Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
8 MEI 2024. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid - 2024
Titre
8 MAI 2024. - Décret portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024
Informations sur le document
Numac: 2024204868
Datum: 2024-05-08
Info du document
Numac: 2024204868
Date: 2024-05-08
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 26 apri...
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 6 juli ...
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 8. - Wet van 15 juli 1983 houdende op...
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de herstelwet van ...
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het decreet van 5...
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het programmadecr...
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 3...
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 15. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 16. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 17. - Wijziging van het decreet van 3...
HOOFDSTUK 18. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 19. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 20. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 21. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 22. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 23. - Wijziging van het decreet van 3...
HOOFDSTUK 24. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 25. - wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 26. - Inwerkingtreding
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Modification de la loi du 26 av...
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 5. - Modification de la loi du 6 juill...
CHAPITRE 6. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 7. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 8. - Modification de la loi du 15 juil...
CHAPITRE 9. - Modification de la loi de redress...
CHAPITRE 10. - Modification du décret du 5 juin...
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 18 avr...
CHAPITRE 12. - Modification du décret-programme...
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 31 aoû...
CHAPITRE 14. - Modification du décret du 14 déc...
CHAPITRE 15. - Modification du décret du 26 avr...
CHAPITRE 16. - Modification du décret du 25 jui...
CHAPITRE 17. - Modification du décret du 30 jui...
CHAPITRE 18. - Modification du décret du 29 mar...
CHAPITRE 19. - Modification du décret du 19 avr...
CHAPITRE 20. - Modification du décret du 27 jui...
CHAPITRE 21. - Modification du décret du 21 avr...
CHAPITRE 22. - Modification du décret du 25 oct...
CHAPITRE 23. - Modification du décret du 31 mar...
CHAPITRE 24. - Modification du décret du 13 déc...
CHAPITRE 25. - Modification du décret du 26 jui...
CHAPITRE 26. - Entrée en vigueur
Tekst (150)
Texte (150)
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen
CHAPITRE 1er. - Modification de la loi du 26 avril 1962 relative au transport en commun des élèves des établissements d'enseignements
Artikel 1. Artikel 2 van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen wordt opgeheven.
Article 1er. L'article 2 de la loi du 26 avril 1962 relative au transport en commun des élèves des établissements d'enseignements est abrogé.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du 2 octobre 1968 déterminant et classant les fonctions des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et les fonctions des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements
Art.2. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de bepaling onder B. en de bepaling onder C. wordt een bepaling onder B.1., a), 1., ingevoegd, luidende:
"B.1. In het basisonderwijs
a) Wervingsambten
1. "vakleraar muziek;"
2° in de bepaling onder C., a), wordt een bepaling onder 2. ingevoegd, luidende:
"2. leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs;"
3° in de bepaling onder Dbis., b), wordt de punt in de bepaling onder 4. vervangen door een kommapunt en voorts wordt de bepaling onder Dbis., b), aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding"
4° in de bepaling onder E., b), 17., wordt het woord "evaluator" vervangen door de woorden "evaluator uit het basisonderwijs";
5° in de bepaling onder E., b), wordt de bepaling onder 18. hersteld als volgt:
"18. externe evaluator uit het secundair onderwijs".
1° tussen de bepaling onder B. en de bepaling onder C. wordt een bepaling onder B.1., a), 1., ingevoegd, luidende:
"B.1. In het basisonderwijs
a) Wervingsambten
1. "vakleraar muziek;"
2° in de bepaling onder C., a), wordt een bepaling onder 2. ingevoegd, luidende:
"2. leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs;"
3° in de bepaling onder Dbis., b), wordt de punt in de bepaling onder 4. vervangen door een kommapunt en voorts wordt de bepaling onder Dbis., b), aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding"
4° in de bepaling onder E., b), 17., wordt het woord "evaluator" vervangen door de woorden "evaluator uit het basisonderwijs";
5° in de bepaling onder E., b), wordt de bepaling onder 18. hersteld als volgt:
"18. externe evaluator uit het secundair onderwijs".
Art.2. A l'article 6 de l'arrêté royal du 2 octobre 1968 déterminant et classant les fonctions des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et les fonctions des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° entre les B. et C., il est inséré un B.1., a), 1°, rédigé comme suit :
" B.1. Dans l'enseignement fondamental
a) fonctions de recrutement
1° maître spécial de musique; "
2° dans le C., a), un 2° est rétabli dans la rédaction suivante :
" 2° professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié; "
3° dans le Dbis., le b) est complété par un 5° rédigé comme suit :
" 5° coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
4° dans le E., b), 17°, les mots " évaluateur externe. " sont remplacés par les mots " évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ";
5° dans le E., b), un 18° est rétabli dans la rédaction suivante :
" 18° évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire ".
1° entre les B. et C., il est inséré un B.1., a), 1°, rédigé comme suit :
" B.1. Dans l'enseignement fondamental
a) fonctions de recrutement
1° maître spécial de musique; "
2° dans le C., a), un 2° est rétabli dans la rédaction suivante :
" 2° professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié; "
3° dans le Dbis., le b) est complété par un 5° rédigé comme suit :
" 5° coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
4° dans le E., b), 17°, les mots " évaluateur externe. " sont remplacés par les mots " évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ";
5° dans le E., b), un 18° est rétabli dans la rédaction suivante :
" 18° évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire ".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire
Art.3. In artikel 91quaterdecies, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 24 juni 2013 en vervangen bij het decreet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij het decreet van 24 april 2023, worden de woorden "91octies, § 1 en § 2, eerste en tweede lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, en § 2, eerste lid, tweede lid, en derde lid, 2°,".
Art.3. Dans l'article 91quaterdecies, alinéa 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire, inséré par le décret du 24 juin 2013, remplacé par le décret du 18 juin 2018 et modifié par le décret du 24 avril 2023, les mots " 91octies, § 1er et § 2, alinéas 1er et 2 " sont remplacés par les mots " 91octies, § 1er et § 2, alinéas 1er, 2 et 3, 2° ".
Art.4. Het opschrift van hoofdstuk VIIquater van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015, wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk VIIquater - Bijzondere bepalingen voor coördinatoren van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan en voor coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.4. Dans le chapitre VIIquater du même arrêté royal, inséré par le décret du 29 juin 2015, l'intitulé est complété par les mots suivants : " et pour les coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.5. Artikel 91viciesbis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015 en gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt aangevuld met de woorden "en het ambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.5. Dans l'article 91viciesbis du même arrêté royal, inséré par le décret du 29 juin 2015 et modifié par le décret du 28 juin 2021, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit et à la fonction de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.6. In artikel 91viciesbis.1 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in het vijfde lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
1° in het eerste lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in het vijfde lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.6. A l'article 91viciesbis.1 du même arrêté royal, inséré par le décret du 28 juin 2021 et modifié par le décret du 26 juin 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou en tant que coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou le coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
1° dans l'alinéa 1er, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou en tant que coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou le coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.7. In artikel 91undequadragies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".
Art.7. Dans l'article 91undequadragies, alinéa 2, du même arrêté royal, inséré par le décret du 18 juin 2018 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.8. In artikel 91quadragiessexies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2020 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".
Art.8. Dans l'article 91quadragiessexies, alinéa 2, du même arrêté royal, inséré par le décret du 22 juin 2020 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.9. In artikel 91quintagiessemel, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "91octies, § 1, eerste lid," vervangen door de woorden "91octies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid,".
Art.9. Dans l'article 91quintagiessemel, alinéa 2, du même arrêté royal, inséré par le décret du 28 juin 2021 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 91octies, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.10. In artikel 133, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, worden de woorden "in dienstactiviteit" vervangen door de woorden "in dienstactiviteit of op rust".
Art.10. Dans l'article 133 du même arrêté royal, remplacé par le décret du 26 juin 2006, l'alinéa 1er est complété par les mots " de service ou retraités ".
Art.11. Hoofdstuk XIbis van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, wordt aangevuld met een artikel 169triciesbis, luidende:
"Art. 169triciesbis - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van vakleraar muziek voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."
"Art. 169triciesbis - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van vakleraar muziek voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."
Art.11. Dans le chapitre XIbis du même arrêté royal, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, il est inséré un article 169triciesbis rédigé comme suit :
" Art. 169triciesbis - Par dérogation à l'article 22, § 1er, alinéa 1er, l'appel aux candidats à une désignation à titre temporaire dans la fonction de maître spécial de musique pour l'année scolaire 2024-2025 est effectué entre la date d'adoption du décret du 8 mai 2024 portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024 et le 31 août 2024. "
" Art. 169triciesbis - Par dérogation à l'article 22, § 1er, alinéa 1er, l'appel aux candidats à une désignation à titre temporaire dans la fonction de maître spécial de musique pour l'année scolaire 2024-2025 est effectué entre la date d'adoption du décret du 8 mai 2024 portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024 et le 31 août 2024. "
Art.12. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciester, luidende:
"Art. 169triciester - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."
"Art. 169triciester - In afwijking van artikel 22, § 1, eerste lid, geschiedt de oproep tot de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs voor het schooljaar 2024-2025 tussen de dag waarop het decreet van 8 mei 2024 houdende maatregelen inzake onderwijs en ouderenbeleid 2024 is aangenomen en 31 augustus 2024."
Art.12. Dans le même chapitre, il est inséré un article 169triciester rédigé comme suit :
" Art. 169triciester - Par dérogation à l'article 22, § 1er, alinéa 1er, l'appel aux candidats à une désignation à titre temporaire dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié pour l'année scolaire 2024-2025 est effectué entre la date d'adoption du décret du 8 mai 2024 portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024 et le 31 août 2024. "
" Art. 169triciester - Par dérogation à l'article 22, § 1er, alinéa 1er, l'appel aux candidats à une désignation à titre temporaire dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié pour l'année scolaire 2024-2025 est effectué entre la date d'adoption du décret du 8 mai 2024 portant des mesures en matière d'enseignement et relatives aux personnes âgées - 2024 et le 31 août 2024. "
Art.13. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciesquater, luidende:
"Art.169triciesquater - Onverminderd artikel 16 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid voor 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
"Art.169triciesquater - Onverminderd artikel 16 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid voor 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
Art.13. Dans le même chapitre, il est inséré un article 169triciesquater rédigé comme suit :
" Art. 169triciesquater - Sans préjudice de l'article 16 et de l'article 39, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
" Art. 169triciesquater - Sans préjudice de l'article 16 et de l'article 39, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
Art.14. Hetzelfde hoofdstuk wordt aangevuld met een artikel 169triciesquinquies, luidende:
"169triciesquinquies - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 17 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
"169triciesquinquies - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 17 en artikel 39 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
Art.14. Dans le même chapitre, il est inséré un article 169triciesquinquies rédigé comme suit :
" Art. 169triciesquinquies - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 17 et à l'article 39, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
" Art. 169triciesquinquies - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 17 et à l'article 39, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements
Art.15. Artikel 7, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, ingevoegd bij het decreet van 21 april 2008 en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020, wordt aangevuld met een bepaling onder d), luidende:
"d) het diploma van kleuteronderwijzer, het attest van slagen voor een opleiding in de didactiek van het vreemdetalenonderwijs en het bewijs van de grondige kennis van de betrokken vreemde taal."
"d) het diploma van kleuteronderwijzer, het attest van slagen voor een opleiding in de didactiek van het vreemdetalenonderwijs en het bewijs van de grondige kennis van de betrokken vreemde taal."
Art.15. Dans l'article 7, alinéa 1er, de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements, le 7°, inséré par le décret du 21 avril 2008 et modifié par le décret du 22 juin 2020, est complété par un d) rédigé comme suit :
" d) le diplôme d'instituteur maternel, l'attestation de réussite d'une formation en didactique des langues étrangères et la preuve de la connaissance approfondie de la langue étrangère en question. "
" d) le diplôme d'instituteur maternel, l'attestation de réussite d'une formation en didactique des langues étrangères et la preuve de la connaissance approfondie de la langue étrangère en question. "
Art.16. In hoofdstuk II van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt een artikel 7.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 7.1 - Als vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vakleraar muziek in het basisonderwijs gelden de volgende diploma's:
1° het diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs, telkens aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsdiploma in de studierichting "notenleer" of muzikale opvoeding" dat door een hogeschool voor kunst of een conservatorium werd uitgereikt, of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap;
2° het diploma van kleuteronderwijzer of onderwijzer voor het lager onderwijs of geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, telkens aangevuld met een van de volgende bewijzen:
a) een diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap;
b) een bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 15 ECTS-punten in de muzikale opvoeding, uitgereikt door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap, dan wel een of meer bewijzen die door de Regering als gelijkwaardig worden erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap."
"Art. 7.1 - Als vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vakleraar muziek in het basisonderwijs gelden de volgende diploma's:
1° het diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs, telkens aangevuld met een pedagogisch bekwaamheidsdiploma in de studierichting "notenleer" of muzikale opvoeding" dat door een hogeschool voor kunst of een conservatorium werd uitgereikt, of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap;
2° het diploma van kleuteronderwijzer of onderwijzer voor het lager onderwijs of geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, telkens aangevuld met een van de volgende bewijzen:
a) een diploma van een hogeschool voor kunst of van het hogere kunstonderwijs in een studierichting van het muziekonderwijs of een bewijs dat, na succesvolle beëindiging van een opleiding van het hoger onderwijs van het korte of het lange type, door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap;
b) een bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 15 ECTS-punten in de muzikale opvoeding, uitgereikt door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap, dan wel een of meer bewijzen die door de Regering als gelijkwaardig worden erkend op basis van een advies van een kunstacademie in de Duitstalige Gemeenschap."
Art.16. Dans le chapitre II du même arrêté royal, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, il est inséré un article 7.1 rédigé comme suit :
" Art. 7.1. - Les titres requis pour la fonction de maître spécial de musique dans l'enseignement fondamental sont les suivants :
1° le diplôme de l'enseignement artistique supérieur ou supérieur artistique délivré dans une orientation d'études de l'enseignement musical, complété par un diplôme d'aptitude pédagogique dans l'orientation "solfège" ou "éducation musicale" délivré par une école de l'enseignement supérieur artistique ou un conservatoire, ou un titre sanctionnant une formation de l'enseignement supérieur de type court ou long reconnu équivalent par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone;
2° le diplôme d'instituteur maternel ou d'instituteur primaire ou d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur ou d'agrégé de l'enseignement secondaire supérieur, complété par un des titres énumérés ci-après :
a) un diplôme de l'enseignement artistique supérieur ou supérieur artistique délivré dans une orientation d'études de l'enseignement musical ou un titre sanctionnant une formation de l'enseignement supérieur de type court ou long reconnu équivalent par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone;
b) un titre sanctionnant une formation complémentaire dans le domaine de l'éducation musicale d'au moins 15 points ECTS délivré par un établissement d'enseignement supérieur de la Communauté germanophone ou un ou plusieurs titres reconnus équivalents par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone. "
" Art. 7.1. - Les titres requis pour la fonction de maître spécial de musique dans l'enseignement fondamental sont les suivants :
1° le diplôme de l'enseignement artistique supérieur ou supérieur artistique délivré dans une orientation d'études de l'enseignement musical, complété par un diplôme d'aptitude pédagogique dans l'orientation "solfège" ou "éducation musicale" délivré par une école de l'enseignement supérieur artistique ou un conservatoire, ou un titre sanctionnant une formation de l'enseignement supérieur de type court ou long reconnu équivalent par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone;
2° le diplôme d'instituteur maternel ou d'instituteur primaire ou d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur ou d'agrégé de l'enseignement secondaire supérieur, complété par un des titres énumérés ci-après :
a) un diplôme de l'enseignement artistique supérieur ou supérieur artistique délivré dans une orientation d'études de l'enseignement musical ou un titre sanctionnant une formation de l'enseignement supérieur de type court ou long reconnu équivalent par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone;
b) un titre sanctionnant une formation complémentaire dans le domaine de l'éducation musicale d'au moins 15 points ECTS délivré par un établissement d'enseignement supérieur de la Communauté germanophone ou un ou plusieurs titres reconnus équivalents par le Gouvernement sur la base d'un avis émis par une académie des arts de la Communauté germanophone. "
Art.17. In artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2013, wordt een bepaling onder 1.1° ingevoegd, luidende:
"1.1° leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs:
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (alle studierichtingen);
b) het diploma van onderwijzer voor het lager onderwijs."
"1.1° leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs:
a) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (alle studierichtingen);
b) het diploma van onderwijzer voor het lager onderwijs."
Art.17. Dans l'article 8 du même arrêté royal, modifié en dernier lieu par le décret du 24 juin 2013, il est inséré un 1.1° rédigé comme suit :
" 1.1° professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié :
a) le diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur (toute orientation);
b) le diplôme d'instituteur primaire. "
" 1.1° professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié :
a) le diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur (toute orientation);
b) le diplôme d'instituteur primaire. "
Art.18. In artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 18sexies wordt vervangen als volgt:
"18sexies. externe evaluator uit het basisonderwijs: op zijn minst een diploma van het hoger onderwijs van de eerste graad en op zijn minst vijf jaar beroepservaring als klastitularis met volledige prestaties in het basisonderwijs. Deeltijdse prestaties in een ambt worden in verhouding tot een voltijdse betrekking in dat ambt aangerekend.";
2° er wordt een bepaling onder 18sexies/1 ingevoegd, luidende:
"18sexies/1. externe evaluator uit het secundair onderwijs: op zijn minst een diploma van het hoger onderwijs van de eerste graad en op zijn minst vijf jaar beroepservaring in een ambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel met volledige prestaties in het secundair onderwijs. Deeltijdse prestaties in een ambt worden in verhouding tot een voltijdse betrekking in dat ambt aangerekend."
1° de bepaling onder 18sexies wordt vervangen als volgt:
"18sexies. externe evaluator uit het basisonderwijs: op zijn minst een diploma van het hoger onderwijs van de eerste graad en op zijn minst vijf jaar beroepservaring als klastitularis met volledige prestaties in het basisonderwijs. Deeltijdse prestaties in een ambt worden in verhouding tot een voltijdse betrekking in dat ambt aangerekend.";
2° er wordt een bepaling onder 18sexies/1 ingevoegd, luidende:
"18sexies/1. externe evaluator uit het secundair onderwijs: op zijn minst een diploma van het hoger onderwijs van de eerste graad en op zijn minst vijf jaar beroepservaring in een ambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel met volledige prestaties in het secundair onderwijs. Deeltijdse prestaties in een ambt worden in verhouding tot een voltijdse betrekking in dat ambt aangerekend."
Art.18. A l'article 10 du même arrêté royal, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° le 18sexies est remplacé par ce qui suit :
" 18sexies - évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental : au moins un diplôme de l'enseignement supérieur du premier degré et une expérience professionnelle d'au moins cinq ans en tant que titulaire de classe avec un horaire complet dans l'enseignement fondamental. Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein dans cette fonction. ";
2° il est inséré un 18sexies/1 rédigé comme suit :
" 18sexies/1 - évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire : au moins un diplôme de l'enseignement supérieur du premier degré et une expérience professionnelle d'au moins cinq ans dans une fonction de la catégorie du personnel directeur et enseignant avec un horaire complet dans l'enseignement secondaire. Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein dans cette fonction. "
1° le 18sexies est remplacé par ce qui suit :
" 18sexies - évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental : au moins un diplôme de l'enseignement supérieur du premier degré et une expérience professionnelle d'au moins cinq ans en tant que titulaire de classe avec un horaire complet dans l'enseignement fondamental. Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein dans cette fonction. ";
2° il est inséré un 18sexies/1 rédigé comme suit :
" 18sexies/1 - évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire : au moins un diplôme de l'enseignement supérieur du premier degré et une expérience professionnelle d'au moins cinq ans dans une fonction de la catégorie du personnel directeur et enseignant avec un horaire complet dans l'enseignement secondaire. Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein dans cette fonction. "
Art.19. In artikel 17.1 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 5 mei 2014 en gewijzigd bij de decreten van 26 juni 2017, 6 mei 2019 en 22 juni 2020, worden de woorden "tijdens de schooljaren 2014-2024" opgeheven.
Art.19. Dans l'article 17.1 du même arrêté royal, inséré par le décret du 5 mai 2014 et modifié par les décrets des 26 juin 2017, 6 mai 2019 et 22 juin 2020, les mots " , et ce, pendant les années scolaires 2014-2024 " sont abrogés.
Art.20. In artikel 17.2 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015 en gewijzigd bij de decreten van 26 juni 2017 en 6 mei 2019, worden de woorden "in de schooljaren 2015-2024" opgeheven.
Art.20. Dans l'article 17.2 du même arrêté royal, inséré par le décret du 29 juin 2015 et modifié par les décrets des 26 juin 2017 et 6 mai 2019, les mots " , et ce, pendant les années scolaires 2015-2024 " sont abrogés.
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs
CHAPITRE 5. - Modification de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécial et intégré
Art.21. In het opschrift van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs, gewijzigd bij de wet van 11 maart 1986, wordt het woord "buitengewoon" vervangen door het woord "gespecialiseerd".
Art.21. Dans l'intitulé de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécial et intégré, modifié par la loi du 11 mars 1986, les mots " l'enseignement spécial " sont remplacés par les mots " l'enseignement spécialisé ".
Art.22. Artikel 4 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 11 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.22. L'article 4 de la même loi, remplacé par le décret du 11 mai 2009, est abrogé.
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs
CHAPITRE 6. - Modification de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en application de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire
Art.23. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, vervangen bij het besluit van de Executieve van 1 september 1993 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "hoofdonderwijzers" vervangen door de woorden "hoofdonderwijzers, adjunct-hoofdonderwijzers, adjunct-directeurs, coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "de paramedische coördinatoren voor inclusieve scholen" vervangen door de woorden "de paramedische coördinatoren voor inclusieve scholen, de coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
3° in de inleidende zin van de bepaling onder 3° wordt het woord "hoofdonderwijzers" vervangen door de woorden "hoofdonderwijzers, adjunct-hoofdonderwijzers en adjunct-directeurs".
1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "hoofdonderwijzers" vervangen door de woorden "hoofdonderwijzers, adjunct-hoofdonderwijzers, adjunct-directeurs, coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "de paramedische coördinatoren voor inclusieve scholen" vervangen door de woorden "de paramedische coördinatoren voor inclusieve scholen, de coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
3° in de inleidende zin van de bepaling onder 3° wordt het woord "hoofdonderwijzers" vervangen door de woorden "hoofdonderwijzers, adjunct-hoofdonderwijzers en adjunct-directeurs".
Art.23. A l'article 1er de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en application de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire, remplacé par l'arrêté de l'Exécutif du 1er septembre 1993 et modifié en dernier lieu par le décret du 22 juin 2020, les modifications suivantes sont apportées :
1° au 1°, les mots " dans des écoles inclusives " sont insérés entre le mot " paramédicaux " et les mots " , des coordinateurs d'un centre d'enseignement ", et les mots " , des instituteurs en chef adjoints, des directeurs adjoints, des coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée " sont insérés entre les mots " instituteurs en chef " et les mots " et des chefs d'atelier ";
2° au 2°, les mots " dans des écoles inclusives, les coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée " sont insérés entre le mot " paramédicaux " et les mots " et les coordinateurs d'un centre d'enseignement ";
3° au 3°, dans la phrase introductive, les mots " , les instituteurs en chef adjoints et les directeurs adjoints " sont insérés entre les mots " instituteurs en chef " et le mot " bénéficient ".
