Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
29 MAART 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de modernisering van het hr-beleid, pensioen
Titre
29 MARS 2024. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant le statut du personnel flamand du 13 janvier 2006, en ce qui concerne la modernisation de la politique RH, notamment la retraite
Informations sur le document
Info du document
Tekst (5)
Texte (5)
Artikel 1. In artikel VII 109novies van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door wat volgt:
  "Het contractuele personeelslid heeft recht op een aanvullend pensioen, dat de werkgever financiert met vaste bijdragen van de volgende percentages van het salaris:
  1° 3% in kalenderjaar 2018, 2019, 2020, 2021, 2022,2023 en voor de maanden januari tot en met mei van het kalenderjaar 2024;
  2° 5% en 8% vanaf de maand juni van het kalenderjaar 2024.
  De percentages voor de kalenderjaren, vermeld in het eerste lid, 2°, worden op de volgende wijze toegepast:
  1° voor het percentage van 5% wordt het salaris beperkt tot 36.614 euro (100 %);
  2° voor het percentage van 8% wordt het gedeelte van het salaris genomen dat 36.614 euro (100%) overschrijdt.
  Voor de berekening van de bijdrage, vermeld in het eerste lid, wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het voltijdse bruto maandsalaris van de eerste en de laatste tewerkstellingsmaand van het kalenderjaar, in voorkomend geval verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, vermeld in artikel VII 18 en VII 19, en vermenigvuldigd met de factor 13,82";
  2° in het bestaande zesde lid, dat het zevende lid wordt, wordt het woord "vijfde" vervangen door het woord "zesde".
Article 1er. A l'article VII 109novies du statut du personnel flamand du 13 janvier 2006, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 mars 2019 et modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 septembre 2019, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les alinéas 1er et 2 sont remplacés par ce qui suit :
  " Le membre du personnel contractuel a droit à une pension complémentaire que l'employeur finance au moyen de contributions fixes des pourcentages suivants du traitement :
  1° 3 % au cours des années civiles 2018, 2019, 2020, 2021, 2022, 2023 et pour les mois de janvier à mai de l'année civile 2024 ;
  2° 5 % et 8 % à partir du mois de juin de l'année civile 2024.
  Les pourcentages pour les années civiles visées à l'alinéa 1er, 2°, sont appliqués comme suit :
  1° pour le pourcentage de 5 %, le traitement est limité à 36 614 euros (100 %) ;
  2° pour le pourcentage de 8 %, la partie du traitement qui dépasse 36 614 euros (100 %) est prise en compte.
  Aux fins du calcul de la contribution mentionnée à l'alinéa 1er, on entend par traitement : la moyenne du traitement mensuel brut à temps plein du premier et du dernier mois d'emploi de l'année civile, augmentée, le cas échéant, de l'allocation de foyer ou de résidence, mentionnée aux articles VII 18 et VII 19, et multipliée par le facteur 13,82 " ;
  2° dans l'alinéa 6 existant, qui devient l'alinéa 7, le nombre " 5 " est remplacé par le nombre " 6 ".
Art.2. Artikel XI 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 29 april 2011, 3 februari 2012 en 1 februari 2013, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. XI 1. § 1 De hoedanigheid van ambtenaar kan alleen worden beëindigd in de gevallen, vermeld in dit besluit en in de pensioenwetgeving.
  De benoemende overheid of de ambtenaar kan de tewerkstelling met toepassing van dit artikel op zijn vroegst beëindigen met uitwerking vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de ambtenaar de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
  Artikel XI 6 en XI 8, § 2 tot en met § 5, zijn van toepassing.
  Als de benoemende overheid de tewerkstelling beëindigt met toepassing van het tweede lid, bedraagt de opzeggingstermijn, in afwijking van artikel XI 8, § 4 en § 5, derde lid, maximaal 26 weken. In afwijking van artikel XI 8bis kan de benoemende overheid geen gebruik maken van de mogelijkheid om het ontslag met onmiddellijke uitwerking te laten ingaan mits betaling van een verbrekingsvergoeding.
  Bij de management- en projectleidersfuncties van N-niveau, de algemeen directeur en het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad wordt de tewerkstelling beëindigd door de in dienst nemende overheid.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 geldt voor de ambtenaren die tussen 1 juni 2024 en 30 november 2024 de pensioengerechtigde leeftijd bereiken de regeling zoals deze van kracht was op 31 mei 2024.".
Art.2. L'article XI 1 du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 mars 2007, 29 avril 2011, 3 février 2012 et 1er février 2013, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. XI 1. § 1er. Il ne peut être mis fin à la qualité de fonctionnaire que dans les cas mentionnés dans le présent arrêté et dans la législation sur les pensions.
  L'autorité investie du pouvoir de nomination ou le fonctionnaire peut mettre fin à l'emploi en application du présent article au plus tôt à compter du premier jour du mois suivant celui au cours duquel le fonctionnaire atteint l'âge légal de la pension.
  Les articles XI 6 et XI 8, § 2 à § 5, s'appliquent.
  Si l'autorité investie du pouvoir de nomination met fin à l'emploi en application de l'alinéa 2, le délai de préavis est, par dérogation à l'article XI 8, § 4 et § 5, alinéa 3, de vingt-six semaines au maximum. Par dérogation à l'article XI 8bis, l'autorité investie du pouvoir de nomination ne peut pas faire usage de la possibilité de rendre la démission effective immédiatement moyennant le paiement d'une indemnité de rupture.
  Pour les fonctions de management et de chef de projet du niveau N, le directeur général et le chef du personnel de secrétariat d'un conseil consultatif stratégique, l'emploi est terminé par l'autorité de recrutement.
  § 2. Par dérogation au paragraphe 1er, les fonctionnaires qui atteignent l'âge de la retraite entre le 1er juin 2024 et le 30 novembre 2024 seront soumis au régime tel qu'il était en vigueur au 31 mai 2024. ".
Art.3. In artikel XI 5, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "leeftijd of" opgeheven.
Art.3. A l'article XI 5, alinéa 1er, 2°, du même arrêté, les mots " l'âge ou " sont abrogés.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2024.
Art.4. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2024.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5. Le ministre flamand qui a la Gouvernance publique dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.