Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit inzake de preventie en de bestrijding van antimicrobiële resistentie bij dieren
Titre
17 DECEMBRE 2024. - Arrêté royal concernant la prévention et la lutte contre la résistance antimicrobienne chez les animaux
Informations sur le document
Info du document
Tekst (25)
Texte (25)
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
CHAPITRE 1er. - Définitions et champs d'application
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities uit volgende regelgeving:
  1° artikel 4 van verordening (EU) nr. 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ("diergezondheidswetgeving");
  2° artikel 2 van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren;
  3° artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels;
  4° artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijke van de dieren;
  5° artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden.
  § 2. Bovendien wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:
  1° KB van 21 juli 2016: koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren;
  2° benchmarkwaarde: een getal dat het antibioticumgebruik uitdrukt als het aantal dagen dat een dier behandeld wordt met antibiotica op honderd dagen dat het dier aanwezig is in een eenheid;
  3° bedrijfsgezondheidsplan: een schriftelijk of elektronisch opgesteld plan waarin de status van de inrichting op het gebied van diergezondheid, infectiepreventie, hygiëne, infrastructuur en management en waarin actiepunten om de gezondheidssituatie van de beslagen van een inrichting te verbeteren en zo ook het antibioticumgebruik te verminderen, vastgelegd worden;
  4° AB-bedrijfsstatuut: kleurcode toegekend aan een beslag varkens of vleeskalveren of een inrichting met pluimveebeslagen overeenkomstig artikel 4;
  5° AR-coach: antibiotic reduction coach overeenkomstig de voorwaarden van artikel 7;
  6° Dienst: Dienst Sanitair Beleid Dieren en Planten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
  7° FOD: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
  8° FAGG: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;
  9° rapport: eerste benchmarkrapport van het kalenderjaar van het FAGG dat het gebruik van antimicrobiële middelen in het beslag of beslagen of de inrichting weergeeft;
  10° Sanitel-Med: de elektronische databank van het FAGG zoals bedoeld in artikel 70/1, § 1, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren.
Article 1er. § 1er. Pour l'application du présent arrêté, les définitions dans la règlementation suivante s'appliquent :
  1° l'article 4 du règlement (UE) n° 2016/429 du Parlement européen et du Conseil du 9 mars 2016 relatif aux maladies animales transmissibles et modifiant et abrogeant certains actes dans le domaine de la santé animale (" législation sur la santé animale ") ;
  2° l'article 2 du règlement délégué (UE) 2019/2035 de la Commission du 28 juin 2019 complétant le règlement (UE) 2016/429 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les règles relatives aux établissements détenant des animaux terrestres et aux couvoirs ainsi qu'à la traçabilité de certains animaux terrestres détenus et des oeufs à couver ;
  3° l'article 2 de l'arrêté royal du 20 mai 2022 relatif aux conditions pour l'identification et l'enregistrement de certains ongulés, des volailles, des lapins et de certains oiseaux ;
  4° l'article 1 de l'arrêté royal du 21 juillet 2016 relatif aux conditions d'utilisation des médicaments par les médecins vétérinaires et par les responsables des animaux ;
  5° l'article 2 de l'arrêté royal du 20 mai 2022 instituant une surveillance épidémiologique dans les établissements où sont détenus certains animaux.
  § 2. En outre, pour l'application, du présent arrêté, on entend par :
  1° AR du 21 juillet 2016 : arrêté royal du 21 juillet 2016 relatif aux conditions d'utilisation des médicaments par les médecins vétérinaires et par les responsables des animaux ;
  2° valeur de benchmarking : un nombre exprimant l'utilisation d'antibactérien comme le nombre de jours où un animal est traité aux antibactériens sur cent jours de présence de l'animal dans une unité ;
  3° plan de santé d'exploitation : un plan formulé par écrit ou électroniquement dans lequel sont enregistrés le statut de l'établissement en termes de santé animale, de prévention d'infection, d'hygiène, d'infrastructure et de gestion et des points d'action pour améliorer la situation sanitaire des troupeaux dans un établissement et réduire ainsi l'utilisation des antibactériens;
  4° AB-statut d'exploitation : code couleur attribué à un troupeau de porcs ou de veaux d'engraissement ou à un établissement de volaille conformément à l'article 4 ;
  5° AR-coach: antibiotic reduction coach conformément à l'article 7 ;
  6° Service: Service Politique Sanitaire Animaux et Végétaux du Service Public Fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et environnement ;
  7° SPF: Service Public Fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement ;
  8° AFMPS : Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé ;
  9° rapport: premier rapport de benchmarking de l'année civile de l'AFMPS montrant l'utilisation des antimicrobiens dans le(s) troupeau(x) ou l'établissement ;
  10° Sanitel-Med : la base de données électronique de l'AFMPS telle que visée à l'article 70/1, § 1er, de l'arrêté royal du 21 juillet 2016 relatif aux conditions d'utilisation des médicaments par les médecins vétérinaires et par les responsables des animaux.
Art.2. § 1. Dit besluit is van toepassing op alle inrichtingen, met een minimumcapaciteit van vijf stuks varkens, tweehonderd stuks pluimvee of vijf stuks vleeskalveren gehouden op een vleeskalverhouderij.
