Art. 1. Het Comité vergadert elke maand, behalve in augustus, en wordt bijeengeroepen door zijn voorzitter.
Het vergadert echter telkens als dat vereist is voor het uitoefenen van zijn opdrachten.
Het Comité kan ook worden bijeengeroepen op verzoek van het Verenigd College, van de leidend ambtenaar of van twee vaste leden met stemrecht over het punt dat op de agenda van de te houden vergadering zal staan.
De schriftelijke vraag om bijeenroeping wordt gericht aan de voorzitter of ingediend tijdens de vergadering en bevat de punten die op de agenda moeten komen.
Het Comité vergadert op de zetel van de Dienst. In uitzonderlijke gevallen kan het Comité worden bijeengeroepen op een andere plaats.
Het Comité vergadert in fysieke aanwezigheid. De leden, de vertegenwoordigers van het Verenigd College, de commissarissen en, in voorkomend geval, de leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of zijn of haar afgevaardigde die echter niet naar de maatschappelijke zetel van de Dienst kunnen komen, mogen via een verbinding op afstand deelnemen.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
24 OKTOBER 2025. - Huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
Titre
24 OCTOBRE 2025. - Règlement d'ordre intérieur du Comité général de gestion de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Vergaderingen
HOOFDSTUK 2. - Quorum, beraadslagingen en besli...
HOOFDSTUK 3. - Organisatie
HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van derden en oprich...
HOOFDSTUK 5. - Handelingen van dagelijks beheer...
HOOFDSTUK 6. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de ...
HOOFDSTUK 7. - Bevoegdheden die kunnen gedelege...
HOOFDSTUK 7/1. - Ondertekening van bepaalde stu...
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Réunions
CHAPITRE 2. - Quorum, délibérations et prise de...
CHAPITRE 3. - Organisation
CHAPITRE 4. - Consultation de tiers et création...
CHAPITRE 5. - Actes de gestion journalière défi...
CHAPITRE 6. - Pouvoirs délégués par le Comité a...
CHAPITRE 7. - Pouvoirs pouvant être délégués pa...
CHAPITRE 7/1. - Signature de certaines pièces e...
CHAPITRE 8. - Entrée en vigueur
Tekst (29)
Texte (29)
HOOFDSTUK 1. - Vergaderingen
CHAPITRE 1er. - Réunions
Article 1er. Le Comité se réunit chaque mois, sauf durant le mois d'août, sur convocation de son président.
Il se réunit, toutefois, chaque fois que l'exercice de ses missions l'exige.
Le Comité peut également être convoqué sur demande du Collège réuni, du fonctionnaire dirigeant ou de deux membres effectifs ayant voix délibérative sur le point à porter sur l'ordre du jour de la réunion à tenir.
La demande de convocation est adressée par écrit au président ou introduite en séance et contient les points à inscrire à l'ordre du jour.
Le Comité se réunit au siège de l'Office. Dans des cas exceptionnels, le Comité peut être convoqué à un autre endroit.
Les réunions du Comité se tiennent en présentiel. Toutefois, les membres, les représentants du Collège réuni, les commissaires et, le cas échéant, le fonctionnaire dirigeant des Services du Collège réuni ou son délégué, se trouvant dans l'impossibilité de rejoindre le siège de l'Office peuvent se connecter à distance.
Il se réunit, toutefois, chaque fois que l'exercice de ses missions l'exige.
Le Comité peut également être convoqué sur demande du Collège réuni, du fonctionnaire dirigeant ou de deux membres effectifs ayant voix délibérative sur le point à porter sur l'ordre du jour de la réunion à tenir.
La demande de convocation est adressée par écrit au président ou introduite en séance et contient les points à inscrire à l'ordre du jour.
Le Comité se réunit au siège de l'Office. Dans des cas exceptionnels, le Comité peut être convoqué à un autre endroit.
Les réunions du Comité se tiennent en présentiel. Toutefois, les membres, les représentants du Collège réuni, les commissaires et, le cas échéant, le fonctionnaire dirigeant des Services du Collège réuni ou son délégué, se trouvant dans l'impossibilité de rejoindre le siège de l'Office peuvent se connecter à distance.
Art.2. De leidend ambtenaar in overleg met de voorzitter legt de data van de vergaderingen vast.
Als de bijeenroeping wordt gevraagd ingevolge artikel 1, derde lid, moet de vergadering plaats vinden binnen de vijftien kalenderdagen na de aanvraag, tenzij de aanvrager(s) akkoord is/zijn over een latere datum.
Als de bijeenroeping wordt gevraagd ingevolge artikel 1, derde lid, moet de vergadering plaats vinden binnen de vijftien kalenderdagen na de aanvraag, tenzij de aanvrager(s) akkoord is/zijn over een latere datum.
Art.2. Le fonctionnaire dirigeant, en concertation avec le président, fixe la date des séances.
Lorsque la convocation est demandée en exécution de l'article 1er, alinéa 3, la réunion doit avoir lieu dans les quinze jours calendrier de la demande, sauf accord du ou des demandeur(s) sur une date ultérieure.
Lorsque la convocation est demandée en exécution de l'article 1er, alinéa 3, la réunion doit avoir lieu dans les quinze jours calendrier de la demande, sauf accord du ou des demandeur(s) sur une date ultérieure.
Art.3. De agenda wordt opgesteld door de leidend ambtenaar in overleg met de voorzitter, die met name rekening houdt met de aanvragen van een of meer leden om punten in te schrijven.
Hij wordt samen met alle documenten met betrekking tot de agenda ten minste vijf kalenderdagen voor de datum van de vergadering verstuurd naar de leden.
De vertegenwoordigers van het Verenigd College, de commissarissen en de leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of zijn of haar afgevaardigde ontvangen steeds de agenda en de bijhorende documenten en worden uitgenodigd voor alle vergaderingen van het Comité.
Hij wordt samen met alle documenten met betrekking tot de agenda ten minste vijf kalenderdagen voor de datum van de vergadering verstuurd naar de leden.
De vertegenwoordigers van het Verenigd College, de commissarissen en de leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of zijn of haar afgevaardigde ontvangen steeds de agenda en de bijhorende documenten en worden uitgenodigd voor alle vergaderingen van het Comité.
Art.3. L'ordre du jour est établi par le fonctionnaire dirigeant, en concertation avec le président, compte tenu, notamment, de demandes d'inscription de points formulées par un ou plusieurs membres.
Il est envoyé aux membres, ainsi que tous les documents se rapportant à l'ordre du jour, au moins cinq jours calendrier avant la date de la réunion.
Les représentants du Collège réuni, les commissaires et le fonctionnaire dirigeant des Services du Collège réuni ou son délégué reçoivent systématiquement l'ordre du jour et les documents se rapportant à celui-ci et sont invités à toutes les réunions du Comité.
Il est envoyé aux membres, ainsi que tous les documents se rapportant à l'ordre du jour, au moins cinq jours calendrier avant la date de la réunion.
Les représentants du Collège réuni, les commissaires et le fonctionnaire dirigeant des Services du Collège réuni ou son délégué reçoivent systématiquement l'ordre du jour et les documents se rapportant à celui-ci et sont invités à toutes les réunions du Comité.
Art.4. Enkel de geagendeerde punten kunnen besproken worden. Het Comité kan echter unaniem tijdens de vergadering beslissen om een ander punt dat niet op de agenda staat te bespreken.
De bespreking van een agendapunt wordt uitgesteld naar de volgende vergadering als de voorzitter, een commissaris, de leidend ambtenaar of ten minste twee leden, met stemrecht over het punt, dat vragen, tijdens de vergadering of schriftelijk vóór de vergadering.
De bespreking van een punt kan echter slechts tweemaal worden uitgesteld of verschoven naar een latere of onbepaalde datum met akkoord van het Comité. Bij een dringende bijeenroeping kan het uitstel enkel unaniem door de aanwezige leden worden uitgesproken.
De bespreking van een agendapunt wordt uitgesteld naar de volgende vergadering als de voorzitter, een commissaris, de leidend ambtenaar of ten minste twee leden, met stemrecht over het punt, dat vragen, tijdens de vergadering of schriftelijk vóór de vergadering.
De bespreking van een punt kan echter slechts tweemaal worden uitgesteld of verschoven naar een latere of onbepaalde datum met akkoord van het Comité. Bij een dringende bijeenroeping kan het uitstel enkel unaniem door de aanwezige leden worden uitgesproken.
