Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van titel 6 betreffende laboratoria van boek II van de codex over het welzijn op het werk
Titre
9 AVRIL 2024. - Arrêté royal modifiant le titre 6 relatif aux laboratoires du livre II du code du bien-être au travail
Informations sur le document
Info du document
Tekst (16)
Texte (16)
Artikel 1. In artikel II.6-1 van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
  "1° laboratorium: de laboratoria en diensten bedoeld in artikel l48decies1, § 6, tweede lid, van het ARAB en in artikel 64nonies, tweede lid, van het besluit van de Regent van 25 september l947 houdende algemeen reglement betreffende de maatregelen op gebied van hygiëne en gezondheid der werknemers in de mijnen, ondergrondse groeven en graverijen;";
  b) in de bepaling onder 4° wordt in de Nederlandse tekst het woord "registrering" vervangen door het woord "registratie".
Article 1er. Dans l'article II.6-1 du code du bien-être au travail, les modifications suivantes sont apportées :
  a) le 1° est remplacé par ce qui suit :
  " 1° laboratoire : les laboratoires et services visés à l'article 148decies1, § 6, alinéa 2, du RGPT et à l'article 64nonies, alinéa 2, de l'arrêté du Régent du 25 septembre 1947 portant règlement général des mesures d'hygiène et de santé des travailleurs dans les mines, minières et carrières souterraines ; " ;
  b) au 4° du texte en Néerlandais le mot " registrering " est remplacé par le mot " registratie ".
Art.2. In artikel II.6-2 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid vervangen als volgt:
  "De laboratoria worden door de Minister erkend overeenkomstig de bij deze titel vastgelegde voorwaarden.".
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid luidende:
  "De erkenning kan worden gevraagd voor één of meer van de volgende verrichtingen:
  1° de meting van de verontreiniging van de atmosfeer van de arbeidsplaatsen met opsomming van de stoffen of groepen van stoffen;
  2° de analyse van industriële producten met opsomming van de stoffen of groepen van stoffen;
  3° de meting van fysische agentia met opsomming van die agentia."
Art.2. A l'article II.6-2 du même code, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
  " Les laboratoires sont agréés par le Ministre, conformément aux conditions fixées par le présent titre. ".
  2° l'article est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " L'agrément peut être demandé pour un ou plusieurs des actes suivants :
  1° la mesure de la pollution de l'atmosphère des lieux de travail avec énumération des substances ou groupes de substances ;
  2° l'analyse de produits industriels avec énumération des substances ou groupes de substances ;
  3° la mesure d'agents physiques avec énumération de ces agents. "
Art.3. Artikel II.6-3 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-3.- De erkenningsaanvraag, evenals de erbij horende stukken, worden gericht aan de Minister aan de hand van het formulier dat op de website van de FOD Werkgelegenheid ter beschikking wordt gesteld."
Art.3. L'article II.6-3 du même code est remplacé par ce qui suit :
  " Art. II.6-3. La demande d'agrément, ainsi que les documents y afférents, sont adressés au Ministre au moyen du formulaire disponible sur le site internet du SPF Emploi. ".
Art.4. Artikel II.6-5 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-5.- Elke wijziging die gedurende de erkenningsperiode wordt aangebracht aan de volgende inlichtingen verstrekt in de aanvraag wordt binnen vier kalenderdagen meegedeeld aan de Minister of aan de leidend ambtenaar HUA:
  1° de identificatie van het laboratorium;
  2° de beschrijving van de lokalen, de uitrusting en de aanwezige wetenschappelijke appartuur;
  3° de samenstelling, de competentie en de functies van het personeel;
  4° elke intrekking, schorsing of wijziging van de in artikel II.6-11, § 6 bedoelde accreditatie."
Art.4. L'article II.6-5 du même code est remplacé par ce qui suit :
  " Art. II.6-5.- Toute modification apportée pendant la période d'agrément aux renseignements suivants fournis dans la demande sont communiqués dans un délai de quatre jours calendrier au Ministre ou au fonctionnaire dirigeant HUT :
  1° l'identification du laboratoire;
  2° la description des locaux, de l'équipement et des appareils scientifiques présents;
  3° La composition, la compétence et les fonctions du personnel;
  4° tout retrait, suspension ou modification de l'accréditation visée à l'article II.6-11, § 6. "
Art.5. Artikel II.6-6 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-6.- De eerste erkenning wordt verleend voor een duur van maximum drie jaar. Indien tijdens deze periode wordt vastgesteld dat het laboratorium de bepalingen van deze titel niet naleeft en niet de nodige maatregelen heeft genomen om zich in regel te stellen met deze bepalingen, wordt de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning ambtshalve geweigerd.
