Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Regering van 27 juni 2013 betreffende de basisopleiding in het kader van de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 3° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° werkdag: de weekdagen van maandag tot vrijdag, met uitzondering van de wettelijke feestdagen. Schoolvakantiedagen worden niet als werkdagen beschouwd;"
3° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° Centrum voor bevorderingspedagogiek: samenvoeging van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde scholen voor gespecialiseerd onderwijs tot een organisatorische en pedagogische eenheid van het gemeenschapsonderwijs;"
4° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende:
"6° onderwijsinspectie: de inspectie die is ingesteld bij het decreet van 25 juni 2012 over de onderwijsinspectie, het adviespunt voor schoolontwikkeling en het adviespunt voor inclusie en integratie in het onderwijs;"
5° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende:
"7° Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften: het comité ingesteld bij hoofdstuk VIIIbis, afdeling 6, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen."
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 MEI 2024. - Besluit van de Regering betreffende de redelijke aanpassingen en de bescherming van de schoolcijfers in de middenstandsopleiding
Titre
30 MAI 2024. - Arrêté du Gouvernement relatif à la compensation des désavantages et à la protection des notes dans le cadre de la formation dans les classes moyennes
Informations sur le document
Numac: 2025200830
Datum: 2024-05-30
Info du document
Numac: 2025200830
Date: 2024-05-30
Table des matières
Tekst (29)
Texte (29)
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Regering van 27 juni 2013 betreffende de basisopleiding in het kader van de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 27 juin 2013 relatif à la formation de base dans la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les pme
Article 1er. A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement du 27 juin 2013 relatif à la formation de base dans la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 17 mars 2022, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'article est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° jour ouvrable : du lundi au vendredi, à l'exception des jours fériés légaux. Les vacances scolaires ne sont pas considérées comme des jours ouvrables; "
3° l'article est complété par un 5° rédigé comme suit :
" 5° centre de pédagogie de soutien : regroupement des écoles spécialisées organisées par la Communauté germanophone en une unité organisationnelle et pédagogique dont le pouvoir organisateur est l'enseignement communautaire; "
4° l'article est complété par un 6° rédigé comme suit :
" 6° inspection scolaire : l'inspection instaurée par le décret du 25 juin 2012 relatif à l'inspection scolaire, la guidance en développement scolaire et la guidance pour l'inclusion et l'intégration; "
5° l'article est complété par un 7° rédigé comme suit :
" 7° commission de soutien : la commission instaurée par le chapitre VIIIbis, section 6, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées. "
1° dans le 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'article est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° jour ouvrable : du lundi au vendredi, à l'exception des jours fériés légaux. Les vacances scolaires ne sont pas considérées comme des jours ouvrables; "
3° l'article est complété par un 5° rédigé comme suit :
" 5° centre de pédagogie de soutien : regroupement des écoles spécialisées organisées par la Communauté germanophone en une unité organisationnelle et pédagogique dont le pouvoir organisateur est l'enseignement communautaire; "
4° l'article est complété par un 6° rédigé comme suit :
" 6° inspection scolaire : l'inspection instaurée par le décret du 25 juin 2012 relatif à l'inspection scolaire, la guidance en développement scolaire et la guidance pour l'inclusion et l'intégration; "
5° l'article est complété par un 7° rédigé comme suit :
" 7° commission de soutien : la commission instaurée par le chapitre VIIIbis, section 6, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées. "
Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 27 augustus 2020 en 17 maart 2022, wordt een hoofdstuk 4.1 ingevoegd dat de artikelen 36.1 tot 36.14 bevat, luidende:
"HOOFDSTUK 4.1 - REDELIJKE AANPASSINGEN EN BESCHERMING VAN DE SCHOOLCIJFERS"
"HOOFDSTUK 4.1 - REDELIJKE AANPASSINGEN EN BESCHERMING VAN DE SCHOOLCIJFERS"
Art.2. Dans le même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement des 27 août 2020 et 17 mars 2022, il est inséré un chapitre 4.1, comportant les articles 36.1 à 36.14, intitulé comme suit :
" Chapitre 4.1 - Compensation des désavantages et protection des notes ".
" Chapitre 4.1 - Compensation des désavantages et protection des notes ".
Art.3. In hoofdstuk 4.1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1 ingevoegd die de artikelen 36.1 tot 36.5 bevat, luidende:
"Afdeling 1. - Redelijke aanpassingen"
"Afdeling 1. - Redelijke aanpassingen"
Art.3. Dans le chapitre 4.1 du même arrêté, il est inséré une section 1re, comportant les articles 36.1 à 36.5, intitulée comme suit :
" Section 1re. - Compensation des désavantages ".
" Section 1re. - Compensation des désavantages ".
Art.4. In hoofdstuk 4.1, afdeling 1, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.1 - De redelijke aanpassingen hebben tot doel een onevenwichtige situatie in het ZAWM recht te zetten om discriminatie van de op te leiden personen met specifieke behoeften te voorkomen overeenkomstig artikel 7, § 7, 6.1°, van het decreet van 16 december 1991.
De redelijke aanpassingen worden gekenmerkt door passende pedagogische maatregelen die bedoeld zijn om een specifiek individueel tekort te compenseren en de op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften zo in staat te stellen de verworven kennis, bekwaamheden en vaardigheden tot uiting te brengen.
De redelijke aanpassingen kunnen worden aangevraagd in het stadium van de leertijd voor de cursussen algemene kennis.
De in de opleidingsprogramma's vereiste competenties moeten worden bereikt. Het toekennen van redelijke aanpassingen betekent niet dat met hetzelfde doel gegeven ondersteuning overbodig wordt. Redelijke aanpassingen worden niet vermeld op het rapport."
"Art. 36.1 - De redelijke aanpassingen hebben tot doel een onevenwichtige situatie in het ZAWM recht te zetten om discriminatie van de op te leiden personen met specifieke behoeften te voorkomen overeenkomstig artikel 7, § 7, 6.1°, van het decreet van 16 december 1991.
De redelijke aanpassingen worden gekenmerkt door passende pedagogische maatregelen die bedoeld zijn om een specifiek individueel tekort te compenseren en de op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften zo in staat te stellen de verworven kennis, bekwaamheden en vaardigheden tot uiting te brengen.
De redelijke aanpassingen kunnen worden aangevraagd in het stadium van de leertijd voor de cursussen algemene kennis.
De in de opleidingsprogramma's vereiste competenties moeten worden bereikt. Het toekennen van redelijke aanpassingen betekent niet dat met hetzelfde doel gegeven ondersteuning overbodig wordt. Redelijke aanpassingen worden niet vermeld op het rapport."
Art.4. Dans le chapitre 4.1, section 1re, du même arrêté, il est inséré un article 36.1 rédigé comme suit :
" Art. 36.1 - La compensation des désavantages vise à corriger une situation déséquilibrée au sein du ZAWM afin de prévenir une discrimination des apprenants nécessitant un soutien spécifique conformément à l'article 7, § 7, 6.1°, du décret du 16 décembre 1991.
Cette compensation se définit par des aménagements pédagogiques appropriés, destinés à contrebalancer un déficit individuel spécifique et à permettre aux apprenants nécessitant un soutien spécifique d'exprimer les connaissances, capacités et aptitudes acquises.
La demande en vue d'obtenir la compensation des désavantages peut être introduite au stade de l'apprentissage pour les cours de connaissances générales.
Les compétences exigées par les programmes d'apprentissage doivent être acquises. L'octroi de mesures visant à compenser des désavantages ne remet pas en question un soutien ayant le même objectif. La compensation des désavantages n'est pas mentionnée sur le bulletin. "
" Art. 36.1 - La compensation des désavantages vise à corriger une situation déséquilibrée au sein du ZAWM afin de prévenir une discrimination des apprenants nécessitant un soutien spécifique conformément à l'article 7, § 7, 6.1°, du décret du 16 décembre 1991.
Cette compensation se définit par des aménagements pédagogiques appropriés, destinés à contrebalancer un déficit individuel spécifique et à permettre aux apprenants nécessitant un soutien spécifique d'exprimer les connaissances, capacités et aptitudes acquises.
La demande en vue d'obtenir la compensation des désavantages peut être introduite au stade de l'apprentissage pour les cours de connaissances générales.
Les compétences exigées par les programmes d'apprentissage doivent être acquises. L'octroi de mesures visant à compenser des désavantages ne remet pas en question un soutien ayant le même objectif. La compensation des désavantages n'est pas mentionnée sur le bulletin. "
Art.5. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.2 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.2 - § 1 - De personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon dienen een aanvraag voor redelijke aanpassingen in bij de directeur van het ZAWM waar de op te leiden persoon zal worden ingeschreven of is ingeschreven. Daarvoor gebruiken ze een aanvraagformulier dat de volgende gegevens bevat:
1° identificatie en contactgegevens van de op te leiden persoon;
2° indien van toepassing: identificatie en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding;
3° beschrijving van de beperking van de op te leiden persoon;
4° beschrijving van de aangevraagde redelijke aanpassingen;
5° beslissing van de directeur van het ZAWM;
6° indien van toepassing: de aanvraag om verlenging.
Bij de aanvraag is een deskundigenadvies gevoegd dat niet ouder is dan zes maanden waarin de noodzaak van de redelijke aanpassingen wordt gemotiveerd. Het advies wordt ingewonnen door de personen belast met de opvoeding of door de meerderjarige op te leiden persoon.