Art.4. Seules les questions inscrites à l'ordre du jour peuvent être examinées. Toutefois, le Comité, à l'unanimité, peut décider d'examiner séance tenante toute autre question ne figurant pas à l'ordre du jour.
L'examen d'une question inscrite à l'ordre du jour est ajourné à la réunion suivante lorsque le président, un commissaire, le fonctionnaire dirigeant ou deux membres au moins, ayant voix délibérative sur le point à reporter, le demandent, en séance ou par écrit avant la réunion.
L'examen d'une question ne peut toutefois être ajourné à deux reprises ou être renvoyé à une date ultérieure ou indéterminée qu'avec l'accord du Comité. En cas de convocation d'urgence, l'ajournement ne peut être prononcé qu'à l'unanimité des membres présents.
L'examen d'une question inscrite à l'ordre du jour est ajourné à la réunion suivante lorsque le président, un commissaire, le fonctionnaire dirigeant ou deux membres au moins, ayant voix délibérative sur le point à reporter, le demandent, en séance ou par écrit avant la réunion.
L'examen d'une question ne peut toutefois être ajourné à deux reprises ou être renvoyé à une date ultérieure ou indéterminée qu'avec l'accord du Comité. En cas de convocation d'urgence, l'ajournement ne peut être prononcé qu'à l'unanimité des membres présents.
Art.5. Als de voorzitter verhinderd is, worden de hem door dit hoofdstuk toegekende voorrechten uitgeoefend door de ondervoorzitter, of als die ook verhinderd is, door de leidend ambtenaar.
Art.5. Lorsque le président est empêché, les prérogatives qui lui sont attribuées par le présent chapitre sont exercées par le vice-président ou, en cas d'empêchement concomitant de ce dernier, par le fonctionnaire dirigeant.
HOOFDSTUK 2. - Quorum, beraadslagingen en beslissingen, adviezen of voorstellen
CHAPITRE 2. - Quorum, délibérations et prise de décisions, avis ou propositions
Art.6. Tijdens de vergadering is een beraadslaging van het Comité over een agendapunt maar geldig als ten minste de helft van de leden van elke bank met stemrecht over het punt aanwezig is, ofwel op de zetel van de Dienst, ofwel via een verbinding op afstand.
Het vast lid dat niet aanwezig kan zijn op een vergadering, ofwel op de zetel van de Dienst, ofwel via een verbinding op afstand, kan zich laten vervangen door een plaatsvervangend lid dat tot dezelfde bank behoort. Hij geeft de naam van zijn of haar vervanger door aan het secretariaat van het Comité en de andere leden die tot dezelfde bank behoren.
Een door de leden ondertekende aanwezigheidslijst en/of de aanwezigheden die de Dienst optekende van de leden die via een verbinding op afstand deelnemen aan de vergadering, geeft aan dat het vereiste quorum bereikt is.
Als dat quorum niet bereikt is, kan het Comité toch de punten op de agenda bespreken, maar zal het geen beraadslaging vormen waarbij een beslissing kan worden genomen.
Het vast lid dat niet aanwezig kan zijn op een vergadering, ofwel op de zetel van de Dienst, ofwel via een verbinding op afstand, kan zich laten vervangen door een plaatsvervangend lid dat tot dezelfde bank behoort. Hij geeft de naam van zijn of haar vervanger door aan het secretariaat van het Comité en de andere leden die tot dezelfde bank behoren.
Een door de leden ondertekende aanwezigheidslijst en/of de aanwezigheden die de Dienst optekende van de leden die via een verbinding op afstand deelnemen aan de vergadering, geeft aan dat het vereiste quorum bereikt is.
Als dat quorum niet bereikt is, kan het Comité toch de punten op de agenda bespreken, maar zal het geen beraadslaging vormen waarbij een beslissing kan worden genomen.
Art.6. En séance, le Comité ne délibère valablement sur un point de l'ordre du jour que si la moitié au moins des membres de chaque banc, ayant voix délibérative sur ce point, est présente, soit au siège de l'Office, soit via une connexion à distance.
Le membre effectif qui ne peut être présent à une séance, soit au siège de l'Office, soit via une connexion à distance, peut se faire remplacer par un membre suppléant appartenant au même banc. Il communique au secrétariat du Comité et aux autres membres appartenant au même banc le nom de son/sa remplaçant/e.
Une liste de présence signée par les membres et/ou les présences relevées l'Office pour les membres participant à la séance via une connexion à distance atteste(nt) que le quorum requis est atteint.
Lorsque ce quorum n'est pas atteint, le Comité peut cependant examiner les questions portées à l'ordre du jour mais il ne s'agira pas d'une délibération pouvant donner lieu à une prise de décision.
Le membre effectif qui ne peut être présent à une séance, soit au siège de l'Office, soit via une connexion à distance, peut se faire remplacer par un membre suppléant appartenant au même banc. Il communique au secrétariat du Comité et aux autres membres appartenant au même banc le nom de son/sa remplaçant/e.
Une liste de présence signée par les membres et/ou les présences relevées l'Office pour les membres participant à la séance via une connexion à distance atteste(nt) que le quorum requis est atteint.
Lorsque ce quorum n'est pas atteint, le Comité peut cependant examiner les questions portées à l'ordre du jour mais il ne s'agira pas d'une délibération pouvant donner lieu à une prise de décision.
Art.7. Tijdens de vergadering wordt er gestemd:
- met handopsteking;
- met geheime stemming als drie stemgerechtigde leden dat vragen.
- met handopsteking;
- met geheime stemming als drie stemgerechtigde leden dat vragen.
Art.7. En séance, le vote est exprimé :
- à main levée ;
- au scrutin secret lorsque trois membres ayant voix délibérative le demandent.
- à main levée ;
- au scrutin secret lorsque trois membres ayant voix délibérative le demandent.
Art.8. 1. Wanneer op een vergadering het quorum voor een agendapunt niet wordt bereikt binnen een bank met stemrecht, kan de voorzitter beslissen dat voor dit punt een elektronische beraadslaging wordt gehouden voor de banken met stemrecht.
De stemming gebeurt per e-mail, binnen de termijn vastgelegd in het door het secretariaat verzonden verzoek tot elektronische beraadslaging. Het lid dat niet binnen de vastgestelde termijn antwoordt, wordt geacht per e-mail een geldige stem te hebben uitgebracht ten gunste van de besproken beraadslaging. De leden die hun stem al tijdens de vergadering hebben uitgebracht, kunnen niet meer stemmen in het kader van de elektronische procedure. De per e-mail uitgebrachte stemmen en de stemmen die tijdens de vergadering zijn uitgebracht, worden opgeteld.
Wanneer ten minste de helft van de leden van elke bank met stemrecht heeft gestemd, ofwel tijdens de vergadering, ofwel tijdens de elektronische beraadslaging, wordt er door het secretariaat akte genomen van het globale resultaat van de stemming en wordt dit per e-mail aan alle leden meegedeeld.
2. Bij hoogdringendheid vastgesteld door de leidend ambtenaar, wordt er een elektronische stemming georganiseerd als het Comité niet op tijd kan vergaderen.
Hiertoe wordt per e-mail een voorbereidend document met een voorstel tot beslissing gestuurd naar de leden.
De stemgerechtigde leden brengen per e-mail hun stem uit over dit voorstel, binnen de termijn die in het verzoek om elektronische beraadslaging is vastgesteld. Het lid dat niet binnen de vastgestelde termijn antwoordt, wordt geacht per e-mail een geldige stem te hebben uitgebracht ten gunste van de besproken beraadslaging. Elk lid kan de volledige organisatie vertegenwoordigen.
Die stemming is geldig als ten minste de helft van de leden van elke bank met stemrecht over het punt waarop de elektronische beraadslaging betrekking heeft zich per kerende e-mail heeft uitgesproken.
Het globale resultaat van de elektronische stemming wordt per e-mail aan alle leden meegedeeld.
De stemming gebeurt per e-mail, binnen de termijn vastgelegd in het door het secretariaat verzonden verzoek tot elektronische beraadslaging. Het lid dat niet binnen de vastgestelde termijn antwoordt, wordt geacht per e-mail een geldige stem te hebben uitgebracht ten gunste van de besproken beraadslaging. De leden die hun stem al tijdens de vergadering hebben uitgebracht, kunnen niet meer stemmen in het kader van de elektronische procedure. De per e-mail uitgebrachte stemmen en de stemmen die tijdens de vergadering zijn uitgebracht, worden opgeteld.
