Artikel 1. Artikel 22 van het koninklijk besluit van 23 maart 2012 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, opgeheven bij het besluit van de Regering van 8 mei 2018, wordt hersteld als volgt:
"Art. 22 - In afwijking van artikel 13, § 4, wordt het bedrag vermeld in artikel 13, § 1, niet geïndexeerd in de jaren 2025 tot 2029."
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
28 MEI 2025. - Besluit van de Regering tot vaststelling van maatregelen voor administratieve vereenvoudiging en stabilisering van de begroting
Titre
28 MAI 2025. - Arrêté du Gouvernement fixant des mesures relatives à la simplification administrative et garantissant la stabilité budgétaire
Informations sur le document
Numac: 2025004669
Datum: 2025-05-28
Info du document
Numac: 2025004669
Date: 2025-05-28
Table des matières
Tekst (41)
Texte (41)
HOOFDSTUK 1. - PERSOONSGEBONDEN AANGELEGENHEDEN
CHAPITRE 1er. - Matières personnalisables
Afdeling 1. - Gezondheid
Section 1re. - Santé
Article 1er. L'article 22 de l'arrêté royal du 23 mars 2012 portant création d'un Fonds d'impulsion pour la médecine générale et fixant ses modalités de fonctionnement, abrogé par l'arrêté du Gouvernement du 8 mai 2018, est rétabli dans la rédaction suivante :
" Art. 22 - Par dérogation à l'article 13, § 4, le montant mentionné à l'article 13, § 1er, n'est pas indexé pour les années 2025-2029. "
" Art. 22 - Par dérogation à l'article 13, § 4, le montant mentionné à l'article 13, § 1er, n'est pas indexé pour les années 2025-2029. "
Art.2. Artikel 5bis van het koninklijk besluit van 4 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent in de werking van de huisartsenkringen erkend overeenkomstig de normen vastgesteld op basis van artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2011, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid worden de financieringsbedragen bedoeld in dit besluit niet geïndexeerd in de jaren 2025 tot 2029."
"In afwijking van het eerste lid worden de financieringsbedragen bedoeld in dit besluit niet geïndexeerd in de jaren 2025 tot 2029."
Art.2. L'article 5bis de l'arrêté royal du 4 juin 2003 fixant les conditions dans lesquelles l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités accorde une intervention financière dans le fonctionnement des cercles de médecins généralistes agréés conformément aux normes fixées sur la base de l'article 9 de l'arrêté royal no 78 relatif à l'exercice des professions des soins de santé, inséré par l'arrêté royal du 21 février 2011, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les montants de financement mentionnés dans le présent arrêté ne sont pas indexés pour les années 2025-2029. "
" Par dérogation à l'alinéa 1er, les montants de financement mentionnés dans le présent arrêté ne sont pas indexés pour les années 2025-2029. "
Afdeling 2. - Gezin
Section 2. - Famille
Art.3. In artikel 7, § 2, van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang wordt de bepaling onder 4° opgeheven.
Art.3. L'article 7, § 2, 4°, de l'arrêté du Gouvernement du 22 mai 2014 relatif aux services et autres formes d'accueil d'enfants est abrogé.
Art.4. Artikel 83 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 14 december 2023, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende:
" § 5 - Als het bij de opvang van een baby of peuter om een jeugdbijstandsmaatregel gaat die met toepassing van het decreet van 13 november 2023 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming in het kader van een jeugdbijstandsovereenkomst is overeengekomen of door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank is bevolen, wordt in afwijking van de paragrafen 1 tot 4, vanaf de maand waarin de jeugdbijstandsmaatregel start, de laagste kostenbijdrage berekend.
Als de jeugdbijstandsmaatregel eindigt, bepaalt de dienst voor onthaalouders welke tarieven voortaan van toepassing zijn. De nieuwe tarieven gelden vanaf de maand die volgt op de maand waarin de jeugdbijstandsmaatregel eindigt."
" § 5 - Als het bij de opvang van een baby of peuter om een jeugdbijstandsmaatregel gaat die met toepassing van het decreet van 13 november 2023 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming in het kader van een jeugdbijstandsovereenkomst is overeengekomen of door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank is bevolen, wordt in afwijking van de paragrafen 1 tot 4, vanaf de maand waarin de jeugdbijstandsmaatregel start, de laagste kostenbijdrage berekend.