1° au 1°, les mots " dans des écoles inclusives " sont insérés entre le mot " paramédicaux " et les mots " , des coordinateurs d'un centre d'enseignement ", et les mots " , des instituteurs en chef adjoints, des directeurs adjoints, des coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée " sont insérés entre les mots " instituteurs en chef " et les mots " et des chefs d'atelier ";
2° au 2°, les mots " dans des écoles inclusives, les coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée " sont insérés entre le mot " paramédicaux " et les mots " et les coordinateurs d'un centre d'enseignement ";
3° au 3°, dans la phrase introductive, les mots " , les instituteurs en chef adjoints et les directeurs adjoints " sont insérés entre les mots " instituteurs en chef " et le mot " bénéficient ".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 1974 betreffende de wijze waarop de reisonkosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ten laste genomen worden door de Staat
CHAPITRE 7. - Modification de l'arrêté royal du 7 février 1974 déterminant les modalités de prise en charge par l'Etat des frais de déplacement des élèves de l'enseignement spécial
Art.24. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 7 februari 1974 betreffende de wijze waarop de reisonkosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ten laste genomen worden door de Staat wordt opgeheven.
Art.24. L'article 11 de l'arrêté royal du 7 février 1974 déterminant les modalités de prise en charge par l'Etat des frais de déplacement des élèves de l'enseignement spécial est abrogé.
HOOFDSTUK 8. - Wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer
CHAPITRE 8. - Modification de la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire
Art.25. Artikel 10 van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer wordt opgeheven.
Art.25. L'article 10 de la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire est abrogé.
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen
CHAPITRE 9. - Modification de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales
Art.26. In artikel 109 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016, wordt een paragraaf 2.1 ingevoegd, luidende:
" § 2.1 - In afwijking van de paragrafen 1 en 2 geven opleidingen op het werk die door iemand van het bedrijf worden gegeven, geen recht op betaald educatief verlof."
" § 2.1 - In afwijking van de paragrafen 1 en 2 geven opleidingen op het werk die door iemand van het bedrijf worden gegeven, geen recht op betaald educatief verlof."
Art.26. Dans l'article 109 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, modifié en dernier lieu par le décret du 25 avril 2016, il est inséré un § 2.1 rédigé comme suit :
" § 2.1 - Par dérogation aux § § 1er et 2, les formations dispensées sur le lieu de travail par un membre du personnel de l'entreprise ne donnent pas droit à un congé-éducation payé. "
" § 2.1 - Par dérogation aux § § 1er et 2, les formations dispensées sur le lieu de travail par un membre du personnel de l'entreprise ne donnent pas droit à un congé-éducation payé. "
Art.27. In artikel 120 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016, worden tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het vierde lid wordt, de volgende leden ingevoegd, luidende:
"De terugbetaling van de vergoedingen die met het betaald educatief verlof samenhangen, kan worden gecumuleerd met een andere financiële overheids- of sectorale steun m.b.t. dezelfde opleiding, op voorwaarde dat het globaal bedrag der toegekende opleidingssteun de werkelijke uurlonen niet overschrijdt.
In afwijking van het tweede lid kunnen de financiële opleidingssteun en de renteloze leningen aan op te leiden personen, studenten en leerlingen in knelpuntberoepen die in het kader van wettelijke of verordenende bepalingen van de Duitstalige Gemeenschap worden toegekend, niet worden gecumuleerd met de terugbetaling van de vergoedingen die met het betaald educatief verlof samenhangen."
"De terugbetaling van de vergoedingen die met het betaald educatief verlof samenhangen, kan worden gecumuleerd met een andere financiële overheids- of sectorale steun m.b.t. dezelfde opleiding, op voorwaarde dat het globaal bedrag der toegekende opleidingssteun de werkelijke uurlonen niet overschrijdt.
In afwijking van het tweede lid kunnen de financiële opleidingssteun en de renteloze leningen aan op te leiden personen, studenten en leerlingen in knelpuntberoepen die in het kader van wettelijke of verordenende bepalingen van de Duitstalige Gemeenschap worden toegekend, niet worden gecumuleerd met de terugbetaling van de vergoedingen die met het betaald educatief verlof samenhangen."
Art.27. Dans l'article 120 de la même loi, modifié en dernier lieu par le décret du 25 avril 2016, il est inséré entre les alinéas 1er et 2, qui devient l'alinéa 4, deux alinéas rédigés comme suit :
" Le remboursement des rémunérations afférentes au congé-éducation payé peut être cumulé avec une autre aide financière publique et sectorielle à la formation qui se rapporte à la même formation, pour autant que le montant total des aides à la formation accordées ne dépasse pas les coûts salariaux horaires effectifs.
Par dérogation à l'alinéa 2, les aides ou allocations financières à la formation et les prêts sans intérêts destinés aux apprenants, étudiants et élèves désirant se former à un métier en pénurie qui sont accordés dans le cadre des dispositions légales ou réglementaires de la Communauté germanophone ne sont pas cumulables avec le remboursement des rémunérations afférentes au congé-éducation payé. "
" Le remboursement des rémunérations afférentes au congé-éducation payé peut être cumulé avec une autre aide financière publique et sectorielle à la formation qui se rapporte à la même formation, pour autant que le montant total des aides à la formation accordées ne dépasse pas les coûts salariaux horaires effectifs.
Par dérogation à l'alinéa 2, les aides ou allocations financières à la formation et les prêts sans intérêts destinés aux apprenants, étudiants et élèves désirant se former à un métier en pénurie qui sont accordés dans le cadre des dispositions légales ou réglementaires de la Communauté germanophone ne sont pas cumulables avec le remboursement des rémunérations afférentes au congé-éducation payé. "
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I
CHAPITRE 10. - Modification du décret du 5 juin 1990 fixant le nombre de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I
Art.28. In het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt een artikel 4.2 ingevoegd, luidende:
"Art. 4.2 - Het schoolhoofd van een gewone secundaire school die een eerste gedifferentieerde graad aanbiedt, kan ten hoogste één betrekking van het toegekende lestijdenpakket in het ambt van studiemeester-opvoeder organiseren. Dat gebruik van het lestijdenpakket mag niet tot een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking leiden."
"Art. 4.2 - Het schoolhoofd van een gewone secundaire school die een eerste gedifferentieerde graad aanbiedt, kan ten hoogste één betrekking van het toegekende lestijdenpakket in het ambt van studiemeester-opvoeder organiseren. Dat gebruik van het lestijdenpakket mag niet tot een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking leiden."
Art.28. Dans le décret du 5 juin 1990 fixant le nombre de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I, modifié en dernier lieu par le décret du 28 juin 2021, il est inséré un article 4.2 rédigé comme suit :
" Art. 4.2 - Le chef d'établissement d'une école secondaire ordinaire qui propose un premier degré différencié peut organiser au maximum un emploi du capital périodes accordé dans la fonction de surveillant-éducateur. Cette utilisation du capital périodes ne peut entraîner de mise en disponibilité par défaut d'emploi. "
" Art. 4.2 - Le chef d'établissement d'une école secondaire ordinaire qui propose un premier degré différencié peut organiser au maximum un emploi du capital périodes accordé dans la fonction de surveillant-éducateur. Cette utilisation du capital périodes ne peut entraîner de mise en disponibilité par défaut d'emploi. "
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 18 april 1994 betreffende de inrichting van een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het secundair onderwijs en de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 18 avril 1994 relatif à l'installation d'un jury d'examen de la Communauté germanophone pour l'enseignement secondaire et à l'organisation des examens présentés devant ce jury
Art.29. In artikel 5 van het decreet van 18 april 1994 betreffende de inrichting van een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het secundair onderwijs en de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "onderwijs en van de voortgezette schoolopleiding" vervangen door de woorden "onderwijs, de voortgezette schoolopleiding en de opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
1° in het eerste lid worden de woorden "onderwijs en van de voortgezette schoolopleiding" vervangen door de woorden "onderwijs, de voortgezette schoolopleiding en de opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.29. A l'article 5 du décret du 18 avril 1994 relatif à l'installation d'un jury d'examen de la Communauté germanophone pour l'enseignement secondaire et à l'organisation des examens présentés devant ce jury, modifié en dernier lieu par le décret du 20 juin 2016, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots " de la formation et formation continue dans les classes moyennes, " sont insérés entre les mots " scolaire continuée, " et les mots " ainsi que parmi ";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
1° dans l'alinéa 1er, les mots " de la formation et formation continue dans les classes moyennes, " sont insérés entre les mots " scolaire continuée, " et les mots " ainsi que parmi ";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
Art.30. Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende zin:
"De Regering definieert het begrip 'zittingsdag'."
"De Regering definieert het begrip 'zittingsdag'."
Art.30. L'article 7 du même décret est complété par la phrase suivante :
" Le Gouvernement fixe la définition d'un jour de session. "
" Le Gouvernement fixe la définition d'un jour de session. "
Art.31. In artikel 14 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid, 2°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het tweede lid wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende:
"3° de leerlingen die in het bezit zijn van het getuigschrift van lager secundair onderwijs of van een daarmee gelijkgesteld studiegetuigschrift en die zich zowel in algemene vakken als in technische vakken minstens in het tweede jaar bevinden.";
3° tussen het tweede lid en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende:
"Het getuigschrift kan pas uitgereikt worden aan de examinandi vermeld in het tweede lid, 3°, als ze het eindeleertijdsgetuigschrift overeenkomstig artikel 7, § 6, tweede lid, van hetzelfde decreet van 16 december 1991 hebben behaald."
1° in het tweede lid, 2°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het tweede lid wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende:
"3° de leerlingen die in het bezit zijn van het getuigschrift van lager secundair onderwijs of van een daarmee gelijkgesteld studiegetuigschrift en die zich zowel in algemene vakken als in technische vakken minstens in het tweede jaar bevinden.";
3° tussen het tweede lid en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende:
"Het getuigschrift kan pas uitgereikt worden aan de examinandi vermeld in het tweede lid, 3°, als ze het eindeleertijdsgetuigschrift overeenkomstig artikel 7, § 6, tweede lid, van hetzelfde decreet van 16 december 1991 hebben behaald."
Art.31. A l'article 14 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 2, dans la phrase introductive, les mots " l'orientation de l'enseignement secondaire professionnel " sont remplacés par les mots " l'orientation d'études de l'enseignement secondaire supérieur professionnel ", et au 2°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'alinéa 2 est complété par un 3° rédigé comme suit :
" 3° les apprentis porteurs du certificat d'enseignement secondaire inférieur ou d'un titre y assimilé et qui, dans les cours tant généraux que techniques, se trouvent au moins dans la deuxième année d'apprentissage. ";
3° un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3, qui devient l'alinéa 4 :
" Le certificat de fin d'études ne peut être délivré aux candidats mentionnés à l'alinéa 2, 3°, qu'après l'obtention par ceux-ci du certificat de fin d'apprentissage conformément à l'article 7, § 6, alinéa 2, du même décret du 16 décembre 1991. "
1° dans l'alinéa 2, dans la phrase introductive, les mots " l'orientation de l'enseignement secondaire professionnel " sont remplacés par les mots " l'orientation d'études de l'enseignement secondaire supérieur professionnel ", et au 2°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'alinéa 2 est complété par un 3° rédigé comme suit :
" 3° les apprentis porteurs du certificat d'enseignement secondaire inférieur ou d'un titre y assimilé et qui, dans les cours tant généraux que techniques, se trouvent au moins dans la deuxième année d'apprentissage. ";
3° un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3, qui devient l'alinéa 4 :
" Le certificat de fin d'études ne peut être délivré aux candidats mentionnés à l'alinéa 2, 3°, qu'après l'obtention par ceux-ci du certificat de fin d'apprentissage conformément à l'article 7, § 6, alinéa 2, du même décret du 16 décembre 1991. "
Art.32. Artikel 29 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.32. L'article 29 du même décret est abrogé.
Art.33. In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "of de proevenreeksen" opgeheven;
2° in het derde lid worden de woorden "en onmiddellijk in openbare zitting bekendgemaakt" opgeheven;
3° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"De resultaten worden aansluitend op de beraadslaging schriftelijk meegedeeld aan de examinandi."
1° in het tweede lid worden de woorden "of de proevenreeksen" opgeheven;
2° in het derde lid worden de woorden "en onmiddellijk in openbare zitting bekendgemaakt" opgeheven;
3° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"De resultaten worden aansluitend op de beraadslaging schriftelijk meegedeeld aan de examinandi."
Art.33. A l'article 34 du même décret, modifié par le décret du 17 juillet 1995, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 2, les mots " ou quelles épreuves " sont abrogés;
2° dans l'alinéa 3, les mots " et proclamé immédiatement en séance publique " sont abrogés;
3° l'alinéa 3 est complété par la phrase suivante :
" Les résultats des examens sont communiqués par écrit aux candidats à l'issue de la délibération. "
1° dans l'alinéa 2, les mots " ou quelles épreuves " sont abrogés;
2° dans l'alinéa 3, les mots " et proclamé immédiatement en séance publique " sont abrogés;
3° l'alinéa 3 est complété par la phrase suivante :
" Les résultats des examens sont communiqués par écrit aux candidats à l'issue de la délibération. "
Art.34. Artikel 35, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.34. Dans l'article 35 du même décret, l'alinéa 1er est abrogé.
Art.35. In artikel 38, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "openbare bekendmaking" vervangen door de woorden "schriftelijke mededeling".
Art.35. Dans l'article 38, alinéa 1er, du même décret, les mots " la proclamation publique " sont remplacés par les mots " la communication écrite ".
Art.36. In hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, wordt een hoofdstuk VI.I ingevoegd, dat de artikelen 38.1 tot 38.7 bevat, luidende:
"HOOFDSTUK VI.I - GEGEVENSBESCHERMING"
"HOOFDSTUK VI.I - GEGEVENSBESCHERMING"
Art.36. Dans le même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, il est inséré un chapitre VI.I, comportant les articles 38.1 à 38.7, intitulé comme suit :
" Chapitre VI.I - Protection des données ".
" Chapitre VI.I - Protection des données ".
Art.37. In hoofdstuk VI.I wordt een artikel 38.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.1 - Vertrouwelijkheid
Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moet eenieder die, in welke hoedanigheid ook, meewerkt aan de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, de gegevens die hem in de uitoefening van zijn opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen."
"Art. 38.1 - Vertrouwelijkheid
Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moet eenieder die, in welke hoedanigheid ook, meewerkt aan de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, de gegevens die hem in de uitoefening van zijn opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen."
Art.37. Dans le chapitre VI.I, il est inséré un article 38.1 rédigé comme suit :
" Art. 38.1 - Confidentialité
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, quiconque, à quelque titre que ce soit, participe à l'application du présent décret et de ses dispositions d'exécution est tenu de traiter confidentiellement les données qui lui sont confiées dans le cadre de l'exercice de sa mission. "
" Art. 38.1 - Confidentialité
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, quiconque, à quelque titre que ce soit, participe à l'application du présent décret et de ses dispositions d'exécution est tenu de traiter confidentiellement les données qui lui sont confiées dans le cadre de l'exercice de sa mission. "
Art.38. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.2 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.2 - Verwerking van persoonsgegevens
Met behoud van de toepassing van artikel 38.3 geldt de Regering voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld in artikel 38.4 als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).
De Regering verzamelt en verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van haar wettelijke of decretale taken, in het bijzonder wat betreft de taken vermeld in artikel 1. De Regering mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van zijn wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming.
De Regering wijst haar medewerkers en externe adviseurs in dat verband op hun plichten inzake informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens."
"Art. 38.2 - Verwerking van persoonsgegevens
Met behoud van de toepassing van artikel 38.3 geldt de Regering voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld in artikel 38.4 als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).
De Regering verzamelt en verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van haar wettelijke of decretale taken, in het bijzonder wat betreft de taken vermeld in artikel 1. De Regering mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van zijn wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming.
De Regering wijst haar medewerkers en externe adviseurs in dat verband op hun plichten inzake informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens."
Art.38. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.2 rédigé comme suit :
" Art. 38.2 - Traitement des données à caractère personnel
Sans préjudice de l'article 38.3, le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel mentionnées à l'article 38.4 au sens de l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données).
Le Gouvernement collecte et traite des données à caractère personnel en vue de l'exercice de ses missions légales ou décrétales, notamment en ce qui concerne les missions mentionnées à l'article 1er. Le Gouvernement ne peut utiliser les données collectées à d'autres fins que l'exercice de ses missions légales ou décrétales.
Le traitement des données à caractère personnel s'opère dans le respect des dispositions légales applicables en matière de protection des données.
Le Gouvernement informe à cet égard ses collaborateurs et conseillers externes de leurs devoirs en matière de sécurité de l'information et de protection des données. "
" Art. 38.2 - Traitement des données à caractère personnel
Sans préjudice de l'article 38.3, le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel mentionnées à l'article 38.4 au sens de l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données).
Le Gouvernement collecte et traite des données à caractère personnel en vue de l'exercice de ses missions légales ou décrétales, notamment en ce qui concerne les missions mentionnées à l'article 1er. Le Gouvernement ne peut utiliser les données collectées à d'autres fins que l'exercice de ses missions légales ou décrétales.
Le traitement des données à caractère personnel s'opère dans le respect des dispositions légales applicables en matière de protection des données.
Le Gouvernement informe à cet égard ses collaborateurs et conseillers externes de leurs devoirs en matière de sécurité de l'information et de protection des données. "
Art.39. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.3 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.3 - Verwerking van gezondheidsgegevens
De verwerking van gezondheidsgegevens met betrekking tot de redelijke aanpassingen en de bescherming van de schoolcijfers vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het comité, de comitéleden en de bevoegde dienst van de deskundige instelling die het deskundigenadvies opmaakt dat de noodzaak van de redelijke aanpassingen resp. van de bescherming van de schoolcijfers motiveert, als bedoeld in artikel 93.34, § 1, tweede en derde lid, resp. in artikel 93.39, § 1, tweede en derde lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen."
"Art. 38.3 - Verwerking van gezondheidsgegevens
De verwerking van gezondheidsgegevens met betrekking tot de redelijke aanpassingen en de bescherming van de schoolcijfers vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het comité, de comitéleden en de bevoegde dienst van de deskundige instelling die het deskundigenadvies opmaakt dat de noodzaak van de redelijke aanpassingen resp. van de bescherming van de schoolcijfers motiveert, als bedoeld in artikel 93.34, § 1, tweede en derde lid, resp. in artikel 93.39, § 1, tweede en derde lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen."
Art.39. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.3 rédigé comme suit :
" Art. 38.3 - Traitement de données relatives à la santé
Le traitement de données relatives à la santé en ce qui concerne la compensation des désavantages et la protection des notes s'opère sous la responsabilité du président du jury, des membres du jury et du service compétent de l'organisme expert en la matière qui rend les avis motivant la nécessité de compenser des désavantages ou de protéger les notes, mentionnés respectivement à l'article 93.34, § 1er, alinéas 2 et 3, et à l'article 93.39, § 1er, alinéas 2 et 3, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées. "
" Art. 38.3 - Traitement de données relatives à la santé
Le traitement de données relatives à la santé en ce qui concerne la compensation des désavantages et la protection des notes s'opère sous la responsabilité du président du jury, des membres du jury et du service compétent de l'organisme expert en la matière qui rend les avis motivant la nécessité de compenser des désavantages ou de protéger les notes, mentionnés respectivement à l'article 93.34, § 1er, alinéas 2 et 3, et à l'article 93.39, § 1er, alinéas 2 et 3, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées. "
Art.40. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.4 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.4 - Gegevenscategorieën
§ 1 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 38.2 toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verzamelen en verwerken met betrekking tot de examinandus:
1° identiteits- en contactgegevens;
2° gegevens over het diploma en de opleiding;
3° gegevens over de taalkennis;
4° gegevens over de geboortedatum en de geboorteplaats;
5° gegevens over de betaling van het inschrijvingsgeld;
6° gegevens die blijken uit een rechtvaardiging van de afwezigheid bedoeld in artikel 30bis;
7° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de examinandus in combinatie met remediërende maatregelen op het gebied van de opleiding.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° het uitreiken van de getuigschriften overeenkomstig artikel 1;
2° de controle van de betaling van de inschrijvingsrechten overeenkomstig artikel 12;
3° de controle van de vervulling van de toelatingsvoorwaarden voor de examens overeenkomstig de artikelen 14 en 15;
4° de toekenning van examenvrijstellingen overeenkomstig artikel 16;
5° de gevolgen van bedrog overeenkomstig artikel 30;
6° de rechtvaardiging van de afwezigheid bij een examen overeenkomstig artikel 30bis;
7° de notulering en de mededeling van de resultaten van de beraadslaging overeenkomstig artikel 34;
8° de toekenning van redelijke aanpassingen of bescherming van de schoolcijfers overeenkomstig artikel 36.1;
9° de behandeling van een beroep overeenkomstig artikel 37;
10° de inzage in examendocumenten overeenkomstig artikel 38.
§ 2 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 38.2 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verzamelen en verwerken met betrekking tot de examinator:
1° identiteits- en contactgegevens;
2° de identificatienummers vermeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
3° bankrekeningnummer en bankgegevens.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° de samenstelling van de commissie overeenkomstig de artikelen 2, 3, 4 en 5;
2° de uitbetaling van de presentiegelden en de reiskostenvergoedingen overeenkomstig artikel 7;
3° de waarborging van een probleemloos verloop van de examenzitting overeenkomstig de artikelen 8 en 9.
§ 3 - De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in de paragrafen 1 en 2 preciseren."
"Art. 38.4 - Gegevenscategorieën
§ 1 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 38.2 toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verzamelen en verwerken met betrekking tot de examinandus:
1° identiteits- en contactgegevens;
2° gegevens over het diploma en de opleiding;
3° gegevens over de taalkennis;
4° gegevens over de geboortedatum en de geboorteplaats;
5° gegevens over de betaling van het inschrijvingsgeld;
6° gegevens die blijken uit een rechtvaardiging van de afwezigheid bedoeld in artikel 30bis;
7° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de examinandus in combinatie met remediërende maatregelen op het gebied van de opleiding.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° het uitreiken van de getuigschriften overeenkomstig artikel 1;
2° de controle van de betaling van de inschrijvingsrechten overeenkomstig artikel 12;
3° de controle van de vervulling van de toelatingsvoorwaarden voor de examens overeenkomstig de artikelen 14 en 15;
4° de toekenning van examenvrijstellingen overeenkomstig artikel 16;
5° de gevolgen van bedrog overeenkomstig artikel 30;
6° de rechtvaardiging van de afwezigheid bij een examen overeenkomstig artikel 30bis;
7° de notulering en de mededeling van de resultaten van de beraadslaging overeenkomstig artikel 34;
8° de toekenning van redelijke aanpassingen of bescherming van de schoolcijfers overeenkomstig artikel 36.1;
9° de behandeling van een beroep overeenkomstig artikel 37;
10° de inzage in examendocumenten overeenkomstig artikel 38.
§ 2 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 38.2 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verzamelen en verwerken met betrekking tot de examinator:
1° identiteits- en contactgegevens;
2° de identificatienummers vermeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
3° bankrekeningnummer en bankgegevens.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° de samenstelling van de commissie overeenkomstig de artikelen 2, 3, 4 en 5;
2° de uitbetaling van de presentiegelden en de reiskostenvergoedingen overeenkomstig artikel 7;
3° de waarborging van een probleemloos verloop van de examenzitting overeenkomstig de artikelen 8 en 9.
§ 3 - De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in de paragrafen 1 en 2 preciseren."