Wanneer ten minste de helft van de leden van elke bank met stemrecht heeft gestemd, ofwel tijdens de vergadering, ofwel tijdens de elektronische beraadslaging, wordt er door het secretariaat akte genomen van het globale resultaat van de stemming en wordt dit per e-mail aan alle leden meegedeeld.
2. Bij hoogdringendheid vastgesteld door de leidend ambtenaar, wordt er een elektronische stemming georganiseerd als het Comité niet op tijd kan vergaderen.
Hiertoe wordt per e-mail een voorbereidend document met een voorstel tot beslissing gestuurd naar de leden.
De stemgerechtigde leden brengen per e-mail hun stem uit over dit voorstel, binnen de termijn die in het verzoek om elektronische beraadslaging is vastgesteld. Het lid dat niet binnen de vastgestelde termijn antwoordt, wordt geacht per e-mail een geldige stem te hebben uitgebracht ten gunste van de besproken beraadslaging. Elk lid kan de volledige organisatie vertegenwoordigen.
Die stemming is geldig als ten minste de helft van de leden van elke bank met stemrecht over het punt waarop de elektronische beraadslaging betrekking heeft zich per kerende e-mail heeft uitgesproken.
Het globale resultaat van de elektronische stemming wordt per e-mail aan alle leden meegedeeld.
Art.8. 1. Lorsque, sur un point de l'ordre du jour, le quorum n'est pas atteint en séance au sein d'un banc ayant voix délibérative, le président peut décider qu'il sera procédé à une délibération électronique sur ledit point à l'égard des bancs ayant voix délibérative.
Le vote est exprimé par mail, dans le délai fixé par la demande de délibération électronique envoyée par le secrétariat. Le membre qui ne répond pas dans le délai fixé est censé avoir exprimé valablement un vote par mail en faveur de la proposition soumise à délibération. Les membres qui ont déjà émis leur vote pendant la séance ne peuvent plus voter dans le cadre de la procédure électronique. Seront additionnés les votes exprimés par mail et les votes émis en séance.
Lorsque, la moitié au moins des membres de chaque banc, ayant voix délibérative, a voté, que ce soit en séance ou lors de la délibération électronique, le résultat global du vote est acté par le secrétariat et est communiqué à l'ensemble des membres par courriel.
2. En cas d'extrême urgence constatée par le fonctionnaire dirigeant, lorsque le Comité ne pourra se réunir en temps opportun, un vote est organisé par voie électronique.
A cette fin, un document préparatoire formulant une proposition de décision, est envoyé par courriel aux membres.
Les membres ayant voix délibérative s'expriment sur cette proposition, par courriel en réponse, dans le délai fixé par la demande de délibération électronique. Le membre qui ne répond pas dans le délai fixé est censé avoir exprimé valablement un vote par mail en faveur de la proposition soumise à délibération. Chaque membre peut engager l'ensemble de l'organisation qu'il représente.
Ce vote est valide pour autant que la moitié au moins des membres de chaque banc, ayant voix délibérative sur le point faisant l'objet de la délibération électronique, se soit prononcée par courriel en réponse.
Le résultat global du vote électronique est communiqué à l'ensemble des membres par courriel.
Le vote est exprimé par mail, dans le délai fixé par la demande de délibération électronique envoyée par le secrétariat. Le membre qui ne répond pas dans le délai fixé est censé avoir exprimé valablement un vote par mail en faveur de la proposition soumise à délibération. Les membres qui ont déjà émis leur vote pendant la séance ne peuvent plus voter dans le cadre de la procédure électronique. Seront additionnés les votes exprimés par mail et les votes émis en séance.
Lorsque, la moitié au moins des membres de chaque banc, ayant voix délibérative, a voté, que ce soit en séance ou lors de la délibération électronique, le résultat global du vote est acté par le secrétariat et est communiqué à l'ensemble des membres par courriel.
2. En cas d'extrême urgence constatée par le fonctionnaire dirigeant, lorsque le Comité ne pourra se réunir en temps opportun, un vote est organisé par voie électronique.
A cette fin, un document préparatoire formulant une proposition de décision, est envoyé par courriel aux membres.
Les membres ayant voix délibérative s'expriment sur cette proposition, par courriel en réponse, dans le délai fixé par la demande de délibération électronique. Le membre qui ne répond pas dans le délai fixé est censé avoir exprimé valablement un vote par mail en faveur de la proposition soumise à délibération. Chaque membre peut engager l'ensemble de l'organisation qu'il représente.
Ce vote est valide pour autant que la moitié au moins des membres de chaque banc, ayant voix délibérative sur le point faisant l'objet de la délibération électronique, se soit prononcée par courriel en réponse.
Le résultat global du vote électronique est communiqué à l'ensemble des membres par courriel.
Art.9. De beslissingen, adviezen of voorstellen van het Comité worden goedgekeurd met absolute meerderheid van de stemmen van de volgende leden, met stemrecht over het behandelde punt:
- de leden aanwezig op de zetel van de Dienst of via een verbinding op afstand en, in voorkomend geval,
- de leden die via een elektronische beraadslaging hun stem uitbrachten in toepassing van artikel 8.
Met onthoudingen wordt geen rekening gehouden.
Overeenkomstig artikel 10, § 2, derde lid, van de ordonnantie maken de stemmen van de vertegenwoordigers van het Verenigd College die aanwezig zijn op de zetel van de Dienst of via een verbinding op afstand en die, in voorkomend geval, hebben gestemd tijdens een elektronische beraadslaging in toepassing van artikel 8, deel uit van de in het eerste lid bedoelde absolute meerderheid.
De stemming heeft betrekking op het gehele punt. Tijdens de vergadering wordt er op vraag van een lid gestemd over alle elementen die het punt telt.
Tijdens de vergadering kan elk lid dat zich bij de stemming onthoudt na de stemming in de notulen de redenen laten opnemen waarom hij verkoos om niet aan de stemming deel te nemen.
De voorzitter en de ondervoorzitter van het Comité nemen niet deel aan de stemming. Ze hebben een adviserende stem.
Het lid dat fungeert als voorzitter van de vergadering krachtens artikel 11, eerste lid, behoudt zijn stemgerechtigde status.
Elk lid moet uit eigen beweging aan het Algemeen beheerscomité de mogelijk rechtstreekse of onrechtstreekse belangenconflicten die op hem of haar betrekking hebben melden overeenkomstig artikel 9, § 7, tweede lid, van de ordonnantie. Het lid stelt het Comité hiervan in kennis, hetzij aan het begin van de vergadering, hetzij vóór het begin van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde beraadslagingen of de in artikel 6, vierde lid, bedoelde besprekingen.
- de leden aanwezig op de zetel van de Dienst of via een verbinding op afstand en, in voorkomend geval,
- de leden die via een elektronische beraadslaging hun stem uitbrachten in toepassing van artikel 8.
Met onthoudingen wordt geen rekening gehouden.
Overeenkomstig artikel 10, § 2, derde lid, van de ordonnantie maken de stemmen van de vertegenwoordigers van het Verenigd College die aanwezig zijn op de zetel van de Dienst of via een verbinding op afstand en die, in voorkomend geval, hebben gestemd tijdens een elektronische beraadslaging in toepassing van artikel 8, deel uit van de in het eerste lid bedoelde absolute meerderheid.
De stemming heeft betrekking op het gehele punt. Tijdens de vergadering wordt er op vraag van een lid gestemd over alle elementen die het punt telt.
Tijdens de vergadering kan elk lid dat zich bij de stemming onthoudt na de stemming in de notulen de redenen laten opnemen waarom hij verkoos om niet aan de stemming deel te nemen.
De voorzitter en de ondervoorzitter van het Comité nemen niet deel aan de stemming. Ze hebben een adviserende stem.
Het lid dat fungeert als voorzitter van de vergadering krachtens artikel 11, eerste lid, behoudt zijn stemgerechtigde status.
Elk lid moet uit eigen beweging aan het Algemeen beheerscomité de mogelijk rechtstreekse of onrechtstreekse belangenconflicten die op hem of haar betrekking hebben melden overeenkomstig artikel 9, § 7, tweede lid, van de ordonnantie. Het lid stelt het Comité hiervan in kennis, hetzij aan het begin van de vergadering, hetzij vóór het begin van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde beraadslagingen of de in artikel 6, vierde lid, bedoelde besprekingen.
