Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 APRIL 2004. - [Decreet tot oprichting van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel en Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem] <DVR2006-03-31/52, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2007> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-05-2004 en tekstbijwerking tot 29-05-2019)
Titre
30 AVRIL 2004. - [Décret portant création des agences autonomisées externes de droit public 'Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel' et 'Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem'] <DCFL 2006-03-31/52%, art. 2, 002; En vigueur : 01-01-2007> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 28-05-2004 et mise à jour au 29-05-2019)
Informations sur le document
Numac: 2004035824
Datum: 2004-04-30
Info du document
Numac: 2004035824
Date: 2004-04-30
Table des matières
Tekst (27)
Texte (27)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder :
1° [1 Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018]1;
2° geestelijke gezondheidszorg : het aanbod van verantwoorde zorg aan personen met een psychische disfunctie met het oog op het herstel van stoornissen en het bereiken van een evenwicht met zichzelf en hun leefomgeving, met inbegrip van het aanleren of stimuleren van attitudes, vaardigheden en kennis die de maatschappelijke integratie en participatie bevorderen;
3° integrale jeugdhulp : het aanbieden, op grond van een vraag of behoefte, van een samenhangend geheel van hulp aan de minderjarige of aan de minderjarige en zijn leefomgeving, om de ontplooiingskansen van de minderjarige te vrijwaren en zijn welzijn en gezondheid te verhogen;
4° de ziekenhuiswetgeving : de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en alle andere regelgeving die op een algemene wijze de organisatie en de werking van ziekenhuizen regelt;
5° psychiatrisch verzorgingstehuis zoals omschreven in het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van de psychiatrische verzorgingstehuizen;
6° dagelijks bestuur : handelingen of verrichtingen die niet verder reiken dan de behoeften van de dagelijkse werking van het agentschap en de behoeften die geen tussenkomst van de raad van bestuur rechtvaardigen vanwege hun minder algemene impact of het hoogdringende karakter ervan;
(7° agentschap : elk van de agentschappen, vermeld in artikel 3.)
1° [1 Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018]1;
2° geestelijke gezondheidszorg : het aanbod van verantwoorde zorg aan personen met een psychische disfunctie met het oog op het herstel van stoornissen en het bereiken van een evenwicht met zichzelf en hun leefomgeving, met inbegrip van het aanleren of stimuleren van attitudes, vaardigheden en kennis die de maatschappelijke integratie en participatie bevorderen;
3° integrale jeugdhulp : het aanbieden, op grond van een vraag of behoefte, van een samenhangend geheel van hulp aan de minderjarige of aan de minderjarige en zijn leefomgeving, om de ontplooiingskansen van de minderjarige te vrijwaren en zijn welzijn en gezondheid te verhogen;
4° de ziekenhuiswetgeving : de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en alle andere regelgeving die op een algemene wijze de organisatie en de werking van ziekenhuizen regelt;
5° psychiatrisch verzorgingstehuis zoals omschreven in het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van de psychiatrische verzorgingstehuizen;
6° dagelijks bestuur : handelingen of verrichtingen die niet verder reiken dan de behoeften van de dagelijkse werking van het agentschap en de behoeften die geen tussenkomst van de raad van bestuur rechtvaardigen vanwege hun minder algemene impact of het hoogdringende karakter ervan;
(7° agentschap : elk van de agentschappen, vermeld in artikel 3.)
Modifications
Art.2. Dans le présent décret, on entend par :
1° [1 Décret de gouvernance : le Décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1;
2° soins de santé mentale : l'offre de soins justifiés proposée aux personnes ayant une dysfonction psychique en vue de rétablir des troubles et d'atteindre un équilibre personnel et vis-à-vis de leur entourage, en ce compris l'apprentissage ou la stimulation d'attitudes, d'aptitudes et de connaissances susceptibles de promouvoir l'intégration et la participation sociales;
3° aide intégrale à la jeunesse : l'offre, suite à une demande ou un besoin, d'un ensemble cohérent d'aide au mineur ou au mineur et son entourage, en vue de garantir au mineur ses chances d'épanouissement et d'améliorer son bien-être et sa santé;
4° le la législation hospitalière : la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, et toute autre réglementation réglant de manière générale l'organisation et le fonctionnement d'hôpitaux;
5° maison de soins psychiatriques telle que définie à l'arrêté royal du 10 juillet 1990 fixant les normes pour l'agrément spécial des maisons de soins psychiatriques;
6° direction journalière : les actions ou opérations qui ne ont pas au-delà des besoins du fonctionnement journalier de l'agence et les besoins qui ne justifient pas l'intervention du conseil d'administration en raison de leur impact moins général ou de leur caractère d'urgence;
(7° l'agence : chacune des agences visées à l'article 3.)
1° [1 Décret de gouvernance : le Décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1;
2° soins de santé mentale : l'offre de soins justifiés proposée aux personnes ayant une dysfonction psychique en vue de rétablir des troubles et d'atteindre un équilibre personnel et vis-à-vis de leur entourage, en ce compris l'apprentissage ou la stimulation d'attitudes, d'aptitudes et de connaissances susceptibles de promouvoir l'intégration et la participation sociales;
3° aide intégrale à la jeunesse : l'offre, suite à une demande ou un besoin, d'un ensemble cohérent d'aide au mineur ou au mineur et son entourage, en vue de garantir au mineur ses chances d'épanouissement et d'améliorer son bien-être et sa santé;
4° le la législation hospitalière : la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, et toute autre réglementation réglant de manière générale l'organisation et le fonctionnement d'hôpitaux;
5° maison de soins psychiatriques telle que définie à l'arrêté royal du 10 juillet 1990 fixant les normes pour l'agrément spécial des maisons de soins psychiatriques;
6° direction journalière : les actions ou opérations qui ne ont pas au-delà des besoins du fonctionnement journalier de l'agence et les besoins qui ne justifient pas l'intervention du conseil d'administration en raison de leur impact moins général ou de leur caractère d'urgence;
(7° l'agence : chacune des agences visées à l'article 3.)
