Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
16 MEI 2024. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke
Titre
16 MAI 2024. - Loi portant diverses modifications relatives à la protection de la personne des malades mentaux
Informations sur le document
Numac: 2024004500
Datum: 2024-05-16
Info du document
Numac: 2024004500
Date: 2024-05-16
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 26 ju...
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk...
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 5 augus...
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 7 mei 1...
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 8 juni ...
HOOFDSTUK 7. - Evaluatie
HOOFDSTUK 8. - Overgangsbepaling
HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Disposition générale
CHAPITRE 2. - Modifications de la loi du 26 jui...
CHAPITRE 3. - Modifications du Code judiciaire
CHAPITRE 4. - Modification de la loi du 5 août ...
CHAPITRE 5. - Modification de la loi du 7 mai 1...
CHAPITRE 6. - Modification de la loi du 8 juin ...
CHAPITRE 7. - Evaluation
CHAPITRE 8. - Disposition transitoire
CHAPITRE 9. - Entrée en vigueur
Tekst (81)
Texte (81)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
CHAPITRE 1er. - Disposition générale
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 74 de la Constitution.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke
CHAPITRE 2. - Modifications de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux
Art.2. Het opschrift van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke wordt vervangen als volgt:
"Wet inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening".
"Wet inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening".
Art.2. L'intitulé de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux, est remplacé par ce qui suit:
"Loi relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
"Loi relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
Art.3. In de artikelen 2 en 23 van dezelfde wet, wordt het woord "geesteszieke" telkens vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening".
Art.3. Dans les articles 2 et 23 de la même loi, les mots "d'un malade mental" sont chaque fois remplacés par les mots "d'une personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
Art.4. In de artikelen 5, 7 tot 22, 24, 25, 27, 28, 30, 32, 34 en 36 van dezelfde wet, wordt het woord "zieke" telkens vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening".
Art.4. Dans les articles 5, 7 à 22, 24, 25, 27, 28, 30, 32, 34 et 36 de la même loi, les mots "du malade" sont chaque fois remplacés par les mots "de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique", les mots "au malade" sont chaque fois remplacés par les mots "à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique" et les mots "le malade" sont chaque fois remplacés par les mots "la personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
Art.5. In de artikelen 7, § 2, vierde lid, en 30 van dezelfde wet wordt het woord "geneesheer-psychiater" telkens vervangen door de woorden "arts-psychiater".
Art.5. Dans le texte néerlandais des articles 7, § 2, alinéa 4, et 30 de la même loi, les mots "geneesheer-psychiater" sont chaque fois remplacés par les mots "arts-psychiater".
Art.6. In de artikelen 11, 13, 16, 18, 22, 24, 25, 27, 29, 32 en 34 van dezelfde wet wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".
Art.6. Dans le texte néerlandais des articles 11, 13, 16, 18, 22, 24, 25, 27, 29, 32 et 34 de la même loi, le mot "geneesheer" est chaque fois remplacé par le mot "arts".
Art.7. In de artikelen 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 37 van dezelfde wet wordt het woord "geneesheer-diensthoofd" telkens vervangen door het woord "arts-diensthoofd".
Art.7. Dans le texte néerlandais des articles 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 et 37 de la même loi, le mot "geneesheer-diensthoofd" est chaque fois remplacé par le mot "arts-diensthoofd".
Art.8. In de artikelen 13, 25, 36 en 41 van dezelfde wet wordt het woord "geneesheren" telkens vervangen door het woord "artsen".
Art.8. Dans le texte néerlandais des articles 13, 25, 36 et 41 de la même loi, le mot "geneesheren" est chaque fois remplacé par le mot "artsen".
Art.9. In de Franse tekst van de artikelen 15, 19, § 3 en 22, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden "la mise en observation" telkens vervangen door de woorden "la mesure de protection".
Art.9. Dans les articles 15, 19, § 3 et 22, alinéa 3, de la même loi, les mots "la mise en observation" sont chaque fois remplacés par les mots "la mesure de protection".
Art.10. In hoofdstuk I van dezelfde wet wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 1/1. Voor de toepassing van deze wet wordt onder "psychiatrische aandoening" verstaan: een volgens de huidige stand van de wetenschap als zodanig omschreven aandoening die de realiteitsperceptie, het oordeelsvermogen, de denkprocessen, de stemming of de controle over diens daden ernstig kan verstoren.
De onaangepastheid aan de zedelijke, maatschappelijke, religieuze, politieke of andere waarden wordt niet als een psychiatrische aandoening beschouwd.".
"Art. 1/1. Voor de toepassing van deze wet wordt onder "psychiatrische aandoening" verstaan: een volgens de huidige stand van de wetenschap als zodanig omschreven aandoening die de realiteitsperceptie, het oordeelsvermogen, de denkprocessen, de stemming of de controle over diens daden ernstig kan verstoren.
De onaangepastheid aan de zedelijke, maatschappelijke, religieuze, politieke of andere waarden wordt niet als een psychiatrische aandoening beschouwd.".
Art.10. Dans le chapitre Ier de la même loi, il est inséré un article 1er/1 rédigé comme suit:
"Art. 1er/1. Pour l'application de la présente loi, l'on entend par "trouble psychiatrique": un trouble défini comme tel en fonction de l'état actuel de la science et susceptible d'altérer gravement la perception de la réalité, la capacité de discernement, les processus de pensée, l'humeur ou le contrôle de ses actes.
L'inadaptation aux valeurs morales, sociales, religieuses, politiques ou autres n'est pas considérée comme un trouble psychiatrique.".
"Art. 1er/1. Pour l'application de la présente loi, l'on entend par "trouble psychiatrique": un trouble défini comme tel en fonction de l'état actuel de la science et susceptible d'altérer gravement la perception de la réalité, la capacité de discernement, les processus de pensée, l'humeur ou le contrôle de ses actes.
L'inadaptation aux valeurs morales, sociales, religieuses, politiques ou autres n'est pas considérée comme un trouble psychiatrique.".
Art.11. In artikel 2 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de Franse tekst van het eerste lid worden de woorden "qu'il" telkens vervangen door de woorden "qu'elle";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
1° in de Franse tekst van het eerste lid worden de woorden "qu'il" telkens vervangen door de woorden "qu'elle";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.11. A l'article 2 de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:
1° les mots "qu'il" sont chaque fois remplacés par les mots "qu'elle";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
1° les mots "qu'il" sont chaque fois remplacés par les mots "qu'elle";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
Art.12. Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Art. 3. Degene die zich vrij en zonder voorwaarden laat opnemen in een residentiële instelling, kan deze te allen tijde verlaten."
"Art. 3. Degene die zich vrij en zonder voorwaarden laat opnemen in een residentiële instelling, kan deze te allen tijde verlaten."
Art.12. L'article 3 de la même loi est remplacé par ce qui suit:
"Art. 3. La personne qui se fait librement et sans condition admettre dans une institution résidentielle peut la quitter à tout moment."
"Art. 3. La personne qui se fait librement et sans condition admettre dans une institution résidentielle peut la quitter à tout moment."
Art.13. In artikel 3/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2019, worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door de woorden "beschermende observatiemaatregel".
Art.13. Dans l'article 3/1 de la même loi, inséré par la loi du 10 mars 2019, les mots "La mise en observation" sont remplacés par les mots "La mesure d'observation protectrice".
Art.14. In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt:
"Hoofdstuk II. Beschermingsmaatregelen".
"Hoofdstuk II. Beschermingsmaatregelen".
Art.14. Dans la même loi, l'intitulé du chapitre II est remplacé par ce qui suit:
"Chapitre II. Des mesures de protection".
"Chapitre II. Des mesures de protection".
Art.15. In hoofdstuk II van dezelfde wet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen als volgt:
"Afdeling 1. Algemene bepalingen".
"Afdeling 1. Algemene bepalingen".
Art.15. Dans le chapitre II de la même loi, l'intitulé de la section 1re est remplacé par ce qui suit:
"Section 1re. Dispositions générales".
"Section 1re. Dispositions générales".
Art.16. Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Art. 4. Wanneer de omstandigheden bedoeld in artikel 2 zich voordoen, kunnen de volgende beschermingsmaatregelen bij rechterlijke beslissing worden uitgesproken overeenkomstig de regels bepaald bij deze wet:
- een beschermende observatiemaatregel;
- een vrijwillige behandeling onder voorwaarden."
"Art. 4. Wanneer de omstandigheden bedoeld in artikel 2 zich voordoen, kunnen de volgende beschermingsmaatregelen bij rechterlijke beslissing worden uitgesproken overeenkomstig de regels bepaald bij deze wet:
- een beschermende observatiemaatregel;
- een vrijwillige behandeling onder voorwaarden."
Art.16. L'article 4 de la même loi est remplacé par ce qui suit:
"Art. 4. Lorsque les circonstances visées à l'article 2 sont réunies, les mesures de protection suivantes peuvent être prononcées par décision judiciaire conformément aux règles déterminées dans la présente loi:
- une mesure d'observation protectrice;
- un traitement volontaire sous conditions."
"Art. 4. Lorsque les circonstances visées à l'article 2 sont réunies, les mesures de protection suivantes peuvent être prononcées par décision judiciaire conformément aux règles déterminées dans la présente loi:
- une mesure d'observation protectrice;
- un traitement volontaire sous conditions."
Art.17. In hoofdstuk II, afdeling 1, van dezelfde wet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 4/1. De beschermende observatiemaatregel vindt plaats in een residentiële instelling.
Onder "residentiële instelling" wordt verstaan: een instelling hiertoe erkend door de overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid op grond van de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet die voldoende veiligheidsgaranties biedt voor de betrokkene en de samenleving, en een observatie mogelijk maakt, indien nodig met tussenkomst van externe diensten."
"Art. 4/1. De beschermende observatiemaatregel vindt plaats in een residentiële instelling.
Onder "residentiële instelling" wordt verstaan: een instelling hiertoe erkend door de overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid op grond van de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet die voldoende veiligheidsgaranties biedt voor de betrokkene en de samenleving, en een observatie mogelijk maakt, indien nodig met tussenkomst van externe diensten."
Art.17. Dans le chapitre II, section 1re, de la même loi, il est inséré un article 4/1, rédigé comme suit:
"Art. 4/1. La mesure d'observation protectrice a lieu dans une institution résidentielle.
On entend par "institution résidentielle": une institution agréée à cet effet par les autorités compétentes en matière de politique de la santé en vertu des articles 128, 130 et 135 de la Constitution offrant des garanties de sécurité suffisantes pour la personne concernée et pour la société et permettant une observation, le cas échéant par l'intervention de services externes."
"Art. 4/1. La mesure d'observation protectrice a lieu dans une institution résidentielle.
On entend par "institution résidentielle": une institution agréée à cet effet par les autorités compétentes en matière de politique de la santé en vertu des articles 128, 130 et 135 de la Constitution offrant des garanties de sécurité suffisantes pour la personne concernée et pour la société et permettant une observation, le cas échéant par l'intervention de services externes."
Art.18. In hoofdstuk II, afdeling 1, van dezelfde wet wordt een artikel 4/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 4/2. § 1. De vrijwillige behandeling onder voorwaarden gebeurt in elk geval onder de voorwaarde dat de persoon met een psychiatrische aandoening zich residentieel of ambulant laat behandelen, overeenkomstig het in paragraaf 2 bedoelde behandelingsplan.
Naast de in het eerste lid bedoelde voorwaarde kan de rechter ook voorwaarden opleggen betreffende het gedrag van de persoon met een psychiatrische aandoening, met name inzake de verblijfplaats, de geneeskundige behandeling of de maatschappelijke hulpverlening, voor zover deze voorwaarden het gevaar, voortvloeiend uit de psychiatrische aandoening, beïnvloeden.
Een vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan enkel worden uitgesproken indien de persoon met een psychiatrische aandoening alle voorwaarden aanvaardt en redelijkerwijs mag worden verwacht dat ze zullen worden nageleefd.
§ 2. Een behandelingsplan dat door de arts die verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling is opgesteld in overleg met de persoon met een psychiatrische aandoening en, indien mogelijk, in samenwerking met zijn naaste omgeving, moet door de persoon met een psychiatrische aandoening worden voorgelegd.
Deze arts wordt verder in deze wet "de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden" genoemd.
Het behandelingsplan bevat:
- een onderdeel waaruit blijkt dat het overleg tot toestemming heeft geleid en op welke grond de arts die verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling tot het oordeel komt dat redelijkerwijs is aan te nemen dat de persoon met een psychiatrische aandoening de door laatstgenoemde voorgestelde vrijwillige behandeling onder voorwaarden zal volgen;
- de therapeutische middelen die zullen worden toegepast teneinde het in artikel 2 bedoelde gevaar zoveel als mogelijk af te wenden.
De Koning bepaalt een model van behandelingsplan".
"Art. 4/2. § 1. De vrijwillige behandeling onder voorwaarden gebeurt in elk geval onder de voorwaarde dat de persoon met een psychiatrische aandoening zich residentieel of ambulant laat behandelen, overeenkomstig het in paragraaf 2 bedoelde behandelingsplan.
Naast de in het eerste lid bedoelde voorwaarde kan de rechter ook voorwaarden opleggen betreffende het gedrag van de persoon met een psychiatrische aandoening, met name inzake de verblijfplaats, de geneeskundige behandeling of de maatschappelijke hulpverlening, voor zover deze voorwaarden het gevaar, voortvloeiend uit de psychiatrische aandoening, beïnvloeden.
Een vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan enkel worden uitgesproken indien de persoon met een psychiatrische aandoening alle voorwaarden aanvaardt en redelijkerwijs mag worden verwacht dat ze zullen worden nageleefd.
§ 2. Een behandelingsplan dat door de arts die verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling is opgesteld in overleg met de persoon met een psychiatrische aandoening en, indien mogelijk, in samenwerking met zijn naaste omgeving, moet door de persoon met een psychiatrische aandoening worden voorgelegd.
Deze arts wordt verder in deze wet "de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden" genoemd.
Het behandelingsplan bevat:
- een onderdeel waaruit blijkt dat het overleg tot toestemming heeft geleid en op welke grond de arts die verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling tot het oordeel komt dat redelijkerwijs is aan te nemen dat de persoon met een psychiatrische aandoening de door laatstgenoemde voorgestelde vrijwillige behandeling onder voorwaarden zal volgen;
- de therapeutische middelen die zullen worden toegepast teneinde het in artikel 2 bedoelde gevaar zoveel als mogelijk af te wenden.
De Koning bepaalt een model van behandelingsplan".
Art.18. Dans le chapitre II, section 1re, de la même loi, il est inséré un article 4/2, rédigé comme suit:
"Art. 4/2. § 1er. Le traitement volontaire sous conditions n'a lieu en tous les cas qu'à la condition que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique se fasse traiter volontairement de manière résidentielle ou ambulatoire, conformément au plan de traitement visé au paragraphe 2.
Outre la condition visée à l'alinéa 1er, le juge peut également imposer des conditions concernant le comportement de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, notamment en ce qui concerne le lieu de résidence, le traitement médical ou l'aide sociale, pour autant que ces conditions influencent le risque qui découle du trouble psychiatrique.
Un traitement volontaire sous conditions ne peut être prononcé que si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique accepte toutes les conditions et si l'on peut raisonnablement penser qu'elles seront respectées.
§ 2. Un plan de traitement établi par le médecin qui sera responsable du traitement en concertation avec la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, si possible, en collaboration avec son entourage proche, devra être soumis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
Ce médecin est désigné ci-après "le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions".
Le plan de traitement comprend:
- un volet qui montre que la concertation a donné lieu à un consentement et qui indique sur quelle base le médecin qui sera responsable du traitement, considère que l'on peut raisonnablement penser que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique respectera le traitement volontaire sous conditions qu'elle a proposé;
- les moyens thérapeutiques qui seront appliqués afin d'écarter le plus possible le danger visé à l'article 2.
Le Roi définit un modèle de plan de traitement. "
"Art. 4/2. § 1er. Le traitement volontaire sous conditions n'a lieu en tous les cas qu'à la condition que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique se fasse traiter volontairement de manière résidentielle ou ambulatoire, conformément au plan de traitement visé au paragraphe 2.
Outre la condition visée à l'alinéa 1er, le juge peut également imposer des conditions concernant le comportement de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, notamment en ce qui concerne le lieu de résidence, le traitement médical ou l'aide sociale, pour autant que ces conditions influencent le risque qui découle du trouble psychiatrique.
Un traitement volontaire sous conditions ne peut être prononcé que si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique accepte toutes les conditions et si l'on peut raisonnablement penser qu'elles seront respectées.
§ 2. Un plan de traitement établi par le médecin qui sera responsable du traitement en concertation avec la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, si possible, en collaboration avec son entourage proche, devra être soumis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
Ce médecin est désigné ci-après "le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions".
Le plan de traitement comprend:
- un volet qui montre que la concertation a donné lieu à un consentement et qui indique sur quelle base le médecin qui sera responsable du traitement, considère que l'on peut raisonnablement penser que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique respectera le traitement volontaire sous conditions qu'elle a proposé;
- les moyens thérapeutiques qui seront appliqués afin d'écarter le plus possible le danger visé à l'article 2.
Le Roi définit un modèle de plan de traitement. "
Art.19. In hoofdstuk II van dezelfde wet wordt een afdeling 2, die de artikelen 5 tot 9 bevat, ingevoegd, luidende "Procedure".
Art.19. Dans le chapitre II de la même loi, il est inséré une section 2 comprenant les articles 5 à 9, intitulée "De la procédure".
Art.20. In hoofdstuk II, afdeling 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij artikel 19, wordt het opschrift van onderafdeling 1 vervangen als volgt:
"Onderafdeling 1. Gewone procedure".
"Onderafdeling 1. Gewone procedure".
Art.20. Dans le chapitre II, section 2 de la même loi, inséré par l'article 19, l'intitulé de la sous-section 1re est remplacé par ce qui suit:
"Sous-section 1re. De la procédure ordinaire".
"Sous-section 1re. De la procédure ordinaire".
Art.21. In artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 6 augustus 1993 en 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door de woorden "beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden". In de Franse tekst wordt het woord "interessé" vervangen door het woord "intéressée";
2° in paragraaf 1, tweede lid, 2, worden de woorden "wiens plaatsing ter observatie" vervangen door de woorden "ten aanzien van wie een beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden";
3° in de Franse tekst van paragraaf 1, tweede lid, 4, worden de woorden "où il se trouve" vervangen door de woorden "où elle se trouve";
4° paragraaf 1, vierde lid, wordt aangevuld met de woorden "en zijn bewindvoerder";
5° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
"Op straffe van niet-ontvankelijkheid van de vordering moet hieraan een omstandig geneeskundig verslag worden toegevoegd dat, op basis van een onderzoek dat ten hoogste vijftien dagen oud is, de gezondheidstoestand van de persoon voor wie de beschermingsmaatregel wordt gevraagd evenals de symptomen van de psychiatrische aandoening beschrijft en vaststelt dat is voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2.