  De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt ingediend ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de termijn van de eerste erkenning, overeenkomstig de bepalingen van artikel II.6-3. Deze nieuwe erkenning wordt verleend voor een onbepaalde duur.
  Bij de aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moeten de stukken die werden gevoegd bij het formulier bedoeld in artikel II.6-3 niet meer voorgelegd worden voor zover er zich betreffende deze stukken geen wijzigingen hebben voorgedaan.".
Art.5. L'article II.6-6 du même code est remplacé par ce qui suit :
  " Art. II.6-6.- L'agrément initial est accordé pour une période maximale de trois ans. Si, au cours de cette période, il est constaté que le laboratoire ne respecte pas les dispositions du présent titre et n'a pas pris les mesures nécessaires pour s'y conformer, la demande de renouvellement de l'agrément est automatiquement refusée.
  La demande de renouvellement de l'agrément est introduite au plus tard six mois avant l'expiration du terme de l'agrément initial, conformément aux dispositions de l'article II.6-3. Ce nouvel agrément est accordé pour une durée indéterminée.
  Lors de la demande de renouvellement de l'agrément, les documents joints au formulaire visé à l'article II.6-3 ne doivent plus être soumis, dans la mesure où aucun changement n'est intervenu concernant ces documents. ".
Art.6. Artikel II.6-7 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-7.- De erkenning wordt slechts verleend aan het laboratorium, indien het management zich ertoe verbindt om zijn volledige medewerking te verlenen aan de met het toezicht belaste ambtenaren die dit toezicht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek.
  In uitvoering van het eerste lid, en mits naleving van het Sociaal Strafwetboek, en in het bijzonder de artikelen 23, 25, 28 en 29 van dit wetboek, verbindt het management zich ertoe om de volgende verplichtingen na te komen:
  1° toegang tot het laboratorium verlenen aan de met het toezicht belaste ambtenaren;
  2° de met het toezicht belaste ambtenaren alle documenten en nuttige gegevens die getuigen van het nakomen van de erkenningsvoorwaarden en de uitrustings- en werkingsvoorwaarden vastgesteld door deze titel, laten opvragen en nakijken;
  3° de met het toezicht belaste ambtenaren alle documenten en nuttige gegevens bezorgen die getuigen van de naleving van de regels die voortvloeien uit de omzetting van de kaderrichtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk en de bijzondere richtlijnen die in uitvoering van deze kaderrichtlijn zijn vastgesteld;
  4° aan de met het toezicht belaste ambtenaren de documenten overhandigen die de controle mogelijk moeten maken;
  5° de met het toezicht belaste ambtenaren toelaten de uitvoering van de opdrachten die aan het laboratorium in uitvoering van deze titel zijn toevertrouwd, te verifiëren;
  6° aan de met het toezicht belaste ambtenaren alle inlichtingen mededelen betreffende de technieken en uitslagen van de toegepaste werkmethoden, alsmede de conclusies van de verrichte analyses en controles;
  7° de schriftelijke instructies naleven die hun door de leidend ambtenaar HUA of TWW worden gegeven voor het uitvoeren van de verrichtingen waarvoor de erkenning wordt gevraagd.".
Art.6. L'article II.6-7 du même code est remplacé par ce qui suit :
  " Art. II.6-7.- L'agrément n'est accordé au laboratoire que si le management s'engage à apporter son entière collaboration aux fonctionnaires chargés de la surveillance qui exercent ce contrôle conformément aux dispositions du Code Pénal Social.