Modifications
HOOFDSTUK II. - Oprichting.
CHAPITRE II. - Création.
Art.3. Er worden twee publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid opgericht als vermeld in [1 artikel III.7 van het Bestuursdecreet]1. Die agentschappen dragen als naam Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel respectievelijk Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem.
De Vlaamse Regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein de agentschappen behoren.
De Vlaamse Regering bepaalt de vestigingsplaats van de zetel van elk agentschap.
De bepalingen van het [1 Bestuursdecreet]1 zijn van toepassing op de agentschappen.
De Vlaamse Regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein de agentschappen behoren.
De Vlaamse Regering bepaalt de vestigingsplaats van de zetel van elk agentschap.
De bepalingen van het [1 Bestuursdecreet]1 zijn van toepassing op de agentschappen.
Modifications
Art.3. Il est créé deux agences autonomisées externes de droit public telles que visées à [1 l'article III.7 du Décret de gouvernance]1. Ces agences portent comme nom "Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel" et "Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem".
Le Gouvernement flamand détermine le domaine politique homogène dont les agences font partie.
Le Gouvernement flamand détermine le lieu d'établissement du siège de chaque agence.
Les dispositions du [1 Décret de gouvernance]1 s'appliquent aux agences.
Le Gouvernement flamand détermine le domaine politique homogène dont les agences font partie.
Le Gouvernement flamand détermine le lieu d'établissement du siège de chaque agence.
Les dispositions du [1 Décret de gouvernance]1 s'appliquent aux agences.
Modifications
HOOFDSTUK III. - Missie en taken.
CHAPITRE III. - Mission et tâches.
Art.4. § 1. Het agentschap heeft als missie zich te ontwikkelen tot een open en geïntegreerde kennisgedreven organisatie voor geestelijke gezondheidszorg waar elke persoon in psychische nood een kwaliteitsvolle behandeling en dienstverlening vindt.
§ 2. Het agentschap streeft ernaar om aan iedere cliënt de meest adequate geestelijke gezondheidszorg te bieden en baseert zich hierbij op actuele ontwikkelingen in kennis en expertise.
Het agentschap streeft ernaar om aan elke cliënt zorg op maat aan te bieden, geoptimaliseerd in doelgroepgerichte zorgprogramma's en eventueel in samenwerking met partners.
§ 3. Bij het vervullen van zijn missie stelt het agentschap de cliënt centraal en neemt het de eigenheid, mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt als uitgangspunt.
Bij de uitvoering van zijn activiteiten richt het agentschap zich op het bevorderen van de maatschappelijke integratie en participatie in de samenleving.
§ 4. Het agentschap bevordert de publieke dienstverlening en het openbare initiatief in de geestelijke gezondheidszorg.
Het agentschap eerbiedigt bij zijn optreden de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging van de personen tot wie het zich richt.
§ 2. Het agentschap streeft ernaar om aan iedere cliënt de meest adequate geestelijke gezondheidszorg te bieden en baseert zich hierbij op actuele ontwikkelingen in kennis en expertise.
Het agentschap streeft ernaar om aan elke cliënt zorg op maat aan te bieden, geoptimaliseerd in doelgroepgerichte zorgprogramma's en eventueel in samenwerking met partners.
§ 3. Bij het vervullen van zijn missie stelt het agentschap de cliënt centraal en neemt het de eigenheid, mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt als uitgangspunt.
Bij de uitvoering van zijn activiteiten richt het agentschap zich op het bevorderen van de maatschappelijke integratie en participatie in de samenleving.
§ 4. Het agentschap bevordert de publieke dienstverlening en het openbare initiatief in de geestelijke gezondheidszorg.
Het agentschap eerbiedigt bij zijn optreden de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging van de personen tot wie het zich richt.
Art.4. § 1er. L'agence a pour mission de se développer en une organisation ouverte et intégrée, axée sur les connaissances, de soins de santé mentale, où toute personne en détresse psychique trouve un traitement et des services de qualité.
§ 2. L'agence cherche à offrir à chaque client les soins de santé mentale les plus adéquats en se basant, pour ce faire, sur les développements actuels en connaissance et expertise.
L'agence vise à offrir à chaque client des soins sur mesure, optimalisés dans le cadre de programmes de soins axés sur des groupes cibles, et éventuellement en collaboration avec des partenaires.
§ 3. Lors de l'accomplissement de sa mission, l'agence donne la priorité au client, prenant comme point de départ la spécificité, les possibilités et les aptitudes du client.
Lors de l'exercice de ses activités, l'agence se focalise sur la promotion de l'intégration et de la participation sociales.
§ 4. L'agence favorise la prestation de services publics et l'initiative publique dans le secteur des soins de santé mentale.
Dans son action, l'agence respecte la conviction idéologique, philosophique et religieuse des personnes auxquelles elle s'adresse.
§ 2. L'agence cherche à offrir à chaque client les soins de santé mentale les plus adéquats en se basant, pour ce faire, sur les développements actuels en connaissance et expertise.
L'agence vise à offrir à chaque client des soins sur mesure, optimalisés dans le cadre de programmes de soins axés sur des groupes cibles, et éventuellement en collaboration avec des partenaires.
§ 3. Lors de l'accomplissement de sa mission, l'agence donne la priorité au client, prenant comme point de départ la spécificité, les possibilités et les aptitudes du client.
Lors de l'exercice de ses activités, l'agence se focalise sur la promotion de l'intégration et de la participation sociales.
§ 4. L'agence favorise la prestation de services publics et l'initiative publique dans le secteur des soins de santé mentale.
Dans son action, l'agence respecte la conviction idéologique, philosophique et religieuse des personnes auxquelles elle s'adresse.
Art.5. De kerntaak van het agentschap omvat het organiseren van openbare geestelijke gezondheidszorg voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen door bedden en plaatsen te beheren, en activiteiten en diensten te ontwikkelen en te realiseren.
Art.5. La tâche essentielle de l'agence comprend l'organisation du secteur public des soins de santé mentale pour enfants, jeunes, adultes et personnes âgées par la gestion de lits et de places et par le développement et la réalisation d'activités et de services.
