Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 JUNI 2025. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties
Titre
25 JUIN 2025. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 25 août 2016 relatif aux modalités d'application en ce qui concerne les prescriptions spécifiques applicables aux plantes fruitières, les prescriptions spécifiques applicables par les fournisseurs et les règles détaillées des inspections officielles
Informations sur le document
Numac: 2025005466
Datum: 2025-06-25
Info du document
Numac: 2025005466
Date: 2025-06-25
Tekst (5)
Texte (5)
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van uitvoeringsrichtlijn (EU) 2025/145 van de Commissie van 29 januari 2025 tot wijziging van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat de door de Unie gereguleerde niet-quarantaineorganismen Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur en Fig mosaic agent betreft, en tot rectificatie van die uitvoeringsrichtlijn wat de maatregelen betreffende Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider betreft.
Article 1er. Le présent arrêté prévoit la transposition de la directive d'exécution (UE) 2025/145 de la Commission du 29 janvier 2025 modifiant la directive d'exécution 2014/98/UE en ce qui concerne les organismes réglementés non de quarantaine de l'Union que sont Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur et l'agent de la mosaïque du figuier et rectifiant ladite directive d'exécution en ce qui concerne les mesures relatives à Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Art.2. In bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 2 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de tweede kolom wordt bij de soort "Ficus carica L." de volgende bepaling opgeheven:
"virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: fig mosaic agent [FGM000]";
2° in de tweede kolom bij het geslacht `Vaccinium L.' wordt de bepaling
"Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA]" vervangen door de bepaling
"Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA]"
Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur [THEKMI]".
1° in de tweede kolom wordt bij de soort "Ficus carica L." de volgende bepaling opgeheven:
"virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: fig mosaic agent [FGM000]";
2° in de tweede kolom bij het geslacht `Vaccinium L.' wordt de bepaling
"Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA]" vervangen door de bepaling
"Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA]"
Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur [THEKMI]".
Art.2. A l'annexe 1re de l'arrêté ministériel du 25 août 2016 relatif aux modalités d'application en ce qui concerne les prescriptions spécifiques applicables aux plantes fruitières, les prescriptions spécifiques applicables par les fournisseurs et les règles détaillées des inspections officielles, remplacée par l'arrêté ministériel du 23 juillet 2020 et modifiée par l'arrêté ministériel du 2 mai 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la deuxième colonne, pour l'espèce " Ficus carica L. ", la disposition suivante est abrogée :
" virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : agent de la mosaïque du figuier [FGM000] " ;
2° dans la deuxième colonne, pour le genre " Vaccinium L. ", la disposition
" Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA] " est remplacée par la disposition
" Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA] "
Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur [THEKMI] ".
1° dans la deuxième colonne, pour l'espèce " Ficus carica L. ", la disposition suivante est abrogée :
" virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : agent de la mosaïque du figuier [FGM000] " ;
2° dans la deuxième colonne, pour le genre " Vaccinium L. ", la disposition
" Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA] " est remplacée par la disposition
" Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA]
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA]
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA] "
Pucciniastrum minimum (Schweinitz) Arthur [THEKMI] ".
Art. 3. In bijlage 2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 2 mei 2023, wordt de tabel vervangen door wat volgt:
"
"
Art. 3. Dans l'annexe 2 du même arrêté, remplacée par l'arrêté ministériel du 23 juillet 2020 et modifiée par l'arrêté ministériel du 2 mai 2023, le tableau est remplacé par ce qui suit :
"
"
| geslacht of soort | gereguleerde niet-quarantaineorganismen |
| Castanea sativa Mill. | schimmels en oömyceten: Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] |
| Citrus L., Fortunella Swingle en Poncirus Raf. | bacteriën: Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI] schimmels en oömyceten Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Citrus cristacortis agent [CSCC00] Citrus exocortis viroid [CEVD00] Citrus impietratura agent [CSI000] Citrus leaf blotch virus [CLBV00] Citrus psorosis virus [CPSV00] Citrus tristeza virus (EU-isolaten) [CTV000] Citrus variegation virus [CVV000] Hop stunt viroid [HSVD00] |
| Corylus avellana L. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple mosaic virus [APMV00] |
| Cydonia oblonga Mill. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple rubbery wood agent [ARW000] Apple stem grooving virus [ASGV00] Apple stem-pitting virus [ASPV00] Pear bark necrosis agent [PRBN00] Pear bark split agent [PRBS00] Pear blister canker viroid [PBCVD0] Pear rough bark agent [PRRB00] Quince yellow blotch agent [ARW000] |
| Fragaria L. | bacteriën: Xanthomonas fragariae Kennedy & King [XANTFR] schimmels en oömyceten Colletotrichum acutatum Simmonds [COLLAC] Phytophthora cactorum (Lebert & Cohn) J.Schröter [PHYTCC] Phytophthora fragariae C.J. Hickman [PHYTFR] Nematoden: Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] Aphelenchoides blastophthorus Franklin [APLOBL] Aphelenchoides fragariae (Ritzema Bos) Christie [APLOFR] Aphelenchoides ritzemabosi (Schwartz) Steiner & Buhrer [APLORI] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Arabis mosaic virus [ARMV00] Raspberry ringspot virus [RPRSV0] Strawberry crinkle virus [SCRV00] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Strawberry mild yellow edge virus [SMYEV0] Strawberry mottle virus [SMOV00] Strawberry vein banding virus [SVBV00] Tomato black ring virus [TBRV00] |
| Juglans regia L. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Cherry leaf roll virus [CLRV00] |
| Malus Mill. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple dimple fruit viroid [ADFVD0] Apple flat limb agent [AFL000] Apple mosaic virus [APMV00] Apple rubbery wood agent [ARW000] Apple scar skin viroid [ASSVD0] Apple star crack agent [APHW00] Apple stem grooving virus [ASGV00] Apple stem-pitting virus [ASPV00] Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA] vruchtafwijkingen: chat fruit [APCF00], green crinkle [APGC00], bumpy fruit van Ben Davis, rough skin [APRSK0], star crack, russet ring [APLP00], russet wart Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Olea europaea L. | schimmels en oömyceten: Verticillium dahliae Kleb [VERTDA] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's Arabis mosaic virus [ARMV00] Cherry leaf roll virus [CLRV00] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] |
| Prunus dulcis (Miller) Webb | bacteriën: Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple mosaic virus [APMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] Plum pox virus [PPV000] Prune dwarf virus [PDV000] Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus armeniaca L. | bacteriën: Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple mosaic virus [APMV00] Apricot latent virus [ALV000] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] Plum pox virus [PPV000] Prune dwarf virus [PDV000] Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus avium L. en Prunus cerasus L. | bacteriën: Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple mosaic virus [APMV00] Arabis mosaic virus [ARMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] Cherry green ring mottle virus [CGRMV0] Cherry leaf roll virus [CLRV00] Cherry mottle leaf virus [CMLV00] Cherry necrotic rusty mottle virus [CRNRM0] Little cherry virus 1 en 2 [LCHV10], [LCHV20] Plum pox virus [PPV000] Prune dwarf virus [PDV000] Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Raspberry ringspot virus [RPRSV0] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Tomato black ring virus [TBRV00] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus domestica L., Prunus salicina Lindley, en andere voor het Plum pox virus vatbare soorten van Prunus L. in geval van Prunus L.-hybriden | bacteriën: Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple mosaic virus [APMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] Myrobalan latent ringspot virus [MLRSV0] Plum pox virus [PPV000] Prune dwarf virus [PDV000] Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus persica (L.) Batsch | bacteriën: Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple mosaic virus [APMV00] Apricot latent virus [ALV000] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] Peach latent mosaic viroid [PLMVD0] Plum pox virus [PPV000] Prune dwarf virus [PDV000] Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Pyrus L. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] Apple rubbery wood agent [ARW000] Apple stem grooving virus [ASGV00] Apple stem-pitting virus [ASPV00] Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY] Pear bark necrosis agent [PRBN00] Pear bark split agent [PRBS00] Pear blister canker viroid [PBCVD0] Pear rough bark agent [PRRB00] Quince yellow blotch agent [ARW000] |
| Ribes L. | virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Arabis mosaic virus [ARMV00] Blackcurrant reversion virus [BRAV00] Cucumber mosaic virus [CMV000] Gooseberry vein banding associated virus [GOVB00] Raspberry ringspot virus [RPRSV0] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] |
| Rubus L. | schimmels en oömyceten: Phytophthora spp. de Bary [1PHYTG] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Apple mosaic virus [APMV00] Arabis mosaic virus [ARMV00] Black raspberry necrosis virus [BRNV00] Candidatus Phytoplasma rubi Malembic-Maher et al. [PHYPRU] Cucumber mosaic virus [CMV000] Raspberry bushy dwarf virus [RBDV00] Raspberry leaf mottle virus [RLMV00] Raspberry ringspot virus [RPRSV0] Raspberry vein chlorosis virus [RVCV00] Raspberry yellow spot [RYS000] Rubus yellow net virus [RYNV00] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Tomato black ring virus [TBRV00] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Vaccinium L. | schimmels en oömyceten: Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's: Blueberry mosaic associated ophiovirus [BLMAV0] Blueberry red ringspot virus [BRRV00] Blueberry scorch virus [BLSCV0] Blueberry shock virus [BLSHV0] Blueberry shoestring virus [BSSV00] Candidatus Phytoplasma asteris Lee et al. [PHYPAS] Candidatus Phytoplasma pruni [PHYPPN] Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] Cranberry false blossom phytoplasma [PHYPFB] Tobacco ringspot virus [TRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0]" |
Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] Citrus L., Fortunella Swingle en
Poncirus Raf. bacteriën:
Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI]
schimmels en oömyceten
Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Citrus cristacortis agent [CSCC00]
Citrus exocortis viroid [CEVD00]
Citrus impietratura agent [CSI000]
Citrus leaf blotch virus [CLBV00]
Citrus psorosis virus [CPSV00]
Citrus tristeza virus (EU-isolaten) [CTV000]
Citrus variegation virus [CVV000]
Hop stunt viroid [HSVD00] Corylus avellana L. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple mosaic virus [APMV00] Cydonia oblonga Mill. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple rubbery wood agent [ARW000]
Apple stem grooving virus [ASGV00]
Apple stem-pitting virus [ASPV00]
Pear bark necrosis agent [PRBN00]
Pear bark split agent [PRBS00]
Pear blister canker viroid [PBCVD0]
Pear rough bark agent [PRRB00]
Quince yellow blotch agent [ARW000] Fragaria L. bacteriën:
Xanthomonas fragariae Kennedy & King [XANTFR]
schimmels en oömyceten
Colletotrichum acutatum Simmonds [COLLAC]
Phytophthora cactorum (Lebert & Cohn) J.Schröter [PHYTCC]
Phytophthora fragariae C.J. Hickman [PHYTFR]
Nematoden:
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE]
Aphelenchoides blastophthorus Franklin [APLOBL]
Aphelenchoides fragariae (Ritzema Bos) Christie [APLOFR]