  En application de l'alinéa premier et sous réserve du respect du Code Pénal Social, et notamment les articles 23, 25, 28 et 29 de ce code, le management s'engage à respecter les obligations suivantes :
  1° donner accès au laboratoire aux fonctionnaires chargés de la surveillance;
  2° permettre aux fonctionnaires chargés de la surveillance de réclamer et vérifier tous les documents et données utiles attestant du respect des conditions d'agrément, d'équipement et de fonctionnement fixées par le présent titre;
  3° fournir aux fonctionnaires chargés de la surveillance tous les documents et données utiles attestant du respect des règles résultant de la transposition de la directive-cadre 89/391/CEE du Conseil du 12 juin 1989 concernant la mise en oeuvre de mesures visant à promouvoir l'amélioration de la sécurité et de la santé des travailleurs au travail et les directives particulières adoptées en application de cette directive-cadre;
  4° remettre aux fonctionnaires chargés de la surveillance les documents devant permettre le contrôle;
  5° permettre aux fonctionnaires chargés de la surveillance de vérifier l'exécution des missions confiées au laboratoire en exécution du présent titre;
  6° transmettre aux fonctionnaires chargés de la surveillance tous les renseignements relatifs aux techniques et aux résultats des méthodes de travail appliquées, ainsi que les conclusions des analyses et des contrôles effectués;
  7° se conformer aux instructions écrites qui leur sont données par le fonctionnaire dirigeant HUT ou CBE pour l'exécution des actes pour lesquels l'agrément est demandé. ".
Art.7. Artikel II.6-10 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-10. - § 1. De laboratoria die de erkenning vragen, moeten beantwoorden aan de uitrustings- en werkingscriteria vermeld in § 2 tot § 6.
  § 2. Het laboratorium voert zijn activiteiten in volledige onafhankelijkheid uit ten opzichte van de werkgevers die een beroep doen op het laboratorium.
  § 3. Het laboratorium beschikt over:
  1° een management dat de algehele verantwoordelijkheid draagt voor het laboratorium;
  2° personeel dat instaat voor het implementeren, onderhouden en verbeteren van het managementsysteem en de daaraan verbonden taken en verantwoordelijkheden in de zin van de norm NBN EN ISO/IEC 17025, indien dit verschillend is van het management;
  3° personeel dat leiding geeft aan de werkzaamheden die van invloed zijn op de resultaten van laboratoriumactiviteiten en dat hiertoe over de nodige wetenschappelijke en technische bekwaamheden beschikt;
  4° wetenschappelijk en technisch personeel dat werkzaamheden uitvoert die van invloed zijn op de resultaten van laboratoriumactiviteiten die onder de erkenning vallen.
  Het personeel is voldoende in aantal, om de taken die hen worden toevertrouwd naar behoren te vervullen.
  Het laboratorium heeft met het personeel waarop het een beroep doet een contractuele relatie die voldoende garanties biedt op een duurzame samenwerking.
  De duurzame samenwerking wordt vermoed aanwezig te zijn, indien het personeel van het laboratorium wordt tewerkgesteld met toepassing van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of indien de rechtspositie van het personeel eenzijdig is geregeld door de overheid.
  Het laboratorium mag de haar toevertrouwde opdrachten en taken niet laten uitvoeren door een ander laboratorium, zelfs niet wanneer dit erkend is overeenkomstig de bepalingen van deze titel.
  Het management en het personeel zijn volledig onafhankelijk ten opzichte van de werkgevers bij wie het laboratorium moet optreden en zij mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks belangen hebben in de instellingen van de werkgevers voor wie zij hun activiteiten uitvoeren.
  Het management en het personeel zijn strikt gebonden door het beroepsgeheim, zelfs na het beëindigen van hun functies, wat de vertrouwelijke gegevens betreft die zij moeten inwinnen betreffende de industriële installaties, de fabricageprocédés, de samenstelling van de aangewende, gebruikte of gefabriceerde producten en betreffende alle andere aangelegenheden in verband met de organisatie of de toestand van de werkgevers bij wie zij opdrachten uitvoerden.
  § 4. Het laboratorium beschikt over de nodige lokalen, waarover het een exclusief en duurzaam beschikkings- of gebruiksrecht heeft, die aangepast zijn aan de activiteiten waarvoor het erkend werd en die ingericht zijn overeenkomstig de van kracht zijnde reglementaire bepalingen betreffende veiligheid en hygiëne van het werk en bescherming van het leefmilieu, en waarvan de toegangsmodaliteiten worden bepaald door het laboratorium. Deze lokalen worden, in voorkomend geval, aangevuld met mobiele voorzieningen, waarover het laboratorium een exclusief en duurzaam beschikkings- of gebruiksrecht heeft.
  § 5. Het laboratorium is uitgerust met de nodige wetenschappelijke apparatuur, waarover het een exclusief en duurzaam beschikkings- of gebruiksrecht heeft.
  § 6. Het laboratorium beschikt over adequate wetenschappelijke en technische documentatie, die actueel is en aangepast aan de evolutie van wetenschap en techniek.".
