Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
1 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik
Titre
1 FEVRIER 2024. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (Intitulé abrégé officiel: "arrêté AMUREBA")
Informations sur le document
Info du document
Tekst (95)
Texte (95)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen, begripsomschrijvingen en bescherming van persoonsgegevens
CHAPITRE Ier. - Disposition introductive, définitions et protection des données à caractère personnel
Artikel 1. Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG en richtlijn 2009/2018/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.
Article 1er. Le présent arrêté transpose partiellement la directive 2012/27/UE du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2012 relative à l'efficacité énergétique, modifiant les directives 2009/125/CE et 2010/30/UE et abrogeant les directives 2004/8/CE et 2006/32/CE et la directive (UE) 2018/2001 du Parlement européen et du Conseil du 11 décembre 2018 relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° de Minister : de Minister bevoegd voor Energie;
  2° "de administratie": de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;
  3° de publiekrechtelijke rechtspersoon : de publiekrechtelijke rechtspersoon zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA);
  4° de niet-commerciële instellingen : de instellingen zoals bepaald in artikel 1, lid 1, 4°, van het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën;
  5° de begunstigde: de ondernemingen, de publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële instellingen met een zakelijk recht op de entiteit die in aanmerking komen voor de door dit besluit voorgestelde subsidies;
  6° de KMO : de onderneming die voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 2, 2, bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
  7° de grote onderneming : de onderneming in de zin van artikel 1, 5°, van het decreet van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën en die beantwoordt aan de begripsomschrijving van artikel 2, 24, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
  8° de vestigingseenheid: de vestigingseenheid zoals bedoeld in artikel I.2., 16°, van het Wetboek van economisch recht;
  9° de entiteit: de omtrek waarop de audit of studie betrekking heeft, waaronder de productie van goederen en diensten, gebouwen of delen van gebouwen, uitrusting voor energieproductie of -omzetting, met inbegrip van de productie van hernieuwbare energie, intern personen- of goederenvervoer, koolstofafvang en -opslag;
  10° de hernieuwbare energie: de energie zoals omschreven in artikel 2, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische-energiemarkt en de thermische-energienetten;
  11° de afvalenergie: de energie die wordt geproduceerd door een hoofdproces, die nog niet volledig technisch wordt benut en die kan worden teruggewonnen en gebruikt voor andere doeleinden, intern of extern, en zo een bron van extra energievoorziening wordt;
  12° primaire energie: energie zoals gedefinieerd in artikel 2, 18°, van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen;
  13° de calorische bovenwaarde of GCV: de hoeveelheid energie zoals omschreven in artikel 2, 12°, van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische-energiemarkt en de thermische-energienetten;
  14° de calorische onderwaarde of NCV: de hoeveelheid energie zoals omschreven in artikel 2, 13°, van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische-energiemarkt en de thermische-energienetten;
  15° "energie-efficiëntie": de verhouding tussen de verkregen prestatie, dienst, goederen of energie, en de energie-input;
  16° de auditor: de natuurlijke persoon die gecertificeerd is overeenkomstig hoofdstuk 3 van dit besluit;
  17° de interne auditor: een auditor aan wie de label van interne generalist is toegekend en die deel uitmaakt van het personeel van de begunstigde of van een publiekrechtelijke rechtspersoon of een niet-commerciële instelling, en die ter beschikking wordt gesteld van de begunstigde om energieaudits of -studies uit te voeren;
  18° de certificering: validering van een of meer vaardigheden van een auditor met het oog op het uitvoeren van energieaudits of energiestudies;
  19° de bekwaamheid: het vermogen van een auditor om specifieke knowhow uit te oefenen, verworven door beroepservaring, diploma's en opleiding, gevalideerd op basis van feitelijke informatie die aan de administratie wordt verstrekt als onderdeel van een certificeringsaanvraag;
  20° de dienstverlener: de natuurlijke of rechtspersoon, met ondernemingsnummer, die erkend is voor het verrichten van diensten, in het kader van en overeenkomstig de bepalingen bepaald in hoofdstuk 2 van dit besluit;
  21° de erkenning: validatie van de toegang tot een subsidiethema voor een dienstverlener die toelaat om verschillende types van diensten te categoriseren en te groeperen op basis van het thema energie of het type van de begunstigde;
  22° de AMUREBA-methodologie: de methodologie vastgesteld overeenkomstig bijlage 6 ;
  23° de energie-audit: een opdracht met een proportionele, systematische en terugkerende procedure die een betrouwbaar beeld geeft van de energieprestaties van de entiteit en op betrouwbare wijze de belangrijkste mogelijkheden voor verbetering identificeert, wat leidt tot een actieplan, uitgevoerd in overeenstemming met de AMUREBA-methodologie;
  24° de energiestudie: een eenmalig, systematisch energieanalyse- of energieadviesproject van beperkte omvang en duur, uitgevoerd in overeenstemming met de AMUREBA-methodologie.
  25° de globale energieaudit (GA): een energieaudit die wordt toegepast op een hele entiteit;
  26° de gedeeltelijke energieaudit (GE): een energieaudit toegepast op een entiteit of een deel van een geauditeerde vestigingseenheid;
  27° de haalbaarheidsstudie (HS): een energiestudie die de technische, regelgevende, administratieve en economische aspecten omvat, met als doel het bepalen van de belangrijkste technische en economische parameters en variabelen van een toekomstige investering gericht op het verbeteren van de energie-efficiëntie, het produceren of opslaan van hernieuwbare energie, het terugwinnen van ongebruikte energie of het opvangen of opslaan van koolstof.
  28° de bijstand voor het beheer van projecten (BBP): het uitvoeren van een energiestudie met als doel een projecteigenaar bij te staan en te adviseren over technische, regelgevende, administratieve, economische en prestatiegerelateerde aspecten tijdens de uitvoering van een technisch project dat uitsluitend gericht is op het rationeel gebruik van energie, de productie of opslag van hernieuwbare energie, de terugwinning van ongebruikte energie of de afvang of opslag van koolstof;
  29° de prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM): een energieaudit met een beperkte reikwijdte die het bereiken of behouden van vooraf bepaalde energieprestatieniveaus valideert;
  30° de potentiële energie-audit (PEA): een audit die wordt uitgevoerd op het onroerend erfgoed van een aanvrager of op een bepaald geografisch gebied om de totale energiebehoeften te bepalen, beschikbare energiebronnen te identificeren, inclusief afvalenergie, en verschillende mogelijke richtingen voor te stellen met als doel de oprichting van energiegemeenschappen, gecentraliseerde energieproductie en het gebruik van hernieuwbare energie en afvalenergie te bevorderen;
  31° de jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA): de energieaudit die gebruikt wordt om het actieplan en de energieprestaties van een vestigingseenheid en van een representatief geheel van bedrijven bij te werken en die uitgevoerd wordt op basis van minstens één voorafgaande globale audit met jaarlijkse tussenpozen;
  32° de koolstofovereenkomst: koolstofovereenkomst in de zin van hoofdstuk 7 van het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023 ;
  33° de koolstofgemeenschap: de koolstofgemeenschap in de zin van hoofdstuk 7 van het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023 ;
  34° de representatieve instellingen van ondernemingen : de koolstofgemeenschap of de instelling die het orgaan dat door alle of sommige van haar leden is gemandateerd om hen te helpen hun energie-efficiëntie te verbeteren;
  35° het digitale platform: de internettoepassing of -toepassingen voor het beheer van de elektronische porfolio die toegankelijk is of zijn via een website;
  36° de uitgever: de dienstverlener die is aangesteld om het financiële beheer te verzekeren van de portfolio die is gekoppeld aan het digitale platform;
  37° de elektronische portfolio: het gedematerialiseerde elektronische betaalmiddel dat wordt gebruikt om, via elektronische cheques, de diensten te vergoeden die onder dit besluit vallen en die worden uitgevoerd door dienstverleners.
  Met betrekking tot punt 9° van lid 1 moet de entiteit voor publiekrechtelijke rechtspersonen of niet-commerciële instellingen ten minste één gebouw of deel van een gebouw omvatten waarin de uitrusting en activiteiten van de begunstigde zijn ondergebracht.
  Met betrekking tot punt 9° van lid 1, voor ondernemingen, wordt de entiteit, voor de uitvoering van de globale audit, gevormd door de vestigingseenheid.
  Met betrekking tot punt 11° van het eerste lid, omvat afvalenergie afvalwarmte en -koude zoals gedefinieerd in artikel 2, 8°, van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische energiemarkt en van de thermische energienetten.
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
  1° le Ministre : le Ministre qui a l'énergie dans ses attributions ;
  2° l'administration : le Service public de Wallonie Territoire, Logement Patrimoine et Energie, Département de l'Energie et du Bâtiment durable ;
  3° la personne morale de droit public : la personne de droit public telle que définie à l'article 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA) ;
  4° les organismes non commerciaux : les organismes tels que définis à l'article 1, alinéa 1, 4°, du décret du 9 décembre 1993 relatif aux aides et aux interventions de la Région wallonne pour la promotion de l'utilisation rationnelle de l'Energie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables ;
  5° le bénéficiaire : les entreprises, les personnes morales de droit public et les organismes non commerciaux disposant d'un droit réel sur l'entité et pouvant prétendre aux subventions proposées par le présent arrêté ;
  6° la PME : l'entreprise qui répond aux critères visés à l'article 2, 2, du Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aides compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité ;
  7° la grande entreprise : l'entreprise au sens de l'article 1er, 5°, décret du 9 décembre 1993 relatif à la promotion de l'utilisation rationnelle de l'énergie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables et qui correspond à la définition de l'article 2, 24, du Règlement (UE) no 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aides compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité ;
  8° l'unité d'établissement : une unité d'établissement au sens de l'article I.2, 16°, du Code de droit économique ;
  9° l'entité : le périmètre sur lequel porte l'audit ou l'étude et pouvant regrouper la production de biens et de services, les bâtiments ou partie de bâtiment, les équipements de production ou de transformation d'énergie y compris la production d'énergie renouvelable, le transport interne de personnes ou de fret, la captation et le stockage de carbone ;
  10° l'énergie renouvelable : l'énergie telle que définie à l'article 2, 3°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 7 juillet 2022 portant exécution du décret du 15 octobre 2020 relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique ;
  11° l'énergie fatale : l'énergie induite par un processus principal, qui n'est pas encore utilisée jusqu'à son plein potentiel technique et pouvant être récupérée pour être valorisée à d'autre fins, soit en interne, soit en externe, et devenant alors source d'approvisionnement énergétique complémentaire ;
  12° l'énergie primaire : l'énergie telle que définie à l'article 2, 18°, du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments ;
  13° le pouvoir calorifique supérieur ou PCS : la quantité d'énergie telle que définie à l'article 2, 12°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 7 juillet 2022 portant exécution du décret du 15 octobre 2020 relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique ;
  14° le pouvoir calorifique inférieur ou PCI : la quantité d'énergie telle que définie à l'article 2, 13°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 7 juillet 2022 portant exécution du décret du 15 octobre 2020 relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique ;
  15° l'efficacité énergétique : le rapport entre les résultats, le service, la marchandise ou l'énergie que l'on obtient et l'énergie consacrée à cet effet ;
  16° l'auditeur : la personne physique labellisée en vertu du chapitre 3 du présent arrêté ;
  17° l'auditeur interne : l'auditeur labellisé sur la compétence de généraliste interne et faisant partie du personnel du bénéficiaire ou du personnel d'une personne morale de droit public ou d'un organisme non commercial, mis à disposition du bénéficiaire afin de réaliser des prestations d'audits ou d'études énergétiques ;
  18° la labellisation : la validation d'une ou de plusieurs compétences d'un auditeur dans l'objectif de réaliser des audits énergétiques ou des études énergétiques ;
  19° la compétence : la capacité d'un auditeur à exercer un savoir-faire spécifique, acquis grâce à son expérience professionnelle, son diplôme et ses formations, validée sur base d'éléments factuels fournis à l'administration dans le cadre d'une demande de labellisation ;
  20° le prestataire de services : la personne physique ou morale, disposant d'un numéro d'entreprise, qui est reconnue pour la prestation de services, en lien et conformément aux dispositions fixées dans le chapitre 2 du présent arrêté ;
  21° la reconnaissance : la validation de l'accès à une thématique de subvention pour un prestataire de services qui permet de catégoriser et regrouper plusieurs types de prestations sur base de la thématique énergie ou du type de bénéficiaire;
  22° la méthodologie AMUREBA : la méthodologie établie conformément à l'annexe 6 ;
  23° l'audit énergétique : la mission portant sur une procédure proportionnée, systématique et récurrente qui permet de dresser une image fiable de la performance énergétique de l'entité et de recenser de manière sûre les possibilités d'amélioration les plus significatives aboutissant à un plan d'action, réalisé conformément à la méthodologie AMUREBA ;
  24° l'étude énergétique : la mission portant sur une procédure systématique non récurrente, d'analyse ou de conseil énergétique, dont le périmètre et la durée sont limités et réalisée conformément à la méthodologie AMUREBA.
  25° l'audit énergétique global (AG) : l'audit énergétique appliqué à l'ensemble d'une entité ;
  26° l'audit énergétique partiel (AP) : l'audit énergétique appliqué à une entité ou à une partie de l'unité d'établissement auditée ;
  27° l'étude de faisabilité (EF) : l'étude énergétique portant sur les aspects techniques, réglementaires, administratifs, économiques, visant à déterminer les paramètres et les variables technico-économique principaux d'un investissement futur à vocation, notamment, d'amélioration de l'efficacité énergétique, de production ou de stockage d'énergie renouvelable, de valorisation d'énergie fatale, de captation ou de stockage du carbone.
  28° la prestation d'assistance à maitrise d'ouvrage (AMO) : la prestation d'étude énergétique effectuée dans l'objectif d'apporter assistance et conseil à un maitre d'ouvrage sur des aspects techniques, réglementaires, administratifs, économiques et performanciels lors de la réalisation d'un projet technique à vocation exclusive d'utilisation rationnelle de l'énergie, de production ou stockage d'énergie renouvelable, de valorisation d'énergie fatale, de captation ou de stockage du carbone ;
  29° l'audit de suivi performanciel (ASP) : l'audit énergétique dont le périmètre est limité et permettant de valider l'atteinte ou le maintien de performances énergétiques préalablement fixées ;
  30° l'audit de potentiel énergétique (APE) : l'audit réalisé sur le patrimoine immobilier d'un demandeur ou sur une zone géographique délimitée permettant de déterminer les besoins globaux en énergie, d'y recenser les sources d'énergies disponibles, y compris fatales, et de proposer diverses orientations possibles dans le but de promouvoir la création de communauté d'énergie, la production centralisée d'énergie, la valorisation d'énergie renouvelable et d'énergie fatale ;
  31° l'audit de suivi annuel (ASA) : l'audit énergétique permettant d'actualiser le plan d'action et la performance énergétique d'une unité d'établissement, ainsi que d'un organisme représentatif d'entreprises et réalisé sur base d'au moins un audit global préalable avec une périodicité annuelle ;
  32° la convention carbone : convention carbone au sens du chapitre 7 du décret neutralité Carbone du 16 novembre 2023 ;
  33° la communauté carbone : la communauté carbone au sens du chapitre 7 du décret neutralité Carbone du 16 novembre 2023 ;
  34° l'organisme représentatif d'entreprises : la communauté carbone ou l'organisme qui est mandaté par tout ou partie de ses membres pour les aider à améliorer leur efficacité énergétique;
  35° la plateforme digitale : la ou les applications internet dédicacés à la gestion du portefeuille électronique, qui est accessible par le biais d'un site internet ;
  36° l'émetteur : le prestataire de services désigné pour assurer la gestion financière des portefeuilles liés à la plateforme digitale ;
  37° le portefeuille électronique : le moyen de paiement électronique dématérialisé servant à rémunérer, au travers des chèques électroniques, les services visés par le présent arrêté effectués par les prestataires de services.
  Concernant le point 9° de l'alinéa 1er, pour les personnes morales de droit public ou les organismes non commerciaux, l'entité est constituée au minimum d'un bâtiment ou partie de bâtiment reprenant les équipements et activités du bénéficiaire.
  Concernant le point 9° de l'alinéa 1er, pour les entreprises, l'entité est constituée, pour la réalisation de l'audit global, de l'unité d'établissement.
  Concernant le point 11° de l'alinéa 1er, sont notamment de l'énergie fatale, la chaleur et le froid fatals tels que définis à l'article 2, 8°, du décret du 15 octobre 2020 relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique.
Art.3. De dossiers in verband met de steun bedoeld bij dit besluit worden behandeld door de personeelsleden van niveau A of B zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de directeur-generaal van de administratie.
  De beslissing over de ontvankelijkheid, de betaling, de controle en invordering van de subsidies wordt genomen door elk personeelslid van niveau A of B zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de directeur-generaal van de administratie.
Art.3. Les dossiers relatifs aux subventions visées par le présent arrêté sont traités par tout agent ou personnel contractuel de niveau A ou B tel que défini dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique wallonne, désigné par le directeur général de l'administration.
  La décision de recevabilité, de paiement, de contrôle et de recouvrement des subventions visées par le présent arrêté relève de tout agent de niveau A ou B tel que défini dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique wallonne, désigné par le directeur général de l'administration.
Art.4. § 1. Als onderdeel van het certificeringsproces voor auditors verwerkt de administratie de volgende persoonsgegevens van auditors en kandidaat-auditors:
  1° de naam en voornamen;
  2° het e-mailadres;
  3° de telefoonnummer.
  4° de functie bij de dienstverlener(s);
  5° het diploma.
  De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard tot maximaal tien jaar na de datum van afsluiting van het laatste door de auditor verwerkte subsidiedossier. In het geval van een onopgelost geschil over dit laatste dossier geldt een aanvullende periode van maximaal een jaar nadat alle beroepsmogelijkheden zijn uitgeput.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde gegevens worden verwerkt voor het beheer van dossiers met betrekking tot de certificering van auditors.
  § 3. Bij het aanvragen van de certificering geven de auditors hun vrije en geïnformeerde toestemming voor de publicatie van de gegevens bedoeld in de artikelen 10 en 22 van dit besluit in de lijst van gecertificeerde auditors op de website van de administratie, die toegankelijk is voor het publiek.
  De administratie bewaart de in paragraaf 1 bedoelde persoonsgegevens in een door haar beheerde databank. De Administratie neemt de nodige maatregelen om de veiligheid van de in deze gegevensbank opgenomen databank te waarborgen. De enige personen die toegang hebben tot deze gegevens zijn de personeelsleden van de administratie, door middel van een gebruikersnaam en een wachtwoord.
  § 4. De beheerder van deze gegevens is de Administratie. De in paragraaf 1 bedoelde betrokken personen zijn kandidaat-auditors en auditors. In het geval van een rechtspersoon is er geen sprake van een betrokken persoon.
Art.4. § 1er. L'administration, dans le cadre du traitement de la labellisation des auditeurs, traite les données à caractère personnel suivantes relatives aux auditeurs et aux candidats auditeurs :
  1° les noms et les prénoms ;
  2° l'adresse de courriel ;
  3° le numéro de téléphone ;
  4° la fonction exercée auprès du ou des prestataires de services ;
  5° le diplôme.
  Les données visées à l'alinéa 1er sont conservées maximum dix ans après la date de clôture du dernier dossier de subvention traité par l'auditeur. En cas de litige non résolu sur ce dernier dossier, une période supplémentaire de maximum un an après l'épuisement de toutes les possibilités de recours est appliquée.
  § 2. Les données visées au paragraphe 1er sont traitées pour la finalité de gestion des dossiers liés à la labellisation des auditeurs.
  § 3. Les auditeurs expriment, lors de leur demande de labellisation, leur consentement libre et éclairé permettant la publication des données visées aux articles 10 et 22 du présent arrêté dans la liste des auditeurs labellisés sur le site de l'administration, accessible au public.
  L'administration conserve les données à caractère personnel visées au paragraphe 1er dans une base de données qu'elle gère. L'administration prend les mesures nécessaires pour assurer la sécurité des données comprises dans cette base de données. Les seules personnes habilitées à avoir accès à ces données sont les agents de l'administration, au moyen d'un nom d'utilisateur et d'un mot de passe.
  § 4. Le responsable du traitement de ces données est l'administration. Les personnes concernées visées par le paragraphe 1er sont les candidats auditeurs et les auditeurs. Dans le cas où il s'agit d'une personne morale, il n'y a pas de personne concernée.
Art.5. De administratie kan andere dan persoonsgegevens uit audits en studies gebruiken voor statistische en openbare informatiedoeleinden.
  Het rapport en de gecodeerde informatie worden samen gebruikt om statistische analyses, kaarten of rapporten te produceren die nodig zijn voor de opdrachten van de administratie. Ze kunnen ook worden doorgestuurd naar elke dienst van de administratie, specifiek met het oog op het verlenen van subsidies of het afgeven van vergunningen of adviezen, op gemotiveerd verzoek van de dienst in kwestie.
Art.5. L'administration peut utiliser les données autres que les données à caractère personnel des audits et études à des fins de statistiques et d'information publique.
  Le rapport et les informations encodées sont utilisés de manière agrégée, pour la réalisation d'analyses statistiques, de cartes ou de rapportages nécessaires aux missions de l'administration. Ils pourront aussi être transmis à tout service de l'administration, de manière spécifique, pour l'octroi de subvention, la délivrance de toutes autorisations ou avis, sur demande motivée du service en question.
HOOFDSTUK II. - De erkenning van de dienstverleners
CHAPITRE II. - La reconnaissance des prestataires de services
Afdeling 1. - Algemeen
Section 1re. - Généralités
Art.6. Dienstverleners worden erkend op basis van de in dit hoofdstuk bedoelde voorwaarden en procedure.
  De dienstverlener is volledig onafhankelijk in de uitvoering van zijn opdrachten; hij doet geen commerciële voorstellen met betrekking tot de aanbevelingen van de audits of studies die voor de begunstigde zijn uitgevoerd, met betrekking tot een leverancier van energie, apparatuur of werken, gedurende de hele periode van zijn erkenning.
Art.6. Les prestataires de services obtiennent une reconnaissance sur la base des conditions et de la procédure visées dans le présent chapitre.
  Le prestataire de services exerce sa mission en toute indépendance ; il ne fait aucune proposition commerciale en lien avec les recommandations des audits ou études réalisées pour le bénéficiaire, relativement à un fournisseur d'énergie, d'équipements ou de travaux et ce pendant toute la durée de sa reconnaissance.
Art.7. De maximale erkenningsduur voor een dienstverlener is vijf jaar.
  Als de erkenning wordt verlengd, is de verlengingsperiode vijf jaar.
  De erkenning of de verlenging ervan wordt van kracht op de datum van kennisgeving van het besluit waarbij de erkenning wordt verleend.
  De erkenning kan niet worden overgedragen of afgestaan.
Art.7. La durée maximale de la reconnaissance d'un prestataire de services est de cinq ans.
  En cas de renouvellement de la reconnaissance, la durée de renouvellement est de cinq ans.
  La reconnaissance ou son renouvellement prend cours à dater de la notification de la décision qui l'accorde.
  La reconnaissance ne peut pas être transmise ou cédée.
Art.8. Wanneer een dienstverlener niet langer een auditor heeft die is geïdentificeerd als een "auditor"-contactpersoon in een vaardigheid die overeenkomt met zijn erkenning, kan hij zijn erkenning behouden maar verliest hij het recht om deze uit te oefenen. Dit recht om de praktijk uit te oefenen wordt hersteld zodra het weer beschikt over een gecertificeerde auditor in een vaardigheid die overeenkomt met zijn erkenning, aangeduid als het "auditor"-contact.
Art.8. Lorsque qu'un prestataire de services ne dispose plus d'auditeur identifié en tant que contact " auditeur " dans une compétence correspondant à sa reconnaissance, il peut conserver sa reconnaissance mais perd le droit de l'exercer. Ce droit d'exercice est restauré dès qu'il dispose à nouveau d'un auditeur labellisé dans une compétence correspondant à sa reconnaissance, identifié en tant que contact " auditeur ".
Art.9. § 1. De administratie analyseert de dossiers voor de aanvragen, verlenging of intrekking van de erkenning. Wanneer een dossier complexe technische, economische of juridische aspecten heeft die haar niveau van deskundigheid te boven gaan, kan zij een beroep doen op de diensten van elke consultant die zij nodig acht, met inachtneming van de regels van vertrouwelijkheid en neutraliteit.
  § 2. Als de administratie de aanvragende dienstverlener om aanvullende informatie vraagt, heeft deze dertig dagen de tijd om zijn dossier aan te vullen. Als de kandidaat-dienstverlener aan het einde van deze periode geen volledig dossier heeft ingediend bij de administratie, wordt de erkenningsaanvraag afgesloten en het dossier gesloten.
  § 3. De administratie beslist over de aanvraag tot erkenning of de verlenging ervan en stelt de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige dossier in kennis van haar beslissing.
  Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Administratie, kan beroep worden ingesteld bij de Minister. De Minister beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep om uitspraak te doen. Het beroep heeft geen schorsende kracht.
  § 4. De Minister kan de voorwaarden voor het aanvragen van een consultant, bedoeld in § 1, nader bepalen.
Art.9. § 1er. L'administration analyse les dossiers de demande, de renouvellement ou de retrait de la reconnaissance. Lorsqu'un dossier présente des aspects techniques, économique ou légaux complexes, qui dépasse son niveau d'expertise, elle peut s'adjoindre des services de tout consultant qu'elle juge nécessaire, dans le respect des règles de confidentialité et de neutralité.
  § 2. Si l'administration demande des compléments d'informations au candidat prestataire de services, il dispose de trente jours pour compléter son dossier. Si au terme de ce délai, le candidat prestataire n'a pas soumis à l'administration un dossier complété, la demande de reconnaissance est classée sans suite et le dossier clôturé.
  § 3. L'administration statue sur la demande de reconnaissance ou son renouvellement et notifie sa décision au demandeur dans un délai de soixante jours à dater de la réception du dossier complet.
  La décision de l'administration peut faire l'objet d'un recours auprès du Ministre dans les trente jours de la notification de la décision. Le Ministre dispose d'un délai de trente jours à dater de la réception du recours pour rendre sa décision. Le recours n'est pas suspensif.
  § 4. Le Ministre peut préciser les conditions permettant de solliciter un consultant, visées au § 1er.
Art.10. De administratie publiceert een lijst van erkende dienstverleners en werkt deze bij. Door het simpele feit dat hij erkend is, geeft de dienstverlener de administratie toestemming om de volgende informatie te publiceren:
  1° de naam, het logo en de rechtsvorm van de onderneming ;
  2° een omschrijving van de activiteit van de onderneming;
  3° de telefoonnummer.
  4° het e-mailadres ;
  5° de erkende thema's en geldigheidsdata ;
  6° de auditors verbonden aan de dienstverlener, de gecertificeerde vaardigheden en de geldigheidsdata;
  7° de statistische informatie over de geproduceerde dossiers, zoals jaar, onderwerp, type, aantal of status.
  De dienstverlener kan te allen tijde verzoeken om correctie van de gepubliceerde gegevens.
  De administratie behoudt te allen tijde een modererende rol waardoor zij ongepaste of foutieve inhoud kan verwijderen die door een dienstverlener is gepubliceerd in de hulpmiddelen tools die door de administratie beschikbaar zijn gesteld.
Art.10. L'administration publie et tient à jour la liste des prestataires de services bénéficiant d'une reconnaissance. Par le simple fait de disposer d'une reconnaissance, le prestataire de services autorise l'administration à publier les informations suivantes :
  1° le nom, le logo et la forme juridique de l'entreprise ;
  2° un descriptif de l'activité de l'entreprise ;
  3° le numéro de téléphone ;
  4° l'adresse mail ;
  5° les thématiques reconnues et les dates de validité ;
