Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
6 JUNI 2024. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers
Titre
6 JUIN 2024. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à la formation professionnelle des chercheurs d'emploi et des travailleurs
Informations sur le document
Numac: 2024009913
Datum: 2024-06-06
Info du document
Numac: 2024009913
Date: 2024-06-06
Table des matières
Tekst (35)
Texte (35)
HOOFDSTUK 1. - Algemeen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. Dit besluit regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 ervan.
Article 1er. Le présent arrêté règle, en partie, une matière visée à l'article 127 de la Constitution, en application de l'article 138 de celle-ci.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° het decreet van 6 mei 1999: het decreet van 6 mei 1999betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi";
2° "FOREm": de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999;
3° de kandidaat-stagiair: de individuele gebruiker in de zin van artikel 1 bis, 1°, van het decreet van 6 mei 1999, die een beroepsopleiding wenst te volgen en die zich in een proces bevindt om tot een beroepsopleiding te worden toegelaten;
4° de stagiair: de particuliere gebruiker in de zin van artikel 1 bis, 1°, van het decreet van 6 mei 1999 die, na authentificatie, een beroepsopleiding volgt in de zin van dit besluit;
5° de werknemer: de werknemer bedoeld in artikel 1 bis, 3°, van het decreet van 6 mei 1999;
6° de verblijfplaats; de verblijfplaats in de zin van artikel 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;
7° de werkzoekende: elke werkzoekende in de zin van artikel 1 bis, 2°, van het decreet van 6 mei 1999;
8° de opleidingsverstrekker: de persoon bedoeld in artikel 5 of elke andere rechtspersoon of natuurlijke persoon die een dienst verleent, bedoeld in artikel 3;
9° de stage: een reële werksituatie op de werkplek gekoppeld aan een theoretische of praktische opleiding;
10° het opleidingstraject met meerdere operatoren: het overeenkomstig hoofdstuk 2 erkende opleidingstraject dat bestaat uit meerdere beroepsopleidingen of opleidingsmodules die worden verstrekt met de hulp van verschillende operatoren, waarvan er ten minste één wordt bedoeld in artikel 5;
11° de wet van 10 april 1971: de wet van 10 april 1971 inzake arbeidsongevallen;
12° de wet van 3 juli 1967: de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector
1° het decreet van 6 mei 1999: het decreet van 6 mei 1999betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi";
2° "FOREm": de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999;
3° de kandidaat-stagiair: de individuele gebruiker in de zin van artikel 1 bis, 1°, van het decreet van 6 mei 1999, die een beroepsopleiding wenst te volgen en die zich in een proces bevindt om tot een beroepsopleiding te worden toegelaten;
4° de stagiair: de particuliere gebruiker in de zin van artikel 1 bis, 1°, van het decreet van 6 mei 1999 die, na authentificatie, een beroepsopleiding volgt in de zin van dit besluit;
5° de werknemer: de werknemer bedoeld in artikel 1 bis, 3°, van het decreet van 6 mei 1999;
6° de verblijfplaats; de verblijfplaats in de zin van artikel 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;
7° de werkzoekende: elke werkzoekende in de zin van artikel 1 bis, 2°, van het decreet van 6 mei 1999;
8° de opleidingsverstrekker: de persoon bedoeld in artikel 5 of elke andere rechtspersoon of natuurlijke persoon die een dienst verleent, bedoeld in artikel 3;
9° de stage: een reële werksituatie op de werkplek gekoppeld aan een theoretische of praktische opleiding;
10° het opleidingstraject met meerdere operatoren: het overeenkomstig hoofdstuk 2 erkende opleidingstraject dat bestaat uit meerdere beroepsopleidingen of opleidingsmodules die worden verstrekt met de hulp van verschillende operatoren, waarvan er ten minste één wordt bedoeld in artikel 5;
11° de wet van 10 april 1971: de wet van 10 april 1971 inzake arbeidsongevallen;
12° de wet van 3 juli 1967: de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
1° le décret du 6 mai 1999 : le décret du 6 mai 1999 relatif à l'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi ;
2° le FOREm : l'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi, institué par le décret du 6 mai 1999 ;
3° le candidat-stagiaire : l'usager particulier au sens de l'article 1erbis, 1°, du décret du 6 mai 1999, qui désire suivre une formation professionnelle et qui se situe dans un processus d'admission à une formation professionnelle ;
4° le stagiaire : l'usager particulier au sens de l'article 1erbis, 1°, du décret du 6 mai 1999, qui après s'être authentifié, suit une formation professionnelle au sens du présent arrêté ;
5° le travailleur : le travailleur visé à l'article 1erbis, 3°, du décret du 6 mai 1999 ;
6° la résidence : la résidence au sens de l'article 1er de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes d'étranger et aux documents de séjour ;
7° le chercheur d'emploi : tout demandeur d'emploi au sens de l'article 1erbis, 2°, du décret du 6 mai 1999 ;
8° l'opérateur de formation : la personne, visée à l'article 5, ou tout autre personne morale ou physique qui dispense une prestation, visée à l'article 3 ;
9° le stage : la mise en situation réelle sur un lieu de travail en lien avec une formation théorique ou pratique ;
10° le parcours multi-opérateurs : le trajet de formation reconnu conformément au chapitre 2 comportant plusieurs formations professionnelles ou modules de formation dispensés avec le concours de différents opérateurs dont au moins un est visé à l'article 5 ;
11° la loi du 10 avril 1971 : la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail ;
12° la loi du 3 juillet 1967 : la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public.
1° le décret du 6 mai 1999 : le décret du 6 mai 1999 relatif à l'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi ;
2° le FOREm : l'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi, institué par le décret du 6 mai 1999 ;
3° le candidat-stagiaire : l'usager particulier au sens de l'article 1erbis, 1°, du décret du 6 mai 1999, qui désire suivre une formation professionnelle et qui se situe dans un processus d'admission à une formation professionnelle ;
4° le stagiaire : l'usager particulier au sens de l'article 1erbis, 1°, du décret du 6 mai 1999, qui après s'être authentifié, suit une formation professionnelle au sens du présent arrêté ;
5° le travailleur : le travailleur visé à l'article 1erbis, 3°, du décret du 6 mai 1999 ;
6° la résidence : la résidence au sens de l'article 1er de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes d'étranger et aux documents de séjour ;
7° le chercheur d'emploi : tout demandeur d'emploi au sens de l'article 1erbis, 2°, du décret du 6 mai 1999 ;
8° l'opérateur de formation : la personne, visée à l'article 5, ou tout autre personne morale ou physique qui dispense une prestation, visée à l'article 3 ;
9° le stage : la mise en situation réelle sur un lieu de travail en lien avec une formation théorique ou pratique ;
10° le parcours multi-opérateurs : le trajet de formation reconnu conformément au chapitre 2 comportant plusieurs formations professionnelles ou modules de formation dispensés avec le concours de différents opérateurs dont au moins un est visé à l'article 5 ;
11° la loi du 10 avril 1971 : la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail ;
12° la loi du 3 juillet 1967 : la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public.
Art.3. § 1. Binnen de grenzen van dit besluit en in de zin van artikel 27, 6°, van het besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wordt verstaan onder beroepsopleiding:
1° de volgende beroepsopleidingen:
a) het aanleren van een vak, een beroep of een functie;
b) de bijscholing in een vak, een beroep of een functie;
c) het verwerven van de noodzakelijke basisvaardigheden alsook de taalkundige en technische kennis voor de uitoefening van een vak, een beroep of een functie;
d) de beroepsomscholing, vervolmaking en uitbreiding van de vakkennis of de aanpassing ervan aan de ontwikkelingen binnen het vak, het beroep of de functie;
2° de volgende overkoepelende opleidingen:
a) een sollicitatietraining;
b) elke andere actie gericht op het verwerven van kennis, vaardigheden en gedrag die nodig zijn voor de oriëntatie of de integratie van de kandidaat-stagiair op de arbeidsmarkt;
a) de stages gegeven door de persoon bedoeld in artikel 5;
4° het opleidingstraject met meerdere operatoren;
5° de voorbereidende en begeleidende maatregelen voor kandidaat-stagiairs die deelnemen aan nationale beroepenwedstrijden en voor winnaars van deze wedstrijden die deelnemen aan internationale wedstrijden;
6° de certificerings- en validatietoetsen van de vaardigheden en de sectorale proeven die in het opleidingsprogramma zijn geïntegreerd.
De beroepsopleiding kan op afstand worden gegeven, vanuit de woonplaats van de stagiair of een andere door hem gekozen privélocatie of op een locatie van de persoon bedoeld in artikel 5, 1° tot 6°, overeenkomstig de artikelen 20, § 5, eerste lid, en 21, § 3.
§ 2. De stage bedoeld in paragraaf 1, 3°, maakt het voorwerp uit van een stageovereenkomst tussen het FOREm, de stagiair, de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 6°, en de stagegever waarin de doelstellingen, de duur, het programma en de aanwijzing van een natuurlijke persoon verbonden aan de stagegever die gedurende de hele duur van de stage optreedt als mentor, worden vermeld.
§ 3. De duur van de stage mag niet langer zijn dan de totale duur van het theoretische en praktische deel van de opleiding, met een maximum van zevenhonderdtwintig uur per jaar. De bakens voor de verdeling tussen het theoretische en praktische gedeelte van de opleiding en de stage worden vastgelegd volgens de specifieke pedagogische vereisten, hetzij in het opleidingsreferentiekader dat de documenten van het beroepsopleidingsproces vormt en waarin de pedagogische doelstellingen, de inhoud, het programma en de methodologie van de opleiding, de modules of de opleidingstrajecten met meerdere operatoren worden vastgelegd, hetzij in de overeenkomst die met de persoon wordt gesloten, vermeld in artikel 5, 2° tot 6°.
De duur bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op de alternerende opleiding bedoeld bij het decreet van 20 februari 2014 betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, noch op de bedrijfsopleiding bedoeld bij het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding.
§ 4. Wanneer de in het kader van een specifiek grensoverschrijdend of internationaal samenwerkingsproject opgezette beroepsopleiding geheel of gedeeltelijk in het buitenland plaatsvindt, met inbegrip van de stage, sluit FOREm een overeenkomst met de bevoegde openbare dienst voor werkgelegenheid of opleiding in de Staat waar de beroepsopleiding geheel of gedeeltelijk plaatsvindt, zodat deze dienst zorgt voor de erkenning van de beroepsopleiding als opleidingsstelsel in de zin van de wetgeving die van toepassing is op het grondgebied van bedoelde Staat. Indien nodig past FOREm het doel en de modaliteiten van de beroepsopleiding aan het toepasselijke stelsel van het Gastland aan, zodat het bij of krachtens deze afdeling bedoeld stelsel door de bevoegde overheidsinstanties van het Gastland als opleidingsstelsel wordt erkend.
Voor de uitvoering vanh et eerste lid, kan FOREm overeenkomsten sluiten met de bevoegde overheidsinstanties of instellingen en organisaties die actief zijn op het gebied van opleiding en die door bedoelde overheidsinstanties van het Gastland worden erkend.
1° de volgende beroepsopleidingen:
a) het aanleren van een vak, een beroep of een functie;
b) de bijscholing in een vak, een beroep of een functie;
c) het verwerven van de noodzakelijke basisvaardigheden alsook de taalkundige en technische kennis voor de uitoefening van een vak, een beroep of een functie;
d) de beroepsomscholing, vervolmaking en uitbreiding van de vakkennis of de aanpassing ervan aan de ontwikkelingen binnen het vak, het beroep of de functie;
2° de volgende overkoepelende opleidingen:
a) een sollicitatietraining;
b) elke andere actie gericht op het verwerven van kennis, vaardigheden en gedrag die nodig zijn voor de oriëntatie of de integratie van de kandidaat-stagiair op de arbeidsmarkt;
a) de stages gegeven door de persoon bedoeld in artikel 5;
4° het opleidingstraject met meerdere operatoren;
5° de voorbereidende en begeleidende maatregelen voor kandidaat-stagiairs die deelnemen aan nationale beroepenwedstrijden en voor winnaars van deze wedstrijden die deelnemen aan internationale wedstrijden;
6° de certificerings- en validatietoetsen van de vaardigheden en de sectorale proeven die in het opleidingsprogramma zijn geïntegreerd.
De beroepsopleiding kan op afstand worden gegeven, vanuit de woonplaats van de stagiair of een andere door hem gekozen privélocatie of op een locatie van de persoon bedoeld in artikel 5, 1° tot 6°, overeenkomstig de artikelen 20, § 5, eerste lid, en 21, § 3.
§ 2. De stage bedoeld in paragraaf 1, 3°, maakt het voorwerp uit van een stageovereenkomst tussen het FOREm, de stagiair, de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 6°, en de stagegever waarin de doelstellingen, de duur, het programma en de aanwijzing van een natuurlijke persoon verbonden aan de stagegever die gedurende de hele duur van de stage optreedt als mentor, worden vermeld.
§ 3. De duur van de stage mag niet langer zijn dan de totale duur van het theoretische en praktische deel van de opleiding, met een maximum van zevenhonderdtwintig uur per jaar. De bakens voor de verdeling tussen het theoretische en praktische gedeelte van de opleiding en de stage worden vastgelegd volgens de specifieke pedagogische vereisten, hetzij in het opleidingsreferentiekader dat de documenten van het beroepsopleidingsproces vormt en waarin de pedagogische doelstellingen, de inhoud, het programma en de methodologie van de opleiding, de modules of de opleidingstrajecten met meerdere operatoren worden vastgelegd, hetzij in de overeenkomst die met de persoon wordt gesloten, vermeld in artikel 5, 2° tot 6°.
De duur bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op de alternerende opleiding bedoeld bij het decreet van 20 februari 2014 betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, noch op de bedrijfsopleiding bedoeld bij het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding.
§ 4. Wanneer de in het kader van een specifiek grensoverschrijdend of internationaal samenwerkingsproject opgezette beroepsopleiding geheel of gedeeltelijk in het buitenland plaatsvindt, met inbegrip van de stage, sluit FOREm een overeenkomst met de bevoegde openbare dienst voor werkgelegenheid of opleiding in de Staat waar de beroepsopleiding geheel of gedeeltelijk plaatsvindt, zodat deze dienst zorgt voor de erkenning van de beroepsopleiding als opleidingsstelsel in de zin van de wetgeving die van toepassing is op het grondgebied van bedoelde Staat. Indien nodig past FOREm het doel en de modaliteiten van de beroepsopleiding aan het toepasselijke stelsel van het Gastland aan, zodat het bij of krachtens deze afdeling bedoeld stelsel door de bevoegde overheidsinstanties van het Gastland als opleidingsstelsel wordt erkend.
Voor de uitvoering vanh et eerste lid, kan FOREm overeenkomsten sluiten met de bevoegde overheidsinstanties of instellingen en organisaties die actief zijn op het gebied van opleiding en die door bedoelde overheidsinstanties van het Gastland worden erkend.
Art.3. § 1er. Dans les limites du présent arrêté et au sens de l'article 27, 6°, de l'arrêté du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, on entend par formation professionnelle :
1° les formations professionnalisantes suivantes :
a) l'apprentissage d'un métier, d'une profession ou d'une fonction ;
b) le recyclage dans un métier, une profession ou une fonction ;
c) l'acquisition des compétences de base ainsi que des connaissances linguistiques et techniques nécessaires requises pour l'exercice d'un métier, d'une profession ou d'une fonction ;
d) la reconversion professionnelle, le perfectionnement et l'extension des connaissances professionnelles ou leur adaptation aux développements dans le métier, la profession ou la fonction ;
2° les formations transversales suivantes :
a) la formation en vue de la recherche d'un emploi ;
b) toute autre action visant l'acquisition de connaissances, de compétences et de comportements nécessaires à l'orientation ou l'intégration sur le marché du travail du candidat-stagiaire ;
3° les stages dispensés par les personnes visées à l'article 5 ;
4° le parcours multi-opérateurs ;
5° les mesures préparatoires et d'encadrement des candidats-stagiaires aux compétitions nationales des métiers et des lauréats de ces compétitions aux épreuves des compétitions internationales ;
6° les épreuves de certification et de validation des compétences et les épreuves sectorielles intégrées dans le programme de formation.
La formation professionnelle peut être dispensée à distance, à partir de la résidence du stagiaire ou d'un autre lieu privé choisi par lui ou sur un site de la personne, visée à l'article 5, 1° à 6°, conformément aux articles 20, § 5, alinéa 1er, et 21, § 3.
§ 2. Le stage visé au paragraphe 1er, 3°, fait l'objet d'un contrat de stage entre le FOREm, le stagiaire, la personne visée à l'article 5, 2° à 6°, et le fournisseur de stage reprenant ses objectifs, sa durée, son programme et la désignation d'une personne physique liée au fournisseur de stage qui exerce une mission de tuteur pendant toute la durée du stage.
§ 3. La durée du stage ne peut pas excéder la durée totale de la partie théorique et pratique de la formation avec une durée maximum de sept cent vingt heures par année. Les balises de répartition entre la partie théorique et pratique de la formation et le stage sont fixées en fonction des spécificités pédagogiques, soit dans le référentiel de formation qui constitue les documents dans le cadre du processus de formation professionnelle, définissant les objectifs pédagogiques, le contenu, le programme et la méthodologie de la formation, des modules ou des parcours multi-opérateurs, soit dans la convention conclue avec la personne, visée à l'article 5, 2° à 6°.
La durée prévue à l'alinéa 1er ne s'applique pas à la formation alternée visée par le décret du 20 février 2014 relatif à la formation alternée pour les demandeurs d'emploi et modifiant le décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant ni la formation professionnelle en entreprise visée par le décret du 4 avril 2019 relatif à la formation professionnelle individuelle.
§ 4. Lorsque la formation professionnelle construite dans le cadre d'un projet spécifique de coopération transfrontalière ou internationale se déroule à l'étranger, en tout ou en partie, en ce compris le stage, le FOREm conventionne avec le service public de l'emploi ou de la formation compétent dans l'Etat où se déroule tout ou partie de la formation professionnelle pour que ce dernier assure la reconnaissance de la formation professionnelle en tant que dispositif de formation au sens de la législation applicable sur le territoire de cet Etat. Si nécessaire, le FOREm adapte l'objet et les modalités de la formation professionnelle au régime de l'Etat d'accueil applicable pour que le dispositif prévu par ou en vertu de la présente section soit reconnu comme dispositif de formation par les autorités publiques compétentes de l'Etat d'accueil.
Pour l'exécution de l'alinéa 1er, le FOREm peut conclure des accords avec les autorités publiques compétentes ou les institutions et les organisations actives en matière de formation, reconnues par ces autorités publiques de l'Etat d'accueil.
1° les formations professionnalisantes suivantes :
a) l'apprentissage d'un métier, d'une profession ou d'une fonction ;
b) le recyclage dans un métier, une profession ou une fonction ;
c) l'acquisition des compétences de base ainsi que des connaissances linguistiques et techniques nécessaires requises pour l'exercice d'un métier, d'une profession ou d'une fonction ;
d) la reconversion professionnelle, le perfectionnement et l'extension des connaissances professionnelles ou leur adaptation aux développements dans le métier, la profession ou la fonction ;
2° les formations transversales suivantes :
a) la formation en vue de la recherche d'un emploi ;
b) toute autre action visant l'acquisition de connaissances, de compétences et de comportements nécessaires à l'orientation ou l'intégration sur le marché du travail du candidat-stagiaire ;
3° les stages dispensés par les personnes visées à l'article 5 ;
4° le parcours multi-opérateurs ;
5° les mesures préparatoires et d'encadrement des candidats-stagiaires aux compétitions nationales des métiers et des lauréats de ces compétitions aux épreuves des compétitions internationales ;
6° les épreuves de certification et de validation des compétences et les épreuves sectorielles intégrées dans le programme de formation.