Art.7. L'article II.6-10 du même code est remplacé comme suit :
  " Art. II.6-10. - § 1er. Les laboratoires qui demandent l'agrément doivent répondre aux critères d'équipement et de fonctionnement énoncés aux § 2 à § 6.
  § 2. Le laboratoire exerce ses activités en toute indépendance vis-à-vis des employeurs faisant appel au laboratoire.
  § 3. Le laboratoire dispose :
  1° d'un management ayant la responsabilité intégrale du laboratoire;
  2° de personnel chargé de la mise en oeuvre, du maintien et de l'amélioration du système de management et des tâches et responsabilités y associées au sens de la norme NBN EN ISO/CEI 17025, s'il est différent du management;
  3° de personnel qui dirige les activités affectant les résultats des activités du laboratoire et qui dispose, à cet effet, des compétences scientifiques et techniques nécessaires;
  4° de personnel scientifique et technique exerçant des activités affectant les résultats des activités de laboratoire couvertes par l'agrément
  Le personnel est en nombre suffisant pour exécuter correctement les tâches qui lui sont confiées.
  Le laboratoire a une relation contractuelle avec le personnel auquel il fait appel qui offre des garanties suffisantes d'une collaboration durable.
  La collaboration durable est présumée exister si le personnel du laboratoire est employé dans le cadre d'un contrat de travail à durée indéterminée ou si le statut juridique du personnel est réglementé unilatéralement par l'autorité publique.
  Le laboratoire ne peut faire exécuter les tâches et les missions qui lui sont confiées par un autre laboratoire, même si celui-ci est agréé conformément aux dispositions du présent titre.
  Le management et le personnel sont entièrement indépendants des employeurs pour lesquels le laboratoire agit, et ils ne peuvent avoir aucun intérêt direct ou indirect dans les institutions des employeurs pour lesquels ils exercent leurs activités.
  Le management et le personnel sont strictement tenus au secret professionnel, même après la cessation de leurs fonctions, en ce qui concerne les données confidentielles qu'ils sont amenés à obtenir sur les installations industrielles, les procédés de fabrication, la composition des produits mis en oeuvre, utilisés ou fabriqués et toutes autres questions relatives à l'organisation ou à l'état des employeurs pour lesquelles ils ont effectué des missions.
  § 4. Le laboratoire est en possession des locaux nécessaires, dont il a un droit exclusif et durable de disposition ou d'utilisation, qui sont adaptés aux activités pour lesquelles il est agréé et aménagés conformément aux dispositions réglementaires en vigueur en matière de sécurité et d'hygiène du travail et de protection de l'environnement, et dont les modalités d'accès sont fixées par le laboratoire. Ces locaux sont complétés, le cas échéant, par des installations mobiles sur lesquelles le laboratoire dispose d'un droit exclusif et durable de disposition ou d'utilisation.
  § 5. Le laboratoire est équipé du matériel scientifique nécessaire, sur lequel il dispose d'un droit exclusif et durable de disposition ou d'utilisation.
  " § 6. Le laboratoire dispose d'une documentation scientifique et technique adéquate, mise à jour et adaptée à l'évolution de la science et de la technologie. ".
Art.8. In artikel II.6-11 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragrafen 2 en 3 wordt het woord "klant" telkens vervangen door de woorden "werkgever die een beroep doet op het laboratorium";
  2° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt:
  " § 5. Met het oog op het aanvragen van een erkenning, stemt het laboratorium ermee in zich te onderwerpen aan de in § 4 bedoelde externe controle telkens wanneer de Minister of de leidend ambtenaar HUA dit eist.";
  3° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt:
  " § 6. Het laboratorium past de norm NBN EN ISO/IEC 17025 toe op alle activiteiten waarvoor het een erkenning aanvraagt, en is geaccrediteerd volgens deze norm voor minstens één activiteit naar keuze, gerelateerd aan arbeidsplaatsmetingen.".
  4° paragraaf 7 wordt vervangen als volgt:
  " § 7. Het laboratorium stelt elk jaar een verslag op over de geleverde prestaties dat minstens de gegevens bevat die zijn opgenomen in het model dat op de website van de FOD Werkgelegenheid ter beschikking wordt gesteld.".
  Het jaarverslag wordt naar de algemene directie TWW gestuurd ten laatste op 1 maart van het jaar dat volgt op dat waarop het betrekking heeft.".