  6° les auditeurs liés au prestataire de services, les compétences labellisées et les dates de validité ;
  7° les informations statistiques sur les dossiers réalisés telles que l'année, la thématique, le type, le nombre ou le statut.
  Le prestataire de services peut, à tout moment demander une correction de ses données publiées.
  L'administration garde, à tout moment, un rôle de modérateur lui permettant d'effacer un contenu inapproprié ou erroné publié par un prestataire de services dans les outils mis à disposition par l'administration.
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toekenning van de erkenning
Section 2. - Les conditions d'octroi de la reconnaissance
Art.11. De erkenning als dienstverlener op de gebieden die onder dit besluit vallen, kan worden aangevraagd door elke rechtspersoon of natuurlijke persoon die energieadviesdiensten verleent aan ondernemingen en gemeenschappen. Ze moet bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° minder dan drie jaar voor de indiening van de erkenningsaanvraag niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een besluit tot erkenningsintrekking bedoeld in het aangevraagde thema.
  2° voldoen aan de algemene toegangsvoorwaarden vermeld in dit hoofdstuk;
  De Minister kan naast de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, aanvullende voorwaarden vaststellen om de kwaliteit van de diensten van dienstverleners te waarborgen.
Art.11. La reconnaissance en qualité de prestataire de services dans les thématiques visées par le présent arrêté peut être demandée par toute personne morale ou physique réalisant des prestations dans le conseil énergétique aux entreprises et aux collectivités. Elle doit en outre répondre aux conditions suivantes :
  1° ne pas avoir fait l'objet, moins de cinq ans avant l'introduction de sa demande de reconnaissance, d'une décision de retrait de la reconnaissance dans la thématique demandée ;
  2° répondre aux conditions d'accès générales, spécifiées dans le présent chapitre ;
  Le Ministre peut préciser et déterminer des conditions complémentaires aux conditions visées à l'alinéa 1er pour garantir la qualité des prestations des prestataires de services.
Art.12. De dienstverlener die erkend wil worden, dient een erkenningsaanvraag in via het digitale platform, inclusief :
  1° alle contactgegevens en informatie over de onderneming zoals naam, rechtsvorm, postadres, kruispuntbanknummer, e-mailadres en telefoonnummer;
  2° een attest bankidentiteit (RIB) van de bank die de bankrekening beheert voor de betaling van subsidies. Dit attest moet minstens het rekeningnummer (IBAN-formaat) en de BIC-code, de naam, voornaam en adres van de rekeninghouder(s), de datum waarop de rekening werd geopend, de datum waarop het attest werd afgedrukt en een authenticiteitscode (echtheid van het attest) bevatten;
  3° voorlegging van een attest van afwezigheid van schulden aan het Waals Gewest of van een solvabiliteitsattest dat dateert van minder dan drie maanden voor de indiening van de aanvraag;
  4° een ondertekende verklaring op erewoord, waarin wordt bevestigd dat de dienstverlener en de auditors die voor zijn rekening diensten uitvoeren hun opdrachten overeenkomstig artikel 6 uitvoeren in de audits en studies waarvoor een subsidieaanvraag is ingediend;
  5° een inventaris van de middelen die de dienstverlener ter beschikking stelt van de auditors om de naleving van de AMUREBA-methodologie te garanderen bij het uitvoeren van zijn audits en energiestudies, zoals meetapparatuur of specifieke software;
  6° een ondertekende verklaring op erewoord waarbij de juistheid van de verstrekte informatie wordt bevestigd
  7° een beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot de diensten waarop dit besluit betrekking heeft.
  De Regering kan de inhoud van het dossier i.v.m. de aanvraag om erkenning nader bepalen.
  De erkenningsaanvraag kan door de aanvrager worden ingediend als het dossier alle gevraagde bewijsstukken bevat. Er wordt een ontvangstbevestiging van het dossier naar de dienstverlener gestuurd.
  Met betrekking tot punt 5°, eerste lid, bepaalt de AMUREBA-methodologie, afhankelijk van het soort prestaties, over welke minimummiddelen de dienstverlener moet beschikken.
  Elke wijziging in deze informatie die een negatieve invloed zou kunnen hebben op de kwaliteit van de dienstverlening, wordt binnen 30 dagen naar de administratie gestuurd.
Art.12. Le prestataire de services qui souhaite être reconnu introduit au moyen de la plateforme digitale une demande de reconnaissance comprenant :
  1° l'ensemble des coordonnées et les informations de l'entreprise telles que la dénomination, la forme juridique, l'adresse postale, le numéro de la banque-carrefour des entreprises, l'adresse mail et le numéro de téléphone ;
  2° une attestation de relevé d'identité bancaire (RIB) émise par la banque hébergeant le compte bancaire pour le versement des subventions, cette attestation reprend au minimum le numéro de compte (format IBAN) et code BIC, le(s) nom(s), prénom(s), adresse(s) du (des) titulaire(s) du compte, la date d'ouverture du compte, la date d'impression de l'attestation, un code d'authenticité (légitimité de l'attestation) ;
  3° la production d'une attestation d'absence de dettes vis-à-vis de la Région wallonne ou un certificat de solvabilité daté de moins de trois mois avant l'introduction de la demande ;
  4° une déclaration sur l'honneur signée, attestant que le prestataire de services et les auditeurs réalisant des prestations pour son compte exercent leurs missions conformément à l'article 6 dans les audits et les études qui font l'objet d'une demande subvention ;
  5° un inventaire des moyens que le prestataire de services met à dispositions des auditeurs pour garantir le respect de la méthodologie AMUREBA dans la réalisation de ses missions d'audits et ses études énergétique, tel que des équipements de mesure ou des logiciels spécifiques ;
  6° une déclaration sur l'honneur signée, attestant de l'exactitude des informations fournies ;
  7° un descriptif des activités de l'entreprise, en lien avec les prestations visés par le présent arrêté.
  Le Ministre peut préciser et compléter le contenu du dossier de demande de reconnaissance.
  La demande de reconnaissance peut être soumise par le demandeur si le dossier comporte l'ensemble des pièces justificatives demandée. Un accusé de réception du dossier est envoyé au prestataire de services.
  Concernant le point 5°, alinéa 1er, la méthodologie AMUREBA définit, en fonction du type de prestation, les moyens minimums dont le prestataire de services doit disposer.
  Toute modification de l'une de ces informations, de nature à impacter négativement la qualité de la prestation, est transmise à l'administration dans les 30 jours.
Art.13. De administratie weigert een erkenningsaanvraag als :
  1° de gevraagde en verstrekte bewijsstukken niet voldoen aan artikel 12 of ontoereikend worden geacht om de kwaliteit en de neutraliteit van de dienstverlening van de auditor te waarborgen;
  2° als de activiteit van de aanvrager niet valt binnen het activiteitsdomein van de dienstverlening in deze tekst.
Art.13. L'administration refuse une demande de reconnaissance, si :
  1° les pièces justificatives demandées et fournies ne sont pas conformes à l'article 12 ou jugées inadéquates pour garantir la qualité et la neutralité des prestations des auditeurs ;
  2° si l'activité du demandeur ne relève pas du domaine d'activité visé par les prestations décrites dans le présent texte.
Afdeling 3. - Voorwaarden voor de verlenging van de erkenning
Section 3. - Les conditions de renouvellement de la reconnaissance
Art.14. Alle aanvragen voor verlenging van de erkenning moeten worden ingediend via het digitale platform.
  De hernieuwingsaanvraag wordt ingediend, uiterlijk vijftien dagen voor de vervaldatum van de erkenning. Indien van toepassing wordt de erkenning voorlopig verlengd tot de administratie een uitspraak heeft gedaan over de verlengingsaanvraag, en voor maximaal 6 maanden.
  Als er geen aanvraag voor verlenging wordt ingediend of als de aanvraag voor verlenging van de erkenning wordt geweigerd, mag de dienstverlener geen nieuwe subsidieaanvraag meer indienen, maar mag hij, als hij nog steeds beschikt over een gecertificeerde auditor met de juiste vaardigheden, de reeds door de administratie aanvaarde dossiers aanvullen.
  De informatie en documenten die moeten worden ingediend als onderdeel van een aanvraag voor verlenging van de erkenning zijn identiek aan de informatie en documenten die vereist zijn voor initiële erkenning en die worden beschreven in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
Art.14. Toute demande de renouvellement de reconnaissance est introduite au moyen de la plateforme digitale.
  La demande de renouvellement est introduite au plus tard quinze jours avant la date d'expiration de la reconnaissance. Le cas échéant, la reconnaissance est prolongée provisoirement jusqu'au moment où l'administration a statué sur la demande de renouvellement et maximum pendant 6 mois.
  En cas d'absence de demande de renouvellement ou lorsque la demande de renouvellement d'une reconnaissance est refusée, le prestataire de services ne peut plus introduire de nouvelle demande de subvention mais, s'il dispose toujours d'un auditeur labellisé dans les compétences adéquates, il a la possibilité de terminer les dossiers déjà acceptés par l'administration.
  Les informations et les documents à remettre dans le cadre d'une demande de renouvellement d'une reconnaissance sont identiques à ceux demandés pour une première reconnaissance et décrit dans la section 2 du présent chapitre.
Afdeling 4. - Intrekking van de erkenning en administratieve sancties
Section 4. - Le retrait de la reconnaissance et les sanctions administratives
Art.15. § 1. De administratie stelt de dienstverlener per e-mail op de hoogte als zij het volgende vaststelt :
  1° het niet naleven van de AMUREBA-methodologie in verschillende audits of studies;
  2° het niet voldoen aan de voorwaarden van onafhankelijkheid of neutraliteit die vereist zijn voor de toekenning van een erkenning;
  3° het niet naleven van de erkenningsvoorwaarden, die gedurende de hele erkenningsperiode moeten worden gehandhaafd;
  4° een usurpatie van de verleende erkenning ;
  5° een oneerlijke, misleidende of onrechtmatige praktijk in verband met de erkenning of een ander element van dit besluit.
  § 2. In de in paragraaf 1 bedoelde informatie wordt vermeld :
  1° de vastgestelde tekortkomingen;
  2° in voorkomend geval, alle relevante audit- of studierapporten;
  3° de eventueel overwogen sanctie;
  4° de datum van het verhoor waarin de auditor, in voorkomend geval vergezeld van een persoon naar keuze, verzocht wordt zijn opmerkingen mede te delen;
  5° de wijze waarop de dienstverlener het volledige dossier betreffende de tekortkomingen die hem worden verweten kan raadplegen.
  Er wordt een proces-verbaal van het verhoor opgemaakt.
  § 3. Na de hoorzitting beslist de administratie ofwel om het incident af te sluiten zonder gevolgen voor de dienstverlener, ofwel om een waarschuwing te geven, ofwel om de erkenning in te trekken op de datum van hun beslissing.
  In het geval van § 1, 1°, kan geen beslissing tot intrekking worden genomen indien de dienstverlener niet het voorwerp is geweest van ten minste één waarschuwing in de 2 jaar voorafgaand aan de brief bedoeld in § 1, eerste lid.
  De Minister stuurt zijn beslissing aan de dienstverlener binnen een termijn van veertig dagen na het verhoor.
  Tegelijkertijd informeert het de auditors die verbonden zijn aan de gesanctioneerde dienstverlener.
  De Inspecteur-generaal van het Departement Energie en Duurzame Gebouwen is bevoegd voor het nemen van de beslissing, bedoeld in het eerste lid.
  Tegen de in lid 1 bedoelde administratieve beslissing kan binnen dertig dagen na kennisgeving van het besluit beroep worden ingesteld bij de Minister. De Minister beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep om uitspraak te doen. Het beroep heeft geen schorsende kracht.
Art.15. § 1er. L'administration informe le prestataire de services via courrier électronique si elle constate :
  1° le non-respect de la méthodologie AMUREBA dans plusieurs audits ou études ;
  2° le non-respect des conditions d'indépendance ou de neutralité nécessaire à l'octroi d'une reconnaissance ;
  3° le non-respect des conditions d'octroi de la reconnaissance, celles-ci devant être maintenues tout au long de la reconnaissance ;
  4° une usurpation de la reconnaissance accordée ;
  5° une pratique déloyale, trompeuse ou abusive en lien avec la reconnaissance ou tout autre élément du présent arrêté.
  § 2. L'information visée au paragraphe 1er indique :
  1° les manquements constatés ;
  2° les rapports d'audit ou d'étude concernés, le cas échéant ;
  3° la sanction éventuellement envisagée ;
  4° la date de l'audition où le prestataire de services est invité à faire valoir ses observations, accompagné de la personne de son choix ;
  5° la manière dont le prestataire de services peut consulter le dossier complet relatif aux manquements qui lui sont reprochés.
  Il est dressé procès-verbal de l'audition.
  § 3. A la suite de l'audition, l'administration décide soit de clôturer l'incident sans conséquence pour le prestataire de services, soit d'envoyer un avertissement, soit de procéder au retrait de la reconnaissance au jour de sa décision.
  Dans le cas du § 1er, 1°, une décision de retrait ne peut pas être prononcée si le prestataire de services n'a pas fait l'objet d'au moins un avertissement dans les 2 ans précédant le courrier visé au § 1er, alinéa 1er.
  L'administration envoie sa décision au prestataire de services dans un délai de quarante jours suivant l'audition.
  Elle en informe, dans le même temps, les auditeurs liés au prestataire de service sanctionné.
  L'Inspecteur général du Département de l'Energie et du Bâtiment durable est compétent pour prendre la décision visée à l'alinéa 1er.
  La décision de l'administration visée à l'alinéa 1er peut faire l'objet d'un recours auprès du Ministre dans les trente jours de la notification de la décision. Le Ministre dispose d'un délai de trente jours à dater de la réception du recours pour rendre sa décision. Le recours n'est pas suspensif.
Art.16. § 1. Als een erkenning wordt ingetrokken, worden de lopende dossiers in hun huidige vorm gesloten en wordt het aandeel van de begunstigden aan hen teruggegeven. De dienstverlener kan geen aanspraak maken op inning van de toegekende bedragen, aandeel en subsidie, op deze afgesloten dossiers.
  De Minister kan de modaliteiten voor de toepassing van het eerste lid nader bepalen.
  § 2. In geval van usurpatie van erkenning, gebrek aan neutraliteit of onafhankelijkheid overeenkomstig artikel 15, § 1, of het gebruik van een oneerlijke, misleidende of bedrieglijke praktijk, kan de administratie eisen dat de dienstverlener die in gebreke blijft de ontvangen subsidies terugbetaalt.
  De terugbetaling stemt overeen met het bedrag van alle subsidies waarop dit besluit betrekking heeft en waarvoor betalingen werden ontvangen over een periode die aanvangt zes maanden voor de datum van de in artikel 13, § 1, bedoelde vaststelling en die eindigt op de datum van de in lid 1 bedoelde sanctie.
  De Minister kan de wijze van toepassing van de terugbetaling, alsook de betalingsmodaliteiten vaststellen.
Art.16. § 1er. En cas de retrait d'une reconnaissance, les dossiers en cours sont clôturés en l'état et la quote-part des bénéficiaires leur est restituée. Le prestataire de services ne peut pas réclamer la perception des montants octroyés, quote-part et subvention, sur ces dossiers clôturés.
  Le Ministre peut préciser les modalités de retrait de la reconnaissance.
  § 2. Dans le cas d'usurpation d'une reconnaissance, de défaut de neutralité ou d'indépendance en vertu de l'article 15, § 1er, de l'usage d'une pratique déloyale, trompeuse ou abusive, l'administration peut imposer au prestataire défaillant, le remboursement des subvention perçues.
  Le remboursement correspond au montant de l'ensemble des subventions couvertes par le présent arrêté et dont le paiement a été perçu sur une période démarrant six mois avant la date du courrier de constat mentionné à l'article 13, § 1er, et se terminant à la date de la sanction visée à l'alinéa 1er.
  Le Ministre peut préciser les modalités d'application du remboursement, ainsi que ses modalités de paiement.
HOOFDSTUK III. - De Certificering van auditors
CHAPITRE III. - La labellisation des auditeurs
Afdeling 1. - Algemene informatie
Section 1re. - Les généralités
Art.17. Auditors krijgen een certificering toegekend op basis van de voorwaarden en de procedure die in dit hoofdstuk worden beschreven. Ze kunnen worden gecertificeerd op basis van algemene of gespecialiseerde vaardigheden.
  De auditor is volledig onafhankelijk in de uitvoering van zijn opdrachten; hij doet geen commerciële voorstellen met betrekking tot de aanbevelingen van de audits of studies die voor de begunstigde zijn uitgevoerd, met betrekking tot een leverancier van energie, apparatuur of werken, gedurende de hele periode van zijn certificering.
Art.17. Les auditeurs obtiennent une labellisation sur base des conditions et de la procédure visées dans le présent chapitre. Ils peuvent être labellisés sur base de compétence dites générales ou de spécialisation.
  L'auditeur exerce sa mission en toute indépendance ; il ne fait aucune proposition commerciale en lien avec les recommandations des audits ou études réalisées pour le bénéficiaire, relativement à un fournisseur d'énergie, d'équipements ou de travaux, et ce pendant toute la durée de sa labellisation.
Art.18. § 1 De algemene vaardigheid getuigt van het vermogen van een auditor om met nauwkeurigheid en een multidisciplinaire visie, maar met beperkte precisie, alle kwesties te begrijpen die betrokken zijn bij het verbeteren van het energieverbruik van een entiteit.
  Een auditor met algemene vaardigheden is een generalistische auditor.
  De vaardigheden van generalistische auditors worden uiteengezet in bijlage 1 en gevalideerd door het vaststellen van de benodigde kredieten in overeenstemming met bijlage 2 van dit besluit.
  § 2. De specialisatievaardigheid getuigt van het vermogen van een auditor om binnen een beperkte reikwijdte rigoureus en accuraat om te gaan met een specifiek energievraagstuk. Op dit gebied heeft hij specifieke, zeer gespecialiseerde kennis, zowel theoretisch als praktisch.
  Een auditor met specialistische vaardigheden is een gespecialiseerde auditor.
  De vaardigheden van gespecialiseerde auditors worden opgenomen in bijlage 1 en gevalideerd door het vaststellen van de benodigde kredieten in overeenstemming met bijlage 2 van dit besluit.
Art.18. § 1er La compétence générale atteste de la capacité d'un auditeur à appréhender, avec rigueur et une vision transversale, mais une précision limitée, l'ensemble des thématiques d'amélioration de la consommation énergétique d'une entité.
  Un auditeur disposant d'une compétence générale est un auditeur généraliste.
  Les compétences des auditeurs généralistes sont reprises à l'annexe 1reet validées suivant l'établissement des crédits nécessaires conformément à l'annexe 2 du présent arrêté.
  § 2. La compétence de spécialisation atteste de la capacité d'un auditeur à traiter, avec rigueur et précision, une thématique énergétique spécifique dont le périmètre est limité. Dans cette thématique, il dispose de connaissances spécifiques pointues, aussi bien théoriques que pratiques.
  Un auditeur disposant d'une compétence de spécialisation est un auditeur spécialiste.
  Les compétences des auditeurs spécialistes sont reprises à l'annexe 1reet validées suivant l'établissement des crédits nécessaires conformément à l'annexe 2 du présent arrêté.
Art.19. De certificeringsduur van een auditor bedraagt vijf jaar, of één jaar in het geval van een tijdelijke certificering.
  Als de certificering of tijdelijke certificering wordt verlengd, bedraagt de verlengingsperiode vijf jaar..
  De certificering of haar verlenging begint te lopen vanaf de kennisgeving van de beslissing waarbij de certificering wordt verleend.
  De certificering kan niet worden overgedragen of afgestaan.
Art.19. La durée de la labellisation d'un auditeur est de cinq ans ou d'un an en cas de labellisation temporaire.
  En cas de renouvellement de la labellisation ou de la labellisation temporaire, la durée de renouvellement est de cinq ans.
  La labellisation ou son renouvellement prend cours à dater de la notification de la décision qui l'accorde.
  La labellisation ne peut pas être transmise ou cédée.
Art.20. Een kandidaat-auditor moet geïdentificeerd zijn als de "auditor"-contactpersoon voor een dienstverlener op het digitale platform om een aanvraag voor certificering te kunnen indienen. De betrokken dienstverlener moet erkend zijn op het gebied dat relevant is voor de gevraagde vaardigheid.
  Wanneer een auditor niet langer wordt geïdentificeerd als de "auditor"-contactpersoon voor ten minste één dienstverlener in een onderwerp dat overeenkomt met zijn certificering, kan hij zijn certificering behouden, maar verliest hij het recht om deze te gebruiken. Dit recht wordt hersteld zodra de contactpersoon opnieuw wordt geïdentificeerd als een "auditor" voor ten minste één erkende dienstverlener in een veld dat overeenkomt met de certificering in kwestie.
  Wanneer een auditor zijn certificering verliest, anders dan in de gevallen bedoeld in afdeling 4 van dit hoofdstuk, worden alle lopende diensten met betrekking tot de betreffende vaardigheid en waarbij de auditor betrokken is, opgeschort in afwachting van overleg tussen de begunstigde en de dienstverlener om de dienst af te sluiten of de toewijzing van het dossier aan een andere auditor met de juiste competentie, zonder dat dit van invloed is op de termijn die is toegekend bij de toekenning van de subsidie.
Art.20. Un candidat auditeur doit être identifié en tant que contact " auditeur " d'un prestataire de services sur la plateforme digitale pour pouvoir introduire une demande de labellisation. Le prestataire de services concerné doit disposer de la reconnaissance dans la thématique en lien avec la compétence demandée.
  Lorsque qu'un auditeur n'est plus identifié en tant que contact " auditeur " d'au moins un prestataire de services dans une thématique correspondant à sa labellisation, il peut conserver sa labellisation mais perd le droit de l'exercer. Ce droit d'exercice est restauré dès qu'il est à nouveau identifié en tant que contact " auditeur " d'au moins un prestataire de services reconnu dans une thématique correspondant à la labellisation visée.
  En cas de perte de la labellisation d'un auditeur en dehors des cas visés à la section 4 du présent chapitre, toutes les prestations en cours portant sur la compétence incriminée et impliquant l'auditeur sont suspendues dans l'attente soit d'une action de concertation entre le bénéficiaire et le prestataire en vue de clôturer la prestation, soit d'affectation du dossier à un autre auditeur disposant de la compétence adéquate, sans que cela n'affecte le délai accordé lors de l'octroi de la subvention.
Art.21. § 1. De administratie analyseert de dossiers voor de aanvragen, verlenging of intrekking van de certificering. Wanneer een dossier complexe technische, economische of juridische aspecten heeft die haar niveau van deskundigheid te boven gaan, kan zij een beroep doen op de diensten van elke consultant die zij nodig acht, met inachtneming van de regels van vertrouwelijkheid en neutraliteit.
  § 2. Als de administratie de kandidaat-auditor om aanvullende informatie vraagt, heeft deze dertig dagen de tijd om zijn dossier aan te vullen.
  Als de kandidaat-dienstverlener aan het einde van deze periode geen volledig dossier heeft ingediend bij de administratie, wordt de certificeringsaanvraag afgesloten en het dossier gesloten.
  § 3. De administratie neemt een beslissing over de certificeringsaanvraag of de verlenging ervan en stelt de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige dossier op de hoogte van haar beslissing. De administratie analyseert of de aanvraag in aanmerking komt en stelt de aanvrager binnen 30 dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier in kennis van zijn beslissing.
  Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Administratie, kan beroep worden ingesteld bij de Minister. De Minister beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep om uitspraak te doen. Het beroep heeft geen schorsende kracht.
  § 4. De Minister kan de voorwaarden voor het aanvragen van een consultant, bedoeld in § 1, nader bepalen.
Art.21. § 1er. L'administration analyse les dossiers de demande, de renouvellement ou de retrait de labellisation. Lorsqu'un dossier présente des aspects techniques, économiques ou légaux complexes, qui dépasse son niveau d'expertise, elle peut s'adjoindre les services de tout consultant qu'elle juge nécessaire, dans le respect des règles de confidentialité et de neutralité.
  § 2. Si l'administration demande des compléments d'informations au candidat auditeur, il dispose de trente jours pour compléter son dossier.
  Si au terme de ce délai, le candidat auditeur n'a pas soumis à l'administration un dossier complété, la demande de labellisation est classée sans suite et le dossier clôturé.
  § 3. L'administration statue sur la demande de labellisation ou son renouvellement et notifie sa décision au demandeur dans un délai de soixante jours à dater de la réception du dossier complet.
  La décision de l'administration peut faire l'objet d'un recours auprès du Ministre dans les trente jours de la notification de la décision. Le ministre dispose d'un délai de trente jours à dater de la réception du recours pour rendre sa décision. Le recours n'est pas suspensif.
  § 4. Le Ministre peut préciser les conditions permettant de solliciter un consultant, visées au § 1er
Art.22. De lijst van de gecertificeerde auditors wordt door de administratie bekendgemaakt en bijgehouden. Door eenvoudigweg een aanvraag voor certificering in te dienen, geeft de auditor de administratie de toestemming om, als certificering wordt toegekend, de volgende informatie te publiceren die de auditor in het digitale platform heeft ingevoerd of die automatisch door het digitale platform wordt gegenereerd op basis van de informatie die door de auditor is verstrekt:
  1° de naam, de voornaam;
  2° de telefoonnummer.
  3° de gecertificeerde vaardigheden en geldigheidsdata;
  4° de dienstverleners waarvoor hij als auditor is geregistreerd en de overeenkomstige e-mailadressen;
  5° de statistische informatie over de geproduceerde dossiers, zoals jaar, onderwerp, type, aantal of status.
  De dienstverlener kan te allen tijde verzoeken om correctie van de gepubliceerde gegevens.
  De administratie behoudt te allen tijde een modererende rol waardoor zij ongepaste of foutieve inhoud kan verwijderen die door een dienstverlener is gepubliceerd in de hulpmiddelen die door de administratie beschikbaar zijn gesteld.
Art.22. L'administration publie et tient à jour la liste des auditeurs labellisés. Par le simple fait d'introduire une demande pour disposer d'une labellisation, l'auditeur autorise l'administration, si la labellisation est accordée, à publier les informations suivantes, qu'il a lui-même encodée dans la plateforme digitale ou qui sont générées automatiquement par la plateforme digitale sur base des informations qu'il a fournies :
  1° le nom, le prénom ;
  2° le numéro de téléphone ;
  3° les compétences labellisées et les dates de validité ;
  4° les prestataires de services pour lesquels il est enregistré en tant qu'auditeur et les adresses mails correspondantes ;
  5° les informations statistiques sur les dossiers réalisés telles que l'année, la thématique, le type, le nombre et le statut.
  L'auditeur peut demander une correction de ses données publiées.
  L'administration garde un rôle de modérateur lui permettant d'effacer un contenu inapproprié ou erroné publié par un auditeur dans les outils mis à dispositions par l'administration.
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toekenning van de certificering
Section 2. - Les conditions d'octroi de la labellisation
Art.23. De vaardigheden waarvoor certificering kan worden aangevraagd, worden gedefinieerd in bijlage 1.
  De specifieke toegangsvoorwaarden voor elke certificering worden uiteengezet in bijlage 1 bij dit besluit.
Art.23. Les compétences pour lesquelles une labellisation peut être demandée sont définies dans l'annexe 1.
  Les conditions d'accès spécifiques à chaque labellisation sont précisées à l'annexe 1redu présent arrêté.
Art.24. § 1. De certificering als auditor kunnen verkregen worden door elke natuurlijke persoon die minstens de volgende voorwaarden vervult :
  1° houder zijn van één van de diploma's toegelaten door artikel 25 of het bewijs leveren van minstens drie jaar beroepservaring in het bekwaamheidsdomein of de bekwaamheidsdomeinen gevraagd in de vorm van een werkgeversattest, voltooide rapporten of geldige certificering voor een activiteit gelijkaardig aan de AMUREBA-diensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest of een andere lidstaat van de Europese Unie;
  2° minder dan vijf jaar voor de indiening van de certificeringsaanvraag niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot certificeringsintrekking in de vaardigheid die overeenstemt met de aangevraagde certificering.
  3° niet minder dan twee jaar voor de indiening van de aanvraag tot verlenging geweigerd zijn de certificering te verlengen in de vaardigheid die overeenstemt met de aangevraagde certificering;
  4° voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden bepaald in dit hoofdstuk en aan de bijzondere toelatingsvoorwaarden bepaald voor elke vaardigheid in bijlage 1;
  5° een geldig opleidingsattest in de AMUREBA-methodologie hebben.
  In het eerste lid, 1°, valideert de administratie de bewijskracht van de voorgelegde documenten.
  § 2. De opleiding bedoeld in paragraaf 1, 5°, bestaat uit een presentatie en uitleg van de AMUREBA-methodologie vergezeld van theoretische en praktische oefeningen.
  De opleiding duurt minimaal drie dagen. Het wordt georganiseerd door de administratie of haar afgevaardigde.
  Aan het einde van de opleiding geeft de administratie een getuigschrift uit als de auditor de hele opleiding heeft gevolgd. Het getuigschrift voor het volgen van de opleiding heeft een geldigheidsduur van 5 jaar.
  De auditor kan de geldigheidsduur van het getuigschrift met nog eens 5 jaar verlengen door een aanvullende opleiding van minstens één dag te volgen. Deze opleiding wordt georganiseerd door de administratie of haar afgevaardigde en heeft betrekking op ontwikkelingen in de methodologie of een diepgaander onderzoek van de elementen waarnaar wordt verwezen in het eerste lid.
  De minister kan de inhoud van de opleiding specificeren en bepalen hoe de opleiding wordt georganiseerd.
