Artikel 1. In artikel 2, § 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt het punt 25° /1 ingevoegd, luidend als volgt:
"25° /1 braakland: het bouwland dat deel uitmaakt van het wisselbouwsysteem van het bedrijf, al dan niet bewerkt, en dat bestemd is om tijdens de duur van een seizoen geen oogst voort te brengen;".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
6 FEBRUARI 2025. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit
Titre
6 FEVRIER 2025. - Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité
Informations sur le document
Numac: 2025001993
Datum: 2025-02-06
Info du document
Numac: 2025001993
Date: 2025-02-06
Tekst (17)
Texte (17)
Article 1er. Dans l'article 2, § 1er, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, est inséré le 25° /1 rédigé comme suit :
" 25° /1 jachères : les terres arables qui font partie du système d'assolement de l'exploitation, qu'elles soient travaillées ou non, et destinées à ne produire aucune récolte pendant toute la durée d'une campagne ; ".
" 25° /1 jachères : les terres arables qui font partie du système d'assolement de l'exploitation, qu'elles soient travaillées ou non, et destinées à ne produire aucune récolte pendant toute la durée d'une campagne ; ".
Art.2. In artikel 17, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "Lid 1" vervangen door de woorden "Lid 1, 1°, ".
Art.2. Dans l'article 17, alinéa 3, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, les mots " l'alinéa 1er " sont remplacés par les mots " l'alinéa 1er, 1°, ".
Art.3. In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de inleidende zin aangevuld met de woorden "of de steunaanvraag".
Art.3. Dans l'article 24, alinéa 1er, du même arrêté, la phrase liminaire est complétée par les mots " ou de la demande d'aide ".
Art.4. In Deel 3, Titel 1 van hetzelfde besluit, wordt een artikel 41/1 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 41/1. § 1. Met het oog op de toepassing van artikel 13, § 2bis, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 en het toestaan van tijdelijke afwijkingen in het kader van de goede landbouw- en milieuconditie, wordt een Waals comité opgericht.
Het in lid 1 bedoeld Waals comité wordt samengesteld uit:
1° een personeelslid van de Directie Landbouwbeleid van het Departement Europees Beleid en Internationale Overeenkomsten van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu;
2° een agrometeorologisch specialist van het "Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux" ;
3° een agrometeorologisch specialist van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België;
4° een personeelslid van het betaalorgaan;
5° een personeelslid van het "Département du Développement, de la Ruralité et des Cours d'eau et du Bien-Etre animal" (Departement Ontwikkeling, Landelijke Aangelegenheden, Waterlopen en Dierenwelzijn);
6° technische deskundigen die het bij de afwijking betrokken onderwerp vertegenwoordigen;
Het lid bedoeld in paragraaf 2, 1°, is voorzitter van het Waals comité bedoeld in het eerste lid.
De in het tweede lid, 1° tot en met 5°, bedoelde leden zijn de permanente leden van het Waalse comité bedoeld in het eerste lid.
§ 2. Het in paragraaf 1 bedoelde Waalse comité vergadert op verzoek van de minister om een wetenschappelijk rapport op te stellen over de agrometeorologische situatie.
In het in lid 1 bedoelde wetenschappelijke rapport worden, in voorkomend geval, tijdelijke afwijkingen voorgesteld die mogelijk zijn in het kader van goede landbouw- en milieuconditie.
Op basis van het wetenschappelijke rapport, bedoeld in het eerste lid, kan de minister een tijdelijke afwijking toestaan in het kader van goede landbouw- en milieuconditie. ".
"Art. 41/1. § 1. Met het oog op de toepassing van artikel 13, § 2bis, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 en het toestaan van tijdelijke afwijkingen in het kader van de goede landbouw- en milieuconditie, wordt een Waals comité opgericht.
Het in lid 1 bedoeld Waals comité wordt samengesteld uit:
1° een personeelslid van de Directie Landbouwbeleid van het Departement Europees Beleid en Internationale Overeenkomsten van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu;
2° een agrometeorologisch specialist van het "Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux" ;
3° een agrometeorologisch specialist van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België;
4° een personeelslid van het betaalorgaan;
5° een personeelslid van het "Département du Développement, de la Ruralité et des Cours d'eau et du Bien-Etre animal" (Departement Ontwikkeling, Landelijke Aangelegenheden, Waterlopen en Dierenwelzijn);
6° technische deskundigen die het bij de afwijking betrokken onderwerp vertegenwoordigen;
Het lid bedoeld in paragraaf 2, 1°, is voorzitter van het Waals comité bedoeld in het eerste lid.