Art.8. Dans l'article II.6-11 du même code, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans les paragraphes 2 et 3, les mots " le client " sont remplacés chaque fois par les mots " l'employeur faisant appel au laboratoire ";
  2° le paragraphe 5 est remplacé par ce qui suit :
  " § 5. Aux fins de la demande d'agrément, le laboratoire accepte de se soumettre au contrôle externe visé au § 4 chaque fois que le ministre ou le fonctionnaire dirigeant HUT l'exige. ";
  3° le paragraphe 6 est remplacé par ce qui suit :
  " § 6. Le laboratoire applique la norme NBN EN ISO/IEC 17025 à toutes les activités pour lesquelles il demande un agrément, et est accrédité selon cette norme pour au moins une activité de son choix, liée aux mesures sur le lieu de travail. ".
  4° le paragraphe 7 est remplacé par ce qui suit :
  " § 7. Le laboratoire établit, chaque année, un rapport sur les prestations fournies qui reprend au moins les données contenues dans le modèle disponible sur le site internet du SPF Emploi. ".
  Le rapport annuel est envoyé à la direction générale CBE au plus tard le 1er mars de l'année qui suit celle qu'il concerne. ".
Art.9. In artikel II.6-12 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt het woord "gevalideerde" ingevoegd tussen de woorden "genormaliseerde methoden en" en de woorden "methoden die gepubliceerd worden";
  2° in paragraaf 3, tweede lid wordt in de Nederlandse tekst het woord "aangezien" vervangen door het woord "beschouwd";
  3° in paragraaf 5, eerste lid wordt het woord "klant" vervangen door de woorden "werkgever die een beroep doet op het laboratorium";
  4° in paragraaf 5, eerste lid, b), tweede streepje worden de woorden "de naam, de voornaam en" ingevoegd tussen de woorden "persoonlijke monsterneming: " en de woorden "de functie van de bemonsterde werknemer";
  5° in paragraaf 5, tweede lid wordt het woord "klant" vervangen door de woorden "werkgever die een beroep doet op het laboratorium".
Art.9. A l'article II.6-12 du même code, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le paragraphe 2 le mot " validées " est inséré entre le mot " méthodes " et le mot " publiées ";
  2° dans le texte en Néerlandais du paragraphe 3, alinéa 2 le mot " aangezien " est remplacé par le mot " beschouwd ";
  3° dans le paragraphe 5, alinéa 1er, les mots " au client " sont remplacés par les mots " à l'employeur faisant appel au laboratoire ";
  4° dans le paragraphe 5, alinéa 1er, b), deuxième tiret les mots " le nom, le prénom et " sont insérés entre les mots " prélèvement personnel : " et les mots " la fonction du travailleur concerné ";
  5° dans le paragraphe 5, alinéa 2, les mots " Le client " sont remplacés par les mots " L'employeur faisant appel au laboratoire ".
Art.10. In artikel II.6-13 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt het woord "gevalideerde" ingevoegd tussen de woorden "genormaliseerde methoden en" en de woorden "methoden die gepubliceerd worden";
  2° in paragraaf 3 wordt in de Nederlandse tekst het woord "registrering" vervangen door het woord "registratie";
  3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
  " § 4. Het laboratorium levert aan de werkgever die een beroep doet op het laboratorium een verslag af dat op zijn minst de volgende gegevens bevat:
  a) de naam en de hoedanigheid van de persoon die de metingen heeft gedaan;
  b) in geval van stationaire registratie: de plaats; in geval van individuele monsterneming: de naam, de voornaam en de functie van de bemonsterde werknemer;
  c) de omstandigheden waaronder de metingen werden verricht en het aanvangs- en eindtijdstip van de metingen;
  d) de gebruikte gevalideerde methode en de resultaten van de metingen en, indien nodig, bijkomende inlichtingen die een correcte interpretatie van de metingen toelaten.".
Art.10. A l'article II.6-13 du même code, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le paragraphe 2 le mot " validées " est inséré entre le mot " méthodes " et le mot " publiées ";
  2° dans le texte en Néerlandais du paragraphe 3 le mot " registrering " est remplacé par le mot " registratie ".
