evaluation fonctionnelle.
TITRE 3. - Dispositions particulières relatives...
TITRE 4. - La carrière fonctionnelle du fonctio...
PARTIE V. - LE REGIME DISCIPLINAIRE.
PARTIE VI. - LA SUSPENSION DANS L 'INTERET DU S...
PARTIE VII. - LES CONGES ET LA POSITION ADMINIS...
PARTIE VIII. - PERTE DE LA QUALITE DE FONCTIONN...
PARTIE IX. - STATUT PECUNIAIRE.
TITRE 1er. - Fixation des échelles de traitement.
CHAPITRE 1er. - Allocation forfaitaire pour tra...
CHAPITRE 2. - Le complément de traitement.
CHAPITRE 3. - Allocation forfaitaire au médecin...
CHAPITRE 4. - Allocation pour prestations noctu...
CHAPITRE 5. - Allocation de garde.
CHAPITRE 6. - Allocation pour fonctions dirigea...
CHAPITRE 7. - Disposition transitoire.
TITRE 3. - Les indemnités.
CHAPITRE 1er. - Rente majorée en cas d'accident...
CHAPITRE 2. - Indemnité pour médicaments.
PARTIE X. - LE STATUT DU MEMBRE DU PERSONNEL CO...
TITRE 1er. - Conditions de travail.
CHAPITRE 1er. - Evaluation.
CHAPITRE 2. - Cessation du contrat de travail.
PARTIE XI. - DISPOSITIONS ABROGATOIRES.
PARTIE XII. - DISPOSITIONS FINALES.
ANNEXES.
Tekst (79)
Texte (79)
DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN.
PARTIE I. - CHAMP D'APPLICATION ET DISPOSITIONS GENERALES.
TITEL 1. - Toepassingsgebied.
TITRE 1er. - Champ d'application.
Artikel 1.1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige VOI, is dit besluit van toepassing op het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel en het personeel ervan.
Article 1.1. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2000 réglant le statut du personnel de certains organismes publics flamands, le présent arrêté s'applique au " Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel " et son personnel.
TITEL 2. - Algemene bepalingen.
TITRE 2. - Dispositions générales.
Art. 1.2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder :
1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige VOI;
2° instelling : het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel;
3° de ziekenhuiswet : de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen van 7 augustus 1987, zoals deze zal gewijzigd worden.
1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige VOI;
2° instelling : het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel;
3° de ziekenhuiswet : de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen van 7 augustus 1987, zoals deze zal gewijzigd worden.
Art. 1.2. En complément à l'article I 2 de l'arrêté de base OPF du 30 juin 2000, on entend, pour l'application du présent arrêté, par :
1° l'arrêté de base OPF : l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2000 réglant le statut du personnel de certains OPF;
2° l'organisme : le " Openbaar Psychiatrisch ziekenhuis te Geel ";
3° la loi sur les hôpitaux : la loi coordonnée sur les hôpitaux du 7 août 1987, telle qu'elle sera modifiée.
1° l'arrêté de base OPF : l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 juin 2000 réglant le statut du personnel de certains OPF;
2° l'organisme : le " Openbaar Psychiatrisch ziekenhuis te Geel ";
3° la loi sur les hôpitaux : la loi coordonnée sur les hôpitaux du 7 août 1987, telle qu'elle sera modifiée.
Art. 1.3. Elke wijziging van of aanvulling bij dit besluit wordt onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Indien het advies niet binnen deze termijn is gegeven, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. Deze termijnen worden opgeschort in de maand augustus.
Art. 1.3. Toute modification du ou addition au présent arrêté est soumise à l'avis préalable du conseil de direction de l'organisme. L'avis doit être rendu dans les 30 jours calendaires de la demande, à moins qu'un autre délai ne soit imparti qui ne peut être inférieur à 15 jours calendaires. Faute d'avis dans le délai imparti, l'exigence en matière d'avis peut être négligée. Ces délais sont suspendus dans le mois d'août.
DEEL II. - De aanwerving.
PARTIE II. - LE RECRUTEMENT.
Art. 2.1. De raad van bestuur zal bij de aanwerving van een ziekenhuisgeneesheer voorafgaand het advies inwinnen van de Medische Raad.
Art. 2.1. En cas de recrutement d'un médecin hospitalier, le conseil d'administration recueille préalablement l'avis du Conseil médical.
Art. 2.2. In afwijking van artikel VI 20, eerste lid, van het stambesluit VOI kan de raad van bestuur bij de toelating tot de stage van een ziekenhuisgeneesheer afwijken van de rangschikking van de geslaagden voor het vergelijkend wervingsexamen om in overeenstemming te zijn met het door de Ziekenhuiswet verplichte advies van de Medische Raad.
Art. 2.2. Par dérogation à l'article VI 20, alinéa premier, de l'arrêté de base OPF, le conseil d'administration peut, lors de l'admission au stage d'un médecin hospitalier, déroger au classement des lauréats du concours de recrutement afin d'être en conformité avec l'avis du Conseil médical imposé par la Loi sur les hôpitaux.
DEEL III. - DE STAGE EN DE BENOEMING TOT AMBTENAAR.
PARTIE III. - LE STAGE ET LA NOMINATION EN QUALITE DE FONCTIONNAIRE.
Art. 3.1. Artikel VII 19, § 1, eerste lid, van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt :
" In uitvoering van artikel 125 - 6° van de Ziekenhuiswet wordt het eindverslag van de stagiair-ziekenhuisgeneesheer toegezonden aan de voorzitter van de Medische Raad. De Medische Raad verstrekt advies aan de benoemende overheid binnen de dertig kalenderdagen. "
" In uitvoering van artikel 125 - 6° van de Ziekenhuiswet wordt het eindverslag van de stagiair-ziekenhuisgeneesheer toegezonden aan de voorzitter van de Medische Raad. De Medische Raad verstrekt advies aan de benoemende overheid binnen de dertig kalenderdagen. "
Art. 3.1. L'article VII 19, § 1er, alinéa premier, de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit :
" En exécution de l'article 125 - 6° de la Loi sur les hôpitaux, le rapport final du stagiaire médecin hospitalier est transmis au président du Conseil médical. Le Conseil médical émet un avis à l'autorité ayant compétence de nomination dans les trente jours calendaires. "
" En exécution de l'article 125 - 6° de la Loi sur les hôpitaux, le rapport final du stagiaire médecin hospitalier est transmis au président du Conseil médical. Le Conseil médical émet un avis à l'autorité ayant compétence de nomination dans les trente jours calendaires. "
Art. 3.2. Artikel VII 20 van het stambesluit VOI wordt aangevuld met de woorden : " onverminderd de bevoegdheid van de Medische Raad. "
Art. 3.2. L'article VII 20 de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " sans préjudice de la compétence du Conseil médical ".
Art. 3.3. Artikel VII 26, §1, eerste lid van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt : " onverminderd de bevoegdheid van de Medische Raad ".
Art. 3.3. L'article VII 26, § 1er, alinéa premier, de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " sans préjudice de la compétence du Conseil médical ".
Art. 3.4. Artikel VII 28 van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt : " Bij de benoeming van een ziekenhuisgeneesheer zal de Raad van Bestuur vooraf het advies inwinnen van de Medische Raad, overeenkomstig artikel 125- 6° van de Ziekenhuiswet.