La formation professionnelle peut être dispensée à distance, à partir de la résidence du stagiaire ou d'un autre lieu privé choisi par lui ou sur un site de la personne, visée à l'article 5, 1° à 6°, conformément aux articles 20, § 5, alinéa 1er, et 21, § 3.
§ 2. Le stage visé au paragraphe 1er, 3°, fait l'objet d'un contrat de stage entre le FOREm, le stagiaire, la personne visée à l'article 5, 2° à 6°, et le fournisseur de stage reprenant ses objectifs, sa durée, son programme et la désignation d'une personne physique liée au fournisseur de stage qui exerce une mission de tuteur pendant toute la durée du stage.
§ 3. La durée du stage ne peut pas excéder la durée totale de la partie théorique et pratique de la formation avec une durée maximum de sept cent vingt heures par année. Les balises de répartition entre la partie théorique et pratique de la formation et le stage sont fixées en fonction des spécificités pédagogiques, soit dans le référentiel de formation qui constitue les documents dans le cadre du processus de formation professionnelle, définissant les objectifs pédagogiques, le contenu, le programme et la méthodologie de la formation, des modules ou des parcours multi-opérateurs, soit dans la convention conclue avec la personne, visée à l'article 5, 2° à 6°.
La durée prévue à l'alinéa 1er ne s'applique pas à la formation alternée visée par le décret du 20 février 2014 relatif à la formation alternée pour les demandeurs d'emploi et modifiant le décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant ni la formation professionnelle en entreprise visée par le décret du 4 avril 2019 relatif à la formation professionnelle individuelle.
§ 4. Lorsque la formation professionnelle construite dans le cadre d'un projet spécifique de coopération transfrontalière ou internationale se déroule à l'étranger, en tout ou en partie, en ce compris le stage, le FOREm conventionne avec le service public de l'emploi ou de la formation compétent dans l'Etat où se déroule tout ou partie de la formation professionnelle pour que ce dernier assure la reconnaissance de la formation professionnelle en tant que dispositif de formation au sens de la législation applicable sur le territoire de cet Etat. Si nécessaire, le FOREm adapte l'objet et les modalités de la formation professionnelle au régime de l'Etat d'accueil applicable pour que le dispositif prévu par ou en vertu de la présente section soit reconnu comme dispositif de formation par les autorités publiques compétentes de l'Etat d'accueil.
Pour l'exécution de l'alinéa 1er, le FOREm peut conclure des accords avec les autorités publiques compétentes ou les institutions et les organisations actives en matière de formation, reconnues par ces autorités publiques de l'Etat d'accueil.
Art.4. De kandidaat-stagiair kan een beroepsopleiding volgen als hij:
1° een werkzoekende is;
2° een werknemer is die op eigen initiatief, voor zijn persoonlijke behoeften en buiten zijn werktijd een beroepsopleiding wenst te volgen, met uitsluiting van zelfstandigen;
3° een werkzoekende is, ingeschreven bij een andere gewestelijke openbare dienst voor tewerkstelling dan FOREm, na contact te hebben opgenomen met de bevoegde gewestelijke openbare opleidingsdienst van het gebied waar hij/zij verblijft, om zijn/haar opleidingsproject te valideren;
4° een grensoverschrijdende werkzoekende is die is ingeschreven voor een opleiding in het kader van een specifiek grensoverschrijdend samenwerkingsproject en wiens beroepsopleidingscontract wordt betaald door de openbare dienst voor tewerkstelling of opleiding of door een bevoegde opleidingsverstrekker in zijn/haar land die een voorafgaande samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met FOREm;
5° een sociaal verzekerde die arbeidsongeschikt is en die door FOREm wordt gedekt in het kader van een overeenkomst met het "Institut national d'assurance maladie-invalidité" (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) met als doel langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.
De kandidaat-stagiairs bedoeld in het eerste lid hebben gratis toegang tot beroepsopleiding.
FOREm controleert of de kandidaat-stagiairs, als werkzoekenden ingeschreven bij FOREm, met uitzondering van de kandidaat-stagiair bedoeld in het eerste lid, 2°, in aanmerking komen om de beroepsopleidingsovereenkomst te ondertekenen.
1° een werkzoekende is;
2° een werknemer is die op eigen initiatief, voor zijn persoonlijke behoeften en buiten zijn werktijd een beroepsopleiding wenst te volgen, met uitsluiting van zelfstandigen;
3° een werkzoekende is, ingeschreven bij een andere gewestelijke openbare dienst voor tewerkstelling dan FOREm, na contact te hebben opgenomen met de bevoegde gewestelijke openbare opleidingsdienst van het gebied waar hij/zij verblijft, om zijn/haar opleidingsproject te valideren;
4° een grensoverschrijdende werkzoekende is die is ingeschreven voor een opleiding in het kader van een specifiek grensoverschrijdend samenwerkingsproject en wiens beroepsopleidingscontract wordt betaald door de openbare dienst voor tewerkstelling of opleiding of door een bevoegde opleidingsverstrekker in zijn/haar land die een voorafgaande samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met FOREm;
5° een sociaal verzekerde die arbeidsongeschikt is en die door FOREm wordt gedekt in het kader van een overeenkomst met het "Institut national d'assurance maladie-invalidité" (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) met als doel langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.
De kandidaat-stagiairs bedoeld in het eerste lid hebben gratis toegang tot beroepsopleiding.
FOREm controleert of de kandidaat-stagiairs, als werkzoekenden ingeschreven bij FOREm, met uitzondering van de kandidaat-stagiair bedoeld in het eerste lid, 2°, in aanmerking komen om de beroepsopleidingsovereenkomst te ondertekenen.
Art.4. Le candidat stagiaire peut recevoir une formation professionnelle s'il est :
1° un chercheur d'emploi ;
2° un travailleur qui désire suivre une formation professionnelle de sa propre initiative, pour ses besoins personnels et en dehors de ses heures de travail, à l'exclusion du travailleur indépendant ;
3° un chercheur d'emploi inscrit auprès d'un autre service public régional de l'emploi que le FOREm, après s'être adressé auprès du service public régional de formation compétent sur le territoire duquel se situe sa résidence, pour valider son projet de formation ;
4° un chercheur d'emploi frontalier inscrit dans une formation dans le cadre d'un projet spécifique de coopération transfrontalière dont le contrat de formation professionnelle est pris en charge par le service public de l'emploi ou de la formation ou par un opérateur de formation compétent de son pays qui signe préalablement une convention de collaboration avec le FOREm ;
5° un assuré social en incapacité de travail pris en charge par le FOREm dans le cadre d'une convention avec l'Institut national d'assurance maladie-invalidité en vue de la remise au travail des malades de longue durée.
Les candidats-stagiaires visés à l'alinéa 1er accèdent gratuitement à la formation professionnelle.
Le FOREm vérifie l'éligibilité des candidats-stagiaires, en tant que demandeurs d'emploi inscrits au FOREm, à l'exception du candidat-stagiaire, visé à l'alinéa 1er, 2°, à la signature du contrat de formation professionnelle
1° un chercheur d'emploi ;
2° un travailleur qui désire suivre une formation professionnelle de sa propre initiative, pour ses besoins personnels et en dehors de ses heures de travail, à l'exclusion du travailleur indépendant ;
3° un chercheur d'emploi inscrit auprès d'un autre service public régional de l'emploi que le FOREm, après s'être adressé auprès du service public régional de formation compétent sur le territoire duquel se situe sa résidence, pour valider son projet de formation ;
4° un chercheur d'emploi frontalier inscrit dans une formation dans le cadre d'un projet spécifique de coopération transfrontalière dont le contrat de formation professionnelle est pris en charge par le service public de l'emploi ou de la formation ou par un opérateur de formation compétent de son pays qui signe préalablement une convention de collaboration avec le FOREm ;
5° un assuré social en incapacité de travail pris en charge par le FOREm dans le cadre d'une convention avec l'Institut national d'assurance maladie-invalidité en vue de la remise au travail des malades de longue durée.
Les candidats-stagiaires visés à l'alinéa 1er accèdent gratuitement à la formation professionnelle.
Le FOREm vérifie l'éligibilité des candidats-stagiaires, en tant que demandeurs d'emploi inscrits au FOREm, à l'exception du candidat-stagiaire, visé à l'alinéa 1er, 2°, à la signature du contrat de formation professionnelle
Art.5. Binnen de grenzen bedoeld in voorkomend geval bij het decreet tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de personen bedoeld in 4° en met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in dit besluit, kunnen de activiteiten bedoeld in artikel 3 worden verstrekt door de volgende natuurlijke of rechtspersonen:
1° "FOREm":
a) een beroepsopleidingscentrum dat deel uitmaakt van FOREm;
b) een kenniscentrum zoals bedoeld in artikel 1bis, eerste lid, 7°, van het decreet van 6 mei 1999, in eigen beheer;
2° een kenniscentrum zoals bedoeld in artikel 1bis, eerste lid, 7°, van het decreet van 6 mei 1999, met rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 7bis, § 3, van het decreet van 6 mei 1999
3° een derde op wie FOREm een beroep doet krachtens artikel 7 van het decreet van 6 mei 1999, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de betrokken derde regelen;
4° een derde-operator wanneer de activering van de beroepsopleidingsovereenkomst wordt vastgesteld bij of krachtens een decreet dat de goedkeuring en subsidiëring ervan organiseert;
5° een derde die een erkenning heeft gekregen voor de opleidingen die hij organiseert voor werkzoekenden, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de erkenningsbeslissing genomen door FOREm krachtens hoofdstuk 5;
6° een onderwijsinstelling overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de kaderovereenkomst of in de specifieke samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen FOREm en de betrokken overheden die het Onderwijs vertegenwoordigen;
7° een vennootschap overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de overeenkomst gesloten tussen FOREm en de onderneming of in de overeenkomst gesloten tussen de onderneming en de andere personen bedoeld in 2° tot 6°.
1° "FOREm":
a) een beroepsopleidingscentrum dat deel uitmaakt van FOREm;
b) een kenniscentrum zoals bedoeld in artikel 1bis, eerste lid, 7°, van het decreet van 6 mei 1999, in eigen beheer;
2° een kenniscentrum zoals bedoeld in artikel 1bis, eerste lid, 7°, van het decreet van 6 mei 1999, met rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 7bis, § 3, van het decreet van 6 mei 1999
3° een derde op wie FOREm een beroep doet krachtens artikel 7 van het decreet van 6 mei 1999, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de betrokken derde regelen;
4° een derde-operator wanneer de activering van de beroepsopleidingsovereenkomst wordt vastgesteld bij of krachtens een decreet dat de goedkeuring en subsidiëring ervan organiseert;
5° een derde die een erkenning heeft gekregen voor de opleidingen die hij organiseert voor werkzoekenden, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de erkenningsbeslissing genomen door FOREm krachtens hoofdstuk 5;
6° een onderwijsinstelling overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de kaderovereenkomst of in de specifieke samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen FOREm en de betrokken overheden die het Onderwijs vertegenwoordigen;
7° een vennootschap overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de overeenkomst gesloten tussen FOREm en de onderneming of in de overeenkomst gesloten tussen de onderneming en de andere personen bedoeld in 2° tot 6°.
Art.5. Dans le respect des limites prévues le cas échéant par le décret organisant l'agrément et le subventionnement des personnes visées au 4° et dans le respect des conditions prévues dans le présent arrêté, les activités, visées à l'article 3, peuvent être dispensées par les personnes physiques ou morales suivantes :
1° le FOREm :
a) un centre de formation professionnelle faisant partie du FOREm ;
b) un centre de compétence tel que défini à l'article 1erbis, alinéa 1er, 7°, du décret du 6 mai 1999, en gestion propre ;
2° un centre de compétence tel que défini à l'article 1erbis, alinéa 1er, 7°, du décret du 6 mai 1999, doté de la personnalité juridique en application de l'article 7bis, § 3, du décret du 6 mai 1999 ;
3° un tiers auquel le FOREm recourt en vertu de l'article 7 du décret du 6 mai 1999 selon les conditions et modalités visées dans les actes juridiques régissant les relations entre le FOREm et le tiers concerné ;
4° un opérateur-tiers lorsque l'activation du contrat de formation professionnelle est établie par ou en vertu d'un décret organisant son agrément et son subventionnement ;
5° un tiers ayant obtenu une reconnaissance pour la formation qu'il organise à destination des chercheurs d'emploi, selon les conditions et les modalités visées dans la décision de reconnaissance prise par le FOREm en vertu du chapitre 5 ;
6° un établissement d'enseignement selon les conditions et les modalités visées dans la convention cadre ou dans la convention spécifique de coopération conclue entre le FOREm et les autorités concernées représentant l'Enseignement ;
7° une entreprise selon les conditions et les modalités visées dans la convention conclue entre le FOREm et l'entreprise ou dans la convention conclue entre l'entreprise et les autres personnes visées aux 2° à 6°.
1° le FOREm :
a) un centre de formation professionnelle faisant partie du FOREm ;
b) un centre de compétence tel que défini à l'article 1erbis, alinéa 1er, 7°, du décret du 6 mai 1999, en gestion propre ;
2° un centre de compétence tel que défini à l'article 1erbis, alinéa 1er, 7°, du décret du 6 mai 1999, doté de la personnalité juridique en application de l'article 7bis, § 3, du décret du 6 mai 1999 ;
3° un tiers auquel le FOREm recourt en vertu de l'article 7 du décret du 6 mai 1999 selon les conditions et modalités visées dans les actes juridiques régissant les relations entre le FOREm et le tiers concerné ;
4° un opérateur-tiers lorsque l'activation du contrat de formation professionnelle est établie par ou en vertu d'un décret organisant son agrément et son subventionnement ;
5° un tiers ayant obtenu une reconnaissance pour la formation qu'il organise à destination des chercheurs d'emploi, selon les conditions et les modalités visées dans la décision de reconnaissance prise par le FOREm en vertu du chapitre 5 ;
6° un établissement d'enseignement selon les conditions et les modalités visées dans la convention cadre ou dans la convention spécifique de coopération conclue entre le FOREm et les autorités concernées représentant l'Enseignement ;
7° une entreprise selon les conditions et les modalités visées dans la convention conclue entre le FOREm et l'entreprise ou dans la convention conclue entre l'entreprise et les autres personnes visées aux 2° à 6°.
Art.6. § 1. De beroepsopleiding kan voltijds of deeltijds gevolgd worden.
Een voltijdse beroepsopleiding komt overeen met:
1° hetzij een minimum van 35 uur opleiding per week;
2° hetzij, als het gaat om een persoon bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, het aantal uren voltijdse tewerkstelling in de onderneming of, in voorkomend geval, in de activiteitssector.
De opleiding duurt niet langer dan veertig uur per week.
Een beroepsopleidingsovereenkomst wordt gesloten wanneer de beroepsopleiding langer duurt dan één dag.
§ 2. De opleiding uitgevoerd in het kader van de filière "Entreprise de formation par le travail" in de zin van artikel 2, 2°, b), van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling vindt plaats tijdens de werkuren van de onderneming.
Een voltijdse beroepsopleiding komt overeen met:
1° hetzij een minimum van 35 uur opleiding per week;
2° hetzij, als het gaat om een persoon bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, het aantal uren voltijdse tewerkstelling in de onderneming of, in voorkomend geval, in de activiteitssector.
De opleiding duurt niet langer dan veertig uur per week.
Een beroepsopleidingsovereenkomst wordt gesloten wanneer de beroepsopleiding langer duurt dan één dag.
§ 2. De opleiding uitgevoerd in het kader van de filière "Entreprise de formation par le travail" in de zin van artikel 2, 2°, b), van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling vindt plaats tijdens de werkuren van de onderneming.
Art.6. § 1er. La formation professionnelle peut être suivie à temps plein ou à temps partiel.
Une formation professionnelle suivie à temps plein correspond à :
1° soit, un minimum de 35 heures hebdomadaire de formation ;
2° soit, lorsqu'il s'agit d'une personne, visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, au nombre d'heures d'occupation à temps plein dans l'entreprise ou, à défaut, dans le secteur d'activité.
La formation n'excède pas quarante heures par semaine.
Un contrat de formation professionnel est conclu dès lors que la formation professionnelle dépasse une journée.
§ 2. La formation réalisée dans le cadre de la démarche " Entreprise de formation par le travail " au sens de l'article 2, 2°, b), du décret du 10 juillet 2013 relatif aux centres d'insertion socioprofessionnelle a lieu pendant les horaires de l'entreprise.
Une formation professionnelle suivie à temps plein correspond à :
1° soit, un minimum de 35 heures hebdomadaire de formation ;
2° soit, lorsqu'il s'agit d'une personne, visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, au nombre d'heures d'occupation à temps plein dans l'entreprise ou, à défaut, dans le secteur d'activité.
La formation n'excède pas quarante heures par semaine.
Un contrat de formation professionnel est conclu dès lors que la formation professionnelle dépasse une journée.
§ 2. La formation réalisée dans le cadre de la démarche " Entreprise de formation par le travail " au sens de l'article 2, 2°, b), du décret du 10 juillet 2013 relatif aux centres d'insertion socioprofessionnelle a lieu pendant les horaires de l'entreprise.
HOOFDSTUK 2. - Het opleidingstraject met meerdere operatoren
CHAPITRE 2. - Le parcours multi-opérateurs
Art.7. § 1. Er kan een vooraf bepaald opleidingstraject worden georganiseerd met de hulp van verschillende operatoren, waarvan er minstens één wordt bedoeld in artikel 5. Een traject wordt bepaald volgens een logica van modulair geïntegreerde trajecten gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden van werkzoekenden, bedoeld in artikel 4, om hun integratie op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.
Dit traject bestaat uit verschillende acties of opleidingsmodules, met de mogelijkheid om een of meer begeleidingsacties toe te voegen die door verschillende operators worden uitgevoerd.
Deze acties of opleidingsmodules kunnen opeenvolgend plaatsvinden om de voortgang in het opleidingstraject te garanderen.
Deze acties of trainingsmodules kunnen ook tegelijkertijd of afwisselend tussen de operatoren worden uitgevoerd om het opleidingstraject van de stagiair te verkorten.
§ 2. Elke persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, kan bij FOREm de erkenning van een opleidingstraject met meerdere operatoren aanvragen.
Het opleidingstraject met meerdere operatoren voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° het beantwoordt aan de werkgelegenheids- en opleidingsbehoeften van het (de) kwalificerend(e) onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidsgebied(en) waarin het wordt ingezet;
2° het heeft betrekking op de acties van minstens twee afzonderlijke privé of openbare operatoren die actief zijn op verschillende en aanvullende actiegebieden en die er op het einde van het traject voor zorgen dat de belemmeringen voor de inschakeling, de toegang tot kwalificerende opleidingen of de versterking van vaardigheden van een werkzoekende die al minstens twee jaar werkloos is of die over weinig kwalificaties beschikt en die niet meer heeft dan een getuigschrift van hoger secundair onderwijs, worden weggewerkt;
3° het beschikt over een plaatselijke verankering of biedt, in voorkomend geval, alternatieve acties om de mobiliteit van de stagiairs die aan het traject deelnemen, te vergemakkelijken;
4° het garandeert de stagiairs een vlotte overgang tussen elke module en elke operator;
5° het stelt voldoende menselijke en materiële middelen van hoge kwaliteit voor om de deelnemende stagiair te ondersteunen;
6° het wordt ondersteund door een methodologie en pedagogie en wordt georganiseerd volgens een tijdschema aangepast aan het doelpubliek en de doelstellingen;
7° het levert een reële, meetbare meerwaarde op in termen van inschakeling van de stagiair in de arbeidsmarkt, toegang tot kwalificerende opleidingen of de versterking van vaardigheden.