Als de jeugdbijstandsmaatregel eindigt, bepaalt de dienst voor onthaalouders welke tarieven voortaan van toepassing zijn. De nieuwe tarieven gelden vanaf de maand die volgt op de maand waarin de jeugdbijstandsmaatregel eindigt."
Art.4. L'article 83 du même décret, remplacé par le décret du 14 décembre 2023, est complété par un § 5 rédigé comme suit :
" § 5 - Si l'accueil des jeunes enfants concerne une mesure d'aide à la jeunesse convenue dans le cadre d'un contrat d'aide à la jeunesse en application du décret du 13 novembre 2023 relatif à l'aide à la jeunesse et à la protection de la jeunesse ou ordonnée par le juge de la jeunesse ou le tribunal de la jeunesse, la participation aux frais la plus basse est, par dérogation aux §§ 1er à 4, calculée à partir du mois où commence ladite mesure d'aide à la jeunesse.
Lorsque la mesure d'aide à la jeunesse prend fin, c'est le service d'accueillants d'enfants qui détermine une nouvelle fois les tarifs applicables. Ces nouveaux tarifs sont valables à partir du mois suivant la fin de la mesure d'aide à la jeunesse. "
" § 5 - Si l'accueil des jeunes enfants concerne une mesure d'aide à la jeunesse convenue dans le cadre d'un contrat d'aide à la jeunesse en application du décret du 13 novembre 2023 relatif à l'aide à la jeunesse et à la protection de la jeunesse ou ordonnée par le juge de la jeunesse ou le tribunal de la jeunesse, la participation aux frais la plus basse est, par dérogation aux §§ 1er à 4, calculée à partir du mois où commence ladite mesure d'aide à la jeunesse.
Lorsque la mesure d'aide à la jeunesse prend fin, c'est le service d'accueillants d'enfants qui détermine une nouvelle fois les tarifs applicables. Ces nouveaux tarifs sont valables à partir du mois suivant la fin de la mesure d'aide à la jeunesse. "
Afdeling 3. - Sociale aangelegenheden
Section 3. - Affaires sociales
Art.5. Artikel 8 van het besluit van de Regering van 21 mei 2015 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2014 tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten wordt opgeheven.
Art.5. L'article 8 de l'arrêté du Gouvernement du 21 mai 2015 portant exécution du décret du 5 mai 2014 portant agréation et soutien de points de contact social est abrogé.
Art.6. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 2°, wordt de bepaling onder b) opgeheven;
2° in het eerste lid, 8°, worden de woorden "artikel 11, § 4" vervangen door de woorden "artikel 11, § 1, vierde lid";
3° in het tweede lid wordt de bepaling onder 1° opgeheven;
4° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "minstens 12,5% van de werkelijke loonkosten vermeld in artikel 11, § 2, van het decreet te dragen" vervangen door de woorden "het erkende sociaal trefpunt een jaarlijkse subsidie toe te kennen ten belope van 10% van het subsidiebedrag vermeld in artikel 11, § 1, eerste lid, van het decreet".
1° in het eerste lid, 2°, wordt de bepaling onder b) opgeheven;
2° in het eerste lid, 8°, worden de woorden "artikel 11, § 4" vervangen door de woorden "artikel 11, § 1, vierde lid";
3° in het tweede lid wordt de bepaling onder 1° opgeheven;
4° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "minstens 12,5% van de werkelijke loonkosten vermeld in artikel 11, § 2, van het decreet te dragen" vervangen door de woorden "het erkende sociaal trefpunt een jaarlijkse subsidie toe te kennen ten belope van 10% van het subsidiebedrag vermeld in artikel 11, § 1, eerste lid, van het decreet".
Art.6. A l'article 12 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, 2°, le b) est abrogé;
2° dans l'alinéa 1er, 8°, les mots " l'article 11, § 4 " sont remplacés par les mots " l'article 11, § 1er, alinéa 4 ";
3° dans l'alinéa 2, le 1° est abrogé;
4° dans l'alinéa 2, 2°, les mots " à prendre en charge au moins 12,5 % des frais de traitements effectifs dont question à l'article 11, § 2, du décret " sont remplacés par les mots " à accorder audit point de contact social agréé une subvention annuelle supplémentaire de 10 % du subside mentionné à l'article 11, § 1er, alinéa 1er, du décret ".