Art. 3.4. L'article VII 28 de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " Lors de la nomination d'un médecin hospitalier, le conseil d'administration recueillera préalablement l'avis du Conseil médical, conformément à l'article 125-6° de la Loi sur les hôpitaux.
DEEL IV. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN.
PARTIE IV. - LA CARRIERE ADMINISTRATIVE.
TITEL 1. - De personeelsformatie en de hiërarchie van de graden.
TITRE 1er. - Le cadre du personnel et la hiérarchie des grades.
Art. 4.1. De instellingsspecifieke graden worden over de verschillende niveaus en rangen verdeeld overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.
Art. 4.1. Les grades spécifiques à l'organisme sont répartis entre les différents niveaux et rangs conformément à l'annexe I au présent arrêté.
TITEL 2. - Functioneringsevaluatie.
TITRE 2. - Evaluation fonctionnelle.
Art. 4.2. De instantie bedoeld in artikel VIII 18 van het stambesluit VOI, waarbij de leidend ambtenaar beroep kan instellen in geval zijn beschrijvend evaluatieverslag wordt besloten met de vermelding " onvoldoende " of in geval hij meent dat hij een vormgebrek kan inroepen, en die bevoegd is om te beslissen over dit beroep is de minister.
Art. 4.2. L'instance visée à l'article VIII18 de l'arrêté de base OPF auprès de laquelle le fonctionnaire dirigeant peut se pourvoir en appel si son rapport d'évaluation descriptif est conclu par la mention " insuffisant " ou s'il estime pouvoir invoquer un vice de forme, et qui est compétente pour décider de cet appel, est le Ministre.
TITEL 3. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de administratieve loopbaan.
TITRE 3. - Dispositions particulières relatives à la carrière administrative.
Art. 4.3. In bijlage II bij dit besluit wordt voor de instellingsspecifieke graden de wijze vastgesteld waarop deze graden worden begeven met eventuele aanduiding van de aanvullende en bijzondere voorwaarden inzake beroepskwalificatie alsmede voor elke bevorderingsgraad de lijst van graden die er toegang toe verlenen.
Art. 4.3. L'annexe II au présent arrêté définit les modalités de l'octroi des grades spécifiques à l'organisme, avec mention éventuelle des conditions complémentaires et particulières relatives aux qualifications professionnelles, ainsi que, pour chaque grade de promotion, la liste des grades y donnant accès.
TITEL 4. - De functionele loopbaan van de ambtenaar.
TITRE 4. - La carrière fonctionnelle du fonctionnaire.
Art. 4.4. Er wordt een functionele loopbaan ingesteld binnen de hierna vermelde rangen voor overgang tussen de daaronder opgesomde salarisschalen en na het aantal jaren schaalanciënniteit dat ernaast vermeld wordt.
1° In rang A1
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 6 jaar
van A 121P naar A 122P
b) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van A 191 naar A192
c) van de tweede naar de derde salarisschaal na 12 jaar
van A 122P naar A 123P
2° in rang A2
van de eerste naar de tweede salarisschaal na 10 jaar
van A 221P naar A 222P
3° in rang B1
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van B 151 naar B 152
van B 161 naar B 162
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van B 152 naar B 153
van B 162 naar B 163
c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van B 153 naar B 154
van B 163 naar B 164
4° in rang B2
van de eerste naar de tweede salarisschaal na 10 jaar
van B 251 naar B 252
van B 261 naar B 262
5° in rang C2
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van C 251 naar C 252
van C 261 naar C 262
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van C 252 naar C 253
van C 262 naar C 263
c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van C 253 naar C 254
van C 263 naar C 264
6° in rang D2
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van D 251 naar D 252
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van D 252 naar D 253
1° In rang A1
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 6 jaar
van A 121P naar A 122P
b) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van A 191 naar A192
c) van de tweede naar de derde salarisschaal na 12 jaar
van A 122P naar A 123P
2° in rang A2
van de eerste naar de tweede salarisschaal na 10 jaar
van A 221P naar A 222P
3° in rang B1
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van B 151 naar B 152
van B 161 naar B 162
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van B 152 naar B 153
van B 162 naar B 163
c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van B 153 naar B 154
van B 163 naar B 164
4° in rang B2
van de eerste naar de tweede salarisschaal na 10 jaar
van B 251 naar B 252
van B 261 naar B 262
5° in rang C2
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van C 251 naar C 252
van C 261 naar C 262
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van C 252 naar C 253
van C 262 naar C 263
c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van C 253 naar C 254
van C 263 naar C 264
6° in rang D2
a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar
van D 251 naar D 252
b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar
van D 252 naar D 253
Art. 4.4. Une carrière fonctionnelle est instaurée dans les rangs mentionnés ci-après, pour la transition entre les échelles de traitement reprises sous ces rangs après le nombre d'années d'ancienneté barémique figurant en regard de ces échelles.
1° dans le rang A1
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 6 ans
De A 121P à A 122P
b) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De A 191 à A192
c) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 12 ans
De A 122P à A 123P
2° dans le rang A2
de la première à la deuxième échelle de traitement après 10 ans
De A 221P à A 222P
3° dans le rang B1
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De B 151 à B 152
De B 161 à B 162
b) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De B 152 à B 153
De B 162 à B 163
c) De la troisième à la quatrième échelle de traitement après 9 ans
De B 153 à B 154
De B 163 à B 164
4° dans le rang B2
De la première à la deuxième échelle de traitement après 10 ans
De B 251 à B 252
De B 261 à B 262
5° dans le rang C2
a) de la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De C 251 à C 252
De C 261 à C 262
b) de la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De C 252 à C 253
De C 262 à C 263
De la troisième à la quatrième échelle de traitement après 9 ans
De C 253 à C 254
De C 263 à C 264
6° dans le rang D2
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De D 251 à D 252
b) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De D 252 à D 253
1° dans le rang A1
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 6 ans
De A 121P à A 122P
b) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De A 191 à A192
c) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 12 ans
De A 122P à A 123P
2° dans le rang A2
de la première à la deuxième échelle de traitement après 10 ans
De A 221P à A 222P
3° dans le rang B1
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De B 151 à B 152
De B 161 à B 162
b) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De B 152 à B 153
De B 162 à B 163
c) De la troisième à la quatrième échelle de traitement après 9 ans
De B 153 à B 154
De B 163 à B 164
4° dans le rang B2
De la première à la deuxième échelle de traitement après 10 ans
De B 251 à B 252
De B 261 à B 262
5° dans le rang C2
a) de la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De C 251 à C 252
De C 261 à C 262
b) de la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De C 252 à C 253
De C 262 à C 263
De la troisième à la quatrième échelle de traitement après 9 ans
De C 253 à C 254
De C 263 à C 264
6° dans le rang D2
a) De la première à la deuxième échelle de traitement après 8 ans
De D 251 à D 252
b) De la deuxième à la troisième échelle de traitement après 10 ans
De D 252 à D 253
DEEL V. - TUCHTREGELING.
PARTIE V. - LE REGIME DISCIPLINAIRE.
Art. 5.1. Artikel IX 9 van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt : " Voor een ziekenhuisgeneesheer dient de bevoegde overheid die de tuchtstraf uitspreekt, in uitvoering van artikel 125 - 8° van de Ziekenhuiswet, vooraf het advies in te winnen van de Medische Raad ".
Art. 5.1. L'article IX 9 de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " Pour un médecin hospitalier, l'autorité compétente qui prononce la peine disciplinaire doit recueillir préalablement l'avis du Conseil médical, en exécution de l'article 125 - 8° de la Loi sur les hôpitaux ".
