Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
30 JUNI 1999. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 1999 onder het nummer 51907/CO/215). (NOTA : De wijzigingen van deze CAO, gepubliceerd vanaf 1 juli 2002, zijn niet meer opgenomen in deze tekst).
Titre
30 JUIN 1999. - Convention collective de travail du 30 juin 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, relative à la fixation du montant de l'allocation sociale complémentaire (Convention enregistrée le 13 août 1999 sous le numéro 51907/CO/215). (NOTE : Les modifications de cette CCT publiées à partir du 1er juillet 2002 ne sont pas intégrées à ce texte).
Informations sur le document
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux employés des entreprises ressortissant à la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection.
Art.2. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de statuten van het " Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ", gecoördineerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, wordt het bedrag van de aanvullende sociale toelage, die elk jaar aan de rechthebbenden moet worden toegekend, vastgesteld als volgt :
  - in 1999 : 4 500 BEF voor bedienden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, §§ 1, 2 en 3 van de hogervermelde statuten;
  - in 2000 : 4 700 BEF voor bedienden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, §§ 1, 2 en 3 van de hogervermelde statuten;
  - in 1999 en 2000 : 1 500 BEF voor de volledig en ononderbroken werkloos gebleven bedienden zoals bepaald bij artikel 6, § 4 van de hoger vermelde statuten.
Art.2. Conformément aux dispositions de l'article 7 des statuts du "Fonds social de garantie pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection", coordonnés par la convention collective de travail du 19 avril 1979, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, rendue obligatoire par arrêté royal du 11 décembre 1979, le montant de l'allocation sociale complémentaire, à octroyer chaque année aux ayants droits, est fixé comme suit :
  - en 1999 : 4 500 BEF pour les employés répondant aux conditions visées à l'article 6, §§ 1er, 2 et 3 desdits statuts;
  - en 2000 : 4 700 BEF pour les employés répondant aux conditions visées à l'article 6, §§ 1er, 2 et 3 desdits statuts;
  - en 1999 et 2000 : 1 500 BEF pour les employés qui sont restés au chômage complet et ininterrompu, répondant aux conditions visées à l'article 6, § 4 desdits statuts.
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. Zij wordt echter van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één van de partijen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, met inachtneming van een vooropzeg van drie maanden.
  Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1998, die opgehouden heeft van kracht te zijn op 31 december 1998.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2001.
  (Voor het KB, zie %%2001-01-08/35%%)
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX.
Art. 3. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1999 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2000. Elle est toutefois prorogée tacitement d'année en année, sauf en cas de dénonciation par l'une des parties par lettre recommandée adressée au président de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, moyennant un préavis de trois mois.
  Elle remplace la convention collective de travail du 3 juin 1997, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, relative à la fixation du montant de l'allocation sociale complémentaire, rendue obligatoire par arrêté royal du 10 août 1998, publié au Moniteur belge du 15 octobre 1998, qui a cessé d'être en vigueur le 31 décembre 1998.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 janvier 2001.
  (Pour l'AR, voir %%2001-01-08/35%%)
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme L. ONKELINX.