Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
12 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de bevordering van sommige ambtenaren van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. (NOTA : Opgeheven bij KB 2004-04-05/37, art. 44, 002; Inwerkingtreding : onbepaald ) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-05-2000 en tekstbijwerking tot 19-05-2004).
Titre
12 FEVRIER 1999. - Arrêté royal relatif à la promotion de certains agents du cadre organique distinct du Ministère des Communications et de l'Infrastructure. (NOTE : Abrogé par 2004-04-05/37, art. 44, 002; En vigueur : 5555-55-55) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 23-05-2000 et mise à jour au 19-05-2004).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. Voor de respectievelijke ambtenaren van de Permanente Cel en de ambtenaren ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritieme transport van en naar België, zoals die in de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur zijn opgenomen, geschieden de bevorderingen tot elk van de graden die zijn opgenomen in de bij dit besluit gevoegde tabellen, respectievelijk bijlage I en II, overeenkomstig de in die tabellen vermelde bijzondere voorwaarden, onverminderd de reglementaire bepalingen van algemene aard betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel.
Article 1. Pour les agents respectivement de la Cellule permanente et mis à la disposition d'une société qui s'occupe du transport maritime depuis et vers la Belgique, tel qu'ils sont repris au cadre organique distinct du Ministère des Communications et de l'Infrastructure, les promotions à chacun des grades mentionnés aux tableaux annexés au présent arrêté, respectivement annexe I et II, conformément aux conditions particulières figurant à ces tableaux, sans préjudice des dispositions réglementaires d'ordre général régissant la carrière des agents de l'Etat.
Art.2. § 1. De onderzoeken naar de beroepsgeschiktheid en de proeven inzake beroepsbekwaamheid worden georganiseerd door de Minister of zijn gemachtigde. Hij stelt voor elke graad het programma vast en wijst de leden van de examencommissie aan.
  De examencommissie bestaat uit :
  1° een voorzitter die een leidende ambtenaar is of zijn gemachtigde van niveau 1;
  2° ten minste twee bijzitters waarvan één van de dienst waar de betrokken functie zal moeten uitgeoefend worden.
  § 2. De proef en het onderzoek hebben betrekking op de theoretische en praktische kennis alsmede op de bekwaamheden en geschiktheden vereist voor de uitoefening van het ambt waarvan de graad wordt begeven en eventueel op die welke de kandidaat in zijn verdere normale loopbaan nodig heeft.
  § 3. De gegadigden worden voor de bekwaamheidsproef of voor het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid opgeroepen in de volgorde bepaald bij artikel 33, § 2, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel.
  Wanneer ten gevolge van de achtereenvolgende oproepingen van de bekwaamheidsproef of het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid een voldoende aantal geschikt bevonden gegadigden is bereikt, worden de overige gegadigden niet opgeroepen.
  § 4. De bevorderingen door verhoging in graad waarvoor een bekwaamheidsproef is voorgeschreven en de benoemingen door verandering van graad waarvoor een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid is opgelegd, worden verleend in de bij artikel 33, § 2, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 vastgestelde volgorde.
Art.2. § 1er. Les vérifications des aptitudes professionnelles et les épreuves de capacité sont organisées par le Ministre ou son délégué. Pour chaque grade, il fixe le programme et désigne les membres du jury.
  Le jury est composé :
  1° d'un président, qui est un fonctionnaire dirigeant ou son délégué du niveau 1;
  2° au moins de deux assesseurs dont un du service où la fonction concernée devra être exercée.
  § 2. L'épreuve et la vérification portent sur les connaissances théoriques et pratiques ainsi que sur les capacités et aptitudes nécessaires à l'exercice de l'emploi dont le grade est à conférer et éventuellement sur celles exigées du candidat dans sa carrière normale ultérieure.