  3° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
  " § 4. Le laboratoire fournit à l'employeur faisant appel au laboratoire un rapport qui contient, au minimum, les données suivantes :
  a) le nom et la qualité de la personne qui a effectué les mesures;
  b) dans le cas d'un enregistrement stationnaire : le lieu; dans le cas d'un prélèvement personnel : le nom, le prénom et la fonction du travailleur concerné;
  c) les circonstances dans lesquelles les mesures ont été effectuées et les heures de début et de fin des mesures;
  d) la méthode validée utilisée et les résultats des mesures ainsi que, si nécessaire, les renseignements complémentaires permettant une interprétation correcte des mesures. ".
Art.11. Artikel II.6-14 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. II.6-14.- § 1. De erkenning vervalt ambtshalve indien de accreditatie bedoeld in artikel II.6-11, § 6 werd ingetrokken of niet werd vernieuwd.
  § 2. De Minister kan de aan een laboratorium verleende erkenning intrekken:
  1° wanneer herhaaldelijk fouten worden vastgesteld in de metingen en analyses verricht op vraag van de werkgevers of bij externe controles: met name onvoldoende toezicht tijdens de metingen; het niet voldoen van het meetverslag aan de minimale vereisten van deze titel en, indien van toepassing, van bijlage VI.1-1 punt D van deze codex; het uitvoeren van niet-representatieve metingen door foutieve keuze van de duur van de monsterneming of van het aangezogen volume lucht, door tijdens de metingen geen rekening te houden met de rustpauzes wanneer de meettijd minder dan acht uur bedraagt of door te meten wanneer de werkzaamheden in kwestie niet plaatsvinden; het gebruik van niet gekalibreerde apparatuur; het ontbreken van een monsternemingsstrategie en gevalideerde methodes of het onvoldoende opvolgen ervan;
  2° wanneer het laboratorium, bij het verstrijken van de door de met het toezicht belaste ambtenaar gestelde termijn om zich te schikken naar de in artikel II.6-10 bedoelde uitrustings- en werkingscriteria, nog steeds niet voldoet aan die criteria;
  3° wanneer het laboratorium, in zijn hoedanigheid van erkend laboratorium metingen, monsternemingen en analyses uitvoert waarvoor het niet werd erkend en dit niet expliciet vermeldt in het verslag aan de werkgever die een beroep doet op het laboratorium.
  De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt met redenen omkleed. Ze wordt slechts genomen nadat het betrokken laboratorium is gehoord, minstens behoorlijk opgeroepen. De beslissing wordt aan het laboratorium meegedeeld bij aangetekende zending. De intrekking heeft uitwerking op de laatste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van de beslissing.
  § 3. Indien het laboratorium een nieuwe erkenningsaanvraag indient, dient het aan te tonen dat het de nodige maatregelen heeft getroffen om ervoor te zorgen dat de redenen die aanleiding hebben gegeven tot de intrekking van de erkenning zonder voorwerp zijn geworden. In dat geval wordt de erkenning verleend overeenkomstig artikel II.6-6.".
Art.11. L'article II.6-14 du même code est remplacé par ce qui suit :
  " Art. II.6-14.- § 1er. L'agrément échoit d'office lorsque l'accréditation visée à l'article II.6-11, § 6 a été retirée ou n'est pas renouvelée.
  § 2. Le Ministre peut retirer l'agrément accordé à un laboratoire :
  1° lorsque des erreurs répétées sont constatées dans les mesures et analyses effectuées à la demande des employeurs ou lors de contrôles externes : en particulier une supervision insuffisante lors des mesures; le non-respect par le rapport de mesure des exigences minimales du présent titre et, le cas échéant, de l'annexe VI.1-1 point D du présent code; la réalisation de mesures non représentatives en raison d'un choix erroné de la durée du prélèvement ou du volume d'air aspiré, en ne tenant pas compte des pauses lors des mesures lorsque le temps de mesure est inférieur à huit heures ou en mesurant lorsque les activités en cause n'ont pas lieu; l'utilisation d'équipements non étalonnés; l'absence de stratégie d'échantillonnage et de méthodes validées ou leur respect insuffisant;
  2° lorsque le laboratoire, à l'issue du délai fixé par le fonctionnaire chargé de la surveillance pour se conformer aux critères d'équipement ou de fonctionnement visés à l'article II.6-10, ne satisfait toujours pas à ces critères;
  3° lorsque le laboratoire, en sa qualité de laboratoire agréé, effectue des mesures, échantillonnages ou analyses pour lesquels il n'est pas agréé et ne le mentionne pas explicitement dans le rapport à l'employeur faisant appel au laboratoire.