Art.40. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.4 rédigé comme suit :
" Art. 38.4 - Catégories de données
§ 1er - Le Gouvernement peut collecter et traiter, en ce qui concerne le candidat, toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 38.2, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité et les données de contact;
2° les données relatives au diplôme et à la formation;
3° les données relatives aux connaissances linguistiques;
4° les données relatives à la date et au lieu de naissance;
5° les données relatives au paiement des droits d'inscription;
6° les données issues d'une justification d'absence mentionnée à l'article 30bis;
7° les données concernant la santé et le développement du candidat en lien avec les mesures correctives prises dans le domaine de formation concerné.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la délivrance des certificats conformément à l'article 1er;
2° le contrôle du paiement des droits d'inscription conformément à l'article 12;
3° le contrôle des conditions d'admission aux examens conformément aux articles 14 et 15;
4° l'octroi de dispenses d'examen conformément à l'article 16;
5° les conséquences de tricheries conformément à l'article 30;
6° la justification d'une absence à un examen conformément à l'article 30bis;
7° le procès-verbal et la communication des résultats de la délibération conformément à l'article 34;
8° l'octroi de la compensation des désavantages ou de la protection des notes conformément à l'article 36.1;
9° le traitement du recours conformément à l'article 37;
10° la consultation des documents conformément à l'article 38.
§ 2 - Le Gouvernement peut collecter et traiter, en ce qui concerne l'examinateur, toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 38.2, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité et les données de contact;
2° les numéros d'identification mentionnés à l'article 8, § 1er, 1° ou 2°, de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-carrefour de la Sécurité sociale;
3° les données relatives au numéro de compte et les coordonnées bancaires.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la composition du jury conformément aux articles 2, 3, 4 et 5;
2° le paiement des jetons de présence et des indemnités pour frais de déplacement conformément à l'article 7;
3° la garantie d'un bon déroulement de la session d'examens conformément aux articles 8 et 9.
§ 3 - Le Gouvernement peut préciser les catégories de données mentionnées aux § § 1er et 2. "
" Art. 38.4 - Catégories de données
§ 1er - Le Gouvernement peut collecter et traiter, en ce qui concerne le candidat, toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 38.2, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité et les données de contact;
2° les données relatives au diplôme et à la formation;
3° les données relatives aux connaissances linguistiques;
4° les données relatives à la date et au lieu de naissance;
5° les données relatives au paiement des droits d'inscription;
6° les données issues d'une justification d'absence mentionnée à l'article 30bis;
7° les données concernant la santé et le développement du candidat en lien avec les mesures correctives prises dans le domaine de formation concerné.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la délivrance des certificats conformément à l'article 1er;
2° le contrôle du paiement des droits d'inscription conformément à l'article 12;
3° le contrôle des conditions d'admission aux examens conformément aux articles 14 et 15;
4° l'octroi de dispenses d'examen conformément à l'article 16;
5° les conséquences de tricheries conformément à l'article 30;
6° la justification d'une absence à un examen conformément à l'article 30bis;
7° le procès-verbal et la communication des résultats de la délibération conformément à l'article 34;
8° l'octroi de la compensation des désavantages ou de la protection des notes conformément à l'article 36.1;
9° le traitement du recours conformément à l'article 37;
10° la consultation des documents conformément à l'article 38.
§ 2 - Le Gouvernement peut collecter et traiter, en ce qui concerne l'examinateur, toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 38.2, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité et les données de contact;
2° les numéros d'identification mentionnés à l'article 8, § 1er, 1° ou 2°, de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-carrefour de la Sécurité sociale;
3° les données relatives au numéro de compte et les coordonnées bancaires.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la composition du jury conformément aux articles 2, 3, 4 et 5;
2° le paiement des jetons de présence et des indemnités pour frais de déplacement conformément à l'article 7;
3° la garantie d'un bon déroulement de la session d'examens conformément aux articles 8 et 9.
§ 3 - Le Gouvernement peut préciser les catégories de données mentionnées aux § § 1er et 2. "
Art.41. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.5 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.5 - Gebruik van gegevens voor analysen en statistieken
De Regering maakt in beginsel bij voorkeur gebruik van anonieme gegevens voor analysen en statistieken met betrekking tot de vervulling van haar taken in het kader van dit decreet.
Indien de analysen en statistieken niet volledig kunnen worden uitgevoerd met de anonieme gegevens vermeld in het eerste lid, mogen gepseudonimiseerde gegevens worden gebruikt.
Voor de toepassing van het tweede lid vermeldt de Regering in de aangifte betreffende de verwerking waarom het niet mogelijk is de analysen en statistieken vermeld in het eerste lid op te stellen met anonieme gegevens."
"Art. 38.5 - Gebruik van gegevens voor analysen en statistieken
De Regering maakt in beginsel bij voorkeur gebruik van anonieme gegevens voor analysen en statistieken met betrekking tot de vervulling van haar taken in het kader van dit decreet.
Indien de analysen en statistieken niet volledig kunnen worden uitgevoerd met de anonieme gegevens vermeld in het eerste lid, mogen gepseudonimiseerde gegevens worden gebruikt.
Voor de toepassing van het tweede lid vermeldt de Regering in de aangifte betreffende de verwerking waarom het niet mogelijk is de analysen en statistieken vermeld in het eerste lid op te stellen met anonieme gegevens."
Art.41. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.5 rédigé comme suit :
" Art. 38.5 - Utilisation de données pour établir des analyses et statistiques
En principe, le Gouvernement recourt de préférence à des données anonymes pour établir des analyses et statistiques en ce qui concerne l'exercice de ses missions dans le cadre du présent décret.
Si les données anonymes mentionnées à l'alinéa 1er ne permettent pas d'établir des analyses et statistiques détaillées, le recours à des données pseudonymisées est autorisé.
Pour l'application de l'alinéa 2, le Gouvernement mentionne dans la déclaration de traitement les raisons pour lesquelles le traitement de données anonymes ne permet pas d'établir les analyses et statistiques mentionnées à l'alinéa 1er. "
" Art. 38.5 - Utilisation de données pour établir des analyses et statistiques
En principe, le Gouvernement recourt de préférence à des données anonymes pour établir des analyses et statistiques en ce qui concerne l'exercice de ses missions dans le cadre du présent décret.
Si les données anonymes mentionnées à l'alinéa 1er ne permettent pas d'établir des analyses et statistiques détaillées, le recours à des données pseudonymisées est autorisé.
Pour l'application de l'alinéa 2, le Gouvernement mentionne dans la déclaration de traitement les raisons pour lesquelles le traitement de données anonymes ne permet pas d'établir les analyses et statistiques mentionnées à l'alinéa 1er. "
Art.42. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.6 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.6 - Duur van de gegevensverwerking
Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens vermeld in artikel 38.4 als volgt bewaard:
1° het inschrijvingsdossier van de examinandi: tot de examinandus het beoogde getuigschrift behaald heeft en maximaal tien jaar na het indienen van het inschrijvingsdossier;
2° de puntenbladen en de kopie van de diploma's: tien jaar vanaf het tijdstip waarop de examinandus zijn getuigschrift behaald heeft.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden de gegevens uiterlijk na het verstrijken van de termijnen vermeld in het eerste lid vernietigd."
"Art. 38.6 - Duur van de gegevensverwerking
Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens vermeld in artikel 38.4 als volgt bewaard:
1° het inschrijvingsdossier van de examinandi: tot de examinandus het beoogde getuigschrift behaald heeft en maximaal tien jaar na het indienen van het inschrijvingsdossier;
2° de puntenbladen en de kopie van de diploma's: tien jaar vanaf het tijdstip waarop de examinandus zijn getuigschrift behaald heeft.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden de gegevens uiterlijk na het verstrijken van de termijnen vermeld in het eerste lid vernietigd."
Art.42. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.6 rédigé comme suit :
" Art. 38.6 - Durée du traitement des données
Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou réglementaires prévoyant, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données mentionnées à l'article 38.4 sont conservées comme suit :
1° pour le dossier d'inscription des candidats : jusqu'à ce que le candidat ait obtenu le certificat visé et au maximum dix ans après le dépôt du dossier d'inscription;
2° pour les relevés de notes et la copie des diplômes : dix ans à compter de la date à laquelle le candidat a obtenu son certificat.
Sans préjudice des dispositions relatives à l'archivage, les données sont détruites au plus tard au terme des délais mentionnés à l'alinéa 1er. "
" Art. 38.6 - Durée du traitement des données
Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou réglementaires prévoyant, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données mentionnées à l'article 38.4 sont conservées comme suit :
1° pour le dossier d'inscription des candidats : jusqu'à ce que le candidat ait obtenu le certificat visé et au maximum dix ans après le dépôt du dossier d'inscription;
2° pour les relevés de notes et la copie des diplômes : dix ans à compter de la date à laquelle le candidat a obtenu son certificat.
Sans préjudice des dispositions relatives à l'archivage, les données sont détruites au plus tard au terme des délais mentionnés à l'alinéa 1er. "
Art.43. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 38.7 ingevoegd, luidende:
"Art. 38.7 - Veiligheidsmaatregelen
De Regering legt eventueel de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de in dit hoofdstuk bedoelde verwerking van de persoonsgegevens."
"Art. 38.7 - Veiligheidsmaatregelen
De Regering legt eventueel de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de in dit hoofdstuk bedoelde verwerking van de persoonsgegevens."
Art.43. Dans le même chapitre, il est inséré un article 38.7 rédigé comme suit :
" Art. 38.7 - Mesures de sécurité
Le cas échéant, le Gouvernement fixe les mesures de sécurité nécessaires pour le traitement des données à caractère personnel prévu par le présent chapitre. "
" Art. 38.7 - Mesures de sécurité
Le cas échéant, le Gouvernement fixe les mesures de sécurité nécessaires pour le traitement des données à caractère personnel prévu par le présent chapitre. "
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het programmadecreet 1997 van 20 mei 1997
CHAPITRE 12. - Modification du décret-programme 1997 du 20 mai 1997
Art.44. In artikel 4ter, § 3, van het programmadecreet 1997 van 20 mei 1997, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het vijfde lid wordt het woord "Onverminderd" vervangen door de woorden "In afwijking van", worden de woorden "een aanvullende halve betrekking voor de coördinatie van het instituut voor voortgezette schoolopleiding" vervangen door de woorden "een voltijdse betrekking in het ambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding" en worden de woorden "Die halve betrekking" vervangen door de woorden "Die betrekking";
2° het zesde lid wordt opgeheven.
1° in het vijfde lid wordt het woord "Onverminderd" vervangen door de woorden "In afwijking van", worden de woorden "een aanvullende halve betrekking voor de coördinatie van het instituut voor voortgezette schoolopleiding" vervangen door de woorden "een voltijdse betrekking in het ambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding" en worden de woorden "Die halve betrekking" vervangen door de woorden "Die betrekking";
2° het zesde lid wordt opgeheven.
Art.44. Dans l'article 4ter, § 3, du décret-programme 1997 du 20 mai 1997, inséré par le décret du 25 juin 2007 et modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 5, les mots " Sans préjudice de " sont remplacés par les mots " Par dérogation à ", les mots " un demi-emploi supplémentaire pour la coordination dudit institut " sont remplacés par les mots " un emploi à temps plein dans la fonction de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ", et les mots " Ce demi-emploi " sont remplacés par les mots " Cet emploi ";
2° l'alinéa 6 est abrogé.
1° dans l'alinéa 5, les mots " Sans préjudice de " sont remplacés par les mots " Par dérogation à ", les mots " un demi-emploi supplémentaire pour la coordination dudit institut " sont remplacés par les mots " un emploi à temps plein dans la fonction de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ", et les mots " Ce demi-emploi " sont remplacés par les mots " Cet emploi ";
2° l'alinéa 6 est abrogé.
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées
Art.45. In artikel 4 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 44° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 45°, luidende:
"45° op te leiden persoon met specifieke onderwijsbehoeften: de op te leiden persoon vermeld in artikel 7, § 7, 6.1°, van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's."
1° in de bepaling onder 44° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 45°, luidende:
"45° op te leiden persoon met specifieke onderwijsbehoeften: de op te leiden persoon vermeld in artikel 7, § 7, 6.1°, van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's."
Art.45. A l'article 4 du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° au 44°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'article est complété par un 45° rédigé comme suit :
" 45° apprenant nécessitant un soutien spécifique : l'apprenant mentionné à l'article 7, § 7, 6.1°, du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME. "
1° au 44°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'article est complété par un 45° rédigé comme suit :
" 45° apprenant nécessitant un soutien spécifique : l'apprenant mentionné à l'article 7, § 7, 6.1°, du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME. "
Art.46. Artikel 22.1, § 1, tweede lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de volgende zin:
"De goedkeuring geldt voor een schooljaar en kan slechts één keer worden toegekend."
"De goedkeuring geldt voor een schooljaar en kan slechts één keer worden toegekend."
Art.46. Dans l'article 22.1, § 1er, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées, l'alinéa 2, inséré par le décret du 11 mai 2009, est complété par la phrase suivante :
" Cette autorisation vaut pour une année scolaire et ne peut être accordée qu'une fois. "
" Cette autorisation vaut pour une année scolaire et ne peut être accordée qu'une fois. "
Art.47. In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt een afdeling 11 ingevoegd, die de artikelen 45.2 tot 45.11 bevat, luidende:
"Afdeling 11 - Leerlingenvervoer"
"Afdeling 11 - Leerlingenvervoer"
Art.47. Dans le chapitre IV du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, il est inséré une section 11, comportant les articles 45.2 à 45.11, intitulée comme suit :
" Section 11 - Transport scolaire ".
" Section 11 - Transport scolaire ".
Art.48. In hoofdstuk IV, afdeling 11, van hetzelfde decreet wordt een artikel 45.2 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.2 - Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op de leerlingen vermeld in artikel 24, derde en vierde lid, en de leerlingen vermeld in artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs die gebruikmaken van leerlingenvervoer dat wordt georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap."
"Art. 45.2 - Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op de leerlingen vermeld in artikel 24, derde en vierde lid, en de leerlingen vermeld in artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs die gebruikmaken van leerlingenvervoer dat wordt georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap."
Art.48. Dans le chapitre IV, section 11, du même décret, il est inséré un article 45.2 rédigé comme suit :
" Art. 45.2 - Champ d'application
La présente section s'applique aux élèves mentionnés à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'aux élèves mentionnés à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré qui utilisent un transport scolaire organisé par la Communauté germanophone. "
" Art. 45.2 - Champ d'application
La présente section s'applique aux élèves mentionnés à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'aux élèves mentionnés à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré qui utilisent un transport scolaire organisé par la Communauté germanophone. "
Art.49. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.3 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.3 - Aanmelding voor het leerlingenvervoer
Het hoofd van de school waar de leerling ingeschreven is, dient de vervoersaanvraag van de betreffende leerling in bij de Regering. De vervoersaanvraag bevat de volgende gegevens:
1° naam van de school;
2° naam van de leerling, adres, geboortedatum, onderwijscyclus, studiejaar en, indien van toepassing, onderwijsvorm;
3° aanduiding of de bezochte school de dichtstbijgelegen school naar vrije keuze is;
4° afstand tussen woonplaats en school in kilometer;
5° datum van het gewenste leerlingenvervoer;
6° in geval van verhuizing: gegevens van de vorige ronde die de leerling gebruikte;
7° datum van de aanvraag;
8° door de personen belast met de opvoeding ondertekend vervoersreglement overeenkomstig artikel 45.4;
9° gemotiveerd advies van het schoolhoofd;
10° handtekening van het schoolhoofd of zijn vertegenwoordiger.
Met behoud van de toepassing van artikel 3 van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen controleert de Regering, na ontvangst van de vervoersaanvraag, het recht op leerlingenvervoer overeenkomstig artikel 24, derde en vierde lid, en artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en wijst een busronde toe aan de leerlingen die recht hebben op leerlingenvervoer. Ze deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de school en de personen belast met de opvoeding.
Als er geen ondertekend vervoersreglement bij de vervoersaanvraag is gevoegd, wijst de Regering de aanvraag af."
"Art. 45.3 - Aanmelding voor het leerlingenvervoer
Het hoofd van de school waar de leerling ingeschreven is, dient de vervoersaanvraag van de betreffende leerling in bij de Regering. De vervoersaanvraag bevat de volgende gegevens:
1° naam van de school;
2° naam van de leerling, adres, geboortedatum, onderwijscyclus, studiejaar en, indien van toepassing, onderwijsvorm;
3° aanduiding of de bezochte school de dichtstbijgelegen school naar vrije keuze is;
4° afstand tussen woonplaats en school in kilometer;
5° datum van het gewenste leerlingenvervoer;
6° in geval van verhuizing: gegevens van de vorige ronde die de leerling gebruikte;
7° datum van de aanvraag;
8° door de personen belast met de opvoeding ondertekend vervoersreglement overeenkomstig artikel 45.4;
9° gemotiveerd advies van het schoolhoofd;
10° handtekening van het schoolhoofd of zijn vertegenwoordiger.
Met behoud van de toepassing van artikel 3 van de wet van 26 april 1962 betreffende het gemeenschappelijk vervoer van de leerlingen van de onderwijsinrichtingen controleert de Regering, na ontvangst van de vervoersaanvraag, het recht op leerlingenvervoer overeenkomstig artikel 24, derde en vierde lid, en artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en wijst een busronde toe aan de leerlingen die recht hebben op leerlingenvervoer. Ze deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de school en de personen belast met de opvoeding.
Als er geen ondertekend vervoersreglement bij de vervoersaanvraag is gevoegd, wijst de Regering de aanvraag af."
Art.49. Dans la même section, il est inséré un article 45.3 rédigé comme suit :
" Art. 45.3 - Inscription au transport scolaire
Le chef de l'établissement dans lequel l'élève est inscrit introduit auprès du Gouvernement une demande de transport pour l'élève concerné. La demande de transport reprend les données suivantes :
1° le nom de l'établissement;
2° le nom de l'élève, son adresse, sa date de naissance, le niveau d'enseignement, l'année d'études et, le cas échéant, la forme d'enseignement;
3° la mention indiquant si l'établissement fréquenté correspond à l'école de libre choix la plus proche;
4° la distance en kilomètres entre le domicile et l'établissement;
5° la date d'utilisation souhaitée du transport scolaire;
6° en cas de déménagement : la mention indiquant l'ancien circuit qu'empruntait l'élève;
7° la date de la demande;
8° le règlement régissant le transport signé par les personnes chargées de l'éducation conformément à l'article 45.4;
9° l'avis motivé du chef d'établissement;
10° la signature du chef d'établissement ou de son représentant.
Sans préjudice de l'article 3 de la loi du 26 avril 1962 relative au transport en commun des élèves des établissements d'enseignements, après réception de la demande de transport, le Gouvernement vérifie le droit au transport scolaire conformément à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré et affecte les élèves qui ont droit au transport scolaire à un circuit donné. Il communique sa décision par écrit à l'établissement concerné et aux personnes chargées de l'éducation.
Si la demande de transport n'est pas accompagnée du règlement régissant le transport signé, le Gouvernement refuse ladite demande. "
" Art. 45.3 - Inscription au transport scolaire
Le chef de l'établissement dans lequel l'élève est inscrit introduit auprès du Gouvernement une demande de transport pour l'élève concerné. La demande de transport reprend les données suivantes :
1° le nom de l'établissement;
2° le nom de l'élève, son adresse, sa date de naissance, le niveau d'enseignement, l'année d'études et, le cas échéant, la forme d'enseignement;
3° la mention indiquant si l'établissement fréquenté correspond à l'école de libre choix la plus proche;
4° la distance en kilomètres entre le domicile et l'établissement;
5° la date d'utilisation souhaitée du transport scolaire;
6° en cas de déménagement : la mention indiquant l'ancien circuit qu'empruntait l'élève;
7° la date de la demande;
8° le règlement régissant le transport signé par les personnes chargées de l'éducation conformément à l'article 45.4;
9° l'avis motivé du chef d'établissement;
10° la signature du chef d'établissement ou de son représentant.
Sans préjudice de l'article 3 de la loi du 26 avril 1962 relative au transport en commun des élèves des établissements d'enseignements, après réception de la demande de transport, le Gouvernement vérifie le droit au transport scolaire conformément à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré et affecte les élèves qui ont droit au transport scolaire à un circuit donné. Il communique sa décision par écrit à l'établissement concerné et aux personnes chargées de l'éducation.
Si la demande de transport n'est pas accompagnée du règlement régissant le transport signé, le Gouvernement refuse ladite demande. "
Art.50. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.4 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.4 - Vervoersreglement
De Regering legt voor het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde leerlingenvervoer een vervoersreglement vast dat de volgende bepalingen bevat:
1° de regels voor het gedrag aan de bushalte, in de bus en na het uitstappen;
2° de ordemaatregelen, die de busbegeleider of, indien er geen busbegeleiding gepland is in de ronde, de buschauffeur, in voorkomend geval in overleg met de schoolleiding, kan opleggen in geval van niet-naleving van het vervoersreglement:
a) een waarschuwing in de vorm van een schriftelijke opmerking in de schoolagenda voor de personen belast met de opvoeding;
b) een straf die in verhouding staat tot het ongepaste gedrag;
c) onmiddellijke uitsluiting van het leerlingenvervoer;
3° de tuchtmaatregelen, die alleen in uitzonderlijke gevallen worden opgelegd door de Regering:
a) tijdelijke uitsluiting van een leerling van het leerlingenvervoer;
b) definitieve uitsluiting van een leerling van het leerlingenvervoer;
4° de verwerking van de gegevens.
Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, c), mogen busbegeleiders of buschauffeurs in gevallen die, om de veiligheid van de andere leerlingen, de busbegeleider of de buschaufeur te waarborgen, onmiddellijk ingrijpen vereisen, leerlingen onmiddellijk uitsluiten van het vervoer. De uitsluiting mag alleen worden uitgevoerd aan een halte of binnen een bebouwde kom. De buschauffeur of de busbegeleider informeert in dat geval onmiddellijk de personen belast met de opvoeding of de politie.
De busbegeleider of de buschauffeur die de ordemaatregelen uitspreekt, licht de Regering nog dezelfde dag schriftelijk in over de opgelegde maatregelen.
De school waarbij de leerling ingeschreven is, laat het vervoersreglement ondertekenen door de personen belast met de opvoeding bij de aanmelding voor het leerlingenvervoer en bij elke wijziging."
"Art. 45.4 - Vervoersreglement
De Regering legt voor het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde leerlingenvervoer een vervoersreglement vast dat de volgende bepalingen bevat:
1° de regels voor het gedrag aan de bushalte, in de bus en na het uitstappen;
2° de ordemaatregelen, die de busbegeleider of, indien er geen busbegeleiding gepland is in de ronde, de buschauffeur, in voorkomend geval in overleg met de schoolleiding, kan opleggen in geval van niet-naleving van het vervoersreglement:
a) een waarschuwing in de vorm van een schriftelijke opmerking in de schoolagenda voor de personen belast met de opvoeding;
b) een straf die in verhouding staat tot het ongepaste gedrag;
c) onmiddellijke uitsluiting van het leerlingenvervoer;
3° de tuchtmaatregelen, die alleen in uitzonderlijke gevallen worden opgelegd door de Regering:
a) tijdelijke uitsluiting van een leerling van het leerlingenvervoer;
b) definitieve uitsluiting van een leerling van het leerlingenvervoer;
4° de verwerking van de gegevens.
Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, c), mogen busbegeleiders of buschauffeurs in gevallen die, om de veiligheid van de andere leerlingen, de busbegeleider of de buschaufeur te waarborgen, onmiddellijk ingrijpen vereisen, leerlingen onmiddellijk uitsluiten van het vervoer. De uitsluiting mag alleen worden uitgevoerd aan een halte of binnen een bebouwde kom. De buschauffeur of de busbegeleider informeert in dat geval onmiddellijk de personen belast met de opvoeding of de politie.
De busbegeleider of de buschauffeur die de ordemaatregelen uitspreekt, licht de Regering nog dezelfde dag schriftelijk in over de opgelegde maatregelen.
De school waarbij de leerling ingeschreven is, laat het vervoersreglement ondertekenen door de personen belast met de opvoeding bij de aanmelding voor het leerlingenvervoer en bij elke wijziging."