Art.9. Les décisions, avis ou propositions du Comité sont adoptés à la majorité absolue des voix émises par les membres, ayant voix délibérative sur le point traité, suivants :
- les membres présents au siège de l'Office ou via une connexion à distance et, le cas échéant,
- les membres qui ont voté lors d'une délibération électronique en application de l'article 8.
Les abstentions n'entrent pas en ligne de compte.
Conformément à l'article 10, § 2, alinéa 3, de l'ordonnance, participent à la majorité absolue visée à l'alinéa 1er, les voix des représentants du Collège réuni présents au siège de l'Office ou via une connexion à distance et, le cas échéant, qui ont voté lors d'une délibération électronique en application de l'article 8.
Le vote porte sur l'ensemble de la question. En séance, à la demande d'un membre, un vote intervient sur chacun des éléments qu'elle comporte.
En séance, tout membre qui s'abstient au vote peut, après le vote, faire consigner au procès-verbal les motifs qui l'ont incité à ne pas y prendre part.
Le président et le vice-président du Comité ne prennent pas part au vote. Ils ont voix consultative.
Le membre intervenant comme président de séance conformément à l'article 11, alinéa 1er, conserve la voix délibérative qu'il détient.
Chaque membre doit faire spontanément état au Comité général de gestion des conflits d'intérêts directs ou indirects potentiels le concernant, conformément à l'article 9, § 7, alinéa 2, de l'ordonnance. Il doit en avertir le Comité, soit en début de séance, soit avant le début des délibérations visées à l'article 6, alinéa 1er, ou des discussions visées à l'article 6, alinéa 4.
- les membres présents au siège de l'Office ou via une connexion à distance et, le cas échéant,
- les membres qui ont voté lors d'une délibération électronique en application de l'article 8.
Les abstentions n'entrent pas en ligne de compte.
Conformément à l'article 10, § 2, alinéa 3, de l'ordonnance, participent à la majorité absolue visée à l'alinéa 1er, les voix des représentants du Collège réuni présents au siège de l'Office ou via une connexion à distance et, le cas échéant, qui ont voté lors d'une délibération électronique en application de l'article 8.
Le vote porte sur l'ensemble de la question. En séance, à la demande d'un membre, un vote intervient sur chacun des éléments qu'elle comporte.
En séance, tout membre qui s'abstient au vote peut, après le vote, faire consigner au procès-verbal les motifs qui l'ont incité à ne pas y prendre part.
Le président et le vice-président du Comité ne prennent pas part au vote. Ils ont voix consultative.
Le membre intervenant comme président de séance conformément à l'article 11, alinéa 1er, conserve la voix délibérative qu'il détient.
Chaque membre doit faire spontanément état au Comité général de gestion des conflits d'intérêts directs ou indirects potentiels le concernant, conformément à l'article 9, § 7, alinéa 2, de l'ordonnance. Il doit en avertir le Comité, soit en début de séance, soit avant le début des délibérations visées à l'article 6, alinéa 1er, ou des discussions visées à l'article 6, alinéa 4.
Art.10. Als het vereiste quorum is bereikt, maar er geen meerderheid is gevonden, wordt de beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.
Art.10. Lorsque le quorum nécessaire est acquis, mais qu'aucune majorité n'est atteinte, la décision est reportée à la séance suivante.
HOOFDSTUK 3. - Organisatie
CHAPITRE 3. - Organisation
Art.11. Het Comité wijst drie voorzitters van vergaderingen aan. Als de voorzitter en de ondervoorzitter verhinderd zijn, wordt de vergadering bij beurtrol voorgezeten door een van de aanwezige voorzitters van vergaderingen.
De leidend ambtenaar is rapporteur.
De vergaderingen van het Comité zijn niet openbaar. De aan het Comité voorgelegde documenten en de notulen zijn vertrouwelijk.
De voorzitter opent de vergaderingen, schort ze op en sluit ze; hij leidt de discussies, geeft het woord en neemt het af, zorgt voor de orde tijdens de vergaderingen, ziet toe op de naleving van het huishoudelijk reglement en, zo nodig, op de mondelinge vertaling van de discussies.
De leidend ambtenaar is rapporteur.
De vergaderingen van het Comité zijn niet openbaar. De aan het Comité voorgelegde documenten en de notulen zijn vertrouwelijk.
De voorzitter opent de vergaderingen, schort ze op en sluit ze; hij leidt de discussies, geeft het woord en neemt het af, zorgt voor de orde tijdens de vergaderingen, ziet toe op de naleving van het huishoudelijk reglement en, zo nodig, op de mondelinge vertaling van de discussies.
Art.11. Le Comité désigne en son sein trois présidents de séance. En cas d'empêchement du président et du vice-président, la séance est, à tour de rôle, présidée par l'un des présidents de séance présents.
Le fonctionnaire dirigeant est rapporteur.
Les séances du Comité ne sont pas publiques. Les documents soumis au Comité et les procès-verbaux sont confidentiels.
Le président ouvre, suspend et clôt les séances; il dirige les débats, accorde et retire la parole, assure l'ordre des séances, fait observer le règlement d'ordre intérieur et fait assurer, le cas échéant, la traduction orale des débats.
Le fonctionnaire dirigeant est rapporteur.
Les séances du Comité ne sont pas publiques. Les documents soumis au Comité et les procès-verbaux sont confidentiels.
Le président ouvre, suspend et clôt les séances; il dirige les débats, accorde et retire la parole, assure l'ordre des séances, fait observer le règlement d'ordre intérieur et fait assurer, le cas échéant, la traduction orale des débats.
Art.12. De secretaris die het Comité aanwees uit het personeel van de Dienst, stelt de notulen op.
Hij doet het relaas van de discussies en vermeldt de beslissingen en het resultaat van de stemmingen.
De notulen worden voor goedkeuring voorgelegd aan het Comité op de volgende vergadering.
Elk lid, vertegenwoordiger van de regering of commissaris kan opmerkingen formuleren in verband met de tekst van de notulen. Als de opmerking door het Comité wordt aanvaard, vermeldt de secretaris die in de notulen van de vergadering waarin de opmerking werd gemaakt.
Hij doet het relaas van de discussies en vermeldt de beslissingen en het resultaat van de stemmingen.
De notulen worden voor goedkeuring voorgelegd aan het Comité op de volgende vergadering.
Elk lid, vertegenwoordiger van de regering of commissaris kan opmerkingen formuleren in verband met de tekst van de notulen. Als de opmerking door het Comité wordt aanvaard, vermeldt de secretaris die in de notulen van de vergadering waarin de opmerking werd gemaakt.
Art.12. Le secrétaire désigné par le Comité parmi le personnel de l'Office rédige le procès-verbal.
Celui-ci relate les débats et mentionne les décisions prises ainsi que le résultat des votes.
Le procès-verbal est soumis à l'approbation du Comité au cours de la séance suivante.
Tout membre, représentant du gouvernement ou commissaire peut présenter des observations relatives à la rédaction du procès-verbal. Si l'observation est retenue par le Comité, le secrétaire en fait mention dans le procès-verbal de la séance au cours de laquelle l'observation a été formulée.
Celui-ci relate les débats et mentionne les décisions prises ainsi que le résultat des votes.
Le procès-verbal est soumis à l'approbation du Comité au cours de la séance suivante.
Tout membre, représentant du gouvernement ou commissaire peut présenter des observations relatives à la rédaction du procès-verbal. Si l'observation est retenue par le Comité, le secrétaire en fait mention dans le procès-verbal de la séance au cours de laquelle l'observation a été formulée.
HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van derden en oprichting van werkgroepen
CHAPITRE 4. - Consultation de tiers et création de groupes de travail
Art.13. Op beslissing van het Comité kan de voorzitter personen met een specifieke competentie raadplegen om bijzondere aangelegenheden te onderzoeken.
Elk lid kan zich laten bijstaan door een technicus naar keuze, op voorwaarde van toestemming door de voorzitter, minstens drie dagen voor de vergadering, betreffende een punt van de agenda waarvoor hij stemgerechtigd is.
De geraadpleegde personen, door toepassing van leden 1 en 2, mogen de stemming niet bijwonen.
Geen enkel personeelslid van de Dienst mag gekozen worden als technicus.
Elk lid kan zich laten bijstaan door een technicus naar keuze, op voorwaarde van toestemming door de voorzitter, minstens drie dagen voor de vergadering, betreffende een punt van de agenda waarvoor hij stemgerechtigd is.