Art.24. § 1er. La labellisation en qualité d'auditeur peut être obtenue par toute personne physique répondant aux conditions suivantes :
  1° disposer de l'un des diplômes autorisés à l'article 25 ou justifier d'une expérience professionnelle de minimum trois ans dans le ou les domaines de compétence demandés, par le biais d'une attestation d'employeur, de rapports réalisés, ou d'une certification, en cours de validité, pour une activité similaire aux prestations AMUREBA en Région de Bruxelles-Capitale, en Région flamande ou dans un autre état membre de l'Union européenne;
  2° ne pas avoir fait l'objet, moins de cinq ans avant l'introduction de la demande de labellisation, d'une décision de retrait de la labellisation dans la compétence correspondant à la labellisation demandée ;
  3° ne pas avoir fait l'objet, moins de deux ans avant l'introduction de la demande de renouvellement, d'une décision d'un refus de renouvellement de la labellisation dans la compétence correspondant la labellisation demandée ;
  4° répondre aux conditions d'accès générales, spécifiées dans le présent chapitre, et particulières, spécifiées pour chaque compétence en annexe 1re;
  5° disposer d'une attestation de suivi de la formation à la méthodologie AMUREBA en cours de validité.
  A l'alinéa 1er, 1°, l'administration valide le caractère probant des documents rendus.
  § 2. La formation visée au paragraphe 1er, 5°, consiste en une présentation et une explication de la méthodologie AMUREBA accompagnée de la réalisation d'exercices théoriques et pratiques.
  La formation dure minimum trois jours. Elle est organisée par l'administration ou son délégué.
  Au terme de la formation, une attestation est délivrée par l'administration si l'auditeur a participé à l'ensemble de la formation. L'attestation de suivi de la formation a une durée de validité de 5 ans.
  L'auditeur peut prolonger, pour une durée de 5 ans, la durée de validité de l'attestation en suivant une formation de perfectionnement d'une durée minimum d'un jour. Cette formation est organisée par l'administration ou son délégué et porte sur les évolutions de la méthodologie ou sur l'approfondissement des éléments visés à l'alinéa 1er.
  Le Ministre peut préciser le contenu de la formation et en déterminer les modalités d'organisation.
Art.25. De diploma's die toegang geven tot een certificering zijn :
  1° een masterdiploma burgerlijk ingenieur ;
  2° een masterdiploma architectuur;
  3° een masterdiploma wetenschappen industrieel ingenieur;
  4° een masterdiploma bio-ingenieur;
  5° elk ander diploma dat gelijkwaardig is aan de diploma's bedoeld in 1° tot 4° en erkend is door een lidstaat van de Europese Unie.
  De minister kan andere masterdiploma's op het gebied van energie en energie-efficiëntie vaststellen die toegang geven tot een certificering.
Art.25. Les diplômes ouvrant l'accès à une labellisation sont :
  1° le diplôme de master en ingénieur civil ;
  2° le diplôme de master en architecture ;
  3° le diplôme de master en sciences de l'ingénieur industriel ;
  4° le diplôme de master de bioingénieur ;
  5° tout autre diplôme équivalent aux diplômes cités au 1° à 4°, reconnu par un Etat membre de l'Union européenne.
  Le Ministre peut déterminer d'autres diplômes de master en lien avec l'énergie et l'efficacité énergétique ouvrant l'accès à une labellisation.
Art.26. De auditor die erkend wil worden, dient een certificeringsaanvraag in via het digitale platform, inclusief :
  1° naam, voornaam, e-mailadres, telefoonnummer en beroep ;
  2° een kopie van het vereiste diploma of een ander document waaruit blijkt dat je ten minste drie jaar ervaring hebt in de gevraagde vaardigheid;
  3° een actueel curriculum vitae;
  4° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat de kandidaat zijn opdracht overeenkomstig artikel 17 zal uitvoeren voor de volledige duur van de uitoefening van de gecertificeerde vaardigheden;
  5° een kopie van de bewijsstukken van de ervaring en de opleiding van de aanvrager, met inbegrip van de opleiding die vereist is om de gevraagde certificering te behalen, en elk ander ontvankelijk document dat de aanvrager in staat stelt om aanspraak te maken op het minimumquotum aan kredieten voor de certificering van elke aangevraagde vaardigheid. Bijlage 2 beschrijft de methode die is gebruikt om kredieten te berekenen.
  Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt de minimaal vereiste kennis voor elke vaardigheid weergegeven in bijlage 1.
  De certificeringsaanvraag kan door de aanvrager worden ingediend als het dossier alle gevraagde bewijsstukken bevat. Er wordt een ontvangstbevestiging van het dossier naar de aanvrager gestuurd.
  De auditor brengt de administratie onverwijld op de hoogte van elke wijziging in de meegedeelde gegevens.
  De inhoud van het dossier voor de aanvraag van certificering kan door de Minister worden bepaald en aangevuld.
Art.26. L'auditeur qui souhaite être labellisé introduit au moyen de la plateforme digitale une demande de labellisation comprenant:
  1° nom, prénom, l'adresse mail, le numéro de téléphone et la profession ;
  2° une copie du diplôme requis ou tout document attestant d'une expérience de minimum trois ans dans la compétence demandée ;
  3° un curriculum vitae à jour ;
  4° une déclaration sur l'honneur attestant que le candidat exerce sa mission conformément à l'article 17 pendant toute la durée de l'exercice des compétences labellisées ;
  5° une copie des documents justificatifs attestant de l'expérience et des formations du demandeur, en ce compris les formations nécessaires à l'obtention de la labellisation demandée et tout autre document recevable permettant de prétendre au quota de crédits minimum pour la labellisation de chaque compétence demandée. L'annexe 2 présente la méthodologie utilisée pour le calcul des crédits.
  Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, les connaissances minimales attendues pour chaque compétence sont présentées en annexe 1.
  La demande de labellisation est soumise par le demandeur si le dossier de demande comporte l'ensemble des pièces justificatives demandées. Un accusé de réception du dossier est envoyé au demandeur.
  L'auditeur informe sans délai l'administration de toute modification dans les données communiquées.
  Le contenu du dossier de demande de labellisation peut être précisé et complété par le Ministre.
Art.27. Alle certificeringsaanvragen worden geanalyseerd op basis van de informatie in de certificeringsaanvraag en de methode beschreven in bijlage 2. De kwaliteit en geschiktheid van de verstrekte bewijsstukken worden onderzocht op basis van de naleving van de minimale kwaliteitscriteria voor audits en studies waarnaar wordt verwezen in bijlage 4 of de naleving van de AMUREBA-methodologie, de technische relevantie van de analyses, de aanbevelingen van de auditor en de geschiktheid van de opleiding en certificering die de auditor heeft ontvangen voor de vereiste vaardigheden.
Art.27. Toute demande de labellisation est analysée sur la base des éléments composant le dossier de demande de labellisation et la méthode décrite à l'annexe 2. La qualité et l'adéquation des pièces justificatives fournies sont examinées sur la base du respect des critères minimums de qualité des audits et études visés à l'annexe 4 ou du respect de la méthodologie AMUREBA, de la pertinence technique des analyses, des recommandations faites par l'auditeur et de l'adéquation des formations et des certifications suivies par l'auditeur avec les compétences demandées.
Art.28. De administratie weigert een certificeringsaanvraag als :
  1° het minimum aantal kredieten voor de certificering van elke gevraagde vaardigheid niet bereikt is, volgens de methodologie voorgesteld in bijlage 2 en indien de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden voor tijdelijke certificering overeenkomstig artikel 29 ;
  2° de gevraagde en verstrekte bewijsstukken niet voldoen aan artikel 26 of ontoereikend worden geacht om de kwaliteit en de neutraliteit van de dienstverlening van de auditor te waarborgen;
Art.28. L'administration refuse une demande de labellisation, si :
  1° le quota de crédits minimum pour la labellisation de chaque compétence demandée n'est pas atteint, selon la méthodologie présentée en annexe 2 et si le demandeur ne rentre pas dans les conditions d'une labellisation temporaire conformément à l'article 29 ;
  2° les pièces justificatives demandées et fournies ne sont pas conformes à l'article 26 ou jugées inadéquates pour garantir la qualité et la neutralité des prestations de l'auditeur.
Art.29. Een certificering wordt toegekend in de volgende gevallen :
  1° indien aan de kandidaat nooit een certificering in het kader van dit besluit werd toegekend; of
  2° wanneer de kandidaat geen bewijs kan voorleggen dat artikel 26, 5° valideert; of
  3° als bij de laatste certificering van de aanvrager de certificering werd ingetrokken of de verlenging ervan werd geweigerd voor de gevraagde vaardigheden.
  Een tijdelijk certificering mag niet worden toegekend minder dan drie jaar nadat een tijdelijk certificering is toegekend in dezelfde vaardigheid. Een auditor mag niet meer dan drie vaardigheden tegelijkertijd bezitten onder de tijdelijke certificeringsregeling.
Art.29. Une labellisation temporaire est octroyée dans les cas suivants :
  1° lorsque le candidat n'a jamais été labellisé en vertu du présent arrêté ; ou
  2° lorsque le candidat ne peut pas fournir de preuve validant l'article 26, 5° ; ou
  3° lorsque, lors de sa dernière labellisation, le candidat a fait l'objet d'un retrait de labellisation ou du refus de renouvellement de sa labellisation dans les compétences demandées.
  Une labellisation temporaire ne peut pas être octroyée moins de trois ans après l'octroi d'une labellisation temporaire dans la même compétence. Un auditeur ne peut pas disposer simultanément de plus de trois compétences sous le régime de la labellisation temporaire.
Afdeling 3. - Voorwaarden voor de verlenging van de certificering
Section 3. - Les conditions de renouvellement de la labellisation
Art.30. De verlenging van de certificering van de auditor wordt verleend mits voldaan wordt aan de certificeringsvoorwaarden zoals beschreven in afdeling 2.
  Alle aanvragen voor verlenging van de certificering moeten worden ingediend via het digitale platform.
  De verlengingsaanvraag wordt ingediend, uiterlijk vijftien dagen voor de vervaldatum van de certificering. In voorkomend geval wordt de certificering voorlopig verlengd tot de administratie een uitspraak heeft gedaan over de verlengingsaanvraag van de certificering, en voor maximaal 6 maanden.
  Indien er geen aanvraag tot verlenging wordt ingediend binnen de voormelde periode van vijftien dagen, of indien de aanvraag tot verlenging van een auditor wordt verworpen, worden alle lopende dienstverleningen met betrekking tot de vaardigheid in kwestie en waarbij de auditor betrokken is, opgeschort in afwachting van hetzij overleg met het oog op het afsluiten van de dienstverlening tussen de begunstigde en de dienstverlener, hetzij de toewijzing van het dossier aan een andere auditor die verbonden is aan de dienstverlener en die gecertificeerd is voor deze vaardigheid, zonder dat dit een invloed heeft op de periode die werd toegekend bij de toekenning van de subsidie.
  De informatie en documenten die moeten worden ingediend als onderdeel van een aanvraag voor verlenging van de certificering zijn identiek aan de informatie en documenten die vereist zijn voor initiële erkenning en die worden beschreven in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
  De procedures voor het valideren of weigeren te verlengen van een certificering zijn identiek aan de procedures voor het toekennen van een certificering, zoals gespecificeerd in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
Art.30. Le renouvellement de la labellisation de l'auditeur est accordé moyennant le respect des conditions d'octroi de la labellisation visées à la section 2.
  Toute demande de renouvellement de labellisation est introduite au moyen de la plateforme digitale.
  La demande de renouvellement est introduite au plus tard quinze jours avant la date d'expiration de la labellisation. Le cas échéant, la labellisation est prolongée provisoirement jusqu'au moment où l'administration a statué sur la demande de renouvellement de la labellisation et maximum pendant 6 mois.
  En cas d'absence de demande de renouvellement dans le délai de quinze jours précité ou lorsque la demande de renouvellement de la labellisation d'un auditeur est refusée, toutes les prestations en cours portant sur la compétence concernée et impliquant l'auditeur sont suspendues dans l'attente soit d'une concertation en vue de clôturer la prestation entre le bénéficiaire et le prestataire de services soit d'une affectation du dossier à un autre auditeur lié au prestataire de services et labellisé pour cette compétence, sans que cela n'affecte le délai accordé lors de l'octroi de la subvention.
  Les informations et les documents à remettre dans le cadre d'une demande de renouvellement d'une labellisation sont identiques à ceux demandés pour l'obtention d'une labellisation conformément à la section 2 du présent chapitre.
  Les modalités de validation ou de refus d'un renouvellement d'une labellisation sont identiques à celles prévues dans le cadre de l'octroi d'une labellisation, précisée dans la section 2 du présent chapitre.
Afdeling 4. - De intrekking van de certificering
Section 4. - Le retrait de la labellisation
Art.31. § 1. De administratie controleert de kwaliteit van de audits of studies die door de auditors worden uitgevoerd.
  De administratie stelt de auditor en de dienstverlener per e-mail op de hoogte als zij het volgende vaststelt :
  1° het niet naleven van de AMUREBA-methodologie in verschillende audits of studies;
  2° het niet voldoen aan de voorwaarden van onafhankelijkheid of neutraliteit die vereist zijn voor de toekenning van een certificering;
  3° het niet naleven van de toekenningsvoorwaarden van de certificering, die gedurende de hele certificeringsperiode moeten worden gehandhaafd;
  4° een usurpatie van de verleende certificering;
  5° een oneerlijke, misleidende of onrechtmatige praktijk in verband met de certificering of een ander element van dit besluit.
  § 2. In de in paragraaf 1, lid 2, bedoelde informatie wordt vermeld :
  1° de vastgestelde tekortkomingen;
  2° de relevante audit- of studierapporten;
  3° de eventueel overwogen sanctie;
  4° de datum van het verhoor waarin de auditor, in voorkomend geval vergezeld van een persoon naar keuze, verzocht wordt zijn opmerkingen mede te delen;
  5° de wijze waarop de auditor het volledige dossier betreffende de tekortkomingen die hem worden verweten kan raadplegen.
  Er wordt een proces-verbaal van het verhoor opgemaakt. De Administratie kan van de auditor eisen dat hij verbeteringen aanbrengt in de audits of studies waarvan de slechte kwaliteit is vastgesteld.
  § 3. Na de hoorzitting beslist de administratie ofwel om het incident af te sluiten zonder gevolgen voor de auditor, ofwel om een waarschuwing te geven, ofwel om de certificering in te trekken op de datum van haar beslissing.
  In het geval van § 1, 1°, kan geen beslissing tot intrekking worden genomen indien de auditor niet het voorwerp is geweest van ten minste één waarschuwing in de 2 jaar voorafgaand aan de brief bedoeld in § 1, eerste lid. De administratie stuurt haar beslissing aan de auditor binnen een termijn van veertig dagen na het verhoor. Tegelijkertijd informeert ze de dienstverleners die verbonden zijn aan de gesanctioneerde auditor. De Minister kan de modaliteiten voor de intrekking van de certificering nader bepalen.
  Tegen de in lid 1 bedoelde administratieve beslissing kan binnen dertig dagen na kennisgeving van het besluit beroep worden ingesteld bij de Minister. De Minister beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep om uitspraak te doen. Het beroep heeft geen schorsende kracht.
Art.31. § 1er L'administration contrôle la qualité des audits ou des études réalisés par les auditeurs.
  L'administration informe l'auditeur et le prestataire de services lié, via courrier électronique, si elle constate :
  1° le non-respect de la méthodologie AMUREBA dans plusieurs audits ou études ;
  2° le non-respect des conditions d'indépendance et de neutralité nécessaire à l'octroi d'une labellisation ;
  3° le non-respect des conditions d'octroi de la labellisation qui sont maintenues tout au long de la labellisation ;
  4° une usurpation de la labellisation accordée ;
  5° une pratique déloyale, trompeuse ou abusive en lien avec la labellisation ou tout autre élément du présent arrêté.
  § 2. L'information visée au paragraphe 1er, alinéa 2, indique :
  1° les manquements constatés ;
  2° les rapports d'audit ou d'étude concernés ;
  3° la sanction éventuellement envisagée ;
  4° la date de l'audition où l'auditeur est invité à faire valoir ses observations, accompagné s'il le souhaite de la personne de son choix ;
  5° la manière dont l'auditeur peut consulter le dossier complet relatif aux manquements qui lui sont reprochés.
  Il est dressé un procès-verbal de l'audition. L'administration peut imposer à l'auditeur de corriger les audits ou les études dont la mauvaise qualité a été constatée.
  § 3. A la suite de l'audition, l'administration décide soit de clôturer l'incident sans conséquence pour l'auditeur, soit d'envoyer un avertissement, soit de procéder au retrait de la labellisation au jour de sa décision.
  Dans le cas du § 1er, 1°, une décision de retrait ne peut pas être prononcée si le l'auditeur n'a pas fait l'objet d'au moins un avertissement dans les 2 ans précédant le courrier visé au § 1er, alinéa 1er. L'administration envoie sa décision à l'auditeur dans un délai de quarante jours suivant l'audition. Elle en informe, dans le même temps, les prestataires de services liés à l'auditeur sanctionné. Le Ministre peut préciser les modalités de retrait de la labellisation.
  La décision de l'administration visée à l'alinéa 1er peut faire l'objet d'un recours auprès du Ministre dans les trente jours de la notification de la décision. Le Ministre dispose d'un délai de trente jours à dater de la réception du recours pour rendre sa décision. Le recours n'est pas suspensif.
Art.32. Als de certificering van een auditor wordt ingetrokken, worden de lopende dossiers van deze auditor in hun huidige vorm gesloten en wordt het aandeel van de begunstigden aan hen teruggegeven. De dienstverlener kan geen aanspraak maken op inning van de toegekende bedragen, aandeel en subsidie, op deze afgesloten dossiers.
Art.32. En cas de retrait de la labellisation d'un auditeur, tous les dossiers en cours de cet auditeur sont clôturés en l'état et la quote-part des bénéficiaires leur est restituée. Le prestataire de services ne peut pas réclamer la perception des montants octroyés, quote-part et subvention, sur ces dossiers clôturés.
HOOFDSTUK IV. - Diensten verleend door auditors en representatieve instellingen van ondernemingen
CHAPITRE IV. - Les prestations des auditeurs et des organismes représentatifs d'entreprises
Art.33. De auditors voeren energieaudits of -studies uit in overeenstemming met de AMUREBA-methodologie.
  In aanmerking komende audit- en studiediensten worden gedefinieerd in bijlage 3, evenals de vereiste vaardigheden van de auditor.
  Een generalist in de industrie of de dienstensector mag geen algemene audit uitvoeren op een vestigingseenheid die toebehoort aan een dienstverlener met wie hij als contactauditor is of is geïdentificeerd.
Art.33. Les auditeurs réalisent des audits ou des études énergétiques conformément à la méthodologie AMUREBA.
  Les prestations d'audit et d'étude éligibles sont définis à l'annexe 3, de même que les compétences nécessaires de l'auditeur.
  Un généraliste industrie ou tertiaire ne peut pas réaliser de prestation d'audit global sur une unité d'établissement appartenant à un prestataire auprès duquel il est ou a été identifié en tant que contact auditeur.
Art.34. Een interne auditor voert audit- en studiediensten uit zoals gedefinieerd in bijlage 3, uitsluitend op de vestigingseenheden die behoren tot zijn werkgever of tot een publiekrechtelijke rechtspersoon of een niet-commerciële organisatie waarmee zijn werkgever een overeenkomst heeft om zijn interne auditor ter beschikking te stellen voor het uitvoeren van energieaudits of studies.
  Begunstigden die gebruikmaken van de diensten van een interne auditor worden beschouwd als dienstverleners in de zin van hoofdstuk 2 en moeten vóór het aanvragen van de subsidie erkend kunnen worden.
  Voor begunstigden die publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële organisaties zijn, komen dienstverleningen van een interne auditor niet in aanmerking voor een subsidieaanvraag.
  De minister kan de diensten die beschikbaar zijn voor interne auditors aanvullen of specificeren, binnen de grenzen van de in aanmerking komende diensten die in bijlage 3 zijn gedefinieerd.
Art.34. Un auditeur interne réalise des prestations d'audit et d'étude définies à l'annexe 3, uniquement sur les unités d'établissements de son employeur ou d'une personne morale de droit public ou d'un organisme non commercial avec laquelle son employeur dispose d'une convention visant à mettre à disposition son auditeur interne pour la réalisation de prestation d'audits ou d'études énergétiques.
  Les bénéficiaires faisant appel à un auditeur interne seront considérés comme des prestataires au sens du chapitre 2 et ils devront être en ordre de reconnaissance avant la demande de la subvention.
  Pour les bénéficiaires de type personnes morales de droit public et organismes non commerciaux, les prestations réalisées par un auditeur interne ne sont pas éligibles à une demande de subvention.
  Le Ministre peut compléter ou préciser les prestations accessibles aux auditeurs internes, dans la limite des prestations éligibles définies en annexe 3.
Art.35. Onder de verantwoordelijkheid en controle van een auditor leveren de representatieve instellingen van ondernemingen ondersteunende diensten aan bedrijven als onderdeel van hun energietransitie, met name door middel van communicatie, advies en de bundeling en publicatie van rapporten over energie-efficiëntie en het koolstofvrij maken van hun energiebehoeften.
Art.35. Les organismes représentatifs d'entreprises réalisent, sous la responsabilité et le contrôle d'un auditeur, des prestations d'accompagnement d'entreprises dans le cadre de leur transition énergétique, notamment via la communication, le conseil ainsi que l'agrégation et la publication de rapportages, sur les thématiques de l'efficacité énergétique et de la décarbonation de leurs besoins énergétiques.
Afdeling 6. - Toekenning en uitbetaling van de subsidies
CHAPITRE V. - L'octroi et la liquidation des subventions
Afdeling 1. - Algemene informatie
Section 1re. - Les généralités
Art.36. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten en in overeenstemming met dit hoofdstuk wordt een subsidie toegekend voor een audit of studie van een vestigingseenheid in het Waals Gewest.
Art.36. Dans la limite des crédits disponibles et conformément au présent chapitre, une subvention est octroyée pour la réalisation d'un audit ou d'une étude sur une unité d'établissement située sur le territoire de la Région wallonne.
Art.37. De cumulatie van de subsidie ingevoerd bij dit besluit met andere subsidies of premies is enkel mogelijk op voorwaarde dat de totale som van de toegekende subsidies 100 percent van het totaalbedrag van de in dit besluit in aanmerking genomen kosten niet overschrijdt.
  Wanneer het totaalbedrag van de door andere subsidieverlenende instanties toegekende subsidies, gecombineerd met de subsidies uit hoofde van dit besluit, honderd procent van het bedrag van de in aanmerking komende kosten inclusief btw bereikt, vereffent de administratie de bedragen tot het maximumbedrag dat het mogelijk zou maken om honderd procent van de in aanmerking komende kosten te bereiken. Als de aanvrager de btw kan terugvorderen, vereffenen de administratie de subsidies die zijn berekend op basis van bedragen exclusief btw.
  De aanvragers moeten bij hun aanvraag alle bewijsstukken voegen die nodig zijn om de door andere entiteiten gesubsidieerde posten en het bedrag van hun bijdrage te identificeren.
Art.37. Le cumul de la subvention organisée par le présent arrêté avec d'autres subsides ou primes n'est possible qu'à la condition que la somme totale des subventions octroyées ne dépasse pas cent pour cent du montant total des coûts éligibles au présent arrêté.
  Lorsque la somme totale des subventions octroyées par d'autres entités subsidiantes, combinées avec les subventions du présent arrêté atteint cent pour cent du montant T.V.A.C des coûts éligibles, l'administration met en liquidation les montants à concurrence du montant maximum permettant d'atteindre cent pour cent des coûts éligibles. Dans le cas où le demandeur est en mesure de récupérer la T.V.A., l'administration met en liquidation les subsides calculés sur des montants HT.V.A..
  Le demandeur joint à sa demande de liquidation tous les justificatifs permettant de déterminer les postes subsidiés par d'autres entités et le montant de leur intervention.
Art.38. Bij de eerste steunaanvraag wordt er een elektronisch portfolio aangemaakt op naam van de begunstigde om de elektronische verwerking van deze aanvragen mogelijk te maken.
Art.38. Un portefeuille électronique est créé au nom du bénéficiaire lors de la première demande de subvention afin de permettre le traitement électronique de ses demandes.
Art.39. Bij begunstigden die een publiekrechtelijke rechtspersoon of een niet-commerciële instelling zijn, moet de auteur van de audits en studies die onder een subsidie vallen, de regelgeving inzake overheidsopdrachten naleven.
Art.39. Pour les bénéficiaires qui sont une personne morale de droit public ou un organisme non commercial, la désignation de l'auteur des audits et études faisant l'objet d'une subvention respecte la réglementation relative aux marchés publics.
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de toekenning van subsidies
Section 2. - Les conditions d'octroi des subventions
Art.40. In aanmerking komende diensten worden gedefinieerd in bijlage 3.
  Audits en onderzoeken worden uitgevoerd door gecertificeerde auditors in de betreffende vaardigheid, overeenkomstig de bijlage 1 en 3, en voldoen aan de AMUREBA-methodologie.
  Audits worden uitsluitend uitgevoerd op bestaande gebouwen of technische installaties.
Art.40. Les prestations éligibles sont définies à l'annexe 3.
  Les audits et les études sont réalisés par des auditeurs labellisés dans la compétence adéquate, conformément aux annexes 1 et 3, et respectent la méthodologie AMUREBA.
  Les audits sont réalisés exclusivement sur des bâtiments ou installations techniques existantes.
Art.41. Audits en onderzoeken moeten al eerder zijn uitgevoerd om in aanmerking te komen, met uitzondering van globale audits en audits van het energiepotentieel.
  De in het eerste lid bedoelde anterioriteitsvoorwaarden zijn:
  1° Gedeeltelijke audits of jaarlijkse opvolgingsaudits mogen enkel worden uitgevoerd als de begunstigde een recente globale audit heeft laten uitvoeren volgens de AMUREBA-methodologie;
  2° Diensten i.v.m. haalbaarheidsstudies kunnen enkel worden uitgevoerd als de begunstigde beschikt over een recente, volledige, gedeeltelijke of jaarlijkse audit, uitgevoerd volgens de AMUREBA-methodologie;
  3° De bijstand voor het beheer van projecten kunnen enkel worden uitgevoerd als de begunstigde beschikt over een recente haalbaarheidsstudie voor hetzelfde project, uitgevoerd volgens de AMUREBA-methodologie;
  4° Prestatiemonitoringsaudits mogen enkel worden uitgevoerd als de begunstigde beschikt over prestatie-indicatoren en -doelstellingen die specifiek zijn voor het project waarvan de prestaties worden geanalyseerd en die voor dit doel zijn vastgesteld in overeenstemming met de AMUREBA-methodologie tijdens een recente globale audit, gedeeltelijke audit of haalbaarheidsstudie met betrekking tot dezelfde entiteit.
  Voor begunstigden die geen publiekrechtelijke rechtspersoon of niet-commerciële instellingen zijn, wordt een audit of studie als recent beschouwd als de datum van de eindfacturering van het verslag niet meer dan vier jaar oud is of, als er geen facturering heeft plaatsgevonden, als het auditverslag binnen vier jaar is opgesteld.
  Voor begunstigden die publiekrechtelijke rechtspersonen of niet-commerciële instellingen zijn, wordt een audit of studie als recent beschouwd zolang de begunstigde geen werkzaamheden of investeringen heeft uitgevoerd die de conclusies van de audit of studie kunnen ontkrachten.
  Onderzoeksdiensten die onder de anterioriteitsvoorwaarde vallen, moeten betrekking hebben op ten minste één gebied van het actieplan dat eerder is geïdentificeerd als onderdeel van een auditdienst.
  In afwijking van het tweede lid, 2°, kan, wanneer de begunstigde een publiekrechtelijke rechtspersoon of een niet-commerciële instelling is, een gedeeltelijke gebouwenaudit worden gesubsidieerd bij gebrek aan een voorafgaande globale audit.
  In afwijking van het tweede lid, 2°, kan een haalbaarheidsstudie zonder anterioriteitsvoorwaarden worden toegekend voor installaties voor de terugwinning van afvalenergie of voor een thermisch energienet in de zin van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische energiemarkt en van de thermische energienetten.
Art.41. Les audits et les études sont soumis à des conditions d'antériorité pour être éligibles, à l'exception des prestations d'audit global et d'audit de potentiel énergétique.
  Les conditions d'antériorité visées à l'alinéa 1er sont :
  1° les prestations d'audit partiel ou d'audit de suivi annuel ne peuvent être réalisés que si le bénéficiaire dispose d'un audit global récent, réalisé suivant la méthodologie AMUREBA ;
  2° les prestations d'étude de faisabilité peuvent être réalisées uniquement si le bénéficiaire dispose d'un audit récent, de type global, partiel ou de suivi annuel, réalisé suivant la méthodologie AMUREBA ;
  3° les prestations d'assistance à maitrise d'ouvrage peuvent être réalisées uniquement si le bénéficiaire dispose d'une étude de faisabilité récente portant sur le même projet, réalisée suivant la méthodologie AMUREBA ;
  4° les prestations d'audit de suivi performanciel peuvent être réalisées uniquement si le bénéficiaire dispose d'indices de performance et d'objectifs à atteindre spécifiques au projet dont la performance est analysée et qui ont été préalablement établis à cet effet suivant la méthodologie AMUREBA lors d'un audit global, d'un audit partiel ou d'une étude de faisabilité récents portant sur la même entité.
  Pour les bénéficiaires qui ne sont pas une personne morale de droit public ou un organisme non commercial, il est considéré qu'un audit ou une étude est récent si la date de facturation finale du rapport remonte à maximum quatre ans ou, en absence de facturation, si la rédaction du rapport d'audit a été finalisée endéans les quatre ans.