De in het tweede lid, 1° tot en met 5°, bedoelde leden zijn de permanente leden van het Waalse comité bedoeld in het eerste lid.
§ 2. Het in paragraaf 1 bedoelde Waalse comité vergadert op verzoek van de minister om een wetenschappelijk rapport op te stellen over de agrometeorologische situatie.
In het in lid 1 bedoelde wetenschappelijke rapport worden, in voorkomend geval, tijdelijke afwijkingen voorgesteld die mogelijk zijn in het kader van goede landbouw- en milieuconditie.
Op basis van het wetenschappelijke rapport, bedoeld in het eerste lid, kan de minister een tijdelijke afwijking toestaan in het kader van goede landbouw- en milieuconditie. ".
Art.4. Dans la Partie 3, Titre 1er, du même arrêté, il est inséré un article 41/1 rédigé comme suit :
" Art. 41/1. § 1er. Aux fins de l'application de l'article 13, § 2bis, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021 et de l'octroi de dérogations temporaires dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales, il est créé un comité wallon.
Le comité wallon visé à l'alinéa 1er se compose comme suit :
1° un agent de la Direction de la Politique agricole du Département des Politiques européennes et des Accords internationaux du Service public de Wallonie Agriculture, Ressources naturelles et Environnement ;
2° un expert en agrométéorologie issu du Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux ;
3° un expert en agrométéorologie issu de l'Institut royal météorologique de Belgique ;
4° un agent de l'organisme payeur ;
5° un agent du Département du Développement, de la Ruralité et des Cours d'eau et du Bien-être animal ;
6° des experts techniques représentatifs de la thématique concernée par la dérogation.
Le membre visé à l'alinéa 2, 1°, préside le comité wallon visé à l'alinéa 1er.
Les membres visés à l'alinéa 2, 1° à 5°, sont les membres permanents du comité wallon visé à l'alinéa 1er.
§ 2. Le comité wallon visé au paragraphe 1er se réunit à la demande du ministre afin d'établir un rapport scientifique relatif à la situation agrométéorologique.
Le rapport scientifique, visé à l'alinéa 1er, propose, le cas échéant, des dérogations temporaires admissibles dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales.
Sur base du rapport scientifique visé à l'alinéa 1er, le ministre peut octroyer une dérogation temporaire dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales. ".
" Art. 41/1. § 1er. Aux fins de l'application de l'article 13, § 2bis, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021 et de l'octroi de dérogations temporaires dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales, il est créé un comité wallon.
Le comité wallon visé à l'alinéa 1er se compose comme suit :
1° un agent de la Direction de la Politique agricole du Département des Politiques européennes et des Accords internationaux du Service public de Wallonie Agriculture, Ressources naturelles et Environnement ;
2° un expert en agrométéorologie issu du Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux ;
3° un expert en agrométéorologie issu de l'Institut royal météorologique de Belgique ;
4° un agent de l'organisme payeur ;
5° un agent du Département du Développement, de la Ruralité et des Cours d'eau et du Bien-être animal ;
6° des experts techniques représentatifs de la thématique concernée par la dérogation.
Le membre visé à l'alinéa 2, 1°, préside le comité wallon visé à l'alinéa 1er.
Les membres visés à l'alinéa 2, 1° à 5°, sont les membres permanents du comité wallon visé à l'alinéa 1er.
§ 2. Le comité wallon visé au paragraphe 1er se réunit à la demande du ministre afin d'établir un rapport scientifique relatif à la situation agrométéorologique.
Le rapport scientifique, visé à l'alinéa 1er, propose, le cas échéant, des dérogations temporaires admissibles dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales.
Sur base du rapport scientifique visé à l'alinéa 1er, le ministre peut octroyer une dérogation temporaire dans le cadre des bonnes conditions agricoles et environnementales. ".