De geraadpleegde personen, door toepassing van leden 1 en 2, mogen de stemming niet bijwonen.
Geen enkel personeelslid van de Dienst mag gekozen worden als technicus.
Art.13. Le président du Comité, sur décision de celui-ci, peut appeler en consultation, pour l'examen de questions particulières, des personnes spécialement compétentes.
Chaque membre peut se faire assister par un technicien de son choix, à condition d'en avoir été autorisé par le président, au moins trois jours avant la réunion, sur un point de l'ordre du jour à l'égard duquel il dispose d'une voix délibérative.
Les personnes consultées en application des alinéas 1er et 2, ne peuvent assister aux votes.
Aucun membre du personnel de l'Office ne peut être choisi comme technicien.
Chaque membre peut se faire assister par un technicien de son choix, à condition d'en avoir été autorisé par le président, au moins trois jours avant la réunion, sur un point de l'ordre du jour à l'égard duquel il dispose d'une voix délibérative.
Les personnes consultées en application des alinéas 1er et 2, ne peuvent assister aux votes.
Aucun membre du personnel de l'Office ne peut être choisi comme technicien.
Art. 13/1. Overeenkomstig artikel 13, 3°, van de ordonnantie, kan het Comité specifieke werkgroepen in zijn schoot oprichten.
Het wijst de leden van deze werkgroepen aan, bepaalt hun opdrachten en keurt hun huishoudelijk reglement goed.
Bij de samenstelling van de werkgroepen waakt het Comité erover dat hoogstens twee derden van de vaste leden behoren tot dezelfde taalgroep als de grootste taalgroep in het Comité. Het andere deel moet behoren tot de kleinste taalgroep van datzelfde Comité.
Het aantal vaste leden van de grootste taalgroep dat op deze manier wordt berekend, wordt, in voorkomend geval, naar boven afgerond. Als het aantal wordt afgerond, behoort het aantal leden dat overblijft tot de kleinste taalgroep.
De taalrol wordt bepaald door de taal van de identiteitskaart of door de taal van het diploma van het betrokken lid.
De werkgroepen kunnen bestaan uit leden van binnen of buiten de Dienst.
Overeenkomstig de bepalingen van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 juni 2024 tot vaststelling van de vergoedingen van de leden van de werkgroepen bedoeld in artikel 13, 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, kan het Comité uitdrukkelijk bepalen dat de leden van een werkgroep van buiten de Dienst, vergoedingen kunnen ontvangen. Het Comité moet hiervoor uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven in het besluit tot oprichting van de werkgroep.
Het wijst de leden van deze werkgroepen aan, bepaalt hun opdrachten en keurt hun huishoudelijk reglement goed.
Bij de samenstelling van de werkgroepen waakt het Comité erover dat hoogstens twee derden van de vaste leden behoren tot dezelfde taalgroep als de grootste taalgroep in het Comité. Het andere deel moet behoren tot de kleinste taalgroep van datzelfde Comité.
Het aantal vaste leden van de grootste taalgroep dat op deze manier wordt berekend, wordt, in voorkomend geval, naar boven afgerond. Als het aantal wordt afgerond, behoort het aantal leden dat overblijft tot de kleinste taalgroep.
De taalrol wordt bepaald door de taal van de identiteitskaart of door de taal van het diploma van het betrokken lid.
De werkgroepen kunnen bestaan uit leden van binnen of buiten de Dienst.
Overeenkomstig de bepalingen van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 juni 2024 tot vaststelling van de vergoedingen van de leden van de werkgroepen bedoeld in artikel 13, 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, kan het Comité uitdrukkelijk bepalen dat de leden van een werkgroep van buiten de Dienst, vergoedingen kunnen ontvangen. Het Comité moet hiervoor uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven in het besluit tot oprichting van de werkgroep.
Art. 13/1. Conformément à l'article 13, 3°, de l'ordonnance, le Comité peut créer des groupes de travail spécifiques en son sein.
Il désigne les membres de ces groupes de travail, détermine leurs missions et approuve leur règlement d'ordre intérieur.
Lors de la composition des groupes de travail, le Comité veille à ce qu'au maximum deux tiers des membres effectifs appartienne au même groupe linguistique que le groupe linguistique le plus nombreux au Comité. L'autre partie des membres effectifs doit appartenir au groupe linguistique le moins nombreux de ce même Comité.
Le nombre de membres effectifs du groupe linguistique le plus nombreux ainsi calculé est, le cas échéant, arrondi à l'unité supérieure. En cas d'arrondi, le nombre restant de membres appartient au groupe linguistique le moins nombreux.
Le groupe linguistique est déterminé sur base de la langue de la carte d'identité ou du diplôme du membre concerné.
Les groupes de travail peuvent comprendre des membres internes ou externes à l'Office.
Conformément aux dispositions de l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 20 juin 2024 fixant les indemnités pouvant être allouées aux membres des groupes de travail visés à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, le Comité peut prévoir expressément que les membres d'un groupe de travail, externes à l'Office, peuvent recevoir des indemnités. Le Comité doit l'avoir autorisé expressément dans la décision par laquelle il crée ce groupe de travail.
Il désigne les membres de ces groupes de travail, détermine leurs missions et approuve leur règlement d'ordre intérieur.
Lors de la composition des groupes de travail, le Comité veille à ce qu'au maximum deux tiers des membres effectifs appartienne au même groupe linguistique que le groupe linguistique le plus nombreux au Comité. L'autre partie des membres effectifs doit appartenir au groupe linguistique le moins nombreux de ce même Comité.
Le nombre de membres effectifs du groupe linguistique le plus nombreux ainsi calculé est, le cas échéant, arrondi à l'unité supérieure. En cas d'arrondi, le nombre restant de membres appartient au groupe linguistique le moins nombreux.
Le groupe linguistique est déterminé sur base de la langue de la carte d'identité ou du diplôme du membre concerné.
Les groupes de travail peuvent comprendre des membres internes ou externes à l'Office.
Conformément aux dispositions de l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 20 juin 2024 fixant les indemnités pouvant être allouées aux membres des groupes de travail visés à l'article 13, 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, le Comité peut prévoir expressément que les membres d'un groupe de travail, externes à l'Office, peuvent recevoir des indemnités. Le Comité doit l'avoir autorisé expressément dans la décision par laquelle il crée ce groupe de travail.
HOOFDSTUK 5. - Handelingen van dagelijks beheer zoals als dusdanig bepaald door het Comité
CHAPITRE 5. - Actes de gestion journalière définis comme tels par le Comité
Art.14. De aan de leidend ambtenaar toevertrouwde machten van dagelijks beheer omvatten alle handelingen die doorgaans noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de opdrachten aan de Dienst toegekend bij ordonnantie van de Verenigde Vergadering of bij uitvoeringsbesluit van het Verenigd College, evenals krachtens de beheersovereenkomst, in overeenstemming met de richtlijnen uitgevaardigd door het Comité.