Onverminderd artikel 17, derde lid, mag dit omstandig geneeskundig verslag niet worden opgesteld door de arts die om de maatregel verzoekt of door een arts die een bloed- of aanverwant tot de vierde graad van de verzoeker of van de persoon met een psychiatrische aandoening is.
Indien er omstandigheden zijn die gerechtvaardigde twijfel doen ontstaan over de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van de arts die het omstandig geneeskundig verslag heeft opgesteld, dan kan de persoon met een psychiatrische aandoening de rechtbank verzoeken te voorzien in zijn vervanging en een nieuw omstandig geneeskundig verslag.
Weigert een arts het omstandig geneeskundig verslag op te maken, verwijst hij de verzoeker door naar een andere arts.
De Koning bepaalt een model van omstandig geneeskundig verslag.
De Koning kan de opmaak van het omstandig geneeskundig verslag voorbehouden aan enkel de artsen die een specifieke vorming hebben gevolgd, waarvan Hij de inhoud preciseert."
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door de woorden "beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden". In de Franse tekst wordt het woord "interessé" vervangen door het woord "intéressée";
2° in paragraaf 1, tweede lid, 2, worden de woorden "wiens plaatsing ter observatie" vervangen door de woorden "ten aanzien van wie een beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden";
3° in de Franse tekst van paragraaf 1, tweede lid, 4, worden de woorden "où il se trouve" vervangen door de woorden "où elle se trouve";
4° paragraaf 1, vierde lid, wordt aangevuld met de woorden "en zijn bewindvoerder";
5° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
"Op straffe van niet-ontvankelijkheid van de vordering moet hieraan een omstandig geneeskundig verslag worden toegevoegd dat, op basis van een onderzoek dat ten hoogste vijftien dagen oud is, de gezondheidstoestand van de persoon voor wie de beschermingsmaatregel wordt gevraagd evenals de symptomen van de psychiatrische aandoening beschrijft en vaststelt dat is voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2.
Onverminderd artikel 17, derde lid, mag dit omstandig geneeskundig verslag niet worden opgesteld door de arts die om de maatregel verzoekt of door een arts die een bloed- of aanverwant tot de vierde graad van de verzoeker of van de persoon met een psychiatrische aandoening is.
Indien er omstandigheden zijn die gerechtvaardigde twijfel doen ontstaan over de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van de arts die het omstandig geneeskundig verslag heeft opgesteld, dan kan de persoon met een psychiatrische aandoening de rechtbank verzoeken te voorzien in zijn vervanging en een nieuw omstandig geneeskundig verslag.
Weigert een arts het omstandig geneeskundig verslag op te maken, verwijst hij de verzoeker door naar een andere arts.
De Koning bepaalt een model van omstandig geneeskundig verslag.
De Koning kan de opmaak van het omstandig geneeskundig verslag voorbehouden aan enkel de artsen die een specifieke vorming hebben gevolgd, waarvan Hij de inhoud preciseert."
Art.21. A l'article 5 de la même loi, modifié par les lois des 6 août 1993 et 13 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "d'une mise en observation" sont remplacés par les mots "d'une mesure d'observation protectrice ou d'un traitement volontaire sous conditions" et le mot "intéressé" est remplacé par le mot "intéressée";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, 2, les mots "dont la mise en observation" sont remplacés par les mots "à l'égard de laquelle une mesure d'observation protectrice ou un traitement volontaire sous conditions";
3° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, 4, les mots "où il se trouve" sont remplacés par les mots "où elle se trouve";
4° le paragraphe 1er, alinéa 4, est complété par les mots "et son administrateur";
5° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit:
"Sous peine d'irrecevabilité de la demande, il est joint à celle-ci un rapport médical circonstancié, décrivant, à la suite d'un examen datant de quinze jours au plus, l'état de santé de la personne pour laquelle la mesure de protection est demandée ainsi que les symptômes du trouble psychiatrique, et constatant que les conditions de l'article 2 sont réunies.
Sans préjudice de l'article 17, alinéa 3, ce rapport médical circonstancié ne peut pas être établi par le médecin requérant ou par un médecin parent ou allié jusqu'au quatrième degré du requérant ou de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
S'il y a des circonstances qui font naître des doutes légitimes sur l'impartialité ou l'indépendance du médecin qui a établi le rapport médical circonstancié, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut demander au tribunal de pourvoir à son remplacement et à l'élaboration d'un nouveau rapport médical circonstancié.
Si un médecin refuse d'établir le rapport médical circonstancié, il renvoie le requérant vers un autre médecin.
Le Roi définit un modèle de rapport médical circonstancié.
Le Roi peut réserver l'établissement du rapport médical circonstancié aux seuls médecins qui ont suivi une formation spécifique dont Il précise le contenu."
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "d'une mise en observation" sont remplacés par les mots "d'une mesure d'observation protectrice ou d'un traitement volontaire sous conditions" et le mot "intéressé" est remplacé par le mot "intéressée";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, 2, les mots "dont la mise en observation" sont remplacés par les mots "à l'égard de laquelle une mesure d'observation protectrice ou un traitement volontaire sous conditions";
3° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, 4, les mots "où il se trouve" sont remplacés par les mots "où elle se trouve";
4° le paragraphe 1er, alinéa 4, est complété par les mots "et son administrateur";
5° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit:
"Sous peine d'irrecevabilité de la demande, il est joint à celle-ci un rapport médical circonstancié, décrivant, à la suite d'un examen datant de quinze jours au plus, l'état de santé de la personne pour laquelle la mesure de protection est demandée ainsi que les symptômes du trouble psychiatrique, et constatant que les conditions de l'article 2 sont réunies.
Sans préjudice de l'article 17, alinéa 3, ce rapport médical circonstancié ne peut pas être établi par le médecin requérant ou par un médecin parent ou allié jusqu'au quatrième degré du requérant ou de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
S'il y a des circonstances qui font naître des doutes légitimes sur l'impartialité ou l'indépendance du médecin qui a établi le rapport médical circonstancié, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut demander au tribunal de pourvoir à son remplacement et à l'élaboration d'un nouveau rapport médical circonstancié.
Si un médecin refuse d'établir le rapport médical circonstancié, il renvoie le requérant vers un autre médecin.
Le Roi définit un modèle de rapport médical circonstancié.
Le Roi peut réserver l'établissement du rapport médical circonstancié aux seuls médecins qui ont suivi une formation spécifique dont Il précise le contenu."
Art.22. In artikel 7 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
" § 1. Bij gebrek aan een advocaat verzoekt de rechter bij ontvangst van het verzoekschrift de stafhouder of het bureau voor juridische bijstand om onverwijld van ambtswege een advocaat aan te wijzen.";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "wiens opneming ter observatie" vervangen door de woorden "voor wie een beschermingsmaatregel";
3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Binnen dezelfde termijn geeft de griffier aan de persoon met een psychiatrische aandoening, aan zijn advocaat en, in voorkomend geval, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger en aan zijn bewindvoerder bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift.";
4° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"De advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening heeft toegang tot het dossier, met inbegrip van het omstandig geneeskundig verslag.
De advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening kan het omstandig geneeskundig verslag overmaken aan de arts-psychiater bedoeld in paragraaf 3.";
5° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
" § 3. Overeenkomstig paragraaf 2, vierde lid, kan de persoon met een psychiatrische aandoening een arts-psychiater kiezen om hem bij te staan. Indien hij de naam van een door hem gekozen arts-psychiater niet heeft medegedeeld aan de griffier, kan de rechter er een aanwijzen.";
6° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "de geneesheer-psychiater" vervangen door de woorden "de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in paragraaf 3";
7° paragraaf 5, eerste lid, wordt vervangen door drie leden, luidende:
"Op de vastgestelde dag en het vastgestelde uur hoort de rechter de persoon met een psychiatrische aandoening, de verzoeker, alsmede alle andere personen die hij dienstig acht te horen. Deze hoorzittingen gebeuren in aanwezigheid van de advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening.
De rechter hoort, zo mogelijk, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt, de bloedverwanten tot de tweede graad, de personen die belast zijn met de dagelijkse zorg van de persoon met een psychiatrische aandoening of hem begeleiden. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, hoort de rechter zo mogelijk de andere ouder en, in voorkomend geval, degene aan wie het minderjarige kind is toevertrouwd. Indien de persoon met een psychiatrische aandoening minderjarig is, hoort de rechter zo mogelijk zijn wettelijke vertegenwoordigers.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het tweede lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
8° in de Franse tekst van paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "où celui-ci se trouve" vervangen door de woorden "où celle-ci se trouve".
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
" § 1. Bij gebrek aan een advocaat verzoekt de rechter bij ontvangst van het verzoekschrift de stafhouder of het bureau voor juridische bijstand om onverwijld van ambtswege een advocaat aan te wijzen.";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "wiens opneming ter observatie" vervangen door de woorden "voor wie een beschermingsmaatregel";
3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Binnen dezelfde termijn geeft de griffier aan de persoon met een psychiatrische aandoening, aan zijn advocaat en, in voorkomend geval, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger en aan zijn bewindvoerder bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift.";
4° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"De advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening heeft toegang tot het dossier, met inbegrip van het omstandig geneeskundig verslag.
De advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening kan het omstandig geneeskundig verslag overmaken aan de arts-psychiater bedoeld in paragraaf 3.";
5° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
" § 3. Overeenkomstig paragraaf 2, vierde lid, kan de persoon met een psychiatrische aandoening een arts-psychiater kiezen om hem bij te staan. Indien hij de naam van een door hem gekozen arts-psychiater niet heeft medegedeeld aan de griffier, kan de rechter er een aanwijzen.";
6° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "de geneesheer-psychiater" vervangen door de woorden "de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in paragraaf 3";
7° paragraaf 5, eerste lid, wordt vervangen door drie leden, luidende:
"Op de vastgestelde dag en het vastgestelde uur hoort de rechter de persoon met een psychiatrische aandoening, de verzoeker, alsmede alle andere personen die hij dienstig acht te horen. Deze hoorzittingen gebeuren in aanwezigheid van de advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening.
De rechter hoort, zo mogelijk, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt, de bloedverwanten tot de tweede graad, de personen die belast zijn met de dagelijkse zorg van de persoon met een psychiatrische aandoening of hem begeleiden. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, hoort de rechter zo mogelijk de andere ouder en, in voorkomend geval, degene aan wie het minderjarige kind is toevertrouwd. Indien de persoon met een psychiatrische aandoening minderjarig is, hoort de rechter zo mogelijk zijn wettelijke vertegenwoordigers.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het tweede lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
8° in de Franse tekst van paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "où celui-ci se trouve" vervangen door de woorden "où celle-ci se trouve".
Art.22. A l'article 7 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit:
" § 1er. En l'absence d'avocat, le juge demande, dès la réception de la requête, au bâtonnier ou au bureau d'aide juridique la désignation d'office et sans délai d'un avocat.";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, les mots "dont la mise en observation" sont remplacés par les mots "pour laquelle une mesure de protection";
3° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Dans le même délai, le greffier notifie, par pli judiciaire, la requête à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à son avocat et, le cas échéant, à son représentant légal et à son administrateur.";
4° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"L'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique a accès au dossier, y compris au rapport médical circonstancié.
L'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut soumettre le rapport médical circonstancié au médecin-psychiatre visé au paragraphe 3.";
5° le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit:
" § 3. Conformément au paragraphe 2, alinéa 4, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut choisir un médecin-psychiatre pour l'assister. S'il n'a pas communiqué au greffier le nom d'un médecin-psychiatre de son choix, le juge peut en désigner un.";
6° dans le paragraphe 4, alinéa 2, les mots "au médecin-psychiatre" sont remplacés par les mots "à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé au paragraphe 3";
7° le paragraphe 5, alinéa 1er, est remplacé par trois alinéas, rédigés comme suit:
"Aux jour et heure fixés, le juge entend la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, le requérant, ainsi que toutes les autres personnes dont il estime l'audition utile. Ces auditions ont lieu en présence de l'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
Le juge entend, si possible, le conjoint, le cohabitant légal ou la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait, les parents jusqu'au deuxième degré, les personnes qui se chargent des soins quotidiens de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou qui l'accompagnent. Au cas où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le juge entend, si possible, l'autre parent et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est mineure, le juge entend, si possible, ses représentants légaux.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 2 si des circonstances graves le justifient.";
8° dans le paragraphe 5, alinéa 2, les mots "où celui-ci se trouve" sont remplacés par les mots "où celle-ci se trouve".
1° le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit:
" § 1er. En l'absence d'avocat, le juge demande, dès la réception de la requête, au bâtonnier ou au bureau d'aide juridique la désignation d'office et sans délai d'un avocat.";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, les mots "dont la mise en observation" sont remplacés par les mots "pour laquelle une mesure de protection";
3° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Dans le même délai, le greffier notifie, par pli judiciaire, la requête à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à son avocat et, le cas échéant, à son représentant légal et à son administrateur.";
4° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"L'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique a accès au dossier, y compris au rapport médical circonstancié.
L'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut soumettre le rapport médical circonstancié au médecin-psychiatre visé au paragraphe 3.";
5° le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit:
" § 3. Conformément au paragraphe 2, alinéa 4, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut choisir un médecin-psychiatre pour l'assister. S'il n'a pas communiqué au greffier le nom d'un médecin-psychiatre de son choix, le juge peut en désigner un.";
6° dans le paragraphe 4, alinéa 2, les mots "au médecin-psychiatre" sont remplacés par les mots "à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé au paragraphe 3";
7° le paragraphe 5, alinéa 1er, est remplacé par trois alinéas, rédigés comme suit:
"Aux jour et heure fixés, le juge entend la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, le requérant, ainsi que toutes les autres personnes dont il estime l'audition utile. Ces auditions ont lieu en présence de l'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
Le juge entend, si possible, le conjoint, le cohabitant légal ou la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait, les parents jusqu'au deuxième degré, les personnes qui se chargent des soins quotidiens de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou qui l'accompagnent. Au cas où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le juge entend, si possible, l'autre parent et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est mineure, le juge entend, si possible, ses représentants légaux.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 2 si des circonstances graves le justifient.";
8° dans le paragraphe 5, alinéa 2, les mots "où celui-ci se trouve" sont remplacés par les mots "où celle-ci se trouve".
Art.23. In artikel 8 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "ten laatste" ingevoegd tussen de woorden "openbare zitting" en de woorden "binnen tien dagen";
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Wanneer de rechter van plan is een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uit te spreken, kan hij in een voorlopig vonnis een nieuwe terechtzitting bepalen binnen een termijn die niet langer mag zijn dan vijftien dagen vanaf de uitspraak van het vonnis om de persoon met een psychiatrische aandoening in staat te stellen het behandelingsplan bedoeld in artikel 4/2, § 2, voor te leggen. Hij kan aan deze beslissing de voorwaarden bedoeld in artikel 4/2, § 1, tweede lid, verbinden.";
3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis aan de raadslieden, aan de procureur des Konings en in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
4° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkende gedeelte van het vonnis aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkende gedeelte van het vonnis aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
5° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
"Indien de rechter het verzoek inwilligt, spreekt hij een beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uit.";
6° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Wanneer de rechter een beschermende observatiemaatregel uitspreekt, wijst hij de residentiële instelling aan waarin de persoon met een psychiatrische aandoening ter observatie wordt opgenomen. De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van het vonnis aan de directeur van de residentiële instelling, verder in deze wet de directeur van de instelling genoemd.";
7° in paragraaf 3 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
"Indien de rechter een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uitspreekt, geeft de griffier bij gerechtsbrief kennis van het vonnis aan de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.";
8° in paragraaf 3 wordt het derde lid, dat het vierde lid wordt, vervangen als volgt:
"In geval van een beschermende observatiemaatregel, treft de directeur van de instelling onmiddellijk na de kennisgeving alle nodige maatregelen voor de uitvoering ervan. In geval van een vrijwillige behandeling onder voorwaarden treft de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden onmiddellijk na de kennisgeving alle nodige maatregelen voor de uitvoering ervan."
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "ten laatste" ingevoegd tussen de woorden "openbare zitting" en de woorden "binnen tien dagen";
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Wanneer de rechter van plan is een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uit te spreken, kan hij in een voorlopig vonnis een nieuwe terechtzitting bepalen binnen een termijn die niet langer mag zijn dan vijftien dagen vanaf de uitspraak van het vonnis om de persoon met een psychiatrische aandoening in staat te stellen het behandelingsplan bedoeld in artikel 4/2, § 2, voor te leggen. Hij kan aan deze beslissing de voorwaarden bedoeld in artikel 4/2, § 1, tweede lid, verbinden.";
3° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis aan de raadslieden, aan de procureur des Konings en in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
4° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkende gedeelte van het vonnis aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkende gedeelte van het vonnis aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
5° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
"Indien de rechter het verzoek inwilligt, spreekt hij een beschermende observatiemaatregel of een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uit.";
6° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Wanneer de rechter een beschermende observatiemaatregel uitspreekt, wijst hij de residentiële instelling aan waarin de persoon met een psychiatrische aandoening ter observatie wordt opgenomen. De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van het vonnis aan de directeur van de residentiële instelling, verder in deze wet de directeur van de instelling genoemd.";
7° in paragraaf 3 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
"Indien de rechter een vrijwillige behandeling onder voorwaarden uitspreekt, geeft de griffier bij gerechtsbrief kennis van het vonnis aan de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.";
8° in paragraaf 3 wordt het derde lid, dat het vierde lid wordt, vervangen als volgt:
"In geval van een beschermende observatiemaatregel, treft de directeur van de instelling onmiddellijk na de kennisgeving alle nodige maatregelen voor de uitvoering ervan. In geval van een vrijwillige behandeling onder voorwaarden treft de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden onmiddellijk na de kennisgeving alle nodige maatregelen voor de uitvoering ervan."
Art.23. A l'article 8 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "au plus tard" sont insérés entre les mots "et circonstancié," et les mots "dans les dix jours";
2° le paragraphe 1er est complété par un alinéa rédigé comme suit:
"Lorsque le juge envisage de prononcer un traitement volontaire sous conditions, il peut fixer, dans un jugement provisionnel, une nouvelle audience dans un délai qui ne peut pas excéder quinze jours à partir du prononcé du jugement afin de permettre à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique de présenter le plan de traitement visé à l'article 4/2, § 2. Il peut assortir cette décision des conditions visées à l'article 4/2, § 1er, alinéa 2.";
3° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement aux conseils, au procureur du Roi et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
4° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas, rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient.";
5° le paragraphe 3, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit:
"S'il fait droit à la demande, le juge prononce une mesure d'observation protectrice ou un traitement volontaire sous conditions.";
6° le paragraphe 3, alinéa 2, est remplacé comme suit:
"Lorsque le juge prononce une mesure d'observation protectrice, il désigne l'institution résidentielle dans laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera mise en observation. Le greffier notifie le jugement, par pli judiciaire, au directeur de l'institution résidentielle, ci-après dénommé directeur de l'établissement.";
7° dans le paragraphe 3, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3:
"Lorsque le juge prononce un traitement volontaire sous conditions, le greffier notifie, par pli judiciaire, le jugement au responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.";
8° dans le paragraphe 3, l'alinéa 3, devenant l'alinéa 4, est remplacé comme suit:
"Dans le cas d'une mesure d'observation protectrice, le directeur de l'institution prend toutes les mesures nécessaires à sa mise en oeuvre immédiatement après la notification. Dans le cas d'une mesure de traitement volontaire sous conditions, le responsable de l'exécution de la mesure de traitement volontaire sous conditions prend toutes les mesures nécessaires à son exécution immédiatement après la notification."
