Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 MAART 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot afwijking, voor het academiejaar 1994-1995, van de artikelen 3 en 6, §1, van het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen "regelmatig ingeschreven student" en "student die in aanmerking komt voor de financiering" in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs, en van artikel 5A, 2°, van het koninklijk besluit van 14 november 1962 houdende algemene regeling van de studie in het technisch hoger onderwijs (VERTALING).
Titre
21 MARS 1995. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française dérogeant, pour l'année académique 1994-1995, aux articles 3 et 6, § 1er, de l'arrêté royal du 6 novembre 1987 fixant les notions "d'étudiant régulièrement inscrit" et "d'étudiant entrant en ligne de compte pour le financement" dans l'enseignement supérieur de plein exercice, à l'exception de l'enseignement universitaire et à l'article 5 A, 2°, de l'arrêté royal du 14 novembre 1962 portant règlement général des études dans l'enseignement technique supérieur.
Informations sur le document
Numac: 1995029198
Datum: 1995-03-21
Info du document
Numac: 1995029198
Date: 1995-03-21
Tekst (5)
Texte (5)
Artikel 1. In afwijking van artikel 3 van het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen "regelmatig ingeschreven student" en "student die in aanmerking komt voor de financiering" in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs moet aan de 30 weken voor het geheel van de onderwijsactiviteiten niet noodzakelijk voldaan zijn tijdens het academiejaar 1994-1995. Per studiejaar moet voorzien zijn in de 300 uur activiteit in het hoger onderwijs van het lange type en in de 750 lestijden van 50 minuten of 630 uren in het hoger onderwijs van het korte type met uitzondering van de examenzittijden.
Article 1. Par dérogation à l'article 3 de l'arrêté royal du 6 novembre 1987 fixant les notions "d'étudiant régulièrement inscrit" et "d'étudiant entrant en ligne de compte pour le financement" dans l'enseignement supérieur de plein exercice, à l'exception de l'enseignement universitaire, les 30 semaines de cours prévues pour l'ensemble des activités d'enseignement ne doivent pas nécessairement être couvertes pendant l'année académique 1994-1995.
Par année d'études, les 300 heures d'activités dans l'enseignement supérieur de type long et les 750 périodes de 50 minutes ou 630 heures dans l'enseignement supérieur de type court, non compris les sessions d'examens, seront assurées.
Par année d'études, les 300 heures d'activités dans l'enseignement supérieur de type long et les 750 périodes de 50 minutes ou 630 heures dans l'enseignement supérieur de type court, non compris les sessions d'examens, seront assurées.
Art.2. In afwijking van artikel 6, § l, van hetzelfde besluit worden de afwezigheden, die in aanmerking komen voor een regelmatig ingeschreven student, pas geboekt vanaf 1 december voor het academiejaar 1994-1995.
Art.2. Par dérogation à l'article 6, § 1er, au même arrêté, les absences prises en considération pour qu'un étudiant soit considéré comme étant régulièrement inscrit ne seront comptabilisées qu'à dater du 1er décembre de l'année académique 1994-1995.
Art.3. In afwijking van artikel 5 A, 2°, van voormeld besluit van 14 november 1962 moet aan de 30 weken voor het geheel van de onderwijsactiviteiten niet noodzakelijk voldaan zijn tijdens het academiejaar 1994-1995. Per studiejaar moet voorzien zijn in 540 uur onderwijsactiviteiten, met uitzondering van de examenzittijden.
Art.3. Par dérogation à l'article 5 A, 2°, de l'arrêté royal du 14 novembre 1962 portant règlement général des études dans l'enseignement technique supérieur, les 30 semaines de cours prévues pour l'ensemble des activités d'enseignement ne doivent pas nécessairement être couvertes pendant l'année académique 1994-1995.
Par année d'études, les activités d'enseignement devront comporter 540 périodes, non compris les sessions d'examens.
Par année d'études, les activités d'enseignement devront comporter 540 périodes, non compris les sessions d'examens.
Art.4. § 1. De bepalingen van artikel 1 en 2 gelden voor de afdelingen voor agrarisch, economisch, paramedisch, pedagogisch, sociaal, technisch en artistiek hoger onderwijs van het korte en het lange type.
§ 2. De bepalingen van artikel 3 gelden voor de afdelingen technisch hoger onderwijs van de 3e graad.
§ 2. De bepalingen van artikel 3 gelden voor de afdelingen technisch hoger onderwijs van de 3e graad.
Art.4. § 1er. Les dispositions prévues aux articles 1er et 2 s'appliquent aux sections d'enseignement supérieur agricole, économique, paramédical, pédagogique, social, technique et artistique de type court et de type long.
§ 2. Les dispositions prévues à l'article 3 s'appliquent aux sections de l'enseignement supérieur technique du 3e degré.
§ 2. Les dispositions prévues à l'article 3 s'appliquent aux sections de l'enseignement supérieur technique du 3e degré.
Art. 5. De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 maart 1995.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
M. LEBRUN
Brussel, 21 maart 1995.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
M. LEBRUN
Art. 5. Le Ministre de l'Enseignement supérieur et de la Recherche scientifique est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 21 mars 1995.
Par le Gouvernement de la Communauté française :
Le Ministre de l'Enseignement supérieur et de la Recherche scientifique,
M. LEBRUN
Bruxelles, le 21 mars 1995.
Par le Gouvernement de la Communauté française :
Le Ministre de l'Enseignement supérieur et de la Recherche scientifique,
M. LEBRUN