Het advies vermeld in het tweede lid bevat de volgende gegevens:
1° naam van de instelling;
2° titel en beroepsreferenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de op te leiden persoon heeft/hebben opgesteld;
3° de aard van de medische, psychologische en algemene problemen van de op te leiden persoon;
4° de tests en technieken waarmee de problemen werden vastgesteld;
5° relevante sterkten en zwakten van de op te leiden persoon en de uitwerkingen ervan op het leerproces;
6° aanbevolen compenserende maatregelen.
Het indienen van een aanvraag opent geen recht op de compenserende maatregelen die in het advies worden aanbevolen.
§ 2 - In afwijking van paragraaf 1 kan de directeur van het ZAWM, na overleg met de personen belast met de opvoeding, redelijke aanpassingen voor een op te leiden persoon vastleggen."
"Art. 36.2 - § 1 - De personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon dienen een aanvraag voor redelijke aanpassingen in bij de directeur van het ZAWM waar de op te leiden persoon zal worden ingeschreven of is ingeschreven. Daarvoor gebruiken ze een aanvraagformulier dat de volgende gegevens bevat:
1° identificatie en contactgegevens van de op te leiden persoon;
2° indien van toepassing: identificatie en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding;
3° beschrijving van de beperking van de op te leiden persoon;
4° beschrijving van de aangevraagde redelijke aanpassingen;
5° beslissing van de directeur van het ZAWM;
6° indien van toepassing: de aanvraag om verlenging.
Bij de aanvraag is een deskundigenadvies gevoegd dat niet ouder is dan zes maanden waarin de noodzaak van de redelijke aanpassingen wordt gemotiveerd. Het advies wordt ingewonnen door de personen belast met de opvoeding of door de meerderjarige op te leiden persoon.
Het advies vermeld in het tweede lid bevat de volgende gegevens:
1° naam van de instelling;
2° titel en beroepsreferenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de op te leiden persoon heeft/hebben opgesteld;
3° de aard van de medische, psychologische en algemene problemen van de op te leiden persoon;
4° de tests en technieken waarmee de problemen werden vastgesteld;
5° relevante sterkten en zwakten van de op te leiden persoon en de uitwerkingen ervan op het leerproces;
6° aanbevolen compenserende maatregelen.
Het indienen van een aanvraag opent geen recht op de compenserende maatregelen die in het advies worden aanbevolen.
§ 2 - In afwijking van paragraaf 1 kan de directeur van het ZAWM, na overleg met de personen belast met de opvoeding, redelijke aanpassingen voor een op te leiden persoon vastleggen."
Art.5. Dans la même section, il est inséré un article 36.2 rédigé comme suit :
" Art. 36.2 - § 1er - Les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent, auprès du directeur du ZAWM dans lequel l'apprenant est ou sera inscrit, une demande en vue d'obtenir la compensation des désavantages. A cette fin, ils utilisent un formulaire de demande qui reprend les informations suivantes :
1° l'identification et les données de contact de l'apprenant;
2° le cas échéant, l'identification et les données de contact des personnes chargées de l'éducation;
3° la description des troubles de l'apprenant;
4° la description des mesures de compensation demandées;
5° la décision du directeur du ZAWM;
6° le cas échéant, la demande de prolongation.
Un avis rendu par un organisme expert en la matière, datant de moins de six mois et motivant la nécessité de compenser des désavantages, est joint à la demande. Ce sont les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur qui sollicitent cet avis.
L'avis mentionné à l'alinéa 2 reprend les données suivantes :
1° le nom de l'organisme;
2° les titre et références professionnelles du ou des experts qui ont établi l'évaluation de l'apprenant et l'avis;
3° la nature des problèmes médicaux, psychologiques et généraux de l'apprenant;
4° les techniques et tests utilisés pour les constater;
5° les points forts et les points faibles de l'apprenant qui peuvent avoir une influence sur le processus d'apprentissage;
6° les recommandations formulées quant aux mesures de compensation.
L'introduction d'une demande n'ouvre aucun droit aux mesures de compensation recommandées dans l'avis.
§ 2 - Par dérogation au § 1er, le directeur du ZAWM peut, après avoir discuté avec les personnes chargées de l'éducation, fixer pour un apprenant des mesures visant à compenser les désavantages. "
" Art. 36.2 - § 1er - Les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent, auprès du directeur du ZAWM dans lequel l'apprenant est ou sera inscrit, une demande en vue d'obtenir la compensation des désavantages. A cette fin, ils utilisent un formulaire de demande qui reprend les informations suivantes :
1° l'identification et les données de contact de l'apprenant;
2° le cas échéant, l'identification et les données de contact des personnes chargées de l'éducation;
3° la description des troubles de l'apprenant;
4° la description des mesures de compensation demandées;
5° la décision du directeur du ZAWM;
6° le cas échéant, la demande de prolongation.
Un avis rendu par un organisme expert en la matière, datant de moins de six mois et motivant la nécessité de compenser des désavantages, est joint à la demande. Ce sont les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur qui sollicitent cet avis.
L'avis mentionné à l'alinéa 2 reprend les données suivantes :
1° le nom de l'organisme;
2° les titre et références professionnelles du ou des experts qui ont établi l'évaluation de l'apprenant et l'avis;
3° la nature des problèmes médicaux, psychologiques et généraux de l'apprenant;
4° les techniques et tests utilisés pour les constater;
5° les points forts et les points faibles de l'apprenant qui peuvent avoir une influence sur le processus d'apprentissage;
6° les recommandations formulées quant aux mesures de compensation.
L'introduction d'une demande n'ouvre aucun droit aux mesures de compensation recommandées dans l'avis.
§ 2 - Par dérogation au § 1er, le directeur du ZAWM peut, après avoir discuté avec les personnes chargées de l'éducation, fixer pour un apprenant des mesures visant à compenser les désavantages. "
Art.6. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.3 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.3 - § 1 - Indien de directeur van het ZAWM de aanvraag vermeld in artikel 36.2, § 1, aanvaardt, legt hij de redelijke aanpassingen binnen vijftien werkdagen na de aanvraag schriftelijk vast op het aanvraagformulier, met inachtneming van de aanbevelingen vermeld in artikel 36.2, § 1, derde lid, 6°, en met medewerking van de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid houden de directeur van het ZAWM en de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel rekening met de veiligheids- en gezondheidsvereisten en, naargelang van het geval, de bedrijfsvereisten bij het vastleggen van redelijke aanpassingen. Dat kan ertoe leiden dat, op grond van die vereisten, in sommige deelgebieden geen redelijke aanpassingen kunnen worden toegekend.
De redelijke aanpassingen kunnen van technische, persoonlijke, organisatorische of infrastructurele aard zijn.
Bij het vastleggen van de redelijke aanpassingen kan de directeur van het ZAWM zich laten adviseren door externe deskundigen.
§ 2 - Onder passende redelijke aanpassingen worden maatregelen verstaan die:
1° doelgericht aangepast zijn aan de individuele behoeften van de op te leiden persoon;
2° ervoor zorgen dat de op te leiden persoon, afhankelijk van zijn mogelijkheden, aan alle opleidingsactiviteiten kan deelnemen;
3° ervoor zorgen dat de autonomie van de op te leiden persoon gewaarborgd blijft wanneer hij voldoet aan de eisen die aan hem worden gesteld;
4° de veiligheid en de waardigheid van de persoon met specifieke behoeften waarborgen.
Een aanpassing die financieel en/of organisatorisch niet in verhouding staat tot het nut van de aanpassing, moet als niet-passend worden beschouwd.
§ 3 - De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de redelijke aanpassingen, binnen vijf werkdagen na de dag waarop de beslissing is genomen, per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs mee aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon. De datum van de poststempel, van de elektronische tijdstempel of van het ontvangstbewijs is doorslaggevend.
Tegelijkertijd deelt de directeur van het ZAWM de beslissing over de redelijke aanpassingen schriftelijk mee aan de volgende, met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste personen:
1° de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel;
2° de bevoegde medewerker van het Centrum voor bevorderingspedagogiek;
3° de bevoegde leersecretaris;
4° de betrokken persoon in de opleidingsonderneming."
"Art. 36.3 - § 1 - Indien de directeur van het ZAWM de aanvraag vermeld in artikel 36.2, § 1, aanvaardt, legt hij de redelijke aanpassingen binnen vijftien werkdagen na de aanvraag schriftelijk vast op het aanvraagformulier, met inachtneming van de aanbevelingen vermeld in artikel 36.2, § 1, derde lid, 6°, en met medewerking van de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid houden de directeur van het ZAWM en de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel rekening met de veiligheids- en gezondheidsvereisten en, naargelang van het geval, de bedrijfsvereisten bij het vastleggen van redelijke aanpassingen. Dat kan ertoe leiden dat, op grond van die vereisten, in sommige deelgebieden geen redelijke aanpassingen kunnen worden toegekend.
De redelijke aanpassingen kunnen van technische, persoonlijke, organisatorische of infrastructurele aard zijn.
Bij het vastleggen van de redelijke aanpassingen kan de directeur van het ZAWM zich laten adviseren door externe deskundigen.
§ 2 - Onder passende redelijke aanpassingen worden maatregelen verstaan die:
1° doelgericht aangepast zijn aan de individuele behoeften van de op te leiden persoon;
2° ervoor zorgen dat de op te leiden persoon, afhankelijk van zijn mogelijkheden, aan alle opleidingsactiviteiten kan deelnemen;
3° ervoor zorgen dat de autonomie van de op te leiden persoon gewaarborgd blijft wanneer hij voldoet aan de eisen die aan hem worden gesteld;
4° de veiligheid en de waardigheid van de persoon met specifieke behoeften waarborgen.