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "au plus tard" sont insérés entre les mots "et circonstancié," et les mots "dans les dix jours";
2° le paragraphe 1er est complété par un alinéa rédigé comme suit:
"Lorsque le juge envisage de prononcer un traitement volontaire sous conditions, il peut fixer, dans un jugement provisionnel, une nouvelle audience dans un délai qui ne peut pas excéder quinze jours à partir du prononcé du jugement afin de permettre à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique de présenter le plan de traitement visé à l'article 4/2, § 2. Il peut assortir cette décision des conditions visées à l'article 4/2, § 1er, alinéa 2.";
3° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement aux conseils, au procureur du Roi et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
4° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas, rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient.";
5° le paragraphe 3, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit:
"S'il fait droit à la demande, le juge prononce une mesure d'observation protectrice ou un traitement volontaire sous conditions.";
6° le paragraphe 3, alinéa 2, est remplacé comme suit:
"Lorsque le juge prononce une mesure d'observation protectrice, il désigne l'institution résidentielle dans laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera mise en observation. Le greffier notifie le jugement, par pli judiciaire, au directeur de l'institution résidentielle, ci-après dénommé directeur de l'établissement.";
7° dans le paragraphe 3, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3:
"Lorsque le juge prononce un traitement volontaire sous conditions, le greffier notifie, par pli judiciaire, le jugement au responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.";
8° dans le paragraphe 3, l'alinéa 3, devenant l'alinéa 4, est remplacé comme suit:
"Dans le cas d'une mesure d'observation protectrice, le directeur de l'institution prend toutes les mesures nécessaires à sa mise en oeuvre immédiatement après la notification. Dans le cas d'une mesure de traitement volontaire sous conditions, le responsable de l'exécution de la mesure de traitement volontaire sous conditions prend toutes les mesures nécessaires à son exécution immédiatement après la notification."
Art.24. In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 2, vervangen als volgt:
"Onderafdeling 2. Spoedprocedure".
"Onderafdeling 2. Spoedprocedure".
Art.24. Dans la même loi, l'intitulé du chapitre II, section 2, sous-section 2 est remplacé par ce qui suit:
"Sous-section 2. De la procédure d'urgence".
"Sous-section 2. De la procédure d'urgence".
Art.25. Artikel 9 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, wordt vervangen als volgt:
"Art. 9. § 1. In spoedeisende gevallen kan de procureur des Konings van de plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening zich bevindt, of, in voorkomend geval, de procureur des Konings bedoeld in artikel 1, § 2, vierde lid, optreden:
1° ambtshalve na het schriftelijk advies van een door hem aangewezen arts; of,
2° op schriftelijk verzoek van een belanghebbende, dat vergezeld moet gaan van het in artikel 5, § 2, bedoelde verslag.
Het advies of het verslag moeten het spoedeisend karakter aantonen.
Zodra een maatregel wordt genomen, verzoekt de procureur des Konings de stafhouder of het bureau voor juridische bijstand om onverwijld van ambtswege een advocaat aan te wijzen.
§ 2. De procureur des Konings kan beslissen dat de persoon met een psychiatrische aandoening voor een klinische evaluatie zal worden opgenomen in een residentiële instelling in de zin van artikel 4/1, tweede lid, of in een andere instelling die voldoende veiligheidsgaranties biedt voor de betrokkene en de samenleving, en een observatie mogelijk maakt, indien nodig met tussenkomst van externe diensten, die hij aanwijst.
De klinische evaluatie mag alleen getroffen worden onder dezelfde voorwaarden voorzien in artikel 2, met uitzondering van de voorwaarde van het gebrek aan enige andere geschikte behandeling.
De klinische evaluatie heeft een maximumduur van achtenveertig uur. Deze termijn van achtenveertig uur gaat in zodra de persoon van zijn vrijheid beroofd is.
De procureur des Konings geeft kennis van zijn beslissing tot klinische evaluatie aan de directeur van de instelling, aan de persoon met een psychiatrische aandoening en, in voorkomend geval, aan diens wettelijke vertegenwoordiger, aan diens advocaat en aan diens bewindvoerder. De Koning bepaalt de wijze waarop de beslissing van de procureur des Konings wordt uitgevoerd.
Tijdens de klinische evaluatieperiode wordt de persoon bewaakt en onderworpen aan een grondige evaluatie. De arts maakt op basis van de klinische evaluatie het in artikel 5, § 2, bedoelde verslag op.
De procureur des Konings kan, op elk moment, de klinische evaluatie beëindigen zonder verdere maatregelen.
§ 3. Binnen vierentwintig uren na de vrijheidsberoving of, in geval van klinische evaluatie, voor het einde van de termijn van achtenveertig uur bedoeld in paragraaf 2, derde lid, kan de procureur des Konings op grond van het verslag bedoeld in artikel 5, § 2:
1° een beschermende observatiemaatregel overeenkomstig artikel 4/1, bevelen;
2° een vrijwillige behandeling onder voorwaarden overeenkomstig artikel 4/2 voorstellen en, in voorkomend geval, deze beslissing verbinden aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4/2, § 1, tweede lid.
Binnen vierentwintig uren na zijn beslissing geeft hij kennis van zijn beslissing aan de rechter van de verblijfplaats, of bij gebreke daarvan, van de woonplaats of, bij gebreke daarvan aan de rechter van de plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening zich bevindt en dient bij hem het verzoekschrift, bedoeld in artikel 5 in.
Binnen dezelfde termijn geeft hij van zijn beslissing en van zijn verzoekschrift kennis aan de persoon met een psychiatrische aandoening en, in voorkomend geval, aan diens wettelijke vertegenwoordiger, aan diens advocaat en aan diens bewindvoerder.
Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van zijn beslissing aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt, aan de persoon bij wie de persoon met een psychiatrische aandoening verblijft en, in voorkomend geval, aan de belanghebbende die de procureur des Konings hierom heeft verzocht. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de procureur des Konings eveneens kennis van zijn beslissing en van zijn verzoekschrift aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
Hij kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het vierde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.
Wanneer hij een beslissing neemt bedoeld in het eerste lid, 1°, geeft hij binnen dezelfde termijn kennis van zijn beslissing aan de directeur van de residentiële instelling.
De Koning bepaalt de wijze waarop de beslissing van de procureur des Konings wordt uitgevoerd.
De procedure bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8 is van toepassing.
Als de procureur des Konings het in het tweede lid bedoelde verzoekschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend of indien de rechter geen beslissing heeft genomen binnen de termijn bedoeld in artikel 8, vervalt de door de procureur des Konings getroffen maatregel."
"Art. 9. § 1. In spoedeisende gevallen kan de procureur des Konings van de plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening zich bevindt, of, in voorkomend geval, de procureur des Konings bedoeld in artikel 1, § 2, vierde lid, optreden:
1° ambtshalve na het schriftelijk advies van een door hem aangewezen arts; of,
2° op schriftelijk verzoek van een belanghebbende, dat vergezeld moet gaan van het in artikel 5, § 2, bedoelde verslag.
Het advies of het verslag moeten het spoedeisend karakter aantonen.
Zodra een maatregel wordt genomen, verzoekt de procureur des Konings de stafhouder of het bureau voor juridische bijstand om onverwijld van ambtswege een advocaat aan te wijzen.
§ 2. De procureur des Konings kan beslissen dat de persoon met een psychiatrische aandoening voor een klinische evaluatie zal worden opgenomen in een residentiële instelling in de zin van artikel 4/1, tweede lid, of in een andere instelling die voldoende veiligheidsgaranties biedt voor de betrokkene en de samenleving, en een observatie mogelijk maakt, indien nodig met tussenkomst van externe diensten, die hij aanwijst.
De klinische evaluatie mag alleen getroffen worden onder dezelfde voorwaarden voorzien in artikel 2, met uitzondering van de voorwaarde van het gebrek aan enige andere geschikte behandeling.
De klinische evaluatie heeft een maximumduur van achtenveertig uur. Deze termijn van achtenveertig uur gaat in zodra de persoon van zijn vrijheid beroofd is.
De procureur des Konings geeft kennis van zijn beslissing tot klinische evaluatie aan de directeur van de instelling, aan de persoon met een psychiatrische aandoening en, in voorkomend geval, aan diens wettelijke vertegenwoordiger, aan diens advocaat en aan diens bewindvoerder. De Koning bepaalt de wijze waarop de beslissing van de procureur des Konings wordt uitgevoerd.
Tijdens de klinische evaluatieperiode wordt de persoon bewaakt en onderworpen aan een grondige evaluatie. De arts maakt op basis van de klinische evaluatie het in artikel 5, § 2, bedoelde verslag op.
De procureur des Konings kan, op elk moment, de klinische evaluatie beëindigen zonder verdere maatregelen.
§ 3. Binnen vierentwintig uren na de vrijheidsberoving of, in geval van klinische evaluatie, voor het einde van de termijn van achtenveertig uur bedoeld in paragraaf 2, derde lid, kan de procureur des Konings op grond van het verslag bedoeld in artikel 5, § 2:
1° een beschermende observatiemaatregel overeenkomstig artikel 4/1, bevelen;
2° een vrijwillige behandeling onder voorwaarden overeenkomstig artikel 4/2 voorstellen en, in voorkomend geval, deze beslissing verbinden aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4/2, § 1, tweede lid.
Binnen vierentwintig uren na zijn beslissing geeft hij kennis van zijn beslissing aan de rechter van de verblijfplaats, of bij gebreke daarvan, van de woonplaats of, bij gebreke daarvan aan de rechter van de plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening zich bevindt en dient bij hem het verzoekschrift, bedoeld in artikel 5 in.
Binnen dezelfde termijn geeft hij van zijn beslissing en van zijn verzoekschrift kennis aan de persoon met een psychiatrische aandoening en, in voorkomend geval, aan diens wettelijke vertegenwoordiger, aan diens advocaat en aan diens bewindvoerder.
Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van zijn beslissing aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt, aan de persoon bij wie de persoon met een psychiatrische aandoening verblijft en, in voorkomend geval, aan de belanghebbende die de procureur des Konings hierom heeft verzocht. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de procureur des Konings eveneens kennis van zijn beslissing en van zijn verzoekschrift aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
Hij kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het vierde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.
Wanneer hij een beslissing neemt bedoeld in het eerste lid, 1°, geeft hij binnen dezelfde termijn kennis van zijn beslissing aan de directeur van de residentiële instelling.
De Koning bepaalt de wijze waarop de beslissing van de procureur des Konings wordt uitgevoerd.
De procedure bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8 is van toepassing.
Als de procureur des Konings het in het tweede lid bedoelde verzoekschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend of indien de rechter geen beslissing heeft genomen binnen de termijn bedoeld in artikel 8, vervalt de door de procureur des Konings getroffen maatregel."
Art.25. L'article 9 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 9. § 1er. En cas d'urgence, le procureur du Roi du lieu où se trouve la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, le cas échéant, le procureur du Roi visé à l'article 1er, § 2, alinéa 4, peut intervenir:
1° d'office suite à l'avis écrit d'un médecin désigné par lui; ou,
2° sur demande écrite d'une personne intéressée, qui sera accompagnée du rapport visé à l'article 5, § 2.
L'urgence doit ressortir de l'avis ou du rapport.
Dès qu'une mesure est prise, le procureur du Roi demande au bâtonnier ou au bureau d'aide juridique la désignation d'office et sans délai d'un avocat.
§ 2. Le procureur du Roi peut décider que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera admise en vue d'une évaluation clinique dans une institution résidentielle au sens de l'article 4/1, alinéa 2, ou dans une autre institution qui offre des garanties de sécurité suffisantes pour la personne concernée et la société, et permet une observation, le cas échéant avec l'intervention de services extérieurs, qu'il désigne.
L'évaluation clinique ne peut être réalisée qu'aux mêmes conditions prévues à l'article 2, à l'exception de la condition du défaut de tout autre traitement approprié.
L'évaluation clinique a une durée maximale de quarante-huit heures. Le délai de quarante-huit heures commence à courir à partir du moment où la personne a été privée de liberté.
Le procureur du Roi notifie sa décision d'évaluation clinique au directeur de l'établissement, à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, le cas échéant, à son représentant légal, à son avocat et à son administrateur. Le Roi détermine les modalités d'exécution de la décision du procureur du Roi.
Au cours de l'évaluation clinique, la personne est surveillée et soumise à une évaluation approfondie. Le médecin établit sur la base de l'évaluation clinique le rapport visé à l'article 5, § 2.
Le procureur du Roi peut, à tout moment, mettre fin à l'évaluation clinique sans autre mesure.
§ 3. Dans les vingt-quatre heures de la privation de liberté ou, en cas d'évaluation clinique, avant la fin du délai de quarante-huit heures prévu au paragraphe 2, alinéa 3, le procureur du Roi peut, sur la base du rapport visé à l'article 5, § 2:
1° ordonner une mesure d'observation protectrice conformément à l'article 4/1;
2° proposer un traitement volontaire sous conditions conformément à l'article 4/2 et, le cas échéant, assortir cette décision des conditions visées à l'article 4/2, § 1er, alinéa 2.
Dans les vingt-quatre heures de sa décision, il en avise le juge de la résidence, ou à défaut, du domicile de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, à défaut le juge du lieu où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique se trouve, et lui adresse la requête écrite visée à l'article 5.
Dans le même délai, il notifie sa décision et sa requête écrite à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, le cas échéant, à son représentant légal, à son avocat et à son administrateur.
Il notifie sa décision, le cas échéant, à son conjoint, à son cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait, à la personne chez qui la personne atteinte d'un trouble psychiatrique réside, et, le cas échéant, à la personne intéressée qui a saisi le procureur du Roi. Au cas où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le procureur du Roi notifie également sa décision et sa requête écrite à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
Il peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 4 si des circonstances graves le justifient.
Lorsqu'il prend une décision visée à l'alinéa 1er, 1°, il notifie sa décision dans le même délai au directeur de l'institution résidentielle.
Le Roi fixe les modalités d'exécution de la décision du procureur du Roi.
La procédure visée aux articles 6, 7 et 8 est applicable.
Si le procureur du Roi n'a pas adressé la requête visée à l'alinéa 2 dans le délai préscrit ou si le juge n'a pas pris de décision dans le délai visé à l'article 8, la mesure prise par le procureur du Roi prend fin."
"Art. 9. § 1er. En cas d'urgence, le procureur du Roi du lieu où se trouve la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, le cas échéant, le procureur du Roi visé à l'article 1er, § 2, alinéa 4, peut intervenir:
1° d'office suite à l'avis écrit d'un médecin désigné par lui; ou,
2° sur demande écrite d'une personne intéressée, qui sera accompagnée du rapport visé à l'article 5, § 2.
L'urgence doit ressortir de l'avis ou du rapport.
Dès qu'une mesure est prise, le procureur du Roi demande au bâtonnier ou au bureau d'aide juridique la désignation d'office et sans délai d'un avocat.
§ 2. Le procureur du Roi peut décider que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera admise en vue d'une évaluation clinique dans une institution résidentielle au sens de l'article 4/1, alinéa 2, ou dans une autre institution qui offre des garanties de sécurité suffisantes pour la personne concernée et la société, et permet une observation, le cas échéant avec l'intervention de services extérieurs, qu'il désigne.
L'évaluation clinique ne peut être réalisée qu'aux mêmes conditions prévues à l'article 2, à l'exception de la condition du défaut de tout autre traitement approprié.
L'évaluation clinique a une durée maximale de quarante-huit heures. Le délai de quarante-huit heures commence à courir à partir du moment où la personne a été privée de liberté.
Le procureur du Roi notifie sa décision d'évaluation clinique au directeur de l'établissement, à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, le cas échéant, à son représentant légal, à son avocat et à son administrateur. Le Roi détermine les modalités d'exécution de la décision du procureur du Roi.
Au cours de l'évaluation clinique, la personne est surveillée et soumise à une évaluation approfondie. Le médecin établit sur la base de l'évaluation clinique le rapport visé à l'article 5, § 2.
Le procureur du Roi peut, à tout moment, mettre fin à l'évaluation clinique sans autre mesure.
§ 3. Dans les vingt-quatre heures de la privation de liberté ou, en cas d'évaluation clinique, avant la fin du délai de quarante-huit heures prévu au paragraphe 2, alinéa 3, le procureur du Roi peut, sur la base du rapport visé à l'article 5, § 2:
1° ordonner une mesure d'observation protectrice conformément à l'article 4/1;
2° proposer un traitement volontaire sous conditions conformément à l'article 4/2 et, le cas échéant, assortir cette décision des conditions visées à l'article 4/2, § 1er, alinéa 2.
Dans les vingt-quatre heures de sa décision, il en avise le juge de la résidence, ou à défaut, du domicile de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, à défaut le juge du lieu où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique se trouve, et lui adresse la requête écrite visée à l'article 5.
Dans le même délai, il notifie sa décision et sa requête écrite à la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et, le cas échéant, à son représentant légal, à son avocat et à son administrateur.
Il notifie sa décision, le cas échéant, à son conjoint, à son cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait, à la personne chez qui la personne atteinte d'un trouble psychiatrique réside, et, le cas échéant, à la personne intéressée qui a saisi le procureur du Roi. Au cas où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le procureur du Roi notifie également sa décision et sa requête écrite à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
Il peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 4 si des circonstances graves le justifient.
Lorsqu'il prend une décision visée à l'alinéa 1er, 1°, il notifie sa décision dans le même délai au directeur de l'institution résidentielle.
Le Roi fixe les modalités d'exécution de la décision du procureur du Roi.
La procédure visée aux articles 6, 7 et 8 est applicable.
Si le procureur du Roi n'a pas adressé la requête visée à l'alinéa 2 dans le délai préscrit ou si le juge n'a pas pris de décision dans le délai visé à l'article 8, la mesure prise par le procureur du Roi prend fin."
Art.26. In dezelfde wet wordt het hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 3, dat de artikelen 10 tot 12 bevat, het hoofdstuk II, afdeling 3, luidende:
"Afdeling 3. Modaliteiten van de beschermende observatiemaatregel".
"Afdeling 3. Modaliteiten van de beschermende observatiemaatregel".