In afwijking van het tweede lid, 2°, kan FOREm een kandidaat-stagiair laten genieten van een opleidingstraject met meerdere operatoren door de relevantie van zijn/haar opleidingstraject met meerdere operatoren te beoordelen op basis van de analysecriteria bedoeld in artikel 39 van het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2022 tot uitvoering van het besluit van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden.
De aanvraag bedoeld in het eerste lid bevat het opportuniteitsadvies van de Instantie van de Regio voor kwalificerend Onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt bedoeld bij artikel 2 van het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2014 gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de uitvoering van de leefgebieden Kwalificerend Onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt.
De Regio-instantie bedoeld in het derde lid brengt advies uit binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om advies en motiveert haar advies op basis van minstens de volgende criteria:
1° de toegevoegde waarde van het voorgestelde partnerschap ten opzichte van de nagestreefde doelstellingen;
2° de schakels tussen stroomopwaarts, tijdens en stroomafwaarts van de actie tussen de operatoren die betrokken zijn bij het traject;
3° de mogelijkheid om het traject te repliceren, te bestendigen of te laten overnemen door andere operatoren binnen en buiten het doelgebied;
4° de verwachte resultaten van het traject.
FOREm stelt de betrokken operatoren in kennis van de beslissing met betrekking tot de aanvraag bedoeld in het eerste lid en stuurt een afschrift ervan naar de in het vierde lid 4 bedoelde Regio-Instantie.
Het opleidingstraject met meerdere operatoren maakt het voorwerp uit van een overeenkomst tussen de verschillende operatoren van het traject waarin de rechten en plichten van elk van hen zijn vastgelegd. Deze overeenkomst zal naar Forem worden gestuurd voor ondertekening van de beroepsopleidingsovereenkomst bedoeld in artikel 9, eerste lid.
§ 3. In het kader van het opleidingstraject met meerdere operatoren, voert FOREm de volgende opdrachten uit:
1° het coordineren van het traject;
2° het voorzien in een psychosociale en pedagogische begeleiding aan de werkzoekende;
3° de administratieve opvolging van de beroepsopleidingsovereenkomst.
Dit traject bestaat uit verschillende acties of opleidingsmodules, met de mogelijkheid om een of meer begeleidingsacties toe te voegen die door verschillende operators worden uitgevoerd.
Deze acties of opleidingsmodules kunnen opeenvolgend plaatsvinden om de voortgang in het opleidingstraject te garanderen.
Deze acties of trainingsmodules kunnen ook tegelijkertijd of afwisselend tussen de operatoren worden uitgevoerd om het opleidingstraject van de stagiair te verkorten.
§ 2. Elke persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, kan bij FOREm de erkenning van een opleidingstraject met meerdere operatoren aanvragen.
Het opleidingstraject met meerdere operatoren voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° het beantwoordt aan de werkgelegenheids- en opleidingsbehoeften van het (de) kwalificerend(e) onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidsgebied(en) waarin het wordt ingezet;
2° het heeft betrekking op de acties van minstens twee afzonderlijke privé of openbare operatoren die actief zijn op verschillende en aanvullende actiegebieden en die er op het einde van het traject voor zorgen dat de belemmeringen voor de inschakeling, de toegang tot kwalificerende opleidingen of de versterking van vaardigheden van een werkzoekende die al minstens twee jaar werkloos is of die over weinig kwalificaties beschikt en die niet meer heeft dan een getuigschrift van hoger secundair onderwijs, worden weggewerkt;
3° het beschikt over een plaatselijke verankering of biedt, in voorkomend geval, alternatieve acties om de mobiliteit van de stagiairs die aan het traject deelnemen, te vergemakkelijken;
4° het garandeert de stagiairs een vlotte overgang tussen elke module en elke operator;
5° het stelt voldoende menselijke en materiële middelen van hoge kwaliteit voor om de deelnemende stagiair te ondersteunen;
6° het wordt ondersteund door een methodologie en pedagogie en wordt georganiseerd volgens een tijdschema aangepast aan het doelpubliek en de doelstellingen;
7° het levert een reële, meetbare meerwaarde op in termen van inschakeling van de stagiair in de arbeidsmarkt, toegang tot kwalificerende opleidingen of de versterking van vaardigheden.
In afwijking van het tweede lid, 2°, kan FOREm een kandidaat-stagiair laten genieten van een opleidingstraject met meerdere operatoren door de relevantie van zijn/haar opleidingstraject met meerdere operatoren te beoordelen op basis van de analysecriteria bedoeld in artikel 39 van het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2022 tot uitvoering van het besluit van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden.
De aanvraag bedoeld in het eerste lid bevat het opportuniteitsadvies van de Instantie van de Regio voor kwalificerend Onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt bedoeld bij artikel 2 van het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2014 gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de uitvoering van de leefgebieden Kwalificerend Onderwijs - Vorming - Arbeidsmarkt.
De Regio-instantie bedoeld in het derde lid brengt advies uit binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om advies en motiveert haar advies op basis van minstens de volgende criteria:
1° de toegevoegde waarde van het voorgestelde partnerschap ten opzichte van de nagestreefde doelstellingen;
2° de schakels tussen stroomopwaarts, tijdens en stroomafwaarts van de actie tussen de operatoren die betrokken zijn bij het traject;
3° de mogelijkheid om het traject te repliceren, te bestendigen of te laten overnemen door andere operatoren binnen en buiten het doelgebied;
4° de verwachte resultaten van het traject.
FOREm stelt de betrokken operatoren in kennis van de beslissing met betrekking tot de aanvraag bedoeld in het eerste lid en stuurt een afschrift ervan naar de in het vierde lid 4 bedoelde Regio-Instantie.
Het opleidingstraject met meerdere operatoren maakt het voorwerp uit van een overeenkomst tussen de verschillende operatoren van het traject waarin de rechten en plichten van elk van hen zijn vastgelegd. Deze overeenkomst zal naar Forem worden gestuurd voor ondertekening van de beroepsopleidingsovereenkomst bedoeld in artikel 9, eerste lid.
§ 3. In het kader van het opleidingstraject met meerdere operatoren, voert FOREm de volgende opdrachten uit:
1° het coordineren van het traject;
2° het voorzien in een psychosociale en pedagogische begeleiding aan de werkzoekende;
3° de administratieve opvolging van de beroepsopleidingsovereenkomst.
Art.7. § 1er. Un parcours de formation prédéfini peut être organisé avec le concours de différents opérateurs dont au moins un est visé à l'article 5. Un parcours est défini selon une logique de filières intégrées modulaires visant l'acquisition de connaissances et de compétences des chercheurs d'emploi, visés à l'article 4, pour faciliter leur intégration sur le marché du travail.
Ce parcours est composé de plusieurs actions ou modules de formation avec la possibilité d'y ajouter une ou plusieurs actions d'accompagnement portées par plusieurs opérateurs.
Ces actions ou ces modules de formation peuvent se dérouler de manière consécutive pour assurer une progression dans le déroulement du trajet de formation.
Ces actions ou ces modules de formation peuvent également se dérouler de manière concomitante, soit de manière simultanée, soit de manière alternée entre opérateurs dans le but de raccourcir le trajet de formation du stagiaire.
§ 2. Chaque personne visée à l'article 5, 2° à 7°, peut demander au FOREm la reconnaissance d'un parcours multi-opérateurs.
Le parcours multi-opérateurs répond aux conditions suivantes :
1° il répond aux besoins d'emploi et de formation du ou des bassins de vie Enseignement qualifiant - Formation - Emploi sur lesquels il est déployé ;
2° il porte sur les actions de minimum deux opérateurs distincts privés ou publics, intervenant sur des champs d'action différents et complémentaires, assurant au terme du parcours, une levée des freins à l'insertion, l'accès à des formations qualifiantes ou le renforcement des compétences, d'un chercheur d'emploi inoccupé depuis deux ans au moins ou peu qualifié qui dispose au maximum du certificat d'enseignement secondaire supérieur ;
3° il présente un ancrage local et à défaut, propose des actions alternatives facilitant la mobilité des stagiaires inscrits dans le parcours ;
4° il garantit aux stagiaires la fluidité du parcours entre chaque module et chaque opérateur ;
5° il propose les moyens humains et matériels suffisants et de qualité pour soutenir le stagiaire qui participe ;
6° il est soutenu par une méthodologie, une pédagogie et il est organisé selon un calendrier adapté au public et aux objectifs visés ;
7° il apporte une réelle plus-value mesurable en termes d'insertion du stagiaire sur le marché du travail, d'accession aux formations qualifiantes ou de renforcement des compétences.
Par dérogation à l'alinéa 2, 2°, le FOREm peut faire bénéficier d'un parcours multi-opérateurs un candidat-stagiaire en évaluant la pertinence de son projet de parcours multi-opérateurs sur base des critères d'analyse visés à l'article 39 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 21 décembre 2022 portant exécution du décret du 12 novembre 2021 relatif à l'accompagnement orienté coaching et solutions des chercheurs d'emploi.
La demande, visée à l'alinéa 1er, contient un avis d'opportunité de l'Instance Bassin Enseignement qualifiant - Formation - Emploi, visée par l'article 2 de l'accord de coopération conclu le 20 mars 2014 entre la Communauté française et la Région wallonne et la Commission communautaire française relatif à la mise en oeuvre des bassins de vie Enseignement qualifiant - Formation - Emploi.
L'Instance bassin visée à l'alinéa 3 rend son avis dans un délai de deux mois à dater de la réception de la demande d'avis et motive son avis sur base au minimum des critères suivants :
1° la valeur ajoutée du partenariat proposé au regard des objectifs visés ;
2° les articulations prévues en amont, pendant et en aval de l'action entre les opérateurs intervenant dans le parcours ;
3° la possibilité de répliquer, de pérenniser ou de permettre une appropriation du parcours par d'autres opérateurs dans et hors du bassin visé ;
4° les résultats attendus par le parcours.
Le FOREm notifie la décision relative à la demande, visée à l'alinéa 1er, aux opérateurs concernés et en adresse une copie à l'Instance Bassin, visée à l'alinéa 4.
Le parcours multi-opérateurs fait l'objet d'une convention entre les différents opérateurs intervenant dans le parcours qui précise les droits et les obligations de chacun. Cette convention sera transmise au Forem pour la signature du contrat de formation professionnelle visé à l'article 9, alinéa 1er.
§ 3. Dans le cadre du parcours multi-opérateurs, le FOREm remplit les missions suivantes :
1° il coordonne le parcours ;
2° il effectue un accompagnement psychosocial et pédagogique du chercheur d'emploi ;
3° il procède au suivi administratif du contrat de formation professionnelle.
Ce parcours est composé de plusieurs actions ou modules de formation avec la possibilité d'y ajouter une ou plusieurs actions d'accompagnement portées par plusieurs opérateurs.
Ces actions ou ces modules de formation peuvent se dérouler de manière consécutive pour assurer une progression dans le déroulement du trajet de formation.
Ces actions ou ces modules de formation peuvent également se dérouler de manière concomitante, soit de manière simultanée, soit de manière alternée entre opérateurs dans le but de raccourcir le trajet de formation du stagiaire.
§ 2. Chaque personne visée à l'article 5, 2° à 7°, peut demander au FOREm la reconnaissance d'un parcours multi-opérateurs.
Le parcours multi-opérateurs répond aux conditions suivantes :
1° il répond aux besoins d'emploi et de formation du ou des bassins de vie Enseignement qualifiant - Formation - Emploi sur lesquels il est déployé ;
2° il porte sur les actions de minimum deux opérateurs distincts privés ou publics, intervenant sur des champs d'action différents et complémentaires, assurant au terme du parcours, une levée des freins à l'insertion, l'accès à des formations qualifiantes ou le renforcement des compétences, d'un chercheur d'emploi inoccupé depuis deux ans au moins ou peu qualifié qui dispose au maximum du certificat d'enseignement secondaire supérieur ;
3° il présente un ancrage local et à défaut, propose des actions alternatives facilitant la mobilité des stagiaires inscrits dans le parcours ;
4° il garantit aux stagiaires la fluidité du parcours entre chaque module et chaque opérateur ;
5° il propose les moyens humains et matériels suffisants et de qualité pour soutenir le stagiaire qui participe ;
6° il est soutenu par une méthodologie, une pédagogie et il est organisé selon un calendrier adapté au public et aux objectifs visés ;
7° il apporte une réelle plus-value mesurable en termes d'insertion du stagiaire sur le marché du travail, d'accession aux formations qualifiantes ou de renforcement des compétences.
Par dérogation à l'alinéa 2, 2°, le FOREm peut faire bénéficier d'un parcours multi-opérateurs un candidat-stagiaire en évaluant la pertinence de son projet de parcours multi-opérateurs sur base des critères d'analyse visés à l'article 39 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 21 décembre 2022 portant exécution du décret du 12 novembre 2021 relatif à l'accompagnement orienté coaching et solutions des chercheurs d'emploi.
La demande, visée à l'alinéa 1er, contient un avis d'opportunité de l'Instance Bassin Enseignement qualifiant - Formation - Emploi, visée par l'article 2 de l'accord de coopération conclu le 20 mars 2014 entre la Communauté française et la Région wallonne et la Commission communautaire française relatif à la mise en oeuvre des bassins de vie Enseignement qualifiant - Formation - Emploi.
L'Instance bassin visée à l'alinéa 3 rend son avis dans un délai de deux mois à dater de la réception de la demande d'avis et motive son avis sur base au minimum des critères suivants :
1° la valeur ajoutée du partenariat proposé au regard des objectifs visés ;
2° les articulations prévues en amont, pendant et en aval de l'action entre les opérateurs intervenant dans le parcours ;
3° la possibilité de répliquer, de pérenniser ou de permettre une appropriation du parcours par d'autres opérateurs dans et hors du bassin visé ;
4° les résultats attendus par le parcours.
Le FOREm notifie la décision relative à la demande, visée à l'alinéa 1er, aux opérateurs concernés et en adresse une copie à l'Instance Bassin, visée à l'alinéa 4.
Le parcours multi-opérateurs fait l'objet d'une convention entre les différents opérateurs intervenant dans le parcours qui précise les droits et les obligations de chacun. Cette convention sera transmise au Forem pour la signature du contrat de formation professionnelle visé à l'article 9, alinéa 1er.
§ 3. Dans le cadre du parcours multi-opérateurs, le FOREm remplit les missions suivantes :
1° il coordonne le parcours ;
2° il effectue un accompagnement psychosocial et pédagogique du chercheur d'emploi ;
3° il procède au suivi administratif du contrat de formation professionnelle.
Art.8. Stagiairs die een opleidingstraject met meerdere operatoren volgen, sluiten een beroepsopleidingscontract af met een operator die een opleidingstraject met meerdere operatoren aanbiedt, hierna de "ondersteunende operator" genoemd.
In dit kader, kunnen stagiairs verschillende opleidingen of opleidingsmodules tegelijk of na elkaar volgen.
In dit kader, kunnen stagiairs verschillende opleidingen of opleidingsmodules tegelijk of na elkaar volgen.
Art.8. Le stagiaire qui suit un parcours multi-opérateurs conclut un contrat de formation professionnelle auprès d'un opérateur qui propose un parcours multi-opérateurs, ci-après dénommé l'opérateur porteur.
Dans ce cadre, le stagiaire peut suivre plusieurs formations ou modules de formation concomitamment ou successivement.
Dans ce cadre, le stagiaire peut suivre plusieurs formations ou modules de formation concomitamment ou successivement.
Art.9. Het beroepsopleidingscontract wordt ondertekend door de ondersteunende operator van het opleidingstraject met meerdere operatoren, FOREm en de stagiair. Dit contract dekt het volledige opleidingstraject, acties met een rechtspersoon die niet bedoeld is in artikel 5, 1° tot 7° inbegrepen.
In het kader van de operationele dialoog worden besprekingen gevoerd tussen de operatoren die betrokken zijn bij het opleidingstraject met meerdere operatoen FOREm.
In het kader van de operationele dialoog worden besprekingen gevoerd tussen de operatoren die betrokken zijn bij het opleidingstraject met meerdere operatoen FOREm.
Art.9. Le contrat de formation professionnelle est signé par l'opérateur porteur du parcours multi-opérateurs, par le FOREm et le stagiaire. Ce contrat couvre l'ensemble du parcours de formation, en ce compris des actions auprès d'une personne morale non visée à l'article 5, 1° à 7°.
Dans le cadre du dialogue opérationnel, des échanges sont instaurés entre les opérateurs impliqués dans le parcours multi-opérateurs et le FOREm.
Dans le cadre du dialogue opérationnel, des échanges sont instaurés entre les opérateurs impliqués dans le parcours multi-opérateurs et le FOREm.
HOOFDSTUK 3. - De beroepsopleidingsovereenkomst
CHAPITRE 3. - Le contrat de formation professionnelle
Art.10. Elk persoon bedoeld in artikel 5 kan aan het sluiten van een beroepsopleidingsovereenkomst de voorwaarde verbinden dat de kandidaat-stagiair slaagt voor medische of psychotechnische onderzoeken in verband met de opleiding. In dit geval organiseert hijb deze onderzoeken en dekt de kosten ervan. In voorkomend geval kunnen de organisatie en de overname van de kosten worden gedeeld tussen verschillende personen bedoeld in artikel 5 overeenkomstig de tussen deze personen overeengekomen en geformaliseerde modaliteiten.
De in artikel 5 bedoelde persoon is verantwoordelijk voor de gezondheidsbeoordeling vóór aanvang van de opleiding bedoeld bij de wetten en reglementen betreffende het welzijn van de werknemers die van toepassing zijn op stagiairs in een beroepsopleiding.
De in artikel 5 bedoelde persoon is verantwoordelijk voor de gezondheidsbeoordeling vóór aanvang van de opleiding bedoeld bij de wetten en reglementen betreffende het welzijn van de werknemers die van toepassing zijn op stagiairs in een beroepsopleiding.
Art.10. Chaque personne visée à l'article 5 peut conditionner la conclusion d'un contrat de formation professionnelle à la réalisation par le candidat-stagiaire d'examens médicaux ou psychotechniques liés à la formation. Dans ce cas, elle organise ces examens et en assume les frais. Le cas échéant, l'organisation et la prise en charge des frais peuvent être partagées entre plusieurs personnes, visées à l'article 5, selon les modalités convenues et formalisées entre ces mêmes personnes.
La personne, visée à l'article 5, prend en charge l'évaluation de santé préalable à l'entrée en formation prévue par les législations et les réglementations relatives au bien-être des travailleurs applicables aux stagiaires en formation professionnelle.
La personne, visée à l'article 5, prend en charge l'évaluation de santé préalable à l'entrée en formation prévue par les législations et les réglementations relatives au bien-être des travailleurs applicables aux stagiaires en formation professionnelle.
Art.11. FOREm sluit met elke stagiair een beroepsopleidingsovereenkomst af voor aanvang van de beroepsopleiding.
De overeenkomst wordt schriftelijk afgesloten. Elke partij ontvangt een ondertekend exemplaar.
De in het eerste lid bedoelde overeenkomst kan geheel of gedeeltelijk op afstand worden gesloten door middel van elektronische authenticatie.
De overeenkomst wordt schriftelijk afgesloten. Elke partij ontvangt een ondertekend exemplaar.
De in het eerste lid bedoelde overeenkomst kan geheel of gedeeltelijk op afstand worden gesloten door middel van elektronische authenticatie.
Art.11. Le FOREm conclut un contrat de formation professionnelle avec chaque stagiaire avant le début de la formation professionnelle.
Le contrat est conclu par écrit. Chaque partie reçoit un exemplaire signé.
Le contrat, visé à l'alinéa 1er, peut être conclu, en tout ou en partie, à distance, au moyen d'une authentification électronique.
Le contrat est conclu par écrit. Chaque partie reçoit un exemplaire signé.
Le contrat, visé à l'alinéa 1er, peut être conclu, en tout ou en partie, à distance, au moyen d'une authentification électronique.