Een aanpassing die financieel en/of organisatorisch niet in verhouding staat tot het nut van de aanpassing, moet als niet-passend worden beschouwd.
§ 3 - De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de redelijke aanpassingen, binnen vijf werkdagen na de dag waarop de beslissing is genomen, per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs mee aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon. De datum van de poststempel, van de elektronische tijdstempel of van het ontvangstbewijs is doorslaggevend.
Tegelijkertijd deelt de directeur van het ZAWM de beslissing over de redelijke aanpassingen schriftelijk mee aan de volgende, met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste personen:
1° de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel;
2° de bevoegde medewerker van het Centrum voor bevorderingspedagogiek;
3° de bevoegde leersecretaris;
4° de betrokken persoon in de opleidingsonderneming."
Art.6. Dans la même section, il est inséré un article 36.3 rédigé comme suit :
" Art. 36.3 - § 1er - Si le directeur du ZAWM fait droit à la demande visée à l'article 36.2, § 1er, il fixe, dans un délai de quinze jours ouvrables suivant l'introduction de ladite demande, par écrit sur un formulaire ad hoc, des mesures de compensation des désavantages appropriées dans le respect des recommandations mentionnées à l'article 36.2, § 1er, alinéa 3, 6°, et avec le concours des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés de la mise en place desdites mesures.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, le directeur du ZAWM et les membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique chargés de la mise en place des mesures de compensation des désavantages tiennent compte, lors de la fixation desdites mesures, des exigences en matière de sécurité et d'hygiène ainsi que des besoins opérationnels. Il se pourrait qu'en raison de ces exigences, aucune mesure de compensation ne puisse être accordée dans des sous-domaines.
Les mesures de compensation des désavantages peuvent être de nature technique, personnelle, organisationnelle ou infrastructurelle.
Lors de la fixation des mesures de compensation des désavantages, le directeur du ZAWM peut demander l'avis d'experts externes.
§ 2 - Sont considérées comme des mesures de compensation des désavantages appropriées celles qui :
1° sont adaptées aux besoins individuels de l'apprenant;
2° veillent à ce que l'apprenant participe à toutes les activités de formation selon ses possibilités;
3° veillent à ce que l'autonomie de l'apprenant reste assurée lorsqu'il répond aux exigences lui étant imposées;
4° garantissent la sécurité et la dignité de la personne nécessitant un soutien spécifique.
Une mesure de compensation qui représente un investissement financier ou organisationnel disproportionné par rapport à son utilité est considérée comme inappropriée.
§ 3 - Dans un délai de cinq jours ouvrables suivant le jour où la décision concernant les mesures de compensation des désavantages a été prise, le directeur du ZAWM la transmet aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, par recommandé ou contre remise d'un accusé de réception. La date du cachet de la poste, de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Parallèlement, le directeur du ZAWM transmet, par écrit, la décision concernant les mesures de compensation des désavantages aux personnes ci-après chargées de la mise en place de ces mesures :
1° les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique;
2° le membre du personnel compétent du centre de pédagogie de soutien;
3° le secrétaire d'apprentissage compétent;
4° la personne concernée dans l'entreprise formatrice. "
" Art. 36.3 - § 1er - Si le directeur du ZAWM fait droit à la demande visée à l'article 36.2, § 1er, il fixe, dans un délai de quinze jours ouvrables suivant l'introduction de ladite demande, par écrit sur un formulaire ad hoc, des mesures de compensation des désavantages appropriées dans le respect des recommandations mentionnées à l'article 36.2, § 1er, alinéa 3, 6°, et avec le concours des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés de la mise en place desdites mesures.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, le directeur du ZAWM et les membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique chargés de la mise en place des mesures de compensation des désavantages tiennent compte, lors de la fixation desdites mesures, des exigences en matière de sécurité et d'hygiène ainsi que des besoins opérationnels. Il se pourrait qu'en raison de ces exigences, aucune mesure de compensation ne puisse être accordée dans des sous-domaines.
Les mesures de compensation des désavantages peuvent être de nature technique, personnelle, organisationnelle ou infrastructurelle.
Lors de la fixation des mesures de compensation des désavantages, le directeur du ZAWM peut demander l'avis d'experts externes.
§ 2 - Sont considérées comme des mesures de compensation des désavantages appropriées celles qui :
1° sont adaptées aux besoins individuels de l'apprenant;
2° veillent à ce que l'apprenant participe à toutes les activités de formation selon ses possibilités;
3° veillent à ce que l'autonomie de l'apprenant reste assurée lorsqu'il répond aux exigences lui étant imposées;
4° garantissent la sécurité et la dignité de la personne nécessitant un soutien spécifique.
Une mesure de compensation qui représente un investissement financier ou organisationnel disproportionné par rapport à son utilité est considérée comme inappropriée.
§ 3 - Dans un délai de cinq jours ouvrables suivant le jour où la décision concernant les mesures de compensation des désavantages a été prise, le directeur du ZAWM la transmet aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, par recommandé ou contre remise d'un accusé de réception. La date du cachet de la poste, de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Parallèlement, le directeur du ZAWM transmet, par écrit, la décision concernant les mesures de compensation des désavantages aux personnes ci-après chargées de la mise en place de ces mesures :
1° les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique;
2° le membre du personnel compétent du centre de pédagogie de soutien;
3° le secrétaire d'apprentissage compétent;
4° la personne concernée dans l'entreprise formatrice. "
Art.7. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.4 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.4 - De redelijke aanpassingen zijn vanaf de dag van de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3, hoogstens geldig voor het lopende opleidingsjaar en voor het daaropvolgende opleidingsjaar en kunnen met toestemming van de personen belast met de opvoeding of van de meerderjarige op te leiden persoon telkens voor twee bijkomende opleidingsjaren verlengd worden als daarom wordt verzocht overeenkomstig artikel 36.2, § 1.
De geldigheidsduur van de redelijke aanpassingen wordt opgenomen in de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3."
"Art. 36.4 - De redelijke aanpassingen zijn vanaf de dag van de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3, hoogstens geldig voor het lopende opleidingsjaar en voor het daaropvolgende opleidingsjaar en kunnen met toestemming van de personen belast met de opvoeding of van de meerderjarige op te leiden persoon telkens voor twee bijkomende opleidingsjaren verlengd worden als daarom wordt verzocht overeenkomstig artikel 36.2, § 1.
De geldigheidsduur van de redelijke aanpassingen wordt opgenomen in de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3."
Art.7. Dans la même section, il est inséré un article 36.4 rédigé comme suit :
" Art. 36.4 - Les mesures de compensation entrent en vigueur le jour où la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3, est prise et restent valables au plus pour l'année de formation en cours et la suivante; avec l'accord des personnes chargées de l'éducation ou de l'apprenant majeur, elles peuvent être prolongées, chaque fois pour deux autres années de formation, sur la demande visée à l'article 36.2, § 1er.
La durée de validité des mesures de compensation est indiquée sur la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3. "
" Art. 36.4 - Les mesures de compensation entrent en vigueur le jour où la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3, est prise et restent valables au plus pour l'année de formation en cours et la suivante; avec l'accord des personnes chargées de l'éducation ou de l'apprenant majeur, elles peuvent être prolongées, chaque fois pour deux autres années de formation, sur la demande visée à l'article 36.2, § 1er.
La durée de validité des mesures de compensation est indiquée sur la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3. "
Art.8. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.5 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.5 - De directeur van het ZAWM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3.
Indien redelijke aanpassingen voor afloop van de geldigheidsduur niet meer noodzakelijk zijn, kan de directeur van het ZAWM die aanpassingen opheffen met schriftelijke toestemming of op verzoek van de personen belast met de opvoeding of van de meerderjarige op te leiden persoon.
Indien de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon voor afloop van de geldigheidsduur een aanvraag om verlenging van de redelijke aanpassingen indienen, worden de vastgelegde redelijke aanpassingen door de directeur van het ZAWM opnieuw overdacht, aangepast, verlengd of opgeheven en dit met medewerking van de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. De beslissing over de redelijke aanpassingen en de geldigheidsduur van de redelijke aanpassingen zijn in overeenstemming met de artikelen 36.3 en 36.4.
Het geven van een nieuw advies is niet dwingend noodzakelijk, maar moet worden ingeschat door de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Een advies kan echter slechts maximaal zes jaar geldig blijven."
"Art. 36.5 - De directeur van het ZAWM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissing vermeld in artikel 36.3, § 3.
Indien redelijke aanpassingen voor afloop van de geldigheidsduur niet meer noodzakelijk zijn, kan de directeur van het ZAWM die aanpassingen opheffen met schriftelijke toestemming of op verzoek van de personen belast met de opvoeding of van de meerderjarige op te leiden persoon.
Indien de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon voor afloop van de geldigheidsduur een aanvraag om verlenging van de redelijke aanpassingen indienen, worden de vastgelegde redelijke aanpassingen door de directeur van het ZAWM opnieuw overdacht, aangepast, verlengd of opgeheven en dit met medewerking van de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. De beslissing over de redelijke aanpassingen en de geldigheidsduur van de redelijke aanpassingen zijn in overeenstemming met de artikelen 36.3 en 36.4.
Het geven van een nieuw advies is niet dwingend noodzakelijk, maar moet worden ingeschat door de met de uitvoering van de redelijke aanpassingen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Een advies kan echter slechts maximaal zes jaar geldig blijven."