Art.50. Dans la même section, il est inséré un article 45.4 rédigé comme suit :
" Art. 45.4 - Règlement régissant le transport
Le Gouvernement établit pour le transport scolaire organisé par la Communauté germanophone un règlement régissant le transport qui comprend les dispositions suivantes :
1° les règles de comportement aux arrêts de bus, à bord des bus et une fois descendu du bus;
2° les mesures d'ordre que peut prononcer le personnel d'accompagnement à bord des bus ou, si un tel accompagnement n'est pas prévu sur le circuit concerné, le chauffeur de bus, le cas échéant en accord avec la direction d'établissement, en cas de non-respect du règlement régissant le transport :
a) un avertissement sous forme d'inscription écrite au journal de classe à l'attention des personnes chargées de l'éducation;
b) l'octroi d'une amende proportionnée au comportement inapproprié;
c) l'exclusion immédiate du bus de transport scolaire;
3° les mesures disciplinaires qui sont imposées par le Gouvernement uniquement dans des cas exceptionnels :
a) l'exclusion temporaire d'un élève du transport scolaire;
b) l'exclusion définitive d'un élève du transport scolaire;
4° le traitement des données.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, c), les accompagnateurs de bus ou les chauffeurs de bus peuvent exclure sur-le-champ l'élève concerné du bus de transport scolaire dans les cas exigeant une réponse immédiate en raison d'une menace pour la sécurité des autres élèves, de l'accompagnateur de bus ou du chauffeur de bus. L'exclusion peut intervenir uniquement à un arrêt de bus ou au sein d'une agglomération. Le chauffeur de bus ou l'accompagnateur de bus prévient dans ce cas immédiatement les personnes chargées de l'éducation ou la police.
L'accompagnateur de bus ou le chauffeur de bus qui prononce les mesures d'ordre informe le jour même le Gouvernement par écrit des mesures prononcées.
L'établissement dans lequel l'élève est inscrit remet le règlement régissant le transport pour signature aux personnes chargées de l'éducation lors de l'inscription au transport scolaire ainsi qu'à chaque modification dudit règlement. "
" Art. 45.4 - Règlement régissant le transport
Le Gouvernement établit pour le transport scolaire organisé par la Communauté germanophone un règlement régissant le transport qui comprend les dispositions suivantes :
1° les règles de comportement aux arrêts de bus, à bord des bus et une fois descendu du bus;
2° les mesures d'ordre que peut prononcer le personnel d'accompagnement à bord des bus ou, si un tel accompagnement n'est pas prévu sur le circuit concerné, le chauffeur de bus, le cas échéant en accord avec la direction d'établissement, en cas de non-respect du règlement régissant le transport :
a) un avertissement sous forme d'inscription écrite au journal de classe à l'attention des personnes chargées de l'éducation;
b) l'octroi d'une amende proportionnée au comportement inapproprié;
c) l'exclusion immédiate du bus de transport scolaire;
3° les mesures disciplinaires qui sont imposées par le Gouvernement uniquement dans des cas exceptionnels :
a) l'exclusion temporaire d'un élève du transport scolaire;
b) l'exclusion définitive d'un élève du transport scolaire;
4° le traitement des données.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, c), les accompagnateurs de bus ou les chauffeurs de bus peuvent exclure sur-le-champ l'élève concerné du bus de transport scolaire dans les cas exigeant une réponse immédiate en raison d'une menace pour la sécurité des autres élèves, de l'accompagnateur de bus ou du chauffeur de bus. L'exclusion peut intervenir uniquement à un arrêt de bus ou au sein d'une agglomération. Le chauffeur de bus ou l'accompagnateur de bus prévient dans ce cas immédiatement les personnes chargées de l'éducation ou la police.
L'accompagnateur de bus ou le chauffeur de bus qui prononce les mesures d'ordre informe le jour même le Gouvernement par écrit des mesures prononcées.
L'établissement dans lequel l'élève est inscrit remet le règlement régissant le transport pour signature aux personnes chargées de l'éducation lors de l'inscription au transport scolaire ainsi qu'à chaque modification dudit règlement. "
Art.51. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.5 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.5 - Vertrouwelijkheid
Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen is iedereen die, in welke hoedanigheid dan ook, meewerkt aan de toepassing van deze afdeling, van artikel 24, van artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer en zijn uitvoeringsbesluiten, ertoe verplicht de gegevens die aan hem toevertrouwd worden in het kader van de uitoefening van zijn opdracht, vertrouwelijk te behandelen."
"Art. 45.5 - Vertrouwelijkheid
Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen is iedereen die, in welke hoedanigheid dan ook, meewerkt aan de toepassing van deze afdeling, van artikel 24, van artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer en zijn uitvoeringsbesluiten, ertoe verplicht de gegevens die aan hem toevertrouwd worden in het kader van de uitoefening van zijn opdracht, vertrouwelijk te behandelen."
Art.51. Dans la même section, il est inséré un article 45.5 rédigé comme suit :
" Art. 45.5 - Confidentialité
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, quiconque, à quelque titre que ce soit, participe à l'application de la présente section, de l'article 24, de l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré, de la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire et de ses dispositions d'exécution est tenu de traiter confidentiellement les données qui lui sont confiées dans le cadre de l'exercice de sa mission. "
" Art. 45.5 - Confidentialité
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, quiconque, à quelque titre que ce soit, participe à l'application de la présente section, de l'article 24, de l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré, de la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire et de ses dispositions d'exécution est tenu de traiter confidentiellement les données qui lui sont confiées dans le cadre de l'exercice de sa mission. "
Art.52. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.6 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.6 - Verwerking van persoonsgegevens in het kader van het leerlingenvervoer georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap
Met behoud van de toepassing van artikel 45.7 geldt de Regering voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld in artikel 45.8 als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).
De Regering verzamelt en verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van haar wettelijke of decretale taken, in het bijzonder wat betreft de taken vermeld in artikel 24 van dit decreet, in artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en in de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer. De Regering mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van zijn wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming.
De Regering wijst haar medewerkers en externe adviseurs in dat verband op hun plichten inzake informatieveiligheid en gegevensbescherming."
"Art. 45.6 - Verwerking van persoonsgegevens in het kader van het leerlingenvervoer georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap
Met behoud van de toepassing van artikel 45.7 geldt de Regering voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld in artikel 45.8 als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).
De Regering verzamelt en verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van haar wettelijke of decretale taken, in het bijzonder wat betreft de taken vermeld in artikel 24 van dit decreet, in artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs en in de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor leerlingenvervoer. De Regering mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van zijn wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming.
De Regering wijst haar medewerkers en externe adviseurs in dat verband op hun plichten inzake informatieveiligheid en gegevensbescherming."
Art.52. Dans la même section, il est inséré un article 45.6 rédigé comme suit :
" Art. 45.6 - Traitement des données à caractère personnel dans le cadre du transport scolaire organisé par la Communauté germanophone
Sans préjudice de l'article 45.7, le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel mentionnées à l'article 45.8 au sens de l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données).
Le Gouvernement collecte et traite des données à caractère personnel en vue de l'exécution de ses missions légales ou décrétales, notamment en ce qui concerne les missions mentionnées à l'article 24 du présent décret, à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré, ainsi que dans la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire. Le Gouvernement ne peut utiliser les données collectées à d'autres fins que l'exercice de ses missions légales ou décrétales.
Le traitement des données à caractère personnel s'opère dans le respect des dispositions légales applicables en matière de protection des données.
Le Gouvernement informe à cet égard ses collaborateurs et conseillers externes de leurs devoirs en matière de sécurité de l'information et de protection des données. "
" Art. 45.6 - Traitement des données à caractère personnel dans le cadre du transport scolaire organisé par la Communauté germanophone
Sans préjudice de l'article 45.7, le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel mentionnées à l'article 45.8 au sens de l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données).
Le Gouvernement collecte et traite des données à caractère personnel en vue de l'exécution de ses missions légales ou décrétales, notamment en ce qui concerne les missions mentionnées à l'article 24 du présent décret, à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré, ainsi que dans la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire. Le Gouvernement ne peut utiliser les données collectées à d'autres fins que l'exercice de ses missions légales ou décrétales.
Le traitement des données à caractère personnel s'opère dans le respect des dispositions légales applicables en matière de protection des données.
Le Gouvernement informe à cet égard ses collaborateurs et conseillers externes de leurs devoirs en matière de sécurité de l'information et de protection des données. "
Art.53. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.7 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.7 - Verwerking van gezondheidsgegevens
De verwerking van gegevens over de gezondheid van de betrokken personen geschiedt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg."
"Art. 45.7 - Verwerking van gezondheidsgegevens
De verwerking van gegevens over de gezondheid van de betrokken personen geschiedt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg."
Art.53. Dans la même section, il est inséré un article 45.7 rédigé comme suit :
" Art. 45.7 - Traitement de données relatives à la santé
Le traitement de données relatives à la santé des personnes concernées s'opère sous la responsabilité d'un professionnel des soins de santé. "
" Art. 45.7 - Traitement de données relatives à la santé
Le traitement de données relatives à la santé des personnes concernées s'opère sous la responsabilité d'un professionnel des soins de santé. "
Art.54. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.8 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.8 - Gegevenscategorieën
§ 1 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° gegevens over de geboortedatum en de geboorteplaats;
3° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
4° gegevens over het schoolbezoek;
5° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
6° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
7° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° de bepaling van het recht op leerlingenvervoer overeenkomstig artikel 24, derde en vierde lid, en artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs;
2° de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
3° het opleggen van tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 3°.
§ 2 - De dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs kan alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
3° gegevens over het schoolbezoek;
4° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
5° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
6° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling, om in geval van nood te kunnen ingrijpen:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° ondersteuning bieden aan de Regering bij de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
2° contact opnemen met de personen belast met de opvoeding, om de rijtijden en eventuele veranderingen mee te delen en in geval van nood;
3° de gegevens van de leerlingen doorgeven aan hulpdiensten in geval van nood.
§ 3 - De ondernemingen die de rondes van het leerlingenvervoer in opdracht van de Regering uitvoeren, kunnen alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
3° gegevens over het schoolbezoek;
4° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
5° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
6° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling, om in geval van nood te kunnen ingrijpen:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid, 2°, 5° en 6°, opgesomde gegevenscategorieën worden alleen door de ondernemingen verwerkt indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° ondersteuning bieden aan de Regering bij de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
2° contact opnemen met de personen belast met de opvoeding, om de rijtijden en eventuele veranderingen mee te delen en in geval van nood, indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer;
3° de gegevens van de leerlingen doorgeven aan hulpdiensten in geval van nood, indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer.
De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in dit artikel preciseren."
"Art. 45.8 - Gegevenscategorieën
§ 1 - De Regering kan alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° gegevens over de geboortedatum en de geboorteplaats;
3° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
4° gegevens over het schoolbezoek;
5° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
6° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
7° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° de bepaling van het recht op leerlingenvervoer overeenkomstig artikel 24, derde en vierde lid, en artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het gespecialiseerd en geïntegreerd onderwijs;
2° de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
3° het opleggen van tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 3°.
§ 2 - De dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs kan alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
3° gegevens over het schoolbezoek;
4° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
5° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
6° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling, om in geval van nood te kunnen ingrijpen:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° ondersteuning bieden aan de Regering bij de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
2° contact opnemen met de personen belast met de opvoeding, om de rijtijden en eventuele veranderingen mee te delen en in geval van nood;
3° de gegevens van de leerlingen doorgeven aan hulpdiensten in geval van nood.
§ 3 - De ondernemingen die de rondes van het leerlingenvervoer in opdracht van de Regering uitvoeren, kunnen alle overeenkomstig artikel 45.6 toereikende, ter zake dienende en niet-overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
1° identiteitsgegevens en contactgegevens van de leerling;
2° identiteitsgegevens en contactgegevens van de personen belast met de opvoeding van de leerling;
3° gegevens over het schoolbezoek;
4° gegevens over het gebruik van het leerlingenvervoer;
5° gegevens over de orde- en tuchtmaatregelen overeenkomstig artikel 45.4, eerste lid, 2° en 3°;
6° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de leerling, om in geval van nood te kunnen ingrijpen:
a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
b) gegevens over inentingen;
c) gegevens over de geestelijke gezondheid;
d) gegevens over het gedrag;
e) gegevens over risico's en risicofactoren.
De in het eerste lid, 2°, 5° en 6°, opgesomde gegevenscategorieën worden alleen door de ondernemingen verwerkt indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer.
De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
1° ondersteuning bieden aan de Regering bij de planning van de rondes van het leerlingenvervoer;
2° contact opnemen met de personen belast met de opvoeding, om de rijtijden en eventuele veranderingen mee te delen en in geval van nood, indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer;
3° de gegevens van de leerlingen doorgeven aan hulpdiensten in geval van nood, indien er geen busbegeleider gepland is in de ronde van het leerlingenvervoer.
De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in dit artikel preciseren."
Art.54. Dans la même section, il est inséré un article 45.8 rédigé comme suit :
" Art. 45.8 - Catégories de données
§ 1er - Le Gouvernement peut traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à la date et au lieu de naissance;
3° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
4° les données relatives à la fréquentation scolaire;
5° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
6° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
7° les données relatives à la santé et au développement de l'élève :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la détermination du droit au transport scolaire conformément à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré;
2° la planification des circuits du transport scolaire;
3° la prise de mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 3°.
§ 2 - Le service à gestion séparée "Service et Logistique dans l'enseignement communautaire" peut traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
3° les données relatives à la fréquentation scolaire;
4° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
5° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
6° les données relatives à la santé et au développement de l'élève, afin de pouvoir intervenir en cas d'urgence :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° le soutien au Gouvernement dans le cadre de la planification des circuits du transport scolaire;
2° la prise de contact avec les personnes chargées de l'éducation pour leur communiquer les horaires et les éventuelles modifications et les contacter en cas d'urgence;
3° la transmission aux équipes de secours des données relatives aux élèves dans les situations d'urgence.
§ 3 - Les entreprises qui effectuent les circuits de transport scolaire pour le compte du Gouvernement peuvent traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
3° les données relatives à la fréquentation scolaire;
4° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
5° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
6° les données relatives à la santé et au développement de l'élève, afin de pouvoir intervenir en cas d'urgence :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er, 2°, 5° et 6°, ne sont traitées par les entreprises que si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° le soutien au Gouvernement dans le cadre de la planification des circuits du transport scolaire;
2° la prise de contact avec les personnes chargées de l'éducation pour leur communiquer les horaires et les éventuelles modifications et les contacter en cas d'urgence, si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire;
3° la transmission aux équipes de secours des données relatives aux élèves dans les situations d'urgence, si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire.
§ 4 - Le Gouvernement peut préciser les catégories de données mentionnées dans le présent article. "
" Art. 45.8 - Catégories de données
§ 1er - Le Gouvernement peut traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à la date et au lieu de naissance;
3° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
4° les données relatives à la fréquentation scolaire;
5° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
6° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
7° les données relatives à la santé et au développement de l'élève :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° la détermination du droit au transport scolaire conformément à l'article 24, alinéas 3 et 4, ainsi qu'à l'article 20 de la loi du 6 juillet 1970 sur l'enseignement spécialisé et intégré;
2° la planification des circuits du transport scolaire;
3° la prise de mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 3°.
§ 2 - Le service à gestion séparée "Service et Logistique dans l'enseignement communautaire" peut traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
3° les données relatives à la fréquentation scolaire;
4° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
5° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
6° les données relatives à la santé et au développement de l'élève, afin de pouvoir intervenir en cas d'urgence :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° le soutien au Gouvernement dans le cadre de la planification des circuits du transport scolaire;
2° la prise de contact avec les personnes chargées de l'éducation pour leur communiquer les horaires et les éventuelles modifications et les contacter en cas d'urgence;
3° la transmission aux équipes de secours des données relatives aux élèves dans les situations d'urgence.
§ 3 - Les entreprises qui effectuent les circuits de transport scolaire pour le compte du Gouvernement peuvent traiter toutes les données à caractère personnel appropriées, utiles et proportionnées, conformément à l'article 45.6, relevant des catégories de données suivantes :
1° les données relatives à l'identité de l'élève et ses données de contact;
2° les données relatives à l'identité des personnes chargées de l'éducation de l'élève et leurs données de contact;
3° les données relatives à la fréquentation scolaire;
4° les données relatives à l'utilisation du transport scolaire;
5° les données relatives aux mesures d'ordre et aux mesures disciplinaires conformément à l'article 45.4, alinéa 1er, 2° et 3°;
6° les données relatives à la santé et au développement de l'élève, afin de pouvoir intervenir en cas d'urgence :
a) les données relatives à sa santé physique;
b) les données relatives à ses vaccinations;
c) les données relatives à sa santé psychique;
d) les données relatives à son comportement;
e) les données relatives aux risques et facteurs de risque.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er, 2°, 5° et 6°, ne sont traitées par les entreprises que si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire.
Les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er peuvent être traitées aux fins suivantes :
1° le soutien au Gouvernement dans le cadre de la planification des circuits du transport scolaire;
2° la prise de contact avec les personnes chargées de l'éducation pour leur communiquer les horaires et les éventuelles modifications et les contacter en cas d'urgence, si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire;
3° la transmission aux équipes de secours des données relatives aux élèves dans les situations d'urgence, si aucun accompagnateur de bus n'est prévu dans le cadre du circuit de transport scolaire.
§ 4 - Le Gouvernement peut préciser les catégories de données mentionnées dans le présent article. "
Art.55. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.9 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.9 - Samenwerking
De Regering werkt samen met de gewone en gespecialiseerde scholen in de Duitstalige Gemeenschap en met de dienstverrichters vermeld in artikel 45.8, § 3, die betrokken zijn bij de uitvoering van het leerlingenvervoer. Met dat doeleinde wisselen de genoemde instellingen de in artikel 45.8 vermelde gegevens over het leerlingenvervoer uit indien die informatie-uitwisseling noodzakelijk is in het belang van de leerling en de doorgegeven informatie toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is."
"Art. 45.9 - Samenwerking
De Regering werkt samen met de gewone en gespecialiseerde scholen in de Duitstalige Gemeenschap en met de dienstverrichters vermeld in artikel 45.8, § 3, die betrokken zijn bij de uitvoering van het leerlingenvervoer. Met dat doeleinde wisselen de genoemde instellingen de in artikel 45.8 vermelde gegevens over het leerlingenvervoer uit indien die informatie-uitwisseling noodzakelijk is in het belang van de leerling en de doorgegeven informatie toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is."
Art.55. Dans la même section, il est inséré un article 45.9 rédigé comme suit :
" Art. 45.9 - Coopération
Le Gouvernement travaille en coopération avec les écoles ordinaires et spécialisées de la Communauté germanophone ainsi qu'avec les prestataires mentionnés à l'article 45.8, § 3, qui participent à la mise en oeuvre du transport scolaire. A cette fin, les organismes précités échangent les données relatives aux élèves inscrits au transport scolaire qui sont mentionnées à l'article 45.8, lorsque la transmission des informations est nécessaire dans l'intérêt de l'élève et que les informations transmises sont appropriées, utiles et proportionnées. "
" Art. 45.9 - Coopération
Le Gouvernement travaille en coopération avec les écoles ordinaires et spécialisées de la Communauté germanophone ainsi qu'avec les prestataires mentionnés à l'article 45.8, § 3, qui participent à la mise en oeuvre du transport scolaire. A cette fin, les organismes précités échangent les données relatives aux élèves inscrits au transport scolaire qui sont mentionnées à l'article 45.8, lorsque la transmission des informations est nécessaire dans l'intérêt de l'élève et que les informations transmises sont appropriées, utiles et proportionnées. "
Art.56. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.10 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.10 - Duur van de gegevensverwerking
Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens van een leerling voor de duur dat de leerling het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde leerlingenvervoer gebruikt, verwerkt en bewaard vanaf de datum van aanmelding tot drie maanden na de afmelding.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd."
"Art. 45.10 - Duur van de gegevensverwerking
Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, die eventueel in een langere bewaartermijn voorzien, worden de gegevens van een leerling voor de duur dat de leerling het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde leerlingenvervoer gebruikt, verwerkt en bewaard vanaf de datum van aanmelding tot drie maanden na de afmelding.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd."
Art.56. Dans la même section, il est inséré un article 45.10 rédigé comme suit :
" Art. 45.10 - Durée du traitement des données
Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou réglementaires prévoyant, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données d'un élève sont traitées et conservées pour la durée du transport scolaire utilisé par l'élève et organisé par la Communauté germanophone, à compter de la date d'inscription et jusqu'à trois mois suivant la désinscription.
Sans préjudice des dispositions relatives à l'archivage, elles sont détruites au plus tard au terme de ce délai. "
" Art. 45.10 - Durée du traitement des données
Sans préjudice d'autres dispositions légales, décrétales ou réglementaires prévoyant, le cas échéant, un délai de conservation plus long, les données d'un élève sont traitées et conservées pour la durée du transport scolaire utilisé par l'élève et organisé par la Communauté germanophone, à compter de la date d'inscription et jusqu'à trois mois suivant la désinscription.
Sans préjudice des dispositions relatives à l'archivage, elles sont détruites au plus tard au terme de ce délai. "
Art.57. In dezelfde afdeling wordt een artikel 45.11 ingevoegd, luidende:
"Art. 45.11 - Veiligheidsmaatregelen
De Regering legt eventueel de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de in deze afdeling bedoelde verwerking van de persoonsgegevens."
"Art. 45.11 - Veiligheidsmaatregelen
De Regering legt eventueel de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de in deze afdeling bedoelde verwerking van de persoonsgegevens."
Art.57. Dans la même section, il est inséré un article 45.11 rédigé comme suit :
" Art. 45.11 - Mesures de sécurité
Le cas échéant, le Gouvernement fixe les mesures de sécurité nécessaires pour le traitement des données à caractère personnel prévu par la présente section. "
" Art. 45.11 - Mesures de sécurité
Le cas échéant, le Gouvernement fixe les mesures de sécurité nécessaires pour le traitement des données à caractère personnel prévu par la présente section. "
Art.58. Artikel 93.25 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
Voorts doet het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften uitspraak over beroepen tegen beslissingen over redelijke aanpassingen en bescherming van de schoolcijfers en tegen beslissingen over de verlenging van die maatregelen voor op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften."
Voorts doet het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften uitspraak over beroepen tegen beslissingen over redelijke aanpassingen en bescherming van de schoolcijfers en tegen beslissingen over de verlenging van die maatregelen voor op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften."
Art.58. L'article 93.25 du même décret, inséré par le décret du 11 mai 2009 et modifié par le décret du 25 octobre 2010, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" En outre, la Commission de soutien se penche sur les recours contre les décisions concernant les mesures de compensation des désavantages ou la protection des notes ou contre les décisions relatives à la prolongation de ces mesures en ce qui concerne un apprenant nécessitant un soutien spécifique. "
" En outre, la Commission de soutien se penche sur les recours contre les décisions concernant les mesures de compensation des désavantages ou la protection des notes ou contre les décisions relatives à la prolongation de ces mesures en ce qui concerne un apprenant nécessitant un soutien spécifique. "
Art.59. Artikel 93.28 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een zesde lid, luidende:
"In geval van beroep tegen beslissingen over redelijke aanpassingen en bescherming van de schoolcijfers en tegen beslissingen over de verlenging van die maatregelen voor op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften wordt onder hoofd van de gewone school en hoofd van de gespecialiseerde school de directeur van het ZAWM verstaan."
"In geval van beroep tegen beslissingen over redelijke aanpassingen en bescherming van de schoolcijfers en tegen beslissingen over de verlenging van die maatregelen voor op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften wordt onder hoofd van de gewone school en hoofd van de gespecialiseerde school de directeur van het ZAWM verstaan."