Art.26. Dans la même loi, le chapitre II, section 2, sous-section 3, contenant les articles 10 à 12, devient le chapitre II, section 3, rédigé comme suit:
"Section 3. Des modalités de la mesure d'observation protectrice".
"Section 3. Des modalités de la mesure d'observation protectrice".
Art.27. In artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "De directeur van de instelling schrijft" vervangen door de woorden "Ingeval een beschermende observatiemaatregel wordt bevolen, schrijft de directeur van de instelling".
Art.27. Dans l'article 10, alinéa 1er, de la même loi, les mots "Le directeur de l'établissement" sont remplacés par les mots "Si une mesure d'observation protectrice est ordonnée, le directeur de l'établissement".
Art.28. In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Tijdens de beschermende observatiemaatregel wordt de persoon met een psychiatrische aandoening bewaakt, grondig onderzocht en behandeld met inachtneming van de beperkte duur van de maatregel."
2° in de Franse tekst worden in het tweede lid de woorden "seul ou accompagné" vervangen door de woorden "seule ou accompagnée";
3° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden ", noch dat hij met zijn instemming beroepsarbeid verricht buiten de instelling.";
4° in het derde lid worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door het woord "beschermingsmaatregel";
5° in de Franse tekst wordt in het derde lid het woord "il" vervangen door het woord "elle";
6° in de Franse tekst worden in het derde lid de woorden "le directeur de l'établissement" telkens vervangen door de woorden "le directeur de l'institution résidentielle";
7° in het derde lid worden de woorden "de advocaat, de bewindvoerder," ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger," en de woorden "de echtgenoot".
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Tijdens de beschermende observatiemaatregel wordt de persoon met een psychiatrische aandoening bewaakt, grondig onderzocht en behandeld met inachtneming van de beperkte duur van de maatregel."
2° in de Franse tekst worden in het tweede lid de woorden "seul ou accompagné" vervangen door de woorden "seule ou accompagnée";
3° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden ", noch dat hij met zijn instemming beroepsarbeid verricht buiten de instelling.";
4° in het derde lid worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door het woord "beschermingsmaatregel";
5° in de Franse tekst wordt in het derde lid het woord "il" vervangen door het woord "elle";
6° in de Franse tekst worden in het derde lid de woorden "le directeur de l'établissement" telkens vervangen door de woorden "le directeur de l'institution résidentielle";
7° in het derde lid worden de woorden "de advocaat, de bewindvoerder," ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger," en de woorden "de echtgenoot".
Art.28. A l'article 11 de la même loi, modifié par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Pendant la mesure d'observation protectrice, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est surveillée, examinée de façon approfondie et traitée en tenant compte de la durée limitée de la mesure."
2° dans l'alinéa 2, les mots "seul ou accompagné" sont remplacés par les mots "seule ou accompagnée";
3° l'alinéa 2 est complété par les mots: ", ni qu'elle exerce avec son consentement une activité professionnelle en dehors de l'institution.";
4° dans l'alinéa 3, les mots "qui a demandé la mise en observation" sont remplacés par les mots "qui a demandé la mesure de protection";
5° dans l'alinéa 3 le mot "il" est remplacé par le mot "elle";
6° dans l'alinéa 3, les mots "le directeur de l'établissement" sont chaque fois remplacés par les mots "le directeur de l'institution résidentielle";
7° dans l'alinéa 3, les mots "l'avocat, l'administrateur," sont insérés entre les mots "représentant légal," et les mots "le conjoint".
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Pendant la mesure d'observation protectrice, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est surveillée, examinée de façon approfondie et traitée en tenant compte de la durée limitée de la mesure."
2° dans l'alinéa 2, les mots "seul ou accompagné" sont remplacés par les mots "seule ou accompagnée";
3° l'alinéa 2 est complété par les mots: ", ni qu'elle exerce avec son consentement une activité professionnelle en dehors de l'institution.";
4° dans l'alinéa 3, les mots "qui a demandé la mise en observation" sont remplacés par les mots "qui a demandé la mesure de protection";
5° dans l'alinéa 3 le mot "il" est remplacé par le mot "elle";
6° dans l'alinéa 3, les mots "le directeur de l'établissement" sont chaque fois remplacés par les mots "le directeur de l'institution résidentielle";
7° dans l'alinéa 3, les mots "l'avocat, l'administrateur," sont insérés entre les mots "représentant légal," et les mots "le conjoint".
Art.29. In dezelfde wet wordt artikel 12, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, vervangen als volgt:
"Art. 12. Indien de persoon met een psychiatrische aandoening ten aanzien van wie een beschermende observatiemaatregel werd bevolen tijdens de uitvoering ervan de instelling ontvlucht, wordt de maatregel opgeschort tijdens de periode van ontvluchting. De opschorting overstijgt de resterende duur van de beschermende observatiemaatregel niet.
Indien de persoon met een psychiatrische aandoening wordt teruggevonden vóór het verstrijken van de duur van de beschermingsmaatregel, wordt de beschermende observatiemaatregel verder gezet zoals voorheen, zonder uitbreiding van de voorziene duur. Indien nodig kan na afloop van deze termijn een nieuwe procedure worden ingeleid overeenkomstig de artikelen 5 tot 9.
Indien de persoon met een psychiatrische aandoening wordt teruggevonden na het verstrijken van de oorspronkelijk voorziene duur van de beschermingsmaatregel, moet een nieuwe beschermende observatiemaatregel worden bevolen indien zijn toestand dit vereist, zoals bedoeld in artikel 2 en overeenkomstig de artikelen 5 tot 9.
Bij de ontvluchting en bij de eventuele heropname, deelt de arts-diensthoofd zulks mee aan de directeur van de instelling. Deze laatste verwittigt onmiddellijk de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de procureur des Konings, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt de directeur van de instelling voor de beslissing wordt uitgevoerd eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd."
"Art. 12. Indien de persoon met een psychiatrische aandoening ten aanzien van wie een beschermende observatiemaatregel werd bevolen tijdens de uitvoering ervan de instelling ontvlucht, wordt de maatregel opgeschort tijdens de periode van ontvluchting. De opschorting overstijgt de resterende duur van de beschermende observatiemaatregel niet.
Indien de persoon met een psychiatrische aandoening wordt teruggevonden vóór het verstrijken van de duur van de beschermingsmaatregel, wordt de beschermende observatiemaatregel verder gezet zoals voorheen, zonder uitbreiding van de voorziene duur. Indien nodig kan na afloop van deze termijn een nieuwe procedure worden ingeleid overeenkomstig de artikelen 5 tot 9.
Indien de persoon met een psychiatrische aandoening wordt teruggevonden na het verstrijken van de oorspronkelijk voorziene duur van de beschermingsmaatregel, moet een nieuwe beschermende observatiemaatregel worden bevolen indien zijn toestand dit vereist, zoals bedoeld in artikel 2 en overeenkomstig de artikelen 5 tot 9.
Bij de ontvluchting en bij de eventuele heropname, deelt de arts-diensthoofd zulks mee aan de directeur van de instelling. Deze laatste verwittigt onmiddellijk de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de procureur des Konings, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt de directeur van de instelling voor de beslissing wordt uitgevoerd eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd."
Art.29. Dans la même loi, l'article 12, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 12. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique à l'égard de laquelle une mesure d'observation protectrice a été ordonnée fuit l'établissement lors de sa mise en oeuvre, la mesure est suspendue pendant la période d'évasion. La suspension n'excède pas la durée restante de la mesure d'observation protectrice.
Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est retrouvée avant l'expiration de la durée de la mesure de protection, la mesure d'observation protectrice se poursuivra comme auparavant, sans extension de la durée prévue. Le cas échéant, une nouvelle procédure peut être introduite à la fin de ce délai, conformément aux articles 5 à 9.
Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est retrouvée après l'expiration de la durée initialement prévue de la mesure de protection, une nouvelle mesure d'observation protectrice doit être ordonnée si son état le requiert, conformément à l'article 2 et en application des articles 5 à 9.
Lors de l'évasion et lors de la réadmission éventuelle, le médecin-chef du service en informe le directeur de l'établissement. Ce dernier avertit immédiatement le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, le procureur du Roi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement avertit également l'autre parent préalablement à la sortie et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié."
"Art. 12. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique à l'égard de laquelle une mesure d'observation protectrice a été ordonnée fuit l'établissement lors de sa mise en oeuvre, la mesure est suspendue pendant la période d'évasion. La suspension n'excède pas la durée restante de la mesure d'observation protectrice.
Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est retrouvée avant l'expiration de la durée de la mesure de protection, la mesure d'observation protectrice se poursuivra comme auparavant, sans extension de la durée prévue. Le cas échéant, une nouvelle procédure peut être introduite à la fin de ce délai, conformément aux articles 5 à 9.
Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est retrouvée après l'expiration de la durée initialement prévue de la mesure de protection, une nouvelle mesure d'observation protectrice doit être ordonnée si son état le requiert, conformément à l'article 2 et en application des articles 5 à 9.
Lors de l'évasion et lors de la réadmission éventuelle, le médecin-chef du service en informe le directeur de l'établissement. Ce dernier avertit immédiatement le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, le procureur du Roi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement avertit également l'autre parent préalablement à la sortie et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié."
Art.30. In dezelfde wet wordt hoofdstuk II, afdeling 2, hoofdstuk II, afdeling 4, dat de artikelen 12/1 tot 15 bevat, luidende:
"Afdeling 4. Duur van de beschermingsmaatregelen".
"Afdeling 4. Duur van de beschermingsmaatregelen".
Art.30. Dans la même loi, le chapitre II, section 2, devient le chapitre II, section 4, contenant les articles 12/1 à 15, rédigé comme suit:
"Section 4. De la durée des mesures de protection".
"Section 4. De la durée des mesures de protection".
Art.31. In hoofdstuk II, afdeling 4, vroeger hoofdstuk II, afdeling 2, wordt het opschrift van onderafdeling 1 opgeheven.
Art.31. Dans le chapitre II, section 4, ancien chapitre II, section 2, l'intitulé de la sous-section 1 est abrogé.
Art.32. In dezelfde wet wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 12/1. De initiële duur van de beschermingsmaatregelen bedoeld in artikel 4 mag niet langer zijn dan veertig dagen.
Als een beschermingsmaatregel wordt voorafgegaan door een klinische evaluatie zoals bedoeld in artikel 9, beginnen de veertig dagen te lopen vanaf de start van de klinische evaluatie."
"Art. 12/1. De initiële duur van de beschermingsmaatregelen bedoeld in artikel 4 mag niet langer zijn dan veertig dagen.
Als een beschermingsmaatregel wordt voorafgegaan door een klinische evaluatie zoals bedoeld in artikel 9, beginnen de veertig dagen te lopen vanaf de start van de klinische evaluatie."
Art.32. Dans la même loi, il est inséré un article 12/1, rédigé comme suit:
"Art. 12/1. La durée initiale des mesures de protection visées à l'article 4, ne peut pas dépasser quarante jours.
Si une mesure de protection est précédée d'une évaluation clinique telle que visée à l'article 9, les quarante jours commencent à courir à partir du début de l'évaluation clinique."
"Art. 12/1. La durée initiale des mesures de protection visées à l'article 4, ne peut pas dépasser quarante jours.
Si une mesure de protection est précédée d'une évaluation clinique telle que visée à l'article 9, les quarante jours commencent à courir à partir du début de l'évaluation clinique."
Art.33. In artikel 13 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door twee leden, luidende:
"Indien de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening een verlenging van de beschermende observatiemaatregel vereist, zendt de directeur van de instelling, ten minste vijftien dagen vóór het verstrijken van de beschermende observatiemaatregel, aan de rechter een omstandig verslag van de arts-diensthoofd dat de noodzaak van verlenging van de beschermende maatregel bevestigt.
Indien de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening een verlenging van de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden vereist, zendt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, ten minste vijftien dagen vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, aan de rechter een omstandig verslag dat de noodzaak van verlenging van de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling bevestigt.";
2° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt:
"Hij stelt de duur vast van de verlenging van de beschermingsmaatregel, die telkens één jaar niet te boven mag gaan.";
3° in het vroegere vijfde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "of van de behandelende arts" ingevoegd tussen de woorden "van de geneesheer-diensthoofd" en de woorden ", hoort de rechter".
1° het eerste lid wordt vervangen door twee leden, luidende:
"Indien de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening een verlenging van de beschermende observatiemaatregel vereist, zendt de directeur van de instelling, ten minste vijftien dagen vóór het verstrijken van de beschermende observatiemaatregel, aan de rechter een omstandig verslag van de arts-diensthoofd dat de noodzaak van verlenging van de beschermende maatregel bevestigt.
Indien de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening een verlenging van de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden vereist, zendt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, ten minste vijftien dagen vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, aan de rechter een omstandig verslag dat de noodzaak van verlenging van de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling bevestigt.";
2° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt:
"Hij stelt de duur vast van de verlenging van de beschermingsmaatregel, die telkens één jaar niet te boven mag gaan.";
3° in het vroegere vijfde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "of van de behandelende arts" ingevoegd tussen de woorden "van de geneesheer-diensthoofd" en de woorden ", hoort de rechter".
Art.33. A l'article 13 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 13 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées:
1° l'alinéa 1er est remplacé par deux alinéas, rédigés comme suit:
"Si l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique justifie une prolongation de la mesure d'observation protectrice, le directeur de l'établissement transmet au juge quinze jours au moins avant l'expiration de la mesure d'observation protectrice, un rapport circonstancié du médecin-chef de service attestant de la nécessité de la prolongation de la mesure d'observation protectrice.
Si l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique justifie une prolongation des conditions liées au traitement volontaire sous conditions, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions transmet au juge quinze jours au moins avant l'expiration du délai fixé pour la mesure du traitement volontaire sous conditions, un rapport circonstancié attestant la nécessité de la prolongation des conditions liées au traitement volontaire sous conditions.";
2° l'alinéa 4 ancien, devenant l'alinéa 5, est remplacé comme suit:
"Il fixe la durée de la prolongation de la mesure de protection, qui ne peut à chaque fois dépasser un an.";
3° dans l'ancien alinéa 5, devenant l'alinéa 6, les mots "ou du médecin traitant" sont insérés entre les mots "médecin-chef de service" et les mots ", le juge entend".
1° l'alinéa 1er est remplacé par deux alinéas, rédigés comme suit:
"Si l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique justifie une prolongation de la mesure d'observation protectrice, le directeur de l'établissement transmet au juge quinze jours au moins avant l'expiration de la mesure d'observation protectrice, un rapport circonstancié du médecin-chef de service attestant de la nécessité de la prolongation de la mesure d'observation protectrice.
Si l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique justifie une prolongation des conditions liées au traitement volontaire sous conditions, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions transmet au juge quinze jours au moins avant l'expiration du délai fixé pour la mesure du traitement volontaire sous conditions, un rapport circonstancié attestant la nécessité de la prolongation des conditions liées au traitement volontaire sous conditions.";
2° l'alinéa 4 ancien, devenant l'alinéa 5, est remplacé comme suit:
"Il fixe la durée de la prolongation de la mesure de protection, qui ne peut à chaque fois dépasser un an.";
3° dans l'ancien alinéa 5, devenant l'alinéa 6, les mots "ou du médecin traitant" sont insérés entre les mots "médecin-chef de service" et les mots ", le juge entend".
Art.34. Artikel 14 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
"Art. 14. Wanneer de beslissing bedoeld in artikel 13 definitief is, kan de rechter, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening of van enige belanghebbende, te allen tijde tot herziening daarvan overgaan.
Het verzoek tot herziening moet worden gesteund door een verklaring van een arts.
De persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, wordt bij gerechtsbrief in de zaak betrokken met een uitnodiging om te verschijnen.
De rechter wint het advies in, naar gelang van het geval, van de arts-diensthoofd of van de verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.
De tussenkomst van een advocaat, overeenkomstig artikel 7, § 1, is verplicht. In de oproeping van de persoon met een psychiatrische aandoening wordt vermeld dat hij het recht heeft een andere advocaat te kiezen.
De rechter neemt onverwijld een beslissing op tegenspraak.
De procureur des Konings vervolgt de tenuitvoerlegging van het vonnis op de door de Koning bepaalde wijze.
Ten aanzien van de in artikel 1, § 2, bedoelde personen herziet de jeugdrechtbank de beslissing tot verlenging ten minste om de zes maanden, of ten minste om de drie maanden als de maatregel genomen is op grond van artikel 52 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade."
"Art. 14. Wanneer de beslissing bedoeld in artikel 13 definitief is, kan de rechter, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening of van enige belanghebbende, te allen tijde tot herziening daarvan overgaan.
Het verzoek tot herziening moet worden gesteund door een verklaring van een arts.
De persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, wordt bij gerechtsbrief in de zaak betrokken met een uitnodiging om te verschijnen.
De rechter wint het advies in, naar gelang van het geval, van de arts-diensthoofd of van de verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.
De tussenkomst van een advocaat, overeenkomstig artikel 7, § 1, is verplicht. In de oproeping van de persoon met een psychiatrische aandoening wordt vermeld dat hij het recht heeft een andere advocaat te kiezen.
De rechter neemt onverwijld een beslissing op tegenspraak.
De procureur des Konings vervolgt de tenuitvoerlegging van het vonnis op de door de Koning bepaalde wijze.
Ten aanzien van de in artikel 1, § 2, bedoelde personen herziet de jeugdrechtbank de beslissing tot verlenging ten minste om de zes maanden, of ten minste om de drie maanden als de maatregel genomen is op grond van artikel 52 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade."
Art.34. L'article 14 de la même loi est remplacé par ce qui suit:
"Art. 14. Lorsque la décision visée à l'article 13 est définitive, le juge peut, à tout moment, procéder à sa révision, soit d'office, soit à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou de tout intéressé.
La demande de révision doit être étayée par une déclaration d'un médecin.
La personne qui a demandé la mesure de protection est appelée à la cause par notification sous pli judiciaire avec invitation à comparaître.
Le juge prend l'avis, selon le cas, du médecin-chef de service ou du responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.
L'intervention d'un avocat, conformément aux dispositions de l'article 7, § 1er, est obligatoire. La convocation de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique mentionne qu'il a le droit de choisir un autre avocat.
Le juge statue contradictoirement et sous le bénéfice de l'urgence.
Le procureur du Roi poursuit l'exécution du jugement suivant les modalités définies par le Roi.
A l'égard des personnes visées à l'article 1er, § 2, le tribunal de la jeunesse procède à la révision de la décision de prolongation tous les six mois au moins, ou tous les trois mois au moins si la mesure est prise sur la base de l'article 52 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait."
"Art. 14. Lorsque la décision visée à l'article 13 est définitive, le juge peut, à tout moment, procéder à sa révision, soit d'office, soit à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou de tout intéressé.
La demande de révision doit être étayée par une déclaration d'un médecin.
La personne qui a demandé la mesure de protection est appelée à la cause par notification sous pli judiciaire avec invitation à comparaître.