Art.8. Dans la même section, il est inséré un article 36.5 rédigé comme suit :
" Art. 36.5 - Le directeur du ZAWM est responsable de la mise en oeuvre de la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3.
Si des mesures de compensation deviennent inutiles avant l'expiration de la durée de validité, le directeur du ZAWM peut les lever moyennant l'accord écrit des personnes chargées de l'éducation ou de l'apprenant majeur ou à la demande de l'un de ceux-ci.
Si les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent une demande de prolongation avant l'expiration des mesures de compensation des désavantages, le directeur du ZAWM vérifie, adapte, prolonge ou lève lesdites mesures avec le concours des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter ces mesures. La décision et la validité des mesures de compensation sont conformes aux articles 36.3 et 36.4.
L'avis ne doit pas impérativement être renouvelé; le renouvellement est toutefois soumis à l'évaluation des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter les mesures de compensation. Un avis n'est néanmoins valable que six ans au maximum. "
" Art. 36.5 - Le directeur du ZAWM est responsable de la mise en oeuvre de la décision mentionnée à l'article 36.3, § 3.
Si des mesures de compensation deviennent inutiles avant l'expiration de la durée de validité, le directeur du ZAWM peut les lever moyennant l'accord écrit des personnes chargées de l'éducation ou de l'apprenant majeur ou à la demande de l'un de ceux-ci.
Si les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent une demande de prolongation avant l'expiration des mesures de compensation des désavantages, le directeur du ZAWM vérifie, adapte, prolonge ou lève lesdites mesures avec le concours des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter ces mesures. La décision et la validité des mesures de compensation sont conformes aux articles 36.3 et 36.4.
L'avis ne doit pas impérativement être renouvelé; le renouvellement est toutefois soumis à l'évaluation des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du personnel du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter les mesures de compensation. Un avis n'est néanmoins valable que six ans au maximum. "
Art.9. In hoofdstuk 4.1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 2 ingevoegd die de artikelen 36.6 tot 36.13 bevat, luidende:
"Afdeling 2. - Bescherming van de schoolcijfers"
"Afdeling 2. - Bescherming van de schoolcijfers"
Art.9. Dans le chapitre 4.1 du même arrêté, il est inséré une section 2, comportant les articles 36.6 à 36.13, intitulée comme suit :
" Section 2. - Protection des notes ".
" Section 2. - Protection des notes ".
Art.10. In hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.6 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.6 - Bescherming van de schoolcijfers is het niet-beoordelen van de op te leiden persoon in één of meer deelgebieden van de competenties die in het opleidingsprogramma worden vereist en beschreven.
Bescherming van de schoolcijfers kan uitsluitend worden aangevraagd in het stadium van de leertijd voor de cursussen algemene kennis.
Bescherming van de schoolcijfers is de maatregel die de op te leiden persoon met specifieke onderwijsbehoeften bij de berekening en de beoordeling van zijn prestaties moet beschermen tegen de mogelijke negatieve uitwerkingen van zijn beperking op zijn opleiding, zijn motivatie en zijn psychische ontwikkeling.
Redelijke aanpassingen hebben voorrang op de bescherming van de schoolcijfers.
Op te leiden personen met een verstandelijke beperking en een intelligentiequotiënt beneden het gemiddelde komen niet in aanmerking voor de bescherming van de schoolcijfers. Voor het intelligentiequotiënt wordt het gemiddelde op 100 gesteld met een standaardafwijking van 15. Een intelligentiequotiënt beneden het gemiddelde ligt aldus onder 85."
"Art. 36.6 - Bescherming van de schoolcijfers is het niet-beoordelen van de op te leiden persoon in één of meer deelgebieden van de competenties die in het opleidingsprogramma worden vereist en beschreven.
Bescherming van de schoolcijfers kan uitsluitend worden aangevraagd in het stadium van de leertijd voor de cursussen algemene kennis.
Bescherming van de schoolcijfers is de maatregel die de op te leiden persoon met specifieke onderwijsbehoeften bij de berekening en de beoordeling van zijn prestaties moet beschermen tegen de mogelijke negatieve uitwerkingen van zijn beperking op zijn opleiding, zijn motivatie en zijn psychische ontwikkeling.
Redelijke aanpassingen hebben voorrang op de bescherming van de schoolcijfers.
Op te leiden personen met een verstandelijke beperking en een intelligentiequotiënt beneden het gemiddelde komen niet in aanmerking voor de bescherming van de schoolcijfers. Voor het intelligentiequotiënt wordt het gemiddelde op 100 gesteld met een standaardafwijking van 15. Een intelligentiequotiënt beneden het gemiddelde ligt aldus onder 85."
Art.10. Dans le chapitre 4.1, section 2, du même arrêté, il est inséré un article 36.6 rédigé comme suit :
" Art. 36.6 - La protection des notes consiste à ne pas évaluer l'apprenant dans un ou plusieurs sous-domaines des compétences exigées par les programmes d'apprentissage relatifs aux connaissances générales.
La demande en vue d'obtenir la protection des notes peut exclusivement être introduite au stade de l'apprentissage pour les cours de connaissances générales.
La protection des notes consiste, lors de l'évaluation certificative des compétences, à préserver l'apprenant nécessitant un soutien spécifique des conséquences négatives que ses troubles peuvent éventuellement avoir sur sa formation, sa motivation et son développement psychique.
Les mesures de compensation priment sur la protection des notes.
Les apprenants qui présentent un handicap mental et qui ont un quotient intellectuel inférieur à la moyenne ne bénéficient pas de la protection des notes. Le quotient intellectuel moyen se situe à 100, avec un écart-type de 15. En dessous de 85, le quotient est considéré comme étant en dessous de la moyenne. "
" Art. 36.6 - La protection des notes consiste à ne pas évaluer l'apprenant dans un ou plusieurs sous-domaines des compétences exigées par les programmes d'apprentissage relatifs aux connaissances générales.
La demande en vue d'obtenir la protection des notes peut exclusivement être introduite au stade de l'apprentissage pour les cours de connaissances générales.
La protection des notes consiste, lors de l'évaluation certificative des compétences, à préserver l'apprenant nécessitant un soutien spécifique des conséquences négatives que ses troubles peuvent éventuellement avoir sur sa formation, sa motivation et son développement psychique.
Les mesures de compensation priment sur la protection des notes.
Les apprenants qui présentent un handicap mental et qui ont un quotient intellectuel inférieur à la moyenne ne bénéficient pas de la protection des notes. Le quotient intellectuel moyen se situe à 100, avec un écart-type de 15. En dessous de 85, le quotient est considéré comme étant en dessous de la moyenne. "
Art.11. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.7 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.7 - § 1 - De personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon dienen een aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers in bij de directeur van het ZAWM waar de op te leiden persoon zal worden ingeschreven of is ingeschreven. Daarvoor gebruiken ze een aanvraagformulier dat de volgende gegevens bevat:
1° identificatie en contactgegevens van de op te leiden persoon;
2° indien van toepassing: identificatie en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding;
3° beschrijving van de beperking van de op te leiden persoon;
4° reden(en) waarom bescherming van de schoolcijfers wordt aangevraagd;
5° deelgebied waarvoor bescherming van de schoolcijfers wordt aangevraagd;
6° beslissing van de directeur van het ZAWM omtrent de redelijke aanpassingen;
7° mededeling of het intelligentiequotiënt van de op te leiden persoon boven het gemiddelde van 85 ligt en in hoeverre het boven dat gemiddelde ligt;
8° erkenning, door het Centrum voor bevorderingspedagogiek, van adviezen die niet door het centrum werden opgesteld;
9° standpunt van de directeur van het ZAWM;
10° beslissing van de onderwijsinspectie;
11° aanvraag om verlenging die is ingediend door de directeur van het ZAWM;
12° beslissing van de onderwijsinspectie over de aanvraag om verlenging;
13° voortijdige opheffing van de bescherming van de schoolcijfers.
Bij de aanvraag worden de volgende stukken gevoegd: de beslissing van de directeur van het ZAWM omtrent de redelijke aanpassingen, de documentatie over de maatregelen die op dat gebied al zijn uitgevoerd en een deskundigenadvies. Het advies is niet ouder dan zes maanden, bevat de redenen waarom de bescherming van de schoolcijfers noodzakelijk is en wordt ingewonnen door de personen belast met de opvoeding of door de meerderjarige op te leiden persoon. Als het advies wordt opgesteld door een andere instelling dan het Centrum voor bevorderingspedagogiek laten de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon het advies bekrachtigen door het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Het centrum onderzoekt binnen vijftien werkdagen in hoeverre het advies de bovengenoemde gegevens bevat. Indien het centrum tot de slotsom komt dat het advies na inhoudelijk onderzoek niet bekrachtigd kan worden of dat het niet de gegevens bevat die in het derde lid worden vermeld, stuurt het de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon per gewoon schrijven een met redenen omklede weigering. Het is aan de personen belast met de opvoeding of, naargelang van het geval, aan de meerderjarige aanvrager om bij het centrum of bij een andere instelling een nieuw advies in te winnen.
Het gedagtekende advies vermeld in het tweede lid bevat de volgende gegevens:
1° naam van de instelling;
2° titel en beroepsreferenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de op te leiden persoon heeft/hebben opgesteld;
3° de aard van de medische, psychologische en algemene problemen van de op te leiden persoon;
4° de tests en technieken waarmee de problemen werden vastgesteld;
5° relevante sterkten en zwakten van de op te leiden persoon en de uitwerkingen ervan op het leerproces;
6° aanbevelingen over deelgebieden die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers.