Art.59. L'article 93.28 du même décret, inséré par le décret du 11 mai 2009 et modifié par le décret du 20 juin 2016, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Dans le cas d'un recours contre les décisions concernant les mesures de compensation des désavantages ou la protection des notes et contre les décisions relatives à la prolongation de ces mesures en ce qui concerne un apprenant nécessitant un soutien spécifique, il faut entendre par chef d'établissement de l'école ordinaire et chef d'établissement de l'école spécialisée le directeur du ZAWM. "
" Dans le cas d'un recours contre les décisions concernant les mesures de compensation des désavantages ou la protection des notes et contre les décisions relatives à la prolongation de ces mesures en ce qui concerne un apprenant nécessitant un soutien spécifique, il faut entendre par chef d'établissement de l'école ordinaire et chef d'établissement de l'école spécialisée le directeur du ZAWM. "
Art.60. In artikel 93.36 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden ", waarbij meerdere verlengingen mogelijk zijn".
Art.60. Dans l'article 93.36 du même décret, inséré par le décret du 20 juin 2016, l'alinéa 1er est complété par les mots suivants : " , plusieurs prolongations étant possibles ".
Art.61. In artikel 93.41 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden ", waarbij meerdere verlengingen mogelijk zijn".
Art.61. Dans l'article 93.41 du même décret, inséré par le décret du 20 juin 2016, l'alinéa 1er est complété par les mots suivants : " , plusieurs prolongations étant possibles ".
Art.62. Artikel 93.46 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
"Dit artikel is van toepassing op de op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften, waarbij onder hoofd van de gewone school en hoofd van de gespecialiseerde school de directeur van het ZAWM en onder schooljaar het opleidingsjaar wordt verstaan."
"Dit artikel is van toepassing op de op te leiden personen met specifieke onderwijsbehoeften, waarbij onder hoofd van de gewone school en hoofd van de gespecialiseerde school de directeur van het ZAWM en onder schooljaar het opleidingsjaar wordt verstaan."
Art.62. L'article 93.46 du même décret, inséré par le décret du 20 juin 2016, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Le présent article s'applique aux apprenants nécessitant un soutien spécifique; à cet égard, il faut entendre par chef d'établissement de l'école ordinaire et chef d'établissement de l'école spécialisée le directeur du ZAWM et par année scolaire l'année de formation. "
" Le présent article s'applique aux apprenants nécessitant un soutien spécifique; à cet égard, il faut entendre par chef d'établissement de l'école ordinaire et chef d'établissement de l'école spécialisée le directeur du ZAWM et par année scolaire l'année de formation. "
Art.63. In artikel 93.60, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2016, worden de tweede en de derde zin vervangen als volgt:
"De aanvullende termijn bedraagt hoogstens twee jaar per aanvraag. De eerste aanvraag tot toekenning van een aanvullende termijn moet uiterlijk op 15 maart van het schooljaar waarin de examens hadden moeten worden afgelegd, worden ingediend. Elke volgende aanvraag moet uiterlijk op 15 maart van het schooljaar waarin de toegekende aanvullende termijn eindigt, worden ingediend."
"De aanvullende termijn bedraagt hoogstens twee jaar per aanvraag. De eerste aanvraag tot toekenning van een aanvullende termijn moet uiterlijk op 15 maart van het schooljaar waarin de examens hadden moeten worden afgelegd, worden ingediend. Elke volgende aanvraag moet uiterlijk op 15 maart van het schooljaar waarin de toegekende aanvullende termijn eindigt, worden ingediend."
Art.63. Dans l'article 93.60, § 2, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 20 juin 2016, les deuxième et troisième phrases sont remplacées par ce qui suit :
" Le délai supplémentaire est de deux ans au maximum pour chaque introduction de demande. La première demande d'octroi d'un délai supplémentaire doit être introduite au plus tard le 15 mars de l'année scolaire lors de laquelle les examens devraient être présentés. Chaque demande suivante doit être introduite au plus tard le 15 mars de l'année scolaire au cours de laquelle le délai supplémentaire accordé prend fin. "
" Le délai supplémentaire est de deux ans au maximum pour chaque introduction de demande. La première demande d'octroi d'un délai supplémentaire doit être introduite au plus tard le 15 mars de l'année scolaire lors de laquelle les examens devraient être présentés. Chaque demande suivante doit être introduite au plus tard le 15 mars de l'année scolaire au cours de laquelle le délai supplémentaire accordé prend fin. "
Art.64. Artikel 96.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019 en opgeheven bij het decreet van 22 juni 2020, wordt hersteld als volgt:
"Art. 96.3 - Coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding
De opdracht van de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding omvat vooral de volgende taken op het niveau van het instituut:
1° pedagogische en organisatorische leiding van het instituut voor voortgezette schoolopleiding;
2° ondersteuning van de schoolleiding inzake personeelsontwikkeling en conceptontwikkeling;
3° opstellen van het cursusprogramma en schoolinterne vakcurricula;
4° kwaliteitsbewaking van het cursus- en opleidingsaanbod;
5° opstellen van de wekelijkse en jaarlijkse uurroosters, de organisatie van het toezicht en de vervangingen evenals andere administratieve taken;
6° ondersteuning van het inrichtingshoofd bij het leiden en begeleiden van het personeel van het instituut voor voortgezette schoolopleiding;
7° verwelkomen van nieuwe leerkrachten en het bijdragen tot hun snelle integratie;
8° conflictbeslechting en handhaving van de kwaliteit van het teamwerk;
9° pedagogische begeleiding en advisering van de cursisten;
10° deelnemen aan interne en externe werkgroepen;
11° uitvoering en controle van de veiligheidsrichtlijnen tijdens de cursusuren;
12° samenwerking met externe partners;
13° beheer van het budget dat ter beschikking wordt gesteld voor de voortgezette schoolopleiding;
14° zich permanent bijscholen en voortgezette opleidingen volgen;
15° taken die tot de verwezenlijking van het schoolproject bijdragen."
"Art. 96.3 - Coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding
De opdracht van de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding omvat vooral de volgende taken op het niveau van het instituut:
1° pedagogische en organisatorische leiding van het instituut voor voortgezette schoolopleiding;
2° ondersteuning van de schoolleiding inzake personeelsontwikkeling en conceptontwikkeling;
3° opstellen van het cursusprogramma en schoolinterne vakcurricula;
4° kwaliteitsbewaking van het cursus- en opleidingsaanbod;
5° opstellen van de wekelijkse en jaarlijkse uurroosters, de organisatie van het toezicht en de vervangingen evenals andere administratieve taken;
6° ondersteuning van het inrichtingshoofd bij het leiden en begeleiden van het personeel van het instituut voor voortgezette schoolopleiding;
7° verwelkomen van nieuwe leerkrachten en het bijdragen tot hun snelle integratie;
8° conflictbeslechting en handhaving van de kwaliteit van het teamwerk;
9° pedagogische begeleiding en advisering van de cursisten;
10° deelnemen aan interne en externe werkgroepen;
11° uitvoering en controle van de veiligheidsrichtlijnen tijdens de cursusuren;
12° samenwerking met externe partners;
13° beheer van het budget dat ter beschikking wordt gesteld voor de voortgezette schoolopleiding;
14° zich permanent bijscholen en voortgezette opleidingen volgen;
15° taken die tot de verwezenlijking van het schoolproject bijdragen."
Art.64. L'article 96.3 du même décret, inséré par le décret du 6 mai 2019 et abrogé par le décret du 22 juin 2020, est rétabli dans la rédaction suivante :
" Art. 96.3 - Coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée
La mission d'un coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée comprend principalement les missions énumérées ci-après au niveau de l'institut de formation continuée :
1° assurer la direction pédagogique et organisationnelle de l'institut de formation scolaire continuée;
2° soutenir la direction de l'école en ce qui concerne le développement du personnel et des concepts;
3° élaborer le programme des cours et les curriculums disciplinaires d'établissement;
4° assurer la qualité des offres de cours et de formation;
5° établir les horaires hebdomadaires et annuels, organiser les surveillances et remplacements, et effectuer d'autres tâches administratives;
6° soutenir le chef d'établissement dans la direction et l'encadrement du personnel de l'institut de formation scolaire continuée;
7° accueillir les nouveaux enseignants et contribuer à leur intégration rapide;
8° aplanir les conflits et garantir la qualité du travail en équipe;
9° encadrer les participants aux cours sur le plan pédagogique et leur fournir des conseils;
10° participer à des groupes de travail internes et externes;
11° appliquer les règles de sécurité et contrôler le respect de celles-ci pendant les heures de cours;
12° coopérer avec des partenaires externes;
13° gérer le budget alloué à la formation scolaire continuée;
14° participer personnellement à des recyclages et formations continuées;
15° assurer les tâches qui contribuent à la réalisation du projet d'établissement. "
" Art. 96.3 - Coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée
La mission d'un coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée comprend principalement les missions énumérées ci-après au niveau de l'institut de formation continuée :
1° assurer la direction pédagogique et organisationnelle de l'institut de formation scolaire continuée;
2° soutenir la direction de l'école en ce qui concerne le développement du personnel et des concepts;
3° élaborer le programme des cours et les curriculums disciplinaires d'établissement;
4° assurer la qualité des offres de cours et de formation;
5° établir les horaires hebdomadaires et annuels, organiser les surveillances et remplacements, et effectuer d'autres tâches administratives;
6° soutenir le chef d'établissement dans la direction et l'encadrement du personnel de l'institut de formation scolaire continuée;
7° accueillir les nouveaux enseignants et contribuer à leur intégration rapide;
8° aplanir les conflits et garantir la qualité du travail en équipe;
9° encadrer les participants aux cours sur le plan pédagogique et leur fournir des conseils;
10° participer à des groupes de travail internes et externes;
11° appliquer les règles de sécurité et contrôler le respect de celles-ci pendant les heures de cours;
12° coopérer avec des partenaires externes;
13° gérer le budget alloué à la formation scolaire continuée;
14° participer personnellement à des recyclages et formations continuées;
15° assurer les tâches qui contribuent à la réalisation du projet d'établissement. "
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum
CHAPITRE 14. - Modification du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre PMS libre subventionné
Art.65. In artikel 35, § 2, eerste lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum worden de woorden "1 juni" vervangen door de woorden "30 april".
Art.65. Dans l'article 35, § 2, alinéa 1er, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre PMS libre subventionné, les mots " 1er juin " sont remplacés par les mots " 30 avril ".
Art.66. In artikel 62.13, tweede lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum, vervangen bij het decreet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij het decreet van 24 april 2023, worden de woorden "artikel 62.7, § 1, en § 2, eerste en tweede lid," vervangen door de woorden "artikel 62.7, § 1 en § 2, eerste en tweede lid en derde lid, 2°,".
Art.66. Dans l'article 62.13, alinéa 2, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre PMS libre subventionné, remplacé par le décret du 18 juin 2018 et modifié par le décret du 24 avril 2023, les mots " 62.7, § 1er et § 2, alinéas 1er et 2 " sont remplacés par les mots " 62.7, § 1er et § 2, alinéas 1er, 2 et 3, 2° ".
Art.67. In titel I van hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk IVquater, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015, vervangen als volgt: "Hoofdstuk IVquater - Bijzondere bepalingen voor coördinatoren van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan en voor coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.67. Dans le titre Ier, chapitre IVquater, du même décret, inséré par le décret du 29 juin 2015, l'intitulé est complété par les mots suivants : " et pour les coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.68. In artikel 62.20 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015 en gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "onderwijs met beperkt leerplan en als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.68. Dans l'article 62.20 du même décret, inséré par le décret du 29 juin 2015 et modifié par le décret du 28 juin 2021, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit et à la fonction de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.69. In artikel 62.20.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in het vijfde lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
1° in het eerste lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of als coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding";
2° in het vijfde lid wordt het woord "leerplan" vervangen door de woorden "leerplan of de coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.69. A l'article 62.20.1 du même décret, inséré par le décret du 28 juin 2021 et modifié par le décret du 26 juin 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou en tant que coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou le coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
1° dans l'alinéa 1er, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou en tant que coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " à horaire réduit " sont remplacés par les mots " à horaire réduit ou le coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.70. In artikel 62.37, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "en § 2," vervangen door de woorden "en § 2, eerste lid,".
Art.70. Dans l'article 62.37, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 18 juin 2018 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.71. In artikel 62.44, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2020 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "en § 2," vervangen door de woorden "en § 2, eerste lid,".
Art.71. Dans l'article 62.44, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 22 juin 2020 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.72. In artikel 62.49, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "en § 2," vervangen door de woorden "en § 2, eerste lid,".
Art.72. Dans l'article 62.49, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 28 juin 2021 et modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er " sont remplacés par les mots " 62.7, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er ".
Art.73. In artikel 90, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "in actieve dienst" vervangen door de woorden "die in actieve dienst of op rust gesteld zijn".
Art.73. Dans l'article 90, § 1er, du même décret, l'alinéa 3 est complété par les mots " de service ou retraités ".
Art.74. In titel IV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, wordt een artikel 119.27 ingevoegd, luidende:
"Art. 119.27 - Onverminderd artikel 33 en artikel 49 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid vóór 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
"Art. 119.27 - Onverminderd artikel 33 en artikel 49 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid vóór 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
Art.74. Dans le titre IV du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, il est inséré un article 119.27 rédigé comme suit :
" Art. 119.27 - Sans préjudice de l'article 33 et de l'article 49, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
" Art. 119.27 - Sans préjudice de l'article 33 et de l'article 49, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
Art.75. In dezelfde titel wordt een artikel 119.28 ingevoegd, luidende:
"Art. 119.28 - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 35 en artikel 49 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
"Art. 119.28 - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 35 en artikel 49 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
Art.75. Dans le même titre, il est inséré un article 119.28 rédigé comme suit :
" Art. 119.28 - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 35 et à l'article 49, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
" Art. 119.28 - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 35 et à l'article 49, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
HOOFDSTUK 15. - Wijziging van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs
CHAPITRE 15. - Modification du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire
Art.76. In artikel 20.1, § 1, eerste lid, van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2012, worden de woorden "een vrijstelling van één of meer examens aanvragen bij de voorzitter van de examencommissie" vervangen door de woorden "bij de voorzitter van de examencommissie een vrijstelling aanvragen van één examen, meerdere examens of alle examens en dit telkens voor hoogstens twee jaar, waarbij meerdere verlengingen mogelijk zijn".
Art.76. Dans l'article 20.1, § 1er, alinéa 1er, du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire, inséré par le décret du 20 juin 2012, les mots " une dispense pour un ou plusieurs examens auprès du président du jury " sont remplacés par les mots " auprès du président du jury une dispense pour un, plusieurs ou l'ensemble des examens pour une durée respective de deux ans au plus, plusieurs prolongations étant possibles ".
Art.77. Hoofdstuk VI, afdeling 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2013, wordt vervangen als volgt:
"Afdeling 2 - Administratieve coördinatie en pedagogische projecten"
"Afdeling 2 - Administratieve coördinatie en pedagogische projecten"
Art.77. Dans le chapitre VI du même décret, l'intitulé de la section 2, modifié par le décret du 24 juin 2013, est remplacé par ce qui suit :
" Section 2 - Coordination administrative et projets pédagogiques ".
" Section 2 - Coordination administrative et projets pédagogiques ".
Art.78. In artikel 49, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 17 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2013, worden de woorden "per school, wat de pedagogische en administratieve coördinatie betreft, en voor alle basisscholen van de inrichtende macht, wat de projecten betreft" vervangen door de woorden "voor alle basisscholen van de inrichtende macht".
Art.78. Dans l'article 49, alinéa 1er, du même décret, remplacé par le décret du 17 mai 2004 et modifié par le décret du 24 juin 2013, les mots " par école pour la coordination pédagogique et administrative, et pour l'ensemble des écoles fondamentales d'un pouvoir organisateur pour les projets " sont remplacés par les mots " pour l'ensemble des écoles fondamentales d'un pouvoir organisateur ".
Art.79. In artikel 52 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 17 mei 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt opgeheven;
2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 48bis" vervangen door de woorden "artikel 48 en artikel 48bis".
1° het eerste lid wordt opgeheven;
2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 48bis" vervangen door de woorden "artikel 48 en artikel 48bis".
Art.79. A l'article 52 du même décret, remplacé par le décret du 17 mai 2004, les modifications suivantes sont apportées :
1° l'alinéa 1er est abrogé;
2° dans l'alinéa 2, les mots " à l'article 48bis " sont remplacés par les mots " à l'article 48 et à l'article 48bis ".
1° l'alinéa 1er est abrogé;
2° dans l'alinéa 2, les mots " à l'article 48bis " sont remplacés par les mots " à l'article 48 et à l'article 48bis ".
Art.80. In artikel 62, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 oktober 2000 en 5 mei 2014, worden de woorden "de artikelen 48 en 56, § 2," vervangen door de woorden "artikel 56, § 1.1 en § 2".
Art.80. Dans l'article 62, § 1er, du même décret, modifié par les décrets des 23 octobre 2000 et 5 mai 2014, les mots " aux articles 48 et 56, § 2, " sont remplacés par les mots " à l'article 56, § 1.1 et § 2, ".
Art.81. In artikel 64.1.1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "in het ambt van vakleerkracht voor activiteiten in vreemde talen in het kleuteronderwijs" vervangen door de woorden "in het ambt van vakleerkracht voor activiteiten in vreemde talen in het kleuteronderwijs, in het ambt van vakleraar muziek".
Art.81. Dans l'article 64.1.1, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 26 juin 2023, les mots " , dans celle de maître spécial d'activités en langue étrangère en section maternelle ou de surveillant-éducateur " sont remplacés par les mots " , dans la fonction de maître spécial d'activités en langue étrangère en section maternelle ou dans la fonction de maître spécial de musique ou de surveillant-éducateur ".
Art.82. In artikel 75, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, worden de woorden "De kleuterleider verstrekt" vervangen door de woorden "De kleuterleider, de vakleerkracht voor activiteiten in vreemde talen en de vakleraar muziek verstrekken".
Art.82. Dans l'article 75, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret du 26 juin 2006, les mots " L'instituteur maternel dispense de " sont remplacés par les mots " L'instituteur maternel, le maître spécial d'activités en langue étrangère et le maître spécial de musique dispensent ".
Art.83. In artikel 76, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 april 2008, wordt het woord "taal" vervangen door de woorden "taal, de vakleraar muziek".
Art.83. Dans l'article 76, alinéa 2, du même décret, remplacé par le décret du 21 avril 2008, les mots " , le maître spécial de musique " sont insérés entre les mots " langue étrangère " et les mots " et le maître de religion ".
HOOFDSTUK 16. - Wijziging van het decreet van 25 juni 2001 over bijzondere maatregelen in verband met de lerarenambten en houdende aanpassing van de bezoldigingsregeling
CHAPITRE 16. - Modification du décret du 25 juin 2001 contentant des mesures spéciales quant aux fonctions d'enseignant et portant adaptation du statut pécuniaire
Art.84. Artikel 7, § 3, van het decreet van 25 juni 2001 over bijzondere maatregelen in verband met de lerarenambten en houdende aanpassing van de bezoldigingsregeling, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2003, wordt opgeheven.
Art.84. Dans l'intitulé du décret du 25 juin 2001 contentant des mesures spéciales quant aux fonctions d'enseignant et portant adaptation du statut pécuniaire, le mot " contentant " est remplacé par le mot " contenant ", et dans l'article 7 du même décret, modifié par le décret du 30 juin 2003, le § 3 est abrogé.
Art.85. In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "3° en 4°," opgeheven.
Art.85. Dans l'article 8, alinéa 1er, du même décret, les mots " 3° et 4°, " sont abrogés.
HOOFDSTUK 17. - Wijziging van het decreet van 30 juni 2003 houdende dringende maatregelen inzake onderwijs 2003
CHAPITRE 17. - Modification du décret du 30 juin 2003 portant des mesures urgentes en matière d'enseignement 2003
Art.86. In artikel 11.5, eerste lid, van het decreet van 30 juni 2003 houdende dringende maatregelen inzake onderwijs 2003, ingevoegd bij het decreet van 16 juli 2012 en gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, worden de woorden "vastbenoemd of definitief aangesteld" vervangen door de woorden "vastbenoemd of definitief aangesteld of voor een doorlopende duur of voor een doorlopende duur vanaf indiensttreding tijdelijk aangesteld of aangeworven".
Art.86. Dans l'article 11.5, alinéa 1er, du décret du 30 juin 2003 portant des mesures urgentes en matière d'enseignement 2003, inséré par le décret du 16 juillet 2012 et modifié par le décret du 28 juin 2021, les mots " nommé ou engagé à titre définitif " sont remplacés par les mots " nommé ou engagé à titre définitif ou désigné ou engagé à titre temporaire pour une durée indéterminée ou indéterminée dès l'entrée en service ".
HOOFDSTUK 18. - Wijziging van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra
CHAPITRE 18. - Modification du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés
Art.87. Het opschrift van hoofdstuk IVquinquies van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015, wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk IVquinquies - Bijzondere bepalingen voor coördinatoren van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan en voor coördinatoren van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.87. L'intitulé du chapitre IVquinquies du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés, inséré par le décret du 29 juin 2015, est complété par les mots " et pour les coordinateurs d'un institut de formation scolaire continuée ".
Art.88. In artikel 56.14 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 juni 2015 en gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2021, worden de woorden "wordt het ambt van coördinator van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan" vervangen door de woorden "worden het ambt van coördinator van een centrum voor onderwijs met beperkt leerplan en het ambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding".
Art.88. Dans l'article 56.14 du même décret, inséré par le décret du 29 juin 2015 et modifié par le décret du 28 juin 2021, les mots " à horaire réduit est attribuée " sont remplacés par les mots " à horaire réduit et la fonction de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée sont attribuées ".
Art.89. In artikel 88, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "in actieve dienst" vervangen door de woorden "die in dienstactiviteit zijn of op rust gesteld zijn".
Art.89. Dans l'article 88, § 1er, du même décret, l'alinéa 3 est complété par les mots " de service ou retraités ".
Art.90. In hoofdstuk XIV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2022, wordt een artikel 111septiesdecies ingevoegd, luidende:
"Art. 111septiesdecies - Onverminderd artikel 20 en artikel 37 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid vóór 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
"Art. 111septiesdecies - Onverminderd artikel 20 en artikel 37 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs rekening gehouden met afwijkingen die een personeelslid vóór 1 september 2024 heeft doorlopen in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs."
Art.90. Dans le chapitre XIV du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2022, il est inséré un article 111septiesdecies rédigé comme suit :
" Art. 111septiesdecies - Sans préjudice de l'article 20 et de l'article 37, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
" Art. 111septiesdecies - Sans préjudice de l'article 20 et de l'article 37, il est tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des dérogations dont a bénéficié un membre du personnel avant le 1er septembre 2024 dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. "
Art.91. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 111octiesdecies ingevoegd, luidende:
"Art. 111octiesdecies - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 22 en artikel 37 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
"Art. 111octiesdecies - Voor de berekening van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 22 en artikel 37 wordt in het ambt van leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs ook rekening gehouden met dienstdagen die het personeelslid vóór 1 september 2024 heeft gepresteerd in het gedifferentieerd onderwijs in het ambt van leraar algemene vakken in het lager secundair onderwijs. Dat betrokkene als leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs werkzaam was, wordt bewezen aan de hand van een attest dat is opgesteld door het inrichtingshoofd."