Art.12. § 1. De beroepsopleidingsovereenkomst bevat minstens de volgende gegevens:
1° de identiteit en woonplaats van de stagiair of, in voorkomend geval, een ander adres;
2° de begindatum van de opleiding, de vermoedelijke duur en het aantal dagen en uren opleiding per week;
3° de naam, het adres, de rechtsvorm en de gegevens van de contactpersoon van de persoon (-onen) bedoeld in artikel 5 die de beroepsopleiding organiseren;
4° een beschrijving van de opleiding alsook het doel en de plaats van de opleiding;
5° de vermelding van de eventuele toekenning van de vrijstelling van beschikbaarheid bedoeld in artikel 91 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en een uitleg van de gevolgen van de al dan niet toekenning van deze vrijstelling;
6° de rechten en plichten van de contracterende partijen.
De rechten en plichten bedoeld in 6° hebben in het bijzonder betrekking op:
1° de verplichtingen die uit dit besluit voortvloeien;
2° de voorwaarden voor deelname aan de beroepsopleiding;
3° maatregelen met betrekking tot de redenen voor schorsing van de beroepsopleidingsovereenkomst.
§ 2. Voor de door FOREm verstrekte beroepsopleidingen, wordt een huishoudelijk reglement opgesteld waarin met name de rechten en plichten van de stagiairs worden vastgelegd, zowel met betrekking tot de tuchtregeling die van toepassing is op de stagiair, als met betrekking tot de uitvoering van instructies en richtlijnen in verband met de taken die binnen het kader van de beroepsopleiding vallen.
Uiterlijk op de eerste dag van de opleiding ontvangt de stagiair een mededeling van het huishoudelijk reglement bedoeld in het eerste lid, of van het huishoudelijk reglement dat van toepassing is op de opleidingsplaats wanneer de beroepsopleiding wordt verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
Het huishoudelijk reglement wordt ook aangeplakt op een zichtbare plaats in de gebouwen waar de beroepsopleiding plaatsvindt.
1° de identiteit en woonplaats van de stagiair of, in voorkomend geval, een ander adres;
2° de begindatum van de opleiding, de vermoedelijke duur en het aantal dagen en uren opleiding per week;
3° de naam, het adres, de rechtsvorm en de gegevens van de contactpersoon van de persoon (-onen) bedoeld in artikel 5 die de beroepsopleiding organiseren;
4° een beschrijving van de opleiding alsook het doel en de plaats van de opleiding;
5° de vermelding van de eventuele toekenning van de vrijstelling van beschikbaarheid bedoeld in artikel 91 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en een uitleg van de gevolgen van de al dan niet toekenning van deze vrijstelling;
6° de rechten en plichten van de contracterende partijen.
De rechten en plichten bedoeld in 6° hebben in het bijzonder betrekking op:
1° de verplichtingen die uit dit besluit voortvloeien;
2° de voorwaarden voor deelname aan de beroepsopleiding;
3° maatregelen met betrekking tot de redenen voor schorsing van de beroepsopleidingsovereenkomst.
§ 2. Voor de door FOREm verstrekte beroepsopleidingen, wordt een huishoudelijk reglement opgesteld waarin met name de rechten en plichten van de stagiairs worden vastgelegd, zowel met betrekking tot de tuchtregeling die van toepassing is op de stagiair, als met betrekking tot de uitvoering van instructies en richtlijnen in verband met de taken die binnen het kader van de beroepsopleiding vallen.
Uiterlijk op de eerste dag van de opleiding ontvangt de stagiair een mededeling van het huishoudelijk reglement bedoeld in het eerste lid, of van het huishoudelijk reglement dat van toepassing is op de opleidingsplaats wanneer de beroepsopleiding wordt verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
Het huishoudelijk reglement wordt ook aangeplakt op een zichtbare plaats in de gebouwen waar de beroepsopleiding plaatsvindt.
Art.12. § 1er. Le contrat de formation professionnelle reprend, au minimum, les données suivantes :
1° l'identité et la résidence du stagiaire ou, le cas échéant, une autre adresse ;
2° la date de début de la formation, la durée présumée, le nombre de jours et d'heures de formation par semaine ;
3° les nom, adresse, forme juridique et les coordonnées de la personne de contact de la ou les personnes visées à l'article 5 qui organisent la formation professionnelle ;
4° une description de la formation ainsi que l'objectif et le lieu de formation ;
5° la mention de l'éventuel octroi de la dispense de disponibilité visée à l'article 91 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et une explication des conséquences de l'octroi ou non de cette dispense ;
6° les droits et les devoirs des parties contractantes.
Les droits et les devoirs visés au 6° se rapportent, notamment :
1° aux obligations découlant du présent arrêté ;
2° aux modalités de participation à la formation professionnelle ;
3° aux mesures relatives aux causes de suspension du contrat de formation professionnelle.
§ 2. Pour les formations professionnelles qu'il dispense, le FOREm établit un règlement d'ordre intérieur qui fixe notamment les droits et obligations des stagiaires, tant en ce qui concerne le régime disciplinaire applicable au stagiaire, qu'en ce qui concerne l'exécution des consignes et des directives par rapport aux tâches entrant dans le cadre de la formation professionnelle.
Le stagiaire reçoit au plus tard le premier jour de la formation une communication du règlement d'ordre intérieur, visé à l'alinéa 1er, ou celui applicable sur le lieu de formation lorsque la formation professionnelle est dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°.
Le règlement d'ordre intérieur est également affiché à un endroit visible du lieu où se déroule la formation professionnelle.
1° l'identité et la résidence du stagiaire ou, le cas échéant, une autre adresse ;
2° la date de début de la formation, la durée présumée, le nombre de jours et d'heures de formation par semaine ;
3° les nom, adresse, forme juridique et les coordonnées de la personne de contact de la ou les personnes visées à l'article 5 qui organisent la formation professionnelle ;
4° une description de la formation ainsi que l'objectif et le lieu de formation ;
5° la mention de l'éventuel octroi de la dispense de disponibilité visée à l'article 91 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et une explication des conséquences de l'octroi ou non de cette dispense ;
6° les droits et les devoirs des parties contractantes.
Les droits et les devoirs visés au 6° se rapportent, notamment :
1° aux obligations découlant du présent arrêté ;
2° aux modalités de participation à la formation professionnelle ;
3° aux mesures relatives aux causes de suspension du contrat de formation professionnelle.
§ 2. Pour les formations professionnelles qu'il dispense, le FOREm établit un règlement d'ordre intérieur qui fixe notamment les droits et obligations des stagiaires, tant en ce qui concerne le régime disciplinaire applicable au stagiaire, qu'en ce qui concerne l'exécution des consignes et des directives par rapport aux tâches entrant dans le cadre de la formation professionnelle.
Le stagiaire reçoit au plus tard le premier jour de la formation une communication du règlement d'ordre intérieur, visé à l'alinéa 1er, ou celui applicable sur le lieu de formation lorsque la formation professionnelle est dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°.
Le règlement d'ordre intérieur est également affiché à un endroit visible du lieu où se déroule la formation professionnelle.
Art.13. De stagiair met een beroepsopleidingsovereenkomst moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° hij volgt regelmatig de beroepsopleiding;
2° hij voldoet aan het huishoudelijk reglement van de persoon die de in artikel 5 bedoelde opleiding verstrekt;
3° hij handelt overeenkomstig de instructies die hem worden gegeven door de persoon die de opleiding verstrekt, bedoeld in artikel 5, of diens afgevaardigde;
4° hij onthoudt zich van alles wat zijn eigen veiligheid of die van andere stagiairs of derden in gevaar kan brengen;
5° hij geeft in goede staat het materieel, de gereedschappen, de ongebruikte grondstoffen en de persoonlijke beschermingsmiddelen terug die hem door het opleidingscentrum zijn toevertrouwd;
6° In geval van arbeidsongeschiktheid ontvangt hij de door FOREm aangewezen arts of, in voorkomend geval, bezoekt hij hem, tenzij de behandelende arts van mening is dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich te verplaatsen.
1° hij volgt regelmatig de beroepsopleiding;
2° hij voldoet aan het huishoudelijk reglement van de persoon die de in artikel 5 bedoelde opleiding verstrekt;
3° hij handelt overeenkomstig de instructies die hem worden gegeven door de persoon die de opleiding verstrekt, bedoeld in artikel 5, of diens afgevaardigde;
4° hij onthoudt zich van alles wat zijn eigen veiligheid of die van andere stagiairs of derden in gevaar kan brengen;
5° hij geeft in goede staat het materieel, de gereedschappen, de ongebruikte grondstoffen en de persoonlijke beschermingsmiddelen terug die hem door het opleidingscentrum zijn toevertrouwd;
6° In geval van arbeidsongeschiktheid ontvangt hij de door FOREm aangewezen arts of, in voorkomend geval, bezoekt hij hem, tenzij de behandelende arts van mening is dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich te verplaatsen.
Art.13. Le stagiaire engagé dans les liens d'un contrat de formation professionnelle remplit les conditions suivantes :
1° il fréquente assidûment la formation professionnelle ;
2° il se conforme au règlement d'ordre intérieur de la personne qui dispense la formation visée à l'article 5 ;
3° il agit conformément aux instructions qui lui sont données par la personne qui dispense la formation, visée à l'article 5, ou son délégué ;
4° il s'abstient de tout ce qui peut nuire soit à sa propre sécurité, soit à celle des autres stagiaires ou de tiers ;
5° il restitue en bon état le matériel, les outils, les matières premières restées sans emploi et les équipements de protection individuelle qui lui ont été confiées par le centre de formation ;
6° il reçoit, en cas d'incapacité, le médecin désigné par le FOREm ou, le cas échéant, il se présente chez celui-ci à moins que le médecin traitant estime que son état de santé ne lui permet pas de se déplacer.
1° il fréquente assidûment la formation professionnelle ;
2° il se conforme au règlement d'ordre intérieur de la personne qui dispense la formation visée à l'article 5 ;
3° il agit conformément aux instructions qui lui sont données par la personne qui dispense la formation, visée à l'article 5, ou son délégué ;
4° il s'abstient de tout ce qui peut nuire soit à sa propre sécurité, soit à celle des autres stagiaires ou de tiers ;
5° il restitue en bon état le matériel, les outils, les matières premières restées sans emploi et les équipements de protection individuelle qui lui ont été confiées par le centre de formation ;
6° il reçoit, en cas d'incapacité, le médecin désigné par le FOREm ou, le cas échéant, il se présente chez celui-ci à moins que le médecin traitant estime que son état de santé ne lui permet pas de se déplacer.
Art.14. FOREm of de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de beroepsopleiding verstrekt, voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° hij garandeert de onderwijskwaliteit die nodig is om de stagiair in staat te stellen de algemene en professionele kennis te verwerven die nodig is voor zijn opleiding;
2° hij zorgt voor de gezondheid en veiligheid van de stagiair tijdens de opleiding;
3° hij legt de stagiair geen werk op dat geen verband houdt met het onderwerp van zijn opleiding.
FOREm of, in voorkomend geval, de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de beroepsopleiding verstrekt, betaalt de voordelen die verschuldigd zijn aan de stagiair, onverminderd artikel 20, § 3.
1° hij garandeert de onderwijskwaliteit die nodig is om de stagiair in staat te stellen de algemene en professionele kennis te verwerven die nodig is voor zijn opleiding;
2° hij zorgt voor de gezondheid en veiligheid van de stagiair tijdens de opleiding;
3° hij legt de stagiair geen werk op dat geen verband houdt met het onderwerp van zijn opleiding.
FOREm of, in voorkomend geval, de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de beroepsopleiding verstrekt, betaalt de voordelen die verschuldigd zijn aan de stagiair, onverminderd artikel 20, § 3.
Art.14. Le FOREm ou la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation professionnelle remplit les conditions suivantes :
1° il garantit la qualité pédagogique requise pour faire acquérir au stagiaire les connaissances générales et professionnelles nécessaires à sa formation ;
2° il veille à la santé et à la sécurité du stagiaire au cours de la formation ;
3° il n'impose pas au stagiaire des travaux étrangers à l'objet de sa formation.
Le FOREm ou, le cas échéant, la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation professionnelle paye les avantages dus au stagiaire, sans préjudice de l'article 20, § 3.
1° il garantit la qualité pédagogique requise pour faire acquérir au stagiaire les connaissances générales et professionnelles nécessaires à sa formation ;
2° il veille à la santé et à la sécurité du stagiaire au cours de la formation ;
3° il n'impose pas au stagiaire des travaux étrangers à l'objet de sa formation.
Le FOREm ou, le cas échéant, la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation professionnelle paye les avantages dus au stagiaire, sans préjudice de l'article 20, § 3.
Art.15. § 1. De beroepsopleidingsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van de beroepsopleiding, met inbegrip van perioden waarin het beroepsopleidingscentrum gesloten is wegens jaarlijkse vakantie en eventuele perioden van tweede examensessies.
In afwijking van het eerste lid, kan de duur van de beroepsopleidingsovereenkomst overeenstemmen met de duur van het volledige voorziene opleidingsprogramma dat over verschillende schooljaren is gespreid als het gaat om een beroepsopleiding die in een onderwijsinstelling voor sociale promotie wordt gevolgd:
1° overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de kaderovereenkomst;
2° volgens de specifieke samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen FOREm en de betrokken overheden die het onderwijs vertegenwoordigen;
3° volgens de bijdrage binnen een opleidingstraject met meerdere operatoren gevalideerd door FOREm.
§ 2. Tijdens de perioden van onderbreking wordt de uitvoering van de overeenkomst opgeschort.
De onderbreking tussen twee opleidingen mag niet langer zijn dan dertig dagen. Na,afloop van deze termijn, wordt de overeenkomst verbroken. Voor de berekening van deze dertig dagen wordt geen rekening gehouden met onderbrekingen wegens sluiting van de bedrijfsruimten van de in artikel 5 bedoelde persoon.
In afwijking van het eerste lid, kan de duur van de beroepsopleidingsovereenkomst overeenstemmen met de duur van het volledige voorziene opleidingsprogramma dat over verschillende schooljaren is gespreid als het gaat om een beroepsopleiding die in een onderwijsinstelling voor sociale promotie wordt gevolgd:
1° overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bedoeld in de kaderovereenkomst;
2° volgens de specifieke samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen FOREm en de betrokken overheden die het onderwijs vertegenwoordigen;
3° volgens de bijdrage binnen een opleidingstraject met meerdere operatoren gevalideerd door FOREm.
§ 2. Tijdens de perioden van onderbreking wordt de uitvoering van de overeenkomst opgeschort.
De onderbreking tussen twee opleidingen mag niet langer zijn dan dertig dagen. Na,afloop van deze termijn, wordt de overeenkomst verbroken. Voor de berekening van deze dertig dagen wordt geen rekening gehouden met onderbrekingen wegens sluiting van de bedrijfsruimten van de in artikel 5 bedoelde persoon.
Art.15. § 1er. Le contrat de formation professionnelle est conclu pour la durée de la formation professionnelle, y compris les périodes de fermeture collective du lieu de formation professionnelle pour vacances annuelles et les éventuelles périodes de seconde session d'examens.
Par dérogation à l'alinéa 1er, la durée du contrat de formation professionnelle peut correspondre à la durée de tout le programme de formation prévue qui s'étale sur plusieurs années scolaires lorsqu'il s'agit d'une formation professionnelle suivie dans un établissement d'enseignement de promotion sociale :
1° selon les conditions et les modalités visées dans la convention cadre ;
2° selon la convention spécifique de coopération conclue entre le FOREm et les autorités concernées représentant l'enseignement ;
3° selon la contribution au sein d'un parcours multi-opérateurs validé par le FOREm.
§ 2. Pendant les périodes d'interruption, l'exécution du contrat est suspendue.
L'interruption entre deux formations ne peut pas excéder trente jours maximums. Au-delà de ce délai, le contrat est rompu. Pour le calcul de ces trente jours, ne sont pas pris en compte les interruptions dues à une fermeture des locaux de la personne visée à l'article 5.
Par dérogation à l'alinéa 1er, la durée du contrat de formation professionnelle peut correspondre à la durée de tout le programme de formation prévue qui s'étale sur plusieurs années scolaires lorsqu'il s'agit d'une formation professionnelle suivie dans un établissement d'enseignement de promotion sociale :
1° selon les conditions et les modalités visées dans la convention cadre ;
2° selon la convention spécifique de coopération conclue entre le FOREm et les autorités concernées représentant l'enseignement ;
3° selon la contribution au sein d'un parcours multi-opérateurs validé par le FOREm.
§ 2. Pendant les périodes d'interruption, l'exécution du contrat est suspendue.
L'interruption entre deux formations ne peut pas excéder trente jours maximums. Au-delà de ce délai, le contrat est rompu. Pour le calcul de ces trente jours, ne sont pas pris en compte les interruptions dues à une fermeture des locaux de la personne visée à l'article 5.
Art.16. De stagiair of, in voorkomend geval, de persoon bedoeld in artikel 5 deelt FOREm binnen de acht dagen langs elektronische weg elk element mee dat een invloed kan hebben op de beroepsopleidingsovereenkomst, op de vrijstelling van terbeschikkingstelling verleend krachtens artikel 91 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering of op de toekenning en vereffening van financiële tegemoetkomingen of verzekeringen.
In het bijzonder worden de volgende factoren beschouwd als factoren die een invloed kunnen hebben op de beroepsopleidingsovereenkomst:
1° de verandering van verblijfplaats;
2° beginnen met betaald werk;
3° het einde of de onderbreking van de beroepsopleiding;
4° elke wijziging met betrekking tot de verblijfsvergunning of werkvergunning van de stagiair.
De persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, deelt binnen vijf dagen elektronisch mee aan FOREm elke wijziging van de duur van de opleiding, dagen of uren opleiding per week.
In geval van overtreding van het eerste lid, kan FOREm de beroepsopleidingsovereenkomst zonder opzegtermijn beëindigen. In dit kader, als de stagiair onterechte financiële voordelen heeft ontvangen, zal FOREm de overeenkomstige bedragen terugvorderen met elk rechtsmiddel, schadevergoeding inbegrepen.
Elke gebeurtenis die van invloed is op de overeenkomst in de zin van de leden 1 en 2 wordt in aanmerking genomen vanaf de datum waarop ze zich voordoet.
In het bijzonder worden de volgende factoren beschouwd als factoren die een invloed kunnen hebben op de beroepsopleidingsovereenkomst:
1° de verandering van verblijfplaats;
2° beginnen met betaald werk;
3° het einde of de onderbreking van de beroepsopleiding;
4° elke wijziging met betrekking tot de verblijfsvergunning of werkvergunning van de stagiair.
De persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, deelt binnen vijf dagen elektronisch mee aan FOREm elke wijziging van de duur van de opleiding, dagen of uren opleiding per week.
In geval van overtreding van het eerste lid, kan FOREm de beroepsopleidingsovereenkomst zonder opzegtermijn beëindigen. In dit kader, als de stagiair onterechte financiële voordelen heeft ontvangen, zal FOREm de overeenkomstige bedragen terugvorderen met elk rechtsmiddel, schadevergoeding inbegrepen.
Elke gebeurtenis die van invloed is op de overeenkomst in de zin van de leden 1 en 2 wordt in aanmerking genomen vanaf de datum waarop ze zich voordoet.
Art.16. Le stagiaire ou, le cas échéant, la personne visée à l'article 5communique dans les huit jours au FOREm par voie électronique tout élément qui peut avoir une influence sur le contrat de formation professionnelle, sur la dispense de disponibilité octroyée en vertu de l'article 91 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage ou sur l'octroi et la liquidation des avantages financiers ou des assurances.