  § 2. In uitzondering op paragraaf 1 is dit besluit niet van toepassing op consigneerde inrichtingen, beslagen met gezelschapsvarkens of gezelschapsvarkensbedrijven, beslagen met gehouden everzwijnen en op inrichtingen met geringe capaciteit.
Art.2. § 1er. Le présent arrêté s'applique à tous les établissements, avec une capacité minimale de cinq porcs, deux cents volailles ou cinq veaux d'engraissement élevés dans un élevage de veaux d'engraissement.
  § 2. A l'exception au paragraphe 1er, le présent arrêté ne s'applique pas aux établissements fermés, aux troupeaux ou exploitations de porcs de compagnie, aux troupeaux de sangliers détenus et aux établissements de faible capacité.
HOOFDSTUK 2. - Benchmarking en AB-bedrijfsstatuut
CHAPITRE 2. - Benchmarking et AB-statut d'exploitation
Art.3. § 1. De benchmarkwaarde in het rapport van het FAGG wordt per diercategorie berekend op basis van het gebruik van antimicrobiële middelen zoals geregistreerd in Sanitel-Med overeenkomstig afdeling 2 van hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 21 juli 2016. Het FAGG koppelt per diercategorie een benchmarkkleurscore, namelijk "groen", "geel" of "rood" aan de benchmarkwaarde.
  § 2. De Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen bepaalt per betrokken diersoort en categorie de grenswaarden voor elke benchmarkkleurscore op basis van volgende criteria:
  1° de grenswaarden kunnen de algemene reductiedoelstellingen zoals vooropgesteld in het One-Health nationaal actieplan voor de bestrijding van antimicrobiële resistentie waarmaken;
  2° de grenswaarden zijn gebaseerd op de reeds bekomen reducties en de percentielen op het ogenblik van de opmaak van de grenswaarden;
  3° de grenswaarden houden rekening met een spreiding van de reductielast over de verschillende diersoorten en categorieën;
  4° de grenswaarden worden minstens om de twee jaar geëvalueerd;
  5. de grenswaarden worden in overleg met de sectoren opgesteld.
Art.3. § 1er. La valeur de benchmarking dans le rapport de l'AFMPS est calculée par catégorie animale, sur base de l'utilisation d'antimicrobiens comme enregistrée dans Sanitel-Med conformément à la section 2 du chapitre VI de l'arrêté royal du 21 juillet 2016. L'AFMPS associe par catégorie animale un score couleur de benchmarking, à savoir " vert ", " jaune " ou " rouge ".
  § 2. Le Ministre qui a la Sécurité de la chaîne alimentaire dans ses attributions fixe sur base des critères suivants par espèce animale et par catégorie d'animaux concernés les valeurs limites pour chaque score couleur de benchmarking :
  1° les valeurs limites permettent d'atteindre les objectifs généraux de réduction tels que définis dans le plan d'action national One-Health pour la lutte contre la résistance aux antimicrobiens ;
  2° les valeurs limites sont basées sur les réductions déjà réalisées et les percentiles au moment de l'établissement des valeurs limites ;
  3° les valeurs limites tiennent compte d'une répartition de la charge de réduction entre les différentes espèces et catégories animales ;
  4° les valeurs limites sont évaluées au moins tous les deux ans ;
  5° les valeurs limites sont établies en concertation avec les secteurs.
Art.4. § 1. Aan een beslag varkens, aan een beslag vleeskalveren en aan een inrichting met legkippen en/of braadkippen wordt door het FAGG een AB-bedrijfsstatuut toegekend in het rapport:
  1° "groen" indien de benchmarkkleurscore van alle categorieën van de betrokken diersoort groen is;
  2° "geel" indien de benchmarkkleurscore van minstens één categorie van de betrokken diersoort geel is en van de overige aanwezige categorieën groen;
  3° "rood" indien de benchmarkkleurscore van minstens één categorie van de betrokken diersoort rood is.
  § 2. Indien één of meerdere categorieën op een varkensbeslag geen benchmarkwaarde hebben in het rapport, wordt het AB-bedrijfsstatuut bepaald op basis van de categorieën die wel een benchmarkwaarde hebben. Indien voor geen enkele categorie varkens een benchmarkwaarde beschikbaar is in het rapport of indien er geen rapport beschikbaar is, wordt het AB-bedrijfsstatuut van het vorige rapport behouden.
  § 3. Indien voor een beslag vleeskalveren geen benchmarkwaarde beschikbaar is in het rapport, wordt het AB-bedrijfsstatuut van het vorige rapport behouden.
  § 4. Indien één of meerdere categorieën gebruikspluimvee in een inrichting geen benchmarkwaarde hebben in het rapport, wordt het AB-bedrijfsstatuut bepaald op basis van de categorieën die wel een benchmarkwaarde hebben in het rapport. Indien voor geen enkele categorie pluimvee een benchmarkwaarde beschikbaar is in het rapport, wordt het AB-bedrijfsstatuut van het vorige rapport behouden.
  § 5. Bij overname van een of meerdere beslagen of de inrichting in zijn geheel wordt het AB-bedrijfsstatuut behouden.