Aphelenchoides ritzemabosi (Schwartz) Steiner & Buhrer [APLORI]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Arabis mosaic virus [ARMV00]
Raspberry ringspot virus [RPRSV0]
Strawberry crinkle virus [SCRV00]
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0]
Strawberry mild yellow edge virus [SMYEV0]
Strawberry mottle virus [SMOV00]
Strawberry vein banding virus [SVBV00]
Tomato black ring virus [TBRV00] Juglans regia L. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Cherry leaf roll virus [CLRV00] Malus Mill. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple dimple fruit viroid [ADFVD0]
Apple flat limb agent [AFL000]
Apple mosaic virus [APMV00]
Apple rubbery wood agent [ARW000]
Apple scar skin viroid [ASSVD0]
Apple star crack agent [APHW00]
Apple stem grooving virus [ASGV00]
Apple stem-pitting virus [ASPV00]
Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA]
vruchtafwijkingen: chat fruit [APCF00], green crinkle [APGC00], bumpy fruit
van Ben Davis, rough skin [APRSK0], star crack, russet ring [APLP00], russet wart
Tomato ringspot virus [TORSV0] Olea europaea L. schimmels en oömyceten:
Verticillium dahliae Kleb [VERTDA]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's
Arabis mosaic virus [ARMV00]
Cherry leaf roll virus [CLRV00]
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Prunus dulcis (Miller) Webb bacteriën:
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple mosaic virus [APMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
Plum pox virus [PPV000]
Prune dwarf virus [PDV000]
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus armeniaca L. bacteriën:
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple mosaic virus [APMV00]
Apricot latent virus [ALV000]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
Plum pox virus [PPV000]
Prune dwarf virus [PDV000]
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus avium L. en Prunus cerasus L. bacteriën:
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple mosaic virus [APMV00]
Arabis mosaic virus [ARMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
Cherry green ring mottle virus [CGRMV0]
Cherry leaf roll virus [CLRV00]
Cherry mottle leaf virus [CMLV00]
Cherry necrotic rusty mottle virus [CRNRM0]
Little cherry virus 1 en 2 [LCHV10], [LCHV20]
Plum pox virus [PPV000]
Prune dwarf virus [PDV000]
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0]
Raspberry ringspot virus [RPRSV0]
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0]
Tomato black ring virus [TBRV00]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus domestica L., Prunus salicina Lindley, en andere voor het Plum pox virus vatbare soorten van Prunus L. in
geval van Prunus L.-hybriden bacteriën:
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple mosaic virus [APMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
Myrobalan latent ringspot virus [MLRSV0]
Plum pox virus [PPV000]
Prune dwarf virus [PDV000]
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus persica (L.) Batsch bacteriën:
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple mosaic virus [APMV00]
Apricot latent virus [ALV000]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
Peach latent mosaic viroid [PLMVD0]
Plum pox virus [PPV000]
Prune dwarf virus [PDV000]
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Pyrus L. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0]
Apple rubbery wood agent [ARW000]
Apple stem grooving virus [ASGV00]
Apple stem-pitting virus [ASPV00]
Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY]
Pear bark necrosis agent [PRBN00]
Pear bark split agent [PRBS00]
Pear blister canker viroid [PBCVD0]
Pear rough bark agent [PRRB00]
Quince yellow blotch agent [ARW000] Ribes L. virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Arabis mosaic virus [ARMV00]
Blackcurrant reversion virus [BRAV00]
Cucumber mosaic virus [CMV000]
Gooseberry vein banding associated virus [GOVB00]
Raspberry ringspot virus [RPRSV0]
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] Rubus L. schimmels en oömyceten:
Phytophthora spp. de Bary [1PHYTG]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Apple mosaic virus [APMV00]
Arabis mosaic virus [ARMV00]
Black raspberry necrosis virus [BRNV00]
Candidatus Phytoplasma rubi Malembic-Maher et al. [PHYPRU]
Cucumber mosaic virus [CMV000]
Raspberry bushy dwarf virus [RBDV00]
Raspberry leaf mottle virus [RLMV00]
Raspberry ringspot virus [RPRSV0]
Raspberry vein chlorosis virus [RVCV00]
Raspberry yellow spot [RYS000]
Rubus yellow net virus [RYNV00]
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0]
Tomato black ring virus [TBRV00]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Vaccinium L. schimmels en oömyceten:
Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA]
virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's:
Blueberry mosaic associated ophiovirus [BLMAV0]
Blueberry red ringspot virus [BRRV00]
Blueberry scorch virus [BLSCV0]
Blueberry shock virus [BLSHV0]
Blueberry shoestring virus [BSSV00]
Candidatus Phytoplasma asteris Lee et al. [PHYPAS]
Candidatus Phytoplasma pruni [PHYPPN]
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO]
Cranberry false blossom phytoplasma [PHYPFB]
Tobacco ringspot virus [TRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0]"
".
| genre ou espèce | organismes réglementés non de quarantaine |
| Castanea sativa Mill. | champignons et oomycètes : Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] |
| Citrus L., Fortunella Swingle et Poncirus Raf. | bactéries : Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI] champignons et oomycètes Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : Agent du cristacortis des agrumes [CSCC00] Viroïde de l'exocortis des agrumes [CEVD00] Agent de l'impietratura des agrumes [CSI000] Virus des taches foliaires des agrumes [CLBV00] Virus de la psorose des agrumes [CPSV00] Virus de la tristeza des agrumes (isolats de l'UE) [CTV000] Virus de la panachure infectieuse des agrumes [CVV000] Viroïde de la cachexie des agrumes [HSVD00] |
| Corylus avellana L. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus de la mosaïque du pommier [APMV00] |
| Cydonia oblonga Mill. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] agent du bois souple du pommier [ARW000] virus du bois rayé du pommier [ASGV00] virus du bois strié du pommier [ASPV00] agent de la nécrose de l'écorce du poirier [PRBN00] agent de l'écorce fendue du poirier [PRBS00] viroïde du chancre pustuleux du poirier [PBCVD0] agent de la rugosité de l'écorce du poirier [PRRB00] agent des pustules jaunes du cognassier [ARW000] |
| Fragaria L. | bactéries : Xanthomonas fragariae Kennedy & King [XANTFR] champignons et oomycètes Colletotrichum acutatum Simmonds [COLLAC] Phytophthora cactorum (Lebert & Cohn) J. Schröter [PHYTCC] Phytophthora fragariae C.J. Hickman [PHYTFR] Nématodes : Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] Aphelenchoides blastophthorus Franklin [APLOBL] Aphelenchoides fragariae (Ritzema Bos) Christie [APLOFR] Aphelenchoides ritzemabosi (Schwartz) Steiner & Buhrer [APLORI] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00] virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0] virus de la frisolée du fraisier [SCRV00] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] virus du bord jaune du fraisier [SMYEV0] virus de la marbrure du fraisier [SMOV00] virus du liséré des nervures du fraisier [SVBV00] virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00] |
| Juglans regia L. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00] |
| Malus Mill. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] viroïde de la pomme ridée [ADFVD0] agent de la plastomanie du pommier [AFL000] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] agent du bois souple du pommier [ARW000] viroïde de l'épiderme balafré du pommier [ASSVD0] agent de la craquelure étoilée de la pomme [APHW00] virus du bois rayé du pommier [ASGV00] virus du bois strié du pommier [ASPV00] Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA] altérations sur fruits : fruit atrophié du pommier [APCF00], fruits bosselés [APGC00], fruits cabossés de Ben Davis, maladie des taches liégeuses [APRSK0], craquelure étoilée, roussissement annulaire [APLP00], fruits verruqueux Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Olea europaea L. | champignons et oomycètes : Verticillium dahliae Kleb [VERTDA] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00] virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] |
| Prunus dulcis (Miller) Webb | bactéries : Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] virus de la sharka [PPV000] virus du rabougrissement du prunier [PDV000] virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus armeniaca L. | bactéries : Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] virus latent de l'abricotier [ALV000] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] virus de la sharka [PPV000] virus du rabougrissement du prunier [PDV000] virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus avium L. et Prunus cerasus L. | bactéries : Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] virus de la marbrure annulaire verte du cerisier [CGRMV0] virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00] virus de la marbrure foliaire du cerisier [CMLV00] virus de la marbrure brune nécrotique du cerisier [CRNRM0] virus 1 et 2 de la petite cerise [LCHV10], [LCHV20] virus de la sharka [PPV000] virus du rabougrissement du prunier [PDV000] virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus domestica L., Prunus salicina Lindley et autres espèces de Prunus L. sensibles au virus de la sharka dans le cas des hybrides de Prunus L. | bactéries : Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] virus des taches annulaires latentes du myrobolan [MLRSV0] virus de la sharka [PPV000] virus du rabougrissement du prunier [PDV000] virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Prunus persica (L.) Batsch | bactéries : Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] virus de la mosaïque du pommier [APMV00] virus latent de l'abricotier [ALV000] Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] viroïde de la mosaïque latente du pêcher [PLMVD0] virus de la sharka [PPV000] virus du rabougrissement du prunier [PDV000] virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Pyrus L. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0] agent du bois souple du pommier [ARW000] virus du bois rayé du pommier [ASGV00] virus du bois strié du pommier [ASPV00] Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY] agent de la nécrose de l'écorce du poirier [PRBN00] agent de l'écorce fendue du poirier [PRBS00] viroïde du chancre pustuleux du poirier [PBCVD0] agent de la rugosité de l'écorce du poirier [PRRB00] agent des pustules jaunes du cognassier [ARW000] |
| Ribes L. | virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00] virus de la réversion du cassis [BRAV00] virus de la mosaïque du concombre [CMV000] virus associé à la chlorose des nervures du groseillier à maquereau [GOVB00] virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] |
| Rubus L. | champignons et oomycètes : Phytophthora spp. de Bary [1PHYTG] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : virus de la mosaïque du pommier [APMV00] virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00] virus de la nécrose du Rubus ou de la ronce [BRNV00] Candidatus Phytoplasma rubi Malembic-Maher et al. [PHYPRU] virus de la mosaïque du concombre [CMV000] virus du rabougrissement buissonnant du framboisier [RBDV00] virus de la marbrure foliaire du framboisier [RLMV00] virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0] virus de la chlorose des nervures du framboisier [RVCV00] raspberry yellow spot [RYS000] virus du réseau jaune du Rubus [RYNV00] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
| Vaccinium L. | champignons et oomycètes : Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes : ophiovirus associé à Blueberry mosaic [BLMAV0] blueberry red ringspot virus [BRRV00] virus de la brunissure nécrotique de la myrtille [BLSCV0] virus du choc de la myrtille [BLSHV0] blueberry shoestring virus [BSSV00] Candidatus Phytoplasma asteris Lee et al. [PHYPAS] Candidatus Phytoplasma pruni [PHYPPN] Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] cranberry false blossom phytoplasma [PHYPFB] Tobacco ringspot virus [TRSV0] Tomato ringspot virus [TORSV0] |
Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA] Citrus L., Fortunella Swingle et
Poncirus Raf. bactéries :
Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI]
champignons et oomycètes
Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
Agent du cristacortis des agrumes [CSCC00]
Viroïde de l'exocortis des agrumes [CEVD00]
Agent de l'impietratura des agrumes [CSI000]
Virus des taches foliaires des agrumes [CLBV00]
Virus de la psorose des agrumes [CPSV00]
Virus de la tristeza des agrumes (isolats de l'UE) [CTV000]
Virus de la panachure infectieuse des agrumes [CVV000]
Viroïde de la cachexie des agrumes [HSVD00] Corylus avellana L. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus de la mosaïque du pommier [APMV00] Cydonia oblonga Mill. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
agent du bois souple du pommier [ARW000]
virus du bois rayé du pommier [ASGV00]
virus du bois strié du pommier [ASPV00]
agent de la nécrose de l'écorce du poirier [PRBN00]
agent de l'écorce fendue du poirier [PRBS00]
viroïde du chancre pustuleux du poirier [PBCVD0]
agent de la rugosité de l'écorce du poirier [PRRB00]
agent des pustules jaunes du cognassier [ARW000] Fragaria L. bactéries :
Xanthomonas fragariae Kennedy & King [XANTFR]
champignons et oomycètes
Colletotrichum acutatum Simmonds [COLLAC]
Phytophthora cactorum (Lebert & Cohn) J. Schröter [PHYTCC]
Phytophthora fragariae C.J. Hickman [PHYTFR]
Nématodes :
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE]
Aphelenchoides blastophthorus Franklin [APLOBL]
Aphelenchoides fragariae (Ritzema Bos) Christie [APLOFR]
Aphelenchoides ritzemabosi (Schwartz) Steiner & Buhrer [APLORI]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00]
virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0]
virus de la frisolée du fraisier [SCRV00]
virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0]
virus du bord jaune du fraisier [SMYEV0]
virus de la marbrure du fraisier [SMOV00]
virus du liséré des nervures du fraisier [SVBV00]
virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00] Juglans regia L. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00] Malus Mill. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
viroïde de la pomme ridée [ADFVD0]
agent de la plastomanie du pommier [AFL000]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
agent du bois souple du pommier [ARW000]
viroïde de l'épiderme balafré du pommier [ASSVD0]
agent de la craquelure étoilée de la pomme [APHW00]
virus du bois rayé du pommier [ASGV00]
virus du bois strié du pommier [ASPV00]
Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA]
altérations sur fruits : fruit atrophié du pommier [APCF00], fruits bosselés [APGC00], fruits cabossés de Ben Davis, maladie des taches liégeuses [APRSK0], craquelure étoilée, roussissement annulaire [APLP00], fruits verruqueux
Tomato ringspot virus [TORSV0] Olea europaea L. champignons et oomycètes :
Verticillium dahliae Kleb [VERTDA]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes
virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00]
virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00]
virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] Prunus dulcis (Miller) Webb bactéries :
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
virus de la sharka [PPV000]
virus du rabougrissement du prunier [PDV000]
virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus armeniaca L. bactéries :
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
virus latent de l'abricotier [ALV000]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
virus de la sharka [PPV000]
virus du rabougrissement du prunier [PDV000]
virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus avium L. et Prunus cerasus L. bactéries :
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
virus de la marbrure annulaire verte du cerisier [CGRMV0]
virus de l'enroulement foliaire du cerisier [CLRV00]
virus de la marbrure foliaire du cerisier [CMLV00]
virus de la marbrure brune nécrotique du cerisier [CRNRM0]
virus 1 et 2 de la petite cerise [LCHV10], [LCHV20]
virus de la sharka [PPV000]
virus du rabougrissement du prunier [PDV000]
virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0]
virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0]
virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0]
virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus domestica L., Prunus salicina Lindley et autres espèces de Prunus L. sensibles au virus de la sharka dans le cas des hybrides de Prunus L. bactéries :
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
virus des taches annulaires latentes du myrobolan [MLRSV0]
virus de la sharka [PPV000]
virus du rabougrissement du prunier [PDV000]
virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Prunus persica (L.) Batsch bactéries :
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
virus latent de l'abricotier [ALV000]
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR]
viroïde de la mosaïque latente du pêcher [PLMVD0]
virus de la sharka [PPV000]
virus du rabougrissement du prunier [PDV000]
virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus [PNRSV0] virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Pyrus L. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus des taches chlorotiques du pommier [ACLSV0]
agent du bois souple du pommier [ARW000]
virus du bois rayé du pommier [ASGV00]
virus du bois strié du pommier [ASPV00]
Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY]
agent de la nécrose de l'écorce du poirier [PRBN00]
agent de l'écorce fendue du poirier [PRBS00]
viroïde du chancre pustuleux du poirier [PBCVD0]
agent de la rugosité de l'écorce du poirier [PRRB00]
agent des pustules jaunes du cognassier [ARW000] Ribes L. virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00]
virus de la réversion du cassis [BRAV00]
virus de la mosaïque du concombre [CMV000]
virus associé à la chlorose des nervures du groseillier à maquereau [GOVB00]
virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0]
virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0] Rubus L. champignons et oomycètes :
Phytophthora spp. de Bary [1PHYTG]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
virus de la mosaïque du pommier [APMV00]
virus de la mosaïque de l'arabette [ARMV00]
virus de la nécrose du Rubus ou de la ronce [BRNV00]
Candidatus Phytoplasma rubi Malembic-Maher et al. [PHYPRU]
virus de la mosaïque du concombre [CMV000]
virus du rabougrissement buissonnant du framboisier [RBDV00]
virus de la marbrure foliaire du framboisier [RLMV00]
virus des taches annulaires du framboisier [RPRSV0]
virus de la chlorose des nervures du framboisier [RVCV00]
raspberry yellow spot [RYS000]
virus du réseau jaune du Rubus [RYNV00]
virus des taches annulaires latentes du fraisier [SLRSV0]
virus des anneaux noirs de la tomate [TBRV00]
Tomato ringspot virus [TORSV0] Vaccinium L. champignons et oomycètes :
Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld [PHYTRA]
virus, viroïdes, maladies apparentées aux viroses et phytoplasmes :
ophiovirus associé à Blueberry mosaic [BLMAV0]
blueberry red ringspot virus [BRRV00]
virus de la brunissure nécrotique de la myrtille [BLSCV0]
virus du choc de la myrtille [BLSHV0]
blueberry shoestring virus [BSSV00]
Candidatus Phytoplasma asteris Lee et al. [PHYPAS]
Candidatus Phytoplasma pruni [PHYPPN]
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO]
cranberry false blossom phytoplasma [PHYPFB]
Tobacco ringspot virus [TRSV0]
Tomato ringspot virus [TORSV0]
".
Art.4. In bijlage 4 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 2 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 8 wordt vervangen door wat volgt:
"8. Malus Mill.
a) Alle categorieën
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
b) Prebasiscategorie
Bemonstering en toetsing
Vijftien jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijftien jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
Als krachtens Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie (*) bij afwijking wordt toegestaan dat prebasismateriaal in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden wordt geproduceerd, zijn de volgende voorschriften van toepassing voor Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., en Tomato ringspot virus:
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a)teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie zijn tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en teeltmateriaal en fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
c) Basiscategorie
Bemonstering en toetsing
In geval van basismoederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijftien jaar een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
In geval van basismoederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke drie jaar een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, en de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, met uitzondering van Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Basismoederplanten worden om de twintig jaar bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie worden tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten worden onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
d) Gecertificeerde categorie
Bemonstering en toetsing
In geval van gecertificeerde moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijftien jaar een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
In geval van gecertificeerde moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijf jaar een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2,met uitzondering van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, en de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, met uitzondering van Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Gecertificeerde moederplanten worden om de twintig jaar bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaine organismen, vermeld in bijlage 1 en 2, worden gecertificeerde fruitgewassen bemonsterd en getoetst.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en de eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende symptoomvrije teeltmateriaal en de resterende symptoomvrije fruitgewassen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie worden tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten worden onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
c) CAC-categorie
Bemonstering en toetsing
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen. Eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd. Een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie zijn tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en teeltmateriaal en fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. Vertonen, en eventuele omringende waardplanten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en de symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.";
2° punt 11 wordt vervangen door wat volgt:
"11. Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Miller) Webb, Prunus persica (L.) Batsch en Prunus salicina Lindley
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd voor Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie (Prunus persica (L.) Batsch en Prunus salicina Lindley). Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd voor alle gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie.
Bemonstering en toetsing
Teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie van Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., en Prunus dulcis (Miller) Webb zijn afkomstig van moederplanten die in het voorgaande groeiseizoen zijn getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus.
Prebasisonderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. zijn afkomstig van moederplanten die in het voorgaande groeiseizoen zijn getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus. Prebasisonderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. zijn afkomstig van moederplanten die binnen de vijf voorgaande groeiseizoenen zijn getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Een jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elk jaar wordt elke bloeiende prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus. In geval van Prunus persica wordt elke bloeiende prebasismoederplant een jaar na aanvaarding als prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Peach latent mosaic viroid.
Elke boom die specifiek voor bestuiving is geplant, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en getoetst op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus.
Vijf jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijf jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus.