Sont notamment considérés comme élément pouvant avoir une influence sur le contrat de formation professionnelle :
1° le changement de résidence ;
2° l'entame d'un travail rémunéré ;
3° la fin ou l'interruption de la formation professionnelle ;
4° tout changement relatif au titre de séjour ou à l'autorisation de travail du stagiaire.
La personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, communique par voie électronique dans les cinq jours au FOREm toute modification de la durée de la formation, des jours ou des heures de formation par semaine.
En cas de violation de l'alinéa 1er, le FOREm peut mettre fin sans préavis au contrat de formation professionnelle. Dans ce cadre, si le stagiaire a perçu des avantages financiers indus, le FOREm récupère par toute voie de droit, y compris la compensation, les montants correspondants.
Tout événement ayant une influence sur le contrat au sens des alinéas 1er et 2 est pris en compte à partir de la date de sa survenance.
Sont notamment considérés comme élément pouvant avoir une influence sur le contrat de formation professionnelle :
1° le changement de résidence ;
2° l'entame d'un travail rémunéré ;
3° la fin ou l'interruption de la formation professionnelle ;
4° tout changement relatif au titre de séjour ou à l'autorisation de travail du stagiaire.
La personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, communique par voie électronique dans les cinq jours au FOREm toute modification de la durée de la formation, des jours ou des heures de formation par semaine.
En cas de violation de l'alinéa 1er, le FOREm peut mettre fin sans préavis au contrat de formation professionnelle. Dans ce cadre, si le stagiaire a perçu des avantages financiers indus, le FOREm récupère par toute voie de droit, y compris la compensation, les montants correspondants.
Tout événement ayant une influence sur le contrat au sens des alinéas 1er et 2 est pris en compte à partir de la date de sa survenance.
Art.17. Wanneer de stagiair niet in staat is de beroepsopleiding te volgen wegens ziekte of ongeval, zwangerschapsverlof of enige andere reden van gerechtvaardigde afwezigheid voorzien in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 12, § 2, of in het huishoudelijk reglement van toepassing op de plaats waar de beroepsopleiding plaatsvindt of in de beroepsopleidingsovereenkomst, wordt de uitvoering van de overeenkomst opgeschort voor de duur van de situatie.
De stagiair rechtvaardigt zijn onbekwaamheid door een medisch attest voor te leggen.
Voor andere redenen van gerechtvaardigde afwezigheid legt de stagiair, volgens de procedures die zijn vastgelegd in de beroepsopleidingsovereenkomst of in het huishoudelijk reglement, de relevante documenten over om de reden van gerechtvaardigde afwezigheid aan te tonen.
Wanneer de beroepsopleidingsovereenkomst wordt opgeschort, neemt de stagiair niet deel aan de beroepsopleiding voor de duur van de opschorting en kent FOREm geen financiële voordelen toe.
FOREm stelt alles in het werk om de stagiair opnieuw te integreren. Indien door één of meerdere schorsingen de re-integratie van de stagiair niet meer mogelijk is, kan FOREm de overeenkomst om gemotiveerde redenen beëindigen.
De stagiair rechtvaardigt zijn onbekwaamheid door een medisch attest voor te leggen.
Voor andere redenen van gerechtvaardigde afwezigheid legt de stagiair, volgens de procedures die zijn vastgelegd in de beroepsopleidingsovereenkomst of in het huishoudelijk reglement, de relevante documenten over om de reden van gerechtvaardigde afwezigheid aan te tonen.
Wanneer de beroepsopleidingsovereenkomst wordt opgeschort, neemt de stagiair niet deel aan de beroepsopleiding voor de duur van de opschorting en kent FOREm geen financiële voordelen toe.
FOREm stelt alles in het werk om de stagiair opnieuw te integreren. Indien door één of meerdere schorsingen de re-integratie van de stagiair niet meer mogelijk is, kan FOREm de overeenkomst om gemotiveerde redenen beëindigen.
Art.17. L'impossibilité pour le stagiaire de suivre la formation professionnelle pour cause de maladie ou d'accident, de congé de maternité ou pour toutes autres causes d'absence justifiée prévues dans le règlement d'ordre intérieur, visé à l'article 12, § 2, ou dans le règlement d'ordre intérieur applicable sur le lieu où se déroule la formation professionnelle ou dans le contrat de formation professionnelle, suspend l'exécution du contrat pour la durée de cette situation.
Le stagiaire justifie son incapacité en présentant un certificat médical.
Pour les autres causes d'absence justifiée, selon les modalités prévues dans le contrat de formation professionnelle ou dans le règlement d'ordre intérieur, le stagiaire produit les documents utiles permettant d'apporter la preuve du motif d'absence justifiée.
Lorsque le contrat de formation professionnelle est suspendu, le stagiaire ne prend pas part à la formation professionnelle pendant la durée de la suspension, et le FOREm n'octroie aucun avantage financier.
Le FOREm met tout en oeuvre pour permettre la réintégration du stagiaire. Toutefois, si, en raison d'une ou de plusieurs suspensions, la réintégration du stagiaire n'est plus possible, le FOREm peut, de manière motivée, résilier le contrat.
Le stagiaire justifie son incapacité en présentant un certificat médical.
Pour les autres causes d'absence justifiée, selon les modalités prévues dans le contrat de formation professionnelle ou dans le règlement d'ordre intérieur, le stagiaire produit les documents utiles permettant d'apporter la preuve du motif d'absence justifiée.
Lorsque le contrat de formation professionnelle est suspendu, le stagiaire ne prend pas part à la formation professionnelle pendant la durée de la suspension, et le FOREm n'octroie aucun avantage financier.
Le FOREm met tout en oeuvre pour permettre la réintégration du stagiaire. Toutefois, si, en raison d'une ou de plusieurs suspensions, la réintégration du stagiaire n'est plus possible, le FOREm peut, de manière motivée, résilier le contrat.
Art.18. Elke inbreuk van de stagiair op zijn verplichtingen die voortvloeien uit dit besluit, uit de beroepsopleidingsovereenkomst of uit het huishoudelijk reglement van toepassing op de locatie waar de beroepsopleiding plaatsvindt, vormt een disciplinaire overtreding, ongeacht of deze binnen of buiten het opleidingscentrum wordt begaan, als de inbreuk gevolgen heeft voor de goede werking van het centrum of de correcte voortzetting van de opleiding.
Indien de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de opleiding verstrekt, vaststelt dat de stagiair een of meer verplichtingen of voorwaarden voortvloeiend uit dit besluit, uit de beroepsopleidingsovereenkomst of het huishoudelijk reglement niet naleeft, waarschuwt hij de stagiair en, in voorkomend geval, maant hij hem aan om onverwijld zijn verplichtingen na te komen.
Indien de stagiair na de ingebrekestelling bedoeld in het tweede lid zijn verplichtingen niet blijft nakomen, hoort de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de opleiding verstrekt, de stagiair. De stagiair ondertekent de notulen van de hoorzitting. De persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, kan FOREm een voorstel doen om de beroepsopleidingsovereenkomst te beëindigen nadat hij de stagiair heeft gehoord. Dit voorstel om de beroepsopleidingsovereenkomst te beëindigen bevat alle informatie die nodig is om het dossier te onderzoeken.
Op basis van het onderzoek van het dossier en, indien nodig, het horen van de stagiair, deelt FOREm zijn beslissing schriftelijk mee aan de persoon die de opleiding verstrekt en aan de stagiair. In het kader van het onderzoek van het dossier kan FOREm bemiddeling met de stagiair en de in het derde lid bedoelde persoon voorstellen.
Indien de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de opleiding verstrekt, vaststelt dat de stagiair een of meer verplichtingen of voorwaarden voortvloeiend uit dit besluit, uit de beroepsopleidingsovereenkomst of het huishoudelijk reglement niet naleeft, waarschuwt hij de stagiair en, in voorkomend geval, maant hij hem aan om onverwijld zijn verplichtingen na te komen.
Indien de stagiair na de ingebrekestelling bedoeld in het tweede lid zijn verplichtingen niet blijft nakomen, hoort de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de opleiding verstrekt, de stagiair. De stagiair ondertekent de notulen van de hoorzitting. De persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, kan FOREm een voorstel doen om de beroepsopleidingsovereenkomst te beëindigen nadat hij de stagiair heeft gehoord. Dit voorstel om de beroepsopleidingsovereenkomst te beëindigen bevat alle informatie die nodig is om het dossier te onderzoeken.
Op basis van het onderzoek van het dossier en, indien nodig, het horen van de stagiair, deelt FOREm zijn beslissing schriftelijk mee aan de persoon die de opleiding verstrekt en aan de stagiair. In het kader van het onderzoek van het dossier kan FOREm bemiddeling met de stagiair en de in het derde lid bedoelde persoon voorstellen.
Art.18. Tout manquement du stagiaire à ses obligations découlant du présent arrêté, du contrat de formation professionnelle ou du règlement d'ordre intérieur applicable sur le lieu où se déroule la formation professionnelle, constitue une faute disciplinaire, qu'il soit commis dans ou en dehors du centre de formation, si le manquement a une incidence sur la bonne marche du centre ou la bonne poursuite de la formation.
Si la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation constate que le stagiaire ne respecte pas une ou plusieurs obligations ou conditions découlant du présent arrêté, du contrat de formation professionnelle ou du règlement d'ordre intérieur, il l'avertit et, le cas échéant, le met en demeure de remplir sans délai ses obligations.
Si le stagiaire, après la mise en demeure visée à l'alinéa 2 continue à ne pas remplir ses obligations, la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation entend le stagiaire. Le stagiaire signe le compte rendu de l'audition. La personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, peut faire une proposition de résiliation du contrat de formation professionnelle auprès du FOREm après l'audition du stagiaire. Cette proposition de résiliation du contrat de formation professionnelle reprend tous les éléments utiles à l'examen du dossier.
Sur la base de l'examen du dossier et, si nécessaire, de l'audition du stagiaire, le FOREm communique par écrit sa décision à la personne qui dispense la formation et au stagiaire. Le FOREm peut dans le cadre de l'examen du dossier, proposer une médiation avec le stagiaire et la personne, visée à l'alinéa 3.
Si la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation constate que le stagiaire ne respecte pas une ou plusieurs obligations ou conditions découlant du présent arrêté, du contrat de formation professionnelle ou du règlement d'ordre intérieur, il l'avertit et, le cas échéant, le met en demeure de remplir sans délai ses obligations.
Si le stagiaire, après la mise en demeure visée à l'alinéa 2 continue à ne pas remplir ses obligations, la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui dispense la formation entend le stagiaire. Le stagiaire signe le compte rendu de l'audition. La personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, peut faire une proposition de résiliation du contrat de formation professionnelle auprès du FOREm après l'audition du stagiaire. Cette proposition de résiliation du contrat de formation professionnelle reprend tous les éléments utiles à l'examen du dossier.
Sur la base de l'examen du dossier et, si nécessaire, de l'audition du stagiaire, le FOREm communique par écrit sa décision à la personne qui dispense la formation et au stagiaire. Le FOREm peut dans le cadre de l'examen du dossier, proposer une médiation avec le stagiaire et la personne, visée à l'alinéa 3.
Art.19. Wanneer FOREm overweegt de beroepsopleidingsovereenkomst te beëindigen, wordt de stagiair hiervan op de hoogte gesteld en krijgt hij de gelegenheid zijn standpunt kenbaar te maken. FOREm kan de beroepsopleidingsovereenkomst echter zonder opzegtermijn beëindigen als de stagiair:
1° een van de overtredingen vermeld in de artikelen 232 tot 235 van het Sociaal Strafwetboek begaat om toegelaten te worden tot een beroepsopleiding;
2° de beroepsopleiding voortijdig beëindigt;
3° niet over de nodige bekwaamheden beschikt om de normale beroepsopleiding met succes te volgen en dat deze vaststelling het voorwerp heeft uitgemaakt van een overleg met de persoon bedoeld in artikel 5.
De beëindiging van de beroepsopleidingsovereenkomst leidt ook tot de intrekking van de toekenning van de vrijstelling bedoeld in artikel 91 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
1° een van de overtredingen vermeld in de artikelen 232 tot 235 van het Sociaal Strafwetboek begaat om toegelaten te worden tot een beroepsopleiding;
2° de beroepsopleiding voortijdig beëindigt;
3° niet over de nodige bekwaamheden beschikt om de normale beroepsopleiding met succes te volgen en dat deze vaststelling het voorwerp heeft uitgemaakt van een overleg met de persoon bedoeld in artikel 5.
De beëindiging van de beroepsopleidingsovereenkomst leidt ook tot de intrekking van de toekenning van de vrijstelling bedoeld in artikel 91 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art.19. Lorsque le FOREm envisage de résilier le contrat de formation professionnelle, il en informe le stagiaire et lui permet de faire valoir son point de vue. Toutefois, il peut résilier sans préavis le contrat de formation professionnelle si le stagiaire :
1° commet l'une des infractions mentionnées aux articles 232 à 235 du Code pénal social afin d'être admis à suivre une formation professionnelle ;
2° arrête prématurément la formation professionnelle ;
3° ne possède pas les aptitudes nécessaires pour suivre avec succès le déroulement normal de la formation professionnelle et que ce constat a fait l'objet d'une concertation avec la personne, visée à l'article 5.
La résiliation du contrat de formation professionnelle entraîne également la suppression de l'octroi de la dispense visée à l'article 91 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage.
1° commet l'une des infractions mentionnées aux articles 232 à 235 du Code pénal social afin d'être admis à suivre une formation professionnelle ;
2° arrête prématurément la formation professionnelle ;
3° ne possède pas les aptitudes nécessaires pour suivre avec succès le déroulement normal de la formation professionnelle et que ce constat a fait l'objet d'une concertation avec la personne, visée à l'article 5.
La résiliation du contrat de formation professionnelle entraîne également la suppression de l'octroi de la dispense visée à l'article 91 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage.
HOOFDSTUK 4. - Financiële voordelen, verzekeringen en materieel
CHAPITRE 4. - Avantages financiers, assurances et matériel
Art.20. § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en de bepalingen bedoeld in dit hoofdstuk, kan FOREm de stagiair voor de duur van de beroepsopleiding alle of een deel van de volgende financiële voordelen toekennen:
1° een beroepsopleidingstoelage van twee euro bruto per effectief gevolgd opleidingsuur;
2° een forfaitaire vergoeding voor reiskosten tussen de woonplaats, de ontmoetingsplaats van de stagiair die vooraf door de onderneming vastgesteld is en de opleidingsplaats, volgens de elementen bedoeld in paragraaf 2;
3° een forfaitaire vergoeding ter dekking van de aangetoonde kosten van opvangcentra, kinderverzorgsters, kindertehuizen, schoolgaande of buitenschoolse opvang, wanneer de school gesloten is, gewaarmerkt door;
4° een verblijfsvergoeding.
§ 2. De tegemoetkoming voor reiskosten bedoeld in paragraaf 1, 2°, is een forfaitaire dagvergoeding die wordt toegekend als bijdrage in de kosten die de stagiair maakt voor het afleggen van de afstand tussen zijn woonplaats en de opleidingsplaats(en), de heen- en de terugreis, ongeacht het gebruikte vervoermiddel en op voorwaarde dat een enkele reis minstens één kilometer lang is.
De vergoeding wordt berekend op basis van de maandelijkse tarieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, rekening houdend met de dagen van daadwerkelijke opleidingsdiensten in verhouding tot het aantal werkdagen in de maand, volgens de volgende formule:
NMBS voor de afstand X aantal gepresteerde dagen
Aantal werkdagen
Onder werkdag wordt verstaan elke dag, met uitzondering van zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.
Voor opleidingen die worden georganiseerd in het kader van opleidingsacties met grensoverschrijdende samenwerking, wordt de forfaitaire dagvergoeding berekend vanaf de woonplaats tot de opleidingsplaats buiten België, op voorwaarde dat deze laatste gelegen is in een grensgebied dat in het kader van de verschillende Interreg-programma's en op basis van de in het tweede lid bedoelde berekeningsmodaliteiten is vastgesteld.
§ 3. Voor de forfaitaire vergoeding bedoeld in paragraaf 1, 3°, draagt FOREm per dag werkelijke opleidingsdag bij in de kosten van kosten van opvangcentra, kinderverzorgsters en kindertehuizen ten belope van 4 euro per dag en per kind ten laste.
De bijdrage van FOREm in de kosten inzake schooloppas bedraagt 2 euro per opleidingsdag en per kind ten laste.
De forfaitaire dagvergoeding bedoeld in paragraaf 1, 3°, wordt toegekend als de stagiair de werkelijkheid van de opvang- en verzorgingskosten bewijst aan de hand van bewijsstukken met betrekking tot de kosten betaald aan een van de volgende instellingen:
1° instellingen of opvangstructuren die erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd worden door de "Office national de l'Enfance";
2° instellingen of opvangstructuren die zijn erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door de Gemeenten, Provincies, Gemeenschappen of Gewesten;
3° onafhankelijke kinderdagverblijven of pleeggezinnen onder toezicht van de "Office national de l'Enfance";
4° kleuter- of basisscholen, instellingen of opvangstructuren verbonden aan de school of de inrichtende macht.
§ 4. Onverminderd de vergoeding voor de reiskosten bedoeld in paragraaf 1, 2°, ontvangt de stagiair die in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming, die meer dan dertien uur per dag afwezig is en gebruik maakt van een openbaar vervoermiddel en die terugkeert naar zijn woonplaats eenmaal per week, een verblijfsvergoeding waarvan het bedrag voor het jaar 2024 is vastgesteld op 32,31 euro per dag. Dit bedrag wordt jaarlijks in januari geïndexeerd aan de consumentenprijsindex.
In naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden kan FOREm besluiten de in het eerste lid 1 bedoelde verblijfsvergoeding toe te kennen wanneer de afwezigheid van huis minder dan dertien uur duurt.
§ 5. De stagiair die een beroepsopleiding volgt waarvan bepaalde diensten op afstand wordt verstrekt, kan voor deze diensten in aanmerking komen voor de financiële voordelen bedoeld in paragraaf 1, 1°, 3° en 4° indien de afstandsopleiding gelijkwaardig is aan het niveau van kennis verworven door een face-to-face opleiding.
Wanneer de beroepsopleiding volledig op afstand plaatsvindt in de woonplaats van de stagiair of op een andere door hem gekozen privé locatie, zijn de financiële tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 1, 2° en 4° niet verschuldigd.
De face-to-face opleiding die in uitzonderlijke omstandigheden en om naar behoren gemotiveerde redenen wordt vervangen door instrumenten voor afstandsonderwijs, wordt automatisch geacht de niveaus van leerresultaten te bieden die gelijkwaardig zijn aan die van een face-to-face opleiding.
Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingsmiddelen, kan FOREm, wanneer de stagiair een afstandopleiding volgt in zijn woonplaats of op een andere door hem gekozen privé-plaats, volgens de door de minister vastgestelde voorwaarden en modaliteiten bijdragen in de kosten van de stagiair, met name de kosten van de internetverbinding of andere verbruiksgoederen.
1° een beroepsopleidingstoelage van twee euro bruto per effectief gevolgd opleidingsuur;
2° een forfaitaire vergoeding voor reiskosten tussen de woonplaats, de ontmoetingsplaats van de stagiair die vooraf door de onderneming vastgesteld is en de opleidingsplaats, volgens de elementen bedoeld in paragraaf 2;
3° een forfaitaire vergoeding ter dekking van de aangetoonde kosten van opvangcentra, kinderverzorgsters, kindertehuizen, schoolgaande of buitenschoolse opvang, wanneer de school gesloten is, gewaarmerkt door;
4° een verblijfsvergoeding.
§ 2. De tegemoetkoming voor reiskosten bedoeld in paragraaf 1, 2°, is een forfaitaire dagvergoeding die wordt toegekend als bijdrage in de kosten die de stagiair maakt voor het afleggen van de afstand tussen zijn woonplaats en de opleidingsplaats(en), de heen- en de terugreis, ongeacht het gebruikte vervoermiddel en op voorwaarde dat een enkele reis minstens één kilometer lang is.
