Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
18 JANUARI 2024. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de procedure voor de toekenning van een tegemoetkoming voor individuele hulpmiddelen en de nomenclatuur van de individuele hulpmiddelen voor de inclusie van personen met een handicap op het grondgebied van Brussel-Hoofdstad
Titre
18 JANVIER 2024. - Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune relatif à la procédure d'octroi d'intervention pour des aides individuelles et à la nomenclature des aides individuelles à l'inclusion des personnes handicapées sur le territoire de Bruxelles-Capitale
Informations sur le document
Info du document
Tekst (55)
Texte (55)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
CHAPITRE Ier. - Dispositions introductives
Afdeling 1. - Definities
Section 1re. - Définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Ordonnantie van 21 december 2018: de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen;
  2° Ordonnantie van 23 maart 2017: de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;
  3° Tegemoetkoming: een tegemoetkoming, zoals gedefinieerd in artikel 2, 18°, b), van de ordonnantie van 21 december 2018;
  4° Individueel hulpmiddel: een individueel hulpmiddel in de zin van artikel 2, 18° /1, van de ordonnantie van 21 december 2018;
  5° Aanvrager: een persoon die bij een verzekeringsinstelling een aanvraag tot tegemoetkoming indient voor de toekenning van een of meer individuele hulpmiddelen;
  6° Eiser: een persoon die een beroep instelt tegen een beslissing over een aanvraag tot tegemoetkoming bij een verzekeringsinstelling, voor een of meer individuele hulpmiddelen;
  7° Verzekeringsinstellingen: de Brusselse verzekeringsinstellingen bedoeld in artikel 2, 7°, van de ordonnantie van 21 december 2018;
  8° Expertencommissie: de expertencommissie "individuele hulpmiddelen", bedoeld in artikel 23/1, eerste lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017;
  9° Multidisciplinair team: het team bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid;
  10° Multidisciplinair College: het orgaan bedoeld in artikel 27/1 van de ordonnantie van 23 maart 2017;
  11° Verstrekker: een verstrekker in de zin van artikel 2, 9°, van de ordonnantie van 21 december 2018 die handelt in het kader van de toekenning van een individueel hulpmiddel bedoeld in artikel 2, 18°, b), van de ordonnantie van 21 december 2018;
  12° Vertegenwoordiger:
  a) de wettelijke vertegenwoordiger van de aanvrager of van de eiser;
  b) als er geen in a) bedoelde vertegenwoordiger is, de door de aanvrager of eiser aangewezen gemachtigde;
  13° Nomenclatuur: de individuele hulpmiddelennomenclatuur die als bijlage bij dit besluit is gevoegd;
  14° Toelatingsvoorwaarde: de in artikel 2, 6°, d), van de ordonnantie van 21 december 2018 bedoelde voorwaarde;
  15° Toekenningsvoorwaarden: de voorwaarden, andere dan de in punt 14° bedoelde toelatingsvoorwaarde, zoals bedoeld in artikel 3/1, § 1, tweede lid, en § 2 van de ordonnantie van 21 december 2018, en in artikel 6, § 1.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
  1° Ordonnance du 21 décembre 2018 : l'ordonnance relative aux organismes assureurs bruxellois dans le domaine des soins de santé et de l'aide aux personnes, du 21 décembre 2018 ;
  2° Ordonnance du 23 mars 2017 : l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales ;
  3° Intervention : une intervention, telle que définie à l'article 2, 18°, b), de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  4° Aide individuelle : une aide individuelle au sens de l'article 2, 18° /1, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  5° Demandeur : une personne qui introduit une demande d'intervention auprès d'un organisme assureur, portant sur une ou plusieurs aides individuelles ;
  6° Requérant : une personne qui introduit un recours contre une décision prise sur une demande d'intervention auprès d'un organisme assureur, pour une ou plusieurs aides individuelles ;
  7° Organismes assureurs : les organismes assureurs bruxellois visés à l'article 2, 7°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  8° Commission d'experts : la Commission d'experts "aides individuelles", visée à l'article 23/1, alinéa 1er, de l'ordonnance du 23 mars 2017 ;
  9° Equipe multidisciplinaire : l'équipe visée à l'article 10, § 1er, alinéa premier ;
  10° Collège Multidisciplinaire : l'organe visé à l'article 27/1 de l'ordonnance du 23 mars 2017 ;
  11° Prestataire : un prestataire au sens de l'article 2, 9°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 agissant dans le cadre de l'octroi d'une aide individuelle visé à l'article 2, 18°, b), de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  12° Représentant :
  a) le représentant légal du demandeur ou du requérant ;
  b) à défaut de représentant visé au a), le mandataire désigné par le demandeur ou le requérant ;
  13° Nomenclature : la nomenclature des aides individuelles annexée au présent arrêté ;
  14° Condition d'admission : la condition visée à l'article 2, 6°, d), de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  15° Conditions d'octroi : les conditions autres que la condition d'admission visée au point 14° et qui sont visées à l'article 3/1, § 1er, alinéa 2, et § 2, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, et à l'article 6, § 1er.