Tien jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke tien jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Prune dwarf virus, Plum pox virus en Prunus necrotic ringspot virus, die relevant zijn voor de soort, vermeld in bijlage 2, en bij twijfel over de aanwezigheid ervan wordt elke prebasismoederplant getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1. Een representatief deel van de prebasismoederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
Als krachtens Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie bij afwijking wordt toegestaan dat prebasismateriaal in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden wordt geproduceerd, zijn de volgende voorschriften van toepassing voor Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie en Tomato ringspot virus:
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie worden geïsoleerd van andere waardplanten. De isolatieafstand van de productielocatie is afhankelijk van de regionale omstandigheden, het type teeltmateriaal, de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider in het gebied in kwestie en de relevante risico's zoals op basis van inspecties door de bevoegde autoriteiten vastgesteld;
ii) Plum pox virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
- tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
b) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie worden geïsoleerd van andere waardplanten. De isolatieafstand van de productielocatie is afhankelijk van de regionale omstandigheden, het type teeltmateriaal, de aanwezigheid van Plum pox virus in het gebied in kwestie en de relevante risico's, die op basis van inspecties door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
b) Basis-, gecertificeerde en CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
c) Basiscategorie
Bemonstering en toetsing
i) Moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Plum pox virus. Elke tien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elk jaar wordt een dusdanig representatief deel van de basismoederplanten, met uitzondering van de planten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en op Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van tien jaar worden getoetst.
Elk jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Plum pox virus en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de basismoederplanten van Prunus domestica L. die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, is in de vijf voorgaande groeiseizoenen bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de basismoederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Elke twintig jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Elke tien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus, Plum pox virus en Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid ervan, getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
1) Bloeiende moederplanten
Elk jaar wordt een representatief deel van de bloeiende basismoederplanten bemonsterd en op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
In geval van Prunus persica (L.) Batsch wordt elk jaar een representatief deel van de bloeiende basismoederplanten bemonsterd en op Peach latent mosaic viroid getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
Een representatief deel van de bomen die specifiek voor bestuiving geplant zijn, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
2) Niet-bloeiende moederplanten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de niet-bloeiende basismoederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, bemonsterd en op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
d) Gecertificeerde categorie
Bemonstering en toetsing
i) Moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke vijf jaar wordt een dusdanig representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van vijftien jaar worden getoetst. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke drie jaar wordt een dusdanig representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van vijftien jaar worden getoetst.
Elk jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en op de aanwezigheid van Plum pox virus getoetst en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, zijn in de vijf voorgaande groeiseizoenen bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme. Een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Elke twintig jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en wordt het getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en wordt het getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus, Plum pox virus en Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid ervan, getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
1) Bloeiende moederplanten
Elk jaar wordt een representatief deel van de bloeiende gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten. In geval van Prunus persica (L.) Batsch wordt elk jaar een representatief deel van de bloeiende gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Peach latent mosaic viroid getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
Een representatief deel van de bomen die specifiek voor bestuiving geplant zijn, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
2) Niet-bloeiende moederplanten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de niet-bloeiende gecertificeerde moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, bemonsterd en op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
e) Basis- en gecertificeerde categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin de planten met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider;
ii) Plum pox virus
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen. Eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Plum pox virus waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd. Een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin de planten met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
f) CAC-categorie
Bemonstering en toetsing
Teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie komen voort uit een geïdentificeerde bron van materiaal waarvan een representatief deel binnen de drie voorgaande groeiseizoenen is bemonsterd en getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus.
CAC-onderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. komen voort uit een geïdentificeerde bron van materiaal waarvan een representatief deel binnen de vijf voorgaande jaren is bemonsterd en getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus.
Bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. wordt een representatief deel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie bemonsterd en getoetst.
Een representatief deel van de CAC-fruitgewassen die bij visuele inspectie geen symptomen van Plum pox virus vertonen, wordt bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten wat de aanwezigheid van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme betreft, en in geval van symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid.
Als bij visuele inspectie op de productielocatie teeltmateriaal en fruitgewassen worden aangetroffen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, wordt een representatief deel van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen van de CAC-categorie zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, bemonsterd en getoetst met het oog op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin teeltmateriaal en fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider;
ii) Plum pox virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Plum pox virus waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en die symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.";
3° punt 14 wordt vervangen door wat volgt:
"14. Rubus L.
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Twee jaar na de aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke twee jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de virussen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2; of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2, waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
b) Basiscategorie
Visuele inspectie
Als teeltmateriaal en fruitgewassen in het veld of in potten worden gekweekt, wordt twee keer per jaar een visuele inspectie uitgevoerd.
Teeltmateriaal en fruitgewassen die door microvermeerdering zijn verkregen en korter dan drie maanden worden bewaard, hoeven tijdens die periode maar één keer visueel te worden geïnspecteerd.
Bemonstering en toetsing
Als de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) in geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het teeltmateriaal en de fruitgewassen in kwestie verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) voorschriften voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,1% in geval van:
1) Agrobacterium spp. Conn, en
2) Rhodococcus fascians Tilford, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
iii) voorschriften voor alle virussen:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de virussen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van de virussen voor Rubus L. waargenomen, vermeld in bijlage 2, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 0,25% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van alle virussen, vermeld in bijlage 1 en 2, waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
c) Gecertificeerde categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Indien de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van in de bijlagen 1 en 2 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) in het geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het desbetreffende teeltmateriaal en de desbetreffende fruitgewassen verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) voorschriften voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,5 % in het geval van Resseliella theobaldi Barnes;
b) 0,1 % in het geval van:
1) Agrobacterium spp. Conn, en
2) Rhodococcus fascians Tilford, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd,
iii) voorschriften voor alle virussen:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van de in bijlage 2 voor Rubus L. vermelde virussen, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van de in bijlage 2 voor Rubus L. vermelde virussen waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 0,5 % van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van alle in de bijlagen 1 en 2 vermelde virussen waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
d) CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Als de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor voor Rubus L., vermeld in bijlage 1 en 2; of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor Rubus L., vermeld in bijlage 1 en 2, waargenomen, en
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn in geval van symptomen van Tomato ringspot virus die symptomen op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en die symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, en
d) in het geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het teeltmateriaal en de fruitgewassen in kwestie onmiddellijk verwijderd en vernietigd.";
4° punt 15 wordt vervangen door wat volgt:
"15. Vaccinium L.
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Vijf jaar na de aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijf jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
b) Basiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn waargenomen;
ii) Diaporthe vaccinii Shear:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Diaporthe vaccinii Shear, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Diaporthe vaccinii Shear waargenomen;
iii) Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin en Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,1% in geval van Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck;
b) 0,5% in geval van Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
iv) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen;
v) Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
c) Gecertificeerde en CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
d) Gecertificeerde categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin en Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,5% in geval van Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn; Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck;
b) 1% in geval van Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
ii) Diaporthe vaccinii Shear:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Diaporthe vaccinii Shear, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Diaporthe vaccinii Shear waargenomen;
iii) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
c) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie die symptomen vertonen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld op de productielocatie, en alle planten binnen een straal van twee meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen vertonen, worden verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond, en
d) voor alle planten binnen een straal van tien meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen, en ook het resterende teeltmateriaal en de fruitgewassen van de besmette partij worden binnen drie maanden na de ontdekking van het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen voor de opsporing van het plaagorganisme geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen en gedurende die periode van drie maanden worden geen behandelingen uitgevoerd die symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld onderdrukken, en
e) na die periode van drie maanden:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, en
f) voor alle andere teeltmateriaal en fruitgewassen op de productielocatie:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld;
iv) Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
e) CAC-categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen;
c) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld op de productielocatie en alle planten binnen een straal van twee meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen vertonen, worden verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond, en
d) voor alle planten binnen een straal van tien meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen, en ook het resterende teeltmateriaal en de fruitgewassen van de besmette partij:
worden binnen drie maanden na de ontdekking van het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen voor de opsporing van het plaagorganisme geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen. Gedurende die periode van drie maanden worden geen behandelingen uitgevoerd die symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld onderdrukken. Na die periode van drie maanden:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, en
e) voor alle andere teeltmateriaal en fruitgewassen op de productielocatie:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld.".
1° punt 8 wordt vervangen door wat volgt:
"8. Malus Mill.
a) Alle categorieën
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
b) Prebasiscategorie
Bemonstering en toetsing
Vijftien jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijftien jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
Als krachtens Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie (*) bij afwijking wordt toegestaan dat prebasismateriaal in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden wordt geproduceerd, zijn de volgende voorschriften van toepassing voor Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., en Tomato ringspot virus:
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a)teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie zijn tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en teeltmateriaal en fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
c) Basiscategorie
Bemonstering en toetsing
In geval van basismoederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijftien jaar een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
In geval van basismoederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke drie jaar een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, en de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, met uitzondering van Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Basismoederplanten worden om de twintig jaar bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie worden tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten worden onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
d) Gecertificeerde categorie
Bemonstering en toetsing
In geval van gecertificeerde moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijftien jaar een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
In geval van gecertificeerde moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, wordt elke vijf jaar een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2,met uitzondering van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, en de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die geen virusachtige ziekten of viroïden zijn, met uitzondering van Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Gecertificeerde moederplanten worden om de twintig jaar bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaine organismen, vermeld in bijlage 1 en 2, worden gecertificeerde fruitgewassen bemonsterd en getoetst.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen worden op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en de eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid worden verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende symptoomvrije teeltmateriaal en de resterende symptoomvrije fruitgewassen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie worden tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. vertonen, en eventuele omringende waardplanten worden onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.
c) CAC-categorie
Bemonstering en toetsing
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider waargenomen. Eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd. Een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., of
b) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie zijn tijdens het laatste volledige groeiseizoen geïnspecteerd, en teeltmateriaal en fruitgewassen die symptomen van Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. Vertonen, en eventuele omringende waardplanten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
iii) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en de symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd.";
2° punt 11 wordt vervangen door wat volgt:
"11. Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Miller) Webb, Prunus persica (L.) Batsch en Prunus salicina Lindley
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd voor Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie (Prunus persica (L.) Batsch en Prunus salicina Lindley). Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd voor alle gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie.
Bemonstering en toetsing
Teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie van Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., en Prunus dulcis (Miller) Webb zijn afkomstig van moederplanten die in het voorgaande groeiseizoen zijn getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus.
Prebasisonderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. zijn afkomstig van moederplanten die in het voorgaande groeiseizoen zijn getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus. Prebasisonderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. zijn afkomstig van moederplanten die binnen de vijf voorgaande groeiseizoenen zijn getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Een jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elk jaar wordt elke bloeiende prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus. In geval van Prunus persica wordt elke bloeiende prebasismoederplant een jaar na aanvaarding als prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Peach latent mosaic viroid.
Elke boom die specifiek voor bestuiving is geplant, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en getoetst op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus.
Vijf jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijf jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus.
Tien jaar na aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke tien jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Prune dwarf virus, Plum pox virus en Prunus necrotic ringspot virus, die relevant zijn voor de soort, vermeld in bijlage 2, en bij twijfel over de aanwezigheid ervan wordt elke prebasismoederplant getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1. Een representatief deel van de prebasismoederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
Als krachtens Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie bij afwijking wordt toegestaan dat prebasismateriaal in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden wordt geproduceerd, zijn de volgende voorschriften van toepassing voor Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Plum pox virus, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie en Tomato ringspot virus:
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie worden geïsoleerd van andere waardplanten. De isolatieafstand van de productielocatie is afhankelijk van de regionale omstandigheden, het type teeltmateriaal, de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider in het gebied in kwestie en de relevante risico's zoals op basis van inspecties door de bevoegde autoriteiten vastgesteld;
ii) Plum pox virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
- tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
b) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie worden geïsoleerd van andere waardplanten. De isolatieafstand van de productielocatie is afhankelijk van de regionale omstandigheden, het type teeltmateriaal, de aanwezigheid van Plum pox virus in het gebied in kwestie en de relevante risico's, die op basis van inspecties door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
b) Basis-, gecertificeerde en CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
c) Basiscategorie
Bemonstering en toetsing
i) Moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Plum pox virus. Elke tien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elk jaar wordt een dusdanig representatief deel van de basismoederplanten, met uitzondering van de planten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en op Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van tien jaar worden getoetst.
Elk jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Plum pox virus en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de basismoederplanten van Prunus domestica L. die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, is in de vijf voorgaande groeiseizoenen bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de basismoederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Elke twintig jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Elke tien jaar wordt een representatief deel van de basismoederplanten bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus, Plum pox virus en Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid ervan, getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
1) Bloeiende moederplanten
Elk jaar wordt een representatief deel van de bloeiende basismoederplanten bemonsterd en op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
In geval van Prunus persica (L.) Batsch wordt elk jaar een representatief deel van de bloeiende basismoederplanten bemonsterd en op Peach latent mosaic viroid getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
Een representatief deel van de bomen die specifiek voor bestuiving geplant zijn, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
2) Niet-bloeiende moederplanten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de niet-bloeiende basismoederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, bemonsterd en op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
d) Gecertificeerde categorie
Bemonstering en toetsing
i) Moederplanten die in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke vijf jaar wordt een dusdanig representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op de aanwezigheid van Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus en Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van vijftien jaar worden getoetst. Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten
Elke drie jaar wordt een dusdanig representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Plum pox virus getoetst zodat alle planten in een tijdsbestek van vijftien jaar worden getoetst.
Elk jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, bemonsterd en op de aanwezigheid van Plum pox virus getoetst en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme.
Een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. die bestemd zijn voor de productie van onderstammen, zijn in de vijf voorgaande groeiseizoenen bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en vrij bevonden van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme. Een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten wordt bemonsterd en getoetst bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Elke twintig jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en wordt het getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van Tomato ringspot virus.
Elke vijftien jaar wordt een representatief deel van de gecertificeerde moederplanten bemonsterd en wordt het getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten met het oog op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus, Prunus necrotic ringspot virus, Plum pox virus en Tomato ringspot virus, en, bij twijfel over de aanwezigheid ervan, getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
1) Bloeiende moederplanten
Elk jaar wordt een representatief deel van de bloeiende gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten. In geval van Prunus persica (L.) Batsch wordt elk jaar een representatief deel van de bloeiende gecertificeerde moederplanten bemonsterd en op Peach latent mosaic viroid getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
Een representatief deel van de bomen die specifiek voor bestuiving geplant zijn, en, in voorkomend geval, de belangrijkste bestuivende bomen in de omgeving worden bemonsterd en op Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
2) Niet-bloeiende moederplanten
Elke drie jaar wordt een representatief deel van de niet-bloeiende gecertificeerde moederplanten die niet in stand zijn gehouden in insectenvrije faciliteiten, bemonsterd en op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, Prune dwarf virus en Prunus necrotic ringspot virus getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten.
e) Basis- en gecertificeerde categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin de planten met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider;
ii) Plum pox virus
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen. Eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Plum pox virus waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd. Een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin de planten met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.;
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basis- en de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
f) CAC-categorie
Bemonstering en toetsing
Teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie komen voort uit een geïdentificeerde bron van materiaal waarvan een representatief deel binnen de drie voorgaande groeiseizoenen is bemonsterd en getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus.
CAC-onderstammen van Prunus cerasifera Ehrh. en Prunus domestica L. komen voort uit een geïdentificeerde bron van materiaal waarvan een representatief deel binnen de vijf voorgaande jaren is bemonsterd en getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus.
Bij twijfel over de aanwezigheid van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. wordt een representatief deel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie bemonsterd en getoetst.
Een representatief deel van de CAC-fruitgewassen die bij visuele inspectie geen symptomen van Plum pox virus vertonen, wordt bemonsterd en getoetst op basis van een beoordeling van het risico op besmetting van die planten wat de aanwezigheid van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme betreft, en in geval van symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid.
Als bij visuele inspectie op de productielocatie teeltmateriaal en fruitgewassen worden aangetroffen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, wordt een representatief deel van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen van de CAC-categorie zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, bemonsterd en getoetst met het oog op de aanwezigheid van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider en Plum pox virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin teeltmateriaal en fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider;
ii) Plum pox virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Plum pox virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Plum pox virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 1% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Plum pox virus waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, en een representatief monster van het resterende teeltmateriaal en de resterende fruitgewassen zonder symptomen in de partijen waarin het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen zijn aangetroffen, is getoetst en vrij bevonden van Plum pox virus;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
iv) Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en die symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.";
3° punt 14 wordt vervangen door wat volgt:
"14. Rubus L.
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Twee jaar na de aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke twee jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de prebasiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de virussen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2; of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de prebasiscategorie op de productielocatie geen symptomen van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2, waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
b) Basiscategorie
Visuele inspectie
Als teeltmateriaal en fruitgewassen in het veld of in potten worden gekweekt, wordt twee keer per jaar een visuele inspectie uitgevoerd.
Teeltmateriaal en fruitgewassen die door microvermeerdering zijn verkregen en korter dan drie maanden worden bewaard, hoeven tijdens die periode maar één keer visueel te worden geïnspecteerd.
Bemonstering en toetsing
Als de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) in geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het teeltmateriaal en de fruitgewassen in kwestie verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) voorschriften voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,1% in geval van:
1) Agrobacterium spp. Conn, en
2) Rhodococcus fascians Tilford, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
iii) voorschriften voor alle virussen:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de virussen voor Rubus L., vermeld in bijlage 2, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van de virussen voor Rubus L. waargenomen, vermeld in bijlage 2, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 0,25% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van alle virussen, vermeld in bijlage 1 en 2, waargenomen. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
c) Gecertificeerde categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Indien de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van in de bijlagen 1 en 2 vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) in het geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het desbetreffende teeltmateriaal en de desbetreffende fruitgewassen verwijderd en onmiddellijk vernietigd;
ii) voorschriften voor gereguleerde niet-quarantaineorganismen met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,5 % in het geval van Resseliella theobaldi Barnes;
b) 0,1 % in het geval van:
1) Agrobacterium spp. Conn, en
2) Rhodococcus fascians Tilford, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd,
iii) voorschriften voor alle virussen:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van de in bijlage 2 voor Rubus L. vermelde virussen, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van de in bijlage 2 voor Rubus L. vermelde virussen waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, of
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op niet meer dan 0,5 % van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie symptomen van alle in de bijlagen 1 en 2 vermelde virussen waargenomen, en dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
d) CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Als de symptomen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus bij visuele inspectie onduidelijk zijn, vinden bemonstering en toetsing plaats. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, met uitzondering van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus en Tomato ringspot virus, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor voor Rubus L., vermeld in bijlage 1 en 2; of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor Rubus L., vermeld in bijlage 1 en 2, waargenomen, en
c) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn in geval van symptomen van Tomato ringspot virus die symptomen op niet meer dan 2% van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie symptomen van het Tomato ringspot virus waargenomen, en die symptomatische planten zijn onmiddellijk verwijderd en vernietigd, en
d) in het geval van een positief testresultaat voor teeltmateriaal en fruitgewassen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Arabis mosaic virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato black ring virus of Tomato ringspot virus, worden het teeltmateriaal en de fruitgewassen in kwestie onmiddellijk verwijderd en vernietigd.";
4° punt 15 wordt vervangen door wat volgt:
"15. Vaccinium L.
a) Prebasiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Vijf jaar na de aanvaarding als prebasismoederplant en vervolgens elke vijf jaar wordt elke prebasismoederplant bemonsterd en getoetst op de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 2, en, bij twijfel over de aanwezigheid, op de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1.
b) Basiscategorie
Visuele inspectie
Twee keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd. Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn waargenomen;
ii) Diaporthe vaccinii Shear:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Diaporthe vaccinii Shear, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Diaporthe vaccinii Shear waargenomen;
iii) Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin en Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck:
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,1% in geval van Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck;
b) 0,5% in geval van Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
iv) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de basiscategorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen;
v) Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
c) Gecertificeerde en CAC-categorie
Visuele inspectie
Een keer per jaar wordt een visuele inspectie uitgevoerd.