Art.6. De taak, bedoeld in artikel 5, omvat minstens :
1° het beheer van erkende bedden en plaatsen;
2° (...)
3° de organisatie van forensische psychiatrie in hiertoe geëigende voorzieningen met specifiek ontwikkelde zorgprogramma's;
4° het organiseren van geestelijke gezondheidszorg voor specifieke doelgroepen als externe ondersteuning van diensten en voorzieningen inzake welzijn en gezondheid;
5° het ontwikkelen van gespecialiseerde kennis en expertise in relevante domeinen en het initiëren en operationaliseren van zorgvernieuwing.
(Voor het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel omvat die taak ook het beheer en de organisatie van psychiatrische gezinsverpleging [1 op basis van een samenwerkingsovereenkomst met een vergunde dienst voor pleegzorg als bedoeld in artikel 6 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg]1.)
1° het beheer van erkende bedden en plaatsen;
2° (...)
3° de organisatie van forensische psychiatrie in hiertoe geëigende voorzieningen met specifiek ontwikkelde zorgprogramma's;
4° het organiseren van geestelijke gezondheidszorg voor specifieke doelgroepen als externe ondersteuning van diensten en voorzieningen inzake welzijn en gezondheid;
5° het ontwikkelen van gespecialiseerde kennis en expertise in relevante domeinen en het initiëren en operationaliseren van zorgvernieuwing.
(Voor het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel omvat die taak ook het beheer en de organisatie van psychiatrische gezinsverpleging [1 op basis van een samenwerkingsovereenkomst met een vergunde dienst voor pleegzorg als bedoeld in artikel 6 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg]1.)
Art.6. La tâche visée à l'article 5 comprend :
1° la gestion de lits et de places agréés;
2° (...)
3° l'organisation de la psychiatrie médico-légale au sein de structures appropriées en faisant appel à des programmes de soins spécifiques;
4° l'organisation de soins de santé mentale pour des groupes cible spécifiques en tant qu'appui externe de services et de structures d'aide sociale et de santé;
5° le développement de connaissances et d'expertise spécialisées dans des domaines pertinents et l'initiation et l'opérationnalisation de l'innovation dans le secteur des soins.
(Pour la 'Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel', cette tâche comprend également la gestion et l'organisation de soins psychiatriques à domicile [1 sur la base d'un contrat de coopération avec un service autorisé de placement familial tel que visé à l'article 6 du décret du 29 juin 2012 portant organisation du placement familial]1.)
1° la gestion de lits et de places agréés;
2° (...)
3° l'organisation de la psychiatrie médico-légale au sein de structures appropriées en faisant appel à des programmes de soins spécifiques;
4° l'organisation de soins de santé mentale pour des groupes cible spécifiques en tant qu'appui externe de services et de structures d'aide sociale et de santé;
5° le développement de connaissances et d'expertise spécialisées dans des domaines pertinents et l'initiation et l'opérationnalisation de l'innovation dans le secteur des soins.
(Pour la 'Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel', cette tâche comprend également la gestion et l'organisation de soins psychiatriques à domicile [1 sur la base d'un contrat de coopération avec un service autorisé de placement familial tel que visé à l'article 6 du décret du 29 juin 2012 portant organisation du placement familial]1.)
Art.7. Naast de taken, vermeld in artikelen 5 en 6, kan het agentschap ook meewerken aan de uitvoering van het inclusieve beleid inzake geestelijke gezondheidszorg en integrale jeugdhulp.
Het agentschap ontwikkelt terreinexpertise met betrekking tot de taken, vermeld in artikelen 5, 6 en 7. [1 Het agentschap stelt zijn verworven kennis en expertise ter beschikking in het kader van de toepassing van artikel III.2, derde lid, van het Bestuursdecreet.]1 Het agentschap zorgt voor permanente optimalisering en vernieuwing van zijn dienstverlening op basis van actuele ontwikkelingen inzake kennis en expertise.
Binnen het kader van de missie en de taken van het agentschap kan de Vlaamse regering te allen tijde specifieke taken aan het agentschap toewijzen.
Het agentschap ontwikkelt terreinexpertise met betrekking tot de taken, vermeld in artikelen 5, 6 en 7. [1 Het agentschap stelt zijn verworven kennis en expertise ter beschikking in het kader van de toepassing van artikel III.2, derde lid, van het Bestuursdecreet.]1 Het agentschap zorgt voor permanente optimalisering en vernieuwing van zijn dienstverlening op basis van actuele ontwikkelingen inzake kennis en expertise.
Binnen het kader van de missie en de taken van het agentschap kan de Vlaamse regering te allen tijde specifieke taken aan het agentschap toewijzen.
Modifications
Art.7. Outre les tâches visées aux articles 5 et 6, l'agence peut participer à la mise en oeuvre de la politique inclusive en matière de soins de santé mentale et d'aide intégrale à la jeunesse.
L'agence développe de l'expertise de terrain relative aux tâches mentionnées aux articles 5, 6 et 7. [1 L'agence met à disposition ses connaissances et son expertise acquises, dans le cadre de l'application de l'article III.2, alinéa trois du Décret de gouvernance]1. L'agence assure l'optimalisation et la modernisation permanentes de ses services sur la base des développements actuels en matière de connaissance et d'expertise.
Dans le cadre de la mission et des tâches de l'agence, le Gouvernement flamand peut attribuer en tout temps des tâches spécifiques à l'agence.
L'agence développe de l'expertise de terrain relative aux tâches mentionnées aux articles 5, 6 et 7. [1 L'agence met à disposition ses connaissances et son expertise acquises, dans le cadre de l'application de l'article III.2, alinéa trois du Décret de gouvernance]1. L'agence assure l'optimalisation et la modernisation permanentes de ses services sur la base des développements actuels en matière de connaissance et d'expertise.
Dans le cadre de la mission et des tâches de l'agence, le Gouvernement flamand peut attribuer en tout temps des tâches spécifiques à l'agence.