1° dans l'alinéa 1er, 2°, le b) est abrogé;
2° dans l'alinéa 1er, 8°, les mots " l'article 11, § 4 " sont remplacés par les mots " l'article 11, § 1er, alinéa 4 ";
3° dans l'alinéa 2, le 1° est abrogé;
4° dans l'alinéa 2, 2°, les mots " à prendre en charge au moins 12,5 % des frais de traitements effectifs dont question à l'article 11, § 2, du décret " sont remplacés par les mots " à accorder audit point de contact social agréé une subvention annuelle supplémentaire de 10 % du subside mentionné à l'article 11, § 1er, alinéa 1er, du décret ".
Art.7. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.7. L'article 13 du même arrêté est abrogé.
Art.8. In artikel 20 van het besluit van de Regering van 4 oktober 2018 tot uitvoering van het decreet van 11 december 2017 betreffende integratie en samenleven in diversiteit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 4 worden de woorden "een periode van zes jaar" vervangen door de woorden "onbepaalde duur";
2° paragraaf 6 wordt opgeheven.
1° in paragraaf 4 worden de woorden "een periode van zes jaar" vervangen door de woorden "onbepaalde duur";
2° paragraaf 6 wordt opgeheven.
Art.8. A l'article 20 de l'arrêté du Gouvernement du 4 octobre 2018 portant exécution du décret du 11 décembre 2017 relatif à l'intégration et au vivre ensemble dans la diversité, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 4, les mots " pour une période de six ans " sont remplacés par les mots " pour une période indéterminée ";
2° le § 6 est abrogé.
1° dans le § 4, les mots " pour une période de six ans " sont remplacés par les mots " pour une période indéterminée ";
2° le § 6 est abrogé.
Art.9. In artikel 22, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in voorkomend geval voorlopige of definitieve" opgeheven.
Art.9. Dans l'article 22, § 2, alinéa 1er, du même arrêté, les mots " suspend, sur avis du département, l'agrément provisoire ou définitif, selon le cas " sont remplacés par les mots " suspend l'agrément sur avis du département ".
Art.10. In artikel 23, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in voorkomend geval voorlopige of definitieve" opgeheven.
Art.10. Dans l'article 23, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, les mots " le ministre retire, sur avis du département, l'agrément provisoire ou définitif, selon le cas " sont remplacés par les mots " le ministre retire l'agrément sur avis du département ".
HOOFDSTUK 2. - CULTURELE AANGELEGENHEDEN
CHAPITRE 2. - Matières culturelles
Art.11. In artikel 7 van het besluit van de Regering van 22 augustus 2024 tot uitvoering van het decreet van 27 februari 2023 ter ondersteuning van de buitenschoolse culturele vorming wordt het eerste lid aangevuld met een tweede en een derde zin, luidende:
"Als geen zeven jaar als aangesteld animator in een erkend creatief atelier kan worden bewezen, kunnen aanvullende dienstjaren in een administratief beroep in aanmerking worden genomen voor de berekening van het subsidieerbare deel van de personeelskosten vermeld in de artikelen 20 en 21 van het decreet. De som van de dienstjaren in een erkend creatief atelier en een ander administratief beroep mag niet meer bedragen dan zeven jaar."
"Als geen zeven jaar als aangesteld animator in een erkend creatief atelier kan worden bewezen, kunnen aanvullende dienstjaren in een administratief beroep in aanmerking worden genomen voor de berekening van het subsidieerbare deel van de personeelskosten vermeld in de artikelen 20 en 21 van het decreet. De som van de dienstjaren in een erkend creatief atelier en een ander administratief beroep mag niet meer bedragen dan zeven jaar."
