Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
9 APRIL 1954. - Koninklijk besluit ter regeling van de bevoegdheden van de revisoren bij de instellingen van openbaar nut. (NOTA : opgeheven voor de Franse gemeenschap bij BFG2022-04-21/07, art. 45,3°, 002; Inwerkingtreding : 04-06-2022)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-05-2022 en tekstbijwerking tot 25-05-2022)
Titre
9 AVRIL 1954. - Arrêté royal réglant les attributions des réviseurs d'organismes d'intérêt public. (NOTE : abrogé pour la Communauté française par ACF2022-04-21/07, art. 45,3°, 002; En vigueur : 04-06-2022)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 25-05-2022 et mise à jour au 25-05-2022)
Informations sur le document
Numac: 1954040903
Datum: 1954-04-09
Info du document
Numac: 1954040903
Date: 1954-04-09
Table des matières
Tekst (17)
Texte (17)
HOOFDSTUK I. - Opdracht van de revisoren.
CHAPITRE I. - Mission des réviseurs.
Artikel 1. De revisoren worden belast met het toezicht op de geschriften der instellingen van openbaar nut, vermeld onder artikel 1 van de wet van 16 Maart 1954 en met het verzekeren van de echtheid en de juistheid ervan.
Article 1. Les réviseurs sont chargés du contrôle des écritures des organisations d'intérêt public visés à l'article 1 de la loi du 16 mars 1954 et d'en certifier l'exactitude et la sincérité.
Art.2. De revisoren oefenen hun toezicht uit op de comptabiliteitsverrichtingen. Dit toezicht slaat noodzakelijk op :
a) de juistheid van de verantwoordingsbescheiden der geboekte verrichtingen;
b) de juiste aanrekening van deze verrichtingen overeenkomstig de begroting en de bepalingen, ter regeling van de boekhouding van de organismen;
c) de stiptheid in het innen der schuldvorderingen en het aanzuiveren der schulden.
a) de juistheid van de verantwoordingsbescheiden der geboekte verrichtingen;
b) de juiste aanrekening van deze verrichtingen overeenkomstig de begroting en de bepalingen, ter regeling van de boekhouding van de organismen;
c) de stiptheid in het innen der schuldvorderingen en het aanzuiveren der schulden.
Art.2. Les réviseurs exercent leur contrôle sur les opérations comptables. Ce contrôle porte notamment sur :
a) la régularité des documents justificatifs des opérations enregistrées;
b) l'imputation correcte de ces opérations en conformité avec le budget et les dispositions qui régissent la comptabilité de l'organisme;
c) la ponctualité dans le recouvrement des créances et l'apurement des dettes.
a) la régularité des documents justificatifs des opérations enregistrées;
b) l'imputation correcte de ces opérations en conformité avec le budget et les dispositions qui régissent la comptabilité de l'organisme;
c) la ponctualité dans le recouvrement des créances et l'apurement des dettes.
Art.3. Periodisch gaan de revisoren de werkelijkheid na van de goederen en de waarden die aan de organismen behoren of waarvan deze het gebruik of het beheer hebben en van, over het algemeen, eender welke verbintenissen.
Dit nazicht, waarvan de uitslagen in een procesverhaal opgenomen worden, slaat op de roerende en onroerende goederen en rechten en meer bepaald op :
a) het tegoed in kas, op het postcheckambt en op bankrekening;
b) de voorraden, de portefeuille, de schuldvorderingen.
Daarenboven vergewissen de revisoren zich ervan dat de inventarissen goed bijgehouden worden en dat de ramingen geschieden overeenkomstig de voorafgaandelijk vastgestelde regelen.
In de organismen, waar het beheer van de kassen, de magazijnen en, over het algemeen, de roerende en onroerende goederen gedecentraliseerd is, kunnen de minister, van wie de instelling afhangt, en de Minister van Financiën beslissen dat het toezicht op de goede inrichting en de regelmatige werking van de diensten, belast met het nagaan van het beheer en van de inventarissen der goederen die het, medebrengt, volstaat. Zij staan in alle geval in voor de eerbiediging van de bepalingen die de ramingen van de inventarissen beheersen.