Le juge prend l'avis, selon le cas, du médecin-chef de service ou du responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.
L'intervention d'un avocat, conformément aux dispositions de l'article 7, § 1er, est obligatoire. La convocation de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique mentionne qu'il a le droit de choisir un autre avocat.
Le juge statue contradictoirement et sous le bénéfice de l'urgence.
Le procureur du Roi poursuit l'exécution du jugement suivant les modalités définies par le Roi.
A l'égard des personnes visées à l'article 1er, § 2, le tribunal de la jeunesse procède à la révision de la décision de prolongation tous les six mois au moins, ou tous les trois mois au moins si la mesure est prise sur la base de l'article 52 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait."
Art.35. In hoofdstuk II van dezelfde wet wordt een afdeling 5 ingevoegd, die de artikelen 15 tot 19 bevat, luidende:
"Afdeling 5. Wijziging van de beschermingsmaat- regelen".
"Afdeling 5. Wijziging van de beschermingsmaat- regelen".
Art.35. Dans le chapitre II de la même loi, il est inséré une section 5 contenant les articles 15 à 19 et rédigée comme suit:
"Section 5. De la modification des mesures de protection".
"Section 5. De la modification des mesures de protection".
Art.36. In afdeling 5, ingevoegd bij artikel 35, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, die artikel 15 bevat, luidende:
"Onderafdeling 1. Wijziging van behandelende arts".
"Onderafdeling 1. Wijziging van behandelende arts".
Art.36. Dans la section 5, inséré par l'article 35, il est inséré une sous-section 1re, comportant l'article 15, intitulée:
"Sous-section 1re. Du changement de médecin traitant".
"Sous-section 1re. Du changement de médecin traitant".
Art.37. Artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, wordt vervangen als volgt:
"Art. 15. Tijdens de vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan de persoon met een psychiatrische aandoening, met het oog op een meer geschikte behandeling, kiezen voor een andere behandelende arts.
De beslissing wordt genomen in overleg met de arts die verantwoordelijk is voor de behandeling, hetzij op initiatief van de persoon met een psychiatrische aandoening zelf, hetzij op verzoek van de nieuwe behandelende arts.
Deze arts wordt de nieuwe verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.
De nieuwe behandelende arts past het behandelingsplan overeenkomstig artikel 4/2 aan en deelt de beslissing tot wijziging van behandelende arts mee aan de rechter, aan de procureur des Konings en de voormalige verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Hij brengt de beslissing ter kennis van van de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon met een psychiatrische aandoening, van de advocaat, van de bewindvoerder en, in voorkomend geval, van de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon die de persoon met een psychiatrische aandoening heeft gekozen, evenals van de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd. Hij verwittigt daarnaast ook de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, brengt hij eveneens de andere ouder op de hoogte van de beslissing en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd."
"Art. 15. Tijdens de vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan de persoon met een psychiatrische aandoening, met het oog op een meer geschikte behandeling, kiezen voor een andere behandelende arts.
De beslissing wordt genomen in overleg met de arts die verantwoordelijk is voor de behandeling, hetzij op initiatief van de persoon met een psychiatrische aandoening zelf, hetzij op verzoek van de nieuwe behandelende arts.
Deze arts wordt de nieuwe verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden.
De nieuwe behandelende arts past het behandelingsplan overeenkomstig artikel 4/2 aan en deelt de beslissing tot wijziging van behandelende arts mee aan de rechter, aan de procureur des Konings en de voormalige verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Hij brengt de beslissing ter kennis van van de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon met een psychiatrische aandoening, van de advocaat, van de bewindvoerder en, in voorkomend geval, van de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon die de persoon met een psychiatrische aandoening heeft gekozen, evenals van de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd. Hij verwittigt daarnaast ook de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, brengt hij eveneens de andere ouder op de hoogte van de beslissing en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd."
Art.37. L'article 15 de la même loi, modifié par la loi du 20 février 2017, est remplacé comme suit:
"Art. 15. Durant le traitement volontaire sous conditions, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut opter pour un autre médecin traitant en vue d'un traitement plus approprié.
La décision est prise en concertation avec le médecin qui est responsable du traitement, soit à l'initiative de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique elle-même, soit à la demande du nouveau médecin traitant.
Ce médecin devient le nouveau responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.
Le nouveau médecin traitant ajuste le plan de traitement conformément à l'article 4/2 et informe de la décision de changement de médecin traitant le juge, le procureur du Roi et le précédent responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions. Il communique la décision au représentant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à l'avocat, à l'administrateur et, le cas échéant, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance choisis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, ainsi qu'à la personne qui a demandé la mesure de protection. Il avertit en outre le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, il informe également l'autre parent de la décision et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié."
"Art. 15. Durant le traitement volontaire sous conditions, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut opter pour un autre médecin traitant en vue d'un traitement plus approprié.
La décision est prise en concertation avec le médecin qui est responsable du traitement, soit à l'initiative de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique elle-même, soit à la demande du nouveau médecin traitant.
Ce médecin devient le nouveau responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions.
Le nouveau médecin traitant ajuste le plan de traitement conformément à l'article 4/2 et informe de la décision de changement de médecin traitant le juge, le procureur du Roi et le précédent responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions. Il communique la décision au représentant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à l'avocat, à l'administrateur et, le cas échéant, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance choisis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, ainsi qu'à la personne qui a demandé la mesure de protection. Il avertit en outre le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, il informe également l'autre parent de la décision et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié."
Art.38. In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk II, afdeling 5, onderafdeling 2, vervangen als volgt:
"Onderafdeling 2. Vervanging van de beschermende observatiemaatregel door een vrijwillige behandeling onder voorwaarden".
"Onderafdeling 2. Vervanging van de beschermende observatiemaatregel door een vrijwillige behandeling onder voorwaarden".
Art.38. Dans la même loi, l'intitulé du chapitre II, section 5, sous-section 2, est remplacé par ce qui suit:
"Sous-section 2. Du remplacement de la mesure d'observation protectrice par un traitement volontaire sous conditions".
"Sous-section 2. Du remplacement de la mesure d'observation protectrice par un traitement volontaire sous conditions".
Art.39. In artikel 16 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Gedurende de beschermende observatiemaatregel kan de arts-diensthoofd te allen tijde, in een gemotiveerd verslag en met instemming van de persoon met een psychiatrische aandoening, een beslissing nemen om de beschermende observatiemaatregel te vervangen door een vrijwillige behandeling onder voorwaarden onder bepaling van de voorwaarden inzake verblijfplaats, geneeskundige behandeling of maatschappelijke hulpverlening en na opstelling van het behandelingsplan bedoeld in artikel 4/2, § 2. Het behandelingsplan vermeldt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Tijdens deze vrijwillige behandeling onder voorwaarden, wordt de beschermende observatiemaatregel geschorst. De vrijwillige behandeling onder voorwaarden overstijgt de duur van de beschermende observatiemaatregel of de verlenging ervan niet. De beschermende observatiemaatregel wordt opgeheven indien tijdens de vrijwillige behandeling onder voorwaarden niet tot wederopname is besloten.";
2° in het derde lid wordt het woord "nazorg" vervangen door de woorden "een vrijwillige behandeling onder voorwaarden" en worden de woorden "verder verblijf" telkens vervangen door de woorden "de beschermende observatiemaatregel".
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Gedurende de beschermende observatiemaatregel kan de arts-diensthoofd te allen tijde, in een gemotiveerd verslag en met instemming van de persoon met een psychiatrische aandoening, een beslissing nemen om de beschermende observatiemaatregel te vervangen door een vrijwillige behandeling onder voorwaarden onder bepaling van de voorwaarden inzake verblijfplaats, geneeskundige behandeling of maatschappelijke hulpverlening en na opstelling van het behandelingsplan bedoeld in artikel 4/2, § 2. Het behandelingsplan vermeldt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Tijdens deze vrijwillige behandeling onder voorwaarden, wordt de beschermende observatiemaatregel geschorst. De vrijwillige behandeling onder voorwaarden overstijgt de duur van de beschermende observatiemaatregel of de verlenging ervan niet. De beschermende observatiemaatregel wordt opgeheven indien tijdens de vrijwillige behandeling onder voorwaarden niet tot wederopname is besloten.";
2° in het derde lid wordt het woord "nazorg" vervangen door de woorden "een vrijwillige behandeling onder voorwaarden" en worden de woorden "verder verblijf" telkens vervangen door de woorden "de beschermende observatiemaatregel".
Art.39. A l'article 16 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Pendant la mesure d'observation protectrice, le médecin-chef de service peut décider à tout moment, avec l'accord de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et dans un rapport motivé, de remplacer la mesure d'observation protectrice par un traitement volontaire sous conditions, en précisant les conditions de résidence, de traitement médical ou d'aide sociale, et après avoir établi le plan de traitement visé à l'article 4/2, § 2. Le plan de traitement mentionne le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions. Pendant ce traitement volontaire sous conditions, la mesure d'observation protectrice est suspendue. Le traitement volontaire sous conditions n'excède pas la durée restante de la mesure d'observation protectrice ou sa prolongation. La mesure d'observation protectrice est levée si aucune réadmission n'a été décidée pendant le traitement volontaire sous conditions.";
2° dans l'alinéa 3 le mot "postcure" est remplacé par les mots "traitement volontaire sous conditions" et le mot "maintien" est chaque fois remplacé par les mots "la mesure d'observation protectrice".
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Pendant la mesure d'observation protectrice, le médecin-chef de service peut décider à tout moment, avec l'accord de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et dans un rapport motivé, de remplacer la mesure d'observation protectrice par un traitement volontaire sous conditions, en précisant les conditions de résidence, de traitement médical ou d'aide sociale, et après avoir établi le plan de traitement visé à l'article 4/2, § 2. Le plan de traitement mentionne le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions. Pendant ce traitement volontaire sous conditions, la mesure d'observation protectrice est suspendue. Le traitement volontaire sous conditions n'excède pas la durée restante de la mesure d'observation protectrice ou sa prolongation. La mesure d'observation protectrice est levée si aucune réadmission n'a été décidée pendant le traitement volontaire sous conditions.";
2° dans l'alinéa 3 le mot "postcure" est remplacé par les mots "traitement volontaire sous conditions" et le mot "maintien" est chaque fois remplacé par les mots "la mesure d'observation protectrice".
Art.40. In voornoemde afdeling 5 van hoofdstuk II wordt een onderafdeling 2/1 ingevoegd, dat het artikel 17 bevat, luidende "Vervanging van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden door een beschermende observatiemaatregel".
Art.40. "Dans la section 5 du chapitre II précitée, il est inséré une sous-section 2/1, comportant l'article 17, intitulée "Du remplacement du traitement volontaire sous conditions par une mesure d'observation protectrice".
Art.41. Artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, wordt vervangen als volgt:
"Art. 17. Als niet voldaan is aan de voorwaarden of als de geestestoestand zulks vereist, kan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden door een beschermende observatiemaatregel vervangen worden.
In geval van toepassing van artikel 16 brengt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden de arts-diensthoofd op de hoogte. De arts-diensthoofd kan besluiten dat de persoon met een psychiatrische aandoening opnieuw in de residentiële instelling zal worden opgenomen. Artikel 16, tweede en derde lid, is van toepassing.
In de andere gevallen brengt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden de rechter die de beslissing heeft genomen en de procureur des Konings hiervan op de hoogte. Hierbij wordt een omstandig geneeskundig verslag toegevoegd. De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing. Indien nodig kan de procureur des Konings de spoedprocedure bedoeld in artikel 9 opstarten."
"Art. 17. Als niet voldaan is aan de voorwaarden of als de geestestoestand zulks vereist, kan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden door een beschermende observatiemaatregel vervangen worden.
In geval van toepassing van artikel 16 brengt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden de arts-diensthoofd op de hoogte. De arts-diensthoofd kan besluiten dat de persoon met een psychiatrische aandoening opnieuw in de residentiële instelling zal worden opgenomen. Artikel 16, tweede en derde lid, is van toepassing.
In de andere gevallen brengt de verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden de rechter die de beslissing heeft genomen en de procureur des Konings hiervan op de hoogte. Hierbij wordt een omstandig geneeskundig verslag toegevoegd. De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing. Indien nodig kan de procureur des Konings de spoedprocedure bedoeld in artikel 9 opstarten."
Art.41. L'article 17 de la même loi, modifié par la loi du 20 février 2017, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 17. Si les conditions ne sont pas remplies ou si l'état mental l'exige, le traitement volontaire sous conditions peut être remplacé par une mesure d'observation protectrice.
En cas d'application de l'article 16, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe le médecin-chef de service. Le médecin-chef de service peut décider que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera réadmise dans l'institution résidentielle. L'article 16, alinéas 2 et 3, s'applique.
Dans les autres cas, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe le juge qui a pris la décision et le procureur du Roi. Un rapport médical circonstancié y est joint. Les articles 7 et 8 s'appliquent. Si nécessaire, le procureur du Roi peut déclencher la procédure d'urgence visée à l'article 9."
"Art. 17. Si les conditions ne sont pas remplies ou si l'état mental l'exige, le traitement volontaire sous conditions peut être remplacé par une mesure d'observation protectrice.
En cas d'application de l'article 16, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe le médecin-chef de service. Le médecin-chef de service peut décider que la personne atteinte d'un trouble psychiatrique sera réadmise dans l'institution résidentielle. L'article 16, alinéas 2 et 3, s'applique.
Dans les autres cas, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe le juge qui a pris la décision et le procureur du Roi. Un rapport médical circonstancié y est joint. Les articles 7 et 8 s'appliquent. Si nécessaire, le procureur du Roi peut déclencher la procédure d'urgence visée à l'article 9."
Art.42. In dezelfde wet wordt artikel 18, gewijzigd bij de wetten van 13 juni 2006 en 20 februari 2017, vervangen als volgt:
"Art. 18. § 1. Gedurende de beschermende observatiemaatregel kan de persoon met een psychiatrische aandoening, met het oog op een meer geschikte behandeling, naar een andere residentiële instelling worden overgebracht.
De beslissing wordt, na overleg met de persoon met een psychiatrische aandoening, genomen door de arts-diensthoofd in overeenstemming met de arts-diensthoofd van de andere dienst, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van enige belanghebbende, hetzij op verzoek van een bevoegde arts-inspecteur van de residentiële instellingen.
De arts-diensthoofd deelt zijn beslissing mondeling en schriftelijk mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening en wijst er hem op dat hij hiertegen een rechtsmiddel kan instellen. Hij deelt ze ook mee aan de rechter, aan de procureur des Konings evenals aan de directeur van de instelling. Deze laatste brengt de beslissing van de arts-diensthoofd per aangetekende zending ter kennis van de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon met een psychiatrische aandoening, van de advocaat, van de bewindvoerder en, in voorkomend geval, van de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon die de persoon met een psychiatrische aandoening heeft gekozen, evenals van de persoon die de beschermende observatiemaatregel heeft gevraagd. De directeur van de instelling verwittigt daarnaast ook de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, brengt de directeur van de instelling eveneens de andere ouder op de hoogte van de beslissing en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
§ 2. De persoon met een psychiatrische aandoening, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn advocaat, zijn bewindvoerder of zijn arts, evenals de verzoeker kunnen, naargelang het geval, binnen acht dagen na de mondelinge en schriftelijke mededeling bedoeld in paragraaf 1, derde lid, of, in voorkomend geval, het versturen van de aangetekende zending, tegen de beslissing waarbij de overbrenging wordt gelast of geweigerd, een rechtsmiddel instellen. Het rechtsmiddel wordt ingesteld bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het vredegerecht of de jeugdrechtbank waar tot de maatregel werd besloten.
De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing.
De rechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken.
Wanneer de persoon met een psychiatrische aandoening het schriftelijk advies van een arts van zijn keuze heeft overgelegd en dit advies verschilt van dat van de arts-diensthoofd, hoort de rechter, in aanwezigheid van de advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening, de artsen op tegenspraak.
De uitvoering van de beslissing tot overbrenging wordt opgeschort gedurende de termijn van acht dagen en gedurende de behandeling van het rechtsmiddel. Artikel 10 is van toepassing."
"Art. 18. § 1. Gedurende de beschermende observatiemaatregel kan de persoon met een psychiatrische aandoening, met het oog op een meer geschikte behandeling, naar een andere residentiële instelling worden overgebracht.
De beslissing wordt, na overleg met de persoon met een psychiatrische aandoening, genomen door de arts-diensthoofd in overeenstemming met de arts-diensthoofd van de andere dienst, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van enige belanghebbende, hetzij op verzoek van een bevoegde arts-inspecteur van de residentiële instellingen.
De arts-diensthoofd deelt zijn beslissing mondeling en schriftelijk mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening en wijst er hem op dat hij hiertegen een rechtsmiddel kan instellen. Hij deelt ze ook mee aan de rechter, aan de procureur des Konings evenals aan de directeur van de instelling. Deze laatste brengt de beslissing van de arts-diensthoofd per aangetekende zending ter kennis van de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon met een psychiatrische aandoening, van de advocaat, van de bewindvoerder en, in voorkomend geval, van de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon die de persoon met een psychiatrische aandoening heeft gekozen, evenals van de persoon die de beschermende observatiemaatregel heeft gevraagd. De directeur van de instelling verwittigt daarnaast ook de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, brengt de directeur van de instelling eveneens de andere ouder op de hoogte van de beslissing en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
§ 2. De persoon met een psychiatrische aandoening, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn advocaat, zijn bewindvoerder of zijn arts, evenals de verzoeker kunnen, naargelang het geval, binnen acht dagen na de mondelinge en schriftelijke mededeling bedoeld in paragraaf 1, derde lid, of, in voorkomend geval, het versturen van de aangetekende zending, tegen de beslissing waarbij de overbrenging wordt gelast of geweigerd, een rechtsmiddel instellen. Het rechtsmiddel wordt ingesteld bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het vredegerecht of de jeugdrechtbank waar tot de maatregel werd besloten.
De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing.
De rechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken.
Wanneer de persoon met een psychiatrische aandoening het schriftelijk advies van een arts van zijn keuze heeft overgelegd en dit advies verschilt van dat van de arts-diensthoofd, hoort de rechter, in aanwezigheid van de advocaat van de persoon met een psychiatrische aandoening, de artsen op tegenspraak.
De uitvoering van de beslissing tot overbrenging wordt opgeschort gedurende de termijn van acht dagen en gedurende de behandeling van het rechtsmiddel. Artikel 10 is van toepassing."
Art.42. Dans la même loi, l'article 18, modifié par les lois des 13 juin 2006 et 20 février 2017, est remplacé comme suit:
"Art. 18. § 1er. Durant la mesure d'observation protectrice, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut, en vue d'un traitement plus approprié, être transférée dans une autre institution résidentielle.
La décision est prise, après concertation avec la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, par le médecin-chef de service, en accord avec le médecin-chef de l'autre service, soit d'initiative, soit à la demande de tout intéressé, soit à la demande d'un médecin-inspecteur compétent des institutions résidentielles.