Art.91. Dans le même chapitre, il est inséré un article 111octiesdecies rédigé comme suit :
" Art. 111octiesdecies - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 22 et à l'article 37, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
" Art. 111octiesdecies - Pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 22 et à l'article 37, il est également tenu compte dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié des jours de service que le membre du personnel a prestés avant le 1er septembre 2024 dans l'enseignement différencié dans la fonction de professeur de cours généraux dans l'enseignement secondaire inférieur. Une attestation délivrée par le chef d'établissement permet de prouver que ledit membre a exercé une activité comme professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié. "
HOOFDSTUK 19. - Wijziging van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs
CHAPITRE 19. - Modification du décret du 19 avril 2004 relatif à la transmission des connaissances linguistiques et à l'emploi des langues dans l'enseignement
Art.92. In titel VI, ondertitel II, hoofdstuk 3, van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt een artikel 19.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 19.1 - Andere moderne talen
Het onderricht in andere moderne talen dan die vermeld in de artikelen 18 en 19 wordt verstrekt door leerkrachten die een voldoende kennis van het Duits hebben."
"Art. 19.1 - Andere moderne talen
Het onderricht in andere moderne talen dan die vermeld in de artikelen 18 en 19 wordt verstrekt door leerkrachten die een voldoende kennis van het Duits hebben."
Art.92. Dans le titre VI, sous-titre II, chapitre 3, du décret du 19 avril 2004 relatif à la transmission des connaissances linguistiques et à l'emploi des langues dans l'enseignement, modifié par le décret du 26 juin 2023, il est inséré un article 19.1 rédigé comme suit :
" Art. 19.1 - Autres langues modernes
Les cours de langues modernes, à l'exception des langues visées aux articles 18 et 19, sont dispensés par des enseignants qui ont une connaissance suffisante de l'allemand. "
" Art. 19.1 - Autres langues modernes
Les cours de langues modernes, à l'exception des langues visées aux articles 18 et 19, sont dispensés par des enseignants qui ont une connaissance suffisante de l'allemand. "
HOOFDSTUK 20. - Wijziging van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool
CHAPITRE 20. - Modification du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome
Art.93. In artikel 1.3 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt een bepaling onder 4.2° ingevoegd, luidende:
"4.2 externe evaluator: persoon die het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs of het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs bekleedt;".
"4.2 externe evaluator: persoon die het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs of het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs bekleedt;".
Art.93. Dans l'article 1.3 du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, il est inséré un 4.2° rédigé comme suit :
" 4.2° évaluateur externe : la personne qui occupe la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire; ".
" 4.2° évaluateur externe : la personne qui occupe la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire; ".
Art.94. In artikel 3.1, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 27 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 3° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° "hij beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
1° in de bepaling onder 3° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° het lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° "hij beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
Art.94. Dans l'article 3.1, § 1er, alinéa 1er, du même décret, remplacé par le décret du 27 juin 2022, les modifications suivantes sont apportées :
1° au 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'alinéa est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° disposer d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. "
1° au 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° l'alinéa est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° disposer d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. "
Art.95. In artikel 3.2 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 13 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 1, 3°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° "hij beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
3° § 4, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"de student beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
1° in § 1, 3°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
"4° "hij beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
3° § 4, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"de student beschikt over een blanco uittreksel uit het strafregister, als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet meer dan drie maanden oud is."
Art.95. A l'article 3.2 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 13 novembre 2023, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 1er, 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° le § 1er est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° disposer d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. ";
3° dans le § 4, l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" L'étudiant dispose d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. "
1° dans le § 1er, 3°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
2° le § 1er est complété par un 4° rédigé comme suit :
" 4° disposer d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. ";
3° dans le § 4, l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" L'étudiant dispose d'un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, datant de moins de trois mois et ne comportant aucune inscription. "
Art.96. In artikel 3.13, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de tweede zin vervangen als volgt:
"Voor de deelname aan opleidingsactiviteiten wordt een aanwezigheidsattest uitgereikt aan de vrije leerling of student."
"Voor de deelname aan opleidingsactiviteiten wordt een aanwezigheidsattest uitgereikt aan de vrije leerling of student."
Art.96. Dans l'article 3.13, alinéa 1er, du même décret, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :
" Une attestation de présence est délivrée à l'élève ou étudiant libre pour sa participation aux activités de formation ".
" Une attestation de présence est délivrée à l'élève ou étudiant libre pour sa participation aux activités de formation ".
Art.97. In artikel 3.24 van hetzelfde decreet wordt het getal "1280" vervangen door het getal "1066" en wordt het getal "50" vervangen door het getal "60".
Art.97. Dans l'article 3.24 du même décret, le nombre " 1280 " est remplacé par le nombre " 1066 " et le nombre " 50 " est remplacé par le nombre " 60 ".
Art.98. In artikel 3.33, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de eerste zin, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, vervangen als volgt:
"De student wordt tot het volgende studiejaar toegelaten als hij geslaagd is voor alle opleidingsactiviteiten van het betreffende studiejaar."
"De student wordt tot het volgende studiejaar toegelaten als hij geslaagd is voor alle opleidingsactiviteiten van het betreffende studiejaar."
Art.98. Dans l'article 3.33, § 2, alinéa 2, du même décret, modifié par le décret du 26 juin 2023, la première phrase est remplacée par ce qui suit :
" L'étudiant est admis dans l'année d'études suivante s'il a réussi toutes les activités de formation de l'année d'études concernée. "
" L'étudiant est admis dans l'année d'études suivante s'il a réussi toutes les activités de formation de l'année d'études concernée. "
Art.99. In artikel 3.34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "ten minste 60 % van de punten heeft behaald" vervangen door de woorden "geslaagd is";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "examens waarvoor hij ten minste 60 % van de punten heeft behaald" vervangen door de woorden "opleidingsactiviteiten waarvoor hij geslaagd is";
3° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een lid ingevoegd, luidende:
"Het eerste lid is niet van toepassing op stages."
4° in § 2, derde lid, worden de woorden "De leden 1 en 2" vervangen door de woorden "Het eerste tot derde lid";
5° in § 3, tweede lid, worden de woorden "ten minste 50 % in elk examen en ten minste 60 % van de voor deze examens toegekende punten behalen" vervangen door de woorden "slagen voor elk af te leggen examen".
1° in paragraaf 1 worden de woorden "ten minste 60 % van de punten heeft behaald" vervangen door de woorden "geslaagd is";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "examens waarvoor hij ten minste 60 % van de punten heeft behaald" vervangen door de woorden "opleidingsactiviteiten waarvoor hij geslaagd is";
3° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een lid ingevoegd, luidende:
"Het eerste lid is niet van toepassing op stages."
4° in § 2, derde lid, worden de woorden "De leden 1 en 2" vervangen door de woorden "Het eerste tot derde lid";
5° in § 3, tweede lid, worden de woorden "ten minste 50 % in elk examen en ten minste 60 % van de voor deze examens toegekende punten behalen" vervangen door de woorden "slagen voor elk af te leggen examen".
Art.99. A l'article 3.34 du même décret, modifié par le décret du 22 juin 2020, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 1er, les mots " où il a obtenu au moins 60 % des points " sont remplacés par les mots " qu'il a réussis ";
2° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " des examens où il a obtenu 60 % au moins " sont remplacés par les mots " des activités de formation réussies ";
3° dans le § 2, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 1er et 2, qui devient l'alinéa 3 :
" Sont exclus de l'alinéa 1er les stages. ";
4° dans le § 2, alinéa 3, les mots " Les alinéas 1 et 2 " sont remplacés par les mots " Les alinéas 1er à 3 ";
5° dans le § 3, alinéa 2, les mots " obtenir au moins 50 % dans chacun des examens et au moins 60 % du total des points attribués a ces examens " sont remplacés par les mots " réussir chacun des examens à présenter ".
1° dans le § 1er, les mots " où il a obtenu au moins 60 % des points " sont remplacés par les mots " qu'il a réussis ";
2° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " des examens où il a obtenu 60 % au moins " sont remplacés par les mots " des activités de formation réussies ";
3° dans le § 2, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 1er et 2, qui devient l'alinéa 3 :
" Sont exclus de l'alinéa 1er les stages. ";
4° dans le § 2, alinéa 3, les mots " Les alinéas 1 et 2 " sont remplacés par les mots " Les alinéas 1er à 3 ";
5° dans le § 3, alinéa 2, les mots " obtenir au moins 50 % dans chacun des examens et au moins 60 % du total des points attribués a ces examens " sont remplacés par les mots " réussir chacun des examens à présenter ".
Art.100. In artikel 5.45 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 oktober 2010 en 6 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt het woord "verlof" vervangen door de woorden "verlof, met uitzondering van het jaarlijks verlof voor de personeelsleden die onder de toepassing van paragraaf 3 vallen";
2° in paragraaf 3 worden tussen het vierde lid en het vijfde lid, dat het zevende lid wordt, de volgende leden ingevoegd, luidende:
"Daarnaast hebben de personeelsleden vermeld in het eerste lid recht op verlof op alle wettelijke feestdagen en op 15 november.
Indien een wettelijke feestdag of 15 november op een zaterdag of op een zondag valt, hebben de personeelsleden recht op een compensatiedag. De inrichtende macht kan de compensatiedag op een bepaalde dag leggen."
1° in paragraaf 2 wordt het woord "verlof" vervangen door de woorden "verlof, met uitzondering van het jaarlijks verlof voor de personeelsleden die onder de toepassing van paragraaf 3 vallen";
2° in paragraaf 3 worden tussen het vierde lid en het vijfde lid, dat het zevende lid wordt, de volgende leden ingevoegd, luidende:
"Daarnaast hebben de personeelsleden vermeld in het eerste lid recht op verlof op alle wettelijke feestdagen en op 15 november.
Indien een wettelijke feestdag of 15 november op een zaterdag of op een zondag valt, hebben de personeelsleden recht op een compensatiedag. De inrichtende macht kan de compensatiedag op een bepaalde dag leggen."
Art.100. A l'article 5.45 du même décret, modifié par les décrets des 25 octobre 2010 et 6 mai 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° le § 2 est complété par les mots suivants : " , sauf en ce qui concerne le congé de vacances annuelles pour les membres du personnel qui relèvent du champ d'application du § 3 ";
2° dans le § 3, deux alinéas rédigés comme suit sont insérés entre les alinéas 4 et 5, qui devient l'alinéa 7 :
" Les membres du personnel mentionnés à l'alinéa 1er ont en outre droit à des congés tous les jours fériés légaux et le 15 novembre.
Si le jour férié légal ou le 15 novembre tombe un samedi ou un dimanche, les membres du personnel ont droit à un jour de compensation. Le pouvoir organisateur peut fixer ce jour de compensation à un jour précis. "
1° le § 2 est complété par les mots suivants : " , sauf en ce qui concerne le congé de vacances annuelles pour les membres du personnel qui relèvent du champ d'application du § 3 ";
2° dans le § 3, deux alinéas rédigés comme suit sont insérés entre les alinéas 4 et 5, qui devient l'alinéa 7 :
" Les membres du personnel mentionnés à l'alinéa 1er ont en outre droit à des congés tous les jours fériés légaux et le 15 novembre.
Si le jour férié légal ou le 15 novembre tombe un samedi ou un dimanche, les membres du personnel ont droit à un jour de compensation. Le pouvoir organisateur peut fixer ce jour de compensation à un jour précis. "
Art.101. In artikel 5.62, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "in dienstactiviteit" vervangen door de woorden "die in dienstactiviteit zijn of op rust gesteld zijn".
Art.101. Dans l'article 5.62, § 1er, du même décret, l'alinéa 3 est complété par les mots " ou retraités ".
Art.102. In artikel 5.105.1, eerste lid, 2°, b), van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019, wordt het woord "18sexies" vervangen door de woorden "18sexies of 18sexies/1".
Art.102. Dans l'article 5.105.1, alinéa 1er, 2°, b), du même décret, inséré par le décret du 6 mai 2019, les mots " 18sexies " sont remplacés par les mots " 18sexies ou 18sexies/1 ".
Art.103. In artikel 6.10 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 oktober 2010, worden de woorden "drie voltijdse betrekkingen" vervangen door de woorden "twee voltijdse betrekkingen in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs en één voltijdse betrekking in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs".
Art.103. Dans l'article 6.10 du même décret, inséré par le décret du 25 octobre 2010, les mots " trois temps pleins " sont remplacés par les mots " deux temps pleins dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental et un temps plein dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire ".
Art.104. Titel IX van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2023, wordt aangevuld met een artikel 9.11duodecies, luidende:
"Art. 9.11duodecies - § 1 - Personeelsleden die op 7 mei 2024 vastbenoemd of tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van externe evaluator en overeenkomstig artikel 10, 18sexies, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurspersoneel en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, kunstonderwijs en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen beschikken over minstens vijf jaar nuttige beroepservaring in het basisonderwijs, gelden vanaf 8 mei 2024 als vastbenoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs.
Personeelsleden die op 7 mei 2024 vastbenoemd of tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van externe evaluator en overeenkomstig artikel 10, 18sexies/1, van hetzelfde koninklijk besluit van 22 april 1969 beschikken over minstens vijf jaar nuttige beroepservaring in het secundair onderwijs, gelden vanaf 8 mei 2024 als vastbenoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs.
§ 2 - De dienstdagen die het personeelslid dat vanaf 8 mei 2024 tijdelijk aangesteld of vastbenoemd is in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs resp. in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs, voorafgaand aan die datum heeft gepresteerd in het ambt van externe evaluator, worden voor de bepaling van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 5.105.5 in aanmerking genomen alsof ze gepresteerd werden in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs resp. in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs."
"Art. 9.11duodecies - § 1 - Personeelsleden die op 7 mei 2024 vastbenoemd of tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van externe evaluator en overeenkomstig artikel 10, 18sexies, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurspersoneel en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel van het paramedisch, psychosociaal en administratief personeel der rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, kunstonderwijs en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen beschikken over minstens vijf jaar nuttige beroepservaring in het basisonderwijs, gelden vanaf 8 mei 2024 als vastbenoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs.
Personeelsleden die op 7 mei 2024 vastbenoemd of tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van externe evaluator en overeenkomstig artikel 10, 18sexies/1, van hetzelfde koninklijk besluit van 22 april 1969 beschikken over minstens vijf jaar nuttige beroepservaring in het secundair onderwijs, gelden vanaf 8 mei 2024 als vastbenoemd resp. tijdelijk aangesteld in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs.
§ 2 - De dienstdagen die het personeelslid dat vanaf 8 mei 2024 tijdelijk aangesteld of vastbenoemd is in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs resp. in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs, voorafgaand aan die datum heeft gepresteerd in het ambt van externe evaluator, worden voor de bepaling van de ambtsanciënniteit vermeld in artikel 5.105.5 in aanmerking genomen alsof ze gepresteerd werden in het ambt van externe evaluator uit het basisonderwijs resp. in het ambt van externe evaluator uit het secundair onderwijs."
Art.104. Dans le titre IX du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 26 juin 2023, il est inséré un article 9.11duodecies rédigé comme suit :
" Art. 9.11duodecies - § 1er - Les membres du personnel qui sont nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe au 7 mai 2024 et qui disposent d'une expérience professionnelle utile d'au moins cinq ans dans l'enseignement fondamental, conformément à l'article 10, 18sexies, de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements, sont considérés comme nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental à partir du 8 mai 2024.
Les membres du personnel qui sont nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe au 7 mai 2024 et qui disposent d'une expérience professionnelle utile d'au moins cinq ans dans l'enseignement secondaire, conformément à l'article 10, 18sexies/1, du même arrêté royal du 22 avril 1969, sont considérés comme nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire à partir du 8 mai 2024.
§ 2 - Les jours de service que le membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire à partir du 8 mai 2024 a prestés avant cette date dans la fonction d'évaluateur externe sont pris en compte pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 5.105.5 comme s'ils avaient été prestés dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire. "
" Art. 9.11duodecies - § 1er - Les membres du personnel qui sont nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe au 7 mai 2024 et qui disposent d'une expérience professionnelle utile d'au moins cinq ans dans l'enseignement fondamental, conformément à l'article 10, 18sexies, de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique ainsi que du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements, sont considérés comme nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental à partir du 8 mai 2024.
Les membres du personnel qui sont nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe au 7 mai 2024 et qui disposent d'une expérience professionnelle utile d'au moins cinq ans dans l'enseignement secondaire, conformément à l'article 10, 18sexies/1, du même arrêté royal du 22 avril 1969, sont considérés comme nommés à titre définitif ou désignés à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire à partir du 8 mai 2024.
§ 2 - Les jours de service que le membre du personnel nommé à titre définitif ou désigné à titre temporaire dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire à partir du 8 mai 2024 a prestés avant cette date dans la fonction d'évaluateur externe sont pris en compte pour le calcul de l'ancienneté de fonction mentionnée à l'article 5.105.5 comme s'ils avaient été prestés dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement fondamental ou dans la fonction d'évaluateur externe provenant de l'enseignement secondaire. "
HOOFDSTUK 21. - Wijziging van het decreet van 21 april 2008 houdende valorisatie van het lerarenberoep
CHAPITRE 21. - Modification du décret du 21 avril 2008 portant valorisation du métier d'enseignant
Art.105. Artikel 103, 9°, van het decreet van 21 april 2008 houdende valorisatie van het lerarenberoep, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019 en opgeheven bij het decreet van 22 juni 2020, wordt hersteld als volgt:
"9° de personeelsleden in het selectieambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding dat verbonden is aan een gewone secundaire school die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt."
"9° de personeelsleden in het selectieambt van coördinator van een instituut voor voortgezette schoolopleiding dat verbonden is aan een gewone secundaire school die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt."
Art.105. L'article 103, 9°, du décret du 21 avril 2008 portant valorisation du métier d'enseignant, inséré par le décret du 6 mai 2019 et abrogé par le décret du 22 juin 2020, est rétabli dans la rédaction suivante :
" 9° aux membres du personnel occupant la fonction de sélection de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée rattaché à une école secondaire ordinaire organisée ou subventionnée par la Communauté germanophone. "
" 9° aux membres du personnel occupant la fonction de sélection de coordinateur d'un institut de formation scolaire continuée rattaché à une école secondaire ordinaire organisée ou subventionnée par la Communauté germanophone. "
HOOFDSTUK 22. - Wijziging van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs
CHAPITRE 22. - Modification du décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement
Art.106. Artikel 1, § 2, 3°, l), van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs, opgeheven bij het decreet van 20 juni 2016, wordt hersteld als volgt:
"l) leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs;"
"l) leraar algemene vakken in het gedifferentieerd onderwijs;"
Art.106. Dans l'article 1er, § 2, 3°, du décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement, le l), abrogé par le décret du 20 juin 2016, est rétabli dans la rédaction suivante :
" l) professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié; ".
" l) professeur de cours généraux dans l'enseignement différencié; ".
HOOFDSTUK 23. - Wijziging van het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren
CHAPITRE 23. - Modification du décret du 31 mars 2014 relatif au centre pour le développement sain des enfants et des jeunes
Art.107. In artikel 6.70, § 1, derde lid, van het decreet van 31 maart 2014 betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren worden de woorden "in dienstactiviteit" vervangen door de woorden "die in dienstactiviteit zijn of op rust gesteld zijn".
Art.107. Dans l'article 6.70, § 1er, du décret du 31 mars 2014 relatif au centre pour le développement sain des enfants et des jeunes, l'alinéa 3 est complété par les mots " ou retraités ".
Art.108. In artikel 6.80, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 juni 2023, worden de woorden "mag dit ambt" vervangen door de woorden "mogen de ambten vermeld in artikel 6.79, 2° tot 7°,".
Art.108. Dans l'article 6.80, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 26 juin 2023, les mots " cette fonction peut être occupée " sont remplacés par les mots " les fonctions mentionnées à l'article 6.79, 2° à 7°, peuvent être occupées ".
HOOFDSTUK 24. - Wijziging van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg
CHAPITRE 24. - Modification du décret du 13 décembre 2018 concernant les offres pour personnes âgées ou dépendantes ainsi que les soins palliatifs
Art.109. In artikel 59, eerste lid, van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg wordt het woord "jaarlijkse" vervangen door het woord "meerjarige".
Art.109. Dans l'article 59, alinéa 1er, du décret du 13 décembre 2018 concernant les offres pour personnes âgées ou dépendantes ainsi que les soins palliatifs, le mot " annuel " est remplacé par le mot " pluriannuel ".
Art.110. Artikel 100 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 28 maart 2022 en 14 december 2023, wordt vervangen als volgt:
"Art. 100 - Overgangsbepaling
§ 1 - Ondersteuningsaanbod dat vóór de inwerkingtreding van dit decreet toegelaten en/of erkend was met toepassing van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen en het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten, wordt met toepassing van dit decreet als volgt als voorlopig vergund resp. erkend beschouwd en kan binnen de volgende termijnen een vergunningsaanvraag resp. erkenningsaanvraag overeenkomstig dit decreet indienen:
1° de gezins- en ouderenhulp, de ziekenoppas, de sociale huishoudelijke hulp, de dagopvang, het kortverblijf en de serviceflats worden tot en met 31 december 2029 als vergund resp. erkend beschouwd;
2° de dagverzorging en het woonzorgcentrum voor ouderen worden tot en met 31 december 2029 als vergund beschouwd.
Met uitzondering van de woonzorgcentra voor ouderen ontvangen de dienstverrichters vermeld in het eerste lid tijdens die overgangsperiode een subsidie en een financiële bijdrage overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, zonder dat ze alle, uit dit decreet voortvloeiende vergunningsverplichtingen hoeven te vervullen. De financiering is tijdens de periode vermeld in het eerste lid gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in de voormelde decreten van 4 juni 2007 resp. 16 februari 2009, alsook aan de naleving van de overeenkomsten die op grond van dit decreet zijn gesloten.
In afwijking van het tweede lid ontvangen dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen tijdens de overgangsperiode vermeld in het eerste lid een bewonersgebonden subsidiëring bedoeld in artikel 57. Het ontvangen van die subsidie is tijdens de periode vermeld in het eerste lid gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in het voormelde decreet van 4 juni 2007, alsook aan de naleving van de overeenkomsten die op grond van dit decreet zijn gesloten.
Voor de toepassing van het derde lid kunnen dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen in de categorie 'extra ondersteuning' maximaal 3 % meer en in de categorie 'geringe ondersteuning' maximaal 3 % minder aanwezigheidsdagen hebben dan vastgelegd in de overeenkomstig het derde lid gesloten overeenkomsten. In dat geval:
1° is de bewonersgebonden subsidiëring beperkt tot de maximumsubsidie die in de overeenkomst is vastgelegd;
2° worden de extra gepresteerde aanwezigheidsdagen in de categorie 'extra ondersteuning' bewonersgebonden gesubsidieerd door het aantal extra gepresteerde dagen te vermenigvuldigen met het dagforfait dat geldt voor de categorie 'geringe ondersteuning'.
§ 2 - Dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen ontvangen voor de jaren 2024 tot 2029 een meerjarige forfaitaire subsidie die bestaat uit volgende elementen:
1° een subsidie ter compensatie van het dagforfait vermeld in artikel 57, § 2;
2° de personeelsgebonden subsidiëring bedoeld in artikel 58;
3° de subsidiëring voor mobiliteitshulpmiddelen vermeld in artikel 59;
4° een subsidie voor ADL-begeleiders in functie en in opleiding overeenkomstig het besluit van 29 februari 2024 tot bepaling van minimale personeelsnormen in woonzorgcentra voor ouderen;
5° een subsidie voor uitrusting in de zin van artikel 2, eerste lid, 6°, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur;
6° een subsidie voor de financiering van extra personeel.
Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, kan de daarin vermelde forfaitaire subsidie, in afwijking van artikel 24 van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur, gebruikt worden om uitrustingsgoederen aan te schaffen zonder vooraf een aanvraag in te dienen. De aanwending van die subsidie wordt gecontroleerd op basis van de elementen bepaald in artikel 24 van het voormelde decreet van 18 maart 2002 en de elementen die de Regering op basis van het vijfde lid heeft bepaald.