DEEL VI. - DE SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DIENST.
PARTIE VI. - LA SUSPENSION DANS L 'INTERET DU SERVICE.
Art. 6.1. Artikel X § 1 2 van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt : " Voor de ziekenhuisgeneesheren dient de bevoegde overheid die de schorsing uitspreekt in uitvoering van artikel 125 - 8° van de Ziekenhuiswet, vooraf het advies in te winnen van de Medische Raad ".
Art. 6.1. L'article X § 1er 2 de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " Pour les médecins hospitaliers, l'autorité compétente qui prononce la suspension doit recueillir préalablement l'avis du Conseil médical, en exécution de l'article 125 - 8° de la Loi sur les hôpitaux ".
DEEL VII. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF.
PARTIE VII. - LES CONGES ET LA POSITION ADMINISTRATIVE PENDANT LES CONGES.
Art. 7.1. In afwijking van artikel XI 12, § 2, van het stambesluit VOI krijgt de ambtenaar ter vervanging van de in artikel XI 12, § 1, van het stambesluit VOI bedoelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag, in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen.
Art. 7.1. Par dérogation à l'article XI 12, § 2, de l'arrêté de base OPF, le fonctionnaire reçoit en compensation des jours de vacances qui coïncident avec un samedi ou un dimanche, visés à l'article XI 12, § 1er, de l'arrêté de base OPF, dans une mesure proportionnelle, des jours de vacances qui peuvent être pris aux mêmes conditions que le congé annuel de vacances.
Art. 7.2. In afwijking van artikel XI 50bis van het stambesluit VOI kunnen de ambtenaren van minstens 50 jaar die hun loopbaan halftijds onderbreken worden vervangen door contractuelen.
Art. 7.2. Par dérogation à l'article XI 50 bis de l'arrêté de base OPF, les fonctionnaires ayant au moins 50 ans qui prennent une interruption de carrière à mi-temps, peuvent être remplacés par des contractuels.
Art. 7.3. In afwijking van artikel XI 58, § 2 van het stambesluit VOI wordt het karakter van algemeen belang van de opdracht voor de leidend ambtenaar erkend door de raad van bestuur.
Art. 7.3. Par dérogation à l'article XI 58, § 2, de l'arrêté de base OPF, le caractère d'intérêt général de la mission du fonctionnaire dirigeant est reconnu par le conseil d'administration.
DEEL VIII. - VERLIES VAN DE HOEDANIGHEID VAN AMBTENAAR EN DEFINITIEVE AMBTSNEERLEGGING.
PARTIE VIII. - PERTE DE LA QUALITE DE FONCTIONNAIRE ET CESSATION DEFINITIVE DES FONCTIONS.
Art. 8.1. Artikel XII 7 § 1 van het stambesluit VOI wordt aangevuld als volgt : " Bij de afdanking wegens beroepsongeschiktheid van een ziekenhuisgeneesheer dient de benoemende overheid, in uitvoering van artikel 125-7° van de Ziekenhuiswet, vooraf het advies in te winnen van de Medische Raad. "
Art. 8.1. L'article XII, § 1er, de l'arrêté de base OPF, est complété comme suit : " Pour le licenciement pour inaptitude professionnelle d'un médecin hospitalier, l'autorité ayant compétence de nomination doit recueillir préalablement l'avis du Conseil médical, en exécution de l'article 125 -7° de la Loi sur les hôpitaux. "
DEEL IX. - GELDELIJK STATUUT.
PARTIE IX. - STATUT PECUNIAIRE.
TITEL 1. - Vaststelling van de salarisschalen.
TITRE 1er. - Fixation des échelles de traitement.
Art. 9.1. § 1. Aan de hierna vermelde graden worden de salarisscha(a)l(en) verbonden die overeenkom(t)(en) met de er naast vermelde lettercijfercode(s).
§ 2. De salarisschalen zijn opgenomen als bijlage III en bijlage 7IV bij dit besluit.
1° Algemeen personeel : Directeur-arts-specialist A 221P na 10 jaar schaalancienniteit in A 221P A 222P Arts-specialist A 121P na 6 jaar schaalancienniteit in A 121P A 122P na 12 jaar schaalancienniteit in A 122P A 123P Apotheker A 121 na 6 jaar schaalancienniteit in A121 A 122 na 12 jaar schaalancienniteit in A122 A 123 na 9 jaar schaalancienniteit in A123 A 124 Geestelijk raadsman A 191 na 8 jaar schaalancienniteit in A 191 A 192 Lekenconsulent A 191 na 8 jaar schaalancienniteit in A 191 A 192 Hoofddeskundige B 251 na 10 jaar schaalancienniteit in B 251 B 252 Gegradueerd hoofdverpleegkundige B 261 na 10 jaar schaalancienniteit in B 261 B 262 Gegradueerd verpleegkundige B 161 na 8 jaar schaalancienniteit in B 161 B 162 na 10 jaar schaalancienniteit in B 162 B 163 na 9 jaar schaalancienniteit in B 163 B 164 Deskundige B 151 na 8 jaar schaalancienniteit in B 151 B 152 na 10 jaar schaalancienniteit in B 152 B 153 na 9 jaar schaalancienniteit in B 153 B 154 Gebrevetteerd verpleegkundige C 261 na 8 jaar schaalancienniteit in C 261 C 262 na 10 jaar schaalancienniteit in C 262 C 263 na 9 jaar schaalancienniteit in C 263 C 264 Verpleegassistent C 251 na 8 jaar schaalancienniteit in C 251 C 252 na 10 jaar schaalancienniteit in C 252 C 253 na 9 jaar schaalancienniteit in C 253 C 254 Ziekenhuishelper D 251 na 8 jaar schaalancienniteit in D 251 D 252 na 10 jaar schaalancienniteit in D 252 D 253
§ 2. De salarisschalen zijn opgenomen als bijlage III en bijlage 7IV bij dit besluit.
1° Algemeen personeel : Directeur-arts-specialist A 221P na 10 jaar schaalancienniteit in A 221P A 222P Arts-specialist A 121P na 6 jaar schaalancienniteit in A 121P A 122P na 12 jaar schaalancienniteit in A 122P A 123P Apotheker A 121 na 6 jaar schaalancienniteit in A121 A 122 na 12 jaar schaalancienniteit in A122 A 123 na 9 jaar schaalancienniteit in A123 A 124 Geestelijk raadsman A 191 na 8 jaar schaalancienniteit in A 191 A 192 Lekenconsulent A 191 na 8 jaar schaalancienniteit in A 191 A 192 Hoofddeskundige B 251 na 10 jaar schaalancienniteit in B 251 B 252 Gegradueerd hoofdverpleegkundige B 261 na 10 jaar schaalancienniteit in B 261 B 262 Gegradueerd verpleegkundige B 161 na 8 jaar schaalancienniteit in B 161 B 162 na 10 jaar schaalancienniteit in B 162 B 163 na 9 jaar schaalancienniteit in B 163 B 164 Deskundige B 151 na 8 jaar schaalancienniteit in B 151 B 152 na 10 jaar schaalancienniteit in B 152 B 153 na 9 jaar schaalancienniteit in B 153 B 154 Gebrevetteerd verpleegkundige C 261 na 8 jaar schaalancienniteit in C 261 C 262 na 10 jaar schaalancienniteit in C 262 C 263 na 9 jaar schaalancienniteit in C 263 C 264 Verpleegassistent C 251 na 8 jaar schaalancienniteit in C 251 C 252 na 10 jaar schaalancienniteit in C 252 C 253 na 9 jaar schaalancienniteit in C 253 C 254 Ziekenhuishelper D 251 na 8 jaar schaalancienniteit in D 251 D 252 na 10 jaar schaalancienniteit in D 252 D 253
Art. 9.1. § 1er. L'échelle/les échelles de traitement correspondant au(x) code(s) alphanumérique(s) mentionné(s) en regard est/sont liée(s) aux grades mentionnés ci-après.