De vergoeding wordt berekend op basis van de maandelijkse tarieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, rekening houdend met de dagen van daadwerkelijke opleidingsdiensten in verhouding tot het aantal werkdagen in de maand, volgens de volgende formule:
NMBS voor de afstand X aantal gepresteerde dagen
Aantal werkdagen
Onder werkdag wordt verstaan elke dag, met uitzondering van zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.
Voor opleidingen die worden georganiseerd in het kader van opleidingsacties met grensoverschrijdende samenwerking, wordt de forfaitaire dagvergoeding berekend vanaf de woonplaats tot de opleidingsplaats buiten België, op voorwaarde dat deze laatste gelegen is in een grensgebied dat in het kader van de verschillende Interreg-programma's en op basis van de in het tweede lid bedoelde berekeningsmodaliteiten is vastgesteld.
§ 3. Voor de forfaitaire vergoeding bedoeld in paragraaf 1, 3°, draagt FOREm per dag werkelijke opleidingsdag bij in de kosten van kosten van opvangcentra, kinderverzorgsters en kindertehuizen ten belope van 4 euro per dag en per kind ten laste.
De bijdrage van FOREm in de kosten inzake schooloppas bedraagt 2 euro per opleidingsdag en per kind ten laste.
De forfaitaire dagvergoeding bedoeld in paragraaf 1, 3°, wordt toegekend als de stagiair de werkelijkheid van de opvang- en verzorgingskosten bewijst aan de hand van bewijsstukken met betrekking tot de kosten betaald aan een van de volgende instellingen:
1° instellingen of opvangstructuren die erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd worden door de "Office national de l'Enfance";
2° instellingen of opvangstructuren die zijn erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door de Gemeenten, Provincies, Gemeenschappen of Gewesten;
3° onafhankelijke kinderdagverblijven of pleeggezinnen onder toezicht van de "Office national de l'Enfance";
4° kleuter- of basisscholen, instellingen of opvangstructuren verbonden aan de school of de inrichtende macht.
§ 4. Onverminderd de vergoeding voor de reiskosten bedoeld in paragraaf 1, 2°, ontvangt de stagiair die in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming, die meer dan dertien uur per dag afwezig is en gebruik maakt van een openbaar vervoermiddel en die terugkeert naar zijn woonplaats eenmaal per week, een verblijfsvergoeding waarvan het bedrag voor het jaar 2024 is vastgesteld op 32,31 euro per dag. Dit bedrag wordt jaarlijks in januari geïndexeerd aan de consumentenprijsindex.
In naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden kan FOREm besluiten de in het eerste lid 1 bedoelde verblijfsvergoeding toe te kennen wanneer de afwezigheid van huis minder dan dertien uur duurt.
§ 5. De stagiair die een beroepsopleiding volgt waarvan bepaalde diensten op afstand wordt verstrekt, kan voor deze diensten in aanmerking komen voor de financiële voordelen bedoeld in paragraaf 1, 1°, 3° en 4° indien de afstandsopleiding gelijkwaardig is aan het niveau van kennis verworven door een face-to-face opleiding.
Wanneer de beroepsopleiding volledig op afstand plaatsvindt in de woonplaats van de stagiair of op een andere door hem gekozen privé locatie, zijn de financiële tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 1, 2° en 4° niet verschuldigd.
De face-to-face opleiding die in uitzonderlijke omstandigheden en om naar behoren gemotiveerde redenen wordt vervangen door instrumenten voor afstandsonderwijs, wordt automatisch geacht de niveaus van leerresultaten te bieden die gelijkwaardig zijn aan die van een face-to-face opleiding.
Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingsmiddelen, kan FOREm, wanneer de stagiair een afstandopleiding volgt in zijn woonplaats of op een andere door hem gekozen privé-plaats, volgens de door de minister vastgestelde voorwaarden en modaliteiten bijdragen in de kosten van de stagiair, met name de kosten van de internetverbinding of andere verbruiksgoederen.
Art.20. § 1er. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles et des dispositions visées dans le présent chapitre, le FOREm peut octroyer au stagiaire pendant toute la durée de la formation professionnelle, tout ou partie des avantages financiers suivants :
1° une indemnité de formation professionnelle d'un montant brut de deux euros par heure de formation effectivement suivie ;
2° une indemnité forfaitaire pour frais de déplacement entre la résidence, le lieu de rassemblement du stagiaire précédemment défini par l'entreprise et le ou les lieux de formation, selon les éléments, visés au paragraphe 2 ;
3° une indemnité forfaitaire, pour couvrir les frais de milieux d'accueil, de gardien, de maison d'enfants, de garderie scolaire ou extrascolaire, lorsque l'établissement scolaire est fermé, attestés ;
4° une indemnité de séjour.
§ 2. L'indemnité pour frais de déplacement, visée au paragraphe 1er, 2°, est une indemnité journalière forfaitaire octroyée au titre de participation aux frais encourus par le stagiaire pour parcourir la distance entre sa résidence et le ou les lieux de formation, le trajet aller-retour, quel que soit le mode de transport utilisé et à condition qu'un seul trajet compte au moins un kilomètre.
L'indemnité est calculée sur la base des tarifs mensuels de la Société nationale des Chemins de fer belges et en tenant compte des jours reprenant des prestations effectives de formation par rapport au nombre de jours ouvrables du mois, selon la formule suivante :
SNCB pour la distance X nombre de jours prestés
Nombre de jours ouvrables
On entend par jour ouvrable tout jour, à l'exclusion des samedis, dimanches et jours fériés légaux.
Pour les formations organisées dans le cadre d'actions de formation de coopération transfrontalière, l'indemnité journalière forfaitaire est calculée de la résidence au lieu de formation hors Belgique pour autant que ce dernier se situe dans une zone frontalière déterminée dans le cadre des différents programmes Interreg et sur base des modalités de calcul visées à l'alinéa 2.
§ 3. Pour l'indemnité forfaitaire, visée au paragraphe 1er, 3°, le FOREm intervient, par jour reprenant des prestations effectives de formation, dans les frais de milieux d'accueil, de gardien et de maison d'enfants à concurrence de 4 euros par prestation journalière et par enfant à charge.
L'intervention du FOREm dans les frais de garderie scolaire s'élève à 2 euros par prestation journalière de formation et par enfant à charge.
L'indemnité journalière forfaitaire, visée au paragraphe 1er, 3°, est octroyée si le stagiaire atteste de la réalité des dépenses d'accueil et de garde par des pièces justificatives se rapportant aux dépenses payées à l'un des organismes suivants :
1° des institutions ou des structures d'accueil agréées, subventionnées ou contrôlées par l'Office national de l'Enfance ;
2° des institutions ou des structures d'accueil agréées, subventionnées ou contrôlées par les Communes, les Provinces, les Communautés ou les Régions ;
3° des crèches ou des familles d'accueil indépendantes contrôlées par l'Office national de l'Enfance ;
4° des écoles maternelles ou primaires, des institutions ou des structures d'accueil rattachées à l'école ou au pouvoir organisateur.
§ 4. Sans préjudice de l'indemnité pour frais de déplacement prévue au paragraphe 1er, 2°, le stagiaire qui peut bénéficier des avantages financiers, qui s'absente de son foyer plus de treize heures par jour, en employant un moyen de transport en commun et qui rejoint sa résidence une fois par semaine, bénéficie d'une indemnité de séjour dont le montant est fixé, pour l'année 2024, à 32,31 euros par jour. Ce montant est adapté chaque année, au mois de janvier, selon l'indice des prix à la consommation.
Dans des circonstances exceptionnelles dûment justifiées, le FOREm peut décider d'octroyer l'indemnité de séjour visée à l'alinéa 1er lorsque la durée de l'absence du foyer est inférieure à treize heures.
§ 5. Le stagiaire qui suit une formation professionnelle dont certaines prestations se mènent à distance peut bénéficier, pour ces prestations, des avantages financiers, visés au paragraphe 1er, 1°, 3° et 4°, si la formation à distance équivaut aux niveaux des acquis d'apprentissage à une formation en présentiel.
Lorsque la formation professionnelle se déroule entièrement à distance dans la résidence du stagiaire ou dans un autre lieu privé choisi par lui, les avantages financiers, visées au paragraphe 1er, 2° et 4°, ne sont pas dues.
La formation proposée en présentiel qui est déportée à titre exceptionnel et pour des raisons dûment justifiées, sur les outils d'apprentissage distanciels est d'office considérée comme présentant les niveaux d'acquis d'apprentissage équivalents à une formation en présentiel.
Dans les limites des moyens budgétaires disponibles, lorsque le stagiaire suit une formation à distance dans sa résidence ou dans un autre lieu privé choisi par lui, le FOREm peut, selon les conditions et modalités arrêtées par la ministre, intervenir dans les débours du stagiaire notamment dans les frais de connexion internet ou d'autres consommables.
1° une indemnité de formation professionnelle d'un montant brut de deux euros par heure de formation effectivement suivie ;
2° une indemnité forfaitaire pour frais de déplacement entre la résidence, le lieu de rassemblement du stagiaire précédemment défini par l'entreprise et le ou les lieux de formation, selon les éléments, visés au paragraphe 2 ;
3° une indemnité forfaitaire, pour couvrir les frais de milieux d'accueil, de gardien, de maison d'enfants, de garderie scolaire ou extrascolaire, lorsque l'établissement scolaire est fermé, attestés ;
4° une indemnité de séjour.
§ 2. L'indemnité pour frais de déplacement, visée au paragraphe 1er, 2°, est une indemnité journalière forfaitaire octroyée au titre de participation aux frais encourus par le stagiaire pour parcourir la distance entre sa résidence et le ou les lieux de formation, le trajet aller-retour, quel que soit le mode de transport utilisé et à condition qu'un seul trajet compte au moins un kilomètre.
L'indemnité est calculée sur la base des tarifs mensuels de la Société nationale des Chemins de fer belges et en tenant compte des jours reprenant des prestations effectives de formation par rapport au nombre de jours ouvrables du mois, selon la formule suivante :
SNCB pour la distance X nombre de jours prestés
Nombre de jours ouvrables
On entend par jour ouvrable tout jour, à l'exclusion des samedis, dimanches et jours fériés légaux.
Pour les formations organisées dans le cadre d'actions de formation de coopération transfrontalière, l'indemnité journalière forfaitaire est calculée de la résidence au lieu de formation hors Belgique pour autant que ce dernier se situe dans une zone frontalière déterminée dans le cadre des différents programmes Interreg et sur base des modalités de calcul visées à l'alinéa 2.
§ 3. Pour l'indemnité forfaitaire, visée au paragraphe 1er, 3°, le FOREm intervient, par jour reprenant des prestations effectives de formation, dans les frais de milieux d'accueil, de gardien et de maison d'enfants à concurrence de 4 euros par prestation journalière et par enfant à charge.
L'intervention du FOREm dans les frais de garderie scolaire s'élève à 2 euros par prestation journalière de formation et par enfant à charge.
L'indemnité journalière forfaitaire, visée au paragraphe 1er, 3°, est octroyée si le stagiaire atteste de la réalité des dépenses d'accueil et de garde par des pièces justificatives se rapportant aux dépenses payées à l'un des organismes suivants :
1° des institutions ou des structures d'accueil agréées, subventionnées ou contrôlées par l'Office national de l'Enfance ;
2° des institutions ou des structures d'accueil agréées, subventionnées ou contrôlées par les Communes, les Provinces, les Communautés ou les Régions ;
3° des crèches ou des familles d'accueil indépendantes contrôlées par l'Office national de l'Enfance ;
4° des écoles maternelles ou primaires, des institutions ou des structures d'accueil rattachées à l'école ou au pouvoir organisateur.
§ 4. Sans préjudice de l'indemnité pour frais de déplacement prévue au paragraphe 1er, 2°, le stagiaire qui peut bénéficier des avantages financiers, qui s'absente de son foyer plus de treize heures par jour, en employant un moyen de transport en commun et qui rejoint sa résidence une fois par semaine, bénéficie d'une indemnité de séjour dont le montant est fixé, pour l'année 2024, à 32,31 euros par jour. Ce montant est adapté chaque année, au mois de janvier, selon l'indice des prix à la consommation.
Dans des circonstances exceptionnelles dûment justifiées, le FOREm peut décider d'octroyer l'indemnité de séjour visée à l'alinéa 1er lorsque la durée de l'absence du foyer est inférieure à treize heures.
§ 5. Le stagiaire qui suit une formation professionnelle dont certaines prestations se mènent à distance peut bénéficier, pour ces prestations, des avantages financiers, visés au paragraphe 1er, 1°, 3° et 4°, si la formation à distance équivaut aux niveaux des acquis d'apprentissage à une formation en présentiel.
Lorsque la formation professionnelle se déroule entièrement à distance dans la résidence du stagiaire ou dans un autre lieu privé choisi par lui, les avantages financiers, visées au paragraphe 1er, 2° et 4°, ne sont pas dues.
La formation proposée en présentiel qui est déportée à titre exceptionnel et pour des raisons dûment justifiées, sur les outils d'apprentissage distanciels est d'office considérée comme présentant les niveaux d'acquis d'apprentissage équivalents à une formation en présentiel.
Dans les limites des moyens budgétaires disponibles, lorsque le stagiaire suit une formation à distance dans sa résidence ou dans un autre lieu privé choisi par lui, le FOREm peut, selon les conditions et modalités arrêtées par la ministre, intervenir dans les débours du stagiaire notamment dans les frais de connexion internet ou d'autres consommables.
Art.21. § 1. Stagiairs die een beroepsopleiding volgen in het kader van een beroepsopleidingsovereenkomst en die in aanmerking kunnen komen voor financiële voordelen voor beroepsopleiding zijn:
1° de niet-werkende werkzoekende:
2° de deeltijdse werknemer die zijn rechten behoudt en in aanmerking komst voor de inkomensgarantie-uitkering;
3° de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst wordt geschorst om economische redenen of wegens slechte weersomstandigheden of in geval van overmacht en die een werkloosheidsuitkering ontvangt tijdens de periode waarin zijn arbeidsovereenkomst geschorst is;
4° een sociaal verzekerde die arbeidsongeschikt is en die door FOREm wordt gedekt in het kader van een overeenkomst met het "Institut national d'assurance maladie-invalidité" (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) met als doel langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.
De voordelen bedoeld bij dit hoofdstuk zijn subsidiair. Ze worden alleen toegekend als de stagiair er niet van profiteert in het kader van een andere regeling met betrekking tot zijn stage.
§ 2. De premies en vergoedingen bedoeld in artikel 20 zijn ten laste van FOREm, tenzij anders bepaald in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° regelen.
De betaling door FOREm van de premies en vergoedingen is, onverminderd andersluidende bepalingen in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° regelen, afhankelijk van de voorlegging door de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, van een prestatiestaat waarvan het model door FOREm wordt bepaald.
Onverminderd artikel 20, § 5, betaalt FOREm aan de stagiair de premies en vergoedingen bedoeld in paragraaf 1 minstens één keer per maand op basis van de staat van de verstrekte opleiding die hem minstens één keer per maand wordt meegedeeld door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
De prestatiestaat omvat, met name, alle bewijsstukken van uitgaven die relevant zijn voor de uitbetaling van de in artikel 20 bedoelde financiële voordelen.
De bedragen die overeenkomen met de betaalde premies en vergoedingen worden overgemaakt naar de bankrekening van de begunstigde, die hij of zij bij FOREm heeft geregistreerd.
Voor beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, bepalen de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen:
1° de toekenning van een beroepsopleidingsovereenkomst voor een beroepsopleiding verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° ;
2° de toekenning van de financiële voordelen bedoeld in artikel 20 en de verzekeringsdekking(en) bedoeld in artikel 22.
§ 3. Wanneer de beroepsopleiding op afstand plaatsvindt, worden de financiële voordelen toegekend indien FOREm of de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de beroepsopleiding organiseert, de traceerbaarheid van de op afstand verstrekte opleidingsdiensten verzekert en, in voorkomend geval, overeenkomstig de vooraf door FOREm gevalideerde procedures voor de rapportering van de diensten.
§ 4. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten kan FOREm, in afwijking van paragraaf 1, de in artikel 20 bedoelde financiële voordelen geheel of gedeeltelijk toekennen aan een individuele gebruiker die door FOREm is geauthenticeerd en die niet aan FOREm gebonden is door een beroepsopleidingsovereenkomst.
FOREm kan een reiskostenvergoeding toekennen wanneer:
1° een werkzoekende een medisch onderzoek ondergaat bij een door FOREm aangeduide arts in het kader van artikel 9, vierde lid, van het decreet van 12 november 2021 betreffende coaching en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden, of in het kader van de procedure tot controle van de beschikbaarheid op de arbeidsmarkt;
2° een werkloze werkzoekende op vraag van FOREm of van één van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, een medisch onderzoek ondergaat dat hij organiseert alvorens aan de opleiding deel te nemen;
3° een werkloze werkzoekende die een beroepsverkennende stage volgt als bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, a), V), van het decreet van 6 mei 1999.
§ 5. In naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan FOREm, voor beroepsopleidingen die hij organiseert of die georganiseerd worden door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, wanneer hij de financiële last op zich neemt, in afwijking van paragraaf 1 beslissen de toekenning van financiële voordelen te beperken tot beroepsopleidingen die een minimum aantal opleidingsdagen omvatten, zonder dat dit minimum meer dan dertig dagen mag bedragen.
1° de niet-werkende werkzoekende:
2° de deeltijdse werknemer die zijn rechten behoudt en in aanmerking komst voor de inkomensgarantie-uitkering;
3° de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst wordt geschorst om economische redenen of wegens slechte weersomstandigheden of in geval van overmacht en die een werkloosheidsuitkering ontvangt tijdens de periode waarin zijn arbeidsovereenkomst geschorst is;
4° een sociaal verzekerde die arbeidsongeschikt is en die door FOREm wordt gedekt in het kader van een overeenkomst met het "Institut national d'assurance maladie-invalidité" (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) met als doel langdurig zieken weer aan het werk te krijgen.
De voordelen bedoeld bij dit hoofdstuk zijn subsidiair. Ze worden alleen toegekend als de stagiair er niet van profiteert in het kader van een andere regeling met betrekking tot zijn stage.
§ 2. De premies en vergoedingen bedoeld in artikel 20 zijn ten laste van FOREm, tenzij anders bepaald in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° regelen.
De betaling door FOREm van de premies en vergoedingen is, onverminderd andersluidende bepalingen in de rechtshandelingen die de relatie tussen FOREm en de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° regelen, afhankelijk van de voorlegging door de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, van een prestatiestaat waarvan het model door FOREm wordt bepaald.
Onverminderd artikel 20, § 5, betaalt FOREm aan de stagiair de premies en vergoedingen bedoeld in paragraaf 1 minstens één keer per maand op basis van de staat van de verstrekte opleiding die hem minstens één keer per maand wordt meegedeeld door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
De prestatiestaat omvat, met name, alle bewijsstukken van uitgaven die relevant zijn voor de uitbetaling van de in artikel 20 bedoelde financiële voordelen.
De bedragen die overeenkomen met de betaalde premies en vergoedingen worden overgemaakt naar de bankrekening van de begunstigde, die hij of zij bij FOREm heeft geregistreerd.
Voor beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, bepalen de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen:
1° de toekenning van een beroepsopleidingsovereenkomst voor een beroepsopleiding verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7° ;
2° de toekenning van de financiële voordelen bedoeld in artikel 20 en de verzekeringsdekking(en) bedoeld in artikel 22.