Art.11. L'article 7, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 22 août 2024 portant exécution du décret du 27 février 2023 visant à soutenir l'éducation culturelle extrascolaire est complété par les phrases suivantes :
" Si l'animateur engagé par un atelier créatif reconnu ne peut prouver qu'il a accumulé sept années de service dans cet emploi, il peut faire valoir, pour le calcul de la partie subsidiable des frais de personnel mentionnée aux articles 20 et 21, les années de service supplémentaires prestées dans un poste administratif. Ensemble, les années de service prestées dans un atelier créatif reconnu et celles prestées dans un autre emploi administratif ne peuvent dépasser sept ans. "
" Si l'animateur engagé par un atelier créatif reconnu ne peut prouver qu'il a accumulé sept années de service dans cet emploi, il peut faire valoir, pour le calcul de la partie subsidiable des frais de personnel mentionnée aux articles 20 et 21, les années de service supplémentaires prestées dans un poste administratif. Ensemble, les années de service prestées dans un atelier créatif reconnu et celles prestées dans un autre emploi administratif ne peuvent dépasser sept ans. "
Art.12. Het besluit van de Regering van 30 november 2023 tot aanwijzing van de leden van het begeleidingscomité van het informatiecentrum voor jongeren, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 maart 2024, wordt opgeheven.
Art.12. L'arrêté du Gouvernement du 30 novembre 2023 désignant les membres du comité de suivi pour le centre d'information pour la jeunesse, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 21 mars 2024, est abrogé.
HOOFDSTUK 3. - TEWERKSTELLING
CHAPITRE 3. - Emploi
Art.13. In het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid worden opgeheven:
1° de artikelen 31 en 32;
2° de artikelen 33 tot 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1978;
3° de artikelen 37 en 38.
1° de artikelen 31 en 32;
2° de artikelen 33 tot 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1978;
3° de artikelen 37 en 38.
Art.13. Dans l'arrêté royal du 20 décembre 1963 relatif à l'emploi et au chômage, les articles suivants sont abrogés :
1° les articles 31 et 32;
2° les article 33 à 36, modifiés par l'arrêté royal du 6 octobre 1978;
3° les articles 37 et 38.
1° les articles 31 et 32;
2° les article 33 à 36, modifiés par l'arrêté royal du 6 octobre 1978;
3° les articles 37 et 38.
Art.14. In artikel 9 van het besluit van de Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1, gewijzigd bij de besluiten van 24 oktober 2013 en 26 januari 2023, wordt opgeheven;
2° paragraaf 2, vervangen bij het besluit van 26 januari 2023, wordt opgeheven.
1° paragraaf 1, gewijzigd bij de besluiten van 24 oktober 2013 en 26 januari 2023, wordt opgeheven;
2° paragraaf 2, vervangen bij het besluit van 26 januari 2023, wordt opgeheven.
Art.14. Dans l'article 9 de l'arrêté du Gouvernement du 10 décembre 2009 portant exécution du décret du 11 mai 2009 relatif à l'agrément des agences de travail intérimaire et à la surveillance des agences de placement privées, les modifications suivantes sont apportées :
1° le § 1er, modifié par les arrêtés des 24 octobre 2013 et 26 janvier 2023, est abrogé;
2° le § 2, remplacé par l'arrêté du 26 janvier 2023, est abrogé.
1° le § 1er, modifié par les arrêtés des 24 octobre 2013 et 26 janvier 2023, est abrogé;
2° le § 2, remplacé par l'arrêté du 26 janvier 2023, est abrogé.
Art.15. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk VI, dat artikel 18 bevat, opgeheven.
Art.15. Le chapitre VI du même arrêté, comportant l'article 18, est abrogé.
Art.16. Het besluit van de Regering van 4 juni 2009 houdende aanduiding van de dienst die bevoegd is voor het aannemen van de aanvragen van buitenlandse werknemers voor een arbeidsvergunning en een arbeidskaart wordt opgeheven.
Art.16. L'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 désignant le service compétent pour la réception des demandes d'autorisation d'occupation et de permis de travail pour les travailleurs de nationalité étrangère est abrogé.
Art.17. Artikel 5.1 van het besluit van de Regering van 28 september 2018 tot uitvoering van het decreet van 28 mei 2018 betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, ingevoegd bij het besluit van 10 september 2020, wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° een tewerkstelling als flexi-jobwerknemer in het kader van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken."
"4° een tewerkstelling als flexi-jobwerknemer in het kader van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken."