§ 2. Les échelles de traitement sont reprises aux annexes III et IV au présent arrêté.
1° Personnel général : Directeur-medecin-specialiste A 221P apres 10 ans d'anciennete baremique dans A 221P A 222P Medecin-specialiste A 121P apres 6 ans d'anciennete baremique dans A 121P A 122P apres 12 ans d'anciennete baremique dans A 122P A 123P Pharmacien A 121 apres 6 ans d'anciennete baremique dans A121 A 122 apres 12 ans d'anciennete baremique dans A122 A 123 apres 9 ans d'anciennete baremique dans A123 A 124 Conseiller spirituel A 191 apres 8 ans d'anciennete baremique dans A 191 A 192 Conseiller laic A 191 apres 8 ans d'anciennete baremique dans A 191 A 192 Expert en chef B 251 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 251 B 252 Infirmier en chef gradue B 261 apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 261 B 262 Infirmier gradue B 161 apres 8 ans d'anciennete baremique dans B 161 B 162 apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 162 B 163 apres 9 ans d'anciennete baremique dans B 163 B 164 Expert B 151 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans B 151 B 152 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 152 B 153 apres 9 ans d'anciennete baremique dans B 153 B 154 Infirmier brevete C 261 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans C 261 C 262 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans C 262 C 263 apres 9 ans d'anciennete baremique dans C 263 C 264 Hospitalier C 251 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans C 251 C 252 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans C 252 C 253 apres 9 ans d'anciennete baremique dans C 253 C 254 Aide hospitalier D 251 apres 8 ans d'anciennete baremique dans D 251 D 252 apres 10 ans d'anciennete baremique dans D 252 D 253
§ 2. Les échelles de traitement sont reprises aux annexes III et IV au présent arrêté.
1° Personnel général : Directeur-medecin-specialiste A 221P apres 10 ans d'anciennete baremique dans A 221P A 222P Medecin-specialiste A 121P apres 6 ans d'anciennete baremique dans A 121P A 122P apres 12 ans d'anciennete baremique dans A 122P A 123P Pharmacien A 121 apres 6 ans d'anciennete baremique dans A121 A 122 apres 12 ans d'anciennete baremique dans A122 A 123 apres 9 ans d'anciennete baremique dans A123 A 124 Conseiller spirituel A 191 apres 8 ans d'anciennete baremique dans A 191 A 192 Conseiller laic A 191 apres 8 ans d'anciennete baremique dans A 191 A 192 Expert en chef B 251 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 251 B 252 Infirmier en chef gradue B 261 apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 261 B 262 Infirmier gradue B 161 apres 8 ans d'anciennete baremique dans B 161 B 162 apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 162 B 163 apres 9 ans d'anciennete baremique dans B 163 B 164 Expert B 151 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans B 151 B 152 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans B 152 B 153 apres 9 ans d'anciennete baremique dans B 153 B 154 Infirmier brevete C 261 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans C 261 C 262 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans C 262 C 263 apres 9 ans d'anciennete baremique dans C 263 C 264 Hospitalier C 251 Apres 8 ans d'anciennete baremique dans C 251 C 252 Apres 10 ans d'anciennete baremique dans C 252 C 253 apres 9 ans d'anciennete baremique dans C 253 C 254 Aide hospitalier D 251 apres 8 ans d'anciennete baremique dans D 251 D 252 apres 10 ans d'anciennete baremique dans D 252 D 253
HOOFDSTUK 1. - Forfaitaire toelage voor slopend werk.
CHAPITRE 1er. - Allocation forfaitaire pour travail assujettissant.
Art. 9.2. Aan al het in dienst zijnde personeel van de instelling, hetzij administratief, technisch, werklieden, verplegend en paramedisch personeel met uitzondering van het medisch personeel, wordt een toelage voor slopend werk toegekend ten belope van 2.5 euro (100 %) per dag voor werkelijke en volledige prestaties.
Deze toelage wordt in voorkomend geval berekend overeenkomstig artikel XIII, 24 van het Stambesluit VOI van 30 juni 2000 en zal maandelijks na vervallen termijn worden vereffend.
Deze toelage wordt in voorkomend geval berekend overeenkomstig artikel XIII, 24 van het Stambesluit VOI van 30 juni 2000 en zal maandelijks na vervallen termijn worden vereffend.
Art. 9.2. Une. allocation pour travail assujettissant est octroyée à tout le personnel en service de l'organisme, soit le personnel administratif, technique, ouvrier, infirmier et paramédical à l'exception du personnel médical, à concurrence de 2,5 euro (100 %) par jour pour des prestations complètes et effectives.
Le cas échéant, cette allocation est calculée conformément à l'article XIII 24 de l'arrêté de base OPF du 30 juin 2000 et sera payée mensuellement à terme échu.
Le cas échéant, cette allocation est calculée conformément à l'article XIII 24 de l'arrêté de base OPF du 30 juin 2000 et sera payée mensuellement à terme échu.
HOOFDSTUK 2. - De aanvullingswedde.
CHAPITRE 2. - Le complément de traitement.
Art. 9.3. § 1. Een aanvullingswedde voor buitengewone prestaties wordt toegekend aan de personeelsleden van de instelling, titularis van één der volgende graden : ziekenhuishelper, verpleegassistent, gebrevetteerd verpleegkundige, gegradueerd verpleegkundige, gegradueerd hoofdverpleegkundige, medewerker, hoofdmedewerker, deskundige, hoofddeskundige en adjunct van de directeur voorzover ze een verpleegkundige, verzorgende of opvoedkundige functie uitoefenen.
§ 2. De ambtenaren, titularis van de graad van gegradueerd hoofdverpleegkundige en adjunct van directeur hebben slechts recht op de in § 1 bedoelde aanvullingswedde voorzover zij worden opgenomen in de beurtregeling van de instelling.
§ 2. De ambtenaren, titularis van de graad van gegradueerd hoofdverpleegkundige en adjunct van directeur hebben slechts recht op de in § 1 bedoelde aanvullingswedde voorzover zij worden opgenomen in de beurtregeling van de instelling.
Art. 9.3. § 1er. Un complément de traitement pour prestations à titre exceptionnel est octroyé aux membres du personnel de l'organisme qui sont titulaires d'un des grades suivants : aide hospitalier, hospitalier, infirmier breveté, infirmier gradué, infirmier en chef gradué, collaborateur, collaborateur en chef, expert, expert en chef et adjoint du directeur dans la mesure où ils exercent une fonction à caractère infirmier, soignant ou éducatif.
§ 2. Les fonctionnaires titulaires du grade d'infirmier en chef gradué et d'adjoint du directeur n'ont droit au complément de traitement visé au § 1er que dans la mesure où ils participent au régime de travail par roulement de l'organisme.