Modifications
Art.8. Voor de toepassing van [1 artikel III.18 van het Bestuursdecreet]1 wordt onder taken van beleidsuitvoering verstaan die taken waarvan de uitvoering onderworpen is aan het vereiste van erkenning door de Vlaamse regering of die taken die overeenkomstig artikel 7, derde lid, van dit decreet aan het agentschap worden toegewezen.
Modifications
Art.8. Pour l'application de [1 l'article III.18 du Décret de gouvernance]1, on entend par tâches de mise en oeuvre de la politique, les tâches dont la mise en oeuvre est soumise à l'agrément par le Gouvernement flamand ou les tâches attribuées à l'agence conformément à l'article 7, alinéa 3, du décret.
Modifications
HOOFDSTUK IV. - Bestuur en werking.
CHAPITRE IV. - Administration et fonctionnement.
Art.9. Het agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur, samengesteld uit maximaal twaalf leden, met inbegrip van een voorzitter, een ondervoorzitter [1 ...]1.
De volgende personen maken in elk geval deel uit van de raad van bestuur :
1° personen met deskundigheid op het vlak van geestelijke gezondheidszorg;
2° personen met deskundigheid op juridisch vlak;
3° personen met deskundigheid op het vlak van management.
Van de raad van bestuur kunnen geen personen deel uitmaken die personeelslid zijn van het agentschap, of van organisaties die door het agentschap (mede) beheerd worden, of die vanwege hun professionele of andere activiteiten belangen hebben die strijdig zijn met die van het agentschap.
Het vrijwillige ontslag van een lid van de raad van bestuur moet aanvaard worden door de Vlaamse regering alvorens uitwerking te hebben.
Met toepassing van [1 artikel III.10, § 1, tweede lid, van het Bestuursdecreet]1 voorziet de Vlaamse regering binnen drie maanden in de vervanging van elk lid dat opgehouden heeft deel uit te maken van de raad van bestuur vóór de normale beëindiging van zijn mandaat.
De volgende personen maken in elk geval deel uit van de raad van bestuur :
1° personen met deskundigheid op het vlak van geestelijke gezondheidszorg;
2° personen met deskundigheid op juridisch vlak;
3° personen met deskundigheid op het vlak van management.
Van de raad van bestuur kunnen geen personen deel uitmaken die personeelslid zijn van het agentschap, of van organisaties die door het agentschap (mede) beheerd worden, of die vanwege hun professionele of andere activiteiten belangen hebben die strijdig zijn met die van het agentschap.
Het vrijwillige ontslag van een lid van de raad van bestuur moet aanvaard worden door de Vlaamse regering alvorens uitwerking te hebben.
Met toepassing van [1 artikel III.10, § 1, tweede lid, van het Bestuursdecreet]1 voorziet de Vlaamse regering binnen drie maanden in de vervanging van elk lid dat opgehouden heeft deel uit te maken van de raad van bestuur vóór de normale beëindiging van zijn mandaat.
Modifications
Art.9. L'agence est administrée par un conseil d'administration composé de douze membres au maximum, y compris un président, un vice-président [1 ...]1.
Les personnes suivantes font partie du conseil d'administration :
1° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine de la santé mentale :
2° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine juridique;
3° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine du management.
Ne peuvent faire partie du conseil d'administration, des personnes qui sont membres du personnel de l'agence ou d'organisations (co-) administrées par l'agence, ou qui, de par leurs activités professionnelles ou autres, ont des intérêts contraires à ceux de l'agence.
La démission volontaire d'un membre du conseil d'administration doit être acceptée par le Gouvernement flamand avant d'entrer en vigueur.
En application de [1 l'article III.10, § 1er, alinéa deux du Décret de gouvernance]1, le Gouvernement flamand procède au remplacement, dans les trois mois, de tout membre qui a cessé de faire partie du conseil d'administration avant le terme normal de son mandat.
Les personnes suivantes font partie du conseil d'administration :
1° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine de la santé mentale :
2° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine juridique;
3° des personnes ayant acquis une expertise dans le domaine du management.
Ne peuvent faire partie du conseil d'administration, des personnes qui sont membres du personnel de l'agence ou d'organisations (co-) administrées par l'agence, ou qui, de par leurs activités professionnelles ou autres, ont des intérêts contraires à ceux de l'agence.
La démission volontaire d'un membre du conseil d'administration doit être acceptée par le Gouvernement flamand avant d'entrer en vigueur.
En application de [1 l'article III.10, § 1er, alinéa deux du Décret de gouvernance]1, le Gouvernement flamand procède au remplacement, dans les trois mois, de tout membre qui a cessé de faire partie du conseil d'administration avant le terme normal de son mandat.
Modifications
Art.10. De raad van bestuur vertegenwoordigt de instelling in rechte en in feite.
De raad van bestuur is, onverminderd de bevoegdheden, toegewezen aan het hoofd van het agentschap, en met inachtneming van de bevoegdheden van de (medische raad), bevoegd voor het beheer van het agentschap in de meest ruime zin, tenzij het in dit decreet anders is bepaald.
De raad van bestuur bepaalt in een reglement van inwendige orde de bevoegdheden die gedelegeerd worden aan het hoofd van het agentschap en de modaliteiten van deze delegatie. Enkel de volgende bevoegdheden kan de raad van bestuur niet op algemene wijze delegeren :
1° de strategische doelstellingen van het agentschap bepalen;
2° de beheersovereenkomst sluiten;
3° de begroting opstellen;
4° de algemene rekening vaststellen;
5° de bevoegdheden die door de ziekenhuiswetgeving worden toegewezen aan de beheerder van een ziekenhuis;
6° de bevoegdheden die door de rechtspositieregeling van het personeel worden toegewezen aan de raad van bestuur;
7° de investeringskredieten herverdelen;
8° rapporteren over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding.
De raad van bestuur regelt in het reglement van inwendige orde zijn eigen werking.