Art.4. § 1er. A un troupeau de porcs, à un troupeau de veaux d'engraissement et à un établissement de poules pondeuses et/ou de poulets de chair est attribué par l'AFMPS dans le rapport un AB-statut d'exploitation :
  1° " vert " si le score couleur de benchmarking de toutes les catégories de l'espèce animale concernée est vert ;
  2° " jaune " si le score couleur de benchmarking d'au moins une catégorie de l'espèce animale concernée est jaune et le score couleur de benchmarking de toutes les autres catégories présentes, vert ;
  3° " rouge " si le score couleur de benchmarking d'au moins une catégorie de l'espèce animale concernée est rouge.
  § 2. Si une ou plusieurs catégorie(s) d'un troupeau de porcs n'a/ont pas de valeur de benchmarking dans le rapport, l'AB-statut d'exploitation sera déterminé sur la base des catégories qui ont une valeur de benchmarking dans le rapport. Si aucune valeur de benchmarking n'est disponible pour aucune catégorie de porcs dans le rapport ou si aucun rapport n'est disponible, l'AB-statut d'exploitation du rapport précédent sera retenu.
  § 3. Si le troupeau de veaux d'engraissement n'a pas de valeur de benchmarking dans le rapport, l'AB-statut d'exploitation du rapport précédent sera retenu.
  § 4. Si une ou plusieurs catégorie(s) de volaille de rente d'un établissement n'a/n'ont pas de valeur de benchmarking dans le rapport, l'AB-statut d'exploitation sera déterminé sur la base des catégories qui ont une valeur de benchmarking dans le rapport. Si aucune valeur de benchmarking n'est disponible pour aucune catégorie de volaille dans le rapport, l'AB-statut d'exploitation du rapport précédent sera retenu.
  § 5. Lors de la reprise d'un ou plusieurs troupeau(x) ou de l'établissement dans son ensemble, l'AB-statut d'exploitation est retenu.
HOOFDSTUK 3. - Maatregelen
CHAPITRE 3. - Mesures
Art.5. § 1. Een exploitant van een beslag of inrichting met een AB-bedrijfsstatuut "geel", of "rood", toegekend na de publicatie van dit besluit, beschikt binnen de zes maanden na het ontvangen van een AB-bedrijfsstatuut "geel" of "rood" over een bedrijfsgezondheidsplan, opgesteld door de bedrijfsdierenarts in samenwerking met de exploitant. Het bedrijfsgezondheidsplan bestaat uit twee delen, namelijk een evaluatie van de status van de infectiepreventie en -bestrijding en van de bioveiligheid en een actieplan dat de te nemen maatregelen bevat om de situatie in het beslag of inrichting te verbeteren.
  Zolang het beslag of de inrichting een "geel" of "rood" AB-bedrijfsstatuut heeft, worden het bedrijfsgezondheidsplan en de uitvoering ervan minstens om de twaalf maanden, op vraag van de exploitant geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd, door de bedrijfsdierenarts in samenwerking met de exploitant.
  Het bedrijfsgezondheidsplan wordt ter beschikking gehouden van het FAVV.
  § 2. De Minister bepaalt de minimale inhoud van het bedrijfsgezondheidsplan.
  § 3. Een bedrijfsgezondheidsplan dat reeds opgesteld en geïmplementeerd werd vóór het ontvangen van een "geel" of "rood" AB-bedrijfsstatuut, volstaat om te voldoen aan paragraaf 1 indien aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1° de minimale inhoud van het bedrijfsgezondheidsplan voldoet aan de minimale inhoud zoals vastgelegd door de Minister,
  2° het bedrijfsgezondheidsplan werd minder dan tien maanden vóór het ontvangen van het "geel" of "rood" AB-bedrijfsstatuut na de publicatie van dit besluit, opgesteld.
Art.5. § 1er. Un opérateur ayant un troupeau ou un établissement avec un AB-statut d'exploitation " jaune ", ou " rouge ", attribué après la publication du présent arrêté, dispose dans les six mois suivant la réception de l'AB-statut d'exploitation " jaune " ou " rouge " d'un plan de santé, établi par le vétérinaire d'exploitation en collaboration avec l'opérateur. Le plan de santé d'exploitation comprend deux parties, à savoir une évaluation de l'état des mesures de prévention des infections, de lutte contre les infections et de biosécurité et un plan d'action contenant les mesures à prendre pour améliorer la situation dans le troupeau ou l'établissement.
  Tant que le troupeau ou l'établissement a un AB-statut d'exploitation " jaune " ou " rouge ", le plan de santé d'exploitation et sa mise en oeuvre sont évalués et ajustés si nécessaire au moins chaque douze mois, par le vétérinaire d'exploitation à la demande de et en collaboration avec l'opérateur.
  Le plan de santé d'exploitation est tenu à disposition de l'AFSCA.
  § 2. Le Ministre fixe le contenu minimal du plan de santé d'exploitation.
