Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 april 1998 waarbij het bedrag, de voorwaarden, de duur en de modaliteiten worden bepaald van de toelage bedoeld in artikel 18, § 4, tweede lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum.
Titre
14 JUILLET 2000. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 avril 1998 portant fixation du montant, des conditions, de la durée et des modalités de la subvention visée à l'article 18, § 4, alinéa 2, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 april 1998 waarbij het bedrag, de voorwaarden, de duur en de modaliteiten worden bepaald van de toelage bedoeld in artikel 18, § 4, tweede lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. Wanneer een bestaansminimumgerechtigde door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt aangeworven in het kader van een arbeidsovereenkomst voor de duur noodzakelijk voor het bekomen van volledige sociale uitkeringen en hij bij overeenkomst ter beschikking van een privé-onderneming wordt gesteld, gelden de volgende voorwaarden voor de toekenning en het behoud van de toelage :
  1° de privé-onderneming verbindt zich ertoe het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een maandelijks bedrag te storten gelijk aan een twaalfde van het verschil tussen enerzijds het bruto jaarloon en anderzijds het bedrag van het bestaansminimum bepaald in artikel 2, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;
  2° de privé-onderneming verplicht zich ertoe de werknemer aan te werven met een contract van onbeperkte duur zodra hij kan genieten van volledige sociale uitkeringen. ".
Article 1. A l'article 1er de l'arrêté royal du 16 avril 1998 portant fixation du montant, des conditions, de la durée et des modalités de la subvention visée à l'article 18, § 4, alinéa 2, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, il est ajouté un § 3, rédigé comme suit :
  " § 3. Lorsqu'un bénéficiaire du minimum de moyens d'existence est engagé par le centre public d'aide sociale dans le cadre d'un contrat de travail pour la durée nécessaire à l'obtention d'allocations sociales complètes et qu'il est mis conventionnellement à la disposition d'une entreprise privée, l'octroi et le maintien de la subvention sont soumis aux conditions suivantes :
  1° l'entreprise privée s'engage à verser au centre public d'aide sociale un montant mensuel égal au douzième de la différence entre d'une part, la rémunération brute annuelle et d'autre part, le montant du minimum de moyens d'existence fixé à l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 1°, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence;
  2° l'entreprise privée s'oblige à engager le travailleur dans les liens d'un contrat à durée indéterminée dès le moment où celui-ci peut bénéficier d'allocations sociales complètes. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.
Art.2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2000.
Art. 3. Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 juli 2000.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Maatschappelijke Integratie,
  J. VANDE LANOTTE.
Art. 3. Notre Ministre de l'Intégration sociale est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 14 juillet 2000.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de l'Intégration sociale,
  J. VANDE LANOTTE.