In afwijking van artikel 104, § 1, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt de subsidie vermeld in het eerste lid als eenmalig bedrag uitbetaald.
Het recht op de subsidie vermeld in het eerste lid is tijdens de daarin vermelde periode gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in het voormelde decreet van 4 juni 2007, alsook aan de naleving van de voorwaarden die de Regering op basis van het vijfde lid heeft bepaald.
De Regering bepaalt:
1° de voorwaarden en nadere regels voor de toekenning, berekening, uitbetaling, aanwending en terugvordering van de subsidie vermeld in het eerste lid;
2° de gegevens die de dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen moeten meedelen voor de toepassing van dit artikel."
"Art. 100 - Overgangsbepaling
§ 1 - Ondersteuningsaanbod dat vóór de inwerkingtreding van dit decreet toegelaten en/of erkend was met toepassing van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen en het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten, wordt met toepassing van dit decreet als volgt als voorlopig vergund resp. erkend beschouwd en kan binnen de volgende termijnen een vergunningsaanvraag resp. erkenningsaanvraag overeenkomstig dit decreet indienen:
1° de gezins- en ouderenhulp, de ziekenoppas, de sociale huishoudelijke hulp, de dagopvang, het kortverblijf en de serviceflats worden tot en met 31 december 2029 als vergund resp. erkend beschouwd;
2° de dagverzorging en het woonzorgcentrum voor ouderen worden tot en met 31 december 2029 als vergund beschouwd.
Met uitzondering van de woonzorgcentra voor ouderen ontvangen de dienstverrichters vermeld in het eerste lid tijdens die overgangsperiode een subsidie en een financiële bijdrage overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, zonder dat ze alle, uit dit decreet voortvloeiende vergunningsverplichtingen hoeven te vervullen. De financiering is tijdens de periode vermeld in het eerste lid gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in de voormelde decreten van 4 juni 2007 resp. 16 februari 2009, alsook aan de naleving van de overeenkomsten die op grond van dit decreet zijn gesloten.
In afwijking van het tweede lid ontvangen dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen tijdens de overgangsperiode vermeld in het eerste lid een bewonersgebonden subsidiëring bedoeld in artikel 57. Het ontvangen van die subsidie is tijdens de periode vermeld in het eerste lid gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in het voormelde decreet van 4 juni 2007, alsook aan de naleving van de overeenkomsten die op grond van dit decreet zijn gesloten.
Voor de toepassing van het derde lid kunnen dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen in de categorie 'extra ondersteuning' maximaal 3 % meer en in de categorie 'geringe ondersteuning' maximaal 3 % minder aanwezigheidsdagen hebben dan vastgelegd in de overeenkomstig het derde lid gesloten overeenkomsten. In dat geval:
1° is de bewonersgebonden subsidiëring beperkt tot de maximumsubsidie die in de overeenkomst is vastgelegd;
2° worden de extra gepresteerde aanwezigheidsdagen in de categorie 'extra ondersteuning' bewonersgebonden gesubsidieerd door het aantal extra gepresteerde dagen te vermenigvuldigen met het dagforfait dat geldt voor de categorie 'geringe ondersteuning'.
§ 2 - Dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen ontvangen voor de jaren 2024 tot 2029 een meerjarige forfaitaire subsidie die bestaat uit volgende elementen:
1° een subsidie ter compensatie van het dagforfait vermeld in artikel 57, § 2;
2° de personeelsgebonden subsidiëring bedoeld in artikel 58;
3° de subsidiëring voor mobiliteitshulpmiddelen vermeld in artikel 59;
4° een subsidie voor ADL-begeleiders in functie en in opleiding overeenkomstig het besluit van 29 februari 2024 tot bepaling van minimale personeelsnormen in woonzorgcentra voor ouderen;
5° een subsidie voor uitrusting in de zin van artikel 2, eerste lid, 6°, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur;
6° een subsidie voor de financiering van extra personeel.
Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, kan de daarin vermelde forfaitaire subsidie, in afwijking van artikel 24 van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur, gebruikt worden om uitrustingsgoederen aan te schaffen zonder vooraf een aanvraag in te dienen. De aanwending van die subsidie wordt gecontroleerd op basis van de elementen bepaald in artikel 24 van het voormelde decreet van 18 maart 2002 en de elementen die de Regering op basis van het vijfde lid heeft bepaald.
In afwijking van artikel 104, § 1, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt de subsidie vermeld in het eerste lid als eenmalig bedrag uitbetaald.
Het recht op de subsidie vermeld in het eerste lid is tijdens de daarin vermelde periode gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden vervat in het voormelde decreet van 4 juni 2007, alsook aan de naleving van de voorwaarden die de Regering op basis van het vijfde lid heeft bepaald.
De Regering bepaalt:
1° de voorwaarden en nadere regels voor de toekenning, berekening, uitbetaling, aanwending en terugvordering van de subsidie vermeld in het eerste lid;
2° de gegevens die de dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen moeten meedelen voor de toepassing van dit artikel."
Art.110. L'article 100 du même décret, modifié par les décrets des 28 mars 2022 et 14 décembre 2023, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 100 - Disposition transitoire
§ 1er - Les offres de soutien qui, avant l'entrée en vigueur du présent décret, ont été autorisées et/ou agréées en application des décrets du 4 juin 2007 relatif aux maisons de soins psychiatriques et du 16 février 2009 concernant les services d'aide à domicile sont censées être autorisées et/ou agréées provisoirement comme suit en application du présent décret et peuvent, dans les délais suivants, introduire une demande d'autorisation ou d'agréation, selon le cas, conformément au présent décret :
1° l'aide aux familles et aux personnes âgées, la garde de malades, l'aide ménagère sociale, l'accueil de jour, les courts séjours ainsi que les résidences-services sont censés être autorisés ou, selon le cas, agréés jusqu'au 31 décembre 2029;
2° les soins de jour et les centres de repos et de soins pour personnes âgées sont censés être autorisés jusqu'au 31 décembre 2029.
A l'exception des centres de repos et de soins pour personnes âgées, les prestataires mentionnés à l'alinéa 1er reçoivent pendant cette période transitoire un subside et une contribution financière conformément aux dispositions du présent décret et de ses dispositions d'exécution, sans devoir remplir toutes les obligations en matière d'autorisation découlant du présent décret. Pendant la période mentionnée à l'alinéa 1er, le financement est subordonné au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans les décrets susmentionnés des 4 juin 2007 ou 16 février 2009, selon le cas, et au respect des contrats conclus en vertu du présent décret.
Par dérogation à l'alinéa 2, les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées reçoivent, pendant la période transitoire mentionnée à l'alinéa 1er, un subside lié aux résidents conformément à l'article 57. Pendant la période mentionnée à l'alinéa 1er, l'obtention de ce subside est subordonnée au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans le décret susmentionné du 4 juin 2007 et au respect des contrats conclus en vertu du présent décret.
Pour l'application de l'alinéa 3, les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées peuvent dépasser de 3 % au plus le nombre de jours de présence dans la catégorie de soutien supérieure fixé dans les contrats conclus conformément à l'alinéa 3 et descendre proportionnellement sous le nombre de jours de présence dans la catégorie de soutien peu élevée. Dans ce cas :
1° le subside lié aux résidents est limité au subside maximal fixé dans le contrat;
2° le subside lié aux résidents pour les jours de présence supplémentaires prestés dans la catégorie de soutien supérieure est calculé en multipliant le nombre de jours supplémentaires prestés par le forfait journalier applicable à la catégorie de soutien peu élevée.
§ 2 - Les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées reçoivent un subside forfaitaire pluriannuel pour les années 2024 à 2029 qui se compose des éléments suivants :
1° d'un subside d'ajustement du forfait journalier mentionné à l'article 57, § 2;
2° du subside lié au personnel mentionné à l'article 58;
3° du subside pour les aides à la mobilité mentionné à l'article 59;
4° d'un subside pour les accompagnateurs au quotidien en fonction et en formation conformément à l'arrêté du 29 février 2024 fixant les normes minimales en matière de personnel dans les centres de repos et de soins pour personnes âgées;
5° d'un subside pour équipements au sens de l'article 2, alinéa 1er, 6°, du décret du 18 mars 2002 relatif à l'Infrastructure;
6° d'un subside destiné au financement de personnel supplémentaire.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 5°, le subside forfaitaire y mentionné peut être utilisé sans demande préalable, par dérogation à l'article 24 du décret du 18 mars 2002 relatif à l'Infrastructure, aux fins de l'acquisition de biens d'équipement. Le contrôle de l'utilisation de ce subside est effectué sur la base des éléments fixés à l'article 24 du décret précité du 18 mars 2002 et de ceux fixés par le Gouvernement en vertu de l'alinéa 5.
Par dérogation à l'article 104, § 1er, du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone, le subside mentionné à l'alinéa 1er est versé sous la forme d'un montant unique.
Le droit au subside mentionné à l'alinéa 1er est, pendant la période y mentionnée, subordonné au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans le décret susmentionné du 4 juin 2007 et au respect des conditions mentionnées par le Gouvernement conformément à l'alinéa 5.
Le Gouvernement détermine :
1° les conditions et modalités requises pour l'octroi, le calcul, la liquidation, l'utilisation et la récupération du subside mentionné à l'alinéa 1er;
2° les données à fournir par les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées pour l'application du présent article. "
" Art. 100 - Disposition transitoire
§ 1er - Les offres de soutien qui, avant l'entrée en vigueur du présent décret, ont été autorisées et/ou agréées en application des décrets du 4 juin 2007 relatif aux maisons de soins psychiatriques et du 16 février 2009 concernant les services d'aide à domicile sont censées être autorisées et/ou agréées provisoirement comme suit en application du présent décret et peuvent, dans les délais suivants, introduire une demande d'autorisation ou d'agréation, selon le cas, conformément au présent décret :
1° l'aide aux familles et aux personnes âgées, la garde de malades, l'aide ménagère sociale, l'accueil de jour, les courts séjours ainsi que les résidences-services sont censés être autorisés ou, selon le cas, agréés jusqu'au 31 décembre 2029;
2° les soins de jour et les centres de repos et de soins pour personnes âgées sont censés être autorisés jusqu'au 31 décembre 2029.
A l'exception des centres de repos et de soins pour personnes âgées, les prestataires mentionnés à l'alinéa 1er reçoivent pendant cette période transitoire un subside et une contribution financière conformément aux dispositions du présent décret et de ses dispositions d'exécution, sans devoir remplir toutes les obligations en matière d'autorisation découlant du présent décret. Pendant la période mentionnée à l'alinéa 1er, le financement est subordonné au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans les décrets susmentionnés des 4 juin 2007 ou 16 février 2009, selon le cas, et au respect des contrats conclus en vertu du présent décret.
Par dérogation à l'alinéa 2, les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées reçoivent, pendant la période transitoire mentionnée à l'alinéa 1er, un subside lié aux résidents conformément à l'article 57. Pendant la période mentionnée à l'alinéa 1er, l'obtention de ce subside est subordonnée au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans le décret susmentionné du 4 juin 2007 et au respect des contrats conclus en vertu du présent décret.
Pour l'application de l'alinéa 3, les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées peuvent dépasser de 3 % au plus le nombre de jours de présence dans la catégorie de soutien supérieure fixé dans les contrats conclus conformément à l'alinéa 3 et descendre proportionnellement sous le nombre de jours de présence dans la catégorie de soutien peu élevée. Dans ce cas :
1° le subside lié aux résidents est limité au subside maximal fixé dans le contrat;
2° le subside lié aux résidents pour les jours de présence supplémentaires prestés dans la catégorie de soutien supérieure est calculé en multipliant le nombre de jours supplémentaires prestés par le forfait journalier applicable à la catégorie de soutien peu élevée.
§ 2 - Les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées reçoivent un subside forfaitaire pluriannuel pour les années 2024 à 2029 qui se compose des éléments suivants :
1° d'un subside d'ajustement du forfait journalier mentionné à l'article 57, § 2;
2° du subside lié au personnel mentionné à l'article 58;
3° du subside pour les aides à la mobilité mentionné à l'article 59;
4° d'un subside pour les accompagnateurs au quotidien en fonction et en formation conformément à l'arrêté du 29 février 2024 fixant les normes minimales en matière de personnel dans les centres de repos et de soins pour personnes âgées;
5° d'un subside pour équipements au sens de l'article 2, alinéa 1er, 6°, du décret du 18 mars 2002 relatif à l'Infrastructure;
6° d'un subside destiné au financement de personnel supplémentaire.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 5°, le subside forfaitaire y mentionné peut être utilisé sans demande préalable, par dérogation à l'article 24 du décret du 18 mars 2002 relatif à l'Infrastructure, aux fins de l'acquisition de biens d'équipement. Le contrôle de l'utilisation de ce subside est effectué sur la base des éléments fixés à l'article 24 du décret précité du 18 mars 2002 et de ceux fixés par le Gouvernement en vertu de l'alinéa 5.
Par dérogation à l'article 104, § 1er, du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone, le subside mentionné à l'alinéa 1er est versé sous la forme d'un montant unique.
Le droit au subside mentionné à l'alinéa 1er est, pendant la période y mentionnée, subordonné au respect des conditions d'autorisation et d'agrément fixées dans le décret susmentionné du 4 juin 2007 et au respect des conditions mentionnées par le Gouvernement conformément à l'alinéa 5.
Le Gouvernement détermine :
1° les conditions et modalités requises pour l'octroi, le calcul, la liquidation, l'utilisation et la récupération du subside mentionné à l'alinéa 1er;
2° les données à fournir par les prestataires de centres de repos et de soins pour personnes âgées pour l'application du présent article. "
HOOFDSTUK 25. - wijziging van het decreet van 26 juni 2023 tot oprichting van een fonds voor renteloze leningen aan op te leiden personen, studenten en leerlingen in knelpuntberoepen
CHAPITRE 25. - Modification du décret du 26 juin 2023 portant création d'un Fonds relatif aux prêts sans intérêts à destination des apprentis, étudiants et élèves désirant se former à un métier en pénurie
Art.111. In artikel 1 van het decreet van 26 juni 2023 tot oprichting van een fonds voor renteloze leningen aan op te leiden personen, studenten en leerlingen in knelpuntberoepen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° studiecyclus: de volgende studiecycli of opleidingen:
a) de basisopleidingen vermeld in artikel 2.6 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool;
b) de medische basisopleiding overeenkomstig artikel 24 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
c) de basisopleiding tandheelkunde overeenkomstig artikel 34 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
d) de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger overeenkomstig artikel 31 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
e) de opleiding tot verloskundige overeenkomstig artikel 40 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
f) de opleiding tot apotheker overeenkomstig artikel 44 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;"
2° de bepalingen onder 4° en 5° worden opgeheven;
3° in de bepaling onder 6° worden de woorden "of een medische of tandheelkundige studie" opgeheven;
4° in de bepaling onder 11° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
5° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende:
"12° onderwijsinstellingen: het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's in de zin van artikel 15 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, de autonome hogeschool in de zin van artikel 1.1 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, de secundaire scholen in de Duitstalige Gemeenschap en de door de staat erkende universiteiten en hogescholen die een studie overeenkomstig 3°, b) tot f), aanbieden."
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° studiecyclus: de volgende studiecycli of opleidingen:
a) de basisopleidingen vermeld in artikel 2.6 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool;
b) de medische basisopleiding overeenkomstig artikel 24 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
c) de basisopleiding tandheelkunde overeenkomstig artikel 34 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
d) de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger overeenkomstig artikel 31 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
e) de opleiding tot verloskundige overeenkomstig artikel 40 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;
f) de opleiding tot apotheker overeenkomstig artikel 44 van EU-Richtlijn 2005/36/EG, gevolgd aan een door de staat erkende universiteit of hogeschool in de Europese Unie, een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;"
2° de bepalingen onder 4° en 5° worden opgeheven;
3° in de bepaling onder 6° worden de woorden "of een medische of tandheelkundige studie" opgeheven;
4° in de bepaling onder 11° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
5° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende:
"12° onderwijsinstellingen: het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's in de zin van artikel 15 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, de autonome hogeschool in de zin van artikel 1.1 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, de secundaire scholen in de Duitstalige Gemeenschap en de door de staat erkende universiteiten en hogescholen die een studie overeenkomstig 3°, b) tot f), aanbieden."
Art.111. A l'article 1er du décret du 26 juin 2023 portant création d'un Fonds relatif aux prêts sans intérêts à destination des apprentis, étudiants et élèves désirant se former à un métier en pénurie, les modifications suivantes sont apportées :
1° le 3° est remplacé par ce qui suit :
" 3° cursus : les formations ou cursus suivants :
a) les formations initiales mentionnées à l'article 2.6 du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome;
b) la formation médicale de base telle que définie à l'article 24 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
c) la formation de base de praticien de l'art dentaire telle que définie à l'article 34 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
d) la formation d'infirmier responsable de soins généraux telle que définie à l'article 31 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
e) la formation de sage-femme telle que définie à l'article 40 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
f) la formation de pharmacien telle que définie à l'article 44 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse; "
2° les 4° et 5° sont abrogés;
3° au 6°, les mots " dans un cycle d'études ou dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans un cursus ";
4° au 11°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
5° l'article est complété par un 12° rédigé comme suit :
" 12° établissements d'enseignement : l'Institut pour la formation et la formation continue dans les Classes moyennes et les PME au sens de l'article 15 du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME, la haute école autonome au sens de l'article 1.1 du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome, les écoles secondaires en Communauté germanophone et les établissements d'enseignement supérieur reconnus par l'Etat qui proposent des cursus conformément au 3°, b) à f). "
1° le 3° est remplacé par ce qui suit :
" 3° cursus : les formations ou cursus suivants :
a) les formations initiales mentionnées à l'article 2.6 du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome;
b) la formation médicale de base telle que définie à l'article 24 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
c) la formation de base de praticien de l'art dentaire telle que définie à l'article 34 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
d) la formation d'infirmier responsable de soins généraux telle que définie à l'article 31 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
e) la formation de sage-femme telle que définie à l'article 40 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse;
f) la formation de pharmacien telle que définie à l'article 44 de la directive européenne 2005/36/CE, dispensée dans un établissement d'enseignement supérieur reconnu par l'Etat au sein de l'Union européenne, dans un autre Etat partie à l'accord sur l'Espace économique européen ou en Suisse; "
2° les 4° et 5° sont abrogés;
3° au 6°, les mots " dans un cycle d'études ou dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans un cursus ";
4° au 11°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
5° l'article est complété par un 12° rédigé comme suit :
" 12° établissements d'enseignement : l'Institut pour la formation et la formation continue dans les Classes moyennes et les PME au sens de l'article 15 du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME, la haute école autonome au sens de l'article 1.1 du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome, les écoles secondaires en Communauté germanophone et les établissements d'enseignement supérieur reconnus par l'Etat qui proposent des cursus conformément au 3°, b) à f). "
Art.112. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "ofwel aan een hogeschool die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt, regulier ingeschreven zijn voor een studiecyclus die voorbereidt op het werken in een knelpuntberoep, ofwel regulier ingeschreven zijn voor een medische of tandheelkundige studie," vervangen door de woorden "ofwel regulier ingeschreven zijn voor een studiecyclus die voorbereidt op het werken in een knelpuntberoep," en worden de woorden "of een meesterschapsstage doorlopen en tewerkgesteld zijn onder een arbeidsovereenkomst" vervangen door het woord "doorlopen";
2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "leertijd- en meesterschapsstageprogramma's" vervangen door het woord "leertijdprogramma's";
3° in § 1, derde lid, worden de woorden "de medische of tandheelkundige studie, het leertijd- of meesterschapsstageprogramma" vervangen door het woord "het leertijdprogramma";
4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "een medische of tandheelkundige studie" vervangen door de woorden "de studiecycli in de zin van artikel 1, 3°, b) tot f)";
5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Personen die tewerkgesteld zijn via een arbeidsovereenkomst, hebben geen recht op een lening, met uitzondering van de personen die aangesteld zijn via een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten."
1° in § 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "ofwel aan een hogeschool die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt, regulier ingeschreven zijn voor een studiecyclus die voorbereidt op het werken in een knelpuntberoep, ofwel regulier ingeschreven zijn voor een medische of tandheelkundige studie," vervangen door de woorden "ofwel regulier ingeschreven zijn voor een studiecyclus die voorbereidt op het werken in een knelpuntberoep," en worden de woorden "of een meesterschapsstage doorlopen en tewerkgesteld zijn onder een arbeidsovereenkomst" vervangen door het woord "doorlopen";
2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "leertijd- en meesterschapsstageprogramma's" vervangen door het woord "leertijdprogramma's";
3° in § 1, derde lid, worden de woorden "de medische of tandheelkundige studie, het leertijd- of meesterschapsstageprogramma" vervangen door het woord "het leertijdprogramma";
4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "een medische of tandheelkundige studie" vervangen door de woorden "de studiecycli in de zin van artikel 1, 3°, b) tot f)";
5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Personen die tewerkgesteld zijn via een arbeidsovereenkomst, hebben geen recht op een lening, met uitzondering van de personen die aangesteld zijn via een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten."
Art.112. A l'article 3 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 1er, alinéa 1er, 2°, les mots " dans un cycle d'études préparant à un métier en pénurie dans un établissement d'enseignement supérieur organisé ou subventionné par la Communauté germanophone, soit régulièrement inscrit dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans un cursus préparant à un métier en pénurie ", et les mots " ou un stage volontaire de maîtrise et employés par contrat de travail, " sont abrogés;
2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots " des cycles d'études, programmes d'apprentissage et de stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " des cursus, des programmes d'apprentissage ";
3° dans le § 1er, alinéa 3, les mots " du cycle d'études, du cursus de médecine ou de médecine dentaire, du programme d'apprentissage et de stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " du cursus, du programme d'apprentissage ";
4° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans les cursus tels que définis à l'article 1er, 3°, b) à f), ";
5° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Les personnes qui sont occupées dans le cadre d'un contrat de travail n'ont pas droit à un prêt, à l'exception des personnes qui sont engagées dans le cadre d'un contrat d'occupation d'étudiants. "
1° dans le § 1er, alinéa 1er, 2°, les mots " dans un cycle d'études préparant à un métier en pénurie dans un établissement d'enseignement supérieur organisé ou subventionné par la Communauté germanophone, soit régulièrement inscrit dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans un cursus préparant à un métier en pénurie ", et les mots " ou un stage volontaire de maîtrise et employés par contrat de travail, " sont abrogés;
2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots " des cycles d'études, programmes d'apprentissage et de stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " des cursus, des programmes d'apprentissage ";
3° dans le § 1er, alinéa 3, les mots " du cycle d'études, du cursus de médecine ou de médecine dentaire, du programme d'apprentissage et de stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " du cursus, du programme d'apprentissage ";
4° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " dans un cursus de médecine ou de médecine dentaire " sont remplacés par les mots " dans les cursus tels que définis à l'article 1er, 3°, b) à f), ";
5° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Les personnes qui sont occupées dans le cadre d'un contrat de travail n'ont pas droit à un prêt, à l'exception des personnes qui sont engagées dans le cadre d'un contrat d'occupation d'étudiants. "
Art.113. In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste tot vierde lid worden § 1, eerste tot vierde lid;
2° § 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Te laat ingediende of onvolledige aanvragen worden afgewezen."
3° § 1, derde lid, wordt opgeheven;
4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
" § 2 - De Regering beslist uiterlijk op 31 december over de toekenning of afwijzing van de aanvraag en deelt de met redenen omklede beslissing schriftelijk mee.