Le médecin-chef de service informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique oralement et par écrit en lui indiquant qu'elle peut introduire un recours. Il en informe également le juge, le procureur du Roi ainsi que le directeur de l'établissement. Ce dernier communique par envoi recommandé la décision du médecin-chef de service au représentant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à l'avocat, à l'administrateur et, le cas échéant, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance choisis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, ainsi qu'à la personne qui a demandé la mesure d'observation protectrice. Le directeur de l'établissement avertit en outre également le conjoint, le cohabitant légal et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement informe également l'autre parent de la décision et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
§ 2. La personne atteinte d'un trouble psychiatrique, son représentant légal, son avocat, son administrateur ou son médecin, ainsi que le demandeur peuvent exercer un recours contre la décision ordonnant ou refusant le transfert, selon le cas, dans les huit jours de la notification orale et par écrit visée au paragraphe 1er, alinéa 3, ou, le cas échéant, de l'envoi recommandé. Le recours est exercé par requête écrite déposée au greffe de la justice de paix ou le tribunal de la jeunesse où a été prononcée la mesure.
Les articles 7 et 8 s'appliquent.
Le juge statue toutes affaires cessantes.
Lorsque la personne atteinte d'un trouble psychiatrique a produit l'avis écrit d'un médecin de son choix et que cet avis diverge de celui du médecin-chef de service, le juge entend les médecins contradictoirement en présence de l'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
L'exécution de la décision de transfert est suspendue pendant le délai de huit jours et pendant le traitement du recours. L'article 10 s'applique."
"Art. 18. § 1er. Durant la mesure d'observation protectrice, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique peut, en vue d'un traitement plus approprié, être transférée dans une autre institution résidentielle.
La décision est prise, après concertation avec la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, par le médecin-chef de service, en accord avec le médecin-chef de l'autre service, soit d'initiative, soit à la demande de tout intéressé, soit à la demande d'un médecin-inspecteur compétent des institutions résidentielles.
Le médecin-chef de service informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique oralement et par écrit en lui indiquant qu'elle peut introduire un recours. Il en informe également le juge, le procureur du Roi ainsi que le directeur de l'établissement. Ce dernier communique par envoi recommandé la décision du médecin-chef de service au représentant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, à l'avocat, à l'administrateur et, le cas échéant, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance choisis par la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, ainsi qu'à la personne qui a demandé la mesure d'observation protectrice. Le directeur de l'établissement avertit en outre également le conjoint, le cohabitant légal et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement informe également l'autre parent de la décision et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
§ 2. La personne atteinte d'un trouble psychiatrique, son représentant légal, son avocat, son administrateur ou son médecin, ainsi que le demandeur peuvent exercer un recours contre la décision ordonnant ou refusant le transfert, selon le cas, dans les huit jours de la notification orale et par écrit visée au paragraphe 1er, alinéa 3, ou, le cas échéant, de l'envoi recommandé. Le recours est exercé par requête écrite déposée au greffe de la justice de paix ou le tribunal de la jeunesse où a été prononcée la mesure.
Les articles 7 et 8 s'appliquent.
Le juge statue toutes affaires cessantes.
Lorsque la personne atteinte d'un trouble psychiatrique a produit l'avis écrit d'un médecin de son choix et que cet avis diverge de celui du médecin-chef de service, le juge entend les médecins contradictoirement en présence de l'avocat de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.
L'exécution de la décision de transfert est suspendue pendant le délai de huit jours et pendant le traitement du recours. L'article 10 s'applique."
Art.43. In dezelfde wet wordt hoofdstuk II, onderafdeling 4, hoofdstuk II, afdeling 6, luidende:
"Afdeling 6. Einde van de beschermingsmaatregelen".
"Afdeling 6. Einde van de beschermingsmaatregelen".
Art.43. Dans la même loi, le chapitre II, sous-section 4, devient le chapitre II, section 6, rédigé comme suit:
"Section 6. De la fin des mesures de protection".
"Section 6. De la fin des mesures de protection".
Art.44. Artikel 19 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, wordt vervangen als volgt:
"Art. 19. § 1. De beschermingsmaatregelen bedoeld in artikel 4 lopen ten einde vóór het verstrijken van hun termijn, indien dat wordt beslist door:
1° hetzij de rechter die de beschermingsmaatregel heeft genomen, op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening of van enige belanghebbende. De artikelen 7 en 8 zijn mede van toepassing tenzij het verzoek kennelijk ongegrond is en geen enkel nieuw betekenisvol element bevat. Het advies van de arts-diensthoofd of van de behandelende arts, naar gelang van het geval, wordt steeds gevraagd.
2° hetzij de procureur des Konings die de beschermingsmaatregel heeft genomen, zolang de rechter niet heeft beslist. Hij brengt voorafgaand aan het ontslag van de persoon met een psychiatrische aandoening de in artikel 9 bedoelde personen hiervan op de hoogte en deelt aan de rechter en aan deze personen mee of hij afziet van zijn vordering.
§ 2. De arts-diensthoofd kan, uit eigen beweging of op verzoek van enige belanghebbende, beslissen dat de beschermende observatiemaatregel niet langer nodig is in een gemotiveerd verslag waarin hij vaststelt dat de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening deze maatregel niet langer rechtvaardigt.
De arts-diensthoofd deelt zijn beslissing mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening, de procureur des Konings en aan de directeur van de instelling. Deze laatste verwittigt onmiddellijk en voor het ontslag de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt de directeur van de instelling voor het ontslag eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
§ 3. De verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan, uit eigen beweging of op verzoek van enige belanghebbende, beslissen dat de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden niet langer nodig zijn in een gemotiveerd verslag waarin hij vaststelt dat de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening deze maatregel niet langer rechtvaardigt.
De verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden deelt zijn beslissing mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening en aan de procureur des Konings. Hij verwittigt onmiddellijk en voor het einde van de behandeling de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt hij voor het einde van de behandeling eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
In geval van toepassing van artikel 16 deelt de verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden zijn beslissing ook mee aan de arts-diensthoofd.
Deze beslissing brengt de opheffing van de beschermende observatiemaatregel mee.
§ 4. De beslissing waarmee aan de beschermingsmaatregel een einde wordt gemaakt, wordt onmiddellijk uitgevoerd.
De vonnissen en beslissingen vermeld in dit artikel zijn niet vatbaar voor enig rechtsmiddel, uitgezonderd de vonnissen die het verzoek kennelijk ongegrond verklaren."
"Art. 19. § 1. De beschermingsmaatregelen bedoeld in artikel 4 lopen ten einde vóór het verstrijken van hun termijn, indien dat wordt beslist door:
1° hetzij de rechter die de beschermingsmaatregel heeft genomen, op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening of van enige belanghebbende. De artikelen 7 en 8 zijn mede van toepassing tenzij het verzoek kennelijk ongegrond is en geen enkel nieuw betekenisvol element bevat. Het advies van de arts-diensthoofd of van de behandelende arts, naar gelang van het geval, wordt steeds gevraagd.
2° hetzij de procureur des Konings die de beschermingsmaatregel heeft genomen, zolang de rechter niet heeft beslist. Hij brengt voorafgaand aan het ontslag van de persoon met een psychiatrische aandoening de in artikel 9 bedoelde personen hiervan op de hoogte en deelt aan de rechter en aan deze personen mee of hij afziet van zijn vordering.
§ 2. De arts-diensthoofd kan, uit eigen beweging of op verzoek van enige belanghebbende, beslissen dat de beschermende observatiemaatregel niet langer nodig is in een gemotiveerd verslag waarin hij vaststelt dat de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening deze maatregel niet langer rechtvaardigt.
De arts-diensthoofd deelt zijn beslissing mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening, de procureur des Konings en aan de directeur van de instelling. Deze laatste verwittigt onmiddellijk en voor het ontslag de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt de directeur van de instelling voor het ontslag eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
§ 3. De verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden kan, uit eigen beweging of op verzoek van enige belanghebbende, beslissen dat de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden niet langer nodig zijn in een gemotiveerd verslag waarin hij vaststelt dat de toestand van de persoon met een psychiatrische aandoening deze maatregel niet langer rechtvaardigt.
De verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden deelt zijn beslissing mee aan de persoon met een psychiatrische aandoening en aan de procureur des Konings. Hij verwittigt onmiddellijk en voor het einde van de behandeling de magistraat die de beslissing genomen heeft, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, de persoon die de beschermingsmaatregel heeft gevraagd, evenals de wettelijke vertegenwoordiger, de advocaat, de bewindvoerder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, verwittigt hij voor het einde van de behandeling eveneens de andere ouder en, in voorkomend geval, de persoon aan wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
In geval van toepassing van artikel 16 deelt de verantwoordelijke voor de vrijwillige behandeling onder voorwaarden zijn beslissing ook mee aan de arts-diensthoofd.
Deze beslissing brengt de opheffing van de beschermende observatiemaatregel mee.
§ 4. De beslissing waarmee aan de beschermingsmaatregel een einde wordt gemaakt, wordt onmiddellijk uitgevoerd.
De vonnissen en beslissingen vermeld in dit artikel zijn niet vatbaar voor enig rechtsmiddel, uitgezonderd de vonnissen die het verzoek kennelijk ongegrond verklaren."
Art.44. L'article 19 de la même loi, modifié par la loi du 20 février 2017, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 19. § 1er. Les mesures de protection visées à l'article 4 prennent fin avant l'expiration de leur délai lorsqu'en décide ainsi:
1° soit le juge qui a pris la mesure de protection, à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou de tout intéressé. Les articles 7 et 8 s'appliquent à moins que la requête ne soit manifestement mal fondée et qu'elle ne contienne aucun élément nouveau significatif. L'avis, selon le cas, du médecin-chef de service ou du médecin traitant est toujours demandé.
2° soit le procureur du Roi qui a pris la mesure de protection, tant que le juge n'a pas statué. Il en informe préalablement à la sortie de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique les personnes visées à l'article 9, et fait savoir au juge et aux mêmes personnes s'il se désiste de sa demande.
§ 2. D'initiative ou à la demande de tout intéressé, le médecin-chef de service peut, dans un rapport motivé constatant que l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ne justifie plus cette mesure, décider qu'il n'y a plus lieu à la mesure d'observation protectrice.
Le médecin-chef de service informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, le procureur du Roi et le directeur de l'établissement. Ce dernier avertit immédiatement et préalablement à la sortie le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement avertit également l'autre parent préalablement à la sortie et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
§ 3. D'initiative ou à la demande de tout intéressé, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions peut, dans un rapport motivé constatant que l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ne justifie plus cette mesure, décider qu'il n'y a plus lieu aux conditions liées au traitement volontaire sous conditions.
Le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et le procureur du Roi. Il avertit immédiatement et préalablement à la fin du traitement le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, il avertit également l'autre parent préalablement à la fin du traitement et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
En cas d'application de l'article 16, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe également de sa décision le médecin-chef de service.
Cette décision entraîne la levée de la mesure d'observation protectrice.
§ 4. La décision par laquelle il est mis fin à la mesure de protection est immédiatement exécutée.
Les jugements et décisions visés au présent article ne sont pas susceptibles de recours, à l'exception des jugements ayant déclaré la requête manifestement mal fondée."
"Art. 19. § 1er. Les mesures de protection visées à l'article 4 prennent fin avant l'expiration de leur délai lorsqu'en décide ainsi:
1° soit le juge qui a pris la mesure de protection, à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou de tout intéressé. Les articles 7 et 8 s'appliquent à moins que la requête ne soit manifestement mal fondée et qu'elle ne contienne aucun élément nouveau significatif. L'avis, selon le cas, du médecin-chef de service ou du médecin traitant est toujours demandé.
2° soit le procureur du Roi qui a pris la mesure de protection, tant que le juge n'a pas statué. Il en informe préalablement à la sortie de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique les personnes visées à l'article 9, et fait savoir au juge et aux mêmes personnes s'il se désiste de sa demande.
§ 2. D'initiative ou à la demande de tout intéressé, le médecin-chef de service peut, dans un rapport motivé constatant que l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ne justifie plus cette mesure, décider qu'il n'y a plus lieu à la mesure d'observation protectrice.
Le médecin-chef de service informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, le procureur du Roi et le directeur de l'établissement. Ce dernier avertit immédiatement et préalablement à la sortie le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le directeur de l'établissement avertit également l'autre parent préalablement à la sortie et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
§ 3. D'initiative ou à la demande de tout intéressé, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions peut, dans un rapport motivé constatant que l'état de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ne justifie plus cette mesure, décider qu'il n'y a plus lieu aux conditions liées au traitement volontaire sous conditions.
Le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe de sa décision la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et le procureur du Roi. Il avertit immédiatement et préalablement à la fin du traitement le magistrat qui a pris la décision, le juge saisi, la personne qui a demandé la mesure de protection, ainsi que le représentant légal, l'avocat, l'administrateur, le conjoint, le cohabitant légal de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique et la personne avec laquelle elle forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, il avertit également l'autre parent préalablement à la fin du traitement et, le cas échéant, la personne à laquelle l'enfant mineur a été confié.
En cas d'application de l'article 16, le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions informe également de sa décision le médecin-chef de service.
Cette décision entraîne la levée de la mesure d'observation protectrice.
§ 4. La décision par laquelle il est mis fin à la mesure de protection est immédiatement exécutée.
Les jugements et décisions visés au présent article ne sont pas susceptibles de recours, à l'exception des jugements ayant déclaré la requête manifestement mal fondée."
Art.45. Artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1991 en 13 juni 2006, wordt vervangen als volgt:
"Art. 20. Na afloop van de beschermende observatiemaatregel staat het de betrokkene vrij de instelling te verlaten. De directeur van de instelling brengt de betrokkene hiervan op de hoogte.
Na afloop van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden komt er een einde aan de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling. De verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden brengt de betrokkene hiervan op de hoogte.".
"Art. 20. Na afloop van de beschermende observatiemaatregel staat het de betrokkene vrij de instelling te verlaten. De directeur van de instelling brengt de betrokkene hiervan op de hoogte.
Na afloop van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden komt er een einde aan de voorwaarden verbonden aan de vrijwillige behandeling. De verantwoordelijke voor de uitvoering van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden brengt de betrokkene hiervan op de hoogte.".
Art.45. L'article 20 de la même loi, modifié par les lois des 18 juillet 1991 et 13 juin 2006, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 20. Au terme de la mesure d'observation protectrice, la personne concernée est libre de quitter l'institution. Le directeur de l'institution en informe la personne concernée.
Au terme du traitement volontaire sous conditions, les conditions liées au traitement volontaire prennent fin. Le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions en informe la personne concernée.".
"Art. 20. Au terme de la mesure d'observation protectrice, la personne concernée est libre de quitter l'institution. Le directeur de l'institution en informe la personne concernée.
Au terme du traitement volontaire sous conditions, les conditions liées au traitement volontaire prennent fin. Le responsable de l'exécution du traitement volontaire sous conditions en informe la personne concernée.".
Art.46. In artikel 21 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "het verder verblijf" vervangen door de woorden "de beschermende observatiemaatregel";
2° in de Franse tekst wordt in het tweede lid het woord "celui-ci" vervangen door het woord "celle-ci";
3° in het tweede lid worden de woorden "en de advocaat" ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger" en de woorden "te hebben gehoord;
4° in de Franse tekst wordt in het derde lid het woord "il" vervangen door het woord "elle" en het woord "inscrit" vervangen door het woord "inscrite";
5° in het derde lid worden de woorden "en zijn advocaat" ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger" en de woorden "; en aan de persoon onder wiens gezag hij wordt geplaatst".
1° in het eerste lid worden de woorden "het verder verblijf" vervangen door de woorden "de beschermende observatiemaatregel";
2° in de Franse tekst wordt in het tweede lid het woord "celui-ci" vervangen door het woord "celle-ci";
3° in het tweede lid worden de woorden "en de advocaat" ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger" en de woorden "te hebben gehoord;
4° in de Franse tekst wordt in het derde lid het woord "il" vervangen door het woord "elle" en het woord "inscrit" vervangen door het woord "inscrite";
5° in het derde lid worden de woorden "en zijn advocaat" ingevoegd tussen de woorden "wettelijke vertegenwoordiger" en de woorden "; en aan de persoon onder wiens gezag hij wordt geplaatst".
Art.46. A l'article 21 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 17 mars 2013, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 1er, les mots "de maintien" sont remplacés par les mots "d'observation protectrice";
2° dans l'alinéa 2, le mot "celui-ci" est remplacé par le mot "celle-ci";
3° dans l'alinéa 2, les mots "et l'avocat," sont insérés entre les mots "le représentant légal" et les mots "de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique;
4° dans l'alinéa 3, le mot "il" est remplacé par le mot "elle" et le mot "inscrit" est remplacé par le mot "inscrite";
5° dans l'alinéa 3, les mots "et son avocat," sont insérés entre les mots "représentant légal" et les mots "; et à la personne sous l'autorité de laquelle elle est placée".
1° dans l'alinéa 1er, les mots "de maintien" sont remplacés par les mots "d'observation protectrice";
2° dans l'alinéa 2, le mot "celui-ci" est remplacé par le mot "celle-ci";
3° dans l'alinéa 2, les mots "et l'avocat," sont insérés entre les mots "le représentant légal" et les mots "de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique;
4° dans l'alinéa 3, le mot "il" est remplacé par le mot "elle" et le mot "inscrit" est remplacé par le mot "inscrite";
5° dans l'alinéa 3, les mots "et son avocat," sont insérés entre les mots "représentant légal" et les mots "; et à la personne sous l'autorité de laquelle elle est placée".
Art.47. In hoofdstuk II, afdeling 2, wordt het opschrift van onderafdeling 5 opgeheven.
Art.47. Dans le chapitre II, section 2, l'intitulé de la sous-section 5 est abrogé.
Art.48. Artikel 22 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, wordt opgeheven.
Art.48. L'article 22 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 13 juin 2006, est abrogé.
Art.49. n dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt:
"Hoofdstuk III. - Verpleging in een familiale omgeving of een instelling".
"Hoofdstuk III. - Verpleging in een familiale omgeving of een instelling".
Art.49. Dans la même loi, l'intitulé du chapitre III est remplacé par ce qui suit:
"Chapitre III. - Des soins en milieu familial ou en institution".
"Chapitre III. - Des soins en milieu familial ou en institution".
Art.50. In artikel 23 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de Franse tekst worden de woorden "de le soigner" vervangen door de woorden "de la soigner";
2° de woorden "of een instelling" worden ingevoegd tussen de woorden "in een gezin" en het woord "toelaten";
3° het woord "zieke" wordt telkens vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening";
4° in de Franse tekst worden het woord "celui-ci" vervangen door het woord "celle-ci".