Bemonstering en toetsing
Bij twijfel over de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen, vermeld in bijlage 1 en 2, vinden bemonstering en toetsing plaats.
d) Gecertificeerde categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin en Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck
tijdens het laatste volledige groeiseizoen bedraagt het aandeel van het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie die symptomen vertonen van elk van de volgende gereguleerde niet-quarantaineorganismen, niet meer dan:
a) 0,5% in geval van Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn; Godronia cassandrae (anamorf: Topospora myrtilli) Peck;
b) 1% in geval van Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Dat teeltmateriaal en die fruitgewassen en eventuele omringende waardplanten zijn verwijderd en vernietigd;
ii) Diaporthe vaccinii Shear:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Diaporthe vaccinii Shear, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Diaporthe vaccinii Shear waargenomen;
iii) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
c) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de gecertificeerde categorie die symptomen vertonen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld op de productielocatie, en alle planten binnen een straal van twee meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen vertonen, worden verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond, en
d) voor alle planten binnen een straal van tien meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen, en ook het resterende teeltmateriaal en de fruitgewassen van de besmette partij worden binnen drie maanden na de ontdekking van het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen voor de opsporing van het plaagorganisme geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen en gedurende die periode van drie maanden worden geen behandelingen uitgevoerd die symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld onderdrukken, en
e) na die periode van drie maanden:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, en
f) voor alle andere teeltmateriaal en fruitgewassen op de productielocatie:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld;
iv) Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus:
a) teeltmateriaal en fruitgewassen van de basiscategorie worden geproduceerd in gebieden waarvan bekend is dat ze vrij zijn van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus, of
b) tijdens het laatste volledige groeiseizoen zijn op de productielocatie geen symptomen van Tobacco ringspot virus en Tomato ringspot virus waargenomen, en eventuele symptomatische planten in de onmiddellijke nabijheid zijn verwijderd en onmiddellijk vernietigd.
e) CAC-categorie
Voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden
i) Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld:
a) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie worden geproduceerd in gebieden die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen in kwestie vrij zijn bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, of
b) tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus worden op het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen;
c) het teeltmateriaal en de fruitgewassen van de CAC-categorie die symptomen vertonen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld op de productielocatie en alle planten binnen een straal van twee meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen die symptomen vertonen, worden verwijderd en vernietigd, met inbegrip van de aanhangende grond, en
d) voor alle planten binnen een straal van tien meter rond het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen, en ook het resterende teeltmateriaal en de fruitgewassen van de besmette partij:
worden binnen drie maanden na de ontdekking van het teeltmateriaal en de fruitgewassen met symptomen op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen bij ten minste twee inspecties op geschikte tijdstippen voor de opsporing van het plaagorganisme geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen. Gedurende die periode van drie maanden worden geen behandelingen uitgevoerd die symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld onderdrukken. Na die periode van drie maanden:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld, en
e) voor alle andere teeltmateriaal en fruitgewassen op de productielocatie:
1) worden op dat teeltmateriaal en die fruitgewassen op de productielocatie geen symptomen van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld waargenomen, of
2) wordt een representatief monster van dat teeltmateriaal en die te verplaatsen fruitgewassen getest en vrij bevonden van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in `t Veld.".
Art.4. A l'annexe 4 du même arrêté, remplacée par l'arrêté ministériel du 23 juillet 2020 et modifiée par l'arrêté ministériel du 2 mai 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° le point 8 est remplacé par ce qui suit :
" 8. Malus Mill.
a) Toutes les catégories
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
b) Catégorie initiale
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée quinze ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les quinze ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
Lorsque, par dérogation, il est permis de produire des matériels initiaux dans un champ non protégé des insectes, conformément à la Décision d'exécution (UE) 2017/925 (*) de la Commission, les prescriptions suivantes s'appliquent à Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, à Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. et à Tomato ringspot virus :
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a)les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
c) Catégorie de base
Echantillonnages et analyses
Dans le cas de plantes mères de base qui ont été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les quinze ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
Dans le cas de plantes mères de base qui n'ont pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les trois ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider et que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, à l'exception du Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Les plantes mères de base sont échantillonnées et analysées tous les vingt ans en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate sont arrachées et immédiatement détruites ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sur le site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
d) Catégorie certifiée
Echantillonnages et analyses
Dans le cas de plantes mères certifiées qui ont été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
Dans le cas de plantes mères certifiées qui n'ont pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les cinq ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider et que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, à l'exception du Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Les plantes mères certifiées sont échantillonnées et analysées tous les vingt ans en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses des plantes fruitières certifiées.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate sont arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ont été observés, sur le site de production, sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sur le site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
e) Catégorie CAC
Echantillonnages et analyses
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites. Un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes du Tomato ringspot virus ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites. " ;
2° le point 11 est remplacé par ce qui suit :
" 11. Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Miller) Webb, Prunus persica (L.) Batsch et Prunus salicina Lindley
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an en ce qui concerne Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus de la sharka, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. et Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie (Prunus persica (L.) Batsch et Prunus salicina Lindley). Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an pour tous les ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus de la sharka, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. et Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie.
Echantillonnages et analyses
Les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale de Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L. et Prunus dulcis (Miller) Webb proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours de la saison végétative précédente et déclarées exemptes du virus de la sharka.
Les porte-greffes initiaux de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours de la saison végétative précédente et déclarées exemptes du virus de la sharka. Les porte-greffes initiaux de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours des cinq saisons végétatives précédentes et déclarées exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Chaque plante mère initiale portant des fleurs est échantillonnée et analysée un an après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les ans, en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus. Dans le cas de Prunus persica, chaque plante mère initiale portant des fleurs est échantillonnée un an après son acceptation en tant que plante mère initiale et analysée en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Les arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
Chaque plante mère initiale est échantillonnée cinq ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les cinq ans, et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et du virus de la sharka
Chaque plante mère initiale est échantillonnée dix ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les dix ans, et analysée en vue de la recherche d'ORNQ, autres que le virus du rabougrissement du prunier, le virus de la sharka et le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, nuisibles à l'espèce, figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re. Une partie représentative de plantes mères initiales est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
Lorsque, par dérogation, il est permis de produire des matériels initiaux dans un champ non protégé des insectes, conformément à la Décision d'exécution (UE) 2017/925 de la Commission, les prescriptions suivantes s'appliquent à Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, au virus de la sharka, à Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., à Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie et au Tomato ringspot virus :
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production sont isolés des autres plantes hôtes. La distance d'isolement du site de production dépend de la situation régionale, du type de matériels de multiplication, de la présence de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider dans la zone concernée ainsi que des risques qui y sont associés, tels que déterminés par les autorités compétentes sur la base d'une inspection.
ii) Virus de la sharka :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
- aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production sont isolés des autres plantes hôtes. La distance d'isolement du site de production dépend de la situation régionale, du type de matériels de multiplication, de la présence du virus de la sharka dans la zone concernée, ainsi que des risques qui y sont associés, tels que déterminés par les autorités compétentes sur la base d'une inspection.
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie, ou
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., ou
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
b) Catégorie de base, catégorie certifiée et catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
c) Catégorie de base
Echantillonnages et analyses
i) Plantes mères ayant été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les trois ans en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et du virus de la sharka. Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les dix ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Plantes mères n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères de base, autres que celles destinées à la production de porte-greffes, est échantillonnée chaque année et analysée en vue de la recherche du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de dix ans.
Une partie représentative de plantes mères de base destinées à la production de porte-greffes est échantillonnée et analysée chaque année en vue de la recherche du virus de la sharka et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères de base de Prunus domestica L. destinées à la production de porte-greffes a été échantillonnée et analysée au cours des cinq saisons végétatives précédentes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères initiales est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les vingt ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les dix ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus du rabougrissement du prunier, le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, le virus de la sharka et le Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
1) Plantes mères portant des fleurs
Une partie représentative de plantes mères de base portant des fleurs est échantillonnée chaque année et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
Dans le cas de Prunus persica (L.) Batsch, une partie représentative de plantes mères de base portant des fleurs est échantillonnée et analysée chaque année sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Une partie représentative d'arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
2) Plantes mères ne portant pas de fleurs
Une partie représentative de plantes mères de base ne portant pas de fleurs et n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes est échantillonnée et analysée tous les trois ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
d) Catégorie certifiée
Echantillonnages et analyses
i) Plantes mères ayant été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les cinq ans et analysée en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de quinze ans. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les quinze ans et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Plantes mères n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les trois ans et analysée en vue de la recherche du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de quinze ans.
Une partie représentative de plantes mères certifiées destinées à la production de porte-greffes est échantillonnée et analysée chaque année en vue de la recherche du virus de la sharka et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères certifiées de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. destinées à la production de porte-greffes a été échantillonnée au cours des cinq saisons végétatives précédentes et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et déclarée exempte de cet ORNQ. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les vingt ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus du rabougrissement du prunier, le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, le virus de la sharka et le Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
1) Plantes mères portant des fleurs
Une partie représentative de plantes mères certifiées portant des fleurs est échantillonnée chaque année et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus. Dans le cas de Prunus persica (L.) Batsch, une partie représentative de plantes mères certifiées portant des fleurs est échantillonnée et analysée chaque année sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Une partie représentative d'arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
2) Plantes mères ne portant pas de fleurs
Une partie représentative de plantes mères certifiées ne portant pas de fleurs et n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes est échantillonnée tous les trois ans et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
e) Catégories de base et certifiée
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
b) des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des plantes symptomatiques ont été trouvées a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ;
ii) Virus de la sharka
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
b) aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes du virus de la sharka ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits. Un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des plantes symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt du virus de la sharka ;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ;
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus ;
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites ;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ;
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
c) des symptômes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits.
f) Catégorie CAC
Echantillonnages et analyses
Les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC proviennent d'une source identifiée de matériels dont une partie représentative a été échantillonnée et analysée au cours des trois saisons végétatives précédentes et déclarée exempte du virus de la sharka.
Les porte-greffes CAC de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent d'une source identifiée de matériels dont une partie représentative a été échantillonnée et analysée au cours des cinq dernières années et déclarée exempte de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et du virus de la sharka.
En cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., il est procédé à un échantillonnage et à une analyse d'une partie représentative de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC.
Une partie représentative de plantes fruitières de la catégorie CAC ne présentant aucun symptôme du virus de la sharka lors d'une inspection visuelle est échantillonnée et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes fruitières en vue de la recherche de cet ORNQ et lorsque des plantes symptomatiques sont situées à proximité immédiate.
A la suite de la détection, par inspection visuelle, de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production présentant des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, une partie représentative de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés est échantillonnée et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et le virus de la sharka.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ;
ii) Virus de la sharka :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
b) aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes du virus de la sharka ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés a été analysé et déclaré exempt du virus de la sharka ;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie, ou
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Tomato ringspot virus ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites ;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., ou
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits. " ;
3° le point 14 est remplacé par ce qui suit :
" 14. Rubus L.