Het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur goedgekeurd of gewijzigd met tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Het goedgekeurde of gewijzigde reglement wordt door de raad van bestuur voorgelegd aan de Vlaamse regering ter bekrachtiging. Het reglement treedt in werking na de bekrachtiging door de Vlaamse regering. Als de Vlaamse regering het reglement niet bekrachtigt of afwijst binnen drie maanden na de verzending ervan, treedt het reglement automatisch in werking.
De raad van bestuur is, onverminderd de bevoegdheden, toegewezen aan het hoofd van het agentschap, en met inachtneming van de bevoegdheden van de (medische raad), bevoegd voor het beheer van het agentschap in de meest ruime zin, tenzij het in dit decreet anders is bepaald.
De raad van bestuur bepaalt in een reglement van inwendige orde de bevoegdheden die gedelegeerd worden aan het hoofd van het agentschap en de modaliteiten van deze delegatie. Enkel de volgende bevoegdheden kan de raad van bestuur niet op algemene wijze delegeren :
1° de strategische doelstellingen van het agentschap bepalen;
2° de beheersovereenkomst sluiten;
3° de begroting opstellen;
4° de algemene rekening vaststellen;
5° de bevoegdheden die door de ziekenhuiswetgeving worden toegewezen aan de beheerder van een ziekenhuis;
6° de bevoegdheden die door de rechtspositieregeling van het personeel worden toegewezen aan de raad van bestuur;
7° de investeringskredieten herverdelen;
8° rapporteren over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding.
De raad van bestuur regelt in het reglement van inwendige orde zijn eigen werking.
Het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur goedgekeurd of gewijzigd met tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Het goedgekeurde of gewijzigde reglement wordt door de raad van bestuur voorgelegd aan de Vlaamse regering ter bekrachtiging. Het reglement treedt in werking na de bekrachtiging door de Vlaamse regering. Als de Vlaamse regering het reglement niet bekrachtigt of afwijst binnen drie maanden na de verzending ervan, treedt het reglement automatisch in werking.
Art.10. Le conseil d'administration représente l'établissement en justice et ailleurs.
Sans préjudice des compétences attribuées au chef de l'agence et compte tenu des compétences (du conseil médical), le conseil d'administration est compétent pour la gestion de l'agence au sens le plus large, sauf dispositions contraires dans le présent décret.
Le conseil d'administration fixe, dans un règlement d'ordre intérieur, les compétences déléguées au chef de l'agence et les modalités de cette délégation. Seules les compétences suivantes ne peuvent être déléguées de manière générale par le conseil d'administration :
1° fixer les objectifs stratégiques de l'agence;
2° conclure le contrat de gestion;
3° établir le budget;
4° établir les comptes généraux;
5° les compétences attribuées à l'administrateur d'un hôpital par la législation sur les hôpitaux;
6° les compétences attribuées au conseil d'administration par le statut du personnel;
7° redistribuer les crédits d'investissement;
8° faire rapport sur l'exécution du budget et sur la comptabilité.
Le conseil d'administration règle son fonctionnement dans le règlement d'ordre intérieur.
Le règlement d'ordre intérieur du conseil d'administration est approuvé ou modifié par le conseil d'administration à la majorité des deux tiers des votes exprimés. Le règlement approuvé ou modifié est soumis à la validation du Gouvernement flamand. Le règlement entre en vigueur après validation par le Gouvernement flamand. Faute de validation ou de rejet du règlement par le Gouvernement flamand dans les trois mois de son envoi, le règlement entre en vigueur automatiquement.
Sans préjudice des compétences attribuées au chef de l'agence et compte tenu des compétences (du conseil médical), le conseil d'administration est compétent pour la gestion de l'agence au sens le plus large, sauf dispositions contraires dans le présent décret.
Le conseil d'administration fixe, dans un règlement d'ordre intérieur, les compétences déléguées au chef de l'agence et les modalités de cette délégation. Seules les compétences suivantes ne peuvent être déléguées de manière générale par le conseil d'administration :
1° fixer les objectifs stratégiques de l'agence;
2° conclure le contrat de gestion;
3° établir le budget;
4° établir les comptes généraux;
5° les compétences attribuées à l'administrateur d'un hôpital par la législation sur les hôpitaux;
6° les compétences attribuées au conseil d'administration par le statut du personnel;
7° redistribuer les crédits d'investissement;
8° faire rapport sur l'exécution du budget et sur la comptabilité.
Le conseil d'administration règle son fonctionnement dans le règlement d'ordre intérieur.
Le règlement d'ordre intérieur du conseil d'administration est approuvé ou modifié par le conseil d'administration à la majorité des deux tiers des votes exprimés. Le règlement approuvé ou modifié est soumis à la validation du Gouvernement flamand. Le règlement entre en vigueur après validation par le Gouvernement flamand. Faute de validation ou de rejet du règlement par le Gouvernement flamand dans les trois mois de son envoi, le règlement entre en vigueur automatiquement.
Art.11. De raad van bestuur stelt het hoofd van het agentschap aan, dat belast is met het dagelijks bestuur. Het hoofd van het agentschap wordt bijgestaan door een algemeen directeur, die eveneens door de raad van bestuur wordt aangesteld.
Het hoofd van het agentschap, de algemeen directeur en de hoofdgeneesheer, bedoeld in artikel 13, tweede lid, 1°, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stern.
De raad van bestuur kan de functie van algemeen directeur toewijzen aan de hoofdgeneesheer. In dat geval draagt de functiehouder de titel van medisch directeur.
Het hoofd van het agentschap, de algemeen directeur en de hoofdgeneesheer, bedoeld in artikel 13, tweede lid, 1°, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stern.
De raad van bestuur kan de functie van algemeen directeur toewijzen aan de hoofdgeneesheer. In dat geval draagt de functiehouder de titel van medisch directeur.
Art.11. Le conseil d'administration désigne le chef de l'agence, qui est chargé de la gestion journalière. Le chef de l'agence est assisté par un directeur général, qui est également désigné par le conseil d'administration.