Afdeling 2. - Doel en toepassingsgebied
Section 2. - Objet et champ d'application
Art.2. Onverminderd artikel 3/1, § 1, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2018, omvat het materiële toepassingsgebied van dit besluit ook de individuele hulpmiddelen die voldoen aan de in artikel 6, § 1, bedoelde toekenningsvoorwaarden
  Voor de toepassing van dit besluit wordt de toelatingsvoorwaarde beoordeeld op de dag dat de verzekeringsinstelling de aanvraag tot tegemoetkoming ontvangt. Aan de toelatingsvoorwaarde moet nog steeds op de datum van de levering of de verstrekking van het hulpmiddel voldaan zijn.
Art.2. Sans préjudice de l'article 3/1, § 1er, alinéa 2, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, le champ d'application matériel du présent arrêté contient également les aides individuelles qui remplissent les conditions d'octroi, visées à l'article 6, § 1er.
  Pour l'application du présent arrêté, la condition d'admission s'apprécie au jour de la réception de la demande d'intervention par l'organisme assureur. La condition d'admission doit encore être remplie à la date de la livraison ou de la prestation de l'aide.
Art.3. De verzekeringsinstellingen, in het kader van de conforme procedure, en het Multidisciplinair College, in het kader van de in artikel 12 bedoelde afwijkingsprocedure, kennen een tegemoetkoming toe voor een nieuw materieel individueel hulpmiddel of voor een tweedehands materieel individueel hulpmiddel, op voorwaarde dat deze laatste werd gecertificeerd door een technische expert.
  In voorkomende geval moet het materieel individueel hulpmiddel voldoen aan het artikel 1, 1., van besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van besluit 93/465/EEG van de Raad (hierna: besluit nr. 768/2008/EG). Het bewijs van de conformiteit van het materiële individuele hulpmiddel wordt geleverd door de aanwezigheid van de CE-markering zoals bedoeld in artikel R1, 16), van bijlage I van besluit nr. 768/2008/EG.
  Indien mogelijk, en voor zover dat vergelijkbare voordelen biedt, wordt de voorkeur gegeven aan de toekenning van een materieel individueel hulpmiddel dat licht en verplaatsbaar is. Daartoe kan de verzekeringstelling of het Multidisciplinaire College het voorwerp van de aanvraag tot tegemoetkoming herkwalificeren. Die keuze wordt uitdrukkelijk gemotiveerd in de beslissing tot tegemoetkoming waarvan de aanvrager in kennis wordt gesteld.
  Wanneer twee aanvragen worden ingediend voor materiële individuele hulpmiddelen die dezelfde functie vervullen en hetzelfde doel hebben, wordt slechts één tegemoetkoming toegekend.
Art.3. Les organismes assureurs, dans le cadre de la procédure conforme, et le Collège Multidisciplinaire dans le cadre de la procédure dérogatoire visée à l'article 12, interviennent pour une aide individuelle matérielle neuve ou pour une aide individuelle matérielle de seconde main, à condition que cette dernière soit certifiée par un technicien expert.
  Le cas échéant, l'aide individuelle matérielle doit être conforme à l'article premier, 1., de la Décision n° 768/2008/CE du Parlement européen et du Conseil du 9 juillet 2008 relative à un cadre commun pour la commercialisation des produits et abrogeant la décision 93/465/CEE du Conseil (ci-après : la Décision n° 768/2008/CE). La preuve de la conformité de l'aide individuelle matérielle est apportée par la présence du marquage `CE' tel que visé à l'article R1, 16), de l'Annexe I de la Décision n° 768/2008/CE.
  Lorsque c'est possible et pour autant qu'il offre des avantages similaires, l'octroi d'une intervention pour une aide individuelle matérielle légère transportable est privilégié. A cette fin, l'organisme assureur ou le Collège Multidisciplinaire peut requalifier l'objet de la demande d'intervention. Ce choix est expressément motivé dans la décision d'intervention notifiée au demandeur.
  Lorsque deux aides individuelles matérielles sont demandées, qui remplissent la même fonction et la même finalité, une seule intervention est octroyée.
HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen betreffende de nomenclatuur
CHAPITRE II. - Principes généraux relatifs à la nomenclature
Art.4. De bij dit besluit gevoegde nomenclatuur en maximumbedragen van de tegemoetkomingen worden goedgekeurd.
Art.4. La nomenclature et les plafonds des interventions annexés au présent arrêté sont approuvés.
Art.5. De leverings- en installatiekosten en de belasting over de toegevoegde waarde zijn opgenomen in de maximumbedragen van de nomenclatuur.
  In afwijking van het eerste lid, wanneer, in toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 20, van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, de btw, volgens de roerende of onroerende goederen waarop zij betrekking heeft, aan een variabel tarief onderworpen is, past de verzekeringsinstelling rechtstreeks het overeenstemmende tarief toe en neemt zij dit op in het bedrag van de tegemoetkoming.
  De kosten met betrekking tot de vergoeding bedoeld in artikel 41, § 3, 4°, van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, zijn niet opgenomen in de toegekende tegemoetkoming.
Art.5. Les frais afférents à la livraison, à l'installation et à la taxe sur la valeur ajoutée, sont intégrés dans les plafonds de la nomenclature.