De leidend ambtenaar stelt alle handelingen nodig voor het uitvoeren van de beslissingen van het Comité (met inbegrip van de ondertekening en kennisgeving van deze besluiten) en voor de goede werking van de diensten
Die handelingen omvatten met name:
1. Omzendbrieven, onderrichtingen en de briefwisseling van de Dienst ondertekenen;
2. Alle brieven, aangetekende brieven of e-mails gericht aan de Dienst ontvangen;
3. Over de vragen om betaling van voordelen toegekend door de Dienst beslissen, evenals over het behoud, de opschorting, de intrekking of de terugvordering van die voordelen;
4. Financiële rekeningen openen en sluiten;
5. Betaaltitels opmaken en tekenen, en meer in het algemeen, alle verrichtingen met de financiële instellingen waarmee de Dienst samenwerkt onderhandelen en uitvoeren;
6. Alle aan de Dienst gestorte sommen ontvangen en ter kwijting registreren;
7. De ter beschikking van de Dienst gestelde fondsen verdelen onder de zorgverstrekkers en in dit verband de verhoudingen tussen de Dienst en die verstrekkers verzekeren;
8. Alle nodige maatregelen nemen om voorlopig beschikbare fondsen te plaatsen;
9. Aan de bevoegde overheden alle communicatie of inlichtingen bezorgen nodig in het kader van de opdrachten aan de Dienst toegekend bij ordonnantie van de Verenigde Vergadering of bij uitvoeringsbesluit van het Verenigd College, evenals krachtens de beheersovereenkomst, behalve de wettelijk door het Comité op te stellen documenten;
10. In het kader van het dagelijks beheer alle handelingen stellen, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, met het oog op de verdediging van de belangen van de Dienst en het ontvangen en terugvorderen van sommen verschuldigd aan de Dienst en met name:
a. in naam van de Dienst handelen voor de rechtbanken, als eiser en als verdediger; hiertoe dagvaarden, beroep aantekenen, in cassatie gaan of instemmen;
b. met de debiteurs van de Dienst akkoorden afsluiten met het oog op het uitvoeren van vonnissen uitgesproken in zijn voordeel;
c. via alle rechtsmiddelen de vonnissen uitgesproken in het voordeel van de Dienst uitvoeren, verschijnen voor de procedurehandelingen door in te stemmen of te betwisten, opheffing verlenen van die uitvoeringen;
d. bij faillissement van zijn debiteurs schuldvorderingen van de Dienst opmaken;
11. De gerechtelijke beslissingen tot veroordeling van de Dienst uitvoeren;
12. In naam van de Dienst handelen, als eiser en als verdediger, voor de Raad van State;
13. Onverminderd de bepalingen van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 6 december 2018 houdende regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuele personeelsleden van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, het contractueel personeel aanwerven, leiden en ontslaan;
14. Alle uitgaven bepaald in de begroting van de Dienst vastleggen, goedkeuren en betalen;
15. In dringende gevallen en te bewarende titel alle maatregelen nemen voor de goede werking en de vrijwaring van de rechten en belangen van de Dienst;
16. Onder het bedrag van 144.000 EUR, Europese drempel voor de bekendmaking met betrekking tot overheidsopdrachten van leveringen en diensten geplaatst door federale aanbestedende overheden:
a. de gunningswijze van de opdracht kiezen, het bestek opmaken en de procedure aanvatten;
b. de kandidaten voor de opdracht kiezen;
c. de opdracht toekennen.
Dit bedrag evolueert krachtens de geldende regelgeving.
De leidend ambtenaar stelt alle handelingen nodig voor het uitvoeren van de beslissingen van het Comité (met inbegrip van de ondertekening en kennisgeving van deze besluiten) en voor de goede werking van de diensten
Die handelingen omvatten met name:
1. Omzendbrieven, onderrichtingen en de briefwisseling van de Dienst ondertekenen;
2. Alle brieven, aangetekende brieven of e-mails gericht aan de Dienst ontvangen;
3. Over de vragen om betaling van voordelen toegekend door de Dienst beslissen, evenals over het behoud, de opschorting, de intrekking of de terugvordering van die voordelen;
4. Financiële rekeningen openen en sluiten;
5. Betaaltitels opmaken en tekenen, en meer in het algemeen, alle verrichtingen met de financiële instellingen waarmee de Dienst samenwerkt onderhandelen en uitvoeren;
6. Alle aan de Dienst gestorte sommen ontvangen en ter kwijting registreren;
7. De ter beschikking van de Dienst gestelde fondsen verdelen onder de zorgverstrekkers en in dit verband de verhoudingen tussen de Dienst en die verstrekkers verzekeren;
8. Alle nodige maatregelen nemen om voorlopig beschikbare fondsen te plaatsen;
9. Aan de bevoegde overheden alle communicatie of inlichtingen bezorgen nodig in het kader van de opdrachten aan de Dienst toegekend bij ordonnantie van de Verenigde Vergadering of bij uitvoeringsbesluit van het Verenigd College, evenals krachtens de beheersovereenkomst, behalve de wettelijk door het Comité op te stellen documenten;
10. In het kader van het dagelijks beheer alle handelingen stellen, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, met het oog op de verdediging van de belangen van de Dienst en het ontvangen en terugvorderen van sommen verschuldigd aan de Dienst en met name:
a. in naam van de Dienst handelen voor de rechtbanken, als eiser en als verdediger; hiertoe dagvaarden, beroep aantekenen, in cassatie gaan of instemmen;
b. met de debiteurs van de Dienst akkoorden afsluiten met het oog op het uitvoeren van vonnissen uitgesproken in zijn voordeel;
c. via alle rechtsmiddelen de vonnissen uitgesproken in het voordeel van de Dienst uitvoeren, verschijnen voor de procedurehandelingen door in te stemmen of te betwisten, opheffing verlenen van die uitvoeringen;
d. bij faillissement van zijn debiteurs schuldvorderingen van de Dienst opmaken;
11. De gerechtelijke beslissingen tot veroordeling van de Dienst uitvoeren;
12. In naam van de Dienst handelen, als eiser en als verdediger, voor de Raad van State;
13. Onverminderd de bepalingen van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 6 december 2018 houdende regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuele personeelsleden van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, het contractueel personeel aanwerven, leiden en ontslaan;
14. Alle uitgaven bepaald in de begroting van de Dienst vastleggen, goedkeuren en betalen;
15. In dringende gevallen en te bewarende titel alle maatregelen nemen voor de goede werking en de vrijwaring van de rechten en belangen van de Dienst;
16. Onder het bedrag van 144.000 EUR, Europese drempel voor de bekendmaking met betrekking tot overheidsopdrachten van leveringen en diensten geplaatst door federale aanbestedende overheden:
a. de gunningswijze van de opdracht kiezen, het bestek opmaken en de procedure aanvatten;
b. de kandidaten voor de opdracht kiezen;
c. de opdracht toekennen.
Dit bedrag evolueert krachtens de geldende regelgeving.
Art.14. Les pouvoirs de gestion journalière confiés au fonctionnaire dirigeant comportent tous les actes habituellement nécessaires à l'accomplissement des missions imparties à l'Office par ordonnance de l'Assemblée réunie ou arrêté du Collège réuni, ainsi qu'en vertu du contrat de gestion, en conformité avec les directives tracées par le Comité.
Le fonctionnaire dirigeant prend tous les actes nécessités par l'exécution des décisions prises par le Comité (y compris la signature et la notification de ces décisions) et pour la bonne marche des services.
Ces actes sont, notamment :
1. Signer les circulaires, les instructions ainsi que le courrier de l'Office ;
2. Donner décharge de tout pli, lettre recommandée ou courriel adressé à l'Office ;
3. Statuer sur les demandes de paiement des avantages octroyés par l'Office, ainsi que sur le maintien, la suspension, le retrait ou le recouvrement de ces avantages ;
4. Ouvrir et clôturer des comptes financiers ;
5. Etablir et signer les titres de paiement et, d'une manière plus générale, négocier et effectuer toutes les opérations avec les institutions financières avec lesquelles l'Office collabore ;
6. Percevoir toutes sommes versées à l'Office et en donner décharge ;
7. Assurer la répartition, entre les prestataires, des fonds mis à disposition de l'Office et assurer à cet effet les rapports entre l'Office et ces prestataires ;
8. Prendre toutes mesures utiles en vue du placement des fonds provisoirement disponibles ;
9. Adresser aux autorités compétentes toute communication ou tout renseignement exigé dans le cadre des missions imparties à l'Office par ordonnance de l'Assemblée réunie ou arrêté du Collège réuni, ainsi qu'en vertu du contrat de gestion, sauf les documents à établir légalement par le Comité ;
10. Dans le cadre de la gestion journalière, accomplir tout acte, tant judiciaire qu'extrajudiciaire, en vue de la défense des intérêts de l'Office et de la perception et du recouvrement des sommes dues à l'Office et notamment :
a. au nom de l'Office, agir devant les tribunaux tant comme demandeur que défendeur ; à cette fin : assigner, interjeter appel, se pourvoir en cassation ou acquiescer ;
b. conclure avec les débiteurs de l'Office tout accord en vue de l'exécution des jugements rendus à son profit ;
c. exécuter par toute voie de droit, les jugements rendus au profit de l'Office, comparaître aux actes de procédure en acquiesçant ou en contestant, donner mainlevée de ces exécutions ;
d. produire les créances de l'Office en cas de faillite de ses débiteurs ;
11. Exécuter les décisions judiciaires portant condamnation de l'Office ;
12. Agir au nom de l'Office, tant comme demandeur que défendeur, devant le Conseil d'Etat ;
13. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 6 décembre 2018 portant réglementation de la situation administrative et pécuniaire des membres du personnel contractuel de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, engager, diriger et licencier le personnel contractuel ;
14. Engager, approuver et liquider toute dépense prévue au budget de l'Office ;
15. En cas d'urgence et à titre conservatoire, prendre toute mesure quelconque en vue du bon fonctionnement et de la sauvegarde des droits et des intérêts de l'Office ;
16. Sous le montant de 144.000 EUR, seuil européen en matière de publicité à l'égard des marchés publics de fournitures et de services passés par les pouvoirs adjudicateurs fédéraux :
a. choisir le mode d'octroi du marché, établir le cahier des charges et entamer la procédure ;
b. choisir les candidats pour le marché ;
c. attribuer le marché.