Art.17. L'article 5.1 de l'arrêté du Gouvernement du 28 septembre 2018 portant exécution du décret du 28 mai 2018 relatif aux mesures AktiF et AktiF PLUS destinées à promouvoir l'emploi, inséré par l'arrêté du 10 septembre 2020, est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° une occupation comme travailleur exerçant un flexi-job dans le cadre de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale. "
" 4° une occupation comme travailleur exerçant un flexi-job dans le cadre de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale. "
Art.18. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt:
"6° door de Dienst voor arbeidsbemiddeling ingedeeld is bij de personen die ver van de arbeidsmarkt af staan op grond van een combinatie van psycho-medisch-sociale factoren die zijn gezondheid en/of maatschappelijke integratie en zo ook zijn integratie op de arbeidsmarkt belemmeren, met name:
a) personen die een in artikel 19 van het decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling bepaalde actieovereenkomst voor werk hebben gesloten met de administratieve eenheid Inclusieve tewerkstelling van de Dienst voor arbeidsbemiddeling;
b) de niet-toeleidbare werkzoekenden vermeld in artikel 27, 19°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
c) de personen vermeld in artikel 36/3, § 1, en in artikel 58/3, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit;
d) personen die deelnemen aan het "Terug Naar Werk-traject" vermeld in artikel 100, § 1/1, en artikel 110, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;"
2° de bepaling onder 8°, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 december 2023, wordt opgeheven.
1° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt:
"6° door de Dienst voor arbeidsbemiddeling ingedeeld is bij de personen die ver van de arbeidsmarkt af staan op grond van een combinatie van psycho-medisch-sociale factoren die zijn gezondheid en/of maatschappelijke integratie en zo ook zijn integratie op de arbeidsmarkt belemmeren, met name:
a) personen die een in artikel 19 van het decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling bepaalde actieovereenkomst voor werk hebben gesloten met de administratieve eenheid Inclusieve tewerkstelling van de Dienst voor arbeidsbemiddeling;
b) de niet-toeleidbare werkzoekenden vermeld in artikel 27, 19°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
c) de personen vermeld in artikel 36/3, § 1, en in artikel 58/3, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit;
d) personen die deelnemen aan het "Terug Naar Werk-traject" vermeld in artikel 100, § 1/1, en artikel 110, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;"
2° de bepaling onder 8°, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 december 2023, wordt opgeheven.
Art.18. A l'article 10 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° le 6° est remplacé par ce qui suit :
" 6° est classé comme éloigné du marché du travail par l'Office de l'emploi en raison d'une combinaison de facteurs psycho-médico-sociaux affectant sa santé et/ou son intégration sociale et donc son intégration professionnelle, à savoir :
a) les personnes qui ont conclu avec l'Unité compétente en matière d'emploi inclusif de l'Office de l'emploi un accord en matière d'action sur le plan professionnel prévu à l'article 19 du décret du 22 mai 2023 relatif au placement axé sur les besoins;
b) les demandeurs d'emploi non mobilisables mentionnés à l'article 27, 19°, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage;
c) les personnes mentionnées à l'article 36/3, § 1er, et à l'article 58/3, § 3, du même arrêté royal;
d) les personnes qui prennent part au " Trajet Retour au Travail " mentionné aux articles 100, § 1/1 et 110, § 1er, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994; "
2° le 8°, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 21 décembre 2023, est abrogé.
1° le 6° est remplacé par ce qui suit :
" 6° est classé comme éloigné du marché du travail par l'Office de l'emploi en raison d'une combinaison de facteurs psycho-médico-sociaux affectant sa santé et/ou son intégration sociale et donc son intégration professionnelle, à savoir :
a) les personnes qui ont conclu avec l'Unité compétente en matière d'emploi inclusif de l'Office de l'emploi un accord en matière d'action sur le plan professionnel prévu à l'article 19 du décret du 22 mai 2023 relatif au placement axé sur les besoins;
b) les demandeurs d'emploi non mobilisables mentionnés à l'article 27, 19°, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage;
c) les personnes mentionnées à l'article 36/3, § 1er, et à l'article 58/3, § 3, du même arrêté royal;
d) les personnes qui prennent part au " Trajet Retour au Travail " mentionné aux articles 100, § 1/1 et 110, § 1er, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994; "
2° le 8°, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 21 décembre 2023, est abrogé.
Art.19. In artikel 25, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt:
"4° een financieringsplan voor twee jaar, voor zover het om de eerste projectaanvraag van een werkgever gaat."
"4° een financieringsplan voor twee jaar, voor zover het om de eerste projectaanvraag van een werkgever gaat."