§ 2. Les fonctionnaires titulaires du grade d'infirmier en chef gradué et d'adjoint du directeur n'ont droit au complément de traitement visé au § 1er que dans la mesure où ils participent au régime de travail par roulement de l'organisme.
Art. 9.4. Onder de in artikel IX 3 van dit besluit bedoelde buitengewone prestaties dient te worden verstaan :
1° nachtdienst;
2° werk op zon- en feestdagen;
3° wisselende dienstprestaties of onderbroken diensten.
1° nachtdienst;
2° werk op zon- en feestdagen;
3° wisselende dienstprestaties of onderbroken diensten.
Art. 9.4. Par prestations à titre exceptionnel visées à l'article IX 3 du présent arrêté, on entend :
1° le service de nuit;
2° le travail les dimanches et jours fériés;
3° les prestations de service alternantes ou les services interrompus.
1° le service de nuit;
2° le travail les dimanches et jours fériés;
3° les prestations de service alternantes ou les services interrompus.
Art. 9.5. De in artikel IX 3 van dit besluit bedoelde aanvullingswedde wordt bepaald op 11 % van het salaris van het betrokken personeelslid.
De aanvullingswedde wordt toegekend voorzover het betrokken personeelslid twee van de drie in artikel IX 4 van dit besluit vermelde prestaties doorlopend vervult.
De aanvullingswedde wordt tegelijk met het salaris en onder dezelfde voorwaarden als deze uitbetaald.
De aanvullingswedde wordt in aanmerking genomen voor de toekenning van de haard- of standplaatstoelage.
De aanvullingswedde wordt toegekend voorzover het betrokken personeelslid twee van de drie in artikel IX 4 van dit besluit vermelde prestaties doorlopend vervult.
De aanvullingswedde wordt tegelijk met het salaris en onder dezelfde voorwaarden als deze uitbetaald.
De aanvullingswedde wordt in aanmerking genomen voor de toekenning van de haard- of standplaatstoelage.
Art. 9.5. Le complément de traitement visé à l'article IX 3 du présent arrêté est fixé à 11 % du traitement du membre du personnel concerné.
Le complément de traitement est octroyé pour autant que le membre du personnel concerné effectue de façon permanente deux des trois prestations mentionnées à l'article IX 4 du présent arrêté.
Le complément de traitement est versé en même temps et aux mêmes conditions que le traitement.
Le complément de traitement est pris en considération pour l'octroi de l'allocation de foyer ou de résidence.
Le complément de traitement est octroyé pour autant que le membre du personnel concerné effectue de façon permanente deux des trois prestations mentionnées à l'article IX 4 du présent arrêté.
Le complément de traitement est versé en même temps et aux mêmes conditions que le traitement.
Le complément de traitement est pris en considération pour l'octroi de l'allocation de foyer ou de résidence.
HOOFDSTUK 3. - Forfaitaire toelage aan de geneesheer in de zin van geneesheer-hoofd van dienst van de gedwongen opnamen.
CHAPITRE 3. - Allocation forfaitaire au médecin au sens de médecin-chef de service des admissions forcées.
Art. 9.6. Volgens het koninklijk besluit van 18 juli 1991, genomen in uitvoering van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, wordt aan de geneesheer bevoegd om de beschermingsmaatregelen te nemen, jaarlijks een forfaitaire toelage toegekend op voorwaarde dat er gedurende dat dienstjaar ten minste één geesteszieke, ten aanzien van wie er een beschermingsmaatregel gelast werd, opgenomen werd. Er wordt een bijkomende forfaitaire toelage toegekend per geesteszieke die gedurende het dienstjaar in de dienst opgenomen werd.
De bedragen van deze forfaitaire toelagen zijn vastgesteld in artikel 8 van voormeld koninklijk besluit.
De bedragen van deze forfaitaire toelagen zijn vastgesteld in artikel 8 van voormeld koninklijk besluit.
Art. 9.6. Conformément à l'arrêté royal du 18 juillet 1991, pris en exécution de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux, une allocation forfaitaire est annuellement octroyée au médecin compétent pour prendre les mesures de protection, à condition qu'au cours de cet exercice au moins un malade mental ait été admis à l'égard duquel une mesure de protection a été ordonnée. Une allocation forfaitaire supplémentaire est octroyée par malade mental qui a été admis au service pendant l'exercice.
Les montants de ces allocations forfaitaires ont été fixés à l'article 8 de l'arrêté royal précité.
Les montants de ces allocations forfaitaires ont été fixés à l'article 8 de l'arrêté royal précité.
HOOFDSTUK 4. - Toelage voor nachtprestaties.
CHAPITRE 4. - Allocation pour prestations nocturnes.
Art. 9.7. § 1. Een toelage voor nachtprestaties wordt toegekend aan het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel van de instelling, wanneer zij ertoe verplicht zijn nachtprestaties te verrichten.
§ 2. Nachtprestaties zijn die welke verricht worden tussen 22 uur en 6 uur. Prestaties verricht tussen 18 uur en 8 uur worden gelijkgesteld met nachtprestaties op voorwaarde dat ze eindigen om of na 22 uur of beginnen om of voor 6 uur. Per nacht worden maximaal 11 uren in aanmerking genomen.
§ 3. Het bedrag van de toelage bedoeld in § 1 wordt vastgesteld als volgt : 2.05 euro (100%) per uur prestatie. Dit bedrag wordt gekoppeld aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel XIII 22 van het stambesluit VOI.
§ 4. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat, wordt afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt dan 30 minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt.
§ 5. De cumulatie van deze toelage met de toelage, opgenomen in artikel XIII 47, § 1 van het stambesluit VOI is uitgesloten.
§ 2. Nachtprestaties zijn die welke verricht worden tussen 22 uur en 6 uur. Prestaties verricht tussen 18 uur en 8 uur worden gelijkgesteld met nachtprestaties op voorwaarde dat ze eindigen om of na 22 uur of beginnen om of voor 6 uur. Per nacht worden maximaal 11 uren in aanmerking genomen.
§ 3. Het bedrag van de toelage bedoeld in § 1 wordt vastgesteld als volgt : 2.05 euro (100%) per uur prestatie. Dit bedrag wordt gekoppeld aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel XIII 22 van het stambesluit VOI.
§ 4. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat, wordt afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt dan 30 minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt.
§ 5. De cumulatie van deze toelage met de toelage, opgenomen in artikel XIII 47, § 1 van het stambesluit VOI is uitgesloten.
Art. 9.7. § 1er. Une allocation pour prestations nocturnes est octroyée aux membres du personnel infirmier, soignant et paramédical de l'organisme, lorsqu'ils sont obligés à effectuer des prestations nocturnes.
§ 2. Des prestations nocturnes sont des prestations effectuées entre 22h00 et 06h00. Des prestations effectuées entre 18h00 et 08h00 sont assimilées à des prestations nocturnes à condition qu'elles prennent fin à ou après 22h00 ou débutent à ou avant 06h00. Un maximum de 11 heures par nuit est pris en compte.
§ 3. Le montant de l'allocation visée au § 1er est fixé comme suit : 2.05 euro (100 %) par heure prestée. Ce montant est lié à l'évolution de l'indice de santé, conformément à l'article XIII 22 de l'arrêté de base OPF.
§ 4. L'allocation est payée mensuellement à terme échu. La fraction d'une heure que comporte éventuellement une prestation, est arrondie à l'heure entière si elle est égale ou supérieure à 30 minutes; elle n'est pas prise en compte si cette durée n'est pas atteinte.