  § 3. Un plan de santé d'exploitation rédigé et implémenté avant la réception du premier AB-statut d'exploitation " jaune " ou " rouge " après la publication du présent arrêté est suffisant pour se conformer au paragraphe 1er si les conditions suivantes sont remplies :
  1° le contenu minimal du plan de santé d'exploitation se conforme au contenu minimal comme fixé par le Ministre,
  2° le plan de santé d'exploitation a été établi moins de dix mois avant la réception de l'AB-statut d'exploitation " jaune " ou " rouge " après la publication du présent arrêté.
Art.6. § 1. Een exploitant van een inrichting of beslag met een "rood" AB-bedrijfsstatuut, toegekend na de publicatie van dit besluit, stelt, wanneer de benchmarkkleurscores voor minstens één van die categorieën die hebben bijgedragen tot het toekennen van het AB-bedrijfsstatuut "rood" in de vorige twee rapporten ook telkens rood waren, binnen een termijn van twee maanden, een overeenkomstig artikel 7 erkende AR-coach naar eigen keuze aan, in overleg met de bedrijfsdierenarts, voor een minimale termijn van vierentwintig maanden, om de situatie op de inrichting of van het beslag te verbeteren.
  De samenwerkingsvoorwaarden worden onderling tussen de exploitant en de erkende AR-coach schriftelijk vastgelegd. De uit te voeren elementen opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst worden geëvalueerd en aangepast volgens noodzaak.
  § 2. De Minister bepaalt de minimale elementen van de samenwerkingsvoorwaarden tussen de exploitant en de erkende AR-coach.
  § 3. De aanstelling van een coach door de exploitant voorafgaand aan de verplichte coaching zoals vastgelegd in paragraaf 1 voldoet aan de verplichte coaching zoals voorzien in paragraaf 1 indien zowel de AR-coach als de coaching voldoen aan de voorwaarden van dit besluit.
Art.6. § 1er. Un opérateur d'un établissement ou d'un troupeau avec un AB-statut d'exploitation " rouge ", attribué après la publication du présent arrêté, lorsque les scores couleurs de benchmarking pour au moins une de ces catégories qui ont contribuées à l'attribution de l'AB-statut d'exploitation " rouge " étaient également " rouge " dans les deux rapports précédents, désigne dans un délai de deux mois, un AR-coach de son choix et en concertation avec le vétérinaire d'exploitation, reconnu conformément à l'article 7 pour une période de minimum vingt-quatre mois, afin d'améliorer la situation de l'établissement ou du troupeau.
  Les termes de la coopération sont fixés par écrit entre l'opérateur et l'AR-coach reconnu. Les éléments à implémenter, inclus dans les termes de la coopération, sont évalués et adaptés aux besoins.
  § 2. Le Ministre fixe les éléments minimaux des conditions de coopération entre l'opérateur et l'AR-coach reconnu.
  § 3. La désignation d'un coach par l'opérateur avant le coaching obligatoire fixé dans le paragraphe 1, est conforme au coaching obligatoire prévu dans le paragraphe 1 si l'AR-coach ainsi que le coaching sont conformes aux conditions de cet arrêté.
HOOFDSTUK 4. - Erkende AR-coaches
CHAPITRE 4. - Les AR-coachs reconnus
Art.7. § 1. Een erkende AR-coach is een dierenarts, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen, en opgenomen in de officiële lijst van erkende AR-coaches, beheerd door de Dienst en gepubliceerd op haar website. De website is toegankelijk voor eenieder.
  § 2. De lijst van erkende AR-coaches bevat, per erkende AR-coach, de volgende elementen:
  1° de naam,
  2° de contactgegevens zoals opgegeven in het aanvraagformulier in bijlage I,
  3° de datum van erkenning,
  4° de diersoort(en) zoals opgegeven in het aanvraagformulier.
  Wijzigingen van gegevens worden door de erkende AR-coach zo snel mogelijk elektronisch overgemaakt aan de Dienst. De Dienst valideert en publiceert de gewijzigde lijst binnen vier weken na ontvangst van de voorgestelde wijzigingen op de website van de FOD.
  § 3. Om opgenomen te worden in de officiële lijst van erkende AR-coaches, moet de erkende dierenarts in het bezit zijn van een attest bedoeld in artikel 9, § 1, 4°. De periode tussen de datum van uitgifte van het attest en de datum van aanvraag om opgenomen te worden in de officiële lijst van erkende AR-coaches mag niet langer zijn dan zesendertig maanden.
  § 4. De erkende dierenarts stuurt de aanvraag om opgenomen te worden in de officiële lijst van erkende AR-coaches, zoals bedoeld in paragraaf 1, naar de Dienst aan de hand van het in bijlage I opgenomen formulier samen met een kopie van het attest, zoals bedoeld in paragraaf 3,. De Dienst behandelt de ontvangen gegevens en bewaart ze voor een termijn van vijf jaar of tot een aanvraag tot wijziging ontvangen, gevalideerd en gepubliceerd is door de Dienst. Vóór het verlopen van elke termijn van vijf jaar vraagt de Dienst op elektronische wijze een update van de gegevens aan de erkende AR-coaches en publiceert deze na validatie voor een nieuwe periode van vijf jaar. Wanneer de AR-coach meedeelt aan de Dienst dat hij uit de officiële lijst van erkende AR-coaches wenst geschrapt te worden of wanneer hij door de evaluatiecommissie geschrapt wordt, zullen de gegevens niet langer bewaard worden.