Art.19. Dans l'article 25, alinéa 2, du même arrêté, le 4° est remplacé par ce qui suit :
" 4° un plan de financement pour deux ans si l'employeur introduit pour la première fois une demande relative à un projet. "
" 4° un plan de financement pour deux ans si l'employeur introduit pour la première fois une demande relative à un projet. "
Art.20. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de woorden "overeenkomstig de artikelen 25 en 26 een verlenging aangevraagd worden" vervangen door de woorden "een aanvraag tot verlenging van het project bij het Ministerie ingediend worden".
Art.20. Dans l'article 27 du même arrêté, les mots " , conformément aux articles 25 et 26, " sont remplacés par les mots " auprès du ministère ".
Art.21. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"De termijn vermeld in het eerste lid, 2°, kan worden verlengd met zes maanden, voor zover de werkgever die verlenging ten vroegste twee maanden en ten laatste twee weken vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van zes maanden schriftelijk aanvraagt."
"De termijn vermeld in het eerste lid, 2°, kan worden verlengd met zes maanden, voor zover de werkgever die verlenging ten vroegste twee maanden en ten laatste twee weken vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van zes maanden schriftelijk aanvraagt."
Art.21. L'article 29 du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Le délai mentionné à l'alinéa 1er, 2°, peut être prolongé de six mois si l'employeur en fait la demande par écrit au plus tôt deux mois et au plus tard deux semaines avant l'expiration du délai initial de six mois. "
" Le délai mentionné à l'alinéa 1er, 2°, peut être prolongé de six mois si l'employeur en fait la demande par écrit au plus tôt deux mois et au plus tard deux semaines avant l'expiration du délai initial de six mois. "
Art.22. Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
"De termijn vermeld in het eerste lid kan worden verlengd met zes maanden, voor zover de werkgever die verlenging ten vroegste twee maanden en ten laatste twee weken vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van zes maanden schriftelijk aanvraagt."
"De termijn vermeld in het eerste lid kan worden verlengd met zes maanden, voor zover de werkgever die verlenging ten vroegste twee maanden en ten laatste twee weken vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van zes maanden schriftelijk aanvraagt."
Art.22. L'article 31 du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Le délai mentionné à l'alinéa 1er peut être prolongé de six mois si l'employeur en fait la demande par écrit au plus tôt deux mois et au plus tard deux semaines avant l'expiration du délai initial de six mois. "
" Le délai mentionné à l'alinéa 1er peut être prolongé de six mois si l'employeur en fait la demande par écrit au plus tôt deux mois et au plus tard deux semaines avant l'expiration du délai initial de six mois. "
Art.23. In artikel 14, derde lid, van het besluit van de Regering van 6 juni 2024 tot uitvoering van het decreet van 29 januari 2024 betreffende de erkenning en ondersteuning van ondernemingen inzake sociale economie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt:
"10° personen die een opleiding volgen met toepassing van het besluit van de Regering van 3 januari 1997 over de organisatie van opleidingsafdelingen in de beschermde werkplaatsen;"
2° de punt op het einde van de bepaling onder 14° wordt vervangen door een kommapunt en het derde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 15°, luidende:
"15° personen die tewerkgesteld worden met toepassing van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen."
1° de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt:
"10° personen die een opleiding volgen met toepassing van het besluit van de Regering van 3 januari 1997 over de organisatie van opleidingsafdelingen in de beschermde werkplaatsen;"
2° de punt op het einde van de bepaling onder 14° wordt vervangen door een kommapunt en het derde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 15°, luidende:
"15° personen die tewerkgesteld worden met toepassing van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen."
Art.23. Dans l'article 14, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement du 6 juin 2024 portant exécution du décret du 29 janvier 2024 relatif à l'agrément et à la promotion des entreprises du secteur de l'économie sociale, les modifications suivantes sont apportées :
1° le 10° est remplacé par ce qui suit :
" 10° les personnes qui prennent part à une formation en application de l'arrêté du Gouvernement du 3 janvier 1997 relatif à l'organisation de sections de formation dans les ateliers protégés; "
2° l'alinéa est complété par un 15° rédigé comme suit :
" 15° les personnes qui sont occupées en application de l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés. "
1° le 10° est remplacé par ce qui suit :
" 10° les personnes qui prennent part à une formation en application de l'arrêté du Gouvernement du 3 janvier 1997 relatif à l'organisation de sections de formation dans les ateliers protégés; "
2° l'alinéa est complété par un 15° rédigé comme suit :
" 15° les personnes qui sont occupées en application de l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés. "
Art.24. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 15 - Verlichte personeelseis voor nieuwe ondernemingen voor sociale inschakeling
Aanvragers als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het decreet behouden hun erkenning als in de eerste drie jaar nadat ze zijn erkend, minstens 30% van hun personeel bestaat uit benadeelde personen."