  Par dérogation à l'alinéa premier, lorsque que la T.V.A. est applicable à taux variable en fonction du bien mobilier ou immobilier auquel elle est rattachée, en application de l'article 1er de l'arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970, fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux, l'organisme assureur applique directement le taux correspondant et l'intègre dans le montant de l'intervention octroyée.
  Les frais relatifs à la taxe visée à l'article 41, § 3, 4°, de l'ordonnance du 14 juin 2012 relative aux déchets, ne sont pas compris dans l'intervention octroyée.
Art.6. § 1. Onverminderd de in artikel 7 bedoelde wijze om een aanvraag tot tegemoetkoming in te dienen en de in artikel 3/1, § 1, tweede lid, en § 2, van de ordonnantie van 21 december 2018 bedoelde toekenningsvoorwaarden komt de aanvrager die aan de toelatingsvoorwaarde voldoet in aanmerking voor de toekenning van een tegemoetkoming voor een individueel hulpmiddel dat niet in de nomenclatuur is opgenomen, zoals bepaald in artikel 2, eerste lid, onder de volgende voorwaarden:
  1° het gevraagde hulpmiddel beantwoordt aan de definitie van een individueel hulpmiddel zoals bedoeld in artikel 2, 18/1°, van de ordonnantie van 21 december 2018;
  2° er is in de nomenclatuur die van kracht is op de datum van de indiening van de aanvraag geen enkel individueel hulpmiddel dat even specifiek aan de behoeften van de aanvrager kan beantwoorden als het beoogde individuele hulpmiddel, zoals blijkt uit de multidisciplinaire evaluatie (van de specifieke voorwaarden) inzake de handicap, bedoeld in artikel 3/1, § 3, 2°, van de ordonnantie van 21 december 2018 en uitgevoerd door het multidisciplinaire team van de verzekeringsinstelling dat met de aanvraag belast is. Deze voorwaarde wordt vervuld geacht wanneer een technologische innovatie beter voldoet aan de behoeften van de aanvrager dan een in de nomenclatuur opgenomen individueel hulpmiddel.
  3° het aangevraagde individuele hulpmiddel moet in ieder geval essentieel zijn voor de inclusie van de persoon met een handicap en de kostprijs ervan moet in verhouding staan tot de behoeften van de aanvrager. Deze twee criteria worden beoordeeld door het Multidisciplinair College, dat per geval de overeenstemming bepaalt tussen de kosten van de tegemoetkoming en de door de aanvrager aangevoerde behoefte.
  § 2. Voor zover voldaan is aan de in § 1, 1°, 2° en 3°, bedoelde voorwaarden, dient de betrokken verzekeringsinstelling binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van de beslissing van het multidisciplinaire team, een afwijkingsaanvraag in bij het Multidisciplinair College. De aanvraag wordt behandeld volgens de voorwaarden en regels van de in artikel 12 en volgende bedoelde afwijkingsprocedure.
  Het Multidisciplinair College beslist over het bedrag van de tegemoetkoming dat wordt toegekend overeenkomstig § 1, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, voor een maximumbedrag van achttienduizend honderdvijftig euro inclusief belasting over de toegevoegde waarde.
Art.6. § 1er Sans préjudice du mode d'introduction d'une demande d'intervention visé à l'article 7 et des conditions d'octroi, visées à l'article 3/1, § 1er, alinéa 2, et § 2, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, le demandeur qui remplit la condition d'admission, peut bénéficier de l'octroi d'une intervention, pour une aide individuelle non reprise dans la nomenclature, tel que prévu à l'article 2, alinéa 1er, aux conditions suivantes :
  1° l'aide demandée correspond à la définition d'une aide individuelle telle que visée à l'article 2, 18/1°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  2° il n'existe pas, dans la nomenclature en vigueur à la date d'introduction de la demande, d'aide individuelle susceptible de répondre aussi spécifiquement aux besoins du demandeur que l'aide individuelle envisagée, tel que cela ressort de l'évaluation multidisciplinaire (des conditions spécifiques) du handicap, visée à l'article 3/1, § 3, 2°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 et réalisée par l'équipe multidisciplinaire de l'organisme assureur en charge de la demande. Cette condition est réputée remplie, lorsqu'une innovation technologique, répond de manière plus adéquate aux besoins du demandeur qu'une aide individuelle reprise dans la nomenclature.
  3° l'aide individuelle demandée doit en toute hypothèse, être indispensable à l'inclusion de la personne handicapée et présenter un coût raisonnable eu égard au besoin du demandeur. Ces deux critères sont évalués par le Collège Multidisciplinaire qui détermine, au cas par cas, l'adéquation entre le coût de l'intervention et le besoin invoqué par le demandeur.
  § 2. Pour autant que les conditions visées au paragraphe 1er, 1°, 2° et 3°, soient remplies, l'organisme assureur concerné, dans un délai de quinze jours à compter du lendemain suivant la date de la décision de l'équipe multidisciplinaire, transmet une demande dérogatoire au Collège Multidisciplinaire. La demande est prise en charge aux conditions et selon les modalités de la procédure dérogatoire visées aux articles 12 et suivants.
  Le Collège Multidisciplinaire décide du montant de l'intervention octroyée conformément au paragraphe 1er, dans les limites des crédits budgétaires disponibles, pour un montant plafonné à dix-huit mille cent-cinquante euros taxe sur la valeur ajoutée comprise.