Le chef de l'agence, le directeur général et le médecin en chef visés à l'article 13, deuxième alinéa, 1°, de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, assistent aux réunions du conseil d'administration avec voix consultative.
Le conseil d'administration peut attribuer la fonction de directeur général au médecin en chef. Dans ce cas, le titulaire porte le titre de directeur médical.
Le chef de l'agence, le directeur général et le médecin en chef visés à l'article 13, deuxième alinéa, 1°, de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, assistent aux réunions du conseil d'administration avec voix consultative.
Le conseil d'administration peut attribuer la fonction de directeur général au médecin en chef. Dans ce cas, le titulaire porte le titre de directeur médical.
HOOFDSTUK V. - Financiële middelen.
CHAPITRE V. - Moyens financiers.
Art.12. Het agentschap kan beschikken over de volgende ontvangsten :
1° dotatie(s);
2° leningen;
3° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;
4° schenkingen en legaten in speciën;
5° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;
6° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;
7° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;
8° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;
9° vergoedingen voor prestaties aan derden, zoals inkomsten die voortvloeien uit medische, paramedische en technische prestaties, uit verpleging en verblijf van patiënten, en uit alle andere activiteiten, georganiseerd door het agentschap ter uitvoering van zijn taken, volgens de voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst;
10° de opbrengst van sponsoring.
Tenzij het anders is bepaald in een decreet, worden de ontvangsten, bedoeld in het eerste lid, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.
1° dotatie(s);
2° leningen;
3° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;
4° schenkingen en legaten in speciën;
5° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;
6° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;
7° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;
8° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;
9° vergoedingen voor prestaties aan derden, zoals inkomsten die voortvloeien uit medische, paramedische en technische prestaties, uit verpleging en verblijf van patiënten, en uit alle andere activiteiten, georganiseerd door het agentschap ter uitvoering van zijn taken, volgens de voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst;
10° de opbrengst van sponsoring.
Tenzij het anders is bepaald in een decreet, worden de ontvangsten, bedoeld in het eerste lid, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.
Art.12. L'agence peut disposer des recettes suivantes :
1° des dotation(s);
2° des prêts;
3° les recettes résultant des actes de gestion ou de disposition relatifs aux immeubles domaniaux propres;
4° des dons et legs en espèces;
5° des recettes des propres participations et des prêts octroyés par l'agence à des tiers;
6° des profits de la vente de propres participations;
7° les subventions pour lesquelles l'agence entre en ligne de compte comme bénéficiaire;
8° les recouvrements de dépenses indues;
9° rémunérations pour des prestations à des tiers, telles les recettes découlant de prestations médicales, paramédicales et techniques, de soins infirmiers et de séjours de patients, et de toute autre activité organisée par l'agence en exécution de ses tâches, selon les conditions fixées dans le contrat de gestion;
10° des recettes de sponsoring.
Sauf dispositions contraires dans un décret, les recettes mentionnées à l'alinéa premier sont considérées comme des recettes destinées aux dépenses communes.
1° des dotation(s);
2° des prêts;
3° les recettes résultant des actes de gestion ou de disposition relatifs aux immeubles domaniaux propres;
4° des dons et legs en espèces;
5° des recettes des propres participations et des prêts octroyés par l'agence à des tiers;
6° des profits de la vente de propres participations;
7° les subventions pour lesquelles l'agence entre en ligne de compte comme bénéficiaire;
8° les recouvrements de dépenses indues;
9° rémunérations pour des prestations à des tiers, telles les recettes découlant de prestations médicales, paramédicales et techniques, de soins infirmiers et de séjours de patients, et de toute autre activité organisée par l'agence en exécution de ses tâches, selon les conditions fixées dans le contrat de gestion;
10° des recettes de sponsoring.
Sauf dispositions contraires dans un décret, les recettes mentionnées à l'alinéa premier sont considérées comme des recettes destinées aux dépenses communes.
Art.13. Het agentschap kan schenkingen of legaten aanvaarden. Het hoofd van het agentschap beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico's, verbonden aan de aanvaarding.
Art.13. _ L'agence peut accepter des dons et des legs. Le chef de l'agence évalue préalablement l'opportunité et les risques liés à l'acceptation.
Art.14. Het agentschap wordt gemachtigd om een reservefonds aan te leggen. In de begroting situeert het reservefonds zich op het niveau van de totaliteit van het agentschap.
Het agentschap mag de middelen in het reservefonds voor de volgende taken aanwenden :
1° voor de taken, genoemd in artikel 5 en 6, en voor de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt;
2° voor het verwerven en beheren van patrimonium dat wordt aangewend voor de realisatie van de taken, genoemd in artikelen 5 en 6, en van de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt.
Het spijzen van het reservefonds is afhankelijk van een machtiging door het Vlaams Parlement in de jaarlijkse begroting. Die machtiging kan enkel betrekking hebben op dat deel van de uitgavenkredieten dat in de begroting aan het agentschap wordt toegekend en dat in het begrotingsjaar zelf niet wordt aangewend.
Het agentschap mag de middelen in het reservefonds voor de volgende taken aanwenden :
1° voor de taken, genoemd in artikel 5 en 6, en voor de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt;
2° voor het verwerven en beheren van patrimonium dat wordt aangewend voor de realisatie van de taken, genoemd in artikelen 5 en 6, en van de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt.
Het spijzen van het reservefonds is afhankelijk van een machtiging door het Vlaams Parlement in de jaarlijkse begroting. Die machtiging kan enkel betrekking hebben op dat deel van de uitgavenkredieten dat in de begroting aan het agentschap wordt toegekend en dat in het begrotingsjaar zelf niet wordt aangewend.
Art.14. L'agence est autorisée à constituer un fonds de réserve. Dans le budget, le fonds de réserve se situe au niveau de la totalité de l'agence.
L'agence peut utiliser les moyens du fonds de réserve pour les tâches suivantes :
1° pour les tâches visées aux articles 5 et 6, et pour les tâches dont le Gouvernement flamand charge l'agence en application de l'article 7;
2° pour l'acquisition et la gestion du patrimoine utilisé pour la réalisation des tâches visées aux articles 5 et 6, et des tâches dont le Gouvernement flamand charge l'agence en application de l'article 7.