  Pour les bénéficiaires de type personne morale de droit public ou organisme non commercial, il est considéré qu'un audit ou une étude est récent tant que le bénéficiaire n'a pas réalisé de travaux ou d'investissements dont la nature pourrait invalider les conclusions de cet audit ou étude.
  Les prestations d'étude soumises à condition d'antériorité doivent concerner au moins une piste du plan d'action préalablement identifiée dans le cadre d'une prestation d'audit.
  Par dérogation à l'alinéa 2, 2°, lorsque le bénéficiaire est une personne morale de droit public ou un organisme non commercial, l'audit partiel bâtiment peut être subventionné en l'absence d'audit global antérieur.
  En dérogation à l'alinéa 2, 2°, une étude de faisabilité peut être accordée sans conditions d'antériorité lorsqu'il s'agit d'installations relatives à la valorisation d'énergie fatale ou à un réseau d'énergie thermique au sens du décret du 15 octobre 2020 relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique.
Art.42. Globale audits, gedeeltelijke audits en jaarlijkse opvolgingsaudits komen niet in aanmerking voor ondernemingen die onderworpen zijn aan de verplichte globale audit krachtens het besluit van 8 september 2016, met uitzondering van ondernemingen die lid zijn van een koolstofgemeenschap.
  Ondernemingen die onderworpen zijn aan een verplichte globale audit krachtens het decreet van 8 september 2016 kunnen een subsidie genieten voor diensten i.v.m. haalbaarheidsstudies, bijstand voor het beheer van projecten of prestatiegerelateerde monitoringsaudit, op voorwaarde dat ze voldoen aan de auditverplichting opgelegd door het decreet van de Waalse Regering van 8 september 2016 tot invoering van een verplichte energieaudit in uitvoering van het decreet van 9 december 1993 ter bevordering van het rationeel gebruik van energie, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, en indien deze audit in haar actieplan het project vermeldt waarop de gevraagde studie betrekking heeft.
Art.42. Les audits globaux, partiels et audits de suivi annuel ne sont pas éligibles pour les entreprises soumises à l'audit global obligatoire en vertu de l'arrêté du 8 septembre 2016, à l'exception des entreprises membres d'une communauté carbone.
  Les entreprises soumises à l'audit global obligatoire en vertu de l'arrêté du 8 septembre 2016 peuvent bénéficier d'une subvention pour les prestations d`étude de faisabilité, d'assistance à maitrise d'ouvrage ou d'audit de suivi performanciel et ce, à la condition qu'elles soient en ordre de leur obligation d'audit imposé par l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 septembre 2016 instaurant une obligation d'audit énergétique en exécution du décret du 9 décembre 1993 relatif à la promotion de l'utilisation rationnelle de l'énergie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables et si cet audit mentionne dans son plan d'action le projet concerné par l'étude demandée.
Art.43. Er zullen subsidies worden toegekend voor audits en studies met betrekking tot een vestigingseenheid waarvan de oppervlakte gedeeltelijk bestemd is voor residentiële huisvesting. De geauditeerde of bestudeerde entiteit bevat geen individuele of collectieve wooneenheid van het type EPB.
  In afwijking van het eerste lid komen publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële instellingen in aanmerking voor subsidie voor gebouwen die geheel of gedeeltelijk een grondoppervlakte bevatten die bestemd is voor huisvesting.
Art.43. Sont subventionné les audits et études portant sur une unité d'établissement présentant une surface d'occupation partiellement dédiée à une activité de logement résidentiel. L'entité auditée ou étudiée ne contient pas d'unité PEB de type habitation individuelle ou collective.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, en ce qui concerne les personnes de droit public et les organismes non commerciaux, sont éligibles aux subventions les bâtiments présentant, en tout ou en partie, une surface d'occupation destinée au logement.
Afdeling 3. - In aanmerking komende kosten en subsidiepercentages
Section 3. - Les coûts éligibles et le taux des subventions
Art.44. De subsidie wordt berekend op basis van de in aanmerking komende kosten, excl. btw.
  De in aanmerking komende kosten zijn:
  1° de dienstverleningen geleverd door de auditor en het personeel van de dienstverlener die nodig zijn om een energieaudit of -studie uit te voeren volgens de AMUREBA-methodologie;
  2° de kostprijs van de meetapparatuur en de installatie ervan, aangekocht of gehuurd door de begunstigde, noodzakelijk voor de goede uitvoering van de studie of audit, zonder het bedrag van de dienstverlening van de auditor te overschrijden, met uitsluiting van licentie- en softwarekosten.
  Voor KMO-begunstigden die onder de staatssteunregels vallen en geen lid zijn van een koolstofgemeenschap, vallen subsidies onder v Verordening (EU) nr. 1407/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
  De minister kan andere in aanmerking komende kosten vaststellen of de in deze afdeling bedoelde in aanmerking komende kosten specificeren, indien gerechtvaardigd wordt dat deze laatste een toegevoegde waarde hebben wat de kwaliteit van de diensten betreft.
Art.44. La subvention est calculée sur la base des coûts éligibles hors T.V.A.
  Les coûts éligibles sont
  1° les prestations de services de l'auditeur et du personnel du prestataire de service, nécessaires pour la réalisation d'un audit ou d'une étude énergétique respectant la méthodologie AMUREBA ;
  2° le coût du matériel de mesure et de son placement, acquis ou loué par le bénéficiaire, nécessaire à la bonne fin de l'étude ou de l'audit, sans dépasser le montant des prestations de service de l'auditeur, à l'exclusion des frais de licence et de logiciel.
  Pour les bénéficiaires PME soumises à la réglementation relative aux aides d'état, qui ne sont pas membre d'une communauté carbone, les subventions sont soumises au règlement (UE) 2023/2831 de la Commission du 13 décembre 2023 relatif à l'application des articles 107 et 108 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis.
  Le Ministre peut définir d'autres coûts éligibles ou préciser les coûts éligibles visés dans la présente section, s'il est justifié que ces derniers apportent une plus-value dans la qualité des prestations.
Art.45. Voor elke begunstigde worden het subsidiepercentage, het maximale steunbedrag per aanvraag en het maximale aantal tegemoetkomingen per periode van vier jaar vermeld in bijlage 5.
Art.45. Pour chaque bénéficiaire, le taux de subvention, le montant maximal d'intervention par demande et le nombre d'intervention maximum par période de quatre ans sont repris à l'annexe 5.
Afdeling 4. - Procedure voor het toekennen van de subsidies
Section 4. - La procédure d'octroi des subventions
Art.46. Vóór elke subsidieaanvraag selecteert de begunstigde de dienstverlener met wie de prestatie zal worden uitgevoerd.
  De modelovereenkomst tussen de begunstigde van de dienst en de dienstverlener wordt automatisch gegenereerd door het digitale platform en kan vanaf dat platform worden gedownload. Het bevat minstens volgende gegevens:
  1° de aard van de gevraagde subsidie ;
  2° de gegevens van de begunstigde ;
  3° de gegevens van de dienstverlener en de auditor(s) die de dienst zullen uitvoeren;
  4° een uitvoerige omschrijving van de gevraagde dienstverlening en van de planning van de prestaties;
  5° de totale kost van de dienstverlening, exclusief btw ;
  6° de ondertekening van de dienstverlener of van diens wettelijke vertegenwoordiger ;
  7° de handtekening van de wettelijke vertegenwoordiger van de begunstigde ;
  8° de datum waarop de overeenkomst wordt gesloten.
  9° de na te leven regels met betrekking tot de procedures voor de toekenning en vereffening van de subsidie.
  De Minister kan de inhoud van de overeenkomst specificeren en bepalen welke aanvullende documenten moeten worden bijgevoegd.
  Na ondertekening van de overeenkomst controleert de dienstverlener of de subsidieaanvraag voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van de subsidie.
Art.46. Avant toute demande de subvention, le bénéficiaire sélectionne le prestataire de services avec lequel la prestation sera réalisée.
  Le modèle de convention entre le bénéficiaire de la prestation et le prestataire de services est générée automatiquement par la plateforme digitale et est téléchargeable sur cette dernière. Elle contient au moins les informations suivantes :
  1° le type de subvention demandée ;
  2° les coordonnées du bénéficiaire ;
  3° les coordonnées du prestataire de services et du ou des auditeurs qui réaliseront la prestation;
  4° une description de la prestation de services sollicitée et du planning estimé des prestations ;
  5° le coût total de la prestation hors T.V.A. ;
  6° la signature du prestataire de services ou de son représentant légal ;
  7° la signature du représentant légal du bénéficiaire ;
  8° la date de conclusion de la convention ;
  9° les règles à respecter concernant les modalités d'octroi et de liquidation de la subvention.
  Le Ministre peut préciser le contenu de la convention et déterminer les éventuels documents complémentaires à y annexer.
  Le prestataire de services vérifie, lors de la signature de la convention, que la demande de subvention répond aux conditions d'octroi.
Art.47. Het subsidieaanvraagdossier bevat:
  1° de overeenkomst tussen de dienstverlener en de begunstigde bedoeld in artikel 46 ;
  2° een document waaruit de aard van de begunstigde blijkt en het btw-stelsel waaraan hij is onderworpen. Als de begunstigde geen attest kan overleggen, kan hij een verklaring op erewoord afgeven;
  3° van een aanvraag tot cheque, vooraf gegenereerd door het digitaal platform op basis van door de dienstverlener gecodeerde informatie, die door de begunstigde wordt ondertekend;
  4° een kopie van de offerte van de dienstverlener, gevalideerd door de begunstigde. Deze offerte moet voldoende feitelijke informatie bevatten om het bedrag van de dienstverlening en de geschiktheid van de aanvraag voor de gevraagde subsidie te rechtvaardigen;
  5° indien van toepassing, een de-minimisattest waarvan het model wordt verstrekt op het digitale platform, ingevuld en gevalideerd door de begunstigde;
  6° in het geval van een dienstverlening met een anterioriteitscriterium, bewijs waaruit blijkt dat aan dit criterium wordt voldaan.
  Met betrekking tot het eerste lid, 2°, wordt onder het type begunstigde verstaan de categorie, met name KMO, grote onderneming, publiekrechtelijke rechtspersoon, niet-commerciële instelling, orgaan dat ondernemingen vertegenwoordigt en onderneming die deel uitmaakt van een koolstofgemeenschap.
Art.47. Le dossier de demande de subvention est composé :
  1° de la convention entre le prestataire de services et le bénéficiaire visée à l'article 46 ;
  2° d'un document attestant du type du bénéficiaire et du régime T.V.A. auquel il est soumis. A défaut de pouvoir produire une attestation, le bénéficiaire peut fournir une déclaration sur l'honneur ;
  3° d'une demande de chèque, préalablement générée par la plateforme digitale sur base des informations encodées par le prestataire de services, que le bénéficiaire signe ;
  4° de la copie de l'offre du prestataire de services, validée par le bénéficiaire. Cette offre doit comporter suffisamment d'informations factuelles pour permettre de justifier le montant de la prestation et l'adéquation de la demande avec la subvention demandée ;
  5° le cas échéant, d'une attestation de minimis dont le modèle est fourni sur la plateforme digitale, complétée et validée par le bénéficiaire ;
  6° dans le cas d'une prestation avec un critère d'antériorité, des preuves démontrant le respect de ce critère.
  Concernant l'alinéa 1er, 2°, le type du bénéficiaire est à comprendre comme la catégorie, notamment PME, grande entreprise, personne morale de droit public, organisme non commercial, organisme représentatif d'entreprises et entreprise membre d'une communauté carbone.
Art.48. De begunstigde of de dienstverlener namens en voor rekening van de begunstigde dient vervolgens de subsidieaanvraag in via het digitale platform.
  De subsidieaanvraag kan door de aanvrager worden ingediend als het aanvraagdossier alle gevraagde bewijsstukken bevat. Er wordt een ontvangstbevestiging van het dossier naar de dienstverlener en de begunstigde gestuurd.
Art.48. Le bénéficiaire ou le prestataire de services au nom et pour le compte du bénéficiaire introduit ensuite la demande de subvention via la plateforme digitale.
  La demande de subvention ne peut être soumise que si le dossier de demande comporte l'ensemble des pièces justificatives demandées. Un accusé de réception du dossier est envoyé au prestataire de services et au bénéficiaire.
Art.49. De administratie controleert de ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag binnen maximaal zeven dagen na de datum van indiening van de aanvraag, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 2 of 5, en stelt de begunstigde en de dienstverlener hiervan in kennis.
  Als het technisch of menselijk onmogelijk is om aanvragen binnen de vereiste termijn te verwerken, kan de administratie alle ingediende steunaanvragen gedurende maximaal vijftien dagen opschorten en de begunstigde en de dienstverlener hiervan op de hoogte stellen.
  Bij gebrek aan antwoord binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn.
  Wanneer een dossier complexe technische, economische of juridische aspecten heeft die haar niveau van deskundigheid te boven gaan, kan zij een beroep doen op de diensten van elke consultant die zij nodig acht, met inachtneming van de regels van vertrouwelijkheid en neutraliteit en binnen de beschikbare kredieten.
  Indien een extern advies nodig is om de aanvraag te verwerken, zal de administratie de termijn voor de verwerking van de ontvankelijkheid van het steundossier met maximaal vijftien dagen verlengen en de begunstigde en de dienstverlener hiervan op de hoogte brengen.
  Als de aanvraag niet volledig is, informeert de administratie de begunstigde en de dienstverlener door middel van een verzoek om aanvullende informatie dat op het digitale platform wordt ingediend, zodat de laatste zijn subsidieaanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuwe ontvankelijkheidstoets.
  Als de aanvraag niet is ingevuld en ingediend voor een nieuwe ontvankelijkheidstoets binnen maximaal dertig dagen na de datum waarop het verzoek om aanvullende informatie is verzonden, wordt de subsidieaanvraag afgesloten.
  De administratie beschouwt een dossier als niet-ontvankelijk in de volgende gevallen:
  1° de prestaties niet in aanmerking komende kosten dekken;
  2° de begunstigde niet beantwoordt aan de definitie bedoeld in artikel 2, 5° ;
  3° de dienstverlener geselecteerd om de gewenste dienstverlening te verwezenlijken niet erkend is voor dit soort dienst;
  4° de dienstverlener geselecteerd om de gewenste dienstverlening te verwezenlijken niet gecertificeerd is voor dit soort dienst;
  5° de toekenningsvoorwaarden zijn niet vervuld;
  6° de drempel van de de-minimissteun is bereikt, in voorkomend geval;
  De minister kan de voorwaarden voor het aanvragen van een consultant, bedoeld in lid 4, nader bepalen.
Art.49. L'administration vérifie la recevabilité de la demande de subvention dans un délai maximum de sept jours à dater de la soumission du dossier le cas échéant prolongé conformément aux alinéas 2 ou 5 et en informe le bénéficiaire et le prestataire de service.
  En cas d'impossibilité technique ou humaine de traiter les dossiers dans le délais requis, l'administration peut suspendre toutes demandes d'aide introduite pendant un délai de maximum de quinze jours et en informe le bénéficiaire et le prestataire de services.
  A défaut de réponse dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable.
  Pour le traitement de dossier nécessitant une expertise technique, économique ou légale, qui dépasse le niveau d'expertise de l'administration, elle peut s'adjoindre des services de tout consultant qu'elle juge nécessaire, dans le respect des règles de confidentialité et dans la limite des crédits disponibles.
  En cas de nécessité d'un avis externe pour le traitement du dossier, l'administration prolonge le délai de rigueur pour le traitement de la recevabilité du dossier d'aide d'un délai de maximum quinze jours et en informe le bénéficiaire et le prestataire de services.
  Lorsque le dossier n'est pas complet, l'administration informe le bénéficiaire et le prestataire de services par le biais d'une demande de renseignement complémentaire introduite sur la plateforme digitale, ce dernier pouvant compléter sa demande de subvention et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
  Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans un délai de maximum de trente jours à dater de la date d'envoi de la demande de renseignement complémentaire, la demande de subvention est classée sans suite.
  L'administration considère qu'un dossier est non recevable dans les cas suivants :
  1° les prestations couvrent intégralement des coûts non admissibles ;
  2° le bénéficiaire ne répond pas à la définition visée à l'article 2, 5° ;
  3° le prestataire de services sélectionné pour réaliser la prestation de services souhaitée n'est pas reconnu pour ce type de service ;
  4° l'auditeur sélectionné pour réaliser la prestation de services souhaitée n'est pas labellisé pour la compétence requise ;
  5° les conditions d'octroi ne sont pas respectées ;
  6° le seuil des aides de minimis est atteint, le cas échéant.
  Le Ministre peut préciser les conditions permettant de solliciter un consultant, visées à l'alinéa 4.
Art.50. Als de aanvraag voldoet aan de vastgelegde voorwaarden, worden de begunstigde en de betrokken dienstverlener elektronisch ingelicht dat de steun wordt toegekend op voorwaarde dat de begunstigde een betaling verricht bij de uitgever, volgens de modaliteiten die hem worden meegedeeld Deze betaling van de begunstigde vertegenwoordigt zijn aandeel in de kosten van de door de steun gedekte diensten, in voorkomend geval.
  De betaling bedoeld in het eerste lid gebeurt uiterlijk binnen de dertig dagen van de beslissing van ontvankelijkheid door de administratie.
  Bij gebreke daarvan, wordt geen gevolg aan de subsidieaanvraag gegeven.
  Zodra de betaling is ontvangen, worden de begunstigde en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling en wordt een elektronische cheque ter waarde van het totale bedrag van de steun en het aandeel in de elektronische portfolio van de begunstigde geplaatst. De begunstigde en de dienstverlener krijgen een ontvangstbevestiging.
  Als er geen aandeel voorzien is, wordt een elektronische cheque ter waarde van het totale steunbedrag in de elektronische portfolio van de begunstigde geplaatst zodra de administratie de ontvankelijkheid heeft goedgekeurd. De dienstverlener en de begunstigde worden vervolgens op de hoogte gebracht.
  Alleen diensten die na ontvangst van de in de leden 4 en 5 bedoelde kennisgevingen zijn verricht, komen in aanmerking.
Art.50. Si la demande répond aux conditions fixées, le bénéficiaire et le prestataire de services concernés sont informés électroniquement que l'aide est accordée à la condition que le bénéficiaire effectue un paiement auprès de l'émetteur, selon les modalités qui lui sont communiquées. Ce paiement du bénéficiaire représente sa quote-part pour la couverture des services visés par l'aide, le cas échéant.
  Le paiement visé à l'alinéa 1er a lieu au plus tard dans les trente jours de la décision de recevabilité de l'administration.
  A défaut, la demande de subvention est classée sans suite.
  Une fois le paiement reçu, le bénéficiaire et le prestataire de services sont informés du paiement et un chèque électronique équivalent au montant total de l'aide et de la quote-part est placé dans le portefeuille électronique du bénéficiaire. Une notification de réception est envoyée au bénéficiaire et au prestataire de services.
  Si aucune quote-part n'est prévue, un chèque électronique équivalent au montant total de l'aide est placé dans le portefeuille électronique du bénéficiaire et ce dès décision de recevabilité de l'administration. Une notification est dès lors envoyée au prestataire et au bénéficiaire.
  Sont éligibles, les seules prestations réalisées après réception des notifications visées aux alinéas 4 et 5.
Afdeling 5. - De procedure voor de vereffening van de subsidies
Section 5. - La procédure de liquidation des subventions
Art.51. De dienst wordt voltooid binnen maximaal een jaar na de datum van validering van het verzoek overeenkomstig artikel 50, behalve voor bijstandsdiensten voor projectbeheer en diensten voor toezicht en controle op een koolstofverdrag voor een instelling die ondernemingen vertegenwoordigt, waarvoor een termijn van twee jaar geldt.
  Als deze termijnen worden overschreden, wordt het dossier gesloten en wordt de eigen bijdrage terugbetaald aan de begunstigde.
  De Minister kan deze termijnen aanpassen indien de noodzaak daartoe naar behoren is gerechtvaardigd door de ontwikkeling van de AMUREBA-methodologie of door een onvoorziene externe gebeurtenis, met name natuurrampen of maatregelen ten gevolge van een gezondheidscrisis. Zij kan deze termijnen aanpassen om rekening te houden met het type begunstigde.
Art.51. La prestation est finalisée dans un délai maximum d'un an à dater de la validation de la demande conformément à l'article 50, hormis pour les prestations d'assistance à la maîtrise d'ouvrage et pour les prestations d'encadrement et de suivi d'une convention carbone pour un organisme représentatif d'entreprises, qui bénéficient d'un délai de deux ans.
  En cas de dépassement de ces délais, le dossier est classé sans suite et la quote-part est remboursée au bénéficiaire.
  Le Ministre peut adapter ces délais, si la nécessité de le faire est dûment motivée en raison de l'évolution de la méthodologie AMUREBA, ou en raison d'un évènement extérieur imprévisible, notamment des catastrophes naturelles ou des mesure prises en raison d'une crise sanitaire. Il peut adapter ces délais en considération du type de bénéficiaire.
Art.52. § 1. Aan het einde van de dienst verzendt de dienstverlener de factuur via het digitale platform of, als onderdeel van zijn interne diensten, zijn aangifte van schuldvordering, die het volgende bevat :
  1° de gegevens van de erkende dienstverlener ;
  2° de referentie van de cheque;
  3° het totaalbedrag van de facturen exclusief btw of de aangifte van schuldvordering ;
  4° een uitvoerige omschrijving van de gefactureerde diensten, met een onderscheid, in voorkomend geval, tussen de diensten verricht in het kader van de overeenkomst en de diensten die buiten de overeenkomst vallen;
  5° de totale kostprijs (exclusief btw) van de door de begunstigde aangekochte of gehuurde meetapparatuur, vergezeld van een gedetailleerde beschrijving;
  6° de datum van de aangifte van schuldvordering;
  De dienstverlener voegt ook :
  1° het audit- of studieverslag met betrekking tot de dienstverlening en conform de AMUREBA-methodologie. De administratie kan vragen om technische, energie- of financiële informatie die is afgeleid van de conclusies van de audit of studie te coderen op het platform;
  2° het activiteitenverslag met betrekking tot de levering van de dienst, automatisch gegenereerd door het platform, dat moet worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de dienstverlener en de begunstigde. Het verklaart dat het audit- of studierapport ontvankelijk is voor de begunstigde.
  De Minister kan andere te verstrekken documenten vaststellen of de in lid 2 bedoelde documenten specificeren.
  Als een deel van de diensten die onder de overeenkomst vallen, wordt uitgevoerd, zal de dienstverlener dit vermelden en zijn facturering dienovereenkomstig aanpassen. Het bedrag kan door de administratie worden aangepast afhankelijk van de daadwerkelijk uitgevoerde en in het audit- of studierapport geregistreerde in aanmerking komende diensten.
  § 2. Via het digitale platform valideert de begunstigde binnen veertien dagen de facturen of de aangifte van schuldvordering en controleert hij of het prestatierapport van de dienstverlener en het audit- of studierapport overeenkomen met de rapporten die hij eerder heeft gevalideerd. Als dit niet het geval is, worden alle door de dienstverlener verzonden documenten geacht te zijn gevalideerd door de begunstigde.
  Als de begunstigde de dienst via het digitale platform binnen twee weken ongeldig verklaart, wordt het dossier opgeschort totdat het geschil tussen de begunstigde en de dienstverlener is opgelost.
  § 3. § 3. De Administratie gaat de ontvankelijkheid van de aanvraag om betaling na binnen een maximum termijn van veertig dagen.
  Als het technisch of menselijk onmogelijk is om dossiers binnen de vereiste termijn te verwerken, kan de administratie alle ingediende steunaanvragen gedurende maximaal vijftien dagen opschorten en de begunstigde en de dienstverlener hiervan op de hoogte stellen.
  Bij gebrek aan validatie binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn. Automatische validatie van het dossier wordt niet beschouwd als validatie door de administratie van de methodologische kwaliteit van de dienst. In deze situatie behoudt de administratie het recht om het audit- of studieverslag in te zien gedurende de hele geldigheidsperiode, zoals gedefinieerd in artikel 41.
  Wanneer een dossier complexe technische, economische of juridische aspecten heeft die haar niveau van deskundigheid te boven gaan, kan de administratie een beroep doen op de diensten van elke consultant die zij nodig acht, met inachtneming van de regels van vertrouwelijkheid.
  Indien een extern advies nodig is om de aanvraag te verwerken, zal de administratie de termijn voor de verwerking van de ontvankelijkheid van het steundossier met maximaal vijftien dagen verlengen en de begunstigde en de dienstverlener hiervan op de hoogte brengen.
  Als de aanvraag niet volledig is, informeert de administratie de begunstigde en de dienstverlener door middel van een verzoek om aanvullende informatie dat op het digitale platform wordt ingediend, zodat de laatste zijn vereffeningsaanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuwe ontvankelijkheidstoets.
  Als de aanvraag niet is ingevuld en ingediend voor een nieuwe ontvankelijkheidstoets binnen maximaal dertig dagen na de datum waarop het verzoek om aanvullende informatie is verzonden, wordt de subsidieaanvraag afgesloten.
  De Administratie weigert de betaling van een dossier als:
  1° de verrichte diensten niet overeenkomen met de diensten bedoeld in het aanvraagdossier, in voorkomend geval, ondanks de verstrekte bijkomende informatie;
  2° de diensten werden, zelfs gedeeltelijk, uitgevoerd vóór de verzending van de kennisgeving van ontvangst van het aandeel bedoeld in artikel 50;
  3° in voorkomend geval wordt de drempel van de de-minimissteun bereikt;
  De minister kan de voorwaarden voor het aanvragen van een consultant, bedoeld in lid 4, nader bepalen.
  § 4. Facturen of de aangifte van schuldvordering exclusief btw worden alleen betaald via de elektronische portfolio voor het toegekende steunbedrag en, indien van toepassing, het aandeel van de begunstigde.
  De Administratie verzoekt bij de uitgever om de betaling op de bankrekening van de dienstverlener van de gevalideerde elektronische cheques.
  De uitgever betaalt de dienstverlener binnen maximum vijftien dagen na de validatie van de betaling door de administratie.
Art.52. § 1er. A la fin de la prestation, le prestataire de services transmet, via la plateforme digitale, la facture ou dans le cadre de ses prestations internes, sa déclaration de créance, qui contient :
  1° les coordonnées du prestataire de services ;
  2° la référence du chèque ;
  3° le montant total des factures hors T.V.A. ou de la déclaration de créance ;
  4° une description détaillée des prestations facturées, avec une distinction entre les prestations effectuées dans le cadre de la convention et celles qui sont en dehors de la convention ;
  5° le montant total hors T.V.A. du matériel de mesure, acquis ou loué par le bénéficiaire accompagné d'une description détaillée ;
  6° la date de la facture ou de la déclaration de créance.
  Le prestataire de services joint également :
  1° le rapport d'audit ou d'étude en lien avec la prestation de service et conforme à la méthodologie AMUREBA. L'administration peut demander l'encodage, sur la plateforme, d'informations techniques, énergétiques ou financières issues des conclusions de l'audit ou de l'étude ;
  2° le rapport d'activité en lien avec la prestation de service, généré automatiquement par la plateforme, qui doit être signé par le ou les représentants légaux du prestataire et du bénéficiaire. Il atteste de la recevabilité du rapport d'audit ou d'étude par le bénéficiaire.
  Le Ministre peut définir d'autres documents à fournir ou préciser les documents visés à l'alinéa 2.
  Si les prestations visées dans la convention sont effectuées partiellement, le prestataire de services en fait mention et ajuste sa facturation en conséquence. Le montant peut être adapté par l'administration en fonction des prestations éligibles effectivement réalisées et retranscrites dans le rapport d'audit ou d'étude.
  § 2. Via la plateforme digitale, dans un délai de quinze jours, le bénéficiaire valide les factures ou la déclaration de créance et vérifie que le rapport d'exécution du prestataire de services et le rapport d'audit ou étude sont bien ceux qu'il a préalablement validés. A défaut, l'ensemble des documents transmis par le prestataire sont réputés validés par le bénéficiaire.
  Si le bénéficiaire, endéans les quinze jours, a invalidé la prestation via la plateforme digitale, le dossier est suspendu le temps du règlement du litige entre le bénéficiaire et le prestataire de services.
  § 3. L'administration vérifie la recevabilité de la demande de liquidation dans un délai maximum de quarante jours.
  En cas d'impossibilité technique ou humaine de traiter les dossiers dans le délai requis, l'administration peut suspendre toutes demandes d'aide introduite pendant un délai de maximum quinze jours et en informe le bénéficiaire et le prestataire de services.
  A défaut de validation dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable. La validation automatique du dossier n'est pas considérée comme une validation par l'administration de la qualité méthodologique de la prestation. Dans cette situation, l'administration conserve la possibilité de contrôler le rapport d'audit ou d'étude, pendant toute la période de validité, telle que définie à l'article 41.
  Pour le traitement de dossier nécessitant une expertise technique, économique ou légale, l'administration peut s'adjoindre les services de tout consultant qu'elle juge nécessaire, dans le respect des règles de confidentialité.