Dit nazicht, waarvan de uitslagen in een procesverhaal opgenomen worden, slaat op de roerende en onroerende goederen en rechten en meer bepaald op :
a) het tegoed in kas, op het postcheckambt en op bankrekening;
b) de voorraden, de portefeuille, de schuldvorderingen.
Daarenboven vergewissen de revisoren zich ervan dat de inventarissen goed bijgehouden worden en dat de ramingen geschieden overeenkomstig de voorafgaandelijk vastgestelde regelen.
In de organismen, waar het beheer van de kassen, de magazijnen en, over het algemeen, de roerende en onroerende goederen gedecentraliseerd is, kunnen de minister, van wie de instelling afhangt, en de Minister van Financiën beslissen dat het toezicht op de goede inrichting en de regelmatige werking van de diensten, belast met het nagaan van het beheer en van de inventarissen der goederen die het, medebrengt, volstaat. Zij staan in alle geval in voor de eerbiediging van de bepalingen die de ramingen van de inventarissen beheersen.
Art.3. Les réviseurs procèdent périodiquement à la vérification de la consistance des biens et des valeurs appartenant aux organismes ou dont ceux-ci ont l'usage ou la gestion, ainsi que de leurs engagements généralement quelconques.
Ces vérifications, dont les résultats sont consignés dans un procès-verbal, portent sur les biens et droits mobiliers et immobiliers et plus spécialement sur :
a) les avoirs en caisse, à l'Office des chèques postaux et en banque;
b) les stocks, le portefeuille, les créances.
Les réviseurs s'assurent, en outre, que les inventaires sont bien tenus et que les évaluations sont faites conformément aux règles préalablement établies.
Dans les organismes où la gestion des caisses, des magasins et plus généralement des biens meubles et immeubles est décentralisée, ils peuvent, sur décision du Ministre intéressé et du Ministre des Finances, se borner à surveiller la bonne organisation et le fonctionnement régulier des services chargés de la vérification de ces gestions et des inventaires des biens qu'elles comportent. Ils s'assurent, en tout cas, du respect des dispositions régissant les évaluations des inventaires.
Ces vérifications, dont les résultats sont consignés dans un procès-verbal, portent sur les biens et droits mobiliers et immobiliers et plus spécialement sur :
a) les avoirs en caisse, à l'Office des chèques postaux et en banque;
b) les stocks, le portefeuille, les créances.
Les réviseurs s'assurent, en outre, que les inventaires sont bien tenus et que les évaluations sont faites conformément aux règles préalablement établies.
Dans les organismes où la gestion des caisses, des magasins et plus généralement des biens meubles et immeubles est décentralisée, ils peuvent, sur décision du Ministre intéressé et du Ministre des Finances, se borner à surveiller la bonne organisation et le fonctionnement régulier des services chargés de la vérification de ces gestions et des inventaires des biens qu'elles comportent. Ils s'assurent, en tout cas, du respect des dispositions régissant les évaluations des inventaires.
Art.4. Op de rekeningen, de periodieke toestandsopgaven en de andere, door de revisoren echt te verklaren bescheiden staat vermeld " echt verklaard overeenkomstig de geschriften ", gevolgd door hun handtekening en de datum. Deze vermelding wordt desgevallend vervangen door een verantwoordingsnota waarbij de redenen toegelicht worden die er de oorzaak van zijn dat zij oordelen hun echtverklaring te moeten weigeren.
Art.4. Les comptes, les situations périodiques et les documents à certifier par les réviseurs portent la mention à certifié exact et conforme aux écritures â suivie de leur signature et de la date. Cette mention est remplacée, le cas échéant, par une note justificative exposant les raisons pour lesquelles ils croient ne pas pouvoir apposer leur certification.
Art.5. De echtverklaringen van de revisoren dekken noch de verantwoordelijkheid van de beheersorganen, noch die van hun aangestelden; zij verbinden evenmin de ministers.