§ 5. Cette allocation n'est pas cumulable avec l'allocation reprise à l'article XIII 47, § 1er, de l'arrêté de base OPF.
§ 2. Des prestations nocturnes sont des prestations effectuées entre 22h00 et 06h00. Des prestations effectuées entre 18h00 et 08h00 sont assimilées à des prestations nocturnes à condition qu'elles prennent fin à ou après 22h00 ou débutent à ou avant 06h00. Un maximum de 11 heures par nuit est pris en compte.
§ 3. Le montant de l'allocation visée au § 1er est fixé comme suit : 2.05 euro (100 %) par heure prestée. Ce montant est lié à l'évolution de l'indice de santé, conformément à l'article XIII 22 de l'arrêté de base OPF.
§ 4. L'allocation est payée mensuellement à terme échu. La fraction d'une heure que comporte éventuellement une prestation, est arrondie à l'heure entière si elle est égale ou supérieure à 30 minutes; elle n'est pas prise en compte si cette durée n'est pas atteinte.
§ 5. Cette allocation n'est pas cumulable avec l'allocation reprise à l'article XIII 47, § 1er, de l'arrêté de base OPF.
HOOFDSTUK- Wachtdienstentoelage.
CHAPITRE 5. - Allocation de garde.
Art. 9.8. § 1. De leidend ambtenaar, het afdelingshoofd van de medische afdeling en de artsen-specialisten die opgenomen zijn in de wachtdienstenregeling hebben recht op een wachtdienstentoelage. De raad van bestuur kan aan andere personeelsleden uit hoofde van hun functie in het ziekenhuis en het verzorgingstehuis en ten individuele titel eenzelfde recht toekennen.
§ 2. Deze toelage bedraagt 10% van het bruto bedrag van het gemiddelde van de salarisschaal.
§ 3. De wachtdienstentoelage wordt bij deeltijdse wachtdiensten pro rata berekend ten opzichte van voltijdse wachtdiensten.
§ 2. Deze toelage bedraagt 10% van het bruto bedrag van het gemiddelde van de salarisschaal.
§ 3. De wachtdienstentoelage wordt bij deeltijdse wachtdiensten pro rata berekend ten opzichte van voltijdse wachtdiensten.
Art. 9.8. § 1er. Le fonctionnaire dirigeant, le chef de division de la division médicale et les médecins spécialistes participant au système de garde, ont droit à une allocation de garde. Le conseil d'administration peut accorder un même droit aux autres membres du personnel du chef de leur fonction à l'hôpital et à la maison de soins, et à titre individuel.
§ 2. Cette allocation s'élève à 10% du montant brut de la moyenne de l'échelle de traitement.
§ 3. En cas de services de garde à temps partiel, l'allocation de garde est calculée au prorata des services de garde à temps plein.
§ 2. Cette allocation s'élève à 10% du montant brut de la moyenne de l'échelle de traitement.
§ 3. En cas de services de garde à temps partiel, l'allocation de garde est calculée au prorata des services de garde à temps plein.
Art. 9.9. Het recht op een wachtdienstentoelage kan door de Raad van Bestuur ten individuele titel ingetrokken worden indien het personeelslid niet binnen een redelijke termijn na oproep aanwezig kan zijn in de instelling.
Art. 9.9. Le droit à l'allocation de garde peut être retiré à titre individuel par le conseil d'administration si le membre du personnel ne peut pas être présent à l'organisme dans un délai raisonnable suivant l'appel.
Art. 9.10. Het recht op een wachtdienstentoelage vangt aan bij de aanstelling in de functie en vervalt de dag waarop men die functie definitief niet meer uitoefent.
Bij een onderbreking van de normale dienst van meer dan 35 werkdagen verliezen de belanghebbenden de wachtdiensttoelage tot aan het hernemen van de functie.
Bij een onderbreking van de normale dienst van meer dan 35 werkdagen verliezen de belanghebbenden de wachtdiensttoelage tot aan het hernemen van de functie.
Art. 9.10. Le droit à l'allocation de garde prend effet le jour de la désignation dans la fonction et est supprimé le jour de la cessation définitive de l'exercice de cette fonction.
En cas d'interruption du service normal pendant plus de 35 jours ouvrables, les bénéficiaires perdent l'allocation de garde jusqu'à ce qu'ils reprennent la fonction.
En cas d'interruption du service normal pendant plus de 35 jours ouvrables, les bénéficiaires perdent l'allocation de garde jusqu'à ce qu'ils reprennent la fonction.
HOOFDSTUK 6. - Toelage voor leidinggevende ziekenhuisfuncties.
CHAPITRE 6. - Allocation pour fonctions dirigeantes hospitalières.
Art. 9.11. § 1. Er wordt een toelage voor leidinggevende ziekenhuisfuncties, toegekend aan het personeelslid met de graad van Arts-specialist, Arts, Adjunct van de Directeur of Gegradueerd Hoofdverpleegkundige dat :
- in een dienst van de instelling;
- waar de ziekenhuiswet een leidinggevende functie voorschrijft;
- en waar op het organigram geen betrekking van rang A2 vastgesteld is, een leidinggevende functie uitoefent.
De leidend ambtenaar stelt, na overleg met het afdelingshoofd, het diensthoofd aan. De Raad van Bestuur kan de toekenning van deze toelage uitbreiden tot andere personeelsleden die leidinggevende functies in het ziekenhuis of het verzorgingstehuis uitoefenen..
§ 2. De toelage bedraagt 10% van het geïndexeerd salaris. Zij wordt maandelijks en na verlopen termijn betaald. Ingeval de toelage niet volledig verschuldigd is, wordt zij betaald overeenkomstig de bepalingen van de artikelen XIII 24 § 1 van het stambesluit.
- in een dienst van de instelling;
- waar de ziekenhuiswet een leidinggevende functie voorschrijft;
- en waar op het organigram geen betrekking van rang A2 vastgesteld is, een leidinggevende functie uitoefent.
De leidend ambtenaar stelt, na overleg met het afdelingshoofd, het diensthoofd aan. De Raad van Bestuur kan de toekenning van deze toelage uitbreiden tot andere personeelsleden die leidinggevende functies in het ziekenhuis of het verzorgingstehuis uitoefenen..
§ 2. De toelage bedraagt 10% van het geïndexeerd salaris. Zij wordt maandelijks en na verlopen termijn betaald. Ingeval de toelage niet volledig verschuldigd is, wordt zij betaald overeenkomstig de bepalingen van de artikelen XIII 24 § 1 van het stambesluit.
Art. 9.11. § 1er. Une allocation pour fonctions dirigeantes hospitalières est octroyée au membre du personnel ayant le grade de médecin spécialiste, médecin, adjoint du directeur ou infirmier en chef gradué qui :
- dans un service de l'organisme;
- où la loi sur les hôpitaux prescrit une fonction dirigeante;
- et où l'organigramme n'a pas fixé un emploi du rang A2, exerce une fonction dirigeante.
Le fonctionnaire dirigeant désigne le chef de service, après concertation avec le chef de division. Le conseil d'administration peut étendre l'octroi de cette allocation à d'autres membres du personnel exerçant des fonctions dirigeantes à l'hôpital ou à la maison de soins.
§ 2. L'allocation s'élève à 10% du traitement indexé. Elle est payée mensuellement à terme échu. Si l'allocation n'est pas entièrement due, elle est payée conformément aux dispositions de l'article XIII 24, § 1er, de l'arrêté de base.