HOOFDSTUK III. - Procedures en regels voor de toekenning van tegemoetkomingen
CHAPITRE III. - Procédures et modalités d'octroi des interventions
Afdeling 1. - Conforme procedure
Section 1re. - Procédure conforme
Onderafdeling 1. - Indiening van de aanvraag
Sous-section 1. - Introduction de la demande
Art.7. § 1. De aanvrager dient zijn aanvraag in via een formulier dat overeenstemt met het model dat werd vastgesteld door Iriscare, goedgekeurd door de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, bedoeld in artikel 9, § 2, 2°, van de ordonnantie van 23 maart 2017, op advies van de Expertencommissie.
  Het in het eerste lid bedoelde formulier omvat met name:
  a) een administratief formulier;
  b) een medisch formulier en/of medische verslagen voor de omschrijving van de beperking en de gevolgen ervan in termen van onbekwaamheid en handicap; dat formulier wordt ingevuld door een door de aanvrager vrij gekozen arts.
  Onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeringsinstelling om krachtens artikel 20, § 1, a), de aanvrager bewijsstukken en/of bijkomende inlichtingen te vragen, en in afwijking van het eerste lid, kan de aanvraag worden ingediend via een door de aanvrager of zijn vertegenwoordiger opgestelde brief.
  § 2. Ongeacht de wijze waarop de aanvraag wordt ingediend, wordt de aanvraag tot tegemoetkoming gedateerd en ondertekend door de aanvrager of zijn vertegenwoordiger en:
  a) via een gewone, aangetekende of elektronische zending verstuurd naar de verzekeringsinstelling die belast is met de aanvraag;
  b) tegen ontvangstbewijs afgegeven op het adres van de verzekeringsinstelling die belast is met de aanvraag.
  Naargelang de indieningswijze van de aanvraag geldt de poststempel, de datum van het ontvangbewijs of de ontvangstdatum van het formulier via elektronische weg als datum van de aanvraag.
Art.7. § 1er. Le demandeur introduit sa demande au moyen d'un formulaire conforme au modèle fixé par Iriscare, adopté par le Conseil de gestion de la santé et de l'aide aux personnes visé à l'article 9, § 2, 2°, de l'ordonnance du 23 mars 2017, sur avis de la Commission d'experts.
  Le formulaire visé à l'alinéa 1er, comprend notamment :
  a) un formulaire administratif ;
  b) un formulaire médical et/ou des rapports médicaux portant sur la description de la déficience et ses répercussions en termes d'incapacité et de handicap ; ce formulaire est complété par un médecin choisi librement par le demandeur.
  Sans préjudice, de la faculté de l'organisme assureur, de demander des pièces justificatives et/ou des informations complémentaires au demandeur, en vertu de l'article 20, § 1er, a), et par dérogation à l'alinéa premier, la demande peut être introduite par lettre rédigée par le demandeur ou son représentant.
  § 2. Quel que soit le mode d'introduction de la demande, la demande d'intervention est datée et signée par le demandeur ou son représentant et :
  a) adressée par pli ordinaire, envoi recommandé ou envoi électronique à l'organisme assureur chargé de la demande ;
  b) déposée contre accusé de réception à l'adresse de l'organisme assureur chargé de la demande.
  Selon le mode d'introduction de la demande, le cachet de la poste, la date de l'accusé de réception ou la date de réception du formulaire par voie électronique, fait foi quant à la date de la demande.
Onderafdeling 2. - Regels voor de behandeling en het onderzoek van de aanvraag
Sous-section 2. - Modalités de traitement et instruction de la demande
Art.8. § 1. Een tegemoetkoming wordt enkel toegekend als het individuele hulpmiddel waarop ze betrekking heeft ten vroegste wordt geleverd of verstrekt op de datum van de kennisgeving van de beslissing tot tegemoetkoming.
  Naargelang de kennisgevingswijze van de beslissing geldt de poststempel, de datum van het ontvangstbewijs of de ontvangstdatum via elektronische weg als datum van de kennisgeving van de beslissing tot tegemoetkoming.
  § 2. In afwijking van § 1 kan een tegemoetkoming worden toegekend als de aanvrager de behoefte verantwoordt om over een individueel hulpmiddel te beschikken voordat hij een geldige aanvraag tot tegemoetkoming kon indienen of voordat hij een beslissing over zijn aanvraag tot tegemoetkoming heeft verkregen . Er wordt een termijn van maximum zes maanden toegestaan tussen de datum van de levering of verstrekking van de individueel hulpmiddel en de datum van de aanvraag tot tegemoetkoming.
  De in punt I.7. van de nomenclatuur bedoelde herstellings- en onderhoudsaanvragen in het kader van de in § 2, eerste lid, bedoelde afwijking hoeven niet te worden gemotiveerd.
  § 3. In afwijking van § 2 mogen aanpassingswerken aan roerende en onroerende goederen waarvoor een tegemoetkoming wordt toegekend niet beginnen vóór de kennisgeving van de beslissing tot tegemoetkoming aan de aanvrager.