L'alimentation du fonds de réserve dépend d'une autorisation par le Parlement flamand dans le budget annuel. Cette autorisation ne peut concerner que la partie des crédits de dépenses qui est attribuée à l'agence dans le budget et qui n'est pas utilisée pendant l'année budgétaire même.
L'agence peut utiliser les moyens du fonds de réserve pour les tâches suivantes :
1° pour les tâches visées aux articles 5 et 6, et pour les tâches dont le Gouvernement flamand charge l'agence en application de l'article 7;
2° pour l'acquisition et la gestion du patrimoine utilisé pour la réalisation des tâches visées aux articles 5 et 6, et des tâches dont le Gouvernement flamand charge l'agence en application de l'article 7.
L'alimentation du fonds de réserve dépend d'une autorisation par le Parlement flamand dans le budget annuel. Cette autorisation ne peut concerner que la partie des crédits de dépenses qui est attribuée à l'agence dans le budget et qui n'est pas utilisée pendant l'année budgétaire même.
Art.15. Het agentschap voert een economische en een analytische boekhouding conform bepalingen, opgelegd in de ziekenhuiswetgeving. De Vlaamse regering bepaalt welke artikelen uit de decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake de begroting, de boekhouding, de organisatie van de controle, en de controle op de subsidies invoeren, niet van toepassing zijn op het agentschap.
Art.15. L'agence tient une comptabilité économique et analytique conformément aux dispositions imposées dans la législation sur les hôpitaux. Le Gouvernement flamand arrête les articles des décrets réglant, pour la Communauté flamande et les organismes qui en relèvent, le budget, la comptabilité, l'organisation du contrôle et le contrôle des subventions, qui ne sont pas applicables à l'agence.
HOOFDSTUK VI. - Coördinatie.
CHAPITRE VI. - Coordination.
Art.16. § 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetbepalingen te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen, om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit decreet en van het [1 Bestuursdecreet]1.
De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.
De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd, alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven.
§ 2. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende (de agentschappen, vermeld in artikel 3,) coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij :
1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet is bekrachtigd.
De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.
De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd, alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven.
§ 2. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende (de agentschappen, vermeld in artikel 3,) coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij :
1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet is bekrachtigd.
Modifications
Art.16. § 1er. Le Gouvernement flamand est chargé de modifier, compléter, remplacer ou abroger les dispositions légales et décrétales existantes, afin de les mettre en concordance avec les dispositions du présent décret et du [1 Décret de gouvernance]1.
Les arrêtés pris en vertu du présent paragraphe, cessent d'être en vigueur s'ils n'ont pas été ratifiés par décret dans les neuf mois suivant la date de leur entrée en vigueur. Le sanctionnement rétroagit à cette dernière date.
La compétence assignée au Gouvernement flamand dans le présent paragraphe, échoit neuf mois après l'entrée en vigueur du présent décret. Après cette date, les arrêtés établis et ratifiés en vertu du présent paragraphe ne peuvent être modifiés, complétés, remplacés ou abrogés que par décret.
§ 2. Le Gouvernement flamand peut coordonner les dispositions des décrets relatifs (aux agences visées à l'article 3,), ainsi que les dispositions qui y ont expressément ou tacitement apporté des modifications jusqu'au moment de la coordination. A cet effet, il peut :
1° réorganiser, notamment reclasser et renuméroter les dispositions à coordonner;
2° renuméroter en conséquence les références dans les dispositions à coordonner;
3° réécrire les dispositions à coordonner en vue de la concordance et l'harmonie de la terminologie, sans toucher aux principes y contenus.
La coordination n'entre en vigueur qu'après sa ratification par décret.
Les arrêtés pris en vertu du présent paragraphe, cessent d'être en vigueur s'ils n'ont pas été ratifiés par décret dans les neuf mois suivant la date de leur entrée en vigueur. Le sanctionnement rétroagit à cette dernière date.
La compétence assignée au Gouvernement flamand dans le présent paragraphe, échoit neuf mois après l'entrée en vigueur du présent décret. Après cette date, les arrêtés établis et ratifiés en vertu du présent paragraphe ne peuvent être modifiés, complétés, remplacés ou abrogés que par décret.
§ 2. Le Gouvernement flamand peut coordonner les dispositions des décrets relatifs (aux agences visées à l'article 3,), ainsi que les dispositions qui y ont expressément ou tacitement apporté des modifications jusqu'au moment de la coordination. A cet effet, il peut :
1° réorganiser, notamment reclasser et renuméroter les dispositions à coordonner;
2° renuméroter en conséquence les références dans les dispositions à coordonner;
3° réécrire les dispositions à coordonner en vue de la concordance et l'harmonie de la terminologie, sans toucher aux principes y contenus.
La coordination n'entre en vigueur qu'après sa ratification par décret.
Modifications
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
CHAPITRE VII. - Dispositions finales.
Art. 16bis. [1 De Vlaamse Gemeenschap verleent een zakelijk recht van erfpacht aan respectievelijk het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel en het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem, voor een termijn van vijftig jaar, betreffende de onroerende goederen die op 1 januari 2013 ter beschikking gesteld zijn door de Vlaamse Gemeenschap aan respectievelijk het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel en het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem.
De erfpachter betaalt een jaarlijkse canon van vijfentwintig euro aan de Vlaamse Gemeenschap voor de vestiging van het recht van erfpacht. De Vlaamse Gemeenschap betaalt bij de beëindiging van het recht van erfpacht geen vergoeding aan de erfpachter voor de door de erfpachter opgerichte opstallen.
De Vlaamse Gemeenschap geeft, binnen de beschikbare begrotingskredieten, jaarlijks een dotatie aan de openbare psychiatrische zorgcentra, vermeld in het eerste lid, die bestemd is voor de onderhoudskosten en de herstellingwerken van de gebouwen en installaties die opgericht werden op de betrokken onroerende goederen vóór 1 januari 2013. Deze gebouwen en installaties worden door de openbare psychiatrische zorgcentra, vermeld in het eerste lid, beheerd als een goed huisvader.