  En cas de nécessité d'un avis externe pour le traitement du dossier, l'administration peut prolonger le délai de rigueur pour le traitement de la liquidation du dossier d'aide d'un délai de maximum vingt jours et en informe le bénéficiaire et le prestataire de services.
  Lorsque le dossier n'est pas complet, l'administration informe le bénéficiaire et le prestataire de services par le biais d'une demande de renseignement complémentaire introduite sur la plateforme digitale, ce dernier pouvant compléter sa demande de liquidation et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
  Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans un délai de maximum de trente jours à dater de la date d'envoi de la demande de renseignement complémentaire, la demande de subvention est classée sans suite.
  L'administration refuse le paiement d'un dossier si :
  1° les prestations réalisées ne correspondent pas à celles visées dans le dossier de demande malgré les informations complémentaires fournies ;
  2° les prestations ont été réalisées, même partiellement, avant l'envoi de la notification de réception de la quote-part visée à l'article 50;
  3° le cas échéant, le seuil des aides de minimis est atteint.
  Le Ministre peut préciser les conditions permettant de solliciter un consultant, visées à l'alinéa 4.
  § 4. Les factures ou la déclaration de créance hors T.V.A. sont payées uniquement via le portefeuille électronique pour ce qui concerne le montant de l'aide octroyée et le cas échéant la quote-part du bénéficiaire.
  L'administration sollicite auprès de l'émetteur le paiement sur le compte bancaire du prestataire de services des chèques électroniques validés.
  L'émetteur paie le prestataire de services dans les quinze jours maximums après la validation du paiement par l'administration.
Art.53. Als het eindbedrag van de prestatie exclusief btw lager is dan het bedrag vermeld in de dienstverleningsovereenkomst bedoeld in artikel 46, dan wordt het bedrag van de elektronische cheque aangepast door de administratie om overeen te komen met het definitief bedrag.
  De uitgever van de cheques betaalt aan de dienstverlener het eindbedrag en betaalt aan de begunstigde het te veel geïnde bedrag terug van de bijdrage die oorspronkelijk gestort werd binnen maximum vijftien dagen na de validering van de betalingsopdracht door de administratie.
  Zodra de betaling is gedaan, worden de begunstigde en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling en wordt het dossier gesloten.
Art.53. Si le montant final de la prestation hors T.V.A. est inférieur à celui mentionné dans la convention de prestation visée à l'article 46, le montant du chèque électronique est adapté par l'administration pour correspondre au montant définitif.
  L'émetteur paie au prestataire de services le montant final et rembourse au bénéficiaire le trop-perçu de la quote-part versée initialement dans les quinze jours maximum après la validation de l'ordre de paiement par l'administration.
  Une fois le paiement effectué, le bénéficiaire et le prestataire de services sont informés du paiement et le dossier est clôturé.
Art.54. De administratie zullen een steekproef van de geleverde diensten analyseren om de naleving van dit besluit te controleren. De steekproef van gecontroleerde diensten vertegenwoordigt transacties van verschillende aard en omvang, evenals geïdentificeerde risicofactoren.
  De niet-naleving van de bij of krachtens dit besluit opgelegde verplichtingen, die wordt vastgesteld in het kader van de in het vorige lid bedoelde controle, kan aanleiding geven tot de correcties, sancties of terugbetaling bedoeld in afdeling 4 van hoofdstuk 2 voor dienstverleners en afdeling 4 van hoofdstuk 3 voor auditors.
Art.54. L'administration analyse un échantillon des prestations réalisées dans le but de contrôler le respect du présent arrêté. L'échantillon des prestations contrôlées représente des opérations de nature et d'ampleur variées ainsi que des facteurs de risque identifiés.
  Le non-respect des obligations édictées par ou en vertu du présent arrêté, constaté dans le cadre du contrôle visé à l'alinéa précédent, peut donner lieu aux corrections, sanctions ou remboursement visées à la section 4 du chapitre 2 pour les prestataires de services et à la section 4 du chapitre 3 pour les auditeurs.
Afdeling 6. - De specifieke kenmerken van subsidies voor ondernemingen die lid zijn van een koolstofgemeenschap en representatieve instellingen van ondernemingen
Section 6. - Les spécificités des subventions pour les entreprises membres d'une communauté carbone et les organismes représentatifs d'entreprises
Art.55. De begunstigden die in aanmerking komen voor subsidies in het kader van deze afdeling zijn :
  1° bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap ;
  2° ondernemingen die stappen hebben ondernomen om lid te worden van een koolstofgemeenschap;
  3° representatieve instellingen van ondernemingen :
Art.55. Les bénéficiaires éligibles aux subventions prévues dans la présente section sont :
  1° les entreprises membres d'une communauté carbone ;
  2° les entreprises qui ont entrepris les démarches pour devenir membre d'une communauté carbone ;
  3° les organismes représentatifs d'entreprises.
Art.56. Audits en studies uitgevoerd door een interne auditor van een onderneming die lid is van een koolstofgemeenschap zullen worden gesubsidieerd binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, overeenkomstig bijlage 5.
  De vereiste kwalificaties van interne auditors om deze diensten uit te voeren worden bepaald in de bijlagen 1 en 3.
Art.56. Les audits et études réalisés par un auditeur interne à l'entreprise membre d'une communauté carbone font l'objet d'une subvention dans la limite des crédits disponibles, conformément à l'annexe 5.
  La qualification nécessaire des auditeurs internes pour réaliser ces prestations est définie dans les annexes 1 et 3.
Art.57. De representatieve instellingen van ondernemingen komen in aanmerking voor een subsidie, overeenkomstig bijlage 5, voor de volgende diensten:
  1° interne diensten geleverd door de representatieve instellingen van ondernemingen en facturen van externe dienstverleners met betrekking tot de voorbereiding van de begeleiding en de opvolging het toezicht op en de monitoring van een koolstofgemeenschap ;
  2° interne diensten geleverd door representatieve instellingen van ondernemingen en facturen van externe dienstverleners met betrekking tot het leveren van diensten ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie en energie uit afval die betrekking hebben op een aantal bij de instellingen aangesloten ondernemingen die een aanzienlijke hoeveelheid van het energieverbruik van de sector vertegenwoordigen.
Art.57. Les organismes représentatifs d'entreprise sont éligibles pour l'obtention d'une subvention, conformément à l'annexe 5, pour les prestations suivantes :
  1° les prestations internes de l'organisme représentatif d'entreprises et les factures des prestataires externes relatives à la préparation, l'encadrement et le suivi d'une communauté carbone ;
  2° les prestations internes de l'organisme représentatif d'entreprises et les factures des prestataires externes relatives à la réalisation de prestations visant à améliorer l'efficacité énergétique et promouvoir l'usage des énergies renouvelables et fatales qui concernent un nombre d'entreprises affiliées à l'organisme qui représentent une quantité significative de l'énergie consommée par le secteur.
HOOFDSTUK 6. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE 6. - Les dispositions modificatives, transitoires et finales
Art.58. In het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen, worden de volgende wijzigingen aangebracht
  a) de punten 3 en 10 van artikel 2 worden opgeheven;
  b) artikel 2, 4°, wordt vervangen als volgt: "4° audit : de audit zoals bedoeld in artikel 2, 28°, van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik";
  c) in artikel 3, lid 1, worden de woorden "het uitvoeren van haalbaarheidsvoorstudies, audits," geschrapt;
  3° in paragraaf 3, eerste lid, 3°, worden de woorden "de audits, studies of " geschrapt;
  e) in artikel 3, eerste lid, 4°, worden de punten a) en b) geschrapt;
  f) in de titel van hoofdstuk 4, worden de woorden "studies, audits," geschrapt;
  g) de artikelen 7 tot 8 worden opgeheven;
  h) In artikel 10, derde lid, wordt punt 1° opgeheven;
  3° in paragraaf 11, § 1, eerste lid, worden de woorden "audits, haalbaarheidsvoorstudies en " geschrapt;
  j) in artikel 11, § 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "voor het uitvoeren van een haalbaarheidsvoorstudie van een investering gericht op het uitvoeren van werkzaamheden ter verbetering van de energieprestatie van het gebouw" geschrapt ;
  k) In artikel 11, § 1, eerste lid, wordt punt 2° opgeheven;
  l) in artikel 13, § 1, worden de woorden "voor energie-audits, pre-haalbaarheidsstudies voor investeringen in werkzaamheden ter verbetering van de energie-efficiëntie of " geschrapt;
  m) in artikel 15, § 1, tweede lid, worden de woorden "de studies of audits," geschrapt;
  n) in artikel 15 wordt § 2 geschrapt;
  o) Hoofdstuk 7 wordt opgeheven.
Art.58. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA), les modifications suivantes sont apportées :
  a) les points 3° et 10° de l'article 2 sont abrogés ;
  b) l'article 2, 4°, est remplacé par ce qui suit : "4° audit : l'audit tel que visé à l'article 2, 28°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie";
  c) à l'article 3, alinéa 1er, les mots " la réalisation d'études de pré-faisabilité, d'audits " sont abrogés ;
  d) à l'article 3, alinéa 1er, 3°, les mots " audits, études ou " sont abrogés ;
  e) à l'article 3, alinéa 1er, 4°, les points a) et b) sont abrogés ;
  f) dans le titre du chapitre 4, les mots " études, audits, " sont abrogés ;
  g) les articles 7 et 8 sont abrogés ;
  h) à l'article 10, alinéa 3, le point 1° est abrogé ;
  i) à l'article 11, § 1er, alinéa 1er, les mots " audits, études de préfaisabilité et " sont abrogés ;
  j) à l'article 11, § 1er, alinéa 1er, 1°, les mots " pour la réalisation d'une étude de pré-faisabilité d'un investissement visant la réalisation de travaux permettant l'amélioration de la performance énergétique du bâtiment " sont abrogés ;
  k) à l'article 11, § 1er, alinéa 1er, le 2° est abrogé ;
  l) à l'article 13, § 1er, les mots " sur la réalisation d'un audit énergétique, sur la réalisation d'une étude de préfaisabilité d'un investissement visant la réalisation de travaux permettant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment ou " sont abrogés ;
  m) à l'article 15, § 1er, alinéa 2, a), les mots " des études ou audits, " sont abrogés ;
  n) à l'article 15, le § 2 est supprimé ;
  o) le chapitre 7 est abrogé.
Art.59. Het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 tot toekenning van toelagen aan de ondernemingen en aan de representatieve instellingen van ondernemingen ter verbetering van de energetische efficiëntie en ter bevordering van een rationeler gebruik van de energie in de privé-sector, wordt opgeheven.
Art.59. L'arrêté du Gouvernement wallon du 27 février 2014 relatif à l'octroi de subventions aux entreprises et aux organismes représentatifs d'entreprises pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé est abrogé.
Art.60. Voor erkenningen verleend in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 tot toekenning van toelagen aan de ondernemingen en aan de representatieve instellingen van ondernemingen ter verbetering van de energetische efficiëntie en ter bevordering van een rationeler gebruik van de energie in de privé-sector, wordt elke auditor die houder is van een erkenning die hieronder is vermeld, geacht een certificering te hebben gekregen in de overeenkomstige vaardigheid voor de resterende periode van zijn erkenning die geldig is op de datum van toepassing van dit besluit:
  1° de vaardigheid "gebouwen" wordt "generalist tertiair";
  2° de vaardigheid "verlichting" wordt "verlichtingsspecialist";
  3° de vaardigheid "industriële processen" wordt "specialist industriële nutsvoorzieningen";
  4° de vaardigheid "productie van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling" wordt de volgende vaardigheden: "specialist hernieuwbare energie en afvalwarmte", "specialist hernieuwbare elektriciteit" en "specialist warmtekrachtkoppeling".
  De combinatie van vaardigheden op het gebied van "industriële processen" en "productie van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling" wordt "generalist industrie", op voorwaarde dat de auditor de door de administratie gevalideerde opleiding "vakovereenkomst" heeft afgerond, die niet langer dan vier jaar voor de datum van toepassing van dit besluit is gevolgd.
  Als een auditor niet wil profiteren van alle vaardigheden die toegankelijk zijn onder de overgangsmaatregel, informeert hij of zij de administratie, die de toegekende certificeringen intrekken.
  Auditors behouden de overeenkomstig lid 1 verleende certificeringen op voorwaarde dat zij de in artikel 24 bedoelde methodologieopleiding hebben afgerond binnen een termijn van maximaal een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en de organisatie van de eerste opleiding. Als dit niet gebeurt, worden de toegekende certificeringen beëindigd.
  Als uitzondering op het vorige lid, hoeven gecertificeerde auditors die in de afgelopen drie jaar de driedaagse opleiding energieaudit hebben gevolgd die wordt gegeven door de Energiefacilitator voor de Industrie (URE) van het Waals Gewest in het kader van AMURE, enkel de vervolmakingopleiding te volgen waarnaar wordt verwezen in artikel 24.
  Interne auditors die de in artikel 15, lid 1 bedoelde opleiding hebben gevolgd in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 tot toekenning van toelagen aan de ondernemingen en aan de representatieve organisaties van ondernemingen ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler energiegebruik in de privé-sector en methodologieopleiding in het kader van koolstofconventies door de Facilitator van de Energie-industrie (URE) van het Waals Gewest, worden geacht een tijdelijke certificering te hebben ontvangen voor hun interne generalistische vaardigheden op de datum van toepassing van dit besluit.
Art.60. Pour les agréments attribués dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 février 2014 relatif à l'octroi de subventions aux entreprises et aux organismes représentatifs d'entreprises pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé, tout auditeur disposant d'un agrément listé ci-dessous est considéré comme labellisé dans la compétence correspondante et ce pour la durée restante de son agrément en cours de validité à la date d'application du présent arrêté :
  1° la compétence " bâtiments " devient " généraliste tertiaire " ;
  2° la compétence " éclairage " devient " spécialiste éclairage " ;
  3° la compétence " processus industriels " devient " spécialiste utilités industrielles " ;
  4° la compétence " production d'énergie renouvelable et cogénération " devient les compétences suivantes : " spécialiste chaleur renouvelable et fatale ", " spécialiste électricité renouvelable " et " spécialiste cogénération ".
  Le cumul des compétences " processus industriel " et " production d'énergie renouvelable et cogénération " devient " généraliste industrie ", pour autant que l'auditeur aie suivi la formation " accord de branche ", validée par l'administration, suivie au plus tard quatre ans avant la date d'application du présent arrêté.
  Si un auditeur ne souhaite pas bénéficier de l'ensemble des compétences accessibles par la mesure transitoire, il en informe l'administration qui supprimera les labellisations attribuées.
  Les auditeurs conservent les labellisations octroyées conformément à l'alinéa 1er pour autant qu'ils aient suivi la formation à la méthodologie visée à l'article 24 dans un délai d'un an maximum à dater de l'entrée en vigueur du présent arrêté et de l'organisation de la première formation. A défaut, il est mis fin aux labellisations octroyées.
  En dérogation à l'alinéa précédent, les auditeurs labellisés qui ont suivi, endéans les trois dernières années, la formation à l'audit énergétique de trois jours donnés par le facilitateur Industrie Energie (URE) de la Région wallonne dans le cadre d'AMURE, ne doivent suivre que la formation de perfectionnement visée à l'article 24.
  Les auditeurs internes ayant suivi la formation visée à l'article 15, alinéa 1er, dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 février 2014 relatif à l'octroi de subventions aux entreprises et aux organismes représentatifs d'entreprises pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé et la formation à la méthodologie dans le cadre des conventions carbone par le facilitateur Energie Industrie (URE) de la Région wallonne, sont considérés comme labellisés temporairement sur la compétence de généraliste interne à la date d'application du présent arrêté.
Art.61. Voor erkenningen verleend in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA), wordt elke auditor met een UREBA-erkenning geacht de certificering "generalist tertiair" te hebben gekregen voor de resterende duur van zijn erkenning, die geldig is op de datum van toepassing van dit besluit.
  De certificering wordt van rechtswege beëindigd aan het einde van de door de Minister vastgestelde periode indien de auditor niet heeft deelgenomen aan een van de methodologieopleidingen bedoeld in artikel 24.
Art.61. Pour les agréments attribués dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments (UREBA), tout auditeur disposant d'un agrément UREBA est considéré comme labellisé dans la compétence " généraliste tertiaire" et ce pour la durée restante de son agrément en cours de validité à la date d'application du présent arrêté.
  La labellisation prend fin de plein droit à l'issue du délai fixé par le Ministre si l'auditeur n'a pas suivi l'une des formations à la méthodologie visée à l'article 24.
Art.62. Door de administratie gevalideerde audits en studies uitgevoerd in het kader van het besluit van de Waalse regering van 27 februari 2014 betreffende de toekenning van subsidies aan ondernemingen en organisaties die ondernemingen vertegenwoordigen voor de verbetering van de energie-efficiëntie en de bevordering van een rationeler energiegebruik in de privésector (AMURE), om aan te tonen dat voldaan is aan de in artikel 41 bedoelde anterioriteitsvoorwaarden of om het bewijs te leveren van overtuigende ervaring waardoor een certificering als bedoeld in artikel 24 kan worden verkregen, of in het kader van het besluit van de Waalse regering van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) of die overeenstemmen met de minimuminhoud van de door dit besluit voorgeschreven audit, worden ontvankelijk geacht. Het recent karakter van de audit of studie, zoals bedoeld in artikel 41, blijft van toepassing.
Art.62. Pour démontrer le respect des conditions d'antériorité visées à l'article 41 ou pour justifier d'une expérience probante permettant l'obtention d'une labellisation visée à l'article 24, les audits et les études validées par l'administration et réalisées dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 février 2014 relatif à l'octroi de subventions aux entreprises et aux organismes représentatifs d'entreprises pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé (AMURE), dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments (UREBA) ou correspondant au contenu minimal de l'audit prescrit par cet arrêté, sont considérées comme recevables. Le caractère récent de l'audit ou de l'étude, visé à l'article 41 reste d'application.
Art.63. De subsidieaanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven onderworpen aan het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 betreffende de toekenning van subsidies aan ondernemingen en organisaties die ondernemingen vertegenwoordigen voor de verbetering van de energie-efficiëntie en de bevordering van een rationeler energiegebruik in de privésector (AMURE) en aan het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).
  Voor de toepassing van de bepalingen bedoeld in de artikelen 13 en volgende van het besluit van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA), wordt de audit uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het UREBA-besluit gelijkgesteld met audits uitgevoerd overeenkomstig dit besluit.
Art.63. Les demandes de subvention introduites avant l'entrée en vigueur du présent arrêté restent soumises à l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 février 2014 relatif à l'octroi de subventions aux entreprises et aux organismes représentatifs d'entreprises pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé (AMURE) et à l'arrêté du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments (UREBA).
  Pour l'application des dispositions visées aux articles 13 et suivants de l'arrêté du 13 octobre 2022 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments (UREBA), l'audit réalisé conformément aux dispositions de l'arrêté UREBA sont assimilés aux audits réalisés conformément au présent arrêté.
Art.64. In het ministerieel besluit van 28 maart 2019 houdende gedeeltelijke uitvoering, inzake energie, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017 houdende uitvoering van de hoofdstukken 1, 3 en 4 van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende tot de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portfolio, worden de volgende wijzigingen aangebracht;
  1° in artikel 1, worden de punten 1°, 3°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10° opgeheven;
  2° in artikel 1 wordt punt 5° vervangen als volgt: "5° de KMO: de rechtspersoon zoals bepaald in artikel 2, eerste lid, 7°, van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik (AMUREBA)";
  3° artikel 3 wordt vervangen als volgt: "Art. 3. De cheque energie wordt toegekend volgens de voorwaarden vastgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik (AMUREBA)" ;
  4° artikel 5 wordt vervangen als volgt: "Art. 5. Energieaudits en -studies worden uitgevoerd door auditors die gecertificeerd zijn overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA) ;
  5° artikel 8 wordt vervangen als volgt: "Art. 8. In aanmerking komende kosten en het bedrag van de cheque worden bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA) ;
  6° artikel 11 wordt vervangen als volgt: "Art. 11. De aanvraag om cheques energie gebeurt overeenkomstig de procedure bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA) ;
  7° de artikelen 4, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14 en 15 worden opgeheven.
Art.64. Dans l'arrêté ministériel du 28 mars 2019 portant exécution, en matière d'Energie, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2017 portant exécution des chapitres 1, 3 et 4 du décret du 21 décembre 2016 portant octroi d'aides, au moyen d'un portefeuille intégré d'aides en Région wallonne, aux porteurs de projets et aux petites et moyennes entreprises pour rémunérer des services promouvant l'entrepreneuriat ou la croissance, et constituant une banque de données authentiques liées à ce portefeuille intégré, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'article 1er, les 1°, 3°, 6°, 7°, 8°, 9° et 10° sont abrogés ;
  2° dans l'article 1er, le 5° est remplacé par ce qui suit : " 5° la PME : la personne morale telle que définie à l'article 2, alinéa 1er, 7°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) " ;
  3° l'article 3 est remplacé par ce qui suit : " Art. 3. Le chèque-énergie est octroyé selon les conditions fixées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) " ;
  4° l'article 5 est remplacé par ce qui suit : " Art. 5. Les audits et les études énergétiques sont réalisés par des auditeurs labellisés selon l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) " ;
  5° l'article 8 est remplacé par ce qui suit : " Art. 8. Les coûts éligibles et le montant des chèques sont définis dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) " ;
  6° l'article 11 est remplacé par ce qui suit : " Art. 11. La demande de chèque-énergie se fait selon la procédure visée dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) " ;
  7° les articles 4, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14 et 15 sont abrogés.
Art.65. Artikel 5, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016 tot invoering van een verplichting tot uitvoering van energie-audits overeenkomstig het decreet van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, wordt vervangen als volgt :
  " § 1 De energie-audit voldoet aan de definitie van de globale energie-audit bedoeld in artikel 2, 26, van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA).
  De controle- en strafregeling van de auditors gecertificeerd krachtens afdeling 4 van hoofdstuk 3 van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA) is van toepassing op de opdrachten die ze vervullen ter uitvoering van dit besluit.. ".
Art.65. L'article 5, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 septembre 2016 instaurant une obligation d'audit énergétique en exécution du décret du 9 décembre 1993 relatif à la promotion de l'utilisation rationnelle de l'énergie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. L'audit énergétique respecte la définition de l'audit énergétique global visé par l'article 2, 26°, de l'arrêté du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA).
  Le régime de contrôle et de sanction des auditeurs labellisés en vertu de la section 4 du chapitre 3 de l'arrêté du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie (AMUREBA) s'applique aux missions qu'ils accomplissent en exécution du présent arrêté. ".
Art.66. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2024.
  In afwijking van het eerste lid stelt de Minister de datum van inwerkingtreding vast van de bepalingen inzake begunstigden van publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële instellingen, alsmede van de artikelen 58 en 61.
Art.66. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er avril 2024.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, le Ministre fixe la date d'entrée en vigueur des dispositions relatives aux bénéficiaires de type personnes morales de droit public et organismes non commerciaux, ainsi que des articles 58 et 61.
Art.67. Naar dit besluit wordt ook verwezen met de uitdrukking "AMUREBA besluit".
Art.67. Le présent arrêté peut aussi être identifié par les termes " arrêté AMUREBA ".
Art.68. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.68. Le Ministre qui a l'énergie dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXE.
Art. N1. Bijlage 1 De vaardigheden van de auditors
  De volgende vaardigheden komen in aanmerking voor certificering (type en naam) en worden geverifieerd aan de hand van de overeenkomstig bijlage 2 toegekende kredieten :
Art. N1. Annexe 1. Les compétences des auditeurs
  Les compétences suivantes sont accessibles à la labellisation (le type et la dénomination) et vérifiées par les crédits octroyés conformément à l'annexe 2 :
Het type De benaming Sub-categorieën Minimale vaardigheidsomtrek
Generalist Tertiair Nihil * de grondige kennis van gebouwen, zoals de schil, waterdichting, ventilatie, ruimteverwarming en -koeling, warm water, regelsystemen, productie, opslag en distributie van elektrische en thermische energie;
  * de algemene kennis van instrumenten met betrekking tot de energieprestaties van gebouwen, inclusief kennis van renovatiestrategieën op lange termijn;
  * de algemene kennis van verlichting, hernieuwbare elektrische energieproductie van minder dan vijfhonderd kilowatt en hernieuwbare thermische energieproductie van minder dan één megawatt.
Generalist Industrie Nihil * Algemene kennis van energie in de industrie, met name op de volgende gebieden:
  * de industriële processen (staal, steen, glas, chemie, papier, textiel, voedingsmiddelen, enz;)
  * de systemen voor thermische productie, transport en terugwinning;
  * de systemen voor de productie, opslag en distributie van perslucht;
  * de systemen voor de productie en distributie van stoom, thermische olie, enz;
  * de verlichting, verwarming en koeling van gebouwen ;
  * de hernieuwbare elektrische energieproductie van minder dan drie megawatt of thermische energieproductie van minder dan tien megawatt;
  * het vervoer van materiaal of mensen binnen de onderneming.
Generalist Intern Nihil * De relatieve algemene kennis die vereist is voor een interne generalist is :
  * Voor de auditor die voor een publiekrechtelijke rechtspersoon of niet-commerciële instelling werkt: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  * Voor een auditor die voor een andere rechtspersoon werkt, als de uitgevoerde audits voornamelijk betrekking hebben op gebouwen: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  * Voor een auditor die voor een andere rechtspersoon werkt, als de uitgevoerde audits voornamelijk betrekking hebben op gebouwen: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  *
Specialiteit : Verlichting Nihil * de grondige kennis van verlichting in de tertiaire of industriële sector, inclusief het beheer van visueel comfort voor gebruikers, van de regelgeving, van de normen EN12464-1 en -2 EN12193 ;
  * de vaardigheid in ten minste één simulatiesoftwarepakket zoals Dialux Evo, Relux of gelijkwaardig.
Specialiteit : Thermische energie (hernieuwbaar of afval) * Warmtepomp
  * Verbranding van biomassa
  * de Thermische zonne-energie
  * de Geothermie;
  * de Terugwinning van afvalenergie
  * Thermische opslag
  * Andere
* de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van de processen die betrokken zijn bij het ontwerpen, implementeren, beheren, bewaken en reguleren van thermische energienetwerken.
  * de diepgaande kennis van opslagsystemen voor thermische energie die de algehele efficiëntie van een installatie voor de productie of distributie van thermische energie optimaliseren
Specialiteit : Hernieuwbare elektriciteit * windenergie
  * hydro-elektriciteit
  * fotovoltaïsche energie
  * groene waterstof
  * elektrische mobiliteit
  * de opslag van elektriciteit
  * Andere
* de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * diepgaande kennis van opslag, monitoring en elektriciteitsverbruik gekoppeld aan hernieuwbare elektriciteitsproductie, zoals batterijen en oplossingen voor elektrische mobiliteit, met als doel zelfverbruik te maximaliseren.
Specialiteit : Koud * de industriële koeling
  * de commerciële koeling
* de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * diepgaande kennis van de processen die een rol spelen bij de productie, distributie, emissie, bewaking en regeling van koelenergie, en bij de terugwinning en benutting van de energie die vrijkomt bij de productie van koelingseenheden
Specialiteit : Nutsbedrijven (industriële energie - getransformeerd)
  