Art.5. Artikel 44, § 1, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
"Voor de toepassing van het eerste lid en in afwijking van artikel 42, 1°, wordt in het jaarlijkse aandeel ook rekening gehouden met de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het referentieaandeel, vermeld in artikel 42, 2°, en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".
"Voor de toepassing van het eerste lid en in afwijking van artikel 42, 1°, wordt in het jaarlijkse aandeel ook rekening gehouden met de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het referentieaandeel, vermeld in artikel 42, 2°, en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".
Art.5. L'article 44, § 1er, du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Pour l'application de l'alinéa 1er et par dérogation à l'article 42, 1°, le ratio annuel prend en compte également les surfaces de prairies permanentes intégrées en tant que surfaces agricoles dans le SIGeC, prises en compte pour le calcul du ratio de référence visé à l'article 42, 2°, et non déclarées par les bénéficiaires dans une demande d'aide visée par l'un des arrêtés suivants :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide base au revenu pour un développement durable, l'aide redistributive complémentaire au revenu pour un développement durable et l'aide complémentaire au revenu pour les jeunes agriculteurs ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis ;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide aux éco-régimes. ".
" Pour l'application de l'alinéa 1er et par dérogation à l'article 42, 1°, le ratio annuel prend en compte également les surfaces de prairies permanentes intégrées en tant que surfaces agricoles dans le SIGeC, prises en compte pour le calcul du ratio de référence visé à l'article 42, 2°, et non déclarées par les bénéficiaires dans une demande d'aide visée par l'un des arrêtés suivants :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide base au revenu pour un développement durable, l'aide redistributive complémentaire au revenu pour un développement durable et l'aide complémentaire au revenu pour les jeunes agriculteurs ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis ;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide aux éco-régimes. ".
Art.6. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
" Bij de toepassing van artikel 48, § 3, derde lid, a), van Verordening (EU) nr. 2022/126 van 7 december 2021 worden voor de in het tweede lid bedoelde verplichting tot omzetting alleen de arealen in aanmerking genomen die opnieuw in blijvend grasland moeten worden omgezet of waarop voor een bepaald jaar blijvend grasland moet worden aangelegd, wanneer deze arealen groter zijn dan de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het in artikel 42, lid 2, bedoelde referentieaandeel en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".
" Bij de toepassing van artikel 48, § 3, derde lid, a), van Verordening (EU) nr. 2022/126 van 7 december 2021 worden voor de in het tweede lid bedoelde verplichting tot omzetting alleen de arealen in aanmerking genomen die opnieuw in blijvend grasland moeten worden omgezet of waarop voor een bepaald jaar blijvend grasland moet worden aangelegd, wanneer deze arealen groter zijn dan de arealen blijvend grasland die in het GBCS als landbouwarealen zijn opgenomen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het in artikel 42, lid 2, bedoelde referentieaandeel en die niet door de begunstigden zijn aangegeven in een steunaanvraag bedoeld in de volgende besluiten:
1° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzaamheid, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzaamheid en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers;
2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
3° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de eco-regelingen. ".
Art.6. L'article 45 du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" En application de l'article 48, § 3, alinéa 3, a), du règlement (UE) n° 2022/126 du 7 décembre 2021, l'obligation de reconversion visée à l'alinéa 2 prend en compte uniquement les surfaces à reconvertir en surfaces de prairies permanentes ou sur lesquelles des prairies permanentes doivent être établies pour une année donnée lorsqu'elles sont supérieures aux surfaces de prairies permanentes intégrées en tant que surfaces agricoles dans le SIGeC, prises en compte pour le calcul du ratio de référence visé à l'article 42, 2°, et non déclarées par les bénéficiaires dans une demande d'aide visée par l'un des arrêtés suivants :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide base au revenu pour un développement durable, l'aide redistributive complémentaire au revenu pour un développement durable et l'aide complémentaire au revenu pour les jeunes agriculteurs ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis ;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide aux éco-régimes. ".