1° in de Franse tekst worden de woorden "de le soigner" vervangen door de woorden "de la soigner";
2° de woorden "of een instelling" worden ingevoegd tussen de woorden "in een gezin" en het woord "toelaten";
3° het woord "zieke" wordt telkens vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening";
4° in de Franse tekst worden het woord "celui-ci" vervangen door het woord "celle-ci".
Art.50. A l'article 23 de la même loi, modifié par la loi du 13 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées:
1° les mots "de le soigner" sont remplacés par les mots "de la soigner";
2° les mots "ou en institution" sont insérés entre les mots "dans une famille" et les mots ", tout intéressé";
3° dans le texte néerlandais, le mot "zieke" est chaque fois remplacé par les mots "persoon met een psychiatrische aandoening";
4° le mot "celui-ci" est remplacé par le mot "celle-ci".
1° les mots "de le soigner" sont remplacés par les mots "de la soigner";
2° les mots "ou en institution" sont insérés entre les mots "dans une famille" et les mots ", tout intéressé";
3° dans le texte néerlandais, le mot "zieke" est chaque fois remplacé par les mots "persoon met een psychiatrische aandoening";
4° le mot "celui-ci" est remplacé par le mot "celle-ci".
Art.51. In artikel 24 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "ten laatste" ingevoegd tussen de woorden "openbare zitting" en de woorden "binnen tien dagen";
2° paragraaf 2, tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis aan de raadslieden, aan de procureur des Konings en in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
3° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkend gedeelte van de beslissing aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkend gedeelte van de beslissing aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan, ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
4° in de Franse tekst van paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "de le traiter" vervangen door de woorden "de la traiter";
5° in paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "of aan de verantwoordelijke van een instelling," ingevoegd tussen de woorden "bepaalde persoon" en de woorden "de persoon";
6° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "aan de persoon die opdracht heeft" vervangen door de woorden "aan de persoon of aan de verantwoordelijke van de instelling die opdracht heeft";
7° paragraaf 3, vierde lid, wordt aangevuld met de woorden "of de instelling".
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "ten laatste" ingevoegd tussen de woorden "openbare zitting" en de woorden "binnen tien dagen";
2° paragraaf 2, tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis aan de raadslieden, aan de procureur des Konings en in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3, en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
3° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkend gedeelte van de beslissing aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkend gedeelte van de beslissing aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan, ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen.";
4° in de Franse tekst van paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "de le traiter" vervangen door de woorden "de la traiter";
5° in paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "of aan de verantwoordelijke van een instelling," ingevoegd tussen de woorden "bepaalde persoon" en de woorden "de persoon";
6° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "aan de persoon die opdracht heeft" vervangen door de woorden "aan de persoon of aan de verantwoordelijke van de instelling die opdracht heeft";
7° paragraaf 3, vierde lid, wordt aangevuld met de woorden "of de instelling".
Art.51. A l'article 24 de la même loi, remplacé par la loi du 18 juillet 1991 modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "au plus tard" sont insérés entre les mots "et circonstancié," et les mots "dans les dix jours";
2° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement aux conseils, au procureur du Roi et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
3° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l''autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient.";
4° dans le paragraphe 3, alinéa 1er, les mots "de le traiter" sont remplacés par les mots "de la traiter";
5° dans le paragraphe 3, alinéa 1er, les mots "ou au responsable d'une institution," sont insérés entre les mots "personne déterminée" et les mots "de veiller";
6° dans le paragraphe 3, alinéa 3, les mots "à la personne désignée pour veiller" sont remplacés par les mots "à la personne ou au responsable de l'institution désigné pour veiller";
7° dans le paragraphe 3, alinéa 4, les mots "celle-ci prend" sont remplacés par les mots "celui-ci prend" et l'alinéa est complété par les mots "ou l'institution".
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "au plus tard" sont insérés entre les mots "et circonstancié," et les mots "dans les dix jours";
2° le paragraphe 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement aux conseils, au procureur du Roi et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
3° le paragraphe 2 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l''autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient.";
4° dans le paragraphe 3, alinéa 1er, les mots "de le traiter" sont remplacés par les mots "de la traiter";
5° dans le paragraphe 3, alinéa 1er, les mots "ou au responsable d'une institution," sont insérés entre les mots "personne déterminée" et les mots "de veiller";
6° dans le paragraphe 3, alinéa 3, les mots "à la personne désignée pour veiller" sont remplacés par les mots "à la personne ou au responsable de l'institution désigné pour veiller";
7° dans le paragraphe 3, alinéa 4, les mots "celle-ci prend" sont remplacés par les mots "celui-ci prend" et l'alinéa est complété par les mots "ou l'institution".
Art.52. In artikel 25 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of de instelling" ingevoegd tussen de woorden "in een gezin" en de woorden "na het verstrijken";
2° in de Franse tekst van paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de le traiter" vervangen door de woorden "de la traiter";
3° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "één jaar";
4° in paragraaf 2 wordt het woord "gezin" vervangen door de woorden "familiale omgeving of een instelling" en worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "één jaar".
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of de instelling" ingevoegd tussen de woorden "in een gezin" en de woorden "na het verstrijken";
2° in de Franse tekst van paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de le traiter" vervangen door de woorden "de la traiter";
3° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "één jaar";
4° in paragraaf 2 wordt het woord "gezin" vervangen door de woorden "familiale omgeving of een instelling" en worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "één jaar".
Art.52. A l'article 25 de la même loi, remplacé par la loi du 18 juillet 1991 et modifié par la loi du 13 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "ou l'institution" sont insérés entre les mots "dans la famille" et les mots "à l'expiration";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "de le traiter" sont remplacés par les mots "de la traiter";
3° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "deux ans" sont remplacés par les mots "un an";
4° dans le paragraphe 2, les mots "ou dans une institution" sont insérés entre les mots "en milieu familial" et les mots "prennent fin" et les mots "deux ans" sont remplacées pas les mots "un an".
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "ou l'institution" sont insérés entre les mots "dans la famille" et les mots "à l'expiration";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "de le traiter" sont remplacés par les mots "de la traiter";
3° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "deux ans" sont remplacés par les mots "un an";
4° dans le paragraphe 2, les mots "ou dans une institution" sont insérés entre les mots "en milieu familial" et les mots "prennent fin" et les mots "deux ans" sont remplacées pas les mots "un an".
Art.53. In artikel 26 van dezelfde wet, worden de woorden "in artikel 22" vervangen door de woorden "in artikel 14".
Art.53. Dans l'article 26 de la même loi, les mots "à l'article 22" sont remplacés par les mots "à l'article 14".
Art.54. In artikel 29 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "hetzij een opneming ter observatie in een psychiatrische dienst bevelen" vervangen door de woorden "hetzij een beschermende observatiemaatregel bevelen, hetzij een vrijwillige behandeling onder voorwaarden toestaan";
2° in het derde lid worden de woorden "en derde" ingevoegd tussen de woorden "in het tweede" en het woord "geval";
3° in het vierde lid worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door de woorden "beschermende observatiemaatregel of vrijwillige behandeling onder voorwaarden".
1° in het eerste lid worden de woorden "hetzij een opneming ter observatie in een psychiatrische dienst bevelen" vervangen door de woorden "hetzij een beschermende observatiemaatregel bevelen, hetzij een vrijwillige behandeling onder voorwaarden toestaan";
2° in het derde lid worden de woorden "en derde" ingevoegd tussen de woorden "in het tweede" en het woord "geval";
3° in het vierde lid worden de woorden "opneming ter observatie" vervangen door de woorden "beschermende observatiemaatregel of vrijwillige behandeling onder voorwaarden".
Art.54. A l'article 29 de la même loi, modifié par la loi du 13 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 1er, les mots "soit ordonner une mise en observation dans un service psychiatrique" sont remplacés par les mots "soit ordonner une mesure d'observation protectrice, soit autoriser un traitement volontaire sous conditions";
2° dans l'alinéa 3, les mots "et le troisième" sont insérés entre les mots "le second" et le mot "cas";
3° dans l'alinéa 4, les mots "La mise en observation" sont remplacés par les mots "La mesure d'observation protectrice ou le traitement volontaire sous conditions".
1° dans l'alinéa 1er, les mots "soit ordonner une mise en observation dans un service psychiatrique" sont remplacés par les mots "soit ordonner une mesure d'observation protectrice, soit autoriser un traitement volontaire sous conditions";
2° dans l'alinéa 3, les mots "et le troisième" sont insérés entre les mots "le second" et le mot "cas";
3° dans l'alinéa 4, les mots "La mise en observation" sont remplacés par les mots "La mesure d'observation protectrice ou le traitement volontaire sous conditions".
Art.55. In artikel 30 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
"Onder voorbehoud van artikel 19 kunnen de persoon met een psychiatrische aandoening, zelfs al is deze minderjarig, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn advocaat, in voorkomend geval, zijn bewindvoerder, evenals alle partijen in het geding, hoger beroep instellen tegen de vonnissen door de rechter gewezen met toepassing van deze wet.";
2° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "de artikelen 8, 9, 13, 22, 24, 25 en 26" vervangen door de woorden "de artikelen 8, 9, 13, 14, 24, 25 en 26 ";
3° in de Franse tekst van paragraaf 3, tweede lid, wordt het woord "assisté" vervangen door het woord "assistée";
4° in paragraaf 3, vierde lid, worden de woorden "de artikelen 13, 20, 22, 25 en 26" vervangen door de woorden "de artikelen 13, 14, 25 en 26";
5° paragraaf 4, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis of het arrest of kennisgeving van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de raadslieden en, in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3 en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
6° paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkend gedeelte van het vonnis of het arrest of van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkend gedeelte van het vonnis of het arrest of van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen."
1° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
"Onder voorbehoud van artikel 19 kunnen de persoon met een psychiatrische aandoening, zelfs al is deze minderjarig, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn advocaat, in voorkomend geval, zijn bewindvoerder, evenals alle partijen in het geding, hoger beroep instellen tegen de vonnissen door de rechter gewezen met toepassing van deze wet.";
2° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "de artikelen 8, 9, 13, 22, 24, 25 en 26" vervangen door de woorden "de artikelen 8, 9, 13, 14, 24, 25 en 26 ";
3° in de Franse tekst van paragraaf 3, tweede lid, wordt het woord "assisté" vervangen door het woord "assistée";
4° in paragraaf 3, vierde lid, worden de woorden "de artikelen 13, 20, 22, 25 en 26" vervangen door de woorden "de artikelen 13, 14, 25 en 26";
5° paragraaf 4, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
"Hij zendt een niet-ondertekend afschrift van het vonnis of het arrest of kennisgeving van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de raadslieden en, in voorkomend geval, aan de wettelijke vertegenwoordiger, de bewindvoerder, de arts-psychiater bedoeld in artikel 7, § 3 en de vertrouwenspersoon van de persoon met een psychiatrische aandoening.";
6° paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Hij geeft, in voorkomend geval, kennis van het beschikkend gedeelte van het vonnis of het arrest of van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende en de persoon met wie de persoon met een psychiatrische aandoening een feitelijk gezin vormt. Ingeval de persoon met een psychiatrische aandoening het ouderlijk gezag heeft over de persoon van een kind, geeft de griffier eveneens kennis van het beschikkend gedeelte van het vonnis of het arrest of van het ontbreken van een vonnis of een arrest aan de andere ouder en, in voorkomend geval, aan de persoon wie het minderjarig kind is toevertrouwd.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van het derde lid gedeeltelijk of volledig afwijken indien ernstige omstandigheden zulks rechtvaardigen."
Art.55. A l'article 30 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 20 février 2017, les modifications suivantes sont apportées:
1° le paragraphe 2, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit:
"Sous réserve de l'article 19, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, même mineure d'âge, son représentant légal, son avocat, le cas échéant, son administrateur, ainsi que toutes les parties à la cause peuvent faire appel des jugements rendus par le juge en application de la présente loi.";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 3, les mots "des articles 8, 9, 13, 22, 24, 25 et 26" sont remplacés par les mots "des articles 8, 9, 13, 14, 24, 25 et 26";
3° dans le paragraphe 3, alinéa 2, le mot "assisté" est remplacés par le mot "assistée";
4° dans le paragraphe 3, alinéa 4, les mots "des articles 13, 20, 22, 25 et 26" sont remplacés par les mots "des articles 13, 14, 25 et 26";
5° le paragraphe 4, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement ou de l'arrêt ou la notification de l'absence de jugement ou d'arrêt, aux conseils et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
6° le paragraphe 4 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement ou de l'arrêt ou l'absence de jugement ou d'arrêt au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement ou de l'arrêt ou l'absence de jugement ou d'arrêt à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient."
1° le paragraphe 2, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit:
"Sous réserve de l'article 19, la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, même mineure d'âge, son représentant légal, son avocat, le cas échéant, son administrateur, ainsi que toutes les parties à la cause peuvent faire appel des jugements rendus par le juge en application de la présente loi.";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 3, les mots "des articles 8, 9, 13, 22, 24, 25 et 26" sont remplacés par les mots "des articles 8, 9, 13, 14, 24, 25 et 26";
3° dans le paragraphe 3, alinéa 2, le mot "assisté" est remplacés par le mot "assistée";
4° dans le paragraphe 3, alinéa 4, les mots "des articles 13, 20, 22, 25 et 26" sont remplacés par les mots "des articles 13, 14, 25 et 26";
5° le paragraphe 4, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Il envoie une copie non signée du jugement ou de l'arrêt ou la notification de l'absence de jugement ou d'arrêt, aux conseils et, le cas échéant, au représentant légal, à l'administrateur, au médecin-psychiatre visé à l'article 7, § 3, et à la personne de confiance de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique.";
6° le paragraphe 4 est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
"Il notifie, le cas échéant, le dispositif du jugement ou de l'arrêt ou l'absence de jugement ou d'arrêt au conjoint, au cohabitant légal et à la personne avec laquelle la personne atteinte d'un trouble psychiatrique forme un ménage de fait. Si la personne atteinte d'un trouble psychiatrique détient l'autorité parentale sur la personne d'un enfant, le greffier notifie également le dispositif du jugement ou de l'arrêt ou l'absence de jugement ou d'arrêt à l'autre parent et, le cas échéant, à la personne à qui l'enfant mineur a été confié.
Le juge peut, d'office ou à la demande de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, déroger partiellement ou totalement à l'alinéa 3 si des circonstances graves le justifient."
Art.56. In artikel 32 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het woord "geesteszieke" vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening";
2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "iedere psychiatrische dienst" vervangen door de woorden "elke residentiële instelling".
1° in paragraaf 1 wordt het woord "geesteszieke" vervangen door de woorden "persoon met een psychiatrische aandoening";
2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "iedere psychiatrische dienst" vervangen door de woorden "elke residentiële instelling".
Art.56. A l'article 32 de la même loi, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans le paragraphe 1er, les mots "Tout malade mental est traité" sont remplacés par les mots "Toute personne atteinte d'un trouble psychiatrique est traitée";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 2, les mots "tout service psychiatrique" sont remplacés par les mots "toute institution résidentielle".
1° dans le paragraphe 1er, les mots "Tout malade mental est traité" sont remplacés par les mots "Toute personne atteinte d'un trouble psychiatrique est traitée";
2° dans le paragraphe 2, alinéa 2, les mots "tout service psychiatrique" sont remplacés par les mots "toute institution résidentielle".
Art.57. Artikel 33 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt:
"Art. 33. Het toezicht op de naleving van deze wet in de residentiële instellingen wordt uitgeoefend door de procureur des Konings en de rechter van de plaats waar de instelling gelegen is, alsook door de artsen-inspecteurs hiertoe aangewezen door de overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid krachtens de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet. De magistraten en de artsen die hiertoe opdracht hebben gekregen van de bevoegde overheden, alsmede de deskundigen aangewezen door de bevoegde rechter, hebben toegang tot de residentiële instellingen. Zij kunnen zich de registers, gehouden ter uitvoering van deze wet en alle stukken die zij nodig hebben voor het volbrengen van hun taak, doen voorleggen."
"Art. 33. Het toezicht op de naleving van deze wet in de residentiële instellingen wordt uitgeoefend door de procureur des Konings en de rechter van de plaats waar de instelling gelegen is, alsook door de artsen-inspecteurs hiertoe aangewezen door de overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid krachtens de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet. De magistraten en de artsen die hiertoe opdracht hebben gekregen van de bevoegde overheden, alsmede de deskundigen aangewezen door de bevoegde rechter, hebben toegang tot de residentiële instellingen. Zij kunnen zich de registers, gehouden ter uitvoering van deze wet en alle stukken die zij nodig hebben voor het volbrengen van hun taak, doen voorleggen."
Art.57. L'article 33 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 25 avril 2014, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 33. Le contrôle du respect de la présente loi dans les institutions résidentielles est exercé par le procureur du Roi et le juge du lieu de la résidence, ainsi que par les médecins-inspecteurs désignés à cette fin par les autorités compétentes en matière de politique de santé en vertu des articles 128, 130 et 135 de la Constitution. Les magistrats et les médecins investis de cette mission par les autorités compétentes, ainsi que les experts désignés par le juge compétent ont accès aux institutions résidentielles. Ils peuvent se faire présenter les registres tenus en exécution de la présente loi et tous documents nécessaires à l'exécution de leur mission."
"Art. 33. Le contrôle du respect de la présente loi dans les institutions résidentielles est exercé par le procureur du Roi et le juge du lieu de la résidence, ainsi que par les médecins-inspecteurs désignés à cette fin par les autorités compétentes en matière de politique de santé en vertu des articles 128, 130 et 135 de la Constitution. Les magistrats et les médecins investis de cette mission par les autorités compétentes, ainsi que les experts désignés par le juge compétent ont accès aux institutions résidentielles. Ils peuvent se faire présenter les registres tenus en exécution de la présente loi et tous documents nécessaires à l'exécution de leur mission."
Art.58. In artikel 34 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 13 juni 2006 en 30 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "de griffiers en de toegevoegde griffiers," ingevoegd tussen de woorden "De reis- en verblijfskosten van de magistraten," en de woorden "de kosten en het ereloon van de deskundigen";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"De kosten van vervoer, opneming, verblijf, ambulante behandeling en behandeling in een residentiële instelling of in een gezin of een instelling, en van eventuele overbrenging naar een andere residentiële instelling of een ander gezin, komen ten laste van de persoon met een psychiatrische aandoening of, indien het een minderjarige betreft, van zijn wettelijke vertegenwoordigers.";
3° in de Franse tekst van het derde lid wordt het woord "lui-même" vervangen door het woord "elle-même".
1° in het eerste lid worden de woorden "de griffiers en de toegevoegde griffiers," ingevoegd tussen de woorden "De reis- en verblijfskosten van de magistraten," en de woorden "de kosten en het ereloon van de deskundigen";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"De kosten van vervoer, opneming, verblijf, ambulante behandeling en behandeling in een residentiële instelling of in een gezin of een instelling, en van eventuele overbrenging naar een andere residentiële instelling of een ander gezin, komen ten laste van de persoon met een psychiatrische aandoening of, indien het een minderjarige betreft, van zijn wettelijke vertegenwoordigers.";
3° in de Franse tekst van het derde lid wordt het woord "lui-même" vervangen door het woord "elle-même".