* perslucht
  * industriële elektriciteit
  * de drijvende kracht
  * industriële verwarming, verbranding
  * stoom of oververhit water
  * Andere
* de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van de processen die een rol spelen bij de productie, distributie, transmissie, bewaking en regulering van nutsvoorzieningen, en bij het terugwinnen en benutten van energie die vrijkomt bij de productie van nutsvoorzieningen.
Specialiteit : Warmtekrachtkoppeling * Industrieel
  * Tertiair
* de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van middelen voor opslag, bewaking en elektriciteitsverbruik gekoppeld aan warmtekrachtkoppeling, zoals batterijen en oplossingen voor elektrische mobiliteit, met als doel lokaal gebruik en zelfconsumptie te maximaliseren;
  * diepgaande kennis van de middelen voor warmteopslag en verbruik in verband met warmtekrachtkoppeling, zoals integratie binnen een industrieel productieproces en aanpassingen voor de consument, met het oog op maximale lokale terugwinning en zelfconsumptie.
Het type De benaming Sub-categorieën Minimale vaardigheidsomtrek Generalist Tertiair Nihil * de grondige kennis van gebouwen, zoals de schil, waterdichting, ventilatie, ruimteverwarming en -koeling, warm water, regelsystemen, productie, opslag en distributie van elektrische en thermische energie;
  * de algemene kennis van instrumenten met betrekking tot de energieprestaties van gebouwen, inclusief kennis van renovatiestrategieën op lange termijn;
  * de algemene kennis van verlichting, hernieuwbare elektrische energieproductie van minder dan vijfhonderd kilowatt en hernieuwbare thermische energieproductie van minder dan één megawatt. Generalist Industrie Nihil * Algemene kennis van energie in de industrie, met name op de volgende gebieden:
  * de industriële processen (staal, steen, glas, chemie, papier, textiel, voedingsmiddelen, enz;)
  * de systemen voor thermische productie, transport en terugwinning;
  * de systemen voor de productie, opslag en distributie van perslucht;
  * de systemen voor de productie en distributie van stoom, thermische olie, enz;
  * de verlichting, verwarming en koeling van gebouwen ;
  * de hernieuwbare elektrische energieproductie van minder dan drie megawatt of thermische energieproductie van minder dan tien megawatt;
  * het vervoer van materiaal of mensen binnen de onderneming.Generalist Intern Nihil * De relatieve algemene kennis die vereist is voor een interne generalist is :
  * Voor de auditor die voor een publiekrechtelijke rechtspersoon of niet-commerciële instelling werkt: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  * Voor een auditor die voor een andere rechtspersoon werkt, als de uitgevoerde audits voornamelijk betrekking hebben op gebouwen: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  * Voor een auditor die voor een andere rechtspersoon werkt, als de uitgevoerde audits voornamelijk betrekking hebben op gebouwen: dezelfde kennis als een tertiair generalist.
  * Specialiteit : Verlichting Nihil * de grondige kennis van verlichting in de tertiaire of industriële sector, inclusief het beheer van visueel comfort voor gebruikers, van de regelgeving, van de normen EN12464-1 en -2 EN12193 ;
  * de vaardigheid in ten minste één simulatiesoftwarepakket zoals Dialux Evo, Relux of gelijkwaardig. Specialiteit : Thermische energie (hernieuwbaar of afval) * Warmtepomp
  * Verbranding van biomassa
  * de Thermische zonne-energie
  * de Geothermie;
  * de Terugwinning van afvalenergie
  * Thermische opslag
  * Andere * de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van de processen die betrokken zijn bij het ontwerpen, implementeren, beheren, bewaken en reguleren van thermische energienetwerken.
  * de diepgaande kennis van opslagsystemen voor thermische energie die de algehele efficiëntie van een installatie voor de productie of distributie van thermische energie optimaliseren Specialiteit : Hernieuwbare elektriciteit * windenergie
  * hydro-elektriciteit
  * fotovoltaïsche energie
  * groene waterstof
  * elektrische mobiliteit
  * de opslag van elektriciteit
  * Andere * de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * diepgaande kennis van opslag, monitoring en elektriciteitsverbruik gekoppeld aan hernieuwbare elektriciteitsproductie, zoals batterijen en oplossingen voor elektrische mobiliteit, met als doel zelfverbruik te maximaliseren. Specialiteit : Koud * de industriële koeling
  * de commerciële koeling * de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * diepgaande kennis van de processen die een rol spelen bij de productie, distributie, emissie, bewaking en regeling van koelenergie, en bij de terugwinning en benutting van de energie die vrijkomt bij de productie van koelingseenheden Specialiteit : Nutsbedrijven (industriële energie - getransformeerd)
* perslucht
  * industriële elektriciteit
  * de drijvende kracht
  * industriële verwarming, verbranding
  * stoom of oververhit water
  * Andere * de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van de processen die een rol spelen bij de productie, distributie, transmissie, bewaking en regulering van nutsvoorzieningen, en bij het terugwinnen en benutten van energie die vrijkomt bij de productie van nutsvoorzieningen. Specialiteit : Warmtekrachtkoppeling * Industrieel
  * Tertiair * de diepgaande kennis in een of meer van de subcategorieën ;
  * de diepgaande kennis van middelen voor opslag, bewaking en elektriciteitsverbruik gekoppeld aan warmtekrachtkoppeling, zoals batterijen en oplossingen voor elektrische mobiliteit, met als doel lokaal gebruik en zelfconsumptie te maximaliseren;
  * diepgaande kennis van de middelen voor warmteopslag en verbruik in verband met warmtekrachtkoppeling, zoals integratie binnen een industrieel productieproces en aanpassingen voor de consument, met het oog op maximale lokale terugwinning en zelfconsumptie.
Het concept van algemene kennis houdt in dat de auditor in staat is om de volgende elementen te integreren in zijn analyses en rapporten:
  * de meest effectieve technologieën aangepast aan de situatie van de begunstigde, gebaseerd op een benaderende dimensionering of de detectie van een algemene of specifieke storing van een apparaat;
  * suggesties om de huidige situatie van de begunstigde te verbeteren
  * de geschatte kosten van de implementatie van de voorgestelde optimalisaties, in termen van investering en werking, met een marge van plus of min twintig procent;
  * de mogelijke financieringsmechanismen, zoals financiering door derden, eigen middelen, subsidies of belastingaftrek;
  * de normen en wetteksten die van kracht waren op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd;
  * de mogelijke milieueffecten van het project ;
  * strategische plannen met betrekking tot energie en aangenomen of gevalideerd door de Waalse Regering;
  * alle factoren die een project onhaalbaar kunnen maken;
  * alle factoren die specifiek zijn voor een verbetering en die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van een andere aanbeveling die op hetzelfde moment of op een later tijdstip wordt gedaan;
  * de energieprestatie-indicatoren die specifiek zijn voor de activiteit of activiteitensector van de begunstigde.
  Het concept van algemene kennis houdt in dat de auditor in staat is om de volgende elementen te integreren in zijn analyses en rapporten:
  * de meest effectieve technologieën die zijn aangepast aan de situatie van de begunstigde, hoe ze te dimensioneren, te controleren of ze goed werken en praktische oplossingen voor te stellen om hun effectiviteit te verbeteren;
  * suggesties om de huidige situatie van de begunstigde te verbeteren
  * alle parameters of beperkingen met betrekking tot de brandstoftoevoer en afvalverwijderingsketens;
  * alle aspecten van operationele veiligheid voor mens en milieu;
  * de geschatte kosten van de implementatie van de voorgestelde optimalisaties, in termen van investering en werking, met een marge van plus of min tien procent;
  * de mogelijke financieringsmechanismen, zoals financiering door derden, eigen middelen, subsidies of belastingaftrek;
  * de normen en wetteksten die van kracht waren op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd;
  * de mogelijke milieueffecten van het project en de acties die moeten worden ondernomen om eventuele negatieve effecten te beperken;
  * strategische plannen met betrekking tot energie en aangenomen of gevalideerd door de Waalse Regering;
  * alle factoren die de technische of financiële haalbaarheid van het project kunnen beïnvloeden;
  * energieprestatie-indicatoren die specifiek zijn voor de activiteit of activiteitensector van de begunstigde;
  * technologiespecifieke energieprestatie-indicatoren.
  De minister kan voor elke vaardigheid aanvullende specifieke toegangsvoorwaarden opleggen, in termen van opleiding of kennis die van de auditor wordt vereist.
Le type La dénomination Les sous-catégories Le périmètre de compétence minimum
Généraliste Tertiaire Néant * la connaissance approfondie relative aux bâtiments, tel que l'enveloppe, l'étanchéité, la ventilation, le chauffage et du refroidissement des locaux, l'eau chaude sanitaire, les systèmes de régulation, la production, le stockage et la distribution d'énergie électrique et thermique ;
  * la connaissance générale des outils en lien avec la performance énergétique des bâtiments, y compris une connaissance de la stratégie de rénovation à long terme ;
  * la connaissance générale sur l'éclairage, sur la production d'énergie renouvelable électrique inférieure à cinq cent kilowatt, sur la production d'énergie renouvelable thermique inférieure à un mégawatt.
Généraliste Industrie Néant * La connaissance générale relative à l'énergie dans l'industrie et plus particulièrement dans l'ensemble des domaines suivants :
  * des processus Industriels (acier, pierre, verre, chimie, papier, textile, agroalimentaire, ...) ;
  * des systèmes destinés à la production, au transport et à la récupération thermique ;
  * des systèmes destinés à la production, au stockage et à la distribution d'air comprimé ;
  * des systèmes destinés à la production et la distribution de vapeur, d'huile thermique ;
  * de l'éclairage, du chauffage et du refroidissement du bâtiment ;
  * de la production d'énergie renouvelable électrique inférieure à trois mégawatt ou thermique inférieure à dix mégawatt ;
  * du transport de matières ou de personnes interne à l'entreprise.
Généraliste Interne Néant * La connaissance générale relative exigée du généraliste interne est :
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une personne de droit public ou d'un organisme non commercial : les mêmes connaissances qu'un généraliste tertiaire.
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une autre personne morale, si les audits réalisés portent principalement sur des bâtiments : les mêmes connaissances qu'un généraliste tertiaire.
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une autre personne morale, notamment les organismes représentatifs, si les audits réalisés portent principalement sur des processus industriels : les mêmes connaissances qu'un généraliste industrie.
Spécialiste Eclairage Néant * la connaissance approfondie relative à l'éclairage dans le domaine tertiaire ou industriel, y compris la gestion du confort visuel des usagers, de la régulation, des normes EN12464-1 et -2, EN12193 ;
  * la maîtrise d'au moins un logiciel de simulation tel que Dialux Evo, Relux ou équivalent.
Spécialiste Energie thermique (renouvelable ou fatale) * la Pompe à Chaleur
  * la Combustion Biomasse
  * le Solaire thermique
  * la Géothermie
  * la Récupération d'énergie fatale
  * le Stockage Thermique
  * Autre
* la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la conception, la mise en oeuvre, la gestion, le suivi monitoring et la régulation des réseaux d'énergie thermique.
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage d'énergie thermique permettant d'optimiser le rendement global d'une installation de production ou de distribution d'énergie thermique
Spécialiste Electricité renouvelable * l'éolien
  * l'hydro-électricité
  * le photovoltaïque
  * l'hydrogène vert
  * la mobilité électrique
  * le stockage d'électricité
  * Autre
* la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage, de monitoring et de consommation électrique lié à une production d'électricité renouvelable, tel que les batteries et les solutions de mobilité électrique, dans le but de maximiser l'autoconsommation.
Spécialiste Froid * le froid industriel
  * le froid commercial
* la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la production, la distribution, l'émission, le monitoring et la régulation de l'énergie frigorifique, la récupération et la valorisation de l'énergie fatale liée aux unités de production de froid
Spécialiste Utilités (Energie industrielles
  transformées)
* l'air comprimé
  * l'électricité industrielle
  * la force motrice
  * la thermique industrielle, combustion
  * la vapeur ou l'eau surchauffée
  * Autre
* la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la production, la distribution, l'émission, le monitoring et la régulation des utilités, la récupération et la valorisation d'énergie fatale liée aux unités de production des utilités.
Spécialiste Cogénération * Industrielle
  * Tertiaire
* la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage, de monitoring et de consommation électrique lié à une cogénération, tel que les batteries et les solutions de mobilité électrique, dans le but de maximiser la valorisation locale et l'autoconsommation ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage et de consommation thermique lié à une cogénération, tel que l'intégration au sein d'un processus de production industriel et l'adaptations des consommateurs, dans le but de maximiser la valorisation locale et l'autoconsommation.
Le type La dénomination Les sous-catégories Le périmètre de compétence minimum Généraliste Tertiaire Néant * la connaissance approfondie relative aux bâtiments, tel que l'enveloppe, l'étanchéité, la ventilation, le chauffage et du refroidissement des locaux, l'eau chaude sanitaire, les systèmes de régulation, la production, le stockage et la distribution d'énergie électrique et thermique ;
  * la connaissance générale des outils en lien avec la performance énergétique des bâtiments, y compris une connaissance de la stratégie de rénovation à long terme ;
  * la connaissance générale sur l'éclairage, sur la production d'énergie renouvelable électrique inférieure à cinq cent kilowatt, sur la production d'énergie renouvelable thermique inférieure à un mégawatt. Généraliste Industrie Néant * La connaissance générale relative à l'énergie dans l'industrie et plus particulièrement dans l'ensemble des domaines suivants :
  * des processus Industriels (acier, pierre, verre, chimie, papier, textile, agroalimentaire, ...) ;
  * des systèmes destinés à la production, au transport et à la récupération thermique ;
  * des systèmes destinés à la production, au stockage et à la distribution d'air comprimé ;
  * des systèmes destinés à la production et la distribution de vapeur, d'huile thermique ;
  * de l'éclairage, du chauffage et du refroidissement du bâtiment ;
  * de la production d'énergie renouvelable électrique inférieure à trois mégawatt ou thermique inférieure à dix mégawatt ;
  * du transport de matières ou de personnes interne à l'entreprise. Généraliste Interne Néant * La connaissance générale relative exigée du généraliste interne est :
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une personne de droit public ou d'un organisme non commercial : les mêmes connaissances qu'un généraliste tertiaire.
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une autre personne morale, si les audits réalisés portent principalement sur des bâtiments : les mêmes connaissances qu'un généraliste tertiaire.
  * Pour l'auditeur occupé au sein d'une autre personne morale, notamment les organismes représentatifs, si les audits réalisés portent principalement sur des processus industriels : les mêmes connaissances qu'un généraliste industrie. Spécialiste Eclairage Néant * la connaissance approfondie relative à l'éclairage dans le domaine tertiaire ou industriel, y compris la gestion du confort visuel des usagers, de la régulation, des normes EN12464-1 et -2, EN12193 ;
  * la maîtrise d'au moins un logiciel de simulation tel que Dialux Evo, Relux ou équivalent. Spécialiste Energie thermique (renouvelable ou fatale) * la Pompe à Chaleur
  * la Combustion Biomasse
  * le Solaire thermique
  * la Géothermie
  * la Récupération d'énergie fatale
  * le Stockage Thermique
  * Autre * la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la conception, la mise en oeuvre, la gestion, le suivi monitoring et la régulation des réseaux d'énergie thermique.
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage d'énergie thermique permettant d'optimiser le rendement global d'une installation de production ou de distribution d'énergie thermique Spécialiste Electricité renouvelable * l'éolien
  * l'hydro-électricité
  * le photovoltaïque
  * l'hydrogène vert
  * la mobilité électrique
  * le stockage d'électricité
  * Autre * la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage, de monitoring et de consommation électrique lié à une production d'électricité renouvelable, tel que les batteries et les solutions de mobilité électrique, dans le but de maximiser l'autoconsommation. Spécialiste Froid * le froid industriel
  * le froid commercial * la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la production, la distribution, l'émission, le monitoring et la régulation de l'énergie frigorifique, la récupération et la valorisation de l'énergie fatale liée aux unités de production de froid Spécialiste Utilités (Energie industrielles
  transformées) * l'air comprimé
  * l'électricité industrielle
  * la force motrice
  * la thermique industrielle, combustion
  * la vapeur ou l'eau surchauffée
  * Autre * la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des processus liés à la production, la distribution, l'émission, le monitoring et la régulation des utilités, la récupération et la valorisation d'énergie fatale liée aux unités de production des utilités. Spécialiste Cogénération * Industrielle
  * Tertiaire * la connaissance approfondie dans l'une ou plusieurs des sous-catégories ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage, de monitoring et de consommation électrique lié à une cogénération, tel que les batteries et les solutions de mobilité électrique, dans le but de maximiser la valorisation locale et l'autoconsommation ;
  * la connaissance approfondie des moyens de stockage et de consommation thermique lié à une cogénération, tel que l'intégration au sein d'un processus de production industriel et l'adaptations des consommateurs, dans le but de maximiser la valorisation locale et l'autoconsommation.
La notion de connaissance générale implique que l'auditeur est capable d'intégrer dans ses analyses et dans ses rapports, les éléments suivants :
  * les technologies les plus efficaces et adaptées à la situation du bénéficiaire, sur base d'un dimensionnement approximatif ou de détecter un dysfonctionnement global ou spécifique à un équipement ;
  * des propositions d'améliorations de la situation actuelle du bénéficiaire
  * un coût approximatif de mise en oeuvre des optimisations proposées, à l'investissement et à l'exploitation, avec une précision de plus ou moins vingt pour cent ;
  * les mécanismes de financement possible, tels que le tiers financement, le fond propre, la subvention ou la déduction fiscale ;
  * les normes et les textes juridiques en application au moment de la réalisation de l'étude ;
  * les impacts potentiel sur l'environnement du projet ;
  * les plans stratégiques en lien avec l'énergie et actées ou validées par le Gouvernement wallon ;
  * tous éléments de nature à rendre un projet non réalisable ;
  * tous éléments, spécifique à une amélioration, de nature à impacter la réalisation d'une autre recommandation, réalisée en même temps ou ultérieurement ;
  * des indicateurs énergétiques de performance spécifique à l'activité du bénéficiaire ou de son secteur d'activité.
  La notion de connaissance approfondie implique que l'auditeur est capable d'intégrer dans ces analyses et ses rapports les éléments suivants :
  * les technologies les plus efficaces et adaptées à la situation du bénéficiaire, la manière de les dimensionner, de contrôler leur bon fonctionnement et de proposer des solutions concrète pour en améliorer leur efficacité ;
  * des propositions d'améliorations de la situation actuelle du bénéficiaire ;
  * tous paramètres ou contraintes liés aux chaines d'approvisionnement en combustible et d'évacuation des déchets produits ;
  * tous les aspects liés à la sécurité d'exploitation pour les personnes et l'environnement ;
  * le coût réel de mise en oeuvre des optimisations proposées, à l'investissement et à l'exploitation, avec une marge d'erreur de maximum dix pour cent ;
  * les mécanismes de financement possible tels que le tiers financement, le fond propre, la subvention ou la déduction fiscale
  * les normes et les textes juridiques en application au moment de la réalisation de l'étude ;
  * les impacts potentiel sur l'environnement du projet et les actions à mettre en oeuvre pour limiter celles qui sont négatives ;
  * les plans stratégiques en lien avec l'énergie et actées ou validées par le Gouvernement wallon ;
  * tous éléments de nature à impacter la faisabilité technique ou financière du projet ;
  * des indicateurs énergétiques de performance spécifique à l'activité du bénéficiaire ou de son secteur d'activité ;
  * des indicateurs énergétiques de performance spécifique à une technologie.
  Des conditions d'accès spécifique complémentaires, dans le suivi de formation ou dans les connaissances nécessaires de l'auditeur, peuvent être imposées par le Ministre pour chaque compétence.
Art. N2.   Bijlage 2 Het validatiesysteem voor het vaststellen van de nodige kredieten voor de certificering
  Om een certificering te verkrijgen, moet een bepaald aantal bewijzen worden voorgelegd, gekoppeld aan de vaardigheidsomtrek opgenomen in bijlage 1, die een verschillende wegingswaarde hebben afhankelijk van hun type en waarmee kredieten kunnen worden behaald.
  De volgende regels zijn van toepassing:
  1° elk bewijsstuk vermeldt de naam van de auditor en is gedateerd ;
  2° alle bewijzen worden gevalideerd door de administratie voordat ze in de boekhouding worden opgenomen;
  3° elk bewijs kan gebruikt worden om verschillende vaardigheden te valideren;
  4° alle bewijsmateriaal mag niet ouder zijn dan vijf jaar;
  5° de auditrapporten en -studies zijn opgesteld in het Frans of gaan vergezeld van een vertaling;
  6° de studie- of auditrapporten die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een subsidie betaald in het kader van dit besluit, moeten minstens voldoen aan de criteria vermeld in bijlage 4 om ontvankelijk te zijn;