De inventaris van de overgedragen onroerende goederen, vermeld in het eerste lid, wordt vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toepassing en uitwerking van dit artikel en zorgt voor de concrete uitvoering ervan.]1
De erfpachter betaalt een jaarlijkse canon van vijfentwintig euro aan de Vlaamse Gemeenschap voor de vestiging van het recht van erfpacht. De Vlaamse Gemeenschap betaalt bij de beëindiging van het recht van erfpacht geen vergoeding aan de erfpachter voor de door de erfpachter opgerichte opstallen.
De Vlaamse Gemeenschap geeft, binnen de beschikbare begrotingskredieten, jaarlijks een dotatie aan de openbare psychiatrische zorgcentra, vermeld in het eerste lid, die bestemd is voor de onderhoudskosten en de herstellingwerken van de gebouwen en installaties die opgericht werden op de betrokken onroerende goederen vóór 1 januari 2013. Deze gebouwen en installaties worden door de openbare psychiatrische zorgcentra, vermeld in het eerste lid, beheerd als een goed huisvader.
De inventaris van de overgedragen onroerende goederen, vermeld in het eerste lid, wordt vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toepassing en uitwerking van dit artikel en zorgt voor de concrete uitvoering ervan.]1
Modifications
Art. 16bis. [1 La Communauté flamande accorde un droit réel d'emphythéose au Centre public de Soins psychiatriques Geel et au Centre public de Soins psychiatriques Rekem respectivement, pour une période de cinquante ans, portant sur les biens immeubles que la Communauté flamande a mis à la disposition du Centre public de soins psychiatriques Geel et du Centre public de soins psychiatriques Rekem respectivement, au 1 janvier 2013.
L'emphythéote paie une redevance annuelle de vingt-cinq euros à la Communauté flamande pour la constitution du droit d'emphythéose. Au terme du droit d'emphythéose, la Communauté flamande ne paie pas de compensation à l'emphythéote pour les bâtiments érigés par l'emphythéote.
Chaque année, la Communauté flamande accorde aux centres publics de soins psychiatriques, visés à l'alinéa premier, une dotation destinée aux frais d'entretien et aux travaux de réparation des bâtiments et installations érigés sur les biens immobiliers concernés avant le 1 janvier 2013. Ces bâtiments et installations sont gérés par les centres publics de soins psychiatriques, visés à l'alinéa premier, en bon père de famille.
L'inventaire des biens immobiliers transférés, visés à l'alinéa premier, est établi par arrêté du Gouvernement flamand.
Le Gouvernement flamand peut arrêter les modalités pour l'application et l'élaboration de cet article et en assure la mise en oeuvre concrète.]1
L'emphythéote paie une redevance annuelle de vingt-cinq euros à la Communauté flamande pour la constitution du droit d'emphythéose. Au terme du droit d'emphythéose, la Communauté flamande ne paie pas de compensation à l'emphythéote pour les bâtiments érigés par l'emphythéote.
Chaque année, la Communauté flamande accorde aux centres publics de soins psychiatriques, visés à l'alinéa premier, une dotation destinée aux frais d'entretien et aux travaux de réparation des bâtiments et installations érigés sur les biens immobiliers concernés avant le 1 janvier 2013. Ces bâtiments et installations sont gérés par les centres publics de soins psychiatriques, visés à l'alinéa premier, en bon père de famille.
L'inventaire des biens immobiliers transférés, visés à l'alinéa premier, est établi par arrêté du Gouvernement flamand.
Le Gouvernement flamand peut arrêter les modalités pour l'application et l'élaboration de cet article et en assure la mise en oeuvre concrète.]1
Modifications
Art. 16ter. Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel en het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem treden in de rechten en plichten van de Vlaamse openbare instelling Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel respectievelijk de Vlaamse openbare instelling Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem.
Ze treden tevens in de rechten en de plichten van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, opgericht bij het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor wat de tenlasteneming van het eigenaarsonderhoud, de bouw- en verbouwingswerkzaamheden en de kosten voor uitrusting en apparatuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Geel respectievelijk het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Rekem betreft.
Ze treden tevens in de rechten en de plichten van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, opgericht bij het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor wat de tenlasteneming van het eigenaarsonderhoud, de bouw- en verbouwingswerkzaamheden en de kosten voor uitrusting en apparatuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Geel respectievelijk het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Rekem betreft.
Art. 16ter. La "Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel" et la "Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem" demeurent subrogées aux droits et devoirs de l'organisme public flamand "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel", respectivement de l'organisme public flamand "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem".
Elles demeurent également subrogées aux droits et devoirs du "Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden" (Fonds flamand de l'infrastructure affectée aux matières personnalisables), créé par le décret du 23 février 1994 relatif à l'infrastructure affectée aux matières personnalisables, pour ce qui concerne la prise en charge de l'entretien incombant au propriétaire, des travaux de construction et de transformation et des frais d'équipement et d'appareillage du "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel", respectivement du "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem.
Elles demeurent également subrogées aux droits et devoirs du "Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden" (Fonds flamand de l'infrastructure affectée aux matières personnalisables), créé par le décret du 23 février 1994 relatif à l'infrastructure affectée aux matières personnalisables, pour ce qui concerne la prise en charge de l'entretien incombant au propriétaire, des travaux de construction et de transformation et des frais d'équipement et d'appareillage du "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel", respectivement du "Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem.
Art. 18. De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2007 door BVR 2006-12-08/45, art. 3, 1°)
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2007 door BVR 2006-12-08/45, art. 3, 1°)
Art. 18. Le Gouvernement flamand fixe la date d'entrée en vigueur du présent décret.
(NOTE : Entrée en vigueur fixée au 01-01-2007 par AGF 2006-12-08/45, art. 3, 1°)
(NOTE : Entrée en vigueur fixée au 01-01-2007 par AGF 2006-12-08/45, art. 3, 1°)