Ce montant évolue conformément à la réglementation en vigueur.
Le fonctionnaire dirigeant prend tous les actes nécessités par l'exécution des décisions prises par le Comité (y compris la signature et la notification de ces décisions) et pour la bonne marche des services.
Ces actes sont, notamment :
1. Signer les circulaires, les instructions ainsi que le courrier de l'Office ;
2. Donner décharge de tout pli, lettre recommandée ou courriel adressé à l'Office ;
3. Statuer sur les demandes de paiement des avantages octroyés par l'Office, ainsi que sur le maintien, la suspension, le retrait ou le recouvrement de ces avantages ;
4. Ouvrir et clôturer des comptes financiers ;
5. Etablir et signer les titres de paiement et, d'une manière plus générale, négocier et effectuer toutes les opérations avec les institutions financières avec lesquelles l'Office collabore ;
6. Percevoir toutes sommes versées à l'Office et en donner décharge ;
7. Assurer la répartition, entre les prestataires, des fonds mis à disposition de l'Office et assurer à cet effet les rapports entre l'Office et ces prestataires ;
8. Prendre toutes mesures utiles en vue du placement des fonds provisoirement disponibles ;
9. Adresser aux autorités compétentes toute communication ou tout renseignement exigé dans le cadre des missions imparties à l'Office par ordonnance de l'Assemblée réunie ou arrêté du Collège réuni, ainsi qu'en vertu du contrat de gestion, sauf les documents à établir légalement par le Comité ;
10. Dans le cadre de la gestion journalière, accomplir tout acte, tant judiciaire qu'extrajudiciaire, en vue de la défense des intérêts de l'Office et de la perception et du recouvrement des sommes dues à l'Office et notamment :
a. au nom de l'Office, agir devant les tribunaux tant comme demandeur que défendeur ; à cette fin : assigner, interjeter appel, se pourvoir en cassation ou acquiescer ;
b. conclure avec les débiteurs de l'Office tout accord en vue de l'exécution des jugements rendus à son profit ;
c. exécuter par toute voie de droit, les jugements rendus au profit de l'Office, comparaître aux actes de procédure en acquiesçant ou en contestant, donner mainlevée de ces exécutions ;
d. produire les créances de l'Office en cas de faillite de ses débiteurs ;
11. Exécuter les décisions judiciaires portant condamnation de l'Office ;
12. Agir au nom de l'Office, tant comme demandeur que défendeur, devant le Conseil d'Etat ;
13. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 6 décembre 2018 portant réglementation de la situation administrative et pécuniaire des membres du personnel contractuel de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, engager, diriger et licencier le personnel contractuel ;
14. Engager, approuver et liquider toute dépense prévue au budget de l'Office ;
15. En cas d'urgence et à titre conservatoire, prendre toute mesure quelconque en vue du bon fonctionnement et de la sauvegarde des droits et des intérêts de l'Office ;
16. Sous le montant de 144.000 EUR, seuil européen en matière de publicité à l'égard des marchés publics de fournitures et de services passés par les pouvoirs adjudicateurs fédéraux :
a. choisir le mode d'octroi du marché, établir le cahier des charges et entamer la procédure ;
b. choisir les candidats pour le marché ;
c. attribuer le marché.
Ce montant évolue conformément à la réglementation en vigueur.
HOOFDSTUK 6. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de leidend ambtenaar door het Comité
CHAPITRE 6. - Pouvoirs délégués par le Comité au fonctionnaire dirigeant
Art.15. De bevoegdheden gedelegeerd door het Comité in verband met de volgende materies:
1. Vacant verklaren van betrekkingen toe te wijzen via verandering van rang, door bevordering van rang of toetreding tot een hoger niveau, voor betrekkingen van niveau D, C, B en rangen A1 en A2.
2. Het personeel aanwijzen aan diensten volgens de noden van de diensten, in overeenstemming met het personeelsplan en het organogram van de diensten, behalve voor de medewerkers van rang A3 en de houders van een mandaatfunctie.
3. Op het personeel van de Dienst de geldende bepalingen van de geldelijke en administratieve statuten toepassen.
4. Het personeel beheren, met name de evaluaties, de ontslagen, de terbeschikkingstellingen, de pensioneringen, al dan niet vervroegd, de toekenning van verlof en het telewerk.
5. De aanvragen om opdrachten in het buitenland onderzoeken.
6. Beslissen over het afzien van terugvordering van schulden lager dan 750 EUR en, zonder beperking van bedrag, over voorstellen tot kwijtschelding van schulden van schuldbemiddelaars in het kader van de procedure van collectieve schuldenregeling ingesteld door de wet van 5 juli 1998.
7. Beslissen over alle aanvragen om af te zien van terugvordering van onverschuldigde bedragen omdat die uit sociaal oogpunt niet raadzaam is.
1. Vacant verklaren van betrekkingen toe te wijzen via verandering van rang, door bevordering van rang of toetreding tot een hoger niveau, voor betrekkingen van niveau D, C, B en rangen A1 en A2.
2. Het personeel aanwijzen aan diensten volgens de noden van de diensten, in overeenstemming met het personeelsplan en het organogram van de diensten, behalve voor de medewerkers van rang A3 en de houders van een mandaatfunctie.
3. Op het personeel van de Dienst de geldende bepalingen van de geldelijke en administratieve statuten toepassen.
4. Het personeel beheren, met name de evaluaties, de ontslagen, de terbeschikkingstellingen, de pensioneringen, al dan niet vervroegd, de toekenning van verlof en het telewerk.
5. De aanvragen om opdrachten in het buitenland onderzoeken.
6. Beslissen over het afzien van terugvordering van schulden lager dan 750 EUR en, zonder beperking van bedrag, over voorstellen tot kwijtschelding van schulden van schuldbemiddelaars in het kader van de procedure van collectieve schuldenregeling ingesteld door de wet van 5 juli 1998.
7. Beslissen over alle aanvragen om af te zien van terugvordering van onverschuldigde bedragen omdat die uit sociaal oogpunt niet raadzaam is.
Art.15. Les pouvoirs délégués par le Comité concernent les matières suivantes :
1. Déclarer les vacances d'emplois à conférer par changement de rang, par avancement de rang ou par accession au niveau supérieur, en ce qui concerne les emplois des niveaux D, C, B et des rangs A1 et A2.
2. Affecter le personnel selon les besoins des services, conformément au plan de personnel et à l'organigramme des services, sauf pour les agents de rang A3 et les titulaires d'un mandat.
3. Appliquer au personnel de l'Office, les dispositions des statuts pécuniaire et administratif en vigueur.
4. Gérer le personnel, notamment, les évaluations, les démissions, les mises en disponibilité, les mises à la pension, anticipée ou non, l'octroi de congés et le télétravail.
5. Examiner les demandes de missions à l'étranger.
6. Statuer sur la renonciation au recouvrement de créances inférieures à 750 EUR et, sans limitation de montant, sur les propositions de remises de dettes émanant de médiateurs de dettes dans le cadre de la procédure de règlement collectif de dettes instituée par la loi du 5 juillet 1998.
7. Statuer sur toute demande de renonciation au recouvrement d'indu en raison du caractère socialement contre-indiqué du recouvrement.
1. Déclarer les vacances d'emplois à conférer par changement de rang, par avancement de rang ou par accession au niveau supérieur, en ce qui concerne les emplois des niveaux D, C, B et des rangs A1 et A2.
2. Affecter le personnel selon les besoins des services, conformément au plan de personnel et à l'organigramme des services, sauf pour les agents de rang A3 et les titulaires d'un mandat.
3. Appliquer au personnel de l'Office, les dispositions des statuts pécuniaire et administratif en vigueur.
4. Gérer le personnel, notamment, les évaluations, les démissions, les mises en disponibilité, les mises à la pension, anticipée ou non, l'octroi de congés et le télétravail.