Art.5. Les certifications des réviseurs ne couvrent la responsabilité ni des organes de gestion; ni de leurs préposés; elles n'engagent pas non plus les Ministres.
Art.6. De revisoren zenden maandelijks aan de minister, waarvan de organismen afhangen en aan de Minister van Financiën, een verslag over hun werking.
Ieder kwartaal maken zij hun daarenboven een nauwkeurig verslag betreffende al de problemen die in het raam van hun opdracht vallen.
Dit verslag behelst inzonderheid :
a) een overzicht van de manier waarop zij hun opdracht hebben volbracht;
b) hun opmerkingen over het houden van de comptabiliteit, overeenkomstig de besluiten terzake;
c) een verslag over de verificatie van de bestaande goederen en waarden, die zij hebben ondernomen;
d) eventuele opmerkingen wat betreft het eerbiedigen, door de organismen, van de andere wettelijke en reglementaire beschikkingen.
In de maand die volgt op het opmaken van de balans, de verlies- en winstrekening of de jaarlijkse rekening, sturen zij ten slotte aan de bovengemelde ministers een omstandige critische ontleding van de actieve en passieve toestand van het organisme, alsmede over de uitslagen van de uitbating en het beheer, zoals zij blijken uit de rekeningen van de instelling.
Zij bezorgen een afschrift van deze verschillende verslagen aan de bestuursorganen van de instelling en, naargelang de omstandigheden, aan de regeringscommissarissen, aan de afgevaardigde van de Minister van Financiën en aan de inspecteur van Financiën.
Ieder kwartaal maken zij hun daarenboven een nauwkeurig verslag betreffende al de problemen die in het raam van hun opdracht vallen.
Dit verslag behelst inzonderheid :
a) een overzicht van de manier waarop zij hun opdracht hebben volbracht;
b) hun opmerkingen over het houden van de comptabiliteit, overeenkomstig de besluiten terzake;
c) een verslag over de verificatie van de bestaande goederen en waarden, die zij hebben ondernomen;
d) eventuele opmerkingen wat betreft het eerbiedigen, door de organismen, van de andere wettelijke en reglementaire beschikkingen.
In de maand die volgt op het opmaken van de balans, de verlies- en winstrekening of de jaarlijkse rekening, sturen zij ten slotte aan de bovengemelde ministers een omstandige critische ontleding van de actieve en passieve toestand van het organisme, alsmede over de uitslagen van de uitbating en het beheer, zoals zij blijken uit de rekeningen van de instelling.
Zij bezorgen een afschrift van deze verschillende verslagen aan de bestuursorganen van de instelling en, naargelang de omstandigheden, aan de regeringscommissarissen, aan de afgevaardigde van de Minister van Financiën en aan de inspecteur van Financiën.
Art.6. Les réviseurs adressent mensuellement au Ministre dont relèvent les organismes et au Ministre des Finances un rapport sur leur activité.
Ils leur transmettent, en outre, trimestriellement un rapport détaillé sur tous les problèmes rentrant dans le cadre de leur mission.
Ce rapport contient notamment :
a) un aperçu sur la manière dont ils ont accompli leur mission;
b) leurs remarques sur la tenue de la comptabilité, conformément aux arrêtés sur la matière;
c) un compte rendu des opérations de vérification des biens et valeurs existants auxquelles ils ont procédé;
d) leurs observations éventuelles quant au respect par les organismes des autres dispositions légales et réglementaires.
Dans le mois qui suit l'établissement du bilan, du compte de profits et pertes ou du compte annuel, ils adressent aux Ministres mentionnés ci-dessus une analyse critique circonstanciée sur la situation active et passive de l'organisme ainsi que sur les résultats de l'exploitation ou de la gestion, tels qu'ils ressortent des comptes établis par l'organisme;
Ils adressent une copie de ces différents rapports aux organes directeurs de l'institution et, suivant le cas, aux commissaires du gouvernement, au délégué du Ministre des Finances et à l'inspecteur des Finances.
Ils leur transmettent, en outre, trimestriellement un rapport détaillé sur tous les problèmes rentrant dans le cadre de leur mission.