  La décision de retrait de l'agrément est motivée. Elle n'est prise qu'après que le laboratoire concerné ait été entendu, au moins dûment convoqué. La décision est envoyée au laboratoire par envoi recommandé. Le retrait prend cours le dernier jour du mois suivant la date de réception de la décision.
  § 3. Si le laboratoire introduit une nouvelle demande d'agrément, il doit démontrer qu'il a pris les mesures nécessaires pour que les raisons qui ont conduit au retrait de l'agrément soient devenues sans objet. Dans ce cas, l'agrément est accordé conformément l'article II.6-6. ".
Art.12. In dezelfde codex wordt een artikel II.6-15 ingevoegd, luidende:
  "Art. II.6-15.- De erkenning is ambtshalve geschorst:
  1° wanneer de accreditatie bedoeld in artikel II.6-11, § 6 werd geschorst;
  2° wanneer de met het toezicht belaste ambtenaar vaststelt dat de verplichtingen bedoeld in artikel II.6-7 niet worden nageleefd;
  3° wanneer het jaarverslag bedoeld in artikel II.6-11, § 7 niet naar de algemene directie TWW wordt gestuurd ten laatste op 1 maart van het jaar dat volgt op dat waarop het betrekking heeft.
  De beslissing tot schorsing wordt aan het laboratorium meegedeeld bij aangetekende zending.".
Art.12. Dans le même code, il est inséré un article II.6-15, rédigé comme suit :
  " Art. II.6-15.- L'agrément est suspendu d'office :
  1° lorsque l'accréditation visée à l'article II.6-11, § 6 a été suspendue;
  2° lorsque le fonctionnaire chargé de la surveillance constate que les obligations visées à l'article II.6-7 ne sont pas respectées;
  3° lorsque le rapport annuel visé à l'article II.6-11, § 7 n'est pas transmis à la direction générale CBE au plus tard le 1er mars de l'année qui suit celle qu'il concerne.
  La décision de suspension est envoyée au laboratoire par envoi recommandé. ".
Art.13. In dezelfde codex wordt een artikel II.6-16 ingevoegd, luidende:
  "Art. II.6-16.- In het kader van de behandeling van de erkenningsaanvragen zoals beschreven in deze titel en in het kader van het jaarverslag opgesteld in toepassing van artikel II.6-11, § 7 wordt de FOD Werkgelegenheid als de verwerkingsverantwoordelijke beschouwd.
  De documenten die aan de FOD Werkgelegenheid worden bezorgd, worden er bijgehouden, gedurende een periode van 10 jaar na de indiening ervan.".
Art.13. Dans le même code, il est inséré un article II.6-16, rédigé comme suit :
  " Art. II.6-16.- Dans le cadre du traitement des demandes d'agrément tel que décrit dans le présent titre et dans le cadre du rapport annuel établi en application de l'article II.6-11, § 7, le SPF Emploi est considéré comme le responsable du traitement.
  Les documents remis au SPF Emploi y seront conservés pendant une période de 10 ans à compter de leur dépôt. ".
Art.14. Een laboratorium dat, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, reeds erkend is of dat een aanvraag tot erkenning heeft ingediend, in toepassing van boek II, titel 6 van de codex over het welzijn op het werk, moet binnen een termijn van drie jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikken over de accreditatie bedoeld in artikel II.6-11, § 6 van dezelfde codex.
  Een laboratorium dat, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit beschikt over een erkenning, dient bij het verstrijken van de termijn waarvoor de erkenning werd verleend, de hernieuwing van de erkenning te vragen, overeenkomstig artikel II.6-6, tweede lid van de codex over het welzijn op het werk.
Art.14. Un laboratoire qui, à la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté, a déjà été agréé ou qui a introduit une demande d'agrément, en application du livre II, titre 6 du code du bien-être au travail, doit disposer de l'accréditation visée à l'article II.6-11, § 6 du même code dans un délai de trois ans à partir de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Un laboratoire qui, à la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté, dispose d'un agrément, doit, lorsque le délai pour lequel l'agrément a été accordé expire, demander le renouvellement de l'agrément, conformément l'article II.6-6, alinéa 2 du code du bien-être au travail.
Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2024.
Art.15. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2024.
Art. 16. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 16. Le Ministre qui a le Travail dans ses attributions est chargé de l'exécution du