" En application de l'article 48, § 3, alinéa 3, a), du règlement (UE) n° 2022/126 du 7 décembre 2021, l'obligation de reconversion visée à l'alinéa 2 prend en compte uniquement les surfaces à reconvertir en surfaces de prairies permanentes ou sur lesquelles des prairies permanentes doivent être établies pour une année donnée lorsqu'elles sont supérieures aux surfaces de prairies permanentes intégrées en tant que surfaces agricoles dans le SIGeC, prises en compte pour le calcul du ratio de référence visé à l'article 42, 2°, et non déclarées par les bénéficiaires dans une demande d'aide visée par l'un des arrêtés suivants :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide base au revenu pour un développement durable, l'aide redistributive complémentaire au revenu pour un développement durable et l'aide complémentaire au revenu pour les jeunes agriculteurs ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis ;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide aux éco-régimes. ".
Art.7. In artikel 55, § 3, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "in lid 2" vervangen door de woorden "in paragraaf 2".
Art.7. Dans l'article 55, § 3, alinéa 1er, 2°, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, les mots " à l'alinéa 2 " sont remplacés par les mots " au paragraphe 2 ".
Art.8. In artikel 61 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° lid 2 wordt vervangen door wat volgt:
"Om te voldoen aan de in lid 1 vastgestelde eis zorgt de landbouwer voor ten minste een van de volgende elementen:
1° de aanwezigheid van residuen van landbouwproducten, op voorwaarde dat zij ten minste 75% van het perceel bedekken;
2° de aanwezigheid van aangegroeide graangewassen en oliehoudende planten, op voorwaarde dat deze op 1 november ten minste 75% van het perceel bedekken;
3° het planten van tussenteelten en secundaire teelten vóór 1 november;
4° het onderhoud van de huidige teelt tijdens de periode bedoeld in het eerste lid;
5° het planten van een winterteelt vóór 1 januari van het volgende jaar. ";
2° tussen de leden 2 en 3 wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt:
"In het kader van de maïsteelt (Zea mays) worden de maïsstokken en hun wortelstelsel beschouwd als residuen van landbouwproducten die ten minste 75% van het perceel bedekken in de zin van lid 2, 1°, indien zij na de oogst op hun plaats blijven. ";
3° het voormalige lid 3, thans lid 4, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt, in de Franse versie, het woord "nul" vervangen door het woord "nu";
4° het voormalige lid 4, thans lid 5, wordt opgeheven;
5° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
"Wanneer het hoofdgewas na 30 september wordt geoogst, is aan de eis van lid 1 voldaan als de landbouwer zorgt voor een van de elementen in lid 2, 1° tot en met 3° en 5°. Bij gebreke daarvan zijn landbouwers vrijgesteld van de verplichting krachtens artikel 13, § 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021.
Lid 7 is niet van toepassing op de maïsteelt (Zea may). ".
1° lid 2 wordt vervangen door wat volgt:
"Om te voldoen aan de in lid 1 vastgestelde eis zorgt de landbouwer voor ten minste een van de volgende elementen:
1° de aanwezigheid van residuen van landbouwproducten, op voorwaarde dat zij ten minste 75% van het perceel bedekken;
2° de aanwezigheid van aangegroeide graangewassen en oliehoudende planten, op voorwaarde dat deze op 1 november ten minste 75% van het perceel bedekken;
3° het planten van tussenteelten en secundaire teelten vóór 1 november;
4° het onderhoud van de huidige teelt tijdens de periode bedoeld in het eerste lid;
5° het planten van een winterteelt vóór 1 januari van het volgende jaar. ";
2° tussen de leden 2 en 3 wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt:
"In het kader van de maïsteelt (Zea mays) worden de maïsstokken en hun wortelstelsel beschouwd als residuen van landbouwproducten die ten minste 75% van het perceel bedekken in de zin van lid 2, 1°, indien zij na de oogst op hun plaats blijven. ";
3° het voormalige lid 3, thans lid 4, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt, in de Franse versie, het woord "nul" vervangen door het woord "nu";
4° het voormalige lid 4, thans lid 5, wordt opgeheven;
5° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
"Wanneer het hoofdgewas na 30 september wordt geoogst, is aan de eis van lid 1 voldaan als de landbouwer zorgt voor een van de elementen in lid 2, 1° tot en met 3° en 5°. Bij gebreke daarvan zijn landbouwers vrijgesteld van de verplichting krachtens artikel 13, § 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021.