"Art. 15 - Verlichte personeelseis voor nieuwe ondernemingen voor sociale inschakeling
Aanvragers als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het decreet behouden hun erkenning als in de eerste drie jaar nadat ze zijn erkend, minstens 30% van hun personeel bestaat uit benadeelde personen."
Art.24. L'article 15 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 15 - Allègement des objectifs en matière de personnel pour les nouvelles entreprises d'insertion sociale
Les demandeurs mentionnés à l'article 5, alinéa 2, du décret conservent leur agrément s'ils occupent au moins trente pour cent de personnes défavorisées au cours des trois premières années suivant l'obtention de leur agrément. "
" Art. 15 - Allègement des objectifs en matière de personnel pour les nouvelles entreprises d'insertion sociale
Les demandeurs mentionnés à l'article 5, alinéa 2, du décret conservent leur agrément s'ils occupent au moins trente pour cent de personnes défavorisées au cours des trois premières années suivant l'obtention de leur agrément. "
Art.25. In artikel 34, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "vijftigduizend euro" vervangen door de woorden "veertigduizend euro".
Art.25. Dans l'article 34, alinéa 1er, du même arrêté, les mots " de 50 000 euros " sont remplacés par les mots " de 40 000 euros ".
Art.26. In artikel 13, § 1, van het besluit van de Regering van 22 augustus 2024 tot uitvoering van het decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling wordt het tweede lid opgeheven.
Art.26. Dans l'article 13, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 22 août 2024 portant exécution du décret du 22 mai 2023 relatif au placement axé sur les besoins, l'alinéa 2 est abrogé.
HOOFDSTUK 4. - HUISVESTING
CHAPITRE 4. - Logement
Art.27. Het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot toekenning van verhuis-, huur- en installatietoelage, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2018, wordt opgeheven.
Art.27. L'arrêté du Gouvernement wallon du 21 janvier 1999 relatif à l'octroi d'allocations de déménagement, de loyer et d'installation, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 août 2018, est abrogé.
Art.28. Artikel 32 van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de openbare huisvestingsmaatschappijen wordt opgeheven.
Art.28. L'article 32 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 6 septembre 2007 organisant la location des logements gérés par les sociétés de logement de service public est abrogé.
Art.29. Het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2013 tot bepaling van de tegemoetkomingsvoorwaarden van het Gewest in de huurprijs van de woningen die gehuurd of in beheer worden genomen door een sociaal vastgoedagentschap of een vereniging voor de bevordering van de huisvesting wordt opgeheven.
Art.29. L'arrêté du Gouvernement wallon du 20 juin 2013 déterminant les conditions d'intervention de la Région dans le loyer des logements pris en gestion ou loués par une agence immobilière sociale ou par une association de promotion du logement est abrogé.
Art.30. Het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2013 tot bepaling van de voorwaarden waaronder het Gewest een tegemoetkoming verstrekt in de huurprijs van de woningen die gehuurd of in beheer worden genomen door een openbare huisvestingsmaatschappij wordt opgeheven.
Art.30. L'arrêté du Gouvernement wallon du 20 juin 2013 déterminant les conditions d'intervention de la Région dans le loyer des logements pris en gestion ou loués par une société de logement de service public est abrogé.
HOOFDSTUK 5. - SLOTBEPALINGEN
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.31. In afwijking van artikel 27 blijft het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot toekenning van verhuis-, huur- en installatietoelage van toepassing op gezinnen die met toepassing van dat besluit van de Waalse Regering op 31 december 2024 al een huurtoelage ontvangen. De uitbetaling eindigt echter ambtshalve uiterlijk op 31 december 2026.