Het indienen van een aanvraag opent geen recht op bescherming van de schoolcijfers op de deelgebieden die in het advies worden aanbevolen.
§ 2 - Na overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek deelt de directeur van het ZAWM binnen vijftien werkdagen zijn standpunt mee over de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag en bepaalt hij met inachtneming van de aanbevelingen vermeld in § 1, derde lid, 6°, welke deelgebieden van het opleidingsprogramma onder de bescherming van de schoolcijfers vallen en bezorgt hij de ingevulde aanvraag per gewoon schrijven aan de onderwijsinspectie.
De aanvraag van de directeur van het ZAWM bevat:
1° de aanvraag vermeld in paragraaf 1 en de bijlagen ervan;
2° het standpunt van de directeur van het ZAWM;
3° aanbevelingen over deelgebieden van het opleidingsprogramma die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers.
Voor het bepalen van zijn standpunt kan de directeur van het ZAWM zich laten adviseren door externe deskundigen.
§ 3 - Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 houden de directeur van het ZAWM en de met de uitvoering van de maatregelen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en de medewerkers van het Centrum voor bevorderingspedagogiek rekening met de veiligheids- en gezondheidsvereisten bij het opstellen van de aanbevelingen over de deelgebieden van het opleidingsprogramma die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers. Dat kan ertoe leiden dat, op grond van die vereisten, in sommige deelgebieden geen bescherming van de schoolcijfers kan worden toegekend.
§ 4 - Indien een bescherming van de schoolcijfers voor het eerst wordt aangevraagd, moet een termijn van twee observatiemaanden in acht worden genomen voordat de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon de aanvraag kunnen indienen."
"Art. 36.7 - § 1 - De personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon dienen een aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers in bij de directeur van het ZAWM waar de op te leiden persoon zal worden ingeschreven of is ingeschreven. Daarvoor gebruiken ze een aanvraagformulier dat de volgende gegevens bevat:
1° identificatie en contactgegevens van de op te leiden persoon;
2° indien van toepassing: identificatie en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding;
3° beschrijving van de beperking van de op te leiden persoon;
4° reden(en) waarom bescherming van de schoolcijfers wordt aangevraagd;
5° deelgebied waarvoor bescherming van de schoolcijfers wordt aangevraagd;
6° beslissing van de directeur van het ZAWM omtrent de redelijke aanpassingen;
7° mededeling of het intelligentiequotiënt van de op te leiden persoon boven het gemiddelde van 85 ligt en in hoeverre het boven dat gemiddelde ligt;
8° erkenning, door het Centrum voor bevorderingspedagogiek, van adviezen die niet door het centrum werden opgesteld;
9° standpunt van de directeur van het ZAWM;
10° beslissing van de onderwijsinspectie;
11° aanvraag om verlenging die is ingediend door de directeur van het ZAWM;
12° beslissing van de onderwijsinspectie over de aanvraag om verlenging;
13° voortijdige opheffing van de bescherming van de schoolcijfers.
Bij de aanvraag worden de volgende stukken gevoegd: de beslissing van de directeur van het ZAWM omtrent de redelijke aanpassingen, de documentatie over de maatregelen die op dat gebied al zijn uitgevoerd en een deskundigenadvies. Het advies is niet ouder dan zes maanden, bevat de redenen waarom de bescherming van de schoolcijfers noodzakelijk is en wordt ingewonnen door de personen belast met de opvoeding of door de meerderjarige op te leiden persoon. Als het advies wordt opgesteld door een andere instelling dan het Centrum voor bevorderingspedagogiek laten de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon het advies bekrachtigen door het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Het centrum onderzoekt binnen vijftien werkdagen in hoeverre het advies de bovengenoemde gegevens bevat. Indien het centrum tot de slotsom komt dat het advies na inhoudelijk onderzoek niet bekrachtigd kan worden of dat het niet de gegevens bevat die in het derde lid worden vermeld, stuurt het de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon per gewoon schrijven een met redenen omklede weigering. Het is aan de personen belast met de opvoeding of, naargelang van het geval, aan de meerderjarige aanvrager om bij het centrum of bij een andere instelling een nieuw advies in te winnen.
Het gedagtekende advies vermeld in het tweede lid bevat de volgende gegevens:
1° naam van de instelling;
2° titel en beroepsreferenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de op te leiden persoon heeft/hebben opgesteld;
3° de aard van de medische, psychologische en algemene problemen van de op te leiden persoon;
4° de tests en technieken waarmee de problemen werden vastgesteld;
5° relevante sterkten en zwakten van de op te leiden persoon en de uitwerkingen ervan op het leerproces;
6° aanbevelingen over deelgebieden die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers.
Het indienen van een aanvraag opent geen recht op bescherming van de schoolcijfers op de deelgebieden die in het advies worden aanbevolen.
§ 2 - Na overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek deelt de directeur van het ZAWM binnen vijftien werkdagen zijn standpunt mee over de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag en bepaalt hij met inachtneming van de aanbevelingen vermeld in § 1, derde lid, 6°, welke deelgebieden van het opleidingsprogramma onder de bescherming van de schoolcijfers vallen en bezorgt hij de ingevulde aanvraag per gewoon schrijven aan de onderwijsinspectie.
De aanvraag van de directeur van het ZAWM bevat:
1° de aanvraag vermeld in paragraaf 1 en de bijlagen ervan;
2° het standpunt van de directeur van het ZAWM;
3° aanbevelingen over deelgebieden van het opleidingsprogramma die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers.
Voor het bepalen van zijn standpunt kan de directeur van het ZAWM zich laten adviseren door externe deskundigen.
§ 3 - Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 houden de directeur van het ZAWM en de met de uitvoering van de maatregelen belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en de medewerkers van het Centrum voor bevorderingspedagogiek rekening met de veiligheids- en gezondheidsvereisten bij het opstellen van de aanbevelingen over de deelgebieden van het opleidingsprogramma die relevant zijn voor de bescherming van de schoolcijfers. Dat kan ertoe leiden dat, op grond van die vereisten, in sommige deelgebieden geen bescherming van de schoolcijfers kan worden toegekend.
§ 4 - Indien een bescherming van de schoolcijfers voor het eerst wordt aangevraagd, moet een termijn van twee observatiemaanden in acht worden genomen voordat de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon de aanvraag kunnen indienen."
Art.11. Dans la même section, il est inséré un article 36.7 rédigé comme suit :
" Art. 36.7 - § 1er - Les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent, auprès du directeur du ZAWM dans lequel l'apprenant est ou sera inscrit, une demande en vue d'obtenir la protection des notes. A cette fin, ils utilisent un formulaire de demande qui reprend les informations suivantes :
1° l'identification et les données de contact de l'apprenant;
2° le cas échéant, l'identification et les données de contact des personnes chargées de l'éducation;
3° la description des troubles de l'apprenant;
4° la justification de la protection des notes demandée;
5° la communication des sous-domaines pour lesquels une protection des notes est demandée;
6° la décision du directeur du ZAWM en ce qui concerne les mesures de compensation des désavantages;
7° la communication précisant si le quotient intellectuel de l'apprenant dépasse ou non la moyenne de 85 et dans quelle mesure;
8° la reconnaissance de l'avis par le centre de pédagogie de soutien lorsque celui-ci ne l'a pas établi;
9° l'avis du directeur du ZAWM;
10° la décision de l'inspection scolaire;
11° la demande de prolongation introduite par le directeur du ZAWM;
12° la décision de l'inspection scolaire concernant la demande de prolongation;
13° la suppression prématurée de la protection des notes.
La demande est accompagnée de la décision prise par le directeur du ZAWM à propos des mesures de compensation des désavantages, des documents relatifs à ces mesures ainsi que d'un avis rendu par un organisme expert en la matière. L'avis ne date pas de plus de six mois et motive la nécessité de protéger les notes; il est sollicité par les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur. Si l'avis est établi par un organisme autre que le centre de pédagogie de soutien, les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur doivent faire reconnaitre cet avis par ledit centre. Dans un délai de quinze jours ouvrables, le centre vérifie si l'avis contient les données mentionnées ci-dessous. Si le centre conclut, après examen du contenu, que l'avis ne peut être reconnu ou qu'il ne reprend pas les données mentionnées à l'alinéa 3, il transmet un refus motivé aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, et ce, par simple courrier. Il revient aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, selon le cas, de solliciter un nouvel avis soit auprès du centre, soit auprès d'un autre organisme.
L'avis mentionné à l'alinéa 2 reprend les données suivantes :
1° le nom de l'organisme;
2° les titre et références professionnelles du ou des experts qui ont établi l'évaluation de l'apprenant et l'avis;
3° la nature des problèmes médicaux, psychologiques et généraux de l'apprenant;
4° les techniques et tests utilisés pour les constater;
5° les points forts et les points faibles de l'apprenant qui peuvent avoir une influence sur le processus d'apprentissage;
6° les recommandations formulées quant aux sous-domaines pertinents pour la protection des notes.
L'introduction d'une demande n'ouvre aucun droit à la protection des notes dans les sous-domaines recommandés dans l'avis.
§ 2 - Après avoir consulté les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique et du personnel du centre de pédagogie de soutien, le directeur du ZAWM se prononce, dans un délai de quinze jours ouvrables, sur la demande mentionnée au § 1er, et définit les sous-domaines du programme d'apprentissage concernés par la protection des notes en tenant compte des recommandations visées au § 1er, alinéa 3, 6°, et transmet la demande complète à l'inspection scolaire par simple courrier.