§ 3. Wanneer de beroepsopleiding op afstand plaatsvindt, worden de financiële voordelen toegekend indien FOREm of de persoon bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, die de beroepsopleiding organiseert, de traceerbaarheid van de op afstand verstrekte opleidingsdiensten verzekert en, in voorkomend geval, overeenkomstig de vooraf door FOREm gevalideerde procedures voor de rapportering van de diensten.
§ 4. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten kan FOREm, in afwijking van paragraaf 1, de in artikel 20 bedoelde financiële voordelen geheel of gedeeltelijk toekennen aan een individuele gebruiker die door FOREm is geauthenticeerd en die niet aan FOREm gebonden is door een beroepsopleidingsovereenkomst.
FOREm kan een reiskostenvergoeding toekennen wanneer:
1° een werkzoekende een medisch onderzoek ondergaat bij een door FOREm aangeduide arts in het kader van artikel 9, vierde lid, van het decreet van 12 november 2021 betreffende coaching en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden, of in het kader van de procedure tot controle van de beschikbaarheid op de arbeidsmarkt;
2° een werkloze werkzoekende op vraag van FOREm of van één van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, een medisch onderzoek ondergaat dat hij organiseert alvorens aan de opleiding deel te nemen;
3° een werkloze werkzoekende die een beroepsverkennende stage volgt als bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, a), V), van het decreet van 6 mei 1999.
§ 5. In naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan FOREm, voor beroepsopleidingen die hij organiseert of die georganiseerd worden door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, wanneer hij de financiële last op zich neemt, in afwijking van paragraaf 1 beslissen de toekenning van financiële voordelen te beperken tot beroepsopleidingen die een minimum aantal opleidingsdagen omvatten, zonder dat dit minimum meer dan dertig dagen mag bedragen.
Art.21. § 1er. Les stagiaires qui suivent une formation professionnelle sous contrat de formation professionnelle qui peuvent bénéficier des avantages financiers pour formation professionnelle sont :
1° le chercheur d'emploi inoccupé ;
2° le travailleur à temps partiel avec maintien des droits bénéficiant de l'allocation de garantie de revenus ;
3° le travailleur dont le contrat de travail est suspendu pour cause économique ou d'intempérie ou cas de force majeure et qui bénéficie d'allocations de chômage pendant la période de suspension de son contrat de travail ;
4° l'assuré social en incapacité de travail pris en charge par le FOREm dans le cadre d'une convention avec l'Institut national d'assurance maladie-invalidité en vue de la remise au travail des malades de longue durée.
Les avantages prévus par le présent chapitre sont subsidiaires. Ils sont octroyés uniquement si le stagiaire n'en bénéficie pas dans le cadre d'un autre dispositif encadrant son stage.
§ 2. Les primes et les indemnités, visées à l'article 20, sont à charge du FOREm, sauf disposition contraire dans les actes juridiques régissant la relation entre le FOREm et la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°.
Le versement par le FOREm des primes et des indemnités est conditionné, sans préjudice de disposition contraire dans les actes juridiques régissant la relation entre le FOREm et la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, à l'introduction par la personn,e visée à l'article 5, 2° à 7°, d'un état de prestations dont le modèle est déterminé par le FOREm.
Sans préjudice de l'article 20, § 5, sur la base de l'état de ses prestations de formation qui lui sont communiqués au moins une fois par mois par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, le FOREm liquide au stagiaire, les primes et indemnités visées au paragraphe 1er au minimum une fois par mois.
L'état de prestations comprend, notamment, tout justificatif de dépense utile pour la liquidation des avantages financiers visés à l'article 20.
Les montants correspondants aux primes et aux indemnités liquidées sont virés sur le compte bancaire du bénéficiaire qu'il a renseigné au FOREm.
Pour les formations professionnelles organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent :
1° l'octroi du contrat de formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7° ;
2° l'octroi des avantages financiers visés à l'article 20 et de la ou des couvertures d'assurance visées à l'article 22.
§ 3. Lorsque la formation professionnelle se déroule à distance, les avantages financiers sont octroyés si le FOREm ou la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui l'organise, assure la traçabilité des prestations de formation effectuées à distance et le cas échéant, selon des modalités de reporting des prestations validées au préalable par le FOREm.
§ 4. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, par dérogation au paragraphe 1er, le FOREm peut octroyer tout ou partie des avantages financiers visés à l'article 20 à un usager particulier authentifié par le FOREm et qui n'est pas lié au FOREm par un contrat de formation professionnelle.
Le FOREm peut octroyer une indemnité pour frais de déplacement lorsque :
1° un chercheur d'emploi se rend à une visite médicale auprès d'un médecin désigné par le FOREm dans le cadre de l'article 9, alinéa 4, du décret du 12 novembre 2021 relatif à l'accompagnement orienté coaching et solutions des chercheurs d'emploi, ou dans le cadre de la procédure de contrôle de la disponibilité sur le marché de l'emploi ;
2° un chercheur d'emploi inoccupé se rend à la demande du FOREm ou d'une des personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, à une visite médicale qu'il organise avant une entrée en formation ;
3° un chercheur d'emploi inoccupé qui est en stage d'observation de mise en situation professionnelle, visée à l'article 3, § 1er, 1°, a), V), du décret du 6 mai 1999.
§ 5. Dans des circonstances dûment justifiées, pour les formations professionnelles qu'il organise ou qui sont organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, le FOREm peut par dérogation au paragraphe 1er, lorsqu'il en assume la charge financière, décider de limiter l'octroi des avantages financiers à une formation professionnelle comportant un nombre minimum de jours de formation, sans que ce minimum dépasse trente jours.
1° le chercheur d'emploi inoccupé ;
2° le travailleur à temps partiel avec maintien des droits bénéficiant de l'allocation de garantie de revenus ;
3° le travailleur dont le contrat de travail est suspendu pour cause économique ou d'intempérie ou cas de force majeure et qui bénéficie d'allocations de chômage pendant la période de suspension de son contrat de travail ;
4° l'assuré social en incapacité de travail pris en charge par le FOREm dans le cadre d'une convention avec l'Institut national d'assurance maladie-invalidité en vue de la remise au travail des malades de longue durée.
Les avantages prévus par le présent chapitre sont subsidiaires. Ils sont octroyés uniquement si le stagiaire n'en bénéficie pas dans le cadre d'un autre dispositif encadrant son stage.
§ 2. Les primes et les indemnités, visées à l'article 20, sont à charge du FOREm, sauf disposition contraire dans les actes juridiques régissant la relation entre le FOREm et la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°.
Le versement par le FOREm des primes et des indemnités est conditionné, sans préjudice de disposition contraire dans les actes juridiques régissant la relation entre le FOREm et la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, à l'introduction par la personn,e visée à l'article 5, 2° à 7°, d'un état de prestations dont le modèle est déterminé par le FOREm.
Sans préjudice de l'article 20, § 5, sur la base de l'état de ses prestations de formation qui lui sont communiqués au moins une fois par mois par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, le FOREm liquide au stagiaire, les primes et indemnités visées au paragraphe 1er au minimum une fois par mois.
L'état de prestations comprend, notamment, tout justificatif de dépense utile pour la liquidation des avantages financiers visés à l'article 20.
Les montants correspondants aux primes et aux indemnités liquidées sont virés sur le compte bancaire du bénéficiaire qu'il a renseigné au FOREm.
Pour les formations professionnelles organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent :
1° l'octroi du contrat de formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7° ;
2° l'octroi des avantages financiers visés à l'article 20 et de la ou des couvertures d'assurance visées à l'article 22.
§ 3. Lorsque la formation professionnelle se déroule à distance, les avantages financiers sont octroyés si le FOREm ou la personne, visée à l'article 5, 2° à 7°, qui l'organise, assure la traçabilité des prestations de formation effectuées à distance et le cas échéant, selon des modalités de reporting des prestations validées au préalable par le FOREm.
§ 4. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, par dérogation au paragraphe 1er, le FOREm peut octroyer tout ou partie des avantages financiers visés à l'article 20 à un usager particulier authentifié par le FOREm et qui n'est pas lié au FOREm par un contrat de formation professionnelle.
Le FOREm peut octroyer une indemnité pour frais de déplacement lorsque :
1° un chercheur d'emploi se rend à une visite médicale auprès d'un médecin désigné par le FOREm dans le cadre de l'article 9, alinéa 4, du décret du 12 novembre 2021 relatif à l'accompagnement orienté coaching et solutions des chercheurs d'emploi, ou dans le cadre de la procédure de contrôle de la disponibilité sur le marché de l'emploi ;
2° un chercheur d'emploi inoccupé se rend à la demande du FOREm ou d'une des personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, à une visite médicale qu'il organise avant une entrée en formation ;
3° un chercheur d'emploi inoccupé qui est en stage d'observation de mise en situation professionnelle, visée à l'article 3, § 1er, 1°, a), V), du décret du 6 mai 1999.
§ 5. Dans des circonstances dûment justifiées, pour les formations professionnelles qu'il organise ou qui sont organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, le FOREm peut par dérogation au paragraphe 1er, lorsqu'il en assume la charge financière, décider de limiter l'octroi des avantages financiers à une formation professionnelle comportant un nombre minimum de jours de formation, sans que ce minimum dépasse trente jours.
Art.22. § 1. FOREm sluit voor de stagiair een verzekering af tegen ongevallen die zich voordoen tijdens de opleiding, de stage of op weg naar de opleiding of stage.
Voor beroepsopleidingen die niet onder de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 vallen, sluit FOREm voor de stagiairs een verzekeringscontract af tegen ongevallen die zich voordoen tijdens de beroepsopleiding en op weg naar de opleiding. Deze verzekeringsovereenkomst garandeert de stagiair dezelfde voordelen als die welke door een verzekeraar worden toegekend aan een werknemer in het aangeleerde beroep overeenkomstig de wet van 10 april 1971.
Voor beroepsopleidingen die binnen het toepassingsgebied van de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 vallen, sluit FOREm voor de stagiairs een verzekeringscontract af dat de in de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 bedoelde risico's dekt, volgens de garanties bedoeld bij of krachtens deze wetten.
In afwijking van het eerste lid en onverminderd de verplichtingen bedoeld bij of krachtens de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967, voor de beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, in de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen de rechtshandelingen die de relatie tussen hen en FOREm regelen wanneer zij voorzien in de toekenning van de beroepsopleidingsovereenkomst voor de beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, als deze recht geeft op de verzekeringsdekking bedoeld in dit paragraaf.
In het geval van een beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, is het de verantwoordelijkheid van FOREm om de stagiairs te dekken tegen ongevallen die zich voordoen tijdens de opleiding, de stage of op weg naar de plaats van opleiding of stage, de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, kunnen bepalen dat de kosten van de verzekeringsdekking onder hen worden verdeeld of volledig ten laste komen van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of die betrokken zijn bij een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2.
§ 2. De stagiair die in het kader van zijn beroepsopleiding nadeel berokkent aan FOREm of aan derden, wordt slechts in gevallen van fraude, ernstige nalatigheid of herhaalde lichte nalatigheid verantwoordelijk gehouden.
Onverminderd paragraaf 1, derde en vierde lid, sluit FOREm voor de duur van de beroepsopleiding een verzekeringsovereenkomst burgerlijke aansprakelijkheid af in de zin van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. Deze verzekeringsovereenkomst dekt de persoonlijke aansprakelijkheid van de stagiairs en, in voorkomend geval, FOREm voor de door hen veroorzaakte schade aan de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, en aan andere derden.
In afwijking van het tweede lid, voor de beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, in de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen de rechtshandelingen die de relatie tussen hen en FOREm regelen wanneer zij voorzien in de toekenning van de beroepsopleidingsovereenkomst voor de beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, als deze recht geeft op de verzekeringsdekking bedoeld in dit paragraaf.
Wanneer FOREm, in het kader van de beroepsopleidingen die worden verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, instaat voor de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van de stagiairs bedoeld in dit paragraaf, kunnen de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen dat de kosten van de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van de stagiairs onder hen worden verdeeld of volledig ten laste komen van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
Voor beroepsopleidingen die niet onder de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 vallen, sluit FOREm voor de stagiairs een verzekeringscontract af tegen ongevallen die zich voordoen tijdens de beroepsopleiding en op weg naar de opleiding. Deze verzekeringsovereenkomst garandeert de stagiair dezelfde voordelen als die welke door een verzekeraar worden toegekend aan een werknemer in het aangeleerde beroep overeenkomstig de wet van 10 april 1971.
Voor beroepsopleidingen die binnen het toepassingsgebied van de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 vallen, sluit FOREm voor de stagiairs een verzekeringscontract af dat de in de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967 bedoelde risico's dekt, volgens de garanties bedoeld bij of krachtens deze wetten.
In afwijking van het eerste lid en onverminderd de verplichtingen bedoeld bij of krachtens de wet van 10 april 1971 of de wet van 3 juli 1967, voor de beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, in de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen de rechtshandelingen die de relatie tussen hen en FOREm regelen wanneer zij voorzien in de toekenning van de beroepsopleidingsovereenkomst voor de beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, als deze recht geeft op de verzekeringsdekking bedoeld in dit paragraaf.
In het geval van een beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, is het de verantwoordelijkheid van FOREm om de stagiairs te dekken tegen ongevallen die zich voordoen tijdens de opleiding, de stage of op weg naar de plaats van opleiding of stage, de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, kunnen bepalen dat de kosten van de verzekeringsdekking onder hen worden verdeeld of volledig ten laste komen van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of die betrokken zijn bij een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2.
§ 2. De stagiair die in het kader van zijn beroepsopleiding nadeel berokkent aan FOREm of aan derden, wordt slechts in gevallen van fraude, ernstige nalatigheid of herhaalde lichte nalatigheid verantwoordelijk gehouden.
Onverminderd paragraaf 1, derde en vierde lid, sluit FOREm voor de duur van de beroepsopleiding een verzekeringsovereenkomst burgerlijke aansprakelijkheid af in de zin van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. Deze verzekeringsovereenkomst dekt de persoonlijke aansprakelijkheid van de stagiairs en, in voorkomend geval, FOREm voor de door hen veroorzaakte schade aan de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, en aan andere derden.
In afwijking van het tweede lid, voor de beroepsopleidingen georganiseerd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, of in het kader van een traject met meerdere operatoren bedoeld in hoofdstuk 2, in de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen de rechtshandelingen die de relatie tussen hen en FOREm regelen wanneer zij voorzien in de toekenning van de beroepsopleidingsovereenkomst voor de beroepsopleiding verzorgd door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, als deze recht geeft op de verzekeringsdekking bedoeld in dit paragraaf.
Wanneer FOREm, in het kader van de beroepsopleidingen die worden verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°, instaat voor de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van de stagiairs bedoeld in dit paragraaf, kunnen de rechtshandelingen die de betrekkingen tussen hen en FOREm regelen, bepalen dat de kosten van de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van de stagiairs onder hen worden verdeeld of volledig ten laste komen van de personen bedoeld in artikel 5, 2° tot 7°.
Art.22. § 1er. Le FOREm contracte une assurance pour le stagiaire contre les accidents survenant pendant la formation, le stage ou sur le chemin du lieu de formation ou de stage.
Pour les formations professionnelles qui ne relèvent pas du champ d'application de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, le FOREm conclut, pour les stagiaires, un contrat d'assurance contre les accidents survenant pendant la formation professionnelle et sur le chemin de la formation. Ce contrat d'assurance garantit au stagiaire les mêmes avantages que ceux qu'un assureur accorde à un salarié dans la profession apprise conformément à la loi du 10 avril 1971.
Pour les formations professionnelles qui relèvent du champ d'application de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, le FOREm conclut, pour les stagiaires, un contrat d'assurance qui couvre les risques visés par la loi du 10 avril 1971 ou par la loi du 3 juillet 1967, selon les garanties qui sont prévues par ou en vertu de ces lois.
Par dérogation à l'alinéa 1er et sans préjudice des obligations visées par ou en vertu de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, pour les formations professionnelles organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou dans le cadre d'un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent lorsqu'ils prévoient l'octroi du contrat de formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, s'il donne droit à la couverture d'assurance visée au présent paragraphe.
Lorsque pour les formations professionnelles dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou dans le cadre d'un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2, il incombe au FOREm de couvrir les stagiaires contre les accidents survenus pendant la formation, le stage ou sur le chemin du lieu de formation ou de stage, les actes juridiques régissant la relation entre elles et le FOREm peuvent déterminer que les frais de la couverture d'assurance sont répartis entre eux ou pris en charge intégralement par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou qui interviennent dans un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2.
§ 2. Le stagiaire qui, dans le cadre de sa formation professionnelle, cause un préjudice au FOREm ou à des tiers, est responsable en cas de dol, de faute grave ou de faute légère répétée.
Sans préjudice du paragraphe 1er, alinéas 3 et 4, le FOREm conclut, pour la durée de la formation professionnelle, un contrat d'assurance en responsabilité civile au sens de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances. Ce contrat d'assurance couvre la responsabilité individuelle des stagiaires ainsi que, le cas échéant, le FOREm pour les dommages causés par eux aux personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, et aux autres tiers.
Par dérogation à l'alinéa 2, pour les formations professionnelles organisées par les personnes visées à l'article 5, 2° à 7°, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent, lorsqu'ils prévoient l'octroi du contrat formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, s'il donne droit à la couverture d'assurance visée au présent paragraphe.
Lorsque, pour les formations professionnelles dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, il incombe au FOREm de couvrir la responsabilité civile des stagiaires visée au présent paragraphe, les actes juridiques régissant la relation entre elles et le FOREm peuvent déterminer que les frais de la couverture d'assurance en responsabilité civile des stagiaires sont répartis entre eux ou pris en charge intégralement par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°.
Pour les formations professionnelles qui ne relèvent pas du champ d'application de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, le FOREm conclut, pour les stagiaires, un contrat d'assurance contre les accidents survenant pendant la formation professionnelle et sur le chemin de la formation. Ce contrat d'assurance garantit au stagiaire les mêmes avantages que ceux qu'un assureur accorde à un salarié dans la profession apprise conformément à la loi du 10 avril 1971.
Pour les formations professionnelles qui relèvent du champ d'application de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, le FOREm conclut, pour les stagiaires, un contrat d'assurance qui couvre les risques visés par la loi du 10 avril 1971 ou par la loi du 3 juillet 1967, selon les garanties qui sont prévues par ou en vertu de ces lois.
Par dérogation à l'alinéa 1er et sans préjudice des obligations visées par ou en vertu de la loi du 10 avril 1971 ou de la loi du 3 juillet 1967, pour les formations professionnelles organisées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou dans le cadre d'un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent lorsqu'ils prévoient l'octroi du contrat de formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensée par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, s'il donne droit à la couverture d'assurance visée au présent paragraphe.
Lorsque pour les formations professionnelles dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou dans le cadre d'un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2, il incombe au FOREm de couvrir les stagiaires contre les accidents survenus pendant la formation, le stage ou sur le chemin du lieu de formation ou de stage, les actes juridiques régissant la relation entre elles et le FOREm peuvent déterminer que les frais de la couverture d'assurance sont répartis entre eux ou pris en charge intégralement par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, ou qui interviennent dans un parcours multi-opérateur visé au chapitre 2.
§ 2. Le stagiaire qui, dans le cadre de sa formation professionnelle, cause un préjudice au FOREm ou à des tiers, est responsable en cas de dol, de faute grave ou de faute légère répétée.
Sans préjudice du paragraphe 1er, alinéas 3 et 4, le FOREm conclut, pour la durée de la formation professionnelle, un contrat d'assurance en responsabilité civile au sens de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances. Ce contrat d'assurance couvre la responsabilité individuelle des stagiaires ainsi que, le cas échéant, le FOREm pour les dommages causés par eux aux personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, et aux autres tiers.
Par dérogation à l'alinéa 2, pour les formations professionnelles organisées par les personnes visées à l'article 5, 2° à 7°, les actes juridiques qui régissent la relation entre elles et le FOREm déterminent, lorsqu'ils prévoient l'octroi du contrat formation professionnelle pour la formation professionnelle dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, s'il donne droit à la couverture d'assurance visée au présent paragraphe.