De toekenning van de aanvraag bevat in het bijzonder de volgende gegevens:
1° de betrokken periode van de lening;
2° het bedrag van de lening waarop de aanvrager in de betrokken periode recht heeft;
3° in voorkomend geval het bedrag van de reeds ontvangen lening;
4° de uitbetalingsmodaliteiten;
5° uitleg over de verplichting die is opgenomen in artikel 8, § 1, van het decreet."
5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Als de Regering de aanvraag afwijst, kan de aanvrager binnen dertig dagen na de verzending van de afwijzing bezwaar aantekenen bij de Regering.
De aanvrager bezorgt het met redenen omklede bezwaar aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan de Regering, samen met alle relevante documenten die nodig zijn om de aangevoerde redenen te kunnen beoordelen.
Binnen zestig dagen na ontvangst van het bezwaar neemt de Regering een beslissing over de aanvraag.
In geval van een gunstige beslissing van de Regering wordt de lening uitbetaald aan de aanvrager overeenkomstig artikel 5."
1° het eerste tot vierde lid worden § 1, eerste tot vierde lid;
2° § 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Te laat ingediende of onvolledige aanvragen worden afgewezen."
3° § 1, derde lid, wordt opgeheven;
4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
" § 2 - De Regering beslist uiterlijk op 31 december over de toekenning of afwijzing van de aanvraag en deelt de met redenen omklede beslissing schriftelijk mee.
De toekenning van de aanvraag bevat in het bijzonder de volgende gegevens:
1° de betrokken periode van de lening;
2° het bedrag van de lening waarop de aanvrager in de betrokken periode recht heeft;
3° in voorkomend geval het bedrag van de reeds ontvangen lening;
4° de uitbetalingsmodaliteiten;
5° uitleg over de verplichting die is opgenomen in artikel 8, § 1, van het decreet."
5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Als de Regering de aanvraag afwijst, kan de aanvrager binnen dertig dagen na de verzending van de afwijzing bezwaar aantekenen bij de Regering.
De aanvrager bezorgt het met redenen omklede bezwaar aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan de Regering, samen met alle relevante documenten die nodig zijn om de aangevoerde redenen te kunnen beoordelen.
Binnen zestig dagen na ontvangst van het bezwaar neemt de Regering een beslissing over de aanvraag.
In geval van een gunstige beslissing van de Regering wordt de lening uitbetaald aan de aanvrager overeenkomstig artikel 5."
Art.113. A l'article 4 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
1° les alinéas 1er à 4 deviennent le § 1er, alinéas 1er à 4;
2° dans le § 1er, l'alinéa 1er est complété par la phrase suivante :
" Les demandes introduites en dehors du délai d'introduction d'une demande ou les demandes incomplètes sont refusées. ";
3° dans le § 1er, l'alinéa 3 est abrogé;
4° l'article est complété par un § 2 rédigé comme suit :
" § 2 - Le Gouvernement décide de l'acceptation ou du refus de la demande pour le 31 décembre au plus tard et communique sa décision motivée par écrit.
L'acceptation de la demande comporte notamment les données suivantes :
1° la mention de la période de prêt concernée;
2° le montant du prêt auquel le demandeur a droit pendant la période concernée;
3° le cas échéant, le montant du prêt déjà obtenu;
4° les modalités des liquidations;
5° les explications concernant l'obligation mentionnée à l'article 8, § 1er, du décret. ";
5° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Si le Gouvernement refuse la demande, le demandeur peut introduire une réclamation auprès du Gouvernement dans les trente jours suivant l'envoi du refus.
Le demandeur transmet au Gouvernement la réclamation motivée par envoi recommandé ou contre accusé de réception et y joint tout document utile à l'appréciation des motifs invoqués.
Le Gouvernement statue sur la demande dans un délai de soixante jours à compter de la réception de la réclamation.
En cas de décision favorable du Gouvernement, le prêt est liquidé au demandeur conformément à l'article 5. "
1° les alinéas 1er à 4 deviennent le § 1er, alinéas 1er à 4;
2° dans le § 1er, l'alinéa 1er est complété par la phrase suivante :
" Les demandes introduites en dehors du délai d'introduction d'une demande ou les demandes incomplètes sont refusées. ";
3° dans le § 1er, l'alinéa 3 est abrogé;
4° l'article est complété par un § 2 rédigé comme suit :
" § 2 - Le Gouvernement décide de l'acceptation ou du refus de la demande pour le 31 décembre au plus tard et communique sa décision motivée par écrit.
L'acceptation de la demande comporte notamment les données suivantes :
1° la mention de la période de prêt concernée;
2° le montant du prêt auquel le demandeur a droit pendant la période concernée;
3° le cas échéant, le montant du prêt déjà obtenu;
4° les modalités des liquidations;
5° les explications concernant l'obligation mentionnée à l'article 8, § 1er, du décret. ";
5° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Si le Gouvernement refuse la demande, le demandeur peut introduire une réclamation auprès du Gouvernement dans les trente jours suivant l'envoi du refus.
Le demandeur transmet au Gouvernement la réclamation motivée par envoi recommandé ou contre accusé de réception et y joint tout document utile à l'appréciation des motifs invoqués.
Le Gouvernement statue sur la demande dans un délai de soixante jours à compter de la réception de la réclamation.
En cas de décision favorable du Gouvernement, le prêt est liquidé au demandeur conformément à l'article 5. "
Art.114. In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 2, eerste lid, worden de woorden "leertijd- of meesterschapsstageprogramma, medische of tandheelkundige studie" vervangen door het woord "leertijdprogramma";
2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Leerlingen die al een lening verkregen hebben, kunnen na een voltooiing met goed gevolg overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, 4°, zonder terugbetaling van de reeds verkregen lening overeenkomstig paragraaf 1 opnieuw een eerste aanvraag indienen. In dat geval wordt de maximale uitbetalingsduur van de lening voor de nieuwe studie of de nieuwe leertijd overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, 3°, van het decreet verminderd met de uitbetalingsduur van de reeds verkregen lening."
1° in § 2, eerste lid, worden de woorden "leertijd- of meesterschapsstageprogramma, medische of tandheelkundige studie" vervangen door het woord "leertijdprogramma";
2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3 - Leerlingen die al een lening verkregen hebben, kunnen na een voltooiing met goed gevolg overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, 4°, zonder terugbetaling van de reeds verkregen lening overeenkomstig paragraaf 1 opnieuw een eerste aanvraag indienen. In dat geval wordt de maximale uitbetalingsduur van de lening voor de nieuwe studie of de nieuwe leertijd overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, 3°, van het decreet verminderd met de uitbetalingsduur van de reeds verkregen lening."
Art.114. A l'article 6 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " vers un autre cycle d'études, programme d'apprentissage ou stage volontaire de maîtrise, cursus de médecine ou de médecine dentaire, " sont remplacés par les mots " vers un autre cursus, programme d'apprentissage ", et les mots " tel que défini " sont remplacés par le mot " conformément ";
2° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Les élèves qui ont déjà reçu un prêt peuvent introduire une nouvelle première demande, conformément au § 1er, après l'achèvement mentionné à l'article 8, § 1er, alinéa 3, 4°, et ce, sans remboursement du prêt déjà obtenu. Dans ce cas, la durée de perception du prêt déjà obtenu est déduite de la durée maximale de perception possible pour le nouveau cursus ou le nouvel apprentissage conformément à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 3°, du décret. "
1° dans le § 2, alinéa 1er, les mots " vers un autre cycle d'études, programme d'apprentissage ou stage volontaire de maîtrise, cursus de médecine ou de médecine dentaire, " sont remplacés par les mots " vers un autre cursus, programme d'apprentissage ", et les mots " tel que défini " sont remplacés par le mot " conformément ";
2° l'article est complété par un § 3 rédigé comme suit :
" § 3 - Les élèves qui ont déjà reçu un prêt peuvent introduire une nouvelle première demande, conformément au § 1er, après l'achèvement mentionné à l'article 8, § 1er, alinéa 3, 4°, et ce, sans remboursement du prêt déjà obtenu. Dans ce cas, la durée de perception du prêt déjà obtenu est déduite de la durée maximale de perception possible pour le nouveau cursus ou le nouvel apprentissage conformément à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 3°, du décret. "
Art.115. In artikel 8, § 1, derde lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt en voorts wordt artikel 8, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet aangevuld met de bepalingen onder 7°, 8° en 9°, luidende:
"7° een eindgetuigschrift van de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger in de zin van bijlage V, V.2., 5.2.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG;
8° een eindgetuigschrift van de opleiding tot verloskundige in de zin van bijlage V, V.5., 5.5.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG;
9° een eindgetuigschrift van de opleiding tot apotheker in de zin van bijlage V, V.6., 5.6.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG."
"7° een eindgetuigschrift van de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger in de zin van bijlage V, V.2., 5.2.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG;
8° een eindgetuigschrift van de opleiding tot verloskundige in de zin van bijlage V, V.5., 5.5.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG;
9° een eindgetuigschrift van de opleiding tot apotheker in de zin van bijlage V, V.6., 5.6.1. van EU-Richtlijn 2005/36/EG."
Art.115. Dans l'article 8, § 1er, alinéa 3, du même décret, au 6°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule et l'alinéa est complété par les 7°, 8° et 9° rédigés comme suit :
" 7° un diplôme de formation d'infirmier responsable de soins généraux au sens de l'annexe V, V.2., 5.2.1., de la directive européenne 2005/36/CE;
8° un diplôme de formation de sage-femme au sens de l'annexe V, V.5., 5.5.1., de la directive européenne 2005/36/CE;
9° un diplôme de formation de pharmacien au sens de l'annexe V, V.6., 5.6.1., de la directive européenne 2005/36/CE. "
" 7° un diplôme de formation d'infirmier responsable de soins généraux au sens de l'annexe V, V.2., 5.2.1., de la directive européenne 2005/36/CE;
8° un diplôme de formation de sage-femme au sens de l'annexe V, V.5., 5.5.1., de la directive européenne 2005/36/CE;
9° un diplôme de formation de pharmacien au sens de l'annexe V, V.6., 5.6.1., de la directive européenne 2005/36/CE. "
Art.116. In artikel 9, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet worden de woorden ", zijn meesterschapsstage" opgeheven.
Art.116. Dans l'article 9, alinéa 1er, 3°, du même décret, les mots " son cycle d'études, son apprentissage, son stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " son cursus, son apprentissage ".
Art.117. In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 7.1 ingevoegd, dat artikel 17.1 bevat, luidende:
"HOOFDSTUK 7.1 - Controle"
"HOOFDSTUK 7.1 - Controle"
Art.117. Dans le même décret, il est inséré un chapitre 7.1, comportant l'article 17.1, intitulé comme suit :
" Chapitre 7.1 - Contrôle ".
" Chapitre 7.1 - Contrôle ".
Art.118. In hoofdstuk 7.1 wordt een artikel 17.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 17.1 - § 1 - Voor de controle van de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 2° en 3°, verstrekt de Regering de volgende informatie aan de betrokken onderwijsinstellingen in de Duitstalige Gemeenschap:
1° de naam en de voornaam van de aanvrager;
2° de inschrijvingsdatum die de aanvrager heeft opgegeven;
3° de studiecyclus, de studierichting van het secundair beroepsonderwijs of het leertijdprogramma die of dat de aanvrager heeft opgegeven;
4° het studie- of opleidingsjaar dat de aanvrager heeft opgegeven.
De betrokken onderwijsinstelling deelt aan de Regering mee of de overeenkomstig het eerste lid verstrekte informatie juist is of niet.
Aanvragers die een onderwijsinstelling buiten de Duitstalige Gemeenschap bezoeken, dienen samen met hun aanvraag een actuele, door de onderwijsinstelling afgegeven studieattest in.
§ 2 - Voor de controle van de voltooiing met goed gevolg vermeld in artikel 8, § 1, eerste en tweede lid, bezorgen de betreffende onderwijsinstellingen de in paragraaf 1 vermelde gegevens van de leningnemer aan de Regering in geval van:
1° stopzetting van de studiecyclus, de leertijd of het zevende jaar van het gewoon secundair beroepsonderwijs, met vermelding van de datum van de stopzetting;
2° slagen voor het opleidings- of studiejaar;
3° voltooiing met goed gevolg van de studiecyclus, de leertijd of de studierichting in de zin van artikel 8, § 1, derde lid, met vermelding van de titel en de datum van de voltooiing.
Aanvragers die een onderwijsinstelling buiten de Duitstalige Gemeenschap bezoeken, dienen de gegevens vermeld in het eerste lid zelf bij de Regering in."
"Art. 17.1 - § 1 - Voor de controle van de voorwaarden vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 2° en 3°, verstrekt de Regering de volgende informatie aan de betrokken onderwijsinstellingen in de Duitstalige Gemeenschap:
1° de naam en de voornaam van de aanvrager;
2° de inschrijvingsdatum die de aanvrager heeft opgegeven;
3° de studiecyclus, de studierichting van het secundair beroepsonderwijs of het leertijdprogramma die of dat de aanvrager heeft opgegeven;
4° het studie- of opleidingsjaar dat de aanvrager heeft opgegeven.
De betrokken onderwijsinstelling deelt aan de Regering mee of de overeenkomstig het eerste lid verstrekte informatie juist is of niet.
Aanvragers die een onderwijsinstelling buiten de Duitstalige Gemeenschap bezoeken, dienen samen met hun aanvraag een actuele, door de onderwijsinstelling afgegeven studieattest in.
§ 2 - Voor de controle van de voltooiing met goed gevolg vermeld in artikel 8, § 1, eerste en tweede lid, bezorgen de betreffende onderwijsinstellingen de in paragraaf 1 vermelde gegevens van de leningnemer aan de Regering in geval van:
1° stopzetting van de studiecyclus, de leertijd of het zevende jaar van het gewoon secundair beroepsonderwijs, met vermelding van de datum van de stopzetting;
2° slagen voor het opleidings- of studiejaar;
3° voltooiing met goed gevolg van de studiecyclus, de leertijd of de studierichting in de zin van artikel 8, § 1, derde lid, met vermelding van de titel en de datum van de voltooiing.
Aanvragers die een onderwijsinstelling buiten de Duitstalige Gemeenschap bezoeken, dienen de gegevens vermeld in het eerste lid zelf bij de Regering in."
Art.118. Dans le chapitre 7.1, il est inséré un article 17.1 rédigé comme suit :
" Art. 17.1 - § 1er - Pour le contrôle des conditions mentionnées à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 2° et 3°, le Gouvernement transmet aux établissements d'enseignement concernés de la Communauté germanophone les informations suivantes :
1° les nom et prénom du demandeur;
2° la date d'inscription indiquée par le demandeur;
3° le cursus indiqué par le demandeur, l'orientation d'études de l'enseignement secondaire professionnel indiquée par le demandeur ou le programme d'apprentissage indiqué par le demandeur;
4° l'année d'études ou l'année de formation indiquée par le demandeur.
L'établissement d'enseignement concerné confirme au Gouvernement l'exactitude des informations fournies conformément à l'alinéa 1er ou l'informe de l'inexactitude de celles-ci.
Les demandeurs qui fréquentent un établissement d'enseignement situé en dehors de la Communauté germanophone joignent à leur demande une attestation d'études récente délivrée par l'établissement d'enseignement concerné.
§ 2 - Pour le contrôle des achèvements mentionnés à l'article 8, § 1er, alinéas 1er et 2, les établissements d'enseignement concernés transmettent au Gouvernement les données de l'emprunteur mentionnées au § 1er lors :
1° de l'interruption du cursus, de l'apprentissage ou de la septième année de l'enseignement secondaire professionnel ainsi que la date de l'interruption;
2° de la réussite de l'année de formation ou d'études;
3° de l'achèvement du cursus, de l'apprentissage ou de l'orientation d'études au sens de l'article 8, § 1er, alinéa 3, avec mention de l'intitulé et de la date du diplôme.
Les demandeurs qui fréquentent un établissement d'enseignement situé en dehors de la Communauté germanophone transmettent eux-mêmes au Gouvernement les données mentionnées à l'alinéa 1er. "
" Art. 17.1 - § 1er - Pour le contrôle des conditions mentionnées à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 2° et 3°, le Gouvernement transmet aux établissements d'enseignement concernés de la Communauté germanophone les informations suivantes :
1° les nom et prénom du demandeur;
2° la date d'inscription indiquée par le demandeur;
3° le cursus indiqué par le demandeur, l'orientation d'études de l'enseignement secondaire professionnel indiquée par le demandeur ou le programme d'apprentissage indiqué par le demandeur;
4° l'année d'études ou l'année de formation indiquée par le demandeur.
L'établissement d'enseignement concerné confirme au Gouvernement l'exactitude des informations fournies conformément à l'alinéa 1er ou l'informe de l'inexactitude de celles-ci.
Les demandeurs qui fréquentent un établissement d'enseignement situé en dehors de la Communauté germanophone joignent à leur demande une attestation d'études récente délivrée par l'établissement d'enseignement concerné.
§ 2 - Pour le contrôle des achèvements mentionnés à l'article 8, § 1er, alinéas 1er et 2, les établissements d'enseignement concernés transmettent au Gouvernement les données de l'emprunteur mentionnées au § 1er lors :
1° de l'interruption du cursus, de l'apprentissage ou de la septième année de l'enseignement secondaire professionnel ainsi que la date de l'interruption;
2° de la réussite de l'année de formation ou d'études;
3° de l'achèvement du cursus, de l'apprentissage ou de l'orientation d'études au sens de l'article 8, § 1er, alinéa 3, avec mention de l'intitulé et de la date du diplôme.
Les demandeurs qui fréquentent un établissement d'enseignement situé en dehors de la Communauté germanophone transmettent eux-mêmes au Gouvernement les données mentionnées à l'alinéa 1er. "
Art.119. In artikel 18 van hetzelfde decreet worden de woorden "de Regering" vervangen door de woorden "de Regering, de betreffende onderwijsinstelling".
Art.119. Dans l'article 18 du même décret, les mots " , l'établissement d'enseignement concerné " sont insérés entre les mots " le Gouvernement " et les mots " et toute autre personne ".
Art.120. In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden "De Regering is" vervangen door de woorden "De Regering en de betreffende onderwijsinstelling zijn, elk voor hun eigen takengebied,".
Art.120. Dans l'article 19 du même décret, les mots " est responsable " sont remplacés par les mots " et l'établissement d'enseignement concerné, chacun dans son domaine de compétence, sont responsables ".
Art.121. In de inleidende zin van artikel 20, § 1, eerste lid, worden de woorden "haar opdrachten" vervangen door de woorden "hun opdrachten" en worden de woorden "kan de Regering" vervangen door de woorden "kunnen de Regering en de betreffende onderwijsinstelling".
Art.121. Dans l'article 20, § 1er, alinéa 1er, phrase introductive, du même décret, les mots " Pour exécuter ses missions telles que définies aux chapitres 3, 4, 5 et 6, le Gouvernement peut " sont remplacés par les mots " Pour exécuter leurs missions telles que définies aux chapitres 3, 4, 5 et 6, le Gouvernement et l'établissement d'enseignement concerné peuvent ".
Art.122. In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de woorden "leertijd- en meesterschapsstageprogramma's" vervangen door het woord "leertijdprogramma's".
Art.122. Dans l'article 28 du même décret, les mots " des cycles d'études, des programmes d'apprentissage et de stage volontaire de maîtrise " sont remplacés par les mots " des cursus, des programmes d'apprentissage ".
Art.123. In hoofdstuk 10 van hetzelfde decreet wordt een artikel 28.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 28.1 - In afwijking van artikel 3, § 3, behouden leningnemers die tewerkgesteld zijn onder een arbeidsovereenkomst en in het academie- of opleidingsjaar 2023-2024 een lening verkregen hebben, tot de voltooiing van de studiecyclus of de leertijd het recht op een lening, voor zover ze voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 3, § § 1 en 2."
"Art. 28.1 - In afwijking van artikel 3, § 3, behouden leningnemers die tewerkgesteld zijn onder een arbeidsovereenkomst en in het academie- of opleidingsjaar 2023-2024 een lening verkregen hebben, tot de voltooiing van de studiecyclus of de leertijd het recht op een lening, voor zover ze voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 3, § § 1 en 2."
Art.123. Dans le chapitre 10 du même décret, il est inséré un article 28.1 rédigé comme suit :
" Art. 28.1 - Par dérogation à l'article 3, § 3, les emprunteurs qui sont occupés dans le cadre d'un contrat de travail et qui ont obtenu un prêt au cours de l'année académique ou de l'année de formation 2023-2024 conservent leur droit au prêt jusqu'au terme du cursus ou de l'apprentissage, pour autant qu'ils remplissent les conditions mentionnées à l'article 3, § 1er et § 2. "
" Art. 28.1 - Par dérogation à l'article 3, § 3, les emprunteurs qui sont occupés dans le cadre d'un contrat de travail et qui ont obtenu un prêt au cours de l'année académique ou de l'année de formation 2023-2024 conservent leur droit au prêt jusqu'au terme du cursus ou de l'apprentissage, pour autant qu'ils remplissent les conditions mentionnées à l'article 3, § 1er et § 2. "
HOOFDSTUK 26. - Inwerkingtreding
CHAPITRE 26. - Entrée en vigueur
Art. 124. Dit decreet treedt in werking op 1 september 2024, met uitzondering van:
1° artikel 30, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2023;
2° artikel 29 en de artikelen 31 tot 43, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2023;
3° de artikelen 109 en 110, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2024;
4° de artikelen 26, 27, 45, 58, 59, 62 en de artikelen 111 tot 123, die in werking treden op 1 juli 2024;
5° de artikelen 15, 65 en 92, die in werking treden op 1 januari 2025;
6° de artikelen 2, 4, 5, 6, 11 tot 14, 16 tot 18, 67 tot 69, 74, 75, 81 tot 83, 87, 88, 90, 93, 102 tot 104 en 106, die in werking treden de dag waarop dit decreet wordt aangenomen.
1° artikel 30, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2023;
2° artikel 29 en de artikelen 31 tot 43, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2023;
3° de artikelen 109 en 110, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2024;
4° de artikelen 26, 27, 45, 58, 59, 62 en de artikelen 111 tot 123, die in werking treden op 1 juli 2024;
5° de artikelen 15, 65 en 92, die in werking treden op 1 januari 2025;
6° de artikelen 2, 4, 5, 6, 11 tot 14, 16 tot 18, 67 tot 69, 74, 75, 81 tot 83, 87, 88, 90, 93, 102 tot 104 en 106, die in werking treden de dag waarop dit decreet wordt aangenomen.
Art. 124. Le présent décret entre en vigueur le 1er septembre 2024, à l'exception :
1° de l'article 30, qui produit ses effets le 1er janvier 2023;
2° des articles 29 et 31 à 43, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2023;
3° des articles 109 et 110, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2024;
4° des articles 26, 27, 45, 58, 59, 62 et 111 à 123, qui entrent en vigueur le 1er juillet 2024;
5° des articles 15, 65 et 92, qui entrent en vigueur le 1er janvier 2025;
6° des articles 2, 4, 5, 6, 11 à 14, 16 à 18, 67 à 69, 74, 75, 81 à 83, 87, 88, 90, 93, 102 à 104 et 106, qui entrent en vigueur le jour de l'adoption du décret.
1° de l'article 30, qui produit ses effets le 1er janvier 2023;
2° des articles 29 et 31 à 43, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2023;
3° des articles 109 et 110, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2024;
4° des articles 26, 27, 45, 58, 59, 62 et 111 à 123, qui entrent en vigueur le 1er juillet 2024;
5° des articles 15, 65 et 92, qui entrent en vigueur le 1er janvier 2025;
6° des articles 2, 4, 5, 6, 11 à 14, 16 à 18, 67 à 69, 74, 75, 81 à 83, 87, 88, 90, 93, 102 à 104 et 106, qui entrent en vigueur le jour de l'adoption du décret.