Lid 7 is niet van toepassing op de maïsteelt (Zea may). ".
Art.8. A l'article 61 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" Pour respecter l'exigence prévue à l'alinéa 1er, l'agriculteur assure au moins l'un des éléments suivants :
1° la présence des résidus de cultures pour autant qu'ils recouvrent au moins 75 % de la parcelle ;
2° la présence des repousses de céréales ou d'oléagineux, pour autant qu'elles recouvrent au moins 75 % de la parcelle en date du 1er novembre ;
3° l'implantation d'intercultures et de cultures secondaires avant le 1er novembre ;
4° le maintien de la culture en place pendant la période visée à l'alinéa 1er ;
5° l'implantation d'une culture d'hiver avant le 1er janvier de l'année suivante. " ;
2° un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3 :
" Dans le cadre de la culture du maïs (Zea mays), les cannes ainsi que leur système racinaire sont considérés comme des résidus de culture qui recouvrent au moins 75% de la parcelle au sens de l'alinéa 2, 1°, s'ils restent en place après la récolte. " ;
3° l'alinéa 3 ancien, devenant l'alinéa 4, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, le mot " nul " est remplacé par le mot " nu " ;
4° l'alinéa 4 ancien, devenant l'alinéa 5, est abrogé ;
5° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
" Lorsque la culture principale est récoltée après le 30 septembre, l'exigence prévue à l'alinéa 1er est respectée si l'agriculteur assure l'un des éléments prévus à l'alinéa 2, 1° à 3° et 5°. A défaut, les agriculteurs sont exemptés de l'exigence en vertu de l'article 13, § 1er, alinéa 2, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021.
L'alinéa 7 ne s'applique pas à la culture du maïs (Zea mays). ".
1° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" Pour respecter l'exigence prévue à l'alinéa 1er, l'agriculteur assure au moins l'un des éléments suivants :
1° la présence des résidus de cultures pour autant qu'ils recouvrent au moins 75 % de la parcelle ;
2° la présence des repousses de céréales ou d'oléagineux, pour autant qu'elles recouvrent au moins 75 % de la parcelle en date du 1er novembre ;
3° l'implantation d'intercultures et de cultures secondaires avant le 1er novembre ;
4° le maintien de la culture en place pendant la période visée à l'alinéa 1er ;
5° l'implantation d'une culture d'hiver avant le 1er janvier de l'année suivante. " ;
2° un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3 :
" Dans le cadre de la culture du maïs (Zea mays), les cannes ainsi que leur système racinaire sont considérés comme des résidus de culture qui recouvrent au moins 75% de la parcelle au sens de l'alinéa 2, 1°, s'ils restent en place après la récolte. " ;
3° l'alinéa 3 ancien, devenant l'alinéa 4, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, le mot " nul " est remplacé par le mot " nu " ;
4° l'alinéa 4 ancien, devenant l'alinéa 5, est abrogé ;
5° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
" Lorsque la culture principale est récoltée après le 30 septembre, l'exigence prévue à l'alinéa 1er est respectée si l'agriculteur assure l'un des éléments prévus à l'alinéa 2, 1° à 3° et 5°. A défaut, les agriculteurs sont exemptés de l'exigence en vertu de l'article 13, § 1er, alinéa 2, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021.
L'alinéa 7 ne s'applique pas à la culture du maïs (Zea mays). ".
Art.9. In artikel 62 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het eerste lid, eerste zin, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt aangevuld met de woorden " en die onder het toepassingsgebied van artikel 54, § 1 vallen. ";
b) het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"In het geval van meteorologische beperkingen die de inzaai verstoren en die in een wetenschappelijk rapport worden beschreven, kan de Minister kale grond toestaan gedurende een periode van maximaal vier weken. ";
2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in paragraaf 1".
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het eerste lid, eerste zin, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, wordt aangevuld met de woorden " en die onder het toepassingsgebied van artikel 54, § 1 vallen. ";
b) het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"In het geval van meteorologische beperkingen die de inzaai verstoren en die in een wetenschappelijk rapport worden beschreven, kan de Minister kale grond toestaan gedurende een periode van maximaal vier weken. ";
2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 januari 2024, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in paragraaf 1".