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée deux ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les deux ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des ORNQ pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
b) Catégorie de base
Inspections visuelles
Pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières cultivées en plein champ ou en pot, des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières obtenus par micropropagation qui sont entretenus pendant moins de trois mois, une seule inspection visuelle est requise au cours de cette période.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou de Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont arrachés et immédiatement détruits ;
ii) prescriptions pour les ORNQ autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie de base du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,1 % pour :
1) Agrobacterium spp. Conn, et
2) Rhodococcus fascians Tilford, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iii) prescriptions pour tous les virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes de tous les virus figurant aux annexes 1re et 2 ont été observés sur 0,25 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits.
c) Catégorie certifiée
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou du Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont arrachés et immédiatement détruits ;
ii) prescriptions pour les ORNQ autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,5 % pour Resseliella theobaldi Barnes;
b) 0,1 % pour :
1) Agrobacterium spp. Conn, et
2) Rhodococcus fascians Tilford, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iii) prescriptions pour tous les virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes de tous les virus figurant aux annexes 1re et 2 ont été observés sur 0,5 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits.
d) Catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes des ORNQ pour Rubus L., figurant aux annexes 1re et 2, ou
b) aucun symptôme des ORNQ pour Rubus L., figurant aux annexes 1re et 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et
c) en cas de symptômes du Tomato ringspot virus, ces symptômes ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes ces plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites ;
d) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou de Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont immédiatement arrachés et détruits. " ;
4° le point 15 est remplacé par ce qui suit :
" 15. Vaccinium L.
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée cinq ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les cinq ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
b) Catégorie de base
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an. En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn :
aucun symptôme d'Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
ii) Diaporthe vaccinii Shear :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Diaporthe vaccinii Shear, ou
b) aucun symptôme de Diaporthe vaccinii Shear n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
iii) Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin et Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie de base du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,1 % pour Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck ;
b) 0,5% pour Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iv) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base au cours du dernier cycle complet de végétation ;
v) Tobacco ringspot virus et Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tobacco ringspot virus et de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tobacco ringspot virus et du Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
c) Catégorie certifiée et catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
d) Catégorie certifiée
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin et Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,5 % pour Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck ;
b) 1% pour Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
ii) Diaporthe vaccinii Shear :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Diaporthe vaccinii Shear, ou
b) aucun symptôme de Diaporthe vaccinii Shear n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
iii) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours du dernier cycle complet de végétation ;
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée présentant des symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld sur le site de production et tous les végétaux situés dans un rayon de 2 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques sont arrachés et détruits, y compris la terre adhérente, et
d) pour tous les végétaux situés dans un rayon de 10 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques et pour tous les matériels de multiplication et plantes fruitières restants du lot contaminé, dans les trois mois suivant la détection de matériels de multiplication et de plantes fruitières symptomatiques, aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières au cours d'au moins deux inspections effectuées à des moments opportuns pour détecter l'organisme nuisible et, au cours de ces trois mois, aucun traitement visant à supprimer les symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est appliqué, et
e) après cette période de trois mois :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld, et
f) pour tous les autres matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld ;
iv) Tobacco ringspot virus et Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tobacco ringspot virus et de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tobacco ringspot virus et du Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
e) Catégorie CAC
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC au cours du dernier cycle complet de végétation ;
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC présentant des symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld sur le site de production et tous les végétaux situés dans un rayon de 2 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques sont arrachés et détruits, y compris la terre adhérente, et
d) pour tous les végétaux situés dans un rayon de 10 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques et pour tous les matériels de multiplication et plantes fruitières restants du lot contaminé :
dans les trois mois suivant la détection de matériels de multiplication et de plantes fruitières symptomatiques, aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières au cours d'au moins deux inspections effectuées à des moments opportuns pour détecter l'organisme nuisible. Au cours de ces trois mois, aucun traitement visant à supprimer les symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est appliqué. Après cette période de trois mois :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld, et
e) pour tous les autres matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld. ".
1° le point 8 est remplacé par ce qui suit :
" 8. Malus Mill.
a) Toutes les catégories
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
b) Catégorie initiale
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée quinze ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les quinze ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
Lorsque, par dérogation, il est permis de produire des matériels initiaux dans un champ non protégé des insectes, conformément à la Décision d'exécution (UE) 2017/925 (*) de la Commission, les prescriptions suivantes s'appliquent à Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, à Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. et à Tomato ringspot virus :
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a)les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
c) Catégorie de base
Echantillonnages et analyses
Dans le cas de plantes mères de base qui ont été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les quinze ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
Dans le cas de plantes mères de base qui n'ont pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les trois ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider et que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, à l'exception du Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Les plantes mères de base sont échantillonnées et analysées tous les vingt ans en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate sont arrachées et immédiatement détruites ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sur le site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
d) Catégorie certifiée
Echantillonnages et analyses
Dans le cas de plantes mères certifiées qui ont été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider.
Dans le cas de plantes mères certifiées qui n'ont pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes, une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les cinq ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider et que les organismes apparentés aux virus et les viroïdes, à l'exception du Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Les plantes mères certifiées sont échantillonnées et analysées tous les vingt ans en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses des plantes fruitières certifiées.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate sont arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ont été observés, sur le site de production, sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sur le site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
e) Catégorie CAC
Echantillonnages et analyses
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites. Un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider ;
ii) Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production ont été inspectés au cours de la dernière saison végétative complète, et tous les matériels de multiplication et les plantes fruitières présentant des symptômes d'Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été immédiatement arrachés et détruits ;
iii) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes du Tomato ringspot virus ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites. " ;
2° le point 11 est remplacé par ce qui suit :
" 11. Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Miller) Webb, Prunus persica (L.) Batsch et Prunus salicina Lindley
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an en ce qui concerne Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus de la sharka, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. et Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie (Prunus persica (L.) Batsch et Prunus salicina Lindley). Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an pour tous les ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus de la sharka, Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. et Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie.
Echantillonnages et analyses
Les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale de Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L. et Prunus dulcis (Miller) Webb proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours de la saison végétative précédente et déclarées exemptes du virus de la sharka.
Les porte-greffes initiaux de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours de la saison végétative précédente et déclarées exemptes du virus de la sharka. Les porte-greffes initiaux de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent de plantes mères qui ont été analysées au cours des cinq saisons végétatives précédentes et déclarées exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
Chaque plante mère initiale portant des fleurs est échantillonnée et analysée un an après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les ans, en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus. Dans le cas de Prunus persica, chaque plante mère initiale portant des fleurs est échantillonnée un an après son acceptation en tant que plante mère initiale et analysée en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Les arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
Chaque plante mère initiale est échantillonnée cinq ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les cinq ans, et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et du virus de la sharka
Chaque plante mère initiale est échantillonnée dix ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les dix ans, et analysée en vue de la recherche d'ORNQ, autres que le virus du rabougrissement du prunier, le virus de la sharka et le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, nuisibles à l'espèce, figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re. Une partie représentative de plantes mères initiales est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
Lorsque, par dérogation, il est permis de produire des matériels initiaux dans un champ non protégé des insectes, conformément à la Décision d'exécution (UE) 2017/925 de la Commission, les prescriptions suivantes s'appliquent à Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, au virus de la sharka, à Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., à Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie et au Tomato ringspot virus :
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production sont isolés des autres plantes hôtes. La distance d'isolement du site de production dépend de la situation régionale, du type de matériels de multiplication, de la présence de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider dans la zone concernée ainsi que des risques qui y sont associés, tels que déterminés par les autorités compétentes sur la base d'une inspection.
ii) Virus de la sharka :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
- aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
b) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production sont isolés des autres plantes hôtes. La distance d'isolement du site de production dépend de la situation régionale, du type de matériels de multiplication, de la présence du virus de la sharka dans la zone concernée, ainsi que des risques qui y sont associés, tels que déterminés par les autorités compétentes sur la base d'une inspection.
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie, ou
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites.
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., ou
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
b) Catégorie de base, catégorie certifiée et catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
c) Catégorie de base
Echantillonnages et analyses
i) Plantes mères ayant été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les trois ans en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et du virus de la sharka. Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les dix ans en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Plantes mères n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères de base, autres que celles destinées à la production de porte-greffes, est échantillonnée chaque année et analysée en vue de la recherche du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de dix ans.
Une partie représentative de plantes mères de base destinées à la production de porte-greffes est échantillonnée et analysée chaque année en vue de la recherche du virus de la sharka et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères de base de Prunus domestica L. destinées à la production de porte-greffes a été échantillonnée et analysée au cours des cinq saisons végétatives précédentes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères initiales est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les vingt ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Une partie représentative de plantes mères de base est échantillonnée et analysée tous les dix ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus du rabougrissement du prunier, le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, le virus de la sharka et le Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
1) Plantes mères portant des fleurs
Une partie représentative de plantes mères de base portant des fleurs est échantillonnée chaque année et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
Dans le cas de Prunus persica (L.) Batsch, une partie représentative de plantes mères de base portant des fleurs est échantillonnée et analysée chaque année sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Une partie représentative d'arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
2) Plantes mères ne portant pas de fleurs
Une partie représentative de plantes mères de base ne portant pas de fleurs et n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes est échantillonnée et analysée tous les trois ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
d) Catégorie certifiée
Echantillonnages et analyses
i) Plantes mères ayant été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les cinq ans et analysée en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier, du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus et du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de quinze ans. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les quinze ans et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
ii) Plantes mères n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée tous les trois ans et analysée en vue de la recherche du virus de la sharka, de telle sorte que la totalité des plantes soient analysées dans un laps de temps de quinze ans.
Une partie représentative de plantes mères certifiées destinées à la production de porte-greffes est échantillonnée et analysée chaque année en vue de la recherche du virus de la sharka et déclarée exempte de cet ORNQ.
Une partie représentative de plantes mères certifiées de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. destinées à la production de porte-greffes a été échantillonnée au cours des cinq saisons végétatives précédentes et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et déclarée exempte de cet ORNQ. Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée en cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les vingt ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Tomato ringspot virus.
Une partie représentative de plantes mères certifiées est échantillonnée et analysée tous les quinze ans sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, le virus du rabougrissement du prunier, le virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus, le virus de la sharka et le Tomato ringspot virus, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
1) Plantes mères portant des fleurs
Une partie représentative de plantes mères certifiées portant des fleurs est échantillonnée chaque année et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus. Dans le cas de Prunus persica (L.) Batsch, une partie représentative de plantes mères certifiées portant des fleurs est échantillonnée et analysée chaque année sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du viroïde de la mosaïque latente du pêcher.