5. Examiner les demandes de missions à l'étranger.
6. Statuer sur la renonciation au recouvrement de créances inférieures à 750 EUR et, sans limitation de montant, sur les propositions de remises de dettes émanant de médiateurs de dettes dans le cadre de la procédure de règlement collectif de dettes instituée par la loi du 5 juillet 1998.
7. Statuer sur toute demande de renonciation au recouvrement d'indu en raison du caractère socialement contre-indiqué du recouvrement.
HOOFDSTUK 7. - Bevoegdheden die kunnen gedelegeerd worden door de leidend ambtenaar aan personeelsleden om de afhandeling van de zaken te vergemakkelijken
CHAPITRE 7. - Pouvoirs pouvant être délégués par le fonctionnaire dirigeant à des membres du personnel, de manière à faciliter l'expédition des affaires
Art.16. § 1. De bevoegdheden bedoeld in artikel 14 kunnen worden gedelegeerd door de leidend ambtenaar, met uitzondering van die bedoeld in de punten 10, a), 12 en 13 van dat artikel, tegen de volgende voorwaarden:
- de delegatie is alleen mogelijk bij gelijktijdige afwezigheid van de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar;
- de gedelegeerde is een mandataris van een graad van rang A 4;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegatie wordt ter kennis van de personeelsleden gebracht.
§ 2. In afwijking van § 1 kunnen de bevoegdheden van dagelijks beheer die worden uitgeoefend in het kader van het personeelsbeheer (human resources), zoals opgenomen in artikel 14, met uitzondering van die bedoeld in punt 10, a), en 12, en op voorwaarde dat het om gebonden bevoegdheden gaat (d.w.z. het nemen van een beslissing zonder beoordelingsbevoegdheid van de gedelegeerde), door de leidend ambtenaar gedelegeerd worden aan personeelsleden onder de volgende voorwaarden:
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat tot de dienst behoort die het personeelsbeheer verzekert;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegaties worden ter kennis van de personeelsleden gebracht.
- de delegatie is alleen mogelijk bij gelijktijdige afwezigheid van de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar;
- de gedelegeerde is een mandataris van een graad van rang A 4;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegatie wordt ter kennis van de personeelsleden gebracht.
§ 2. In afwijking van § 1 kunnen de bevoegdheden van dagelijks beheer die worden uitgeoefend in het kader van het personeelsbeheer (human resources), zoals opgenomen in artikel 14, met uitzondering van die bedoeld in punt 10, a), en 12, en op voorwaarde dat het om gebonden bevoegdheden gaat (d.w.z. het nemen van een beslissing zonder beoordelingsbevoegdheid van de gedelegeerde), door de leidend ambtenaar gedelegeerd worden aan personeelsleden onder de volgende voorwaarden:
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat tot de dienst behoort die het personeelsbeheer verzekert;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegaties worden ter kennis van de personeelsleden gebracht.
Art.16. § 1er. Les pouvoirs visés à l'article 14 peuvent être délégués par le fonctionnaire dirigeant, à l'exception de ceux visés aux points 10, a), 12 et 13 de cet article, aux conditions suivantes :
- la délégation n'est possible qu'en cas d'absence concomitante du fonctionnaire dirigeant et du fonctionnaire dirigeant adjoint ;
- le délégataire est un mandataire de grade de rang A 4 ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- la délégation est portée à la connaissance des membres du personnel.
§ 2. Par dérogation au § 1er, les pouvoirs de gestion journalière mise en oeuvre dans le cadre de la gestion du personnel (ressources humaines) repris à l'article 14, à l'exception de ceux visés aux points 10, a), et 12, et à condition qu'il s'agisse de compétences liées (c'est-à-dire une prise de décision sans pouvoir d'appréciation de la part du délégataire), peuvent être délégués par le fonctionnaire dirigeant à des membres du personnel aux conditions suivantes :
- le délégataire est un membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, faisant partie du service assurant la gestion du personnel ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- les délégations sont portées à la connaissance des membres du personnel.
- la délégation n'est possible qu'en cas d'absence concomitante du fonctionnaire dirigeant et du fonctionnaire dirigeant adjoint ;
- le délégataire est un mandataire de grade de rang A 4 ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- la délégation est portée à la connaissance des membres du personnel.
§ 2. Par dérogation au § 1er, les pouvoirs de gestion journalière mise en oeuvre dans le cadre de la gestion du personnel (ressources humaines) repris à l'article 14, à l'exception de ceux visés aux points 10, a), et 12, et à condition qu'il s'agisse de compétences liées (c'est-à-dire une prise de décision sans pouvoir d'appréciation de la part du délégataire), peuvent être délégués par le fonctionnaire dirigeant à des membres du personnel aux conditions suivantes :
- le délégataire est un membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, faisant partie du service assurant la gestion du personnel ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- les délégations sont portées à la connaissance des membres du personnel.
Art. 16/1. De in artikel 15, 3. en 4., bedoelde bevoegdheden kunnen, op voorwaarde dat het om gebonden bevoegdheden gaat (d.w.z. het nemen van een beslissing zonder beoordelingsbevoegdheid van de gedelegeerde), door de leidend ambtenaar gedelegeerd worden aan personeelsleden onder de volgende voorwaarden:
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat tot de dienst behoort die het personeelsbeheer verzekert;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegaties worden ter kennis van de personeelsleden gebracht.
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat tot de dienst behoort die het personeelsbeheer verzekert;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegaties worden ter kennis van de personeelsleden gebracht.
Art. 16/1. Les pouvoirs visés à l'article 15, 3. et 4., à condition qu'il s'agisse de compétences liées (c'est-à-dire une prise de décision sans pouvoir d'appréciation de la part du délégataire), peuvent être délégués par le fonctionnaire dirigeant à des membres du personnel aux conditions suivantes :
- le délégataire est un membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, faisant partie du service assurant la gestion du personnel ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- les délégations sont portées à la connaissance des membres du personnel.
- le délégataire est un membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, faisant partie du service assurant la gestion du personnel ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- les délégations sont portées à la connaissance des membres du personnel.
HOOFDSTUK 7/1. - Ondertekening van bepaalde stukken en briefwisseling die door de leidend ambtenaar kan worden gedelegeerd
CHAPITRE 7/1. - Signature de certaines pièces et correspondances pouvant être déléguée par le fonctionnaire dirigeant
Art. 16/2. Onverminderd de overeenkomstig de artikelen 16 en 16/1 toegekende bevoegdheidsdelegaties, kan de ondertekening van stukken en briefwisseling in hr-aangelegenheden (personeelsbeheer) door de leidend ambtenaar gedelegeerd worden aan personeelsleden onder de volgende voorwaarden:
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat belast is met de leiding van de dienst die het personeelsbeheer verzekert (human resources);
- de gedelegeerde behoort tot dezelfde taalrol als de leidend ambtenaar;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegatie wordt ter kennis van de personeelsleden gebracht.
- de gedelegeerde is een statutair personeelslid van een graad van rang A 2 of hoger, dat belast is met de leiding van de dienst die het personeelsbeheer verzekert (human resources);
- de gedelegeerde behoort tot dezelfde taalrol als de leidend ambtenaar;
- de gedelegeerde wordt nominatief aangewezen;
- de delegatie wordt ter kennis van de personeelsleden gebracht.
Art. 16/2. Sans préjudice des délégations de pouvoirs octroyées en application des articles 16 et 16/1, la signature des pièces et correspondances en matière de gestion du personnel (ressources humaines) peut être déléguée par le fonctionnaire dirigeant à des membres du personnel aux conditions suivantes :
- le délégataire est le membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, chargé de la direction du service assurant la gestion du personnel (ressources humaines) ;
- le délégataire est de la même expression linguistique que le fonctionnaire dirigeant ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- la délégation est portée à la connaissance des membres du personnel.
- le délégataire est le membre du personnel statutaire de grade de rang A 2 ou supérieur, chargé de la direction du service assurant la gestion du personnel (ressources humaines) ;
- le délégataire est de la même expression linguistique que le fonctionnaire dirigeant ;
- le délégataire est désigné nominativement ;
- la délégation est portée à la connaissance des membres du personnel.
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
CHAPITRE 8. - Entrée en vigueur
Art. 17. Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het besluit van het Verenigd College tot goedkeuring ervan
Art. 17. Le présent règlement d'ordre intérieur entre en vigueur le jour de la publication au Moniteur belge de l'arrêté du Collège réuni l'approuvant.