- dans un service de l'organisme;
- où la loi sur les hôpitaux prescrit une fonction dirigeante;
- et où l'organigramme n'a pas fixé un emploi du rang A2, exerce une fonction dirigeante.
Le fonctionnaire dirigeant désigne le chef de service, après concertation avec le chef de division. Le conseil d'administration peut étendre l'octroi de cette allocation à d'autres membres du personnel exerçant des fonctions dirigeantes à l'hôpital ou à la maison de soins.
§ 2. L'allocation s'élève à 10% du traitement indexé. Elle est payée mensuellement à terme échu. Si l'allocation n'est pas entièrement due, elle est payée conformément aux dispositions de l'article XIII 24, § 1er, de l'arrêté de base.
Art. 9.12. Deze titel is eveneens van toepassing op de stagiair.
Art. 9.12. Les dispositions du présent titre s'appliquent également aux stagiaires.
HOOFDSTUK 7. - Overgangsbepaling.
CHAPITRE 7. - Disposition transitoire.
Art. 9.13. Tot aan de datum van inwerkingtreding van artikel IX 2. geldt de volgende regeling met betrekking tot de toelage voor slopend werk :
Aan al het in dienst zijnde personeel van de instelling, hetzij administratief, technisch, werklieden, verplegend en paramedisch personeel met uitzondering van het medisch personeel, wordt een toelage voor slopend werk toegekend ten belope van 1,86 euro (100 %) per dag voor werkelijke prestaties.
Deze toelage zal maandelijks na vervallen termijn worden vereffend.
Aan al het in dienst zijnde personeel van de instelling, hetzij administratief, technisch, werklieden, verplegend en paramedisch personeel met uitzondering van het medisch personeel, wordt een toelage voor slopend werk toegekend ten belope van 1,86 euro (100 %) per dag voor werkelijke prestaties.
Deze toelage zal maandelijks na vervallen termijn worden vereffend.
Art. 9.13. Jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'article IX 2, le régime suivant s'applique en ce qui concerne l'allocation pour travail assujettissant :
Une allocation pour travail assujettissant est octroyée à tout le personnel en service de l'organisme, soit le personnel administratif, technique, ouvrier, infirmier et paramédical à l'exception du personnel médical, à concurrence de 1,86 euro (100 %) par jour pour des prestations effectives.
Cette allocation sera payée mensuellement à terme échu.
Une allocation pour travail assujettissant est octroyée à tout le personnel en service de l'organisme, soit le personnel administratif, technique, ouvrier, infirmier et paramédical à l'exception du personnel médical, à concurrence de 1,86 euro (100 %) par jour pour des prestations effectives.
Cette allocation sera payée mensuellement à terme échu.
Art. 9.14. Tot 31 december 2000 worden de bedragen vermeld in deze titel omgerekend in Belgische frank overeenkomstig bijlage V bij dit besluit.
Art. 9.14. Jusqu'au 31 décembre 2000, les montants mentionnés au présent titre, sont convertis en francs belges conformément à l'annexe V au présent arrêté.
TITEL 3. - Vergoedingen.
TITRE 3. - Les indemnités.
HOOFDSTUK 1. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk.
CHAPITRE 1er. - Rente majorée en cas d'accident du travail et d'accident survenu sur le chemin du travail.
Art. 9.15. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,77 euro per jaar en per persoon.
Art. 9.15. Pour l'application de la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public, la rente est calculée, dans le cas d'une invalidité permanente et d'un décès, accordée suite à un accident du travail ou un accident survenu sur le chemin du travail, sur la base de la rémunération annuelle du membre du personnel, plafonnée à 123.946,77 euro par an et par personne.
HOOFDSTUK 2. - Geneesmiddelenvergoeding.
CHAPITRE 2. - Indemnité pour médicaments.
Art. 9.16. § 1. De geneesmiddelenvergoeding bestaat uit de terugbetaling van het persoonlijk aandeel van, door het Ministerie van Volksgezondheid, erkende geneesmiddelen aangekocht volgens de modaliteiten hieronder vermeld :
1. de geneesmiddelen moeten voorgeschreven worden door een geneesheer;
2. de rechthebbende legt een door de apotheker ondertekend document voor met de volgende gegevens :
naam van de rechthebbende, naam van de voorschrijvende arts, naam van het geneesmiddel, de volledige prijs, het persoonlijk aandeel, eventueel de toegekende korting en de datum van uitvoering.
§ 2. De rechthebbenden zijn de actieve en gepensioneerde ambtenaren en de personen die zij ten laste hebben
§ 3. Dit artikel houdt op uitwerking te hebben voor geneesmiddelen aangekocht vanaf 1 januari 2003 of op de personeelsdienst van het OPZ Geel binnengebracht na 31 januari 2003.
1. de geneesmiddelen moeten voorgeschreven worden door een geneesheer;
2. de rechthebbende legt een door de apotheker ondertekend document voor met de volgende gegevens :
naam van de rechthebbende, naam van de voorschrijvende arts, naam van het geneesmiddel, de volledige prijs, het persoonlijk aandeel, eventueel de toegekende korting en de datum van uitvoering.
§ 2. De rechthebbenden zijn de actieve en gepensioneerde ambtenaren en de personen die zij ten laste hebben
§ 3. Dit artikel houdt op uitwerking te hebben voor geneesmiddelen aangekocht vanaf 1 januari 2003 of op de personeelsdienst van het OPZ Geel binnengebracht na 31 januari 2003.
Art. 9.16. § 1er. L'indemnité pour médicaments comporte le remboursement, par le Ministère de la Santé publique, de l'intervention personnelle des médicaments agréés qui sont achetés selon les modalités suivantes :
les médicaments doivent être prescrits par un médecin;
le bénéficiaire présente un document signé par le pharmacien et comportant les informations suivantes :
nom du bénéficiaire, nom du médecin prescripteur, nom du médicament, le prix total, l'intervention personnelle, éventuellement la réduction accordée et la date d'exécution.
§ 2. Les bénéficiaires sont les fonctionnaires actifs et retraités ainsi que les personnes à leur charge.
§ 3. Le présent article cesse de produire ses effets pour les médicaments achetés à partir du 1er janvier 2003 ou déposés au service du OPZ Geel après le 31 janvier 2003.
les médicaments doivent être prescrits par un médecin;
le bénéficiaire présente un document signé par le pharmacien et comportant les informations suivantes :
nom du bénéficiaire, nom du médecin prescripteur, nom du médicament, le prix total, l'intervention personnelle, éventuellement la réduction accordée et la date d'exécution.
§ 2. Les bénéficiaires sont les fonctionnaires actifs et retraités ainsi que les personnes à leur charge.
§ 3. Le présent article cesse de produire ses effets pour les médicaments achetés à partir du 1er janvier 2003 ou déposés au service du OPZ Geel après le 31 janvier 2003.
DEEL X. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUELE PERSONEELSLID VAN DE INSTELLING.
PARTIE X. - LE STATUT DU MEMBRE DU PERSONNEL CONTRACTUEL DE L'ORGANISME.
TITEL 1. - Arbeidsvoorwaarden.
TITRE 1er. - Conditions de travail.
HOOFDSTUK 1. - Beoordeling.
CHAPITRE 1er. - Evaluation.
Art. 10.1. Wanneer de beoordeling negatief is, wordt dit aan de Raad van Bestuur voor niveau A en de leidend ambtenaar voor de niveaus B, C, D en E meegedeeld, die tot het ontslag van het betrokken contractuele personeelslid kunnen overgaan.