Art.9. A l'article 62 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le paragraphe 1er, les modifications suivantes sont apportées :
a) l'alinéa 1er, première phrase, remplacé par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, est complété par les mots " et relevant du champ d'application de l'article 54, § 1er. " ;
b) l'alinéa 3 est complété par la phrase suivante :
" En cas de contraintes météorologiques perturbant les semis et décrites dans un rapport scientifique, le ministre peut autoriser la présence d'un sol nu pendant une durée de quatre semaines maximums. " ;
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, 2°, inséré par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, les mots " à l'alinéa 1er " sont remplacés par les mots " au paragraphe 1er ".
1° dans le paragraphe 1er, les modifications suivantes sont apportées :
a) l'alinéa 1er, première phrase, remplacé par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, est complété par les mots " et relevant du champ d'application de l'article 54, § 1er. " ;
b) l'alinéa 3 est complété par la phrase suivante :
" En cas de contraintes météorologiques perturbant les semis et décrites dans un rapport scientifique, le ministre peut autoriser la présence d'un sol nu pendant une durée de quatre semaines maximums. " ;
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, 2°, inséré par l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 janvier 2024, les mots " à l'alinéa 1er " sont remplacés par les mots " au paragraphe 1er ".
Art.10. In Deel 3, Titel 2, hoofdstuk I, afdeling 3, onderafdeling 4, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 62/1 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 62/1. Om het bodempotentieel te behouden, voert de landbouwer een van de volgende praktijken uit:
1° de gewasrotatie op het bouwland bedoeld in artikel 63;
2° de gewasdiversificatie op het bouwland bedoeld in artikel 63/1. ".
"Art. 62/1. Om het bodempotentieel te behouden, voert de landbouwer een van de volgende praktijken uit:
1° de gewasrotatie op het bouwland bedoeld in artikel 63;
2° de gewasdiversificatie op het bouwland bedoeld in artikel 63/1. ".
Art.10. Dans la Partie 3, Titre 2, chapitre 1er, section 3, sous-section 4, du même arrêté, il est inséré un article 62/1 rédigé comme suit :
" Art. 62/1. L'agriculteur, afin de préserver le potentiel des sols, procède à l'une des pratiques suivantes :
1° la rotation des cultures sur les terres arables prévue à l'article 63 ;
2° la diversification des cultures sur les terres arables prévue à l'article 63/1. ".
" Art. 62/1. L'agriculteur, afin de préserver le potentiel des sols, procède à l'une des pratiques suivantes :
1° la rotation des cultures sur les terres arables prévue à l'article 63 ;
2° la diversification des cultures sur les terres arables prévue à l'article 63/1. ".
Art.11. Artikel 63, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
"Voor de toepassing van lid 1, 1°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
Voor de toepassing van lid 1 worden door het betaalorgaan bepaalde samenstellingen van een mengsel van planten als een gewas beschouwd. ".
"Voor de toepassing van lid 1, 1°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
Voor de toepassing van lid 1 worden door het betaalorgaan bepaalde samenstellingen van een mengsel van planten als een gewas beschouwd. ".
Art.11. L'article 63, § 3, du même arrêté est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
" Pour l'application de l'alinéa 1er, 1°, les cultures hivernales et les cultures de printemps sont considérées comme des cultures différentes, même si elles appartiennent au même genre.
Pour l'application de l'alinéa 1er, les mélanges de végétaux déterminés par l'organisme payeur sont considérés comme une culture. ".
" Pour l'application de l'alinéa 1er, 1°, les cultures hivernales et les cultures de printemps sont considérées comme des cultures différentes, même si elles appartiennent au même genre.
Pour l'application de l'alinéa 1er, les mélanges de végétaux déterminés par l'organisme payeur sont considérés comme une culture. ".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 63/1 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 63/1. § 1. De landbouwer diversifieert de gewassen volgens de volgende modaliteiten:
1° wanneer het bouwland van een bedrijf tussen tien en dertig hectare heeft, hij het bouwland van het bedrijf teelt met ten minste twee verschillende gewassen;
2° wanneer het bouwland van een bedrijf meer dan dertig hectare heeft, bestaat gewasdiversificatie erin dat het bouwland van een bedrijf wordt geteeld met ten minste drie verschillende gewassen op dat bouwland.