  § 3. Les candidats sont convoqués à l'épreuve de capacité ou à la vérification des aptitudes professionnelles dans l'ordre fixé à l'article 33, § 2, de l'arrêté royal du 7 août 1939 organisant l'évaluation et la carrière des agents de l'Etat.
  Lorsqu'après des convocations successives à l'épreuve de capacité professionnelle ou à la vérification de l'aptitude professionnelle un nombre suffisant de candidats sont jugés aptes, les autres candidats ne sont pas convoqués.
  § 4. Les promotions par avancement de grade pour lesquelles une épreuve de capacité est prescrite et les nominations par changement de grade pour lesquelles une vérification des aptitudes professionnelles est prévue, sont accordées dans l'ordre fixé à l'article 33, § 2, de l'arrêté royal du 7 août 1939.
Art.3. Worden opgeheven :
  - het koninklijk besluit van 10 februari 1978 houdende oprichting van de graad van officierhoofdwerktuigkundige en vaststelling van de toegangsvoorwaarden tot die graad bij de Regie voor Maritiem Transport;
  - het koninklijk besluit van 30 november 1984 houdende vaststelling van de toegangsvoorwaarden tot sommige graden bij de Regie voor Maritiem Transport;
  - het koninklijk besluit van 14 januari 1985 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 29 augustus 1979 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren bij de Regie voor Maritiem Transport kunnen titularis zijn en houdende vaststelling van de toegangsvoorwaarden tot sommige graden;
  - het koninklijk besluit van 11 juli 1989 tot vaststelling van de toegangsvoorwaarden tot de graad van officier-werktuigkundige A bij de Regie voor Maritiem Transport;
  - het koninklijk besluit van 10 januari 1994 tot oprichting en opheffing van sommige graden waarvan de ambtenaren bij de Regie voor Maritiem Transport kunnen titularis zijn;
  - het ministerieel besluit van 27 maart 1979 houdende vaststelling van de toegangsvoorwaarden tot de graad van administratief adjunct bij de Regie voor Maritiem Transport.
Art.3. Sont abrogés :
  - l'arrêté royal du 10 février 1978 créant le grade d'officier mécanicien-chef et fixant les conditions d'accès à ce grade à la Régie des Transports maritimes;
  - l'arrêté royal du 30 novembre 1984 fixant les conditions d'accès à certains grades à la Régie des Transports maritimes;
  - l'arrêté royal du 14 janvier 1985 modifiant l'arrêté royal du 29 août 1979 relatif au classement hiérarchique des grades que peuvent porter les agents de la Régie des Transports maritimes et fixant les conditions d'accès à certains grades;
  - l'arrêté royal du 11 juillet 1989 fixant les conditions d'accès au grade d'officier mécanicien A à la Régie des Transports maritimes;
  - l'arrêté royal du 10 janvier 1984 créant et abrogeant des grades que peuvent porter les agents de la Régie des Transports maritimes;
  - l'arrêté ministériel du 27 mars 1979 fixant les conditions d'accès au grade d'adjoint administratif à la Régie des Transports maritimes.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 28 februari 1999.
Art.4. Le présent arrêté entre en vigueur le 28 février 1999.
Art.5. Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 12 februari 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN
Art.5. Notre Ministre des Transports est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 12 février 1999.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre des Transports,
  M. DAERDEN
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage I. (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-02-1999, p. 5850).
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 februari 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN
Art. N1. Annexe I. (Tableau non repris pour des raisons techniques. Voir M.B. 26-02-1999, p. 5849).
  Vu pour être annexé à Notre arrêté du 12 février 1999.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre des Transports,
  M. DAERDEN
Art. N2. Bijlage II.
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-02-1999, p. 5851 - 5852).
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 februari 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN
Art. N2. Annexe II. (Tableau non repris pour des raisons techniques. Voir M.B. 26-02-1999, p. 5849 - 5850).
  Vu pour être annexé à Notre arrêté du 12 février 1999.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre des Transports,
  M. DAERDEN