Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale bepalingen. - (NOTA 1 : Opgeheven door KB 2001-12-19/39, art. 29, Inwerkingtreding : 01-01-2002. Dit koninklijk besluit blijft evenwel van toepassing op enkele indienstnemingen; zie art. 29 van het AR die opheft.) - (NOTA 2 : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-12-1994 en tekstbijwerking tot 21-09-2001.)
Titre
23 DECEMBRE 1994. - Arrêté royal portant exécution du Chapitre II du Titre IV de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales. - (NOTE 1 : Abrogé par AR 2001-12-19/39, art. 29, En vigueur : 01-01-2002. Toutefois, cet arrêté royal reste d'application à certains engagements, voir art. 29 de l'AR abrogeant.) - (NOTE 2 : Consultation des versions antérieures à partir du 31-12-1994 et mise à jour au 12-01-2002.)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (5)
Texte (5)
Artikel 1. <KB 1995-04-07/68, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 02-01-1995> De werkzoekende die voldoet aan de voorwaarden om in dienst te worden genomen in het kader van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, kan op zijn vraag bij het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, bevoegd voor de woonplaats van de werkzoekende, een banenkaart bekomen waarop dit gegeven wordt geattesteerd.
  De werkgever kan eveneens, op naam van de werkzoekende, bedoeld in het vorige lid, een banenkaart bekomen waarop wordt geattesteerd dat deze laatste voldoet aan één van de in het vorige lid bedoelde voorwaarden :
  1° op de datum van de indiensttreding indien de werkzoekende reeds in dienst is getreden;
  2° op de datum van aflevering van de banenkaart indien de werkzoekende nog niet in dienst is getreden.
  De aanvragen, bedoeld in het vorige lid, worden slechts aanvaard indien zij individueel worden opgesteld en de identiteit van de werkgever, van de werknemer, de woonplaats van deze laatste en de datum van de voorziene of effectieve tewerkstelling vermelden.
  De banenkaart blijft drie maanden geldig, te rekenen vanaf de datum van aflevering, in de situaties bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, 2°.
  De geldigheid van de banenkaart is verlengbaar met periodes van drie maanden voor zover de werkzoekende aantoont nog steeds te voldoen aan de gestelde voorwaarden.
  De geldigheid van de banenkaart vervalt na de indiensttreding bij de werkgever die van het voordeel van de kaart gebruik maakt. De werkzoekende kan slechts opnieuw een banenkaart bekomen, indien hij aantoont nog steeds te voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Article 1. <AR 1995-04-07/68, art. 1, 002; En vigueur : 02-01-1995> Le demandeur d'emploi qui remplit les conditions pour pouvoir être engagé dans le cadre du Chapitre II du Titre IV de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses, peut, à sa demande obtenir du bureau du chômage de l'Office national de l'emploi, compétent pour le lieu de résidence du demandeur d'emploi, une carte d'embauche attestant ce fait.
  L'employeur peut également, au nom du demandeur d'emploi, visé à l'alinéa précédent, obtenir une carte d'embauche attestant que ce dernier remplit une des conditions visées à l'alinéa précédent :
  1° à la date d'entrée en service si le demandeur d'emploi est déjà entré en service;
  2° à la date de délivrance de la carte d'embauche si le demandeur d'emploi n'est pas encore entré en service.
  Les demandes visées à l'alinéa précédent ne sont acceptées que si elles sont établies individuellement et mentionnent le nom de l'employeur, du travailleur, le domicile de ce dernier et la date de l'engagement prévu ou effectif.
  La carte d'embauche reste valable trois mois, à compter à partir de la date de délivrance, dans les situations visées au premier alinéa et au deuxième alinéa, 2° La durée de validité de la carte d'embauche peut être prolongée pour des périodes de trois mois pour autant que le demandeur d'emploi démontre qu'il remplit encore toujours les conditions posées.
  La validité de la carte d'embauche expire après l'engagement auprès de l'employeur qui bénéficie de l'avantage de la carte. Le demandeur d'emploi ne peut obtenir une nouvelle carte d'embauche que s'il démontre qu'il remplit encore toujours les conditions posées.
Art.2. Om van de voordelen, bedoeld in de bovenvermelde wet van 21 december 1994, te kunnen genieten, is de werkgever verplicht de banenkaart, behoorlijk ingevuld, te sturen naar het bevoegde werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, ten laatste de zestigste dag die volgt op de dag van het begin van de tewerkstelling.