Voor de toepassing van lid 1, 1°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland.
Voor de toepassing van lid 1, 2°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland en beslaan de twee hoofdgewassen samen niet meer dan 95% van het bouwland.
§ 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt onder "verschillende gewassen" verstaan de volgende gewassen:
1° een gewas van een van de verschillende botanische geslachten;
2° een gewas van een van de soorten in het geval van kruisbloemingen, nachtschadefamilie en komkommerachtigen;
3° een braakliggend land;
4° een land dat bestemd is voor de productie van gras of andere kruidachtige voedergewassen;
5° een gewas van één van de verschillende samenstellingen van een mengsel van planten bepaald door het betaalorgaan.
Voor de toepassing van lid 1, 1° en 2°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
Voor de toepassing van dit artikel worden spelt (Triticum spelta) en kleine spelt (Triticum monococcum) beschouwd als gewassen die gescheiden zijn van tarwe (Triticum aestivum). ".
"Art. 63/1. § 1. De landbouwer diversifieert de gewassen volgens de volgende modaliteiten:
1° wanneer het bouwland van een bedrijf tussen tien en dertig hectare heeft, hij het bouwland van het bedrijf teelt met ten minste twee verschillende gewassen;
2° wanneer het bouwland van een bedrijf meer dan dertig hectare heeft, bestaat gewasdiversificatie erin dat het bouwland van een bedrijf wordt geteeld met ten minste drie verschillende gewassen op dat bouwland.
Voor de toepassing van lid 1, 1°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland.
Voor de toepassing van lid 1, 2°, beslaat het hoofdgewas niet meer dan 75% van het bouwland en beslaan de twee hoofdgewassen samen niet meer dan 95% van het bouwland.
§ 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt onder "verschillende gewassen" verstaan de volgende gewassen:
1° een gewas van een van de verschillende botanische geslachten;
2° een gewas van een van de soorten in het geval van kruisbloemingen, nachtschadefamilie en komkommerachtigen;
3° een braakliggend land;
4° een land dat bestemd is voor de productie van gras of andere kruidachtige voedergewassen;
5° een gewas van één van de verschillende samenstellingen van een mengsel van planten bepaald door het betaalorgaan.
Voor de toepassing van lid 1, 1° en 2°, worden wintergewassen en voorjaarsgewassen beschouwd als verschillende gewassen, zelfs indien ze tot hetzelfde geslacht behoren.
Voor de toepassing van dit artikel worden spelt (Triticum spelta) en kleine spelt (Triticum monococcum) beschouwd als gewassen die gescheiden zijn van tarwe (Triticum aestivum). ".
Art.12. Dans le même arrêté, il est inséré un article 63/1 rédigé comme suit :
" Art. 63/1. § 1er. L'agriculteur procède à la diversification des cultures selon les modalités suivantes :
1° lorsque la superficie des terres arables d'une exploitation est comprise entre dix et trente hectares, il cultive les terres arables de l'exploitation avec au moins deux cultures différentes ;
2° lorsque la superficie des terres arables d'une exploitation est supérieure à trente hectares, la diversification des cultures consiste à cultiver les terres arables d'une exploitation avec au moins trois cultures différentes sur ces terres arables.
Pour l'application, de l'alinéa 1er, 1°, la culture principale ne couvre pas plus de 75 % des terres arables.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, la culture principale ne couvre pas plus de 75 % des terres arables et les deux cultures principales ensemble ne couvrent pas plus de 95 % des terres arables.
§ 2. Pour l'application du paragraphe 1er, l'on entend par " cultures différentes ", les cultures suivantes :
1° une culture de l'un des différents genres botaniques ;
2° une culture de l'une des espèces dans le cas des brassicacées, des solanacées et des cucurbitacées ;
3° une terre mise en jachère ;
4° une terre consacrée à la production d'herbe ou d'autres plantes fourragères herbacées ;
5° une culture de l'un des différents mélanges de végétaux déterminés par l'organisme payeur.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 1° et 2°, les cultures hivernales et les cultures de printemps sont considérées comme des cultures différentes, même si elles appartiennent au même genre.