  Facturen waarvan de datum vóór de kennisgevingsdatum van die beslissing valt, zullen niet aanvaard worden.
  Aanpassingswerken aan roerende en onroerende goederen moeten ten laatste worden aangevangen binnen een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de dag na de beslissing tot tegemoetkoming en moeten worden afgerond binnen een termijn van vierentwintig maanden, te rekenen vanaf diezelfde datum.
Art.8. § 1er. Une intervention est octroyée uniquement si l'aide individuelle qui s'y attache, est livrée ou prestée au plus tôt, le jour de la notification de la décision d'intervention.
  Selon le mode de notification de la décision, le cachet de la poste, la date de l'accusé de réception ou la date de réception par voie électronique, fait foi quant à la date de la notification de la décision d'intervention.
  § 2. Par dérogation au paragraphe 1er, une intervention peut être octroyée, si le demandeur justifie du besoin de disposer d'une aide individuelle, avant qu'il ne puisse introduire valablement la demande d'intervention y relative ou avant d'avoir obtenu une décision sur sa demande d'intervention. Une durée de six mois maximum entre la date de livraison ou de prestation de l'aide individuelle et la date de la demande d'intervention est admise.
  Les demandes de réparation/entretien visées au point I.7. de la nomenclature, dans le cadre de la dérogation prévue au paragraphe 2, alinéa premier, ne doivent pas être motivées.
  § 3. Par dérogation au paragraphe 2, les travaux d'aménagements immobiliers et mobiliers, pour lesquels une intervention est octroyée, ne peuvent débuter avant la notification de la décision d'intervention au demandeur.
  Aucune facture dont la date est antérieure à la date de notification de cette décision ne sera acceptée.
  Les travaux d'aménagements immobiliers et mobiliers doivent être entamés au plus tard dans un délai de douze mois, à compter du lendemain de la date de la décision d'intervention et s'achever dans un délai de vingt-quatre mois, à partir de cette même date.
Art.9. § 1. De verzekeringsinstelling onderzoekt de ontvankelijkheid van het dossier en het of de toelatingsvoorwaarde is nageleefd.
  Na afloop van dit onderzoek:
  a) als het dossier onvolledig is, stelt de verzekeringsinstelling de aanvrager of zijn vertegenwoordiger daarvan in kennis;
  b) als het dossier niet ontvankelijk is, omdat de toelatingsvoorwaarde niet is vervuld, stelt de verzekeringsinstelling de aanvrager of zijn vertegenwoordiger in kennis van haar beslissing tot weigering van de tegemoetkoming.
  De in het tweede lid, a), bedoelde kennisgeving wordt via een gewone, aangetekende of elektronische zending naar de aanvrager of zijn vertegenwoordiger verstuurd, binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag waar de verzekeringstelling heeft vastgesteld dat de aanvraag onvolledig is en bevat de informatie die de aanvrager nodig heeft om zijn aanvraag te kunnen vervolledigen.
  De in het tweede lid, b), bedoelde kennisgeving wordt via een gewone, aangetekende of elektronische zending naar de aanvrager of zijn vertegenwoordiger verstuurd, binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag van de in § 1, tweede lid, b), bedoelde beslissing.
  § 2. Onverminderd de regels bedoeld in § 1, wordt het volledige aanvraagdossier, dat de toelatingsvoorwaarde vervult, in tweede instantie aan het multidisciplinaire team bezorgd voor het onderzoek van de toekenningsvoorwaarden.
Art.9. § 1er. L'organisme assureur examine la recevabilité du dossier et le respect de la condition d'admission.
  A l'issue de cet examen :
  a) si le dossier est incomplet, l'organisme assureur le notifie au demandeur ou à son représentant ;
  b) si le dossier est irrecevable, car la condition d'admission n'est pas remplie, l'organisme assureur notifie sa décision de refus d'intervention au demandeur ou à son représentant.
  La notification visée à l'alinéa 2, a), est adressée par pli ordinaire, envoi recommandé ou envoi électronique au demandeur ou à son représentant dans un délai de sept jours à compter du lendemain du jour où l'organisme assureur détermine le caractère incomplet de la demande et contient les informations nécessaires permettant au demandeur de compléter sa demande.
  La notification visée à l'alinéa 2, b), est adressée par pli ordinaire, envoi recommandé ou envoi électronique au demandeur ou à son représentant, dans un délai de quinze jours à compter du lendemain du jour suivant la décision visée au paragraphe 1er, alinéa 2, b).
  § 2. Sans préjudice des règles visées au paragraphe 1er, le dossier de demande complet, qui remplit la condition d'admission est adressé, à l'équipe multidisciplinaire, pour examen des conditions d'octroi.
Art.10. § 1. Voor de toepassing van artikel 3/1, § 3, 2°, van de ordonnantie van 21 december 2018 wordt bij elke verzekeringsinstelling een multidisciplinair team opgericht dat belast is met de multidisciplinaire evaluatie van de aanvragen tot tegemoetkoming, met inbegrip van de multidisciplinaire evaluatie (van de specifieke voorwaarden) inzake de handicap overeenkomstig artikel 3/1, § 3, 2°, van de ordonnantie van 21 december 2018.