  7° de attesten van opleiding als deelnemer moeten vergezeld zijn van ten minste :
  a) ofwel een certificaat van succesvolle afronding van het examen, indien een examen de cursus afsluit, ofwel een door de organisator ondertekend aanwezigheidscertificaat dat ten minste tachtig procent van de geplande opleidingsuren omvat en de duur van de cursus vermeldt, indien geen examen de opleiding afsluit;
  b) een gedetailleerde beschrijving van de opleiding, met nadruk op het verband met de beoogde vaardigheden of de schriftelijke ondersteuning van de opleiding, zoals een syllabus of presentatie.
  8° de attesten van opleiding als deelnemer moeten vergezeld zijn van ten minste :
  a) de opleidingen duren minimaal drie uur.
  b) de deelname aan een conferentie is niet subsidiabel;
  9° de diensten als opleider moeten vergezeld zijn van ten minste :
  a) een bewijs dat de auditor identificeert als de spreker van de opleiding;
  b) een algemene beschrijving van de opleiding, met nadruk op het verband met de vaardighe(i)d(en) en het aantal deelnemers;
  c) de opleidingsdrager(s);
  d) de data en locaties van de gegeven opleidingen;
  e) het aantal keren dat dezelfde opleiding in de afgelopen drie jaar is gegeven;
  10° Voor elke vaardigheid die op niet-tijdelijke basis wordt aangevraagd, moet ten minste één document worden voorgelegd zoals een energieaudit of -studie in de vijf jaar voorafgaand aan de certificeringsaanvraag die voldoet aan de criteria van de AMUREBA-methodologie.
  De tabel hieronder toont het aantal te behalen punten afhankelijk van de gekozen aanpak:
Art. N2.   Annexe 2. Le système de validation pour l'établissement des crédits nécessaires à la labellisation
  L'obtention d'une labellisation est conditionnée à la présentation d'un certain nombre de preuves, liées au périmètre de compétence repris à l'annexe 1, qui ont une valeur de pondération différentes en fonction de leur type et permettent d'obtenir des crédits.
  Les règles suivantes s'appliquent :
  1° toute preuve mentionne le nom de l'auditeur et est datée ;
  2° toute preuve est validée par l'administration avant d'être comptabilisée ;
  3° toute preuve peut servir à valider plusieurs compétences ;
  4° toute preuve est datée de maximum cinq ans ;
  5° les rapports d'audit et les études sont rédigés en français ou accompagnés d'une traduction ;
  6° les rapports d'études ou d'audit n'ayant pas fait l'objet d'une subvention liquidée par le présent arrêté respectent au minimum les critères de l'annexe 4 pour être recevables ;
  7° les attestations de formation en tant que participant sont accompagnées au minimum :
  a) soit d'une attestation de réussite d'examen si un examen clôture la formation, soit d'une attestation de présence signée par l'organisateur, à hauteur de minimum quatre-vingts pour cent des heures prévues de la formation et mentionnant la durée de la formation, si aucun examen ne clôture la formation ;
  b) un descriptif détaillé de la formation, mettant en évidence le lien avec les compétences visées ou le support écrit de la formation comme un syllabus ou une présentation.
  8° les attestations de formation en tant que participant doivent respecter les critères suivants :
  a) les formations sont d'une durée de minimum trois heures.
  b) la participation à une conférence n'est pas éligible ;
  9° les prestations en tant que formateur sont accompagnées au minimum :
  a) d'une preuve identifiant l'auditeur comme orateur de la formation ;
  b) un descriptif général de la formation, mettant en évidence le lien avec la ou les compétence(s) visée(s) et le nombre de participant ;
  c) le ou les supports de la formation ;
  d) les dates et lieux, des formations données ;
  e) le nombre de fois qu'une même formation a été donnée sur les trois dernières années ;
  10° pour chaque compétence sollicitée de manière non temporaire, il est nécessaire de fournir au minimum un document de type audit ou étude énergétique dans les cinq années précédant la demande de la labellisation qui répondent aux critères de la méthodologie AMUREBA.
  Le tableau ci-dessous présente le nombre de points à atteindre en fonction de la démarche entreprise :
Het soort certificering: Het aantal vereiste kredieten De uitzondering voor interne auditors
Tijdelijk certificering in een vaardigheid 0 0
Vernieuwing in een vaardigheid na tijdelijke certificering 15 5
Certificering of verlenging van een vaardigheid zonder tijdelijke certificering 40 15
Het soort certificering: Het aantal vereiste kredieten De uitzondering voor interne auditors Tijdelijk certificering in een vaardigheid 0 0 Vernieuwing in een vaardigheid na tijdelijke certificering 15 5 Certificering of verlenging van een vaardigheid zonder tijdelijke certificering 40 15
De tabel hieronder toont de puntenwaarde van elk type bewijs dat vereist is voor het verkrijgen, vernieuwen of verlengen van een vaardigheidscertificering.
Le type de labellisation Le nombre de crédits nécessaires L'exception pour les auditeurs internes
La labellisation temporaire dans une compétence 0 0
Le renouvellement dans une compétence après une labellisation temporaire 15 5
La labellisation ou le renouvellement d'une compétence sans labellisation temporaire 40 15
Le type de labellisation Le nombre de crédits nécessaires L'exception pour les auditeurs internes La labellisation temporaire dans une compétence 0 0 Le renouvellement dans une compétence après une labellisation temporaire 15 5 La labellisation ou le renouvellement d'une compétence sans labellisation temporaire 40 15
Le tableau ci-dessous présente la valeur en point de chaque type de preuve permettant d'obtenir, de renouveler ou de prolonger une labellisation de compétence.
De activiteit Het aantal kredieten Het maximum aantal kredieten per vaardigheid
Vaardigheidsopleiding als deelnemer 1 per opleiding van minimaal drie uur 10
Vaardigheidsopleiding als opleider 2 per opleiding van minimaal drie uur 10
Lezingen, gerelateerd aan de vaardigheid, gegeven namens "la Wallonie" (Wallonië) als spreker 1 per lezing 5
Niet-AMUREBA audit- of studierapport 2 per audit of studie 20
Het AMUREBA audit- of studierapport 4 per audit of studie 40
Een andere energie-efficiëntie- of koolstofcertificering 2 per certificering 10
Technische expertisediensten geleverd op verzoek van en voor rekening van de SPW TLPE Energie of elke andere Belgische, regionale of federale overheidsinstantie verantwoordelijk voor energie. 4 per contract van minstens €10.000 inclusief belasting 20
De activiteit Het aantal kredieten Het maximum aantal kredieten per vaardigheid Vaardigheidsopleiding als deelnemer 1 per opleiding van minimaal drie uur 10 Vaardigheidsopleiding als opleider 2 per opleiding van minimaal drie uur 10 Lezingen, gerelateerd aan de vaardigheid, gegeven namens "la Wallonie" (Wallonië) als spreker 1 per lezing 5 Niet-AMUREBA audit- of studierapport 2 per audit of studie 20 Het AMUREBA audit- of studierapport 4 per audit of studie 40 Een andere energie-efficiëntie- of koolstofcertificering 2 per certificering 10 Technische expertisediensten geleverd op verzoek van en voor rekening van de SPW TLPE Energie of elke andere Belgische, regionale of federale overheidsinstantie verantwoordelijk voor energie. 4 per contract van minstens €10.000 inclusief belasting 20
Opleiding in de AMUREBA-methodologie kan worden beschouwd als "vaardigheidstraining".
L'activité Le nombre de crédits Le nombre de crédits maximums par compétence
La formation à la compétence en tant que participant 1 par formation d'une durée minimum de trois heures 10
La formation à la compétence en tant que formateur 2 par formation d'une durée de minimum trois heures 10
Les conférences, en lien avec la compétence, prestées pour le compte de la Wallonie en tant qu'orateur 1 par conférence 5
Le rapport d'audit ou étude hors AMUREBA 2 par audit ou étude 20
Le rapport d'audit ou d'étude AMUREBA 4 par audit ou étude 40
Une autre certification en efficacité énergétique ou carbone 2 par certification 10
Les prestations d'expertises techniques exercées à la demande et pour le compte du SPW TLPE Energie ou tout autres instances publique belge, régionales ou fédérale, en charge de la compétence énergie 4 par marché de minimum 10.000 € TTC 20
L'activité Le nombre de crédits Le nombre de crédits maximums par compétence La formation à la compétence en tant que participant 1 par formation d'une durée minimum de trois heures 10 La formation à la compétence en tant que formateur 2 par formation d'une durée de minimum trois heures 10 Les conférences, en lien avec la compétence, prestées pour le compte de la Wallonie en tant qu'orateur 1 par conférence 5 Le rapport d'audit ou étude hors AMUREBA 2 par audit ou étude 20 Le rapport d'audit ou d'étude AMUREBA 4 par audit ou étude 40 Une autre certification en efficacité énergétique ou carbone 2 par certification 10 Les prestations d'expertises techniques exercées à la demande et pour le compte du SPW TLPE Energie ou tout autres instances publique belge, régionales ou fédérale, en charge de la compétence énergie 4 par marché de minimum 10.000 € TTC 20
La formation à la méthodologie AMUREBA peut être comptabilisée comme " la formation à la compétence ".
Art. N3. BR}Bijlage 3 De lijst van gesubsidieerde audits en studies en de overeenkomstige vaardigheid van de auditors
Art. N3. Annexe 3. La liste des audits et études subventionnées et la compétence correspondante des auditeurs
De soort audit of studie De afkorting De hoofdauditor is gecertificeerd voor de volgende vaardigheden:
De globale audit GA de generalist in de tertiaire sector of industrie, afhankelijk van het type entiteit;
De gedeeltelijke audit GE de gecertificeerde specialist op het gebied waarop de audit of studie betrekking heeft;
  De tertiaire generalist of interne generalist voor een gedeeltelijke gebouwenaudit
De haalbaarheidsstudie HS  
Bijstand voor het beheer van de projecten BBP  
Prestatie opvolgingsaudit PGM  
Jaarlijkse opvolgingsaudit JOA de generalist in de tertiaire sector of industrie, afhankelijk van het type entiteit;
  de interne generalist ;
Audit energiepotentieel PEA de industriële generalist ; De specialist combineert vaardigheden in hernieuwbare thermische energie en hernieuwbare elektriciteit
  de interne generalist ;
De begeleiding en opvolging van een koolstofgemeenschap voor een representatieve instellingen van ondernemingen ESCC de interne generalist ;
  de industriële generalist
Actie ter verbetering van de energie-efficiëntie van een sector AMES de interne generalist ;
  de industriële generalist ; de gecertificeerde specialist op het gebied waarop de overwogen actie betrekking heeft;
Art. N4.
  Bijlage 4 Minimumkwaliteitscriteria voor audits en door de administratie geanalyseerde studies
  In het kader van de certificeringsprocedure vormt de onderstaande informatie de minimumcriteria voor de ontvankelijkheid van een audit of studie.
  Criterium 1. Doelstellingen, hypothesen en stand van zaken:
  1° Situatie-informatie: de namen van de betrokken auditors en hun rol, de contactgegevens (naam, e-mail, telefoon) en de rol van de betrokken personen bij de begunstigde, het tijdschema voor de dienst, met inbegrip van de begin- en einddatum;
  2° de doelstelling van de audit of studie, de geauditeerde omtrek, een presentatie van de gebruikte methodologie, de in de audit onderzochte vectoren, eventuele beperkingen: situationeel, juridisch of financieel;
  3° werkhypothesen: de parameters die in de audit worden gebruikt, zoals conversiefactoren voor primaire/eind-energie, PCI, PCS, CO2-emissiecoëfficiënten of de gemiddelde kosten van de verschillende vectoren;
  4° stand van zaken: algemene voorstelling van de begunstigde en zijn activiteiten, kenmerken van de geauditeerde of bestudeerde entiteit zoals gebouwen, industriële processen of nutsvoorzieningen zoals stoom of perslucht.
  Criterium 2. ANALYSE VAN DE TOESTAND
  1° analyse van het verbruik, met inbegrip van :
  a. ten minste één referentiejaar en één studiejaar in ruwe waarden en gecorrigeerd voor beïnvloedende factoren zoals graaddagen indien klimaatgevoelig ;
  b. veranderingen in consumptie gedurende een bepaalde periode ;
  2° voor de geauditeerde entiteit, een beschrijving van alle industriële processen, nutsvoorzieningen, systemen, gebouwschil en uitrusting, met vermelding van eventuele tekortkomingen;
  3° de energiebalans (op grond van berekeningen en hypotheses) :
  a. voor een gebouw, de waarden van de transmissiecoëfficiënten, de geschatte luchtverversing, de berekening van de warmteverliezen, het rendement van de energieproductie-installaties en het aandeel hernieuwbare energie ;
  b. indien van toepassing, presentatie en vergelijking met relevante prestatie-indicatoren die specifiek zijn voor de activiteit van de entiteit die wordt gecontroleerd of onderzocht;
  c. de belangrijkste verbruikers identificeren en het aandeel verbruikte energie aangeven;
  4° in het geval van een bestaand systeem voor de productie van hernieuwbare energie: technische beschrijving, jaar van installatie, prestatierapport.
  Criterium 3. Voorgestelde bekostigde verbeteringen voor audits
  1° voorstellen voor verbeteringen, die de volledige omtrek van de audit bestrijken en in een logische volgorde of volgens prioriteit worden gepresenteerd en gerechtvaardigd worden door de impact op het totale verbruik, de staat van het gebouw en de uitrusting, de gegenereerde besparingen, de kosteneffectiviteit, de integratie met de doelstellingen van de langetermijnstrategieën voor de renovatie van gebouwen en processen;
  2° minstens één actieplan opstellen, waarbij de meest relevante verbeteringen worden geselecteerd, rekening houdend met de impact van elk ervan op de andere, en met aandacht voor het afstemmen van de behoeften op de voorgestelde oplossingen;
  3° voor verbeteringen met betrekking tot industriële processen moeten de voorstellen gericht zijn op de verbetering van industriële productieprocessen of industriële nutsvoorzieningen zoals perslucht-, water- of stoombehandeling;
  4° als er een financiële analyse van individuele verbeteringen wordt uitgevoerd, is deze gebaseerd op werkelijke geactualiseerde financiële stromen, d.w.z. de interne rentevoet, de netto contante waarde en de geactualiseerde terugverdientijd in plaats van op eenvoudige terugverdientijden, om rekening te houden met langetermijnbesparingen, restwaarden van langetermijninvesteringen, actualiseringspercentages en bedrijfskosten;
  5° voor elke voorgestelde verbetering worden de besparingen in termen van energie, uitgestoten ton CO2 en financiële besparingen berekend.
  Criterium 4. Technische en economische analyse voor haalbaarheidsstudies
  Als onderdeel van de haalbaarheidsstudies zullen verschillende varianten of alternatieven voor het project worden geanalyseerd om de optimale energie- en economische voorwaarden te bepalen.
  Criterium 5. Presentatie van financiële steunmechanismen
  1° integratie van beschikbare subsidies in de financiële berekening van individuele verbeteringen en actieplannen;
  2° een toelichting bij de steun die beschikbaar is voor de verschillende beoogde verbeteringen, zoals informatiebronnen, analyse van het in aanmerking komen van de begunstigde of van de bedragen, motivering in geval van het niet in aanmerking komen voor de steun.
  Criterium 6. Conclusies
  De samenvatting van een audit moet een of meer actieplannen bevatten over de meest geschikte beslissingen die moeten worden genomen om de situatie te verbeteren in lijn met de doelstelling die aan het begin van het rapport is bepaald in termen van efficiëntie en hernieuwbare energieproductie.
  De samenvatting van een studie moet alle informatie bevatten die de begunstigde nodig heeft om een objectieve beslissing te nemen over het gevolg dat aan het bestudeerde project moet worden gegeven.
Le type d'audit ou d'étude L'abréviation L'auditeur principal labellisé dans les compétences :
L'audit global AG le généraliste tertiaire ou Industrie suivant le type d'entité ;
L'audit partiel AP le spécialiste labellisé dans le domaine concerné par l'audit ou l'étude ;
  Le généraliste tertiaire ou le généraliste interne pour un audit partiel bâtiment
L'étude de faisabilité EF  
L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO  
L'audit de suivi performanciel ASP  
L'audit de suivi annuel ASA le généraliste tertiaire ou industrie suivant le type d'entité ;
  le généraliste interne ;
L'audit de potentiel énergétique APE le généraliste industrie ;
  Le spécialiste cumulant les compétences en énergie thermique renouvelable et en électricité renouvelable
  le généraliste interne ;
L'encadrement et suivi d'une communauté carbone pour un organisme représentatif d'entreprises ESCC le généraliste interne ;
  le généraliste industrie
L'action visant à améliorer l'efficacité énergétique d'un secteur AMES le généraliste interne ;
  le généraliste industrie ;
  le spécialiste labellisé dans le domaine concerné par l'action envisagée
Art. N4.
  Annexe 4. Les critères minimums de qualité des audits et les études analysés par l'administration
  Dans le cadre de la procédure de labellisation, les informations ci-dessous constituent les critères minimaux de recevabilité d'un audit ou d'une étude.
  Le critère 1. Les objectifs, les hypothèses et l'état de la situation
  1° les informations situationnelles : le nom des auditeurs impliqués et leur rôle, les informations de contact (nom, mail, téléphone) et les rôles des personnes impliquées chez le bénéficiaire, le calendrier de la prestation tel que la date de démarrage et la date de clôture ;
  2° l'objectif de l'audit ou de l'étude, le périmètre audité, la présentation de la méthodologie utilisée, les vecteurs examinés dans l'audit, les limitations éventuelles : situationnelles, juridiques ou financières ;
  3° les hypothèses de travail : les paramètres utilisés dans l'audit tels que, notamment, les facteurs de conversion en énergie primaire/finale, le PCI, le PCS, les coefficients d'émission de CO2 ou les coûts moyen des différents vecteurs ;
  4° l'état de la situation : la présentation générale du bénéficiaire et de ses activités, des caractéristiques de l'entité auditée ou étudiée telle que les bâtiments, les processus industriels ou de l'utilité tels que la vapeur ou l'air comprimé.
  Le critère 2. L'analyse de la situation
  1° l'analyse des consommations comprenant :
  a. au minimum une année de référence et une année étudiée en valeurs brutes et corrigées en fonction des facteurs d'influence comme les degrés-jours si sensible au climat ;
  b. l'évolution de la consommation sur une période donnée ;
  2° pour l'entité auditée, la description des éventuels processus industriels, utilités, systèmes, enveloppe du bâtiment et des équipements avec la mise en évidence de leurs lacunes éventuelles;
  3° le bilan énergétique étayé par des calculs et les hypothèses :
  a. pour un bâtiment, les valeurs des coefficients de transmission, l'estimation du renouvellement d'air, le calcul des déperditions thermiques, le rendement des installations de production d'énergie et, la part des énergies renouvelables ;
  b. le cas échéant, la présentation et la comparaison aux indicateurs de performance pertinents et spécifique à l'activité de l'entité auditée ou étudiée ;
  c. l'identification des consommateurs principaux et la mise en évidence de la proportion de l'énergie consommée ;
  4° en cas de système de production d'énergie renouvelable existant : la description technique, l'année d'installation, le bilan des performances.
  Le critère 3. Les propositions d'améliorations chiffrées pour les audits
  1° les propositions d'améliorations, couvrant l'ensemble du périmètre audité et présentées dans un ordre logique ou par ordre de priorité et motivée par l'impact sur le total de la consommation, l'état du bâtiment et des équipements, les économies engendrées, la rentabilité, l'intégration aux objectifs de stratégies de rénovation à long terme des bâtiments et des processus ;
  2° l'établissement d'au minimum un plan d'action, en sélectionnant les améliorations les plus pertinentes tout en tenant compte de l'impact de chacune d'elles sur les suivantes et en prêtant attention à la mise en adéquation des besoins avec les solutions proposées ;
  3° pour les améliorations concernant des processus industriel, les propositions devront viser à l'amélioration de procédé de production industriel ou d'équipement industriel de type utilité tel que l'air comprimé, le traitement de l'eau ou de la vapeur ;
  4° si une analyse financière des améliorations individuelles est réalisée, elle est établie sur base des flux financiers réels actualisés, à savoir le taux interne de rentabilité, la valeur actualisée nette et le temps de retour actualisé plutôt que sur de simples délais d'amortissement en temps de retour simple, pour tenir compte des économies à long terme, des valeurs résiduelles des investissements à long termes, des taux d'actualisation et des coûts d'exploitations ;
  5° pour chaque amélioration proposée, l'économie en énergie, en tonnes de CO2 émises et financière sera calculée.
  Le critère 4. L'analyse technico économique pour les études de faisabilité
  Dans le cadre des études de faisabilité, l'analyse portera sur plusieurs variantes ou alternatives du projet afin de déterminer les optimums énergétique et économique.
  Le critère 5. La présentation des mécanismes d'aides financières
  1° l'intégration des montants de subvention disponible au calcul financier des améliorations individuelles et plans d'actions ;
  2° l'explication des aides disponibles pour les différentes améliorations envisagées telles que les sources de l'information, l'analyse de l'éligibilité du bénéficiaire ou les montants, la justification en cas de non-éligibilité aux aides.
  Le critère 6. Les conclusions
  La synthèse d'un audit doit comporter un ou plusieurs plans d'action sur les décisions les plus pertinentes à mettre en place en vue d'améliorer la situation en fonction de l'objectif fixé en termes d'efficience et de production d'énergie renouvelable au début du rapport.
  La synthèse d'une étude doit comporter tous les éléments nécessaires à une prise de décision objective par le bénéficiaire sur la suite à donner au projet étudié.
Art. N5.   Bijlage 5 Het subsidiepercentage, het maximale tegemoetkomingsbedrag per aanvraag en het maximale aantal subsidies per periode van vier jaar
  Het subsidiepercentage, het maximale tegemoetkomingsbedrag per aanvraag en het aantal subsidies dat kan worden toegekend, zijn als volgt vastgesteld:
Art. N5.   Annexe 5. Le taux de subvention, le montant d'intervention maximal par demande et le nombre d'intervention maximum par période de quatre ans
  Le taux de subvention, le montant d'intervention maximal par demande ainsi que le nombre de subventions pouvant être octroyées sont fixés comme suit :
1° het type begunstigde ; Het type dienstverlening ; Subsidiepercentage in procent Maximale bijdrage per aanvraag exclusief btw Maximum aantal subsidies over vier jaar(1)
8° de KMO's: De globale audit GA 75 8.000 EUR 1
 De gedeeltelijke audit GE 75 5.000 EUR 4
  