In afwijking van artikel 29 blijft het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2013 tot bepaling van de tegemoetkomingsvoorwaarden van het Gewest in de huurprijs van de woningen die gehuurd of in beheer worden genomen door een sociaal vastgoedagentschap of een vereniging voor de bevordering van de huisvesting van toepassing op de tegemoetkomingen ten gunste van sociale vastgoedagentschappen die worden toegekend in de vorm van een huurtoelage voor de huurders van een woning die door die agentschappen in beheer wordt genomen of verhuurd, voor zover die huurders ter uitvoering van dat besluit van de Waalse Regering op 31 december 2024 al een huurtoelage ontvangen. De uitbetaling eindigt echter ambtshalve uiterlijk op 31 december 2026.
In afwijking van artikel 29 blijft het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2013 tot bepaling van de tegemoetkomingsvoorwaarden van het Gewest in de huurprijs van de woningen die gehuurd of in beheer worden genomen door een sociaal vastgoedagentschap of een vereniging voor de bevordering van de huisvesting van toepassing op de tegemoetkomingen ten gunste van sociale vastgoedagentschappen die worden toegekend in de vorm van een huurtoelage voor de huurders van een woning die door die agentschappen in beheer wordt genomen of verhuurd, voor zover die huurders ter uitvoering van dat besluit van de Waalse Regering op 31 december 2024 al een huurtoelage ontvangen. De uitbetaling eindigt echter ambtshalve uiterlijk op 31 december 2026.
Art.31. Par dérogation à l'article 27, l'arrêté du Gouvernement wallon du 21 janvier 1999 relatif à l'octroi d'allocations de déménagement, de loyer et d'installation demeure applicable aux ménages qui, au 31 décembre 2024, en application de l'arrêté précité, bénéficient déjà d'une allocation d'intervention dans le loyer. Toutefois, la liquidation prend fin d'office au plus tard le 31 décembre 2026.
Par dérogation à l'article 29, l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 juin 2013 déterminant les conditions d'intervention de la Région dans le loyer des logements pris en gestion ou loués par une agence immobilière sociale ou par une association de promotion du logement demeure applicable aux aides en faveur des agences immobilières sociales, accordées sous la forme d'une allocation d'intervention dans le loyer pour les locataires d'un logement pris en gestion ou en location par ces agences, pour autant que ces locataires, en exécution de cet arrêté du Gouvernement wallon, bénéficient déjà au 31 décembre 2024 d'une allocation d'intervention dans le loyer. Toutefois, la liquidation prend fin d'office au plus tard le 31 décembre 2026.
Par dérogation à l'article 29, l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 juin 2013 déterminant les conditions d'intervention de la Région dans le loyer des logements pris en gestion ou loués par une agence immobilière sociale ou par une association de promotion du logement demeure applicable aux aides en faveur des agences immobilières sociales, accordées sous la forme d'une allocation d'intervention dans le loyer pour les locataires d'un logement pris en gestion ou en location par ces agences, pour autant que ces locataires, en exécution de cet arrêté du Gouvernement wallon, bénéficient déjà au 31 décembre 2024 d'une allocation d'intervention dans le loyer. Toutefois, la liquidation prend fin d'office au plus tard le 31 décembre 2026.
Art.32. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen, met uitzondering van:
1° de artikelen 3 en 11, die in werking treden op 1 januari 2026;
2° de artikelen 1, 2, 4, 6, 7, 12, 17, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 29, 30 en 31, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2025;
3° de artikelen 18 en 23, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2024.
1° de artikelen 3 en 11, die in werking treden op 1 januari 2026;
2° de artikelen 1, 2, 4, 6, 7, 12, 17, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 29, 30 en 31, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2025;
3° de artikelen 18 en 23, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2024.
Art.32. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de son adoption, à l'exception :
1° des articles 3 et 11, qui entrent en vigueur le 1er janvier 2026;
2° des articles 1er, 2, 4, 6, 7, 12, 17, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 29, 30 et 31, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2025;
3° des articles 18 et 23, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2024.
1° des articles 3 et 11, qui entrent en vigueur le 1er janvier 2026;
2° des articles 1er, 2, 4, 6, 7, 12, 17, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 29, 30 et 31, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2025;
3° des articles 18 et 23, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2024.
Art. 33. De ministers zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 33. Les Ministres sont, chacun en ce qui le concerne, chargés de l'exécution du présent arrêté.