Ce rapport contient notamment :
a) un aperçu sur la manière dont ils ont accompli leur mission;
b) leurs remarques sur la tenue de la comptabilité, conformément aux arrêtés sur la matière;
c) un compte rendu des opérations de vérification des biens et valeurs existants auxquelles ils ont procédé;
d) leurs observations éventuelles quant au respect par les organismes des autres dispositions légales et réglementaires.
Dans le mois qui suit l'établissement du bilan, du compte de profits et pertes ou du compte annuel, ils adressent aux Ministres mentionnés ci-dessus une analyse critique circonstanciée sur la situation active et passive de l'organisme ainsi que sur les résultats de l'exploitation ou de la gestion, tels qu'ils ressortent des comptes établis par l'organisme;
Ils adressent une copie de ces différents rapports aux organes directeurs de l'institution et, suivant le cas, aux commissaires du gouvernement, au délégué du Ministre des Finances et à l'inspecteur des Finances.
Art.7. De revisoren maken de minister, waarvan de organismen afhangen, de Minister van Financiën, de bestuursorganen van het organisme, alsmede, naargelang het geval, de regeringscommissarissen, de afgevaardigde van de Minister van Financiën en de inspecteur van Financiën, zonder verwijl, opmerkzaam op elke onregelmatigheid of, over het algemeen, op elke toestand die de belangen van het organisme zou kunnen schaden.
De ministers, de regeringscommissarissen en de afgevaardigden van de Minister van Financiën, kunnen de revisoren verzoeken hun advies te verstrekken of verslag uit te brengen over bijzondere aangelegenheden die thuishoren in het raam van de opdracht van deze laatsten.
Een afschrift van dit advies of verslag wordt bezorgd aan de bestuursorganen van de instelling.
De ministers, de regeringscommissarissen en de afgevaardigden van de Minister van Financiën, kunnen de revisoren verzoeken hun advies te verstrekken of verslag uit te brengen over bijzondere aangelegenheden die thuishoren in het raam van de opdracht van deze laatsten.
Een afschrift van dit advies of verslag wordt bezorgd aan de bestuursorganen van de instelling.
Art.7. Les réviseurs signalent, sans délai au Ministre dont relèvent les organismes et au Ministre des Finances, aux organes directeurs de l'organisme, ainsi que, suivant le cas, aux commissaires du gouvernement, du délégué du Ministre des Finances et à l'inspecteur des Finances, toute irrégularité ou, en général, toute situation susceptible de compromettre les intérêts de l'organisme.
Les Ministres, les commissaires du gouvernement et les délégués du Ministre des Finances peuvent charger les réviseurs de leur donner un avis ou de leur faire un rapport sur les questions particulières rentrant dans le cadre de la mission de ces derniers. Une copie de cet avis ou de ce rapport est adressée aux organes directeurs de l'institution.
Les Ministres, les commissaires du gouvernement et les délégués du Ministre des Finances peuvent charger les réviseurs de leur donner un avis ou de leur faire un rapport sur les questions particulières rentrant dans le cadre de la mission de ces derniers. Une copie de cet avis ou de ce rapport est adressée aux organes directeurs de l'institution.
HOOFDSTUK II. - Actiemiddelen van de revisoren.
CHAPITRE II. - Moyen d'action des réviseurs.
Art.8. De revisoren oefenen hun contrôle uit, à posteriori op stukken en ter plaatse.
De revisoren kunnen kennis nemen, zonder verplaatsing, van de comptabiliteitsboeken en van de bescheiden, de briefwisseling, de proces-verbalen, de periodieke toestand en, over het algemeen, van eender welke geschriften.
Zij kunnen zich uittreksels laten afleveren van de beslissingen die betrekking hebben op de zaken, waarvan de contrôle in het kader valt van hun opdracht, alsmede van de documentatie, nodig voor het uitoefenen van hun functies.
De revisoren kunnen kennis nemen, zonder verplaatsing, van de comptabiliteitsboeken en van de bescheiden, de briefwisseling, de proces-verbalen, de periodieke toestand en, over het algemeen, van eender welke geschriften.