  § 2. Het multidisciplinaire team bestaat uit minstens drie leden, die aangewezen worden door de verzekeringsinstelling:
  a) een lid dat houder is van het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde zoals bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en dat een Brussels medisch adviseur kan zijn in de zin van artikel 25/1, § 1, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2018;
  b) een lid dat een paramedisch beroep uitoefent zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen of een gezondheidszorgberoep zoals bedoeld in koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, in het bijzonder de kinesitherapie, de klinische psychologie, de verpleegkunde of de logopedie;
  c) een administratief deskundige.
Art.10. § 1er. Pour l'application de l'article 3/1, § 3, 2°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, il est créé, au sein de chaque organisme assureur, une équipe multidisciplinaire chargée de l'évaluation multidisciplinaire des demandes d'intervention, en ce compris, l'évaluation multidisciplinaire (des conditions spécifiques) du handicap, conformément à l'article 3/1, § 3, 2°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018.
  § 2. L'équipe multidisciplinaire se compose, au minimum, de trois membres, désignés par l'organisme assureur :
  a) un membre portant le titre de docteur en médecine chirurgie et accouchement tel que visé à l'article 2, § 1er, alinéa premier, de l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé, et qui peut être un conseiller médical bruxellois au sens de l'article 25/1, § 1, alinéa 2, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  b) un membre exerçant une profession paramédicale telle que visée à l'article 1er de l'arrêté royal du 2 juillet 2009 établissant la liste des professions paramédicales ou une profession des soins de santé visée par l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé, notamment, la kinésithérapie, la psychologie clinique, l'art infirmier ou la logopédie ;
  c) un expert administratif .
Art.11. § 1. Onverminderd aanvragen tot tegemoetkoming die onderworpen zijn aan een beslissing van het Multidisciplinair College zoals bedoeld in artikel 12, neemt het multidisciplinaire team een gezamenlijke beslissing over een aanvraag tot tegemoetkoming.
  Het multidisciplinaire team beslist nadat het heeft vastgesteld of de toekenningsvoorwaarden van de aanvraag al dan niet bestaan en houdt er rekening mee of de aanvraag geschikt is voor de specifieke behoeften van de aanvrager.
  § 2. Het multidisciplinaire team beslist, in voorkomend geval, over het toe te kennen bedrag in overeenstemming met artikel 18.
  De toegekende tegemoetkoming mag in geen geval de in de nomenclatuur vastgestelde maxima overschrijden.
  § 3. De door de verzekeringsinstellingen genomen beslissing over de tegemoetkoming wordt met bijzondere redenen omkleed en heeft minstens betrekking op:
  a) de toekenning of weigering tot toekenning van de tegemoetkoming;
  b) de naleving of niet-naleving van elke toekenningsvoorwaarde voor de gevraagde tegemoetkoming;
  c) in voorkomend geval, het bedrag van de toegekende tegemoetkoming;
  d) de beroepsmiddelen en de mogelijkheid om een toelichting op de beslissing te krijgen van de dienst die het dossier beheert of van een aangewezen informatiedienst;
  e) de geldigheidsduur van de beslissing.
  De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor de bijstand aan personen kunnen het model voor de door de verzekeringsinstellingen genomen beslissing over de tegemoetkoming vaststellen.
  § 4. De in § 3 bedoelde beslissing wordt door de verzekeringsinstelling betekend binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van de beslissing.
Art.11. § 1er. Sous réserve des demandes d'intervention devant faire l'objet d'une décision du Collège Multidisciplinaire telles que visées à l'article 12, l'équipe multidisciplinaire rend sa décision sur une demande d'intervention collégialement.
  L'équipe multidisciplinaire statue après avoir constaté ou non, l'existence des conditions d'octroi en tenant compte de l'adéquation de la demande par rapport aux besoins spécifiques du demandeur.
  § 2. Le cas échéant, l'équipe multidisciplinaire statue sur le montant qui sera octroyé conformément à l'article 18.
  L'intervention octroyée ne peut en aucun cas, dépasser les plafonds fixés dans la nomenclature.
  § 3. La décision sur l'intervention rendue par les organismes assureurs est spécialement motivée et porte, au minimum, sur :
  a) l'octroi ou le refus d'octroi d'intervention ;
  b) le respect ou le non-respect de chaque condition d'octroi pour l'intervention demandée ;
  c) le cas échéant, le montant de l'intervention octroyée ;
  d) les voies de recours ainsi que la possibilité d'obtenir toute explication sur la décision auprès du service qui gère le dossier ou d'un service d'information désigné ;
  e) la durée de validité de la décision.
  Les Membres du Collège Réuni qui ont l'aide aux personnes dans leurs attributions, peuvent fixer le modèle de décision rendue par les organismes assureurs, en matière d'intervention.
  § 4. La décision visée au § 3 est notifiée par l'organisme assureur dans les quinze jours à partir du lendemain de la date de la décision.
Afdeling 2. - Afwijkingsprocedure
Section 2. - Procédure dérogatoire
Art.12. § 1. Een afwijkingsaanvraag, zoals bepaald in artikel 3/1, § 2, 2°, tweede zin, van de ordonnantie van 21 december 2018 wordt door de verzekeringsinstelling ingediend bij het Multidisciplinair College onder de voorwaarden bepaald in § 2.