Pour l'application du présent article, l'épeautre (Triticum spelta) et le petit épeautre (Triticum monococcum) sont considérés comme des cultures différentes du froment (Triticum aestivum). ".
" Art. 63/1. § 1er. L'agriculteur procède à la diversification des cultures selon les modalités suivantes :
1° lorsque la superficie des terres arables d'une exploitation est comprise entre dix et trente hectares, il cultive les terres arables de l'exploitation avec au moins deux cultures différentes ;
2° lorsque la superficie des terres arables d'une exploitation est supérieure à trente hectares, la diversification des cultures consiste à cultiver les terres arables d'une exploitation avec au moins trois cultures différentes sur ces terres arables.
Pour l'application, de l'alinéa 1er, 1°, la culture principale ne couvre pas plus de 75 % des terres arables.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, la culture principale ne couvre pas plus de 75 % des terres arables et les deux cultures principales ensemble ne couvrent pas plus de 95 % des terres arables.
§ 2. Pour l'application du paragraphe 1er, l'on entend par " cultures différentes ", les cultures suivantes :
1° une culture de l'un des différents genres botaniques ;
2° une culture de l'une des espèces dans le cas des brassicacées, des solanacées et des cucurbitacées ;
3° une terre mise en jachère ;
4° une terre consacrée à la production d'herbe ou d'autres plantes fourragères herbacées ;
5° une culture de l'un des différents mélanges de végétaux déterminés par l'organisme payeur.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 1° et 2°, les cultures hivernales et les cultures de printemps sont considérées comme des cultures différentes, même si elles appartiennent au même genre.
Pour l'application du présent article, l'épeautre (Triticum spelta) et le petit épeautre (Triticum monococcum) sont considérés comme des cultures différentes du froment (Triticum aestivum). ".
Art.13. In artikel 64 van hetzelfde besluit worden de woorden "Artikel 63, lid 1, is" vervangen door de woorden "Artikels 63, § 1, en 63/1, § 1, zijn".
Art.13. Dans l'article 64 du même arrêté, les mots " L'article 63, § 1er, ne s'applique " sont remplacés par les mots " Les articles 63, § 1er, et 63/1, § 1er, ne s'appliquent ".
Art.14. Artikelen 67 tot en met 71 worden opgeheven.
Art.14. Les articles 67 à 71 sont abrogés.
Art.15. In artikel 74 van hetzelfde besluit, wordt een lid ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, luidend als volgt:
"Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "vernieling" verstaan: elke handeling met betrekking tot inheemse bomen of inheemse heggen die tot gevolg heeft dat de doelstelling om de biodiversiteit op landbouwbedrijven te verbeteren, aanzienlijk wordt ondermijnd. ".
"Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "vernieling" verstaan: elke handeling met betrekking tot inheemse bomen of inheemse heggen die tot gevolg heeft dat de doelstelling om de biodiversiteit op landbouwbedrijven te verbeteren, aanzienlijk wordt ondermijnd. ".
Art.15. Dans l'article 74 du même arrêté, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour l'application de l'alinéa 1er, l'on entend par " destruction ", toute opération menée sur les arbres indigènes ou les haies indigènes ayant pour conséquence de porter atteinte de manière significative à leur objectif d'amélioration de la biodiversité dans les exploitations agricoles. ".
" Pour l'application de l'alinéa 1er, l'on entend par " destruction ", toute opération menée sur les arbres indigènes ou les haies indigènes ayant pour conséquence de porter atteinte de manière significative à leur objectif d'amélioration de la biodiversité dans les exploitations agricoles. ".
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2025.
In afwijking van het eerste lid hebben de bepalingen van de artikelen 10 tot en met 13 uitwerking op 1 januari 2024.
In afwijking van het eerste lid hebben de bepalingen van de artikelen 10 tot en met 13 uitwerking op 1 januari 2024.
Art.16. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2025.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les dispositions prévues aux articles 10 à 13 produisent leurs effets le 1er janvier 2024.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les dispositions prévues aux articles 10 à 13 produisent leurs effets le 1er janvier 2024.
Art. 17. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 17. La Ministre de l'Agriculture est chargée de l'exécution du présent arrêté.