Art. 10.1. En cas d'évaluation négative, elle est communiquée au conseil d'administration pour le niveau A et au fonctionnaire dirigeant pour les niveaux B, C, D et E, qui peuvent procéder au licenciement du membre du personnel contractuel concerné.
HOOFDSTUK 2. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
CHAPITRE 2. - Cessation du contrat de travail.
Art. 10.2. Bij de afzetting van een ziekenhuisgeneesheer, behalve de afzetting om dringende reden, zal de raad van bestuur, vooraf het advies inwinnen van de Medische Raad, overeenkomstig artikel 125-7° van de Ziekenhuiswet.
Art. 10.2. En cas de révocation d'un médecin hospitalier, sauf révocation pour motif grave, le conseil d'administration recueillera préalablement l'avis du Conseil médical, conformément à l'article 125-7° de la Loi sur les hôpitaux.
DEEL XI. - OPHEFFINGSBEPALINGEN.
PARTIE XI. - DISPOSITIONS ABROGATOIRES.
Art. 11.1. Opgeheven worden :
- het ministerieel besluit van 20 juni 1952 betreffende de toelage die, bij ontstentenis van huisvesting, verleend wordt aan de titularissen van functies die vrije inwoning genieten;
- het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;het koninklijk besluit van 23 februari 1968 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het koninklijk besluit van 5 oktober 1973 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het besluit van de Vlaamse executieve van 18 november 1987 houdende de algemene regeling inzake de vaststelling van het model en het toekennen en dragen van dienstkledij voor sommige personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
- het ministerieel besluit van 20 juni 1952 betreffende de toelage die, bij ontstentenis van huisvesting, verleend wordt aan de titularissen van functies die vrije inwoning genieten;
- het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;het koninklijk besluit van 23 februari 1968 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het koninklijk besluit van 5 oktober 1973 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1952 betreffende de uniformen van de verplegers, verpleegsters, ziekenoppassers en -oppassters, technici en bewakers van de rijksinstellingen voor geesteszieken;
- het besluit van de Vlaamse executieve van 18 november 1987 houdende de algemene regeling inzake de vaststelling van het model en het toekennen en dragen van dienstkledij voor sommige personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 11.1. Sont abrogés :
- l'arrêté ministériel du 20 juin 1952 relatif a l'allocation qui, à défaut de logement est accordée aux titulaires de fonctions bénéficiant de la gratuité de logement;
- l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif a l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens et surveillants des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté royal du 23 février 1968 modifiant l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif à l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens et surveillants des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté royal du 5 octobre 1973 modifiant l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif à l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens, surveillants et ouvriers des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté de l'Exécutif flamand du 18 novembre 1987 portant règlement général en matière de fixation du modèle, d'octroi et de port de l'uniforme de certains agents du Ministère de la Communauté flamande.
- l'arrêté ministériel du 20 juin 1952 relatif a l'allocation qui, à défaut de logement est accordée aux titulaires de fonctions bénéficiant de la gratuité de logement;
- l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif a l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens et surveillants des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté royal du 23 février 1968 modifiant l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif à l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens et surveillants des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté royal du 5 octobre 1973 modifiant l'arrêté royal du 23 décembre 1952 relatif à l'uniforme des infirmiers, infirmières, gardes-malades, techniciens, surveillants et ouvriers des établissements de l'Etat pour malades mentaux;
- l'arrêté de l'Exécutif flamand du 18 novembre 1987 portant règlement général en matière de fixation du modèle, d'octroi et de port de l'uniforme de certains agents du Ministère de la Communauté flamande.
DEEL XII. - SLOTBEPALINGEN.
PARTIE XII. - DISPOSITIONS FINALES.
Art. 12.1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000, behalve :
DEEL IX. - GELDELIJK STATUUT.
TITEL II. - Toelagen.
HOOFDSTUK 1. - Forfaitaire toelage voor slopend werk.
Artikel IX.2. : 1 januari 2003
HOOFDSTUK 5. - Wachtdienstentoelage.
Artikel IX.8. tot en met artikel IX.10. : 1 april 2002
DEEL IX. - GELDELIJK STATUUT.
TITEL II. - Toelagen.
HOOFDSTUK 1. - Forfaitaire toelage voor slopend werk.
Artikel IX.2. : 1 januari 2003
HOOFDSTUK 5. - Wachtdienstentoelage.
Artikel IX.8. tot en met artikel IX.10. : 1 april 2002
Art. 12.1. Le présent arrêté produit ses effets le 1er octobre 2000, sauf
PARTIE IX. - STATUT PECUNIAIRE.
TITRE II. - Allocations.
CHAPITRE 1er. - Allocation forfaitaire pour travail assujettissant.
Article IX.2. : le 1er janvier 2003
CHAPITRE 5. - Allocation de garde.
Articles IX.8. à IX.10. inclus : le 1er avril 2002
PARTIE IX. - STATUT PECUNIAIRE.
TITRE II. - Allocations.
CHAPITRE 1er. - Allocation forfaitaire pour travail assujettissant.
Article IX.2. : le 1er janvier 2003
CHAPITRE 5. - Allocation de garde.
Articles IX.8. à IX.10. inclus : le 1er avril 2002
Art. 12.2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12.2. Le Ministre flamand qui a la politique en matière de santé dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage I. Indeling van de instellingsspecifieke betrekkingen per rang. NIVEAU A Rang A2 : Directeur-arts-specialist Rang A1 : Apotheker Arts-specialist NIVEAU B Rang B2 : Gegradueerd hoofdverpleegkundige Hoofddeskundige Rang B1 : Gegradueerd verpleegkundige Deskundige NIVEAU C Rang C2 : Gebrevetteerd verpleegkundige Verpleegassistent NIVEAU D Rang D2 : Ziekenhuishelper
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2005 houdende de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2005 houdende de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel.
Art. N1. Annexe I. Répartition des emplois spécifiques à l'organisme par rang. NIVEAU A Rang A2 : Directeur-medecin-specialiste Rang A1 : Pharmacien Medecin-specialiste NIVEAU B Rang B2 : Infirmier en chef gradue Expert en chef Rang B1 : Infirmier gradue Expert NIVEAU C Rang C2 : Infirmier brevete Hospitalier NIVEAU D Rang D2 : Aide hospitalier
Art. N2. Bijlage II. - Instellingsspecifieke graden.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18088).
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18088).
Art. N2. Annexe II. Grades spécifiques à l'organisme.
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18102).
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18102).
Art. N3. Bijlage III. - Tabel van de instellingsspecifieke salarisschalen in BEF.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18089-18091).
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18089-18091).
Art. N3. Annexe III. - Tableau des échelles de traitement spécifiques à l'organisme en BEF.
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18103-18105).
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18103-18105).
Art. N4. Bijlage IV. - Tabel van de instellingsspecifieke salarisschalen in euro.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18092-18095).
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18092-18095).
Art. N4. Annexe IV. Tableau des échelles de traitement spécifiques à l'organisme en euros.
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18106-18109).
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18106-18109).
Art. N5. Bijlage V. Instellingsspecifieke vergoedingen en toelagen.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18095).
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-04-2005, p. 18095).
Art. N5. Annexe V. Indemnités et allocations spécifiques à l'organisme en BEF.
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18109).
(Tableau non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 21-04-2005, p. 18109).