Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
26 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wat betreft de modaliteiten van het aanbrengen van het herkenningsteken, de Onroerenderfgoedprijs en de her- en nevenbestemming van parochiekerken
Titre
26 JANVIER 2024. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'Arrêté relatif au Patrimoine immobilier du 16 mai 2014, en ce qui concerne les modalités concernant l'apposition du signe distinctif, le Prix du patrimoine immobilier et la réaffectation et la destination secondaire d'églises paroissiales
Informations sur le document
Info du document
Tekst (11)
Texte (11)
Artikel 1. Aan artikel 2 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, wordt een punt 11° /2 toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "11° /2 kerkenbeleidsplan: kerkenbeleidsplan vermeld in artikel 33/2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;".
Article 1er. L'article 2 de l'arrêté relatif au patrimoine immobilier du 16 mai 2014, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 septembre 2022, est complété par un point 11° /2, rédigé comme suit :
  " 11° /2 plan politique en matière d'églises : plan politique en matière d'églises visé à l'article 33/2 du décret du 7 mai 2004 relatif à l'organisation matérielle et au fonctionnement des cultes reconnus ; ".
Art.2. Aan artikel 6.6.1 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De minister bepaalt de modaliteiten voor het verplicht aanbrengen van het herkenningsteken.".
Art.2. L'article 6.6.1 du même arrêté est complété par un alinéa 2, rédigé comme suit :
  " Le ministre arrête les modalités de l'apposition obligatoire du signe distinctif. ".
Art.3. Artikel 9.1.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2016, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 9.1.1. De minister kan een Onroerenderfgoedprijs toekennen aan een privépersoon, een privé-instelling, een openbare instelling of een openbaar bestuur voor een recente verwezenlijking op het gebied van beschermd onroerend erfgoed of erfgoedlandschappen.".
Art.3. L'article 9.1.1 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2016, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 9.1.1. Le ministre peut octroyer un Prix du patrimoine immobilier à une personne privée, un établissement privé, un organisme public ou une administration publique pour une réalisation récente dans le domaine du patrimoine immobilier protégé ou des paysages patrimoniaux. ".
Art.4. In artikel 9.1.3, eerste lid, en artikel 9.1.4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "jaarlijks" opgeheven.
Art.4. Dans l'article 9.1.3, alinéa 1er, et l'article 9.1.4, alinéa 1er, du même arrêté, le mot " annuellement " est abrogé.
Art.5. In artikel 11.2.10, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
  "1° beschermde monumenten die voor een erkende eredienst zijn bestemd. Voor gebouwen van de rooms-katholieke eredienst, met uitzondering van de kathedralen, kan alleen een verhoogde premie toegekend worden als ze in een actueel kerkenbeleidsplan aangewezen zijn voor ander gebruik dan de eredienst in de vorm van valorisatie, medegebruik, neven- of herbestemming;".
Art.5. Dans l'article 11.2.10, alinéa 1er, du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 décembre 2018 et modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 décembre 2021, le point 1° est remplacé par ce qui suit :
  " 1° des monuments protégés qui sont affectés à un culte reconnu. Une prime majorée ne peut être octroyée aux bâtiments du culte catholique romain, à l'exception des cathédrales, que s'ils ont été désignés, dans un plan politique en matière d'églises mis à jour, à une utilisation autre que le culte sous forme de valorisation, co-utilisation, destination secondaire ou réaffectation ; ".
Art.6. In artikel 11.2.18, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, wordt punt 6° vervangen door wat volgt:
  "6° bij beschermde monumenten die bestemd zijn voor de rooms-katholieke eredienst: het actuele kerkenbeleidsplan van de gemeente in kwestie;".
Art.6. Dans l'article 11.2.18, alinéa 2, du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 décembre 2020, le point 6° est remplacé par ce qui suit :
  " 6° dans le cas de monuments protégés destinés au culte catholique romain : le plan politique en matière d'églises mis à jour de la commune concernée ; ".
Art.7. In artikel 11.2.28, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, wordt punt 6° vervangen door wat volgt:
  "6° bij beschermde monumenten die bestemd zijn voor de rooms-katholieke eredienst: het actuele kerkenbeleidsplan van de gemeente in kwestie;".
Art.7. Dans l'article 11.2.28, alinéa 2, du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 décembre 2020, le point 6° est remplacé par ce qui suit :
  " 6° dans le cas de monuments protégés destinés au culte catholique romain : le plan politique en matière d'églises mis à jour de la commune concernée ; ".
Art.8. In artikel 11.3.5, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 december 2016 en 14 december 2018, wordt punt 4° vervangen door wat volgt:
  "4° bestemmings- en herbestemmingsonderzoek. Voor gebouwen van de rooms-katholieke eredienst, met uitzondering van de kathedralen, kan alleen een onderzoekspremie toegekend worden als ze in een actueel kerkenbeleidsplan aangewezen zijn voor ander gebruik dan de eredienst in de vorm van neven- of herbestemming;".
Art.8. Dans l'article 11.3.5, alinéa 1er, du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 16 décembre 2016 et 14 décembre 2018, le point 4° est remplacé par ce qui suit :
  " 4° l'examen d'affectation et de réaffectation. Une prime de recherche ne peut être octroyée aux bâtiments du culte catholique romain, à l'exception des cathédrales, que s'ils ont été désignés, dans un plan politique en matière d'églises mis à jour, à une utilisation autre que le culte sous forme de destination secondaire ou de réaffectation ; ".
Art.9. Aan artikel 11.3.8, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "6° bij gebouwen van de rooms-katholieke eredienst, met uitzondering van de kathedralen: het actuele kerkenbeleidsplan van de gemeente in kwestie.".
Art.9. L'article 11.3.8, alinéa 1er, du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 décembre 2020, est complété par un point 6°, rédigé comme suit :
  " 6° dans le cas de bâtiments du culte catholique romain, à l'exception des cathédrales : le plan politique en matière d'églises mis à jour de la commune concernée. ".
Art.10. Artikel 1 en artikel 5 tot en met 9 treden in werking op 1 januari 2025.
Art.10. L'article 1er et les articles 5 à 9 entrent en vigueur le 1er janvier 2025.
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 11. Le ministre flamand qui a le patrimoine immobilier dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.