De werkgever kan eveneens, op naam van de werkzoekende, bedoeld in het vorige lid, een banenkaart bekomen waarop wordt geattesteerd dat deze laatste voldoet aan één van de in het vorige lid bedoelde voorwaarden :
1° op de datum van de indiensttreding indien de werkzoekende reeds in dienst is getreden;
2° op de datum van aflevering van de banenkaart indien de werkzoekende nog niet in dienst is getreden.
De aanvragen, bedoeld in het vorige lid, worden slechts aanvaard indien zij individueel worden opgesteld en de identiteit van de werkgever, van de werknemer, de woonplaats van deze laatste en de datum van de voorziene of effectieve tewerkstelling vermelden.
De banenkaart blijft drie maanden geldig, te rekenen vanaf de datum van aflevering, in de situaties bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, 2°.
De geldigheid van de banenkaart is verlengbaar met periodes van drie maanden voor zover de werkzoekende aantoont nog steeds te voldoen aan de gestelde voorwaarden.
De geldigheid van de banenkaart vervalt na de indiensttreding bij de werkgever die van het voordeel van de kaart gebruik maakt. De werkzoekende kan slechts opnieuw een banenkaart bekomen, indien hij aantoont nog steeds te voldoen aan de gestelde voorwaarden.