Zij kunnen zich uittreksels laten afleveren van de beslissingen die betrekking hebben op de zaken, waarvan de contrôle in het kader valt van hun opdracht, alsmede van de documentatie, nodig voor het uitoefenen van hun functies.
Art.8. Les réviseurs exercent leur contrôle à posteriori sur pièces et sur place.
Les réviseurs peuvent prendre connaissance, sans déplacement, des livres et documents comptables, de la correspondance, des procès-verbaux, des situations périodiques et généralement de toutes les écritures.
Ils peuvent se faire délivrer des extraits des décisions se rapportant à des affaires dont le contrôle rentre dans le cadre de leur mission, ainsi que la documentation nécessaire à l'exercice de leurs fonctions.
Les réviseurs peuvent prendre connaissance, sans déplacement, des livres et documents comptables, de la correspondance, des procès-verbaux, des situations périodiques et généralement de toutes les écritures.
Ils peuvent se faire délivrer des extraits des décisions se rapportant à des affaires dont le contrôle rentre dans le cadre de leur mission, ainsi que la documentation nécessaire à l'exercice de leurs fonctions.
Art.9. De revisoren mogen geen deel nemen aan het bestuur of aan het beheer van de instellingen die zij dienen te contrôlen. Zij mogen geen bevel geven, dat beoogt een verrichting te beletten of te schorsen.
Art.9. Les réviseurs ne peuvent ni participer à la direction ou à la gestion des services qu'ils sont chargés de contrôler, ni donner d'ordres tendant à empêcher ou à suspendre une opération.
HOOFDSTUK III. - Statuut der revisoren.
CHAPITRE III. - Statut des réviseurs.
Art.10. De minister waarvan de organismen afhangen, en de Minister van Financiën, duiden in gemeenschappelijk overleg, bij deze organismen één of meerdere revisoren aan, zoveel mogelijk onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren gekozen. Deze aanstelling kan ingetrokken worden door een gemeenschappelijke beslissing van de betrokken minister en de Minister van Financiën.
De revisoren ontvangen van de minister, waarvan de organismen afhangen, de nodige onderrichtingen tot het volbrengen van hun opdracht. De algemene onderrichtingen betreffende de comptabiliteits- en de budgetaire aangelegenheden worden hun gegeven door de Minister van Financiën. Deze onderrichtingen mogen de uitoefening van hun opdracht niet beperken.
De revisoren ontvangen van de minister, waarvan de organismen afhangen, de nodige onderrichtingen tot het volbrengen van hun opdracht. De algemene onderrichtingen betreffende de comptabiliteits- en de budgetaire aangelegenheden worden hun gegeven door de Minister van Financiën. Deze onderrichtingen mogen de uitoefening van hun opdracht niet beperken.
Art.10. Le Ministre dont relèvent les organismes et le Ministre des Finances désignent, de commun accord, auprès de ceux-ci un ou plusieurs réviseurs choisis dans la mesure du possible parmi les membres de l'Institut des réviseurs d'entreprises. Il peut être mis fin à cette désignation par décision commune du Ministre intéressé et du Ministre des Finances.
Les réviseurs reçoivent du Ministre dont relèvent les organismes les instructions nécessaires à l'accomplissement de leur mission. Les instructions générales relatives aux questions comptables et budgétaires leur sont données par le Ministre des Finances. Ces instructions ne peuvent avoir pour effet de limiter l'exercice de leur mission.
Les réviseurs reçoivent du Ministre dont relèvent les organismes les instructions nécessaires à l'accomplissement de leur mission. Les instructions générales relatives aux questions comptables et budgétaires leur sont données par le Ministre des Finances. Ces instructions ne peuvent avoir pour effet de limiter l'exercice de leur mission.
Art.11. De revisoren zijn persoonlijk en rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitvoeren van hun opdracht tegenover de minister, waarvan de organismen afhangen, en tegenover de Minister van Financiën.