Une partie représentative d'arbres plantés spécialement à des fins de pollinisation et, s'il y a lieu, les principaux arbres pollinisateurs situés dans les environs sont échantillonnés et analysés sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
2) Plantes mères ne portant pas de fleurs
Une partie représentative de plantes mères certifiées ne portant pas de fleurs et n'ayant pas été entretenues dans des installations à l'épreuve des insectes est échantillonnée tous les trois ans et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, du virus du rabougrissement du prunier et du virus des taches annulaires nécrotiques des Prunus.
e) Catégories de base et certifiée
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
b) des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des plantes symptomatiques ont été trouvées a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ;
ii) Virus de la sharka
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
b) aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes du virus de la sharka ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits. Un échantillon représentatif des matériels de multiplication et des plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des plantes symptomatiques ont été trouvés, a été analysé et déclaré exempt du virus de la sharka ;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ;
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus ;
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites ;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ;
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières des catégories de base et certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites ;
c) des symptômes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits.
f) Catégorie CAC
Echantillonnages et analyses
Les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC proviennent d'une source identifiée de matériels dont une partie représentative a été échantillonnée et analysée au cours des trois saisons végétatives précédentes et déclarée exempte du virus de la sharka.
Les porte-greffes CAC de Prunus cerasifera Ehrh. et de Prunus domestica L. proviennent d'une source identifiée de matériels dont une partie représentative a été échantillonnée et analysée au cours des cinq dernières années et déclarée exempte de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et du virus de la sharka.
En cas de doutes quant à la présence de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., il est procédé à un échantillonnage et à une analyse d'une partie représentative de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC.
Une partie représentative de plantes fruitières de la catégorie CAC ne présentant aucun symptôme du virus de la sharka lors d'une inspection visuelle est échantillonnée et analysée sur la base d'une évaluation du risque d'infection de ces plantes fruitières en vue de la recherche de cet ORNQ et lorsque des plantes symptomatiques sont situées à proximité immédiate.
A la suite de la détection, par inspection visuelle, de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production présentant des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, une partie représentative de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie CAC asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés est échantillonnée et analysée en vue de la recherche de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider.
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider et le virus de la sharka.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider, ou
b) aucun symptôme de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés a été analysé et déclaré exempt de Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider ;
ii) Virus de la sharka :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes du virus de la sharka, ou
b) aucun symptôme du virus de la sharka n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes du virus de la sharka ont été observés sur 1 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits, et un échantillon représentatif de matériels de multiplication et de plantes fruitières asymptomatiques restants dans les lots dans lesquels des des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques ont été trouvés a été analysé et déclaré exempt du virus de la sharka ;
iii) Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie, ou
b) aucun symptôme de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti & Gardan) Young, Dye & Wilkie ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits ;
iv) Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Tomato ringspot virus ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites ;
v) Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al., ou
b) aucun symptôme de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites, ou
c) des symptômes de Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits. " ;
3° le point 14 est remplacé par ce qui suit :
" 14. Rubus L.
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée deux ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les deux ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des ORNQ pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie initiale du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
b) Catégorie de base
Inspections visuelles
Pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières cultivées en plein champ ou en pot, des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières obtenus par micropropagation qui sont entretenus pendant moins de trois mois, une seule inspection visuelle est requise au cours de cette période.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou de Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont arrachés et immédiatement détruits ;
ii) prescriptions pour les ORNQ autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie de base du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,1 % pour :
1) Agrobacterium spp. Conn, et
2) Rhodococcus fascians Tilford, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iii) prescriptions pour tous les virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes de tous les virus figurant aux annexes 1re et 2 ont été observés sur 0,25 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, de même que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachés et immédiatement détruits.
c) Catégorie certifiée
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou du Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont arrachés et immédiatement détruits ;
ii) prescriptions pour les ORNQ autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,5 % pour Resseliella theobaldi Barnes;
b) 0,1 % pour :
1) Agrobacterium spp. Conn, et
2) Rhodococcus fascians Tilford, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iii) prescriptions pour tous les virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, ou
b) aucun symptôme des virus pour Rubus L., figurant à l'annexe 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été immédiatement arrachées et détruites, ou
c) des symptômes de tous les virus figurant aux annexes 1re et 2 ont été observés sur 0,5 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate, ont été arrachés et immédiatement détruits.
d) Catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
L'échantillonnage et l'analyse sont effectués si, lors d'une inspection visuelle, les symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate et du Tomato ringspot virus ne sont pas clairs. L'échantillonnage et l'analyse sont effectués en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, autres que le virus de la mosaïque de l'arabette, le virus des taches annulaires du framboisier, le virus des taches annulaires latentes du fraisier, le virus des anneaux noirs de la tomate et le Tomato ringspot virus.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones reconnues exemptes des ORNQ pour Rubus L., figurant aux annexes 1re et 2, ou
b) aucun symptôme des ORNQ pour Rubus L., figurant aux annexes 1re et 2, n'a été observé sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et
c) en cas de symptômes du Tomato ringspot virus, ces symptômes ont été observés sur 2 % au maximum des matériels de multiplication et des plantes fruitières de la catégorie CAC du site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes ces plantes symptomatiques ont été immédiatement arrachées et détruites ;
d) en cas de résultat d'analyse positif pour les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC présentant des symptômes du virus de la mosaïque de l'arabette, du virus des taches annulaires du framboisier, du virus des taches annulaires latentes du fraisier, du virus des anneaux noirs de la tomate ou de Tomato ringspot virus, les matériels de multiplication et les plantes fruitières concernés sont immédiatement arrachés et détruits. " ;
4° le point 15 est remplacé par ce qui suit :
" 15. Vaccinium L.
a) Catégorie initiale
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an.
Echantillonnages et analyses
Chaque plante mère initiale est échantillonnée et analysée cinq ans après son acceptation en tant que plante mère initiale, puis tous les cinq ans, en vue de la recherche d'ORNQ figurant à l'annexe 2, et en cas de doutes quant à la présence d'ORNQ figurant à l'annexe 1re.
b) Catégorie de base
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées deux fois par an. En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn :
aucun symptôme d'Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
ii) Diaporthe vaccinii Shear :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Diaporthe vaccinii Shear, ou
b) aucun symptôme de Diaporthe vaccinii Shear n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
iii) Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin et Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck :
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie de base du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,1 % pour Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck ;
b) 0,5% pour Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
iv) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base au cours du dernier cycle complet de végétation ;
v) Tobacco ringspot virus et Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tobacco ringspot virus et de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tobacco ringspot virus et du Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
c) Catégorie certifiée et catégorie CAC
Inspections visuelles
Des inspections visuelles sont effectuées une fois par an.
Echantillonnages et analyses
En cas de doutes quant à la présence des ORNQ figurant aux annexes 1re et 2, il est procédé à des échantillonnages et à des analyses.
d) Catégorie certifiée
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin et Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck
le pourcentage de matériels de multiplication et de plantes fruitières de la catégorie certifiée du site de production présentant, au cours de la dernière saison végétative complète, des symptômes de chacun des ORNQ suivants ne dépasse pas :
a) 0,5 % pour Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn, Godronia cassandrae (forme anamorphe Topospora myrtilli) Peck ;
b) 1% pour Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin. Ces matériels de multiplication et ces plantes fruitières, ainsi que toutes les plantes hôtes environnantes, ont été arrachés et détruits ;
ii) Diaporthe vaccinii Shear :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones reconnues exemptes de Diaporthe vaccinii Shear, ou
b) aucun symptôme de Diaporthe vaccinii Shear n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète ;
iii) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée au cours du dernier cycle complet de végétation ;
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie certifiée présentant des symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld sur le site de production et tous les végétaux situés dans un rayon de 2 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques sont arrachés et détruits, y compris la terre adhérente, et
d) pour tous les végétaux situés dans un rayon de 10 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques et pour tous les matériels de multiplication et plantes fruitières restants du lot contaminé, dans les trois mois suivant la détection de matériels de multiplication et de plantes fruitières symptomatiques, aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières au cours d'au moins deux inspections effectuées à des moments opportuns pour détecter l'organisme nuisible et, au cours de ces trois mois, aucun traitement visant à supprimer les symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est appliqué, et
e) après cette période de trois mois :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld, et
f) pour tous les autres matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld ;
iv) Tobacco ringspot virus et Tomato ringspot virus :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie de base sont produits dans des zones reconnues exemptes de Tobacco ringspot virus et de Tomato ringspot virus, ou
b) aucun symptôme de Tobacco ringspot virus et du Tomato ringspot virus n'a été observé sur le site de production au cours de la dernière saison végétative complète, et toutes les plantes symptomatiques situées à proximité immédiate ont été arrachées et immédiatement détruites.
e) Catégorie CAC
Prescriptions relatives au site de production, au lieu de production ou à la zone
i) Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld :
a) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC sont produits dans des zones déclarées exemptes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld par l'autorité compétente, conformément aux normes internationales relatives aux mesures phytosanitaires pertinentes, ou
b) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'a été observé, sur le site de production, sur les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC au cours du dernier cycle complet de végétation ;
c) les matériels de multiplication et les plantes fruitières de la catégorie CAC présentant des symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld sur le site de production et tous les végétaux situés dans un rayon de 2 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques sont arrachés et détruits, y compris la terre adhérente, et
d) pour tous les végétaux situés dans un rayon de 10 m des matériels de multiplication et des plantes fruitières symptomatiques et pour tous les matériels de multiplication et plantes fruitières restants du lot contaminé :
dans les trois mois suivant la détection de matériels de multiplication et de plantes fruitières symptomatiques, aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières au cours d'au moins deux inspections effectuées à des moments opportuns pour détecter l'organisme nuisible. Au cours de ces trois mois, aucun traitement visant à supprimer les symptômes de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est appliqué. Après cette période de trois mois :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld, et
e) pour tous les autres matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production :
1) aucun symptôme de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld n'est observé sur ces matériels de multiplication et plantes fruitières sur le site de production, ou
2) un échantillon représentatif de ces matériels de multiplication et plantes fruitières à déplacer a été analysé et déclaré exempt de Phytophthora ramorum (isolats de l'UE) Werres, De Cock & Man in `t Veld. ".
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 31 juli 2025.
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le 31 juillet 2025.