Lorsque, pour les formations professionnelles dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°, il incombe au FOREm de couvrir la responsabilité civile des stagiaires visée au présent paragraphe, les actes juridiques régissant la relation entre elles et le FOREm peuvent déterminer que les frais de la couverture d'assurance en responsabilité civile des stagiaires sont répartis entre eux ou pris en charge intégralement par les personnes, visées à l'article 5, 2° à 7°.
Art.23. De stagiairs bedoeld in artikel 4, eerste lid, maken gratis gebruik van de opleidingsuitrusting die nodig is om de taken uit te voeren in het kader van de beroepsopleiding.
De in het eerste lid bedoelde leermiddelen blijven eigendom van de in artikel 5 bedoelde personen, tenzij anders is bepaald.
Alle arbeidsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om de taken van de beroepsopleiding uit te voeren, worden voor de duur van de beroepsopleiding aan de stagiair verstrekt.
De lokalen, werkuitrustingen en persoonlijke beschermingsmiddelen voldoen aan de wettelijke verplichtingen die zijn vastgelegd in de codex over het welzijn op het werk, die de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid toepast, evenals de bepalingen die nog steeds van kracht zijn van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, en voldoen aan de technische normen.
De in het eerste lid bedoelde leermiddelen blijven eigendom van de in artikel 5 bedoelde personen, tenzij anders is bepaald.
Alle arbeidsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om de taken van de beroepsopleiding uit te voeren, worden voor de duur van de beroepsopleiding aan de stagiair verstrekt.
De lokalen, werkuitrustingen en persoonlijke beschermingsmiddelen voldoen aan de wettelijke verplichtingen die zijn vastgelegd in de codex over het welzijn op het werk, die de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid toepast, evenals de bepalingen die nog steeds van kracht zijn van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, en voldoen aan de technische normen.
Art.23. Les stagiaires visés à l'article 4, alinéa 1er utilisent gratuitement le matériel d'apprentissage nécessaire à l'exécution des tâches effectuées dans le cadre de la formation professionnelle.
Le matériel d'apprentissage, visé à l'alinéa 1er, reste la propriété des personnes visées à l'article 5, sauf dispositions contraires.
Tout équipement de travail, tout équipement de protection individuelle, tout outillage et toutes matières premières nécessaires à l'exécution des tâches effectuées dans le cadre de la formation professionnelle sont fournis au stagiaire pendant toute la durée de la formation professionnelle.
Les locaux, les équipements de travail et les équipements de protection individuelle répondent aux obligations légales définies dans le code sur le bien-être au travail appliquant les dispositions de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, ainsi que les dispositions encore en vigueur du règlement général pour la protection du travail et sont conformes aux normes techniques.
Le matériel d'apprentissage, visé à l'alinéa 1er, reste la propriété des personnes visées à l'article 5, sauf dispositions contraires.
Tout équipement de travail, tout équipement de protection individuelle, tout outillage et toutes matières premières nécessaires à l'exécution des tâches effectuées dans le cadre de la formation professionnelle sont fournis au stagiaire pendant toute la durée de la formation professionnelle.
Les locaux, les équipements de travail et les équipements de protection individuelle répondent aux obligations légales définies dans le code sur le bien-être au travail appliquant les dispositions de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, ainsi que les dispositions encore en vigueur du règlement général pour la protection du travail et sont conformes aux normes techniques.
HOOFDSTUK 5. - Collectieve erkenning van een beroepsopleiding
CHAPITRE 5. - Reconnaissance collective d'une formation professionnelle
Art.24. § 1. FOREm kan als beroepsopleiding voor werkzoekenden een opleiding erkennen die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:
1° de kwaliteit van het aangeboden opleidingsproduct:
a) de opleiding heeft betrekking op één van de maatregelen bedoeld in artikel 3;
b) de opleiding is uniek ten opzichte van het bestaande geïntegreerde aanbod van beroepsopleidingsdiensten zoals verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 1° tot 4° en 6°, op het grondgebied van de Territoriale Directie van FOREm waar de derde zijn opleiding wenst te organiseren, met name op basis van de kwaliteit ervan, op basis van het aanvullende of complementaire karakter ervan ten opzichte van het bestaande aanbod;
2° op het gebied van de erkenning van de kwaliteit van de operator:
a) het verkrijgen van een erkenning gekoppeld aan tewerkstelling of opleiding;
b) de erkenning verleend door een Belgische of buitenlandse overheidsinstantie in het kader van een wettelijk of regelgevend georganiseerde regelgeving;
3° over de nodige menselijke en materiële middelen beschikken om de opleiding te organiseren;
4° het project is relevant ten aanzien van het integratietraject van de werkzoekenden, in het bijzonder wat betreft de impact ervan op de integratiekansen van de werkzoekende door het doel of de methodologie ervan;
5° gratis zijn voor de stagiairs bedoeld in artikel 4.
§ 2. Erkenning als beroepsopleiding gebeurt op verzoek van een derde partij of op initiatief van FOREm.
Bij de erkenning als beroepsopleiding, kan FOREm, in overleg met de derde partij bedoeld in het eerste lid, de titel van de beroepsopleiding wijzigen als deze daardoor begrijpelijker wordt voor de werkzoekenden en beroepsbeoefenaars uit de socioprofessionele inschakeling
§ 3. Om de aanvraag voor erkenning als beroepsopleiding te verwerken, verzamelt FOREm alle informatie die nodig is om de aanvraag voor erkenning te verwerken met betrekking tot de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1.
Als FOREm nog niet over de volgende informatie beschikt, zal de derde partij die om erkenning aanvraagt, hem het volgende verstrekt:
1° de naam, het adres, de rechtsvorm en de gegevens van de contactpersoon van de derde partij;
2° de benaming en de omschrijving van de opleiding;
3° de beschrijving van het doel, de inhoud van het programma, de plaats en de periodes van de opleiding;
4° informatie betreffende het diploma of getuigschrift uitgereikt bij het beëindigen van de beroepsopleiding;
5° elk element dat de impact van de beroepsopleiding op de inschakelingskansen van de werkzoekende kan objectiveren, meer bepaald door het doel, de middelen of de methodologie ervan;
6° informatie over het bestaande aanbod in het geografische omtrek waarop de opleiding betrekking heeft.
FOREm bewaart de gegevens bedoeld in het eerste lid maximaal vijf jaar vanaf het moment dat de beslissing tot erkenning afloopt en niet wordt verlengd.
§ 4. De beslissing tot erkenning als beroepsopleiding wordt verleend voor de duur van de opleiding.
Tijdens deze periode kan de erkenning alleen worden bewaard als aan de voorwaarden in het besluit is voldaan. FOREm kan regelmatig controleren of aan deze voorwaarden wordt voldaan.
§ 5. FOREm stelt de derde die om erkenning heeft verzocht zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van de beslissing tot erkenning.
1° de kwaliteit van het aangeboden opleidingsproduct:
a) de opleiding heeft betrekking op één van de maatregelen bedoeld in artikel 3;
b) de opleiding is uniek ten opzichte van het bestaande geïntegreerde aanbod van beroepsopleidingsdiensten zoals verstrekt door de personen bedoeld in artikel 5, 1° tot 4° en 6°, op het grondgebied van de Territoriale Directie van FOREm waar de derde zijn opleiding wenst te organiseren, met name op basis van de kwaliteit ervan, op basis van het aanvullende of complementaire karakter ervan ten opzichte van het bestaande aanbod;
2° op het gebied van de erkenning van de kwaliteit van de operator:
a) het verkrijgen van een erkenning gekoppeld aan tewerkstelling of opleiding;
b) de erkenning verleend door een Belgische of buitenlandse overheidsinstantie in het kader van een wettelijk of regelgevend georganiseerde regelgeving;
3° over de nodige menselijke en materiële middelen beschikken om de opleiding te organiseren;
4° het project is relevant ten aanzien van het integratietraject van de werkzoekenden, in het bijzonder wat betreft de impact ervan op de integratiekansen van de werkzoekende door het doel of de methodologie ervan;
5° gratis zijn voor de stagiairs bedoeld in artikel 4.
§ 2. Erkenning als beroepsopleiding gebeurt op verzoek van een derde partij of op initiatief van FOREm.
Bij de erkenning als beroepsopleiding, kan FOREm, in overleg met de derde partij bedoeld in het eerste lid, de titel van de beroepsopleiding wijzigen als deze daardoor begrijpelijker wordt voor de werkzoekenden en beroepsbeoefenaars uit de socioprofessionele inschakeling
§ 3. Om de aanvraag voor erkenning als beroepsopleiding te verwerken, verzamelt FOREm alle informatie die nodig is om de aanvraag voor erkenning te verwerken met betrekking tot de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1.
Als FOREm nog niet over de volgende informatie beschikt, zal de derde partij die om erkenning aanvraagt, hem het volgende verstrekt:
1° de naam, het adres, de rechtsvorm en de gegevens van de contactpersoon van de derde partij;
2° de benaming en de omschrijving van de opleiding;
3° de beschrijving van het doel, de inhoud van het programma, de plaats en de periodes van de opleiding;
4° informatie betreffende het diploma of getuigschrift uitgereikt bij het beëindigen van de beroepsopleiding;
5° elk element dat de impact van de beroepsopleiding op de inschakelingskansen van de werkzoekende kan objectiveren, meer bepaald door het doel, de middelen of de methodologie ervan;
6° informatie over het bestaande aanbod in het geografische omtrek waarop de opleiding betrekking heeft.
FOREm bewaart de gegevens bedoeld in het eerste lid maximaal vijf jaar vanaf het moment dat de beslissing tot erkenning afloopt en niet wordt verlengd.
§ 4. De beslissing tot erkenning als beroepsopleiding wordt verleend voor de duur van de opleiding.
Tijdens deze periode kan de erkenning alleen worden bewaard als aan de voorwaarden in het besluit is voldaan. FOREm kan regelmatig controleren of aan deze voorwaarden wordt voldaan.
§ 5. FOREm stelt de derde die om erkenning heeft verzocht zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van de beslissing tot erkenning.
Art.24. § 1er. Le FOREm peut reconnaitre comme formation professionnelle des chercheurs d'emploi les formations qui remplissent les conditions cumulatives suivantes :
1° au niveau de la qualité du produit de formation proposé :
a) la formation porte sur une des mesures visées à l'article 3 ;
b) la formation présente une singularité par rapport à l'offre intégrée de services de formation professionnelle existante telle que dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 1° à 4° et 6°, sur le territoire de la Direction territoriale du FOREm où le tiers souhaite organiser sa formation, notamment par sa qualité, par son caractère additionnel ou complémentaire à l'offre existante ;
2° au niveau de la reconnaissance de la qualité de l'opérateur :
a) l'obtention d'un agrément lié à l'emploi ou à la formation ;
b) la reconnaissance octroyée par une administration publique belge ou étrangère dans le cadre d'un dispositif organisé légalement ou règlementairement ;
3° disposer des moyens humains et matériels adéquats et nécessaires pour l'organisation de la formation ;
4° le projet être pertinentes par rapport aux parcours d'insertion des chercheurs d'emploi au regard notamment de son impact sur les chances d'insertion du chercheur d'emploi au travers son objet ou de sa méthodologie ;
5° être gratuites pour les stagiaires visés à l'article 4.
§ 2. La reconnaissance comme formation professionnelle a lieu soit à la demande d'un tiers soit à l'initiative du FOREm.
Lors de la reconnaissance comme formation professionnelle, le FOREm peut, en concertation avec le tiers visé à l'alinéa 1er, modifier l'intitulé de la formation professionnelle si cela renforce sa lisibilité vis-à-vis des chercheurs d'emploi et des professionnels de l'insertion socio-professionnelle.
§ 3. Pour traiter la demande de reconnaissance comme formation professionnelle, le FOREm rassemble toutes les informations utiles au traitement de la demande de reconnaissance au regard des conditions, visées au paragraphe 1er.
Si le FOREm ne dispose pas déjà des informations suivantes, le tiers ayant demandé la reconnaissance lui remet :
1° le nom, l'adresse, la forme juridique et les coordonnées de la personne de contact du tiers ;
2° la dénomination et la description de la formation ;
3° la description de l'objectif, du contenu du programme, du lieu et des périodes de formation ;
4° les informations concernant le diplôme ou le certificat délivré au terme de la formation professionnelle ;
5° tout élément de nature à objectiver l'impact de la formation professionnelle sur les chances d'insertion du chercheur d'emploi notamment au travers de son objet, ses moyens ou de sa méthodologie ;
6° les informations relatives à l'offre existante dans le périmètre géographique concerné par la formation.
Le FOREm conserve les données visées à l'alinéa 1er pour une durée de maximum cinq ans à partir du moment où la décision de reconnaissance prend fin et n'est pas renouvelée.
§ 4. La décision de reconnaissance comme formation professionnelle est octroyée pour une durée limitée au déroulement de la formation.
Pendant cette durée, la reconnaissance peut être conservée uniquement si les conditions mentionnées dans la décision sont remplies. Le FOREm peut vérifier régulièrement si ces conditions sont respectées.
§ 5. Le FOREm communique par écrit, dans les plus brefs délais, la décision de reconnaissance au tiers ayant demandé la reconnaissance.
1° au niveau de la qualité du produit de formation proposé :
a) la formation porte sur une des mesures visées à l'article 3 ;
b) la formation présente une singularité par rapport à l'offre intégrée de services de formation professionnelle existante telle que dispensées par les personnes, visées à l'article 5, 1° à 4° et 6°, sur le territoire de la Direction territoriale du FOREm où le tiers souhaite organiser sa formation, notamment par sa qualité, par son caractère additionnel ou complémentaire à l'offre existante ;
2° au niveau de la reconnaissance de la qualité de l'opérateur :
a) l'obtention d'un agrément lié à l'emploi ou à la formation ;
b) la reconnaissance octroyée par une administration publique belge ou étrangère dans le cadre d'un dispositif organisé légalement ou règlementairement ;
3° disposer des moyens humains et matériels adéquats et nécessaires pour l'organisation de la formation ;
4° le projet être pertinentes par rapport aux parcours d'insertion des chercheurs d'emploi au regard notamment de son impact sur les chances d'insertion du chercheur d'emploi au travers son objet ou de sa méthodologie ;
5° être gratuites pour les stagiaires visés à l'article 4.
§ 2. La reconnaissance comme formation professionnelle a lieu soit à la demande d'un tiers soit à l'initiative du FOREm.
Lors de la reconnaissance comme formation professionnelle, le FOREm peut, en concertation avec le tiers visé à l'alinéa 1er, modifier l'intitulé de la formation professionnelle si cela renforce sa lisibilité vis-à-vis des chercheurs d'emploi et des professionnels de l'insertion socio-professionnelle.
§ 3. Pour traiter la demande de reconnaissance comme formation professionnelle, le FOREm rassemble toutes les informations utiles au traitement de la demande de reconnaissance au regard des conditions, visées au paragraphe 1er.
Si le FOREm ne dispose pas déjà des informations suivantes, le tiers ayant demandé la reconnaissance lui remet :
1° le nom, l'adresse, la forme juridique et les coordonnées de la personne de contact du tiers ;
2° la dénomination et la description de la formation ;
3° la description de l'objectif, du contenu du programme, du lieu et des périodes de formation ;
4° les informations concernant le diplôme ou le certificat délivré au terme de la formation professionnelle ;
5° tout élément de nature à objectiver l'impact de la formation professionnelle sur les chances d'insertion du chercheur d'emploi notamment au travers de son objet, ses moyens ou de sa méthodologie ;
6° les informations relatives à l'offre existante dans le périmètre géographique concerné par la formation.
Le FOREm conserve les données visées à l'alinéa 1er pour une durée de maximum cinq ans à partir du moment où la décision de reconnaissance prend fin et n'est pas renouvelée.
§ 4. La décision de reconnaissance comme formation professionnelle est octroyée pour une durée limitée au déroulement de la formation.
Pendant cette durée, la reconnaissance peut être conservée uniquement si les conditions mentionnées dans la décision sont remplies. Le FOREm peut vérifier régulièrement si ces conditions sont respectées.
§ 5. Le FOREm communique par écrit, dans les plus brefs délais, la décision de reconnaissance au tiers ayant demandé la reconnaissance.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Art.25. In artikel 16 van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016 tot uitvoering van het besluit van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling, worden de woorden "het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen" vervangen door de woorden "het besluit van de Waalse regering van 6 juni 2024 betreffende de beroepsopleiding voor werkzoekenden en werknemers".
Art.25. A l'article 16 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 décembre 2016 portant exécution du décret du 10 juillet 2013 relatif aux centres d'insertion socioprofessionnelle, les mots " l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février 2002 relatif à l'octroi de certains avantages aux stagiaires qui reçoivent une formation professionnelle " sont remplacés par les mots " l'arrêté du Gouvernement wallon du 6 juin 2024 relatif à la formation professionnelle des chercheurs d'emploi et des travailleurs ".
Art.26. Artikel 61 van het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2022 tot uitvoering van het decreet van 12 november 2021 betreffende coaching en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden wordt aangevuld met een punt 6°, luidend als volgt:
"6° neemt deel aan de ontwikkeling van trajecten met meerdere operatoren bedoeld in de artikelen 7 tot 9 van het besluit van de Waalse Regering van [datum] betreffende de beroepsopleiding voor werkzoekenden en werknemers. ".
"6° neemt deel aan de ontwikkeling van trajecten met meerdere operatoren bedoeld in de artikelen 7 tot 9 van het besluit van de Waalse Regering van [datum] betreffende de beroepsopleiding voor werkzoekenden en werknemers. ".
Art.26. L'article 61 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 21 décembre 2022 portant exécution du décret du 12 novembre 2021 relatif à l'accompagnement orienté coaching et solutions des chercheurs d'emploi est complété par un 6°, rédigé comme suit :
" 6° participe à l'élaboration de parcours multi-opérateurs visé aux articles 7 à 9 de l'arrêté du Gouvernement wallon du [date] relatif à la formation professionnelle des chercheurs d'emploi et des travailleurs. ".
" 6° participe à l'élaboration de parcours multi-opérateurs visé aux articles 7 à 9 de l'arrêté du Gouvernement wallon du [date] relatif à la formation professionnelle des chercheurs d'emploi et des travailleurs. ".
Art.27. Worden opgeheven:
1° het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding;
2° het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen
1° het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding;
2° het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen
Art.27. Sont abrogés :
1° l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté française du 12 mai 1987 relatif à la formation professionnelle ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février 2002 relatif à l'octroi de certains avantages aux stagiaires qui reçoivent une formation professionnelle.
1° l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté française du 12 mai 1987 relatif à la formation professionnelle ;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février 2002 relatif à l'octroi de certains avantages aux stagiaires qui reçoivent une formation professionnelle.
Art.28. Het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding en het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen, blijven van toepassing op beroepsopleidingsovereenkomsten gesloten vóór de inwerkingtreding van dit beslui.
Art.28. L'arrêté de l'Exécutif de la Communauté française du 12 mai 1987 relatif à la formation professionnelle et l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février 2002 relatif à l'octroi de certains avantages aux stagiaires qui reçoivent une formation professionnelle continuent à s'appliquer aux contrats de formation professionnelle conclus avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 29. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2024.
In afwijking van het eerste lid, treden de hoofdstukken 2 en 5 van dit besluit in werking op 1 januari 2025.
In afwijking van het eerste lid, treden de hoofdstukken 2 en 5 van dit besluit in werking op 1 januari 2025.
Art. 29. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er octobre 2024.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les chapitres 2 et 5 du présent arrêté entrent en vigueur le 1er janvier 2025.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les chapitres 2 et 5 du présent arrêté entrent en vigueur le 1er janvier 2025.