  Voor de berekening van de termijn, bedoeld in het vorige lid, wordt rekening gehouden met de postdatum.
  (De indiening van de aanvraag om een banenkaart bij het bevoegde werkloosheidsbureau binnen de zestig dagen volgend op het begin van de tewerkstelling, wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met de tijdige terugzending van, de banenkaart, indien bij de aanvraag de datum van de effectieve indiensttreding en de volledige identiteit van de werkgever werd vermeld en indien de voorwaarden bedoeld in artikel 1 vervuld zijn.) <KB 1995-04-07/68, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 02-01-1995>
  Het werkloosheidsbureau bezorgt de meegedeelde gegevens aan de instelling, belast met de inning en de invordering van de sociale zekerheidsbijdragen.
Art.2. Pour pouvoir bénéficier des avantages visés dans la loi du 21 décembre 1994 susmentionnée, l'employeur est obligé d'envoyer la carte d'embauche dûment complétée au bureau du chômage compétent de l'Office national de l'emploi, au plus tard le soixantième jour suivant le jour du début de l'engagement.
  Pour le calcul du délai visé à l'alinéa précédent, il est tenu compte de la date de la poste.
  (L'introduction de la demande d'obtention d'une carte d'embauche auprès du bureau de chômage compétent dans les soixante jours suivant le début de l'engagement est, pour l'application du premier alinéa, assimilée au renvoi de la carte d'embauche dans les délais si, lors de la demande, la date de l'engagement effectif et l'identité complète de l'employeur ont été mentionnées et si les conditions visées à l'article 1er sont remplies.) <AR 1995-04-07/68, art. 2, 002; En vigueur : 02-01-1995>
  Le bureau du chômage transmet les données communiquées à l'organisme chargé de la perception et du recouvrement des cotisations de sécurité sociale.
Art. 2bis. (ingevoegd bij <KB 1998-07-08/32, art. 11, Inwerkingtreding : 01-01-1995>) De werkgever die de voordelen bedoeld in het Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale bepalingen, niet heeft kunnen genieten omdat hij bij het Nationaal pensioenfonds voor mijnwerkers aangesloten was, wordt geacht die voorwaarden alsnog te vervullen indien hij bij aangetekend schrijven met uiterlijk 30 september 1998 als postdatum, het bevoegde werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in kennis stelt dat hij alsnog de voordelen bedoeld in de voormelde wet van 21 december 1994 wenst te genieten.
  Bij dit aangetekend schrijven dient, voor zover de werkgever hierover nog beschikt, de banenkaart bedoeld in artikel 1, behoorlijk ingevuld, te worden gevoegd.
Art. 2bis. (inséré par <AR 1998-07-08/32, art. 11, En vigueur : 01-01-1995>) L'employeur qui n'a pu bénéficier des avantages visés au chapitre II du titre IV de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales parce qu'il était affilié au Fonds national de retraite des ouvriers mineurs, est considéré comme répondant encore à ces conditions s'il communique au bureau de chômage compétent de l'Office national de l'emploi, par lettre recommandée, au plus tard le 30 septembre 1998, date du cachet de la poste, qu'il désire encore bénéficier des avantages visés à la loi du 21 décembre 1994.
  Il convient de joindre à cet envoi recommandé, dans le cas où l'employeur est encore en sa possession, la carte d'embauche visée à l'article 1er, dûment complétée.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van Hoofdstuk II van Titel IV van de bovenvermelde wet van 21 december 1994.
  (Deze bepalingen zijn van toepassing op indienstnemingen die plaatsvinden vanaf 1 januari 1995.) <KB 2001-09-05/38, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-12-2000>
Art.3. Le présent arrêté entre en vigueur à la date d'entrée en vigueur du Chapitre II du Titre IV de la loi du 21 décembre 1994 susmentionnée.
  (Ces dispositions s'appliquent aux engagements réalisés à partir du 1er janvier 1995) <AR 2001-09-05/38, art. 1, 004; En vigueur : 01-12-2000>
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 23 december 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN
Art. 4. Notre Ministre de l'Emploi et du Travail et Notre Ministre des Affaires sociales, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 23 décembre 1994.
  ALBERT
  Par le Roi :
  La Ministre de l'Emploi et du Travail,
  Mme M. SMET
  La Ministre des Affaires sociales,
  Mme M. DE GALAN