Zij dienen hen, zonder verwijl, elk feit te laten kennen, dat van aard zou zijn een hindernis te betekenen voor het regelmatig verloop van de uitvoering van hun opdracht.
Zij dienen hen, zonder verwijl, elk feit te laten kennen, dat van aard zou zijn een hindernis te betekenen voor het regelmatig verloop van de uitvoering van hun opdracht.
Art.11. Les réviseurs sont personnellement et directement responsables envers le Ministre dont relèvent les organismes et le Ministre des Finances, de l'exécution de leur mission.
Ils sont tenus de leur signaler, sans délai, tout fait de nature à faire obstacle à l'accomplissement régulier de leur mandat.
Ils sont tenus de leur signaler, sans délai, tout fait de nature à faire obstacle à l'accomplissement régulier de leur mandat.
Art.12. Periodisch, en tenminste alle drie maand, vergaderen de revisoren in commissie onder voorzitterschap van de directeur generaal van de Thesaurie en Openbare Schuld of van zijn afgevaardigde, bijgestaan door een vertegenwoordiger van het Bestuur van de Begroting en van de Controle op de uitgaven. Deze commissie zoekt en bestudeert de geëigende maatregelen om de strikte en eenvormige toepassing te verzekeren van de diverse beschikkingen, die het vervullen van de functies der revisoren betreffen. Zij onderzoekt de zaken, waarvan de revisoren individueel hebben moeten kennis nemen en die een algemeen belang hebben of een beginsel voor het korps der revisoren inhouden.
Art.12. Périodiquement, et tous les trois mois au moins, les réviseurs se réunissent en commission sous la présidence du directeur général de la Trésorerie et de la Dette publique ou de son délégué, assisté d'un représentant de l'Administration du Budget et du Contrôle des dépenses. Cette commission recherche et étudie les mesures propres à assurer l'application stricte et uniforme des diverses dispositions qui concernent l'accomplissement de la fonction de réviseur. Elle examine les affaires dont les réviseurs ont eu à connaître individuellement et qui présentent un intérêt général ou un intérêt de principe pour l'ensemble des réviseurs.
Art.13. De functie van revisor bij een instelling van openbaar nut, onder artikel 1 van de wet van 16 Maart 1954 vermeld, is onverenigbaar :
1° met die van beheerder of met eender welke functie uitgeoefend in hetzelfde organisme;
2° met die van regeringscommissaris, van afgevaardigde van de Minister van Financiën of van inspecteur van Financiën bij hetzelfde organisme.
1° met die van beheerder of met eender welke functie uitgeoefend in hetzelfde organisme;
2° met die van regeringscommissaris, van afgevaardigde van de Minister van Financiën of van inspecteur van Financiën bij hetzelfde organisme.
Art.13. Les fonctions de réviseur auprès d'un des organismes d'intérêt public visés à l'article 1 de la loi du 16 mars 1954 sont incompatibles :
1° avec celles d'administrateur ou avec toute autre fonction exercée dans ce même organisme;
2° avec celles de commissaire du gouvernement, de délégué du Ministre des Finances ou d'inspecteur des Finances, auprès de ce même organisme.
1° avec celles d'administrateur ou avec toute autre fonction exercée dans ce même organisme;
2° avec celles de commissaire du gouvernement, de délégué du Ministre des Finances ou d'inspecteur des Finances, auprès de ce même organisme.
Art. 14. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economische Zaken en Middenstand, Onze Minister van Verkeerswezen, Onze Minister van Openbare Werken en van Wederopbouw, Onze Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Onze Minister van Landsverdediging, Onze Minister van Buitenlandse Handel, Onze Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg en Onze Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 14. Notre Ministre des Finances, Notre Ministre des Affaires économiques et des Classes moyennes, Notre Ministre des Communications, Notre Ministre des Travaux publics et de la Reconstruction, Notre Ministre de la Santé publique et de la Famille, Notre Ministre de la Défense Nationale, Notre Ministre du Commerce extérieur, Notre Ministre du Travail et de la Prévoyance sociale et Notre Ministre de l'Agriculture sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.