 Haalbaarheidsstudie HS (6) 75 5.000 EUR (3) 4
  
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 75 5.000 EUR 4
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 2.500 EUR (4) 4
  
 De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 75 2.000 EUR 3, één per jaar
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 75 10.000 EUR 1
Publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële organisaties De gedeeltelijke audit GE "gebouw" 75 of 96 (2) 15.000 EUR 1
 Haalbaarheidsstudie HS (5) 75 of 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 75 of 96 (2) 20.000 EUR 1
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 of 2 5.000 EUR (4) 4
Ondernemingen onderworpen aan de auditverplichting onder het besluit van 8 september 2016 die geen lid zijn van een koolstofgemeenschap Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 15.000 EUR (3) 2
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 10.000 EUR 2
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 5.000 EUR (4) 2
De bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap ; De globale audit GA 60 40.000 EUR 1
 De gedeeltelijke audit GE 60 20.000 EUR 4
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 10.000 EUR (4) 4
  
 De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 60 4.000 EUR 3, één per jaar
  
 Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 35.000 EUR (3) 4
  
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 30.000 EUR 4
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 60 30.000 EUR 1
  
De representatieve organisatie van ondernemingen :
  
Actie ter verbetering van de energie-efficiëntie van een sector 100 20.000 EUR 4, één per jaar
 De voorbereiding, de omkadering en de opvolging van een koolstofgemeenschap 100 80.000 EUR 4, één per jaar
(1) Onder beperking wordt verstaan een aantal interventies in dezelfde vestigingseenheid. In afwijking hiervan kan aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijnen een tweede subsidie aan de begunstigde worden toegekend indien :
  1° de uitgevoerde audit of studie werd gecontroleerd door de administratie ;
  2° de controle inbreuken op de AMUREBA-methodologie aan het licht bracht;
  3° de audit of studie niet is gecorrigeerd door de auditor binnen de door de administratie gestelde termijn of niet kan worden gecorrigeerd omdat de auditor of dienstverlener zijn certificering of erkenning heeft verloren.
  (2) Het tarief van 75% wordt toegepast voor begunstigden die de btw kunnen terugvorderen. Het tarief van 96% wordt toegepast voor begunstigden die de btw niet kunnen terugvorderen.
  (3) Voor begunstigden zoals kmo's, publiekrechtelijke rechtspersonen of niet-commerciële instellingen bedraagt het maximum 20 000 euro voor een haalbaarheidsstudie met betrekking tot thermische energievaardigheden zoals gedefinieerd in bijlage 1. In afwijking hiervan geldt voor alle soorten begunstigden, voor een haalbaarheidsstudie met betrekking tot de terugwinning en het gebruik van energie uit afval of een thermisch energienetwerk zoals gedefinieerd in het decreet van 15 oktober 2020 met betrekking tot de organisatie van de thermische energiemarkt en thermische energienetwerken, een plafond van 45 000 euro.
  (4) Voor een prestatiemonitoringsaudit van een biomethanisatie-eenheid is het plafond € 15 000.
  (5) Alleen haalbaarheidsstudies met betrekking tot werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, zoals opgesomd in artikel 9 van het AMUREBA-decreet van 13 oktober 2022, komen in aanmerking.
  (6) Haalbaarheidsstudies met betrekking tot energieproductieapparatuur die gebruik maakt van fossiele energiebronnen en acties met een terugverdientijd van minder dan 3 jaar komen niet in aanmerking.
  KMO's die lid zijn van een koolstofgemeenschap zijn opgenomen in het begunstigde type "bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap".
Le type de bénéficiaire Le type de prestation Le taux de subvention en pour cent L'intervention maximale par demande HT.V.A. Le nombre de subvention maximale sur quatre ans(1)
Les PME L'audit global AG 75 8.000 EUR 1
 L'audit partiel AP 75 5.000 EUR 4
  
 L'étude de faisabilité EF (6) 75 5.000 EUR (3) 4
  
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 75 5.000 EUR 4
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 75 2.500 EUR (4) 4
  
 L'audit de suivi annuel ASA 75 2.000 EUR 3, une par an
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 75 10.000 EUR 1
Les personnes morales de droit public et organismes non commerciaux L'audit partiel AP " bâtiment " 75 ou 96 (2) 15.000 EUR 1
 L'étude de faisabilité EF (5) 75 ou 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 75 ou 96 (2) 20.000 EUR 1
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 75 ou 96(2) 5.000 EUR (4) 4
Les entreprises soumises à l'obligation d'audit en vertu de l'arrêté du 8 septembre 2016 qui ne sont pas membres d'une communauté carbone L'étude de faisabilité EF (6) 60 15.000 EUR (3) 2
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 10.000 EUR 2
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 60 5.000 EUR (4) 2
Les entreprises membres d'une communauté carbone L'audit global AG 60 40.000 EUR 1
 L'audit partiel AP 60 20.000 EUR 4
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 60 10.000 EUR (4) 4
  
 L'audit de suivi annuel ASA 60 4.000 EUR 3, une par an
  
 L'étude de faisabilité EF (6) 60 35.000 EUR (3) 4
  
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 30.000 EUR 4
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 60 30.000 EUR 1
  
Les organismes représentatifs d'entreprises L'action visant à améliorer l'efficacité énergétique d'un secteur 100 20.000 EUR 4, une par an
 La préparation, l'encadrement et le suivi d'une convention carbone 100 80.000 EUR 4, une par an
(1) La limitation se comprend par un nombre d'intervention sur une même unité d'établissement. Par dérogation, en ce qui concerne les personnes de droit public et les organismes non commerciaux, une seconde subvention peut être octroyée au bénéficiaire avant l'écoulement des délais visés à l'alinéa 1er lorsque :
  1° l'audit ou l'étude réalisée a fait l'objet d'un contrôle par l'administration ;
  2° le contrôle a mis en lumière des manquements à la méthodologie AMUREBA ;
  3° l'audit ou l'étude n'a pas été corrigé par l'auditeur dans le délai fixé par l'administration ou ne pourra l'être en raison de la perte de labellisation ou de reconnaissance de l'auditeur ou du prestataire.
  (2) Le taux de 75% est appliqué pour les bénéficiaires qui peuvent récupérer la T.V.A.. Le taux de 96% est appliqué pour les bénéficiaires qui ne peuvent pas récupérer la T.V.A..
  (3) Pour les bénéficiaires de type PME ou Personnes morales de droit public ou organismes non commerciaux, dans le cadre d'une étude de faisabilité portant sur la compétence énergie thermique tel que définie en annexe 1, le plafond est de 20.000 €. Par dérogation, pour tous les types de bénéficiaire, pour une étude de faisabilité portant sur la récupération et la valorisation d'énergie fatale ou sur un réseau d'énergie thermique tel que définis dans le décret du 15 octobre 2020, relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique, le plafond à appliquer est de 45.000 €.
  (4) Dans le cadre d'un audit de suivi performanciel portant une unité de biométhanisation le plafond est de 15.000 €.
  (5) Seules les études de faisabilité relatives à des travaux d'amélioration de performance énergétique d'un bâtiment, tel qu'énumérés à l'article 9 arrêté AMUREBA du 13 octobre 2022, sont éligibles.
  (6) Les études de faisabilité relatives à tout équipement de production d'énergie au moyen de source d'énergie fossile et les pistes d'action dont la rentabilité est inférieure 3ans ne sont pas éligibles.
  Les PME membres d'une communauté carbone sont comprises dans le type de bénéficiaire " entreprises membres d'une communauté carbone ".
Art. N5.   Bijlage 5 Het subsidiepercentage, het maximale tegemoetkomingsbedrag per aanvraag en het maximale aantal subsidies per periode van vier jaar
  Het subsidiepercentage, het maximale tegemoetkomingsbedrag per aanvraag en het aantal subsidies dat kan worden toegekend, zijn als volgt vastgesteld:
Art. N5.   Annexe 5. Le taux de subvention, le montant d'intervention maximal par demande et le nombre d'intervention maximum par période de quatre ans
  Le taux de subvention, le montant d'intervention maximal par demande ainsi que le nombre de subventions pouvant être octroyées sont fixés comme suit :
1° het type begunstigde ; Het type dienstverlening ; Subsidiepercentage in procent Maximale bijdrage per aanvraag exclusief btw Maximum aantal subsidies over vier jaar(1)
8° de KMO's: De globale audit GA 75 8.000 EUR 1
 De gedeeltelijke audit GE 75 5.000 EUR 4
  
 Haalbaarheidsstudie HS (6) 75 5.000 EUR (3) 4
  
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 75 5.000 EUR 4
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 2.500 EUR (4) 4
  
 De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 75 2.000 EUR 3, één per jaar
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 75 10.000 EUR 1
Publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële organisaties De gedeeltelijke audit GE "gebouw" 75 of 96 (2) 15.000 EUR 1
 Haalbaarheidsstudie HS (5) 75 of 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 75 of 96 (2) 20.000 EUR 1
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 of 2 5.000 EUR (4) 4
Ondernemingen onderworpen aan de auditverplichting onder het besluit van 8 september 2016 die geen lid zijn van een koolstofgemeenschap Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 15.000 EUR (3) 2
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 10.000 EUR 2
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 5.000 EUR (4) 2
De bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap ; De globale audit GA 60 40.000 EUR 1
 De gedeeltelijke audit GE 60 20.000 EUR 4
  
 De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 10.000 EUR (4) 4
  
 De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 60 4.000 EUR 3, één per jaar
  
 Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 35.000 EUR (3) 4
  
 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 30.000 EUR 4
  
 De potentiële energie-audit (PEA) 60 30.000 EUR 1
  
De representatieve organisatie van ondernemingen :
  
Actie ter verbetering van de energie-efficiëntie van een sector 100 20.000 EUR 4, één per jaar
 De voorbereiding, de omkadering en de opvolging van een koolstofgemeenschap 100 80.000 EUR 4, één per jaar
1° het type begunstigde ; Het type dienstverlening ; Subsidiepercentage in procent Maximale bijdrage per aanvraag exclusief btw Maximum aantal subsidies over vier jaar(1) 8° de KMO's: De globale audit GA 75 8.000 EUR 1 De gedeeltelijke audit GE 75 5.000 EUR 4
Haalbaarheidsstudie HS (6) 75 5.000 EUR (3) 4
Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 75 5.000 EUR 4
De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 2.500 EUR (4) 4
De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 75 2.000 EUR 3, één per jaar
De potentiële energie-audit (PEA) 75 10.000 EUR 1 Publiekrechtelijke rechtspersonen en niet-commerciële organisaties De gedeeltelijke audit GE "gebouw" 75 of 96 (2) 15.000 EUR 1 Haalbaarheidsstudie HS (5) 75 of 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
De potentiële energie-audit (PEA) 75 of 96 (2) 20.000 EUR 1
De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 75 of 2 5.000 EUR (4) 4 Ondernemingen onderworpen aan de auditverplichting onder het besluit van 8 september 2016 die geen lid zijn van een koolstofgemeenschap Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 15.000 EUR (3) 2 Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 10.000 EUR 2
De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 5.000 EUR (4) 2 De bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap ; De globale audit GA 60 40.000 EUR 1 De gedeeltelijke audit GE 60 20.000 EUR 4
De prestatiegerelateerde monitoringsaudit (PGM) 60 10.000 EUR (4) 4
De jaarlijkse opvolgingsaudit (JOA) 60 4.000 EUR 3, één per jaar
Haalbaarheidsstudie HS (6) 60 35.000 EUR (3) 4
Bijstand voor het beheer van de projecten BBP 60 30.000 EUR 4
De potentiële energie-audit (PEA) 60 30.000 EUR 1
De representatieve organisatie van ondernemingen :
Actie ter verbetering van de energie-efficiëntie van een sector 100 20.000 EUR 4, één per jaar De voorbereiding, de omkadering en de opvolging van een koolstofgemeenschap 100 80.000 EUR 4, één per jaar
(1) Onder beperking wordt verstaan een aantal interventies in dezelfde vestigingseenheid. In afwijking hiervan kan aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijnen een tweede subsidie aan de begunstigde worden toegekend indien :
  1° de uitgevoerde audit of studie werd gecontroleerd door de administratie ;
  2° de controle inbreuken op de AMUREBA-methodologie aan het licht bracht;
  3° de audit of studie niet is gecorrigeerd door de auditor binnen de door de administratie gestelde termijn of niet kan worden gecorrigeerd omdat de auditor of dienstverlener zijn certificering of erkenning heeft verloren.
  (2) Het tarief van 75% wordt toegepast voor begunstigden die de btw kunnen terugvorderen. Het tarief van 96% wordt toegepast voor begunstigden die de btw niet kunnen terugvorderen.
  (3) Voor begunstigden zoals kmo's, publiekrechtelijke rechtspersonen of niet-commerciële instellingen bedraagt het maximum 20 000 euro voor een haalbaarheidsstudie met betrekking tot thermische energievaardigheden zoals gedefinieerd in bijlage 1. In afwijking hiervan geldt voor alle soorten begunstigden, voor een haalbaarheidsstudie met betrekking tot de terugwinning en het gebruik van energie uit afval of een thermisch energienetwerk zoals gedefinieerd in het decreet van 15 oktober 2020 met betrekking tot de organisatie van de thermische energiemarkt en thermische energienetwerken, een plafond van 45 000 euro.
  (4) Voor een prestatiemonitoringsaudit van een biomethanisatie-eenheid is het plafond € 15 000.
  (5) Alleen haalbaarheidsstudies met betrekking tot werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, zoals opgesomd in artikel 9 van het AMUREBA-decreet van 13 oktober 2022, komen in aanmerking.
  (6) Haalbaarheidsstudies met betrekking tot energieproductieapparatuur die gebruik maakt van fossiele energiebronnen en acties met een terugverdientijd van minder dan 3 jaar komen niet in aanmerking.
  KMO's die lid zijn van een koolstofgemeenschap zijn opgenomen in het begunstigde type "bedrijven die lid zijn van een koolstofgemeenschap".
Le type de bénéficiaire Le type de prestation Le taux de subvention en pour cent L'intervention maximale par demande HT.V.A. Le nombre de subvention maximale sur quatre ans(1)
Les PME L'audit global AG 75 8.000 EUR 1
 L'audit partiel AP 75 5.000 EUR 4
  
 L'étude de faisabilité EF (6) 75 5.000 EUR (3) 4
  
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 75 5.000 EUR 4
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 75 2.500 EUR (4) 4
  
 L'audit de suivi annuel ASA 75 2.000 EUR 3, une par an
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 75 10.000 EUR 1
Les personnes morales de droit public et organismes non commerciaux L'audit partiel AP " bâtiment " 75 ou 96 (2) 15.000 EUR 1
 L'étude de faisabilité EF (5) 75 ou 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 75 ou 96 (2) 20.000 EUR 1
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 75 ou 96(2) 5.000 EUR (4) 4
Les entreprises soumises à l'obligation d'audit en vertu de l'arrêté du 8 septembre 2016 qui ne sont pas membres d'une communauté carbone L'étude de faisabilité EF (6) 60 15.000 EUR (3) 2
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 10.000 EUR 2
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 60 5.000 EUR (4) 2
Les entreprises membres d'une communauté carbone L'audit global AG 60 40.000 EUR 1
 L'audit partiel AP 60 20.000 EUR 4
  
 L'audit de suivi performanciel ASP 60 10.000 EUR (4) 4
  
 L'audit de suivi annuel ASA 60 4.000 EUR 3, une par an
  
 L'étude de faisabilité EF (6) 60 35.000 EUR (3) 4
  
 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 30.000 EUR 4
  
 L'audit de potentiel énergétique APE 60 30.000 EUR 1
  
Les organismes représentatifs d'entreprises L'action visant à améliorer l'efficacité énergétique d'un secteur 100 20.000 EUR 4, une par an
 La préparation, l'encadrement et le suivi d'une convention carbone 100 80.000 EUR 4, une par an
Le type de bénéficiaire Le type de prestation Le taux de subvention en pour cent L'intervention maximale par demande HT.V.A. Le nombre de subvention maximale sur quatre ans(1) Les PME L'audit global AG 75 8.000 EUR 1 L'audit partiel AP 75 5.000 EUR 4
L'étude de faisabilité EF (6) 75 5.000 EUR (3) 4
L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 75 5.000 EUR 4
L'audit de suivi performanciel ASP 75 2.500 EUR (4) 4
L'audit de suivi annuel ASA 75 2.000 EUR 3, une par an
L'audit de potentiel énergétique APE 75 10.000 EUR 1 Les personnes morales de droit public et organismes non commerciaux L'audit partiel AP " bâtiment " 75 ou 96 (2) 15.000 EUR 1 L'étude de faisabilité EF (5) 75 ou 96 (2) 5.000 EUR (3) 4
L'audit de potentiel énergétique APE 75 ou 96 (2) 20.000 EUR 1
L'audit de suivi performanciel ASP 75 ou 96(2) 5.000 EUR (4) 4 Les entreprises soumises à l'obligation d'audit en vertu de l'arrêté du 8 septembre 2016 qui ne sont pas membres d'une communauté carbone L'étude de faisabilité EF (6) 60 15.000 EUR (3) 2 L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 10.000 EUR 2
L'audit de suivi performanciel ASP 60 5.000 EUR (4) 2 Les entreprises membres d'une communauté carbone L'audit global AG 60 40.000 EUR 1 L'audit partiel AP 60 20.000 EUR 4
L'audit de suivi performanciel ASP 60 10.000 EUR (4) 4
L'audit de suivi annuel ASA 60 4.000 EUR 3, une par an
L'étude de faisabilité EF (6) 60 35.000 EUR (3) 4
L'assistance à la maîtrise d'ouvrage AMO 60 30.000 EUR 4
L'audit de potentiel énergétique APE 60 30.000 EUR 1
Les organismes représentatifs d'entreprises L'action visant à améliorer l'efficacité énergétique d'un secteur 100 20.000 EUR 4, une par an La préparation, l'encadrement et le suivi d'une convention carbone 100 80.000 EUR 4, une par an
(1) La limitation se comprend par un nombre d'intervention sur une même unité d'établissement. Par dérogation, en ce qui concerne les personnes de droit public et les organismes non commerciaux, une seconde subvention peut être octroyée au bénéficiaire avant l'écoulement des délais visés à l'alinéa 1er lorsque :
  1° l'audit ou l'étude réalisée a fait l'objet d'un contrôle par l'administration ;
  2° le contrôle a mis en lumière des manquements à la méthodologie AMUREBA ;
  3° l'audit ou l'étude n'a pas été corrigé par l'auditeur dans le délai fixé par l'administration ou ne pourra l'être en raison de la perte de labellisation ou de reconnaissance de l'auditeur ou du prestataire.
  (2) Le taux de 75% est appliqué pour les bénéficiaires qui peuvent récupérer la T.V.A.. Le taux de 96% est appliqué pour les bénéficiaires qui ne peuvent pas récupérer la T.V.A..
  (3) Pour les bénéficiaires de type PME ou Personnes morales de droit public ou organismes non commerciaux, dans le cadre d'une étude de faisabilité portant sur la compétence énergie thermique tel que définie en annexe 1, le plafond est de 20.000 €. Par dérogation, pour tous les types de bénéficiaire, pour une étude de faisabilité portant sur la récupération et la valorisation d'énergie fatale ou sur un réseau d'énergie thermique tel que définis dans le décret du 15 octobre 2020, relatif à l'organisation du marché de l'énergie thermique et aux réseaux d'énergie thermique, le plafond à appliquer est de 45.000 €.
  (4) Dans le cadre d'un audit de suivi performanciel portant une unité de biométhanisation le plafond est de 15.000 €.
  (5) Seules les études de faisabilité relatives à des travaux d'amélioration de performance énergétique d'un bâtiment, tel qu'énumérés à l'article 9 arrêté AMUREBA du 13 octobre 2022, sont éligibles.
  (6) Les études de faisabilité relatives à tout équipement de production d'énergie au moyen de source d'énergie fossile et les pistes d'action dont la rentabilité est inférieure 3ans ne sont pas éligibles.
  Les PME membres d'une communauté carbone sont comprises dans le type de bénéficiaire " entreprises membres d'une communauté carbone ".
Art. N6.   Bijlage 6 De AMUREBA-methodologie
  De AMUREBA-methodologie is de algemene methodologie die moet worden toegepast op alle energieaudits en -studies die in aanmerking komen voor de in dit besluit beschreven subsidies. Ze bestaat uit de volgende elementen:
  Kwaliteitscriteria overeenkomstig bijlage 4;
  Informatie over het Waalse, Belgische en Europese wettelijke kader met betrekking tot energieaudits en -studies;
  Een definitie van waarden voor conversiefactoren, meeteenheden en parameters die gemeenschappelijk zijn voor alle audits en studies, inclusief conversiefactoren voor primaire/eind-energie, PCI/PCS-verhoudingen en CO2-emissiefactoren, evenals financiële parameters die in aanmerking moeten worden genomen in de analyse van de rentabiliteit, waar van toepassing;
  Voor elk type audit en studie vermeld in bijlage 3 :
  1° de te bereiken doelstellingen;
  de in aanmerking te nemen referenties of de manier om deze vast te stellen ;
  een lijst van minimale beïnvloedende factoren die het vast te stellen activiteitenniveau kwantificeren met het oog op vergelijking met soortgelijke activiteiten;
  de minimale inhoud van het audit- of studierapport, naast de informatie in bijlage 4;
  een structuur voor het schrijven van het prestatierapport en het presenteren van de resultaten;
  een analyserooster voor energieverbruik ;
  de prestatie-indicatoren die in de conclusie van elk verslag moeten worden opgenomen ;
  De toepasselijke weging en inhoud van de methodologische richtsnoeren voor industrieel, tertiair of gemengd gebruik.
  Voor de audits van een publiekrechtelijke rechtspersoon of een niet-commerciële instelling:
  1° als de entiteit beperkt is tot één of meer gebouwen, zijn de punten f) tot h) niet verplicht;
  2° de audit heeft betrekking op ten minste één gebouw of deel van een gebouw;
  3° de audit wordt uitgevoerd door een tertiaire generalistische auditor of een interne auditor.
  De Minister kan de inhoud van deze bijlage nader bepalen of aanvullen.
  De administratie stellen de AMUREBA-methodologie, bestaande uit een reeks referentiedocumenten en analyse-instrumenten, op overeenkomstig deze bijlage en publiceren deze op hun website.
Art. N6.   Annexe 6. La méthodologie AMUREBA
  La méthodologie AMUREBA est la méthodologie globale à appliquer à l'ensemble des audits et des études énergétiques bénéficiant des subventions décrites dans le présent arrêté. Elle est composée des éléments suivants :
  Les critères de qualité conformes à l'annexe 4 ;
  Une information sur le cadre légal wallon, belge et européen en relation avec les audits et les études énergétiques ;
  Une définition des valeurs pour les coefficients de conversion, des unités de mesure et des paramètres communs à tous les audits et les études, incluant les facteurs de conversion en énergie primaire/finale, les rapports PCI/PCS et les coefficients d'émission de CO2 ainsi que les paramètres financiers à considérer dans l'analyse de rentabilité, le cas échéant ;
  Pour chaque type d'audit et d'étude listée en annexe 3 :
  les objectifs à atteindre ;
  les références à considérer ou la manière de les établir ;
  une liste de facteur d'influence minimum quantifiant le niveau d'activité à établir dans un objectif de comparaison avec des activités similaires ;
  le contenu minimum du rapport d'audit ou d'étude, en complément des informations reprises en annexe 4 ;
  une structure pour la rédaction du rapport de prestation et la présentation des résultats ;
  une grille d'analyse des consommations énergétiques ;
  les indices de performance à intégrer à la conclusion de chaque rapport ;
  La pondération applicable et le contenu des orientations méthodologique de type industrielle, tertiaire, ou mixte.
  Pour les audits d'une personne morale de droit public ou un organisme non commercial :
  1° lorsque l'entité est limitée à un ou des bâtiments, les points f) à h) ne sont pas obligatoires ;
  2° l'audit porte au minimum sur l'analyse d'un bâtiment ou partie de bâtiment ;
  3° l'audit est réalisé par un auditeur généraliste tertiaire ou un auditeur interne.
  Le Ministre peut préciser ou compléter le contenu de la présente annexe.
  L'administration établit la méthodologie AMUREBA, constituée d'un ensemble de documents de référence et d'outils d'analyse, conformément à la présente annexe, et la publie sur son site internet.