  § 2. Onverminderd artikel 10, § 1, en in toepassing van artikel 3/1, § 2, 2°, tweede zin, van de ordonnantie van 21 december 2018, stelt het multidisciplinair team tijdens de multidisciplinaire evaluatie (van de specifieke voorwaarden) inzake de handicap het volgende vast:
  a) het duidelijke bestaan van een handicap, echter zonder dat de in artikel 3/1, § 2, 2°, eerste zin, van de ordonnantie van 21 december 2018 bedoelde voorwaarden zijn vervuld. Het bestaan van een handicap is duidelijk wanneer uit het onderzoek van de bewijsstukken van de aanvraag tot tegemoetkoming door het multidisciplinair team, en meer bepaald de medische formulieren en/of medische verslagen bedoeld in artikel 7, § 1, tweede lid, b), blijkt dat de aanvrager langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen vertoont die hem in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving, en waarvan de effectieve gevolgen zouden kunnen worden verminderd door de toekenning van een tegemoetkoming voor het gevraagde individuele hulpmiddel, om zo zijn inclusie in de samenleving te vergemakkelijken;
  b) en/of dat het gevraagde individuele hulpmiddel niet is opgenomen in de nomenclatuur, maar in aanmerking komt om de in artikel 6, § 1, 1°, 2° en 3°, bedoelde voorwaarden te vervullen ;
  Het multidisciplinaire team richt, overeenkomstig artikel 12, § 4, van de ordonnantie van 21 december 2018, binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum waarop het het afwijkende karakter van de aanvraag vaststelt, het dossier van de aanvrager en een met redenen omkleed advies aan het Multidisciplinair College met het oog op de in de § 1 bedoelde afwijkingsprocedure.
Art.12. § 1er . Une demande dérogatoire, telle que définie à l'article 3/1, § 2, 2°, seconde phrase, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 est adressée par l'organisme assureur auprès du Collège Multidisciplinaire aux conditions visées au paragraphe 2.
  § 2. Sans préjudice de l'article 10, § 1er, et en application de l'article 3/1, § 2, 2°, seconde phrase, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, si, lors de l'évaluation multidisciplinaire (des conditions spécifiques) du handicap, l'équipe multidisciplinaire constate :
  a) l'existence manifeste d'un handicap, sans toutefois, que les conditions visées à l'article 3/1, § 2, 2°, première phrase, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, ne soient remplies . L'existence d'un handicap est manifeste, lorsqu'il ressort de l'examen des pièces justificatives de la demande d'intervention par l'équipe multidisciplinaire, et en particulier des formulaires médicaux et/ou rapports médicaux, visés à l'article 7, § 1er, alinéa 2, b), que le demandeur présente des incapacités physiques, mentales intellectuelles ou sensorielles durables, dont l'interaction avec diverses barrières fait obstacle à sa pleine et effective participation à la société, et dont les répercussions effectives pourraient être atténuées par l'octroi d'une intervention pour l'aide individuelle demandée et ainsi, faciliter son inclusion dans la société ;
  b) et/ou que l'aide individuelle demandée n'est pas reprise dans la nomenclature, mais est susceptible de remplir les conditions visées à l'article 6, § 1er, 1°, 2° et 3° ;
  L'équipe multidisciplinaire adresse, conformément à l'article 12, § 4, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, dans un délai de quinze jours à compter du lendemain de la date à laquelle elle détermine le caractère dérogatoire de la demande, le dossier du demandeur et un avis motivé, au Collège Multidisciplinaire en vue de la procédure dérogatoire visée au paragraphe premier.
Art.13. Het Multidisciplinair College neemt zijn beslissing na een multidisciplinair onderzoek en houdt daarbij rekening met de daadwerkelijke impact van de vastgestelde vermindering, overeenkomstig artikel 3/1, § 2, 2°, tweede zin, van de ordonnantie van 21 december 2018 en of het aangevraagde hulpmiddel geschikt is voor de handicap van de aanvrager.
  Daartoe kan het Multidisciplinair College de afwijkingsaanvraag ter advies voorleggen aan de Expertencommissie, in toepassing van artikel 23/1, derde lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017.
Art.13. Le Collège Multidisciplinaire rend sa décision après examen multidisciplinaire en tenant compte des répercussions effectives de la limitation constatée, conformément à l'article 3/1, § 2, 2°, seconde phrase, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, et de l'adéquation entre l'aide demandée et le handicap du demandeur.
  A cette fin, le Collège Multidisciplinaire peut soumettre la demande dérogatoire à l'avis de la Commission d'experts, en application de l'article 23/1, alinéa 3, de l'ordonnance du 23 mars 2017.
Art.14. § 1. De beslissing van het Multidisciplinair College wordt met bijzondere redenen omkleed en heeft minstens betrekking op:
  a) de toekenning of weigering tot toekenning van de tegemoetkoming;
  b) de naleving of niet-naleving van elke de toekenningsvoorwaarde voor de gevraagde tegemoetkoming;
  c) in voorkomend geval, het bedrag van de toe te kennen tegemoetkoming, rekening houdend met de regels bedoeld in artikel 6, § 2, tweede lid, en artikel 20, § 2;
  d) de beroepsmiddelen en de mogelijkheid om een toelichting op de beslissing te krijgen van de dienst die het dossier beheert of van een aangewezen informatiedienst;
  e) de geldigheidsduur van de beslissing.