La demande du directeur du ZAWM contient :
1° la demande et les annexes mentionnées au § 1er;
2° l'avis du directeur du ZAWM;
3° les recommandations concernant les sous-domaines du programme d'apprentissage pertinents pour la protection des notes.
Lors de sa prise de position, le directeur du ZAWM peut demander l'avis d'experts externes.
§ 3 - Sans préjudice du § 2, le directeur du ZAWM et les membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique chargés d'exécuter les mesures ainsi que les collaborateurs du centre de pédagogie de soutien tiennent compte des exigences en matière de sécurité et d'hygiène ainsi que des besoins opérationnels lors de leurs recommandations concernant les sous-domaines du programme d'apprentissage pertinents pour la protection des notes. Il se pourrait qu'en raison de ces exigences, aucune mesure de protection des notes ne puisse être accordée dans des sous-domaines.
§ 4 - Si une protection des notes est demandée pour la première fois, il convient de respecter un délai d'observation de deux mois avant que les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur puissent introduire ladite demande. "
" Art. 36.7 - § 1er - Les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur introduisent, auprès du directeur du ZAWM dans lequel l'apprenant est ou sera inscrit, une demande en vue d'obtenir la protection des notes. A cette fin, ils utilisent un formulaire de demande qui reprend les informations suivantes :
1° l'identification et les données de contact de l'apprenant;
2° le cas échéant, l'identification et les données de contact des personnes chargées de l'éducation;
3° la description des troubles de l'apprenant;
4° la justification de la protection des notes demandée;
5° la communication des sous-domaines pour lesquels une protection des notes est demandée;
6° la décision du directeur du ZAWM en ce qui concerne les mesures de compensation des désavantages;
7° la communication précisant si le quotient intellectuel de l'apprenant dépasse ou non la moyenne de 85 et dans quelle mesure;
8° la reconnaissance de l'avis par le centre de pédagogie de soutien lorsque celui-ci ne l'a pas établi;
9° l'avis du directeur du ZAWM;
10° la décision de l'inspection scolaire;
11° la demande de prolongation introduite par le directeur du ZAWM;
12° la décision de l'inspection scolaire concernant la demande de prolongation;
13° la suppression prématurée de la protection des notes.
La demande est accompagnée de la décision prise par le directeur du ZAWM à propos des mesures de compensation des désavantages, des documents relatifs à ces mesures ainsi que d'un avis rendu par un organisme expert en la matière. L'avis ne date pas de plus de six mois et motive la nécessité de protéger les notes; il est sollicité par les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur. Si l'avis est établi par un organisme autre que le centre de pédagogie de soutien, les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur doivent faire reconnaitre cet avis par ledit centre. Dans un délai de quinze jours ouvrables, le centre vérifie si l'avis contient les données mentionnées ci-dessous. Si le centre conclut, après examen du contenu, que l'avis ne peut être reconnu ou qu'il ne reprend pas les données mentionnées à l'alinéa 3, il transmet un refus motivé aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, et ce, par simple courrier. Il revient aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur, selon le cas, de solliciter un nouvel avis soit auprès du centre, soit auprès d'un autre organisme.
L'avis mentionné à l'alinéa 2 reprend les données suivantes :
1° le nom de l'organisme;
2° les titre et références professionnelles du ou des experts qui ont établi l'évaluation de l'apprenant et l'avis;
3° la nature des problèmes médicaux, psychologiques et généraux de l'apprenant;
4° les techniques et tests utilisés pour les constater;
5° les points forts et les points faibles de l'apprenant qui peuvent avoir une influence sur le processus d'apprentissage;
6° les recommandations formulées quant aux sous-domaines pertinents pour la protection des notes.
L'introduction d'une demande n'ouvre aucun droit à la protection des notes dans les sous-domaines recommandés dans l'avis.
§ 2 - Après avoir consulté les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique et du personnel du centre de pédagogie de soutien, le directeur du ZAWM se prononce, dans un délai de quinze jours ouvrables, sur la demande mentionnée au § 1er, et définit les sous-domaines du programme d'apprentissage concernés par la protection des notes en tenant compte des recommandations visées au § 1er, alinéa 3, 6°, et transmet la demande complète à l'inspection scolaire par simple courrier.
La demande du directeur du ZAWM contient :
1° la demande et les annexes mentionnées au § 1er;
2° l'avis du directeur du ZAWM;
3° les recommandations concernant les sous-domaines du programme d'apprentissage pertinents pour la protection des notes.
Lors de sa prise de position, le directeur du ZAWM peut demander l'avis d'experts externes.
§ 3 - Sans préjudice du § 2, le directeur du ZAWM et les membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique chargés d'exécuter les mesures ainsi que les collaborateurs du centre de pédagogie de soutien tiennent compte des exigences en matière de sécurité et d'hygiène ainsi que des besoins opérationnels lors de leurs recommandations concernant les sous-domaines du programme d'apprentissage pertinents pour la protection des notes. Il se pourrait qu'en raison de ces exigences, aucune mesure de protection des notes ne puisse être accordée dans des sous-domaines.
§ 4 - Si une protection des notes est demandée pour la première fois, il convient de respecter un délai d'observation de deux mois avant que les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur puissent introduire ladite demande. "
Art.12. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.8 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.8 - De onderwijsinspectie beslist over de bescherming van de schoolcijfers binnen twintig werkdagen na ontvangst van de aanvraag vermeld in artikel 36.7, § 2. Bij de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers wordt rekening gehouden met de omvang van het deelgebied waarvoor de bescherming van de schoolcijfers zou moeten gelden; het deelgebied is altijd beperkt. In geval van stilzwijgen van de onderwijsinspectie wordt de aanvraag als goedgekeurd beschouwd.
Binnen drie werkdagen na de dag waarop de beslissing werd genomen, wordt de beslissing van de onderwijsinspectie per gewoon schrijven meegedeeld aan de directeur van het ZAWM.
De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de bescherming van de schoolcijfers binnen drie werkdagen na ontvangst ervan per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs mee aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon. De datum van de poststempel, van de elektronische tijdstempel of van het ontvangstbewijs is doorslaggevend.
De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de bescherming van de schoolcijfers binnen drie werkdagen na ontvangst ervan mee aan de volgende, met de uitvoering van de bescherming van de schoolcijfers belaste personen:
1° de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel;
2° de bevoegde leersecretaris;
3° de betrokken persoon in de opleidingsonderneming."
"Art. 36.8 - De onderwijsinspectie beslist over de bescherming van de schoolcijfers binnen twintig werkdagen na ontvangst van de aanvraag vermeld in artikel 36.7, § 2. Bij de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers wordt rekening gehouden met de omvang van het deelgebied waarvoor de bescherming van de schoolcijfers zou moeten gelden; het deelgebied is altijd beperkt. In geval van stilzwijgen van de onderwijsinspectie wordt de aanvraag als goedgekeurd beschouwd.
Binnen drie werkdagen na de dag waarop de beslissing werd genomen, wordt de beslissing van de onderwijsinspectie per gewoon schrijven meegedeeld aan de directeur van het ZAWM.
De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de bescherming van de schoolcijfers binnen drie werkdagen na ontvangst ervan per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs mee aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon. De datum van de poststempel, van de elektronische tijdstempel of van het ontvangstbewijs is doorslaggevend.
De directeur van het ZAWM deelt de beslissing over de bescherming van de schoolcijfers binnen drie werkdagen na ontvangst ervan mee aan de volgende, met de uitvoering van de bescherming van de schoolcijfers belaste personen:
1° de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel;
2° de bevoegde leersecretaris;
3° de betrokken persoon in de opleidingsonderneming."
Art.12. Dans la même section, il est inséré un article 36.8 rédigé comme suit :
" Art. 36.8 - L'inspection scolaire se prononce dans un délai de vingt jours ouvrables suivant la réception de la demande de protection des notes mentionnée à l'article 36.7, § 2. Le volume du sous-domaine concerné est pris en compte lors de l'approbation de la protection des notes; le sous-domaine est toujours limité. Si l'inspection scolaire n'a pas statué, la demande est censée être approuvée.
Dans un délai de trois jours ouvrables suivant la prise de décision, l'inspection scolaire transmet sa décision au directeur du ZAWM par simple courrier.
Dans un délai de trois jours ouvrables suivant la réception de la décision concernant la protection des notes, le directeur du ZAWM en informe les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur par recommandé ou contre remise d'un accusé de réception. La date du cachet de la poste, de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Dans les trois jours ouvrables après réception de la décision concernant la protection des notes, le directeur du ZAWM informe par écrit les personnes ci-après chargées de la mise en oeuvre de ladite protection des notes :
1° les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique;
2° le secrétaire d'apprentissage compétent;
3° la personne concernée dans l'entreprise formatrice. "
" Art. 36.8 - L'inspection scolaire se prononce dans un délai de vingt jours ouvrables suivant la réception de la demande de protection des notes mentionnée à l'article 36.7, § 2. Le volume du sous-domaine concerné est pris en compte lors de l'approbation de la protection des notes; le sous-domaine est toujours limité. Si l'inspection scolaire n'a pas statué, la demande est censée être approuvée.
Dans un délai de trois jours ouvrables suivant la prise de décision, l'inspection scolaire transmet sa décision au directeur du ZAWM par simple courrier.