Art.58. A l'article 34 de la même loi, modifié par les lois des 13 juin 2006 et 30 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 1er, les mots "des greffiers et des greffiers assumés," sont insérés entre les mots "Les frais de transport et de séjour de magistrats," et les mots "les frais et les honoraires des experts";
2° l'alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Les frais de transport, d'admission, de séjour, de traitement ambulatoire et de traitement dans une institution résidentielle ou dans une famille ou une institution, ainsi que ceux du transfert éventuel à une autre institution résidentielle ou dans une autre famille, sont à la charge de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, s'il s'agit d'un mineur, de ses représentants légaux.";
3° dans l'alinéa 3, le mot "lui-même" est remplacé par le mot "elle-même".
1° dans l'alinéa 1er, les mots "des greffiers et des greffiers assumés," sont insérés entre les mots "Les frais de transport et de séjour de magistrats," et les mots "les frais et les honoraires des experts";
2° l'alinéa 2, est remplacé par ce qui suit:
"Les frais de transport, d'admission, de séjour, de traitement ambulatoire et de traitement dans une institution résidentielle ou dans une famille ou une institution, ainsi que ceux du transfert éventuel à une autre institution résidentielle ou dans une autre famille, sont à la charge de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique ou, s'il s'agit d'un mineur, de ses représentants légaux.";
3° dans l'alinéa 3, le mot "lui-même" est remplacé par le mot "elle-même".
Art.59. Artikel 35 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 augustus 1993 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, wordt vervangen als volgt:
"Art. 35. De krachtens artikel 627, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek bevoegde vrederechter die een beschermende observatiemaatregel, een vrijwillige behandeling onder voorwaarden of een verpleging in een familiale omgeving of een instelling heeft uitgesproken, blijft bevoegd voor de verdere toepassing van deze wet, tenzij hij bij een met redenen omklede beslissing, ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van elke belanghebbende, of van de procureur des Konings, beslist heeft de zaak uit handen te geven ten voordele van de vrederechter van de nieuwe plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening wordt verzorgd of geplaatst is. In dit geval wordt laatstgenoemde vrederechter bevoegd.
Artikel 722 van het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing."
"Art. 35. De krachtens artikel 627, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek bevoegde vrederechter die een beschermende observatiemaatregel, een vrijwillige behandeling onder voorwaarden of een verpleging in een familiale omgeving of een instelling heeft uitgesproken, blijft bevoegd voor de verdere toepassing van deze wet, tenzij hij bij een met redenen omklede beslissing, ambtshalve of op verzoek van de persoon met een psychiatrische aandoening, van elke belanghebbende, of van de procureur des Konings, beslist heeft de zaak uit handen te geven ten voordele van de vrederechter van de nieuwe plaats waar de persoon met een psychiatrische aandoening wordt verzorgd of geplaatst is. In dit geval wordt laatstgenoemde vrederechter bevoegd.
Artikel 722 van het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing."
Art.59. L'article 35 de la même loi, remplacé par la loi du 6 août 1993 et modifié par la loi du 13 juin 2006, est remplacé par ce qui suit:
"Art. 35. Le juge de paix compétent en vertu de l'article 627, 6°, du Code judiciaire qui a prononcé une mesure d'observation protectrice, un traitement volontaire sous conditions ou des soins en milieu familial ou dans une institution reste compétent pour l'application ultérieure des dispositions de la présente loi, à moins qu'il n'ait, par une décision motivée, décidé, d'office ou à la requête de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, de toute personne intéressée ou du procureur du Roi, de se dessaisir au profit du juge de paix du nouveau lieu où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est placée ou est soignée. Dans ce cas, c'est ce dernier qui devient compétent.
L'article 722 du Code judiciaire s'applique."
"Art. 35. Le juge de paix compétent en vertu de l'article 627, 6°, du Code judiciaire qui a prononcé une mesure d'observation protectrice, un traitement volontaire sous conditions ou des soins en milieu familial ou dans une institution reste compétent pour l'application ultérieure des dispositions de la présente loi, à moins qu'il n'ait, par une décision motivée, décidé, d'office ou à la requête de la personne atteinte d'un trouble psychiatrique, de toute personne intéressée ou du procureur du Roi, de se dessaisir au profit du juge de paix du nouveau lieu où la personne atteinte d'un trouble psychiatrique est placée ou est soignée. Dans ce cas, c'est ce dernier qui devient compétent.
L'article 722 du Code judiciaire s'applique."
Art.60. In artikel 36 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "psychiatrische dienst" vervangen door de woorden "residentiële instelling";
2° in de bepaling onder 1°, a), wordt het woord "diensten" vervangen door het woord "instellingen" en wordt het woord "geesteszieken" vervangen door de woorden "personen met een psychiatrische aandoening";
3° in de bepaling onder 1,° b) worden de woorden "van de psychiatrische diensten" opgeheven en worden de woorden "geneesheren-diensthoofd" vervangen door de woorden "artsen-diensthoofd";
4° in de bepaling onder 1°, c), wordt het woord "zieken" vervangen door de woorden "personen met een psychiatrische aandoening";
5° in de bepaling onder 3° wordt het woord "dienst" vervangen door het woord "instelling";
6° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt:
"4° nadere regels stellen voor de beschermingsmaatregelen en de verlenging van de beschermingsmaatregelen, met inbegrip van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, evenals voor de overeenkomst die moet worden gesloten tussen de residentiële instelling en de diensten die gedurende vrijwillige behandeling onder voorwaarden de coördinatie van de zorg en van de opvang waarnemen;";
7° in de Franse tekst van de bepaling onder 5° wordt het woord "soigné" vervangen door het woord "soignée";
8° er wordt een bepaling onder 6° ingevoegd, luidende:
"6° de wijze regelen waarop de kennisgevingen in het kader van deze wet moeten gebeuren en de gegevens bepalen die deze kennisgevingen bevatten."
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "psychiatrische dienst" vervangen door de woorden "residentiële instelling";
2° in de bepaling onder 1°, a), wordt het woord "diensten" vervangen door het woord "instellingen" en wordt het woord "geesteszieken" vervangen door de woorden "personen met een psychiatrische aandoening";
3° in de bepaling onder 1,° b) worden de woorden "van de psychiatrische diensten" opgeheven en worden de woorden "geneesheren-diensthoofd" vervangen door de woorden "artsen-diensthoofd";
4° in de bepaling onder 1°, c), wordt het woord "zieken" vervangen door de woorden "personen met een psychiatrische aandoening";
5° in de bepaling onder 3° wordt het woord "dienst" vervangen door het woord "instelling";
6° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt:
"4° nadere regels stellen voor de beschermingsmaatregelen en de verlenging van de beschermingsmaatregelen, met inbegrip van de vrijwillige behandeling onder voorwaarden, evenals voor de overeenkomst die moet worden gesloten tussen de residentiële instelling en de diensten die gedurende vrijwillige behandeling onder voorwaarden de coördinatie van de zorg en van de opvang waarnemen;";
7° in de Franse tekst van de bepaling onder 5° wordt het woord "soigné" vervangen door het woord "soignée";
8° er wordt een bepaling onder 6° ingevoegd, luidende:
"6° de wijze regelen waarop de kennisgevingen in het kader van deze wet moeten gebeuren en de gegevens bepalen die deze kennisgevingen bevatten."
Art.60. A l'article 36 de la même loi, modifié par la loi du 30 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées:
1° au 1°, les mots "tout service psychiatrique" sont remplacés par les mots "toute institution résidentielle";
2° au 1°, a), les mots "services agréés" sont remplacés par les mots "institutions agréées" et les mots "malades mentaux" sont remplacés par les mots "personnes atteintes d'un trouble psychiatrique";
3° au 1°, b), le mot "psychiatrique" est abrogé et, dans le texte néerlandais, les mots "geneesheren-diensthoofd" sont remplacés par les mots "artsen-diensthoofd";
4° au 1°, c), le mot "malades" est remplacés par les mots "personnes atteintes d'un trouble psychiatrique";
5° au 3°, les mots "du service" sont remplacés par les mots "de l'institution";
6° le 4° est remplacé par ce qui suit:
"4° fixer les modalités des mesures de protection et de la prolongation des mesures de protection, y compris le traitement volontaire sous conditions, ainsi que celles de la convention à conclure entre l'institution résidentielle désignée et les services qui assurent la coordination des soins et de la prise en charge durant le traitement volontaire sous conditions;";
7° dans le 5°, le mot "soigné" est remplacé par le mot "soignée";
8° il est inséré un 6° rédigé comme suit:
"6° régler la manière dont les notifications doivent être faites en vertu de la présente loi et déterminer les données contenues dans ces notifications."
1° au 1°, les mots "tout service psychiatrique" sont remplacés par les mots "toute institution résidentielle";
2° au 1°, a), les mots "services agréés" sont remplacés par les mots "institutions agréées" et les mots "malades mentaux" sont remplacés par les mots "personnes atteintes d'un trouble psychiatrique";
3° au 1°, b), le mot "psychiatrique" est abrogé et, dans le texte néerlandais, les mots "geneesheren-diensthoofd" sont remplacés par les mots "artsen-diensthoofd";
4° au 1°, c), le mot "malades" est remplacés par les mots "personnes atteintes d'un trouble psychiatrique";
5° au 3°, les mots "du service" sont remplacés par les mots "de l'institution";
6° le 4° est remplacé par ce qui suit:
"4° fixer les modalités des mesures de protection et de la prolongation des mesures de protection, y compris le traitement volontaire sous conditions, ainsi que celles de la convention à conclure entre l'institution résidentielle désignée et les services qui assurent la coordination des soins et de la prise en charge durant le traitement volontaire sous conditions;";
7° dans le 5°, le mot "soigné" est remplacé par le mot "soignée";
8° il est inséré un 6° rédigé comme suit:
"6° régler la manière dont les notifications doivent être faites en vertu de la présente loi et déterminer les données contenues dans ces notifications."
Art.61. In artikel 37 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "frank" wordt telkens vervangen door het woord "euro";
2° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Onverminderd de bepalingen van de artikelen 147, 155, 156 en 434 tot 438 van het Strafwetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen en met geldboete van één euro tot vijfentwintig euro of met een van die straffen alleen, de overtreding van de volgende bepalingen van deze wet:
- artikel 4/2, § 3;
- artikel 5, § 2, tweede lid;
- artikel 8, § 3, tweede en derde lid;
- artikel 9, § 2, derde lid, § 4, vierde lid;
- artikel 10;
- artikel 11;
- artikel 12, vierde lid;
- artikel 15, derde lid;
- artikel 16, laatste lid;
- artikel 18, § 1, laatste lid, § 2, laatste lid;
- artikel 19, § 2, eerste en tweede lid, § 3, eerste en tweede lid, § 4;
- artikel 20;
- artikel 27;
- artikel 32.";
3° in het zesde lid worden de woorden "psychiatrische dienst"vervangen door de woorden "residentiële instelling".
1° het woord "frank" wordt telkens vervangen door het woord "euro";
2° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Onverminderd de bepalingen van de artikelen 147, 155, 156 en 434 tot 438 van het Strafwetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen en met geldboete van één euro tot vijfentwintig euro of met een van die straffen alleen, de overtreding van de volgende bepalingen van deze wet:
- artikel 4/2, § 3;
- artikel 5, § 2, tweede lid;
- artikel 8, § 3, tweede en derde lid;
- artikel 9, § 2, derde lid, § 4, vierde lid;
- artikel 10;
- artikel 11;
- artikel 12, vierde lid;
- artikel 15, derde lid;
- artikel 16, laatste lid;
- artikel 18, § 1, laatste lid, § 2, laatste lid;
- artikel 19, § 2, eerste en tweede lid, § 3, eerste en tweede lid, § 4;
- artikel 20;
- artikel 27;
- artikel 32.";
3° in het zesde lid worden de woorden "psychiatrische dienst"vervangen door de woorden "residentiële instelling".
Art.61. A l'article 37 de la même loi, modifié par la loi du 26 juin 2000, les modifications suivantes sont apportées:
1° le mot "franc" est chaque fois remplacé par le mot "euro" et le mot "francs" est chaque fois remplacé par les mots "euros";
2° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Sans préjudice de l'application des articles 147, 155, 156 et 434 à 438 du Code pénal, sont punies d'un emprisonnement d'un jour à sept jours et d'une amende d'un euro à vingt-cinq euros ou d'une de ces peines seulement les infractions aux articles suivants de la présente loi:
- article 4/2, § 3;
- article 5, § 2, alinéa 2;
- article 8, § 3, alinéas 2 et 3;
- article 9, § 2, alinéa 3, § 4, alinéa 4;
- article 10;
- article 11;
- article 12, alinéa 4;
- article 15, alinéa 3;
- article 16, dernier alinéa;
- article 18, § 1er, dernier alinéa, § 2, dernier alinéa;
- article 19, § 2, alinéas 1er et 2, § 3, alinéas 1er et 2, § 4;
- article 20;
- article 27;
- article 32.";
3° dans l'alinéa 6, les mots "d'un service psychiatrique" sont remplacés par les mots "d'une institution résidentielle".
1° le mot "franc" est chaque fois remplacé par le mot "euro" et le mot "francs" est chaque fois remplacé par les mots "euros";
2° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"Sans préjudice de l'application des articles 147, 155, 156 et 434 à 438 du Code pénal, sont punies d'un emprisonnement d'un jour à sept jours et d'une amende d'un euro à vingt-cinq euros ou d'une de ces peines seulement les infractions aux articles suivants de la présente loi:
- article 4/2, § 3;
- article 5, § 2, alinéa 2;
- article 8, § 3, alinéas 2 et 3;
- article 9, § 2, alinéa 3, § 4, alinéa 4;
- article 10;
- article 11;
- article 12, alinéa 4;
- article 15, alinéa 3;
- article 16, dernier alinéa;
- article 18, § 1er, dernier alinéa, § 2, dernier alinéa;
- article 19, § 2, alinéas 1er et 2, § 3, alinéas 1er et 2, § 4;
- article 20;
- article 27;
- article 32.";
3° dans l'alinéa 6, les mots "d'un service psychiatrique" sont remplacés par les mots "d'une institution résidentielle".
Art.62. In artikel 42 van dezelfde wet worden de woorden "psychiatrische dienst" vervangen door de woorden "residentiële instelling".
Art.62. Dans l'article 42 de la même loi, les mots "service psychiatrique" sont remplacés par les mots "institution résidentielle".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
CHAPITRE 3. - Modifications du Code judiciaire
Art.63. In artikel 508/13/1, § 2, 8°, van het Gerechtelijk Wet-boek, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2020, worden de woorden "de geesteszieke persoon, wat de toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke betreft" vervangen door de woorden "de persoon met een psychiatrische aandoening, wat de toepassing van de wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening.".
Art.63. Dans l'article 508/13/1, § 2, 8°, du Code judiciaire, inséré par la loi du 31 juillet 2020, les mots "la personne malade mentale en ce qui concerne la procédure prévue dans le cadre de la loi du 26 juin 1990 sur la protection des malades mentaux" sont remplacés par les mots "la personne atteinte d'un trouble psychiatrique en ce qui concerne l'application de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique.".
Art.64. In artikel 594, 15°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 juni 1990, worden de woorden "wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke" vervangen door de woorden "wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening".
Art.64. Dans l'article 594, 15°, du même Code, inséré par la loi du 26 juin 1990, les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux" sont remplacés par les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
Art.65. In artikel 627, 6° van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 januari 2004, worden de woorden "wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke" telkens vervangen door de woorden "wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening".
Art.65. Dans l'article 627, 6°, du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 8 janvier 2004, les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux" sont chaque fois remplacés par les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique".
Art.66. In artikel 1238, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wet-boek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke" vervangen door de woorden "de wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening.".
Art.66. Dans l'article 1238, § 2, alinéa 1er, 1°, du même Code, inséré par la loi du 31 juillet 2020, les mots "la loi du 26 juin 1990 sur la protection des malades mentaux" sont remplacés par les mots "la loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique.".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt
CHAPITRE 4. - Modification de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police
Art.67. In artikel 18 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, wordt het woord "geesteszieken" vervangen door de woorden "personen met een psychiatrische aandoening".
Art.67. Dans l'article 18 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, modifiée par la loi du 7 décembre 1998, les mots "malades mentaux" sont remplacés par les mots "personnes atteintes d'un trouble psychiatrique".
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers
CHAPITRE 5. - Modification de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs
Art.68. In artikel 54, § 4, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke" telkens vervangen door de woorden "de wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening.".
Art.68. Dans l'article 54, § 4, de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, modifié en dernier lieu par la loi du 21 décembre 2018, les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux" sont chaque fois remplacés par les mots "loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique.".
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
CHAPITRE 6. - Modification de la loi du 8 juin 2006 réglant des activités économiques et individuelles avec des armes
Art.69. In artikel 5, § 4, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 januari 2018, worden de woorden "beslissing die een behandeling in een ziekenhuis beveelt, zoals bedoeld in de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke" telkens vervangen door de woorden "beschermende maatregel zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 26 juni 1990 inzake de bescherming opgelegd aan een persoon met een psychiatrische aandoening.".
Art.69. Dans l'article 5, § 4, de la loi du 8 juin 2006 réglant des activités économiques et individuelles avec des armes, modifié en dernier lieu par la loi du 7 janvier 2018, les mots "d'une décision ordonnant un traitement en milieu hospitalier visé dans la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux" sont chaque fois remplacés par les mots "une mesure de protection visée à l'article 4 de la loi du 26 juin 1990 relative à la protection imposée à une personne atteinte d'un trouble psychiatrique.".
HOOFDSTUK 7. - Evaluatie
CHAPITRE 7. - Evaluation
Art.70. De toepassing van deze wet wordt geëvalueerd door de minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid in het vijfde jaar na dat van de inwerkingtreding ervan.
Art.70. L'application de la présente loi sera évaluée par le ministre de la Justice et le ministre de la Santé publique au cours de la cinquième année suivant la date de son entrée en vigueur.
HOOFDSTUK 8. - Overgangsbepaling
CHAPITRE 8. - Disposition transitoire
Art.71. Deze wet is van toepassing op personen met een psychiatrische aandoening die ter observatie in een psychiatrische dienst werden opgenomen of ten aanzien van wie een verder verblijf werd gelast voor de inwerkingtreding van deze wet.
Art.71. Cette loi s'applique aux personnes atteintes d'un trouble psychiatrique qui ont été mises en observation dans un service psychiatrique ou pour lesquelles le maintien a été ordonné avant l'entrée en vigueur de la présente loi.
HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
CHAPITRE 9. - Entrée en vigueur
Art. 72. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2025.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
Art. 72. La présente loi entre en vigueur le 1er janvier 2025.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1er.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1er.