  De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor de bijstand aan personen kunnen het model voor de door het Multidisciplinair College uitgebrachte beslissing over de tegemoetkoming vaststellen.
  § 2. Het Multidisciplinair College stelt de betrokken verzekeringsinstelling in kennis van zijn beslissing binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van de beslissing.
  De verzekeringsinstelling stelt op haar beurt de aanvrager in kennis van de beslissing van het Multidisciplinair College via een gewone, aangetekende of elektronische zending, binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bekendmaking. De kennisgeving van de verzekeringsinstelling aan de aanvrager bevat minstens:
  a) een eensluidend afschrift van de beslissing van het Multidisciplinair College;
  b) een mededeling die de beroepsmiddelen en de termijnen vermeldt;
  c) een mededeling met betrekking tot regels van de betaling van de tegemoetkoming van de verzekeringstelling.
  In voorkomend geval betaalt de verzekeringsinstelling de op beslissing van het Multidisciplinair College toegekende tegemoetkoming binnen de in artikel 24 bedoelde termijn.
Art.14. § 1er. La décision du Collège Multidisciplinaire est spécialement motivée et porte, au minimum, sur :
  a) l'octroi ou le refus d'octroi d'intervention ;
  b) le respect ou le non-respect de chaque condition d'octroi pour l'intervention demandée ;
  c) le cas échéant, le montant de l'intervention à octroyer, compte-tenu, des règles visées à l'article 6, § 2, alinéa 2, et à l'article 20, § 2 ;
  d) les voies de recours ainsi que la possibilité d'obtenir toute explication sur la décision auprès du service qui gère le dossier ou d'un service d'information désigné ;
  e) la durée de validité de la décision.
  Les Membres du Collège Réuni qui ont l'aide aux personnes dans leurs attributions, peuvent fixer le modèle de décision rendue par le Collège Multidisciplinaire, en matière d'intervention.
  § 2. Le Collège Multidisciplinaire notifie sa décision à l'organisme assureur concerné dans un délai de quinze jours à compter du lendemain de la date de la décision.
  L'organisme assureur notifie à son tour, la décision du Collège Multidisciplinaire au demandeur, par pli ordinaire, envoi recommandé, ou envoi électronique, dans un délai de sept jours, à partir du jour suivant la réception de la notification visée à l'alinéa précédent. La notification de l'organisme assureur au demandeur, contient au minimum :
  a) Une copie conforme de la décision du Collège Multidisciplinaire ;
  b) Une notice énumérant les voies de recours ainsi que les délais ;
  c) Une notice relative aux modalités de paiement de l'intervention par l'organisme assureur.
  Le cas échéant, l'organisme assureur procède au paiement de l'intervention octroyée sur décision du Collège Multidisciplinaire, dans le délai visé à l'article 24.
Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Section 3. - Dispositions communes
Art.15. De bepalingen van deze afdeling moeten samen met de conforme procedure en de in artikel 12 en volgende bedoelde afwijkingsprocedure worden toegepast.
  Artikel 20 is ook van toepassing op de beroepsprocedure in artikel 26.
  Een aanvrager van wie de handicap eerder werd erkend, kan zich op deze erkenning beroepen bij een aanvraag tot tegemoetkoming.
  Het bewijs van de erkenning van de handicap wordt, in voorkomend geval, overeenkomstig artikel 12, § 2, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 bij de aanvraag tot tegemoetkoming gevoegd.
  Onverminderd een specifiekere in de nomenclatuur bepaalde geldigheidsduur van de beslissing tot tegemoetkoming en onverminderd een geval van overmacht zoals bedoeld in artikel 5.226, van het Burgerlijk Wetboek, is de geldigheidsduur van een beslissing tot tegemoetkoming één jaar vanaf de datum van de beslissing.
Art.15. Les dispositions relatives à la présente section sont applicables conjointement à la procédure conforme et, et à la procédure dérogatoire visée aux articles 12 et suivants.
  L'article 20 est également applicable à la procédure de recours visée à l'article 26.
  Le demandeur dont le handicap a antérieurement été reconnu peut se prévaloir de cette reconnaissance dans le cadre d'une demande d'intervention.
  La preuve de la reconnaissance du handicap, est jointe, le cas échéant, à la demande d'intervention, conformément à l'article 12, § 2, alinéa 2, de l'ordonnance du 21 décembre 2018.
  Sans préjudice d'une durée de validité de la décision d'intervention plus spécifique prévue dans la nomenclature et d'un cas de force majeure tel que visé à l'article 5.226 du Code civil, la durée de validité d'une décision d'intervention est de un an à compter de la date de la décision.
Onderafdeling 1. - Bijzondere regels
Sous-section 1. - Modalités particulières
Art.16. § 1. Een tegemoetkoming in de jaarlijkse onderhoudskosten van een materieel individueel hulpmiddel kan worden toegekend voor bepaalde soorten individuele hulpmiddelen volgens de in de nomenclatuur vastgestelde voorwaarden of voor een