Dans un délai de trois jours ouvrables suivant la réception de la décision concernant la protection des notes, le directeur du ZAWM en informe les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur par recommandé ou contre remise d'un accusé de réception. La date du cachet de la poste, de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Dans les trois jours ouvrables après réception de la décision concernant la protection des notes, le directeur du ZAWM informe par écrit les personnes ci-après chargées de la mise en oeuvre de ladite protection des notes :
1° les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique;
2° le secrétaire d'apprentissage compétent;
3° la personne concernée dans l'entreprise formatrice. "
Art.13. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.9 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.9 - De bescherming van de schoolcijfers is vanaf de dag van de beslissing vermeld in artikel 36.8, eerste lid, hoogstens geldig voor het lopende opleidingsjaar en het daaropvolgende opleidingsjaar, en kan voor telkens twee opleidingsjaren verlengd worden als daarom wordt verzocht overeenkomstig artikel 36.7, § 2.
De geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers wordt opgenomen in de beslissing vermeld in artikel 36.8, eerste lid.
Indien de aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers in geval van stilzwijgen van de onderwijsinspectie overeenkomstig artikel 36.8, eerste lid, als goedgekeurd wordt beschouwd, geldt de bescherming van de schoolcijfers voor het lopende schooljaar of opleidingsjaar en het daaropvolgende schooljaar of opleidingsjaar."
"Art. 36.9 - De bescherming van de schoolcijfers is vanaf de dag van de beslissing vermeld in artikel 36.8, eerste lid, hoogstens geldig voor het lopende opleidingsjaar en het daaropvolgende opleidingsjaar, en kan voor telkens twee opleidingsjaren verlengd worden als daarom wordt verzocht overeenkomstig artikel 36.7, § 2.
De geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers wordt opgenomen in de beslissing vermeld in artikel 36.8, eerste lid.
Indien de aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers in geval van stilzwijgen van de onderwijsinspectie overeenkomstig artikel 36.8, eerste lid, als goedgekeurd wordt beschouwd, geldt de bescherming van de schoolcijfers voor het lopende schooljaar of opleidingsjaar en het daaropvolgende schooljaar of opleidingsjaar."
Art.13. Dans la même section, il est inséré un article 36.9 rédigé comme suit :
" Art. 36.9 - La protection des notes entre en vigueur le jour où la décision mentionnée à l'article 36.8, alinéa 1er, est prise et reste valable au plus pour l'année de formation en cours et la suivante; elle peut être prolongée, chaque fois pour deux années de formation, sur la demande visée à l'article 36.7, § 2.
La durée de validité de la protection des notes est indiquée sur la décision mentionnée à l'article 36.8, alinéa 1er.
Si la demande de protection des notes est approuvée par défaut de décision de l'inspection scolaire au sens de l'article 36.8, alinéa 1er, ladite protection des notes est valable pour l'année scolaire ou de formation en cours et la suivante. "
" Art. 36.9 - La protection des notes entre en vigueur le jour où la décision mentionnée à l'article 36.8, alinéa 1er, est prise et reste valable au plus pour l'année de formation en cours et la suivante; elle peut être prolongée, chaque fois pour deux années de formation, sur la demande visée à l'article 36.7, § 2.
La durée de validité de la protection des notes est indiquée sur la décision mentionnée à l'article 36.8, alinéa 1er.
Si la demande de protection des notes est approuvée par défaut de décision de l'inspection scolaire au sens de l'article 36.8, alinéa 1er, ladite protection des notes est valable pour l'année scolaire ou de formation en cours et la suivante. "
Art.14. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.10 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.10 - § 1 - De directeur van het ZAWM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissing vermeld in artikel 36.8.
§ 2 - De directeur van het ZAWM evalueert de bescherming van de schoolcijfers jaarlijks met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel en betrekt de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon daarbij.
Het werkelijke prestatieniveau wordt op het einde van het opleidingsjaar afzonderlijk meegedeeld aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon.
§ 3 - Voordat de geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers afloopt, controleert de directeur van het ZAWM, in overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel, of de schoolcijfers nog moeten worden beschermd en betrekt de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon daarbij. Als die bescherming nog noodzakelijk is, dient de directeur van het ZAWM een met redenen omklede aanvraag om verlenging in. De aanvraag stemt overeen met de aanvraag vermeld in artikel 36.7, § 2.
De beslissing van de onderwijsinspectie en de geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers zijn in overeenstemming met de artikelen 36.8 en 36.9.
Het geven van een nieuw advies is niet dwingend noodzakelijk, maar moet worden ingeschat door de met de uitvoering van de bescherming van de schoolcijfers belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Een advies is hoogstens zes jaar geldig."
"Art. 36.10 - § 1 - De directeur van het ZAWM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissing vermeld in artikel 36.8.
§ 2 - De directeur van het ZAWM evalueert de bescherming van de schoolcijfers jaarlijks met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel en betrekt de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon daarbij.
Het werkelijke prestatieniveau wordt op het einde van het opleidingsjaar afzonderlijk meegedeeld aan de personen belast met de opvoeding of aan de meerderjarige op te leiden persoon.
§ 3 - Voordat de geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers afloopt, controleert de directeur van het ZAWM, in overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel, of de schoolcijfers nog moeten worden beschermd en betrekt de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon daarbij. Als die bescherming nog noodzakelijk is, dient de directeur van het ZAWM een met redenen omklede aanvraag om verlenging in. De aanvraag stemt overeen met de aanvraag vermeld in artikel 36.7, § 2.
De beslissing van de onderwijsinspectie en de geldigheidsduur van de bescherming van de schoolcijfers zijn in overeenstemming met de artikelen 36.8 en 36.9.
Het geven van een nieuw advies is niet dwingend noodzakelijk, maar moet worden ingeschat door de met de uitvoering van de bescherming van de schoolcijfers belaste leden van het bestuurspersoneel, onderwijzend personeel en sociaal-pedagogisch personeel en van het personeel van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. Een advies is hoogstens zes jaar geldig."
Art.14. Dans la même section, il est inséré un article 36.10 rédigé comme suit :
" Art. 36.10 - § 1er - Le directeur du ZAWM est responsable de la mise en oeuvre de la décision mentionnée à l'article 36.8.
§ 2 - Le directeur du ZAWM évalue chaque année la protection des notes en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique en impliquant les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur.
Le niveau effectif de restitution des acquis est communiqué séparément, à la fin de l'année de formation, aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur.
§ 3 - Avant l'expiration de la validité de la protection des notes, le directeur du ZAWM vérifie la nécessité de protéger les notes, en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi qu'avec les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur. Si nécessaire, le directeur du ZAWM introduit une demande de prolongation motivée. Cette demande correspond à celle mentionnée à l'article 36.7, § 2.
La décision rendue par l'inspection scolaire et la validité de la protection des notes satisfont aux articles 36.8 et 36.9.
L'avis ne doit pas impérativement être renouvelé; le renouvellement est toutefois soumis à l'évaluation des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter la protection des notes. Un avis est valable six ans au maximum. "
" Art. 36.10 - § 1er - Le directeur du ZAWM est responsable de la mise en oeuvre de la décision mentionnée à l'article 36.8.
§ 2 - Le directeur du ZAWM évalue chaque année la protection des notes en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique en impliquant les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur.
Le niveau effectif de restitution des acquis est communiqué séparément, à la fin de l'année de formation, aux personnes chargées de l'éducation ou à l'apprenant majeur.
§ 3 - Avant l'expiration de la validité de la protection des notes, le directeur du ZAWM vérifie la nécessité de protéger les notes, en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi qu'avec les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur. Si nécessaire, le directeur du ZAWM introduit une demande de prolongation motivée. Cette demande correspond à celle mentionnée à l'article 36.7, § 2.
La décision rendue par l'inspection scolaire et la validité de la protection des notes satisfont aux articles 36.8 et 36.9.
L'avis ne doit pas impérativement être renouvelé; le renouvellement est toutefois soumis à l'évaluation des membres du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique ainsi que du centre de pédagogie de soutien chargés d'exécuter la protection des notes. Un avis est valable six ans au maximum. "
Art.15. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.11 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.11 - Overeenkomstig artikel 27, § 1, van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand beslist de klassenraad op pedagogisch verantwoorde basis en in het belang van de op te leiden persoon over de overgang van op te leiden personen van wie het prestatieniveau in een of meer deelgebieden van het opleidingsprogramma algemene kennis, op grond van de behoefte aan bijzondere ondersteuning die bij hen werd vastgesteld en op grond van de bescherming van de schoolcijfers die daarvoor werd toegekend, niet in overeenstemming is met de eisen die voor het opleidingsjaar worden gesteld."
"Art. 36.11 - Overeenkomstig artikel 27, § 1, van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand beslist de klassenraad op pedagogisch verantwoorde basis en in het belang van de op te leiden persoon over de overgang van op te leiden personen van wie het prestatieniveau in een of meer deelgebieden van het opleidingsprogramma algemene kennis, op grond van de behoefte aan bijzondere ondersteuning die bij hen werd vastgesteld en op grond van de bescherming van de schoolcijfers die daarvoor werd toegekend, niet in overeenstemming is met de eisen die voor het opleidingsjaar worden gesteld."