  § 5. De erkende AR-coach legt alle elementen van de uitvoering van zijn activiteit in het kader van dit besluit schriftelijk of elektronisch vast. De erkende AR-coach maakt deze elementen op haar vraag over aan de evaluatiecommissie bedoeld in artikel 12.
  § 6. De erkende AR-coach kan te allen tijde de verwijdering van zijn gegevens uit de officiële lijst van erkende AR-coaches vragen, op eenvoudig verzoek aan de Dienst. Het laten verwijderen van de gegevens uit de officiële lijst van erkende AR-coaches heeft de intrekking van de erkenning als AR-coach tot gevolg.
Art.7. § 1er. Un AR-coach reconnu est un vétérinaire agréé conformément à l'arrêté royal du 20 novembre 2009 relatif à l'agrément des médecins vétérinaires et inscrit sur la liste officielle des AR-coachs reconnus, gérée par le Service et publiée sur son site internet. Le site internet est accessible pour chacun.
  § 2. La liste des AR-coachs reconnus contient, par AR-coach reconnu, les éléments suivants :
  1° le nom,
  2° les coordonnées, telles que spécifiées dans le formulaire de demande d'inscription en annexe I,
  3° la date de reconnaissance,
  4° l'(es) espèce(s) animale(s) telle(s) que spécifiée(s) dans la demande d'inscription.
  Les modifications des données sont soumises aussi vite que possible au Service par l'AR-coach reconnu par voie électronique. Le Service valide et publie la liste modifiée dans un délai de quatre semaines après la réception des modifications proposées sur le site web du SPF.
  § 3. Pour être repris sur la liste officielle des AR-coachs reconnus, le vétérinaire agréé doit être en possession d'une attestation visé à l'article 9, § 1, 4°. Le délai entre la date de délivrance de l'attestation et la date de demande d'inscription sur la liste officielle des AR-coachs reconnus ne peut excéder trente-six mois.
  § 4. Le vétérinaire agréé adresse sa demande d'inscription sur la liste officielle des AR-coachs reconnus visée au paragraphe 1er au Service, au moyen du formulaire figurant à l'annexe I avec une copie de l'attestation visée au paragraphe 3. Le Service traite les données reçues et sauve les données pour une période de cinq ans ou jusqu'à ce qu'une demande de modification par l'AR-coach reconnu ait été reçue, validée et publiée par le Service. Avant que chaque période de cinq ans ne soit terminée, le Service demandera par voie électronique une mise à jour des données aux AR-coachs reconnus et publie celle-ci après validation pour une nouvelle période de cinq ans. Lorsque l'AR-coach informe le Service qu'il souhaite être retiré de la liste officielle des AR-coachs reconnus ou lorsqu'il est retiré par le comité d'évaluation, les données ne seront plus conservées.
  § 5. L'AR-coach reconnu enregistre tous les éléments de la réalisation de son activité dans le cadre de cet arrêté par écrit ou par voie électronique. L'AR-coach reconnu soumet ces éléments à la commission d'évaluation visée à l'article 12 à sa demande.
  § 6. L'AR-coach reconnu peut à tout moment demander la suppression de ses données de la liste officielle des AR-coachs reconnus sur simple demande au Service. La suppression des données de la liste officielle des AR-coachs reconnus entraînera le retrait de la reconnaissance.
Art.8. De opleiding tot erkende AR-coach omvat minimaal dertig uren, waarvan minimaal zes uur praktische coaching. Bijlage II bevat de minimale inhoud van de opleiding. Op het einde van de opleiding volgt een evaluatie door de opleidende organisatie waarbij geen belangenconflict tussen deelnemer en evaluator mag bestaan.
Art.8. La formation d'AR-coach reconnu comprend au minimum trente heures, desquelles au minimum six heures de coaching pratique. L'annexe II contient le contenu minimal de la formation. A la fin de la formation, une évaluation par l'organisme de formation, où aucun conflit d'intérêt entre le participant et l'évaluateur ne peut exister, suit.
Art.9. § 1. De organisator van de opleiding tot erkende AR-coach:
  1° legt het programma van de opleiding waaronder de taal, de onderwerpen, de lesgevers, de tijdsbesteding per onderwerp en de tijdsverdeling tussen de theoretische en praktijklessen minstens drie maanden voorafgaand aan de start van de opleiding aan de Dienst voor;
  2° verzekert zich ervan dat de lesgevers de taal van de opleiding voldoende beheersen;
  3° organiseert binnen de twaalf maanden na het einde van de opleiding minstens één vervolgopleiding of terugkommoment van minimaal een halve dag;
  4° bezorgt bij deelname aan alle praktijklessen en minstens drievierden van de theorielessen en na het slagen voor de evaluatie zoals voorzien in artikel 8, een attest van slagen aan de betrokken deelnemer, dat minimaal volgende gegevens bevat:
  a) naam van de organisator van de opleiding,
  b) data van de opleiding,
  c) voornaam en familienaam van de deelnemer,
  d) nummer van de Orde der Dierenartsen van de deelnemer,
  e) datum van afgifte van het attest,
  f) handtekening van de organisator,
  g) stempel van de organisatie;
  5° bezorgt via elektronische weg, een overzicht van de gegevens opgenomen in bijlage III aan de Dienst binnen een termijn van dertig dagen na de evaluatie van de opleiding door de deelnemers om de Dienst een evaluatie te laten uitvoeren:
  a) over de kwaliteit van de opleiding en de vooropgestelde eisen waar de opleiding moet aan voldoen;
  b) over de interesse van de dierenartsen om een opleiding tot AR-coach te volgen;
  c) over het aantal dierenartsen die in aanmerking komen om zich te laten erkennen tot AR-coach;
  6° neemt de nodige maatregelen om te voldoen aan de geldende wetgeving rond gegevensbescherming voor de gegevensverwerkingen die in het kader van de opleiding noodzakelijk zijn, en waarvoor hij als verwerkingsverantwoordelijke zal optreden.