Art.15. Dans la même section, il est inséré un article 36.11 rédigé comme suit :
" Art. 36.11 - En ce qui concerne le passage à l'année supérieure d'apprenants dont le niveau de restitution des acquis dans un ou plusieurs sous-domaines du programme d'apprentissage relatif aux connaissances générales ne répond pas aux exigences de l'année de formation en raison de leurs besoins spécifiques constatés et de la protection des notes accordée en conséquence, le conseil de classe - conformément à l'article 27, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes - statue en prenant ses responsabilités pédagogiques et dans l'intérêt de l'élève. "
" Art. 36.11 - En ce qui concerne le passage à l'année supérieure d'apprenants dont le niveau de restitution des acquis dans un ou plusieurs sous-domaines du programme d'apprentissage relatif aux connaissances générales ne répond pas aux exigences de l'année de formation en raison de leurs besoins spécifiques constatés et de la protection des notes accordée en conséquence, le conseil de classe - conformément à l'article 27, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes - statue en prenant ses responsabilités pédagogiques et dans l'intérêt de l'élève. "
Art.16. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.12 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.12 - Indien op de middelbare school al bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, moet bij de overgang van de middelbare school naar het ZAWM een nieuwe aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers worden ingediend."
"Art. 36.12 - Indien op de middelbare school al bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, moet bij de overgang van de middelbare school naar het ZAWM een nieuwe aanvraag voor bescherming van de schoolcijfers worden ingediend."
Art.16. Dans la même section, il est inséré un article 36.12 rédigé comme suit :
" Art. 36.12 - Si une protection des notes a déjà été octroyée dans une école secondaire, une nouvelle demande en ce sens doit être introduite lors du passage de ladite école au ZAWM. "
" Art. 36.12 - Si une protection des notes a déjà été octroyée dans une école secondaire, une nouvelle demande en ce sens doit être introduite lors du passage de ladite école au ZAWM. "
Art.17. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.13 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.13 - De bescherming van de schoolcijfers die bij de in artikel 36.8 vermelde beslissing werd goedgekeurd, kan op basis van een beslissing die berust op een consensus tussen de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon en de directeur van het ZAWM, in overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel, vóór afloop van de toegekende geldigheidsduur opgeheven worden. In dat geval moet de onderwijsinspectie schriftelijk daarover worden ingelicht."
"Art. 36.13 - De bescherming van de schoolcijfers die bij de in artikel 36.8 vermelde beslissing werd goedgekeurd, kan op basis van een beslissing die berust op een consensus tussen de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon en de directeur van het ZAWM, in overleg met de betrokken leden van het bestuurspersoneel, onderwijspersoneel en sociaal-pedagogisch personeel, vóór afloop van de toegekende geldigheidsduur opgeheven worden. In dat geval moet de onderwijsinspectie schriftelijk daarover worden ingelicht."
Art.17. Dans la même section, il est inséré un article 36.13 rédigé comme suit :
" Art. 36.13 - En se basant sur une décision consensuelle prise par les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur et le directeur du ZAWM en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique, la protection des notes approuvée par la décision mentionnée à l'article 36.8 peut être levée prématurément. Dans ce cas, il convient d'en informer par écrit l'inspection scolaire. "
" Art. 36.13 - En se basant sur une décision consensuelle prise par les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur et le directeur du ZAWM en concertation avec les membres concernés du personnel directeur, enseignant et sociopédagogique, la protection des notes approuvée par la décision mentionnée à l'article 36.8 peut être levée prématurément. Dans ce cas, il convient d'en informer par écrit l'inspection scolaire. "
Art.18. In hoofdstuk 4.1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 3 ingevoegd die artikel 36.14 bevat, luidende:
"Afdeling 3. - Beroepen"
"Afdeling 3. - Beroepen"
Art.18. Dans le chapitre 4.1 du même arrêté, il est inséré une section 3, comportant l'article 36.14, intitulée comme suit :
" Section 3. - Recours ".
" Section 3. - Recours ".
Art.19. In hoofdstuk 4.1, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.14 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.14 - Als de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon het niet eens zijn met een beslissing omtrent de redelijke aanpassingen of de bescherming van de schoolcijfers of een beslissing omtrent de verlenging daarvan, is artikel 93.46 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen van toepassing."
"Art. 36.14 - Als de personen belast met de opvoeding of de meerderjarige op te leiden persoon het niet eens zijn met een beslissing omtrent de redelijke aanpassingen of de bescherming van de schoolcijfers of een beslissing omtrent de verlenging daarvan, is artikel 93.46 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen van toepassing."
Art.19. Dans le chapitre 4.1, section 3, du même arrêté, il est inséré un article 36.14 rédigé comme suit :
" Art. 36.14 - Si les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur ne sont pas d'accord avec la décision relative aux mesures de compensation des désavantages ou de protection des notes ou celle relative à la prolongation de ces mesures, l'article 93.46 du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées s'applique. "
" Art. 36.14 - Si les personnes chargées de l'éducation ou l'apprenant majeur ne sont pas d'accord avec la décision relative aux mesures de compensation des désavantages ou de protection des notes ou celle relative à la prolongation de ces mesures, l'article 93.46 du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées s'applique. "
Art.20. In hoofdstuk 4.1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd die de artikelen 36.15 en 36.16 bevat, luidende:
"Afdeling 4. - Gegevensbescherming"
"Afdeling 4. - Gegevensbescherming"
Art.20. Dans le chapitre 4.1 du même arrêté, il est inséré une section 4, comportant les articles 36.15 à 36.16, intitulée comme suit :
" Section 4. - Protection des données ".
" Section 4. - Protection des données ".
Art.21. In hoofdstuk 4.1, afdeling 4, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.15 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.15 - Het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
De directeur van het ZAWM, de onderwijsinspectie, het comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften en de deskundigen bedoeld in de artikelen 36.2 en 36.7 verwerken persoonsgegevens uitsluitend met het oog op de uitvoering van hun in dit hoofdstuk vervatte opdrachten.
Voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gelden volgende instanties als verwerkingsverantwoordelijke: het ZAWM in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.2, 36.3 en 36.7, de Regering in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.8 en 36.14 en de deskundigen in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.2 en 36.7."
"Art. 36.15 - Het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
De directeur van het ZAWM, de onderwijsinspectie, het comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften en de deskundigen bedoeld in de artikelen 36.2 en 36.7 verwerken persoonsgegevens uitsluitend met het oog op de uitvoering van hun in dit hoofdstuk vervatte opdrachten.
Voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gelden volgende instanties als verwerkingsverantwoordelijke: het ZAWM in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.2, 36.3 en 36.7, de Regering in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.8 en 36.14 en de deskundigen in het kader van de uitvoering van de artikelen 36.2 en 36.7."
Art.21. Dans le chapitre 4.1, section 4, du même arrêté, il est inséré un article 36.15 rédigé comme suit :
" Art. 36.15 - La collecte et le traitement des données à caractère personnel s'opèrent dans le respect du règlement général sur la protection des données.
Le directeur du ZAWM, l'inspection scolaire, la commission de soutien et les organismes experts mentionnés aux articles 36.2 et 36.7 traitent les données à caractère personnel exclusivement aux fins de l'exécution de leurs missions prévues dans le présent chapitre.
Sont responsables du traitement des données à caractère personnel au sens de l'article 4, 7), du règlement général sur la protection des données le ZAWM dans le cadre de l'exécution des articles 36.2, 36.3 et 36.7, le Gouvernement dans le cadre de l'exécution des articles 36.8 et 36.14 et l'organisme expert dans le cadre de l'exécution des articles 36.2 et 36.7. "
" Art. 36.15 - La collecte et le traitement des données à caractère personnel s'opèrent dans le respect du règlement général sur la protection des données.
Le directeur du ZAWM, l'inspection scolaire, la commission de soutien et les organismes experts mentionnés aux articles 36.2 et 36.7 traitent les données à caractère personnel exclusivement aux fins de l'exécution de leurs missions prévues dans le présent chapitre.
Sont responsables du traitement des données à caractère personnel au sens de l'article 4, 7), du règlement général sur la protection des données le ZAWM dans le cadre de l'exécution des articles 36.2, 36.3 et 36.7, le Gouvernement dans le cadre de l'exécution des articles 36.8 et 36.14 et l'organisme expert dans le cadre de l'exécution des articles 36.2 et 36.7. "
Art.22. In dezelfde afdeling wordt een artikel 36.16 ingevoegd, luidende:
"Art. 36.16 - Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens gedurende tien jaar, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag die is ingediend door de op te leiden persoon of door de personen belast met zijn opvoeding, bij de directeur van het ZAWM verwerkt en bewaard."
"Art. 36.16 - Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens gedurende tien jaar, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag die is ingediend door de op te leiden persoon of door de personen belast met zijn opvoeding, bij de directeur van het ZAWM verwerkt en bewaard."
Art.22. - Dans la même section, il est inséré un article 36.16 rédigé comme suit :
" Art. 36.16 - Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou règlementaires qui prévoient, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données sont traitées et conservées pendant dix ans à compter de la réception de la demande de l'apprenant ou de la personne chargée de son éducation par le directeur du ZAWM. "
" Art. 36.16 - Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou règlementaires qui prévoient, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données sont traitées et conservées pendant dix ans à compter de la réception de la demande de l'apprenant ou de la personne chargée de son éducation par le directeur du ZAWM. "
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes
Art.23. Artikel 9, § 1, van het besluit van de Regering van 30 augustus 2018 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand wordt aangevuld met een vierde lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vóór de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd."
"In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vóór de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd."
Art.23. Dans l'article 9 de l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2018 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes, le § 1er est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées. "
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées. "
Art.24. Artikel 26, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vóór de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd."
"In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vóór de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd."
Art.24. Dans l'article 26 du même arrêté, le § 1er est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées. "
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées. "
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.
Art.25. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2024.
Art. 26. De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 26. Le Ministre compétent en matière de Formation est chargé de l'exécution du présent arrêté.