  § 2. Indien de organisator de vervolgopleidingen of terugkommomenten zoals voorzien in artikel 8 niet binnen de vastgelegde termijn organiseert, wordt de organisator uitgesloten door de Dienst om nieuwe opleidingen tot erkende AR-coach te geven tot de vervolgopleiding of het terugkommoment georganiseerd werden.
Art.9. § 1er. L'organisateur de la formation d'AR-coach reconnu :
  1° soumet le programme de la formation y compris la langue, les sujets, les formateurs, le temps alloué à chaque sujet et la répartition du temps entre les cours théoriques et pratiques au moins trois mois avant le début à l'approbation préalable du Service ;
  2° s'assure que les formateurs maitrisent la langue de la formation ;
  3° organise, dans un délai de douze mois après la fin de la formation, au moins une formation successive ou un moment de retour d'un demi-jour au minimum ;
  4° remet, après avoir suivi tous les cours pratiques et au moins trois quarts des cours théoriques et après avoir réussi l'évaluation prévue à l'article 8, une attestation de réussite au participant, qui contient au minimum les données suivantes :
  a) nom de l'organisateur de la formation,
  b) dates de la formation,
  c) prénom et nom du/de la participant(e),
  d) numéro de l'Ordre Vétérinaire du/de la participant(e),
  e) date de délivrance de l'attestation,
  f) signature de l'organisateur,
  g) cachet de l'organisateur ;
  5° remet par voie électronique, au Service un aperçu des données listées dans l'annexe III dans un délai de trente jours après l'évaluation de la formation par les participants pour permettre au Service d'effectuer une évaluation :
  a) de la qualité de la formation et les exigences auxquelles la formation doit répondre ;
  b) de l'intérêt des vétérinaires à suivre la formation AR-coach ;
  c) du nombre de vétérinaires éligibles pour être reconnus comme AR-coach ;
  6° prends les mesures nécessaires afin de respecter la législation applicable en matière de protection des données pour les traitements de données nécessaires dans le cadre de la formation, et pour lesquels il agira en tant que responsable du traitement.
  § 2. Si l'organisateur n'organise pas les formations successives ou les moments de retour dans le délai prévu dans l'article 8, l'organisateur est exclu par le Service d'organiser de nouvelles formations d'AR-coach reconnu jusqu'à ce que la formation successive ou le moment de retour ait été organisé.
Art.10. § 1. De Dienst verifieert de conformiteit van de opleiding overeenkomstig dit besluit binnen de zes weken na de voorlegging ervan aan de Dienst. Bij bewezen conformiteit wordt de opleiding bekendgemaakt als opleiding tot erkende AR-coach, via de website van de Dienst, tot het einde van de opleiding, en via een elektronische nieuwsbrief aan de dierenartsen. De Dienst bewaart de gegevens van het programma voor een periode van vijf jaar.
  § 2. De opleidingen tot AR-coach, georganiseerd door of in opdracht van de FOD, vóór de publicatie van dit besluit, worden beschouwd als conform dit besluit.
Art.10. § 1er. Le Service vérifie la conformité de la formation visée à cet arrêté dans un délai de six semaines de sa soumission au Service. Si la conformité est avérée, la formation est publiée comme formation AR-coach reconnu via le site web du Service, jusqu'à la fin de la formation, et via un bulletin d'information électronique destiné aux vétérinaires. Le Service sauvegarde les données du programme pour une période de cinq ans.
  § 2. Les formations AR-coach, organisées par ou sur les instructions du SPF, avant la publication de cet arrêté, sont considérées comme conformes à cet arrêté.
Art.11. § 1. Om de onpartijdigheid te waarborgen heeft de erkende AR-coach op het moment van de aanstelling tot AR-coach van een inrichting tot zes maanden na het einde van de coaching geen enkele professionele of commerciële binding met de exploitant of de bedrijfsdierenarts(en) van de inrichting. De activiteiten uitgevoerd door de erkende verenigingen in het kader van officiële opdrachten of wetenschappelijk onderzoek en de activiteiten uitgevoerd door de erkende wetenschappelijke instellingen in het kader van wetenschappelijk onderzoek, vallen in het kader van dit artikel niet onder professionele of commerciële binding.
  § 2. Een erkende AR-coach kan geen overeenkomst epidemiologisch bewaking overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 tot instelling van het epidemiologisch toezicht op inrichtingen waar bepaalde dieren gehouden worden, afsluiten met een inrichting of beslag waar hij coacht of waar hij in de laatste twaalf maanden gecoacht heeft.
Art.11. § 1er. Pour garantir l'impartialité, l'AR-coach reconnu n'a aucun lien professionnel ou commercial avec l'opérateur ou le(s) vétérinaire(s) d'exploitation de l'établissement au moment de la désignation en tant qu'AR-coach d'un établissement jusqu'à six mois après la fin du coaching. Les activités exercées par les associations agréées dans le cadre de missions officielles ou de recherche scientifique et les activités exercées par les institutions scientifiques agréées dans le cadre de la recherche scientifique, ne relèvent pas de liens professionnels ou commerciaux dans le cadre de cet article.
  § 2. Un AR-coach reconnu ne peut pas conclure une convention d'épidémiosurveillance conformément à l'article 3 de l'arrêté royal du 20 mai 2022 instituant une surveillance épidémiologique dans les établissements où sont détenus certains animaux avec un établissement ou un troupeau qu'il encadre ou qu'il a encadré dans les douze derniers mois.
Art.12. § 1. Bij de Dienst wordt een evaluatiecommissie voor de erkende AR-coaches opgericht. Deze commissie is belast met:
  1° het onderzoeken van klachten over of overtredingen van de erkende AR-coach die gemeld werden volgens de richtlijnen gepubliceerd op de website van de FOD;
  2° het voorstellen van het al of niet schorsen of schrappen van de erkende AR-coach van de lijst bedoeld in artikel 7 en het vastleggen van de eventuele herintroductievoorwaarden op deze lijst;
  3° het instaan voor het secretariaat en het elektronisch archiveren van deze dossiers.
  § 2. Deze commissie bestaat in functie van de taalrol van de betrokken erkende AR-coach uit:
  1° een jurist van de FOD en een dierenarts van de Dienst,
  2° een dierenarts van het FAVV,
  3° een dierenarts van het FAGG,
  4° een wetenschappelijk expert,
  5° een vertegenwoordiger van de Nederlandstalige of Franstalige Gewestelijke Raad van de Orde der dierenartsen.
  De leden onder punt 1 tot en met 4 moeten aanwezig zijn om een advies te kunnen formuleren.
  § 3. De evaluatiecommissie kan, in de behandeling van een klacht:
  1° de betrokken AR-coach verzoeken alle documenten mee te delen die betrekking hebben op de bedrijfsaudit die de AR-coach uitvoert, inclusief het bedrijfsgezondheidsplan, en op de verdere opvolging en evaluatie van de genomen maatregelen;
  2° de onpartijdigheid van de betrokken AR-coach onderzoeken, zoals voorgeschreven in artikel 11;
  3° in het kader van het onderzoek, de Sanitel-databank raadplegen ten einde na te gaan welke overeenkomsten de betrokken AR-coach gesloten heeft.
  § 4. De Dienst beslist op basis van het advies van de evaluatiecommissie of de erkende AR-coach al of niet geschorst of geschrapt wordt van de lijst van erkende AR-coaches en stelt indien van toepassing, de herintroductievoorwaarden op.
  § 5. Op basis van het advies van de evaluatiecommissie en indien de feiten het rechtvaardigen, schorst of schrapt de Dienst de betrokken dierenarts van de officiële lijst van erkende AR-coaches, na de AR-coach hier voorafgaandelijk per aangetekend schrijven van op de hoogte te hebben gebracht.
  § 6. Een erkende AR-coach die geschorst of geschrapt wordt van de officiële lijst van erkende AR-coaches:
  a) brengt onverwijld de exploitanten waarmee hij een contract als erkende AR-coach heeft van deze schorsing of schrapping op de hoogte;
  b) werkt mee aan de overdracht om de continuïteit van de coaching te garanderen.
  § 7. De onder dit artikel verwerkte gegevens worden maximaal voor een periode van vijf jaar bewaard na datum van het aangetekend schrijven van de Dienst aan de erkende AR-coach aangaande de beslissing van de Dienst. Gegevens over een schorsing of schrapping worden voor een periode van tien jaar bewaard.
Art.12. § 1er. Il est instauré auprès du Service une commission d'évaluation des AR-coachs reconnus. Cette commission est chargée :
  1° d'examiner les plaintes concernant ou les violations commises par l'AR-coach reconnu, notifiées selon les lignes directrices publiées sur le site web du SPF;
  2° de proposer ou non la suspension ou le retrait de l'AR-coach reconnu de la liste visée à l'article 7 et de fixer d'éventuelles conditions de réintégration sur cette liste;
  3° d'assurer le secrétariat et l'archivage électronique de ces dossiers.
  § 2. Cette commission est constituée en fonction du rôle linguistique de l'AR-coach reconnu concerné :
  1° d'un juriste du SPF et d'un vétérinaire du Service,
  2° d'un vétérinaire de l'AFSCA,
  3° d'un vétérinaire de l'AFMPS,
  4° d'un expert scientifique,
  5° d'un représentant du Conseil Régional néerlandophone ou francophone de l'Ordre Vétérinaire.
  Les membres répertoriés sous les points 1 jusqu'à 4 doivent être présents pour pouvoir formuler un avis.
  § 3. La commission d'évaluation peut, dans le cadre du traitement d'une plainte :
  1° demander à l'AR- coach concerné de fournir tous les documents relatifs à l'audit d'exploitation réalisé par l'AR-coach, y compris le plan de santé de l'exploitation, ainsi qu'au suivi et à l'évaluation ultérieurs des mesures prises ;
  2° enquêter sur l'impartialité de l'AR-coach concerné, comme prescrit à l'article 11 ;
  3° dans le cadre de l'enquête, consulter la base de données Sanitel afin de déterminer quelles conventions l'AR-coach a conclu.
  § 4. Sur la base de l'avis de la commission d'évaluation, le Service décide si l'AR-coach reconnu sera ou non suspendu ou retiré de la liste des AR-coachs reconnus et, le cas échéant, établit les conditions de réintégration.
  § 5. Si les faits le justifient, le Service, sur base de l'avis de la Commission d'évaluation des AR-coachs, suspend ou supprime le vétérinaire en cause de la liste officielle des AR-coachs reconnus après en avoir informé au préalable l'AR-coach par courrier recommandé.
  § 6. L'AR-coach reconnu qui est suspendu ou supprimé de la liste officielle des AR-coachs reconnus :
  a) informe sans délai les opérateurs avec lesquels il a un contrat comme AR-coach reconnu de cette suspension ou suppression ;
  b) coopère au transfert pour garantir la continuité du coaching.
  § 7. Les données traitées au titre du présent article seront conservées pendant une durée maximale de cinq ans après la date du courrier recommandé du Service au AR-coach reconnu faisant état de la décision du Service. Les données relatives à une suspension ou à un retrait sont conservées pendant une durée de dix ans.
HOOFDSTUK 5. - Vergoeding
CHAPITRE 5. - Rémunération
Art.13. § .1. Binnen de perken van het toegekende begrotingskrediet ontvangt de erkende AR-coach, na het afsluiten van het eerste contract als AR-coach, een éénmalige vergoeding van 500 euro btw inbegrepen voor de tijd besteed aan het volgen van de in artikel 7 beschreven opleiding. De erkende AR-coach dient hiervoor een elektronische aanvraag in bij de Dienst met vermelding van naam en voornaam, Ordenummer, adres, ondernemingsnummer en bankrekeningnummer, samen met een elektronische kopie van het coaching contract, volgens de modaliteiten zoals gepubliceerd op de website van de Dienst.
  De aanvraag wordt ingediend in het kalenderjaar dat het contract werd ondertekend. Na 1 december 2025 kunnen geen aanvragen meer worden ingediend.
  De aanvragen voor contracten die ondertekend werden voor de publicatie van dit besluit worden binnen de vier maanden na publicatie van dit besluit overgemaakt aan de Dienst.
  § 2. De Dienst bewaart de volgens paragraaf 1 ontvangen gegevens voor een periode van twee jaar. De gegevens worden enkel gebruikt voor de toekenning van de onder paragraaf 1 voorziene vergoeding.
Art.13. § 1er. Dans les limites de l'enveloppe budgétaire allouée et après la conclusion du premier contrat comme AR-coach, l'AR-coach reconnu recevra une rémunération unique de 500 euros T.V.A. incluse pour le temps consacré à sa participation à la formation décrite à l'article 7. L'AR-coach reconnu soumet une demande électronique à cet effet, indiquant ses nom et prénom, son numéro d'Ordre, son adresse, son numéro d'entreprise et son numéro de compte bancaire, accompagnée d'une copie électronique du contrat du coaching, au Service selon les modalités publiées sur le site web du Service.
  La demande est soumise dans l'année civile dans laquelle le contrat du coaching est signé. Aucune demande ne peut être soumise après le 1er décembre 2025.
  Les demandes pour les contrats qui étaient signés avant la publication de cet arrêté sont soumises au Service dans les quatre mois après publication de cet arrêté.
  § 2. Le Service conserve les données reçues conformément au paragraphe 1er pendant une durée de deux ans. Les données ne seront utilisées que pour l'attribution de l'indemnisation prévue au paragraphe 1er.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Art.14. De minister bevoegd voor de Veiligheid van de voedselketen en de minister bevoegd voor de Volksgezondheid kunnen de bijlagen bij dit besluit wijzigen.
Art.14. Le ministre qui a la Sécurité de la chaîne alimentaire dans ses attributions et le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions peuvent modifier les annexes du présent arrêté.
Art.15. De minister bevoegd voor de Veiligheid van de voedselketen en de minister bevoegd voor de Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.15. Le ministre qui a la Sécurité de la chaîne alimentaire dans ses attributions et le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2024, p. 143799)
Art. N1.   (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-12-2024, p. 143801)
Art. N2.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2024, p. 143803)
Art. N2.   (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-12-2024, p. 143804)
Art. N3.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2024, p. 143805)
Art. N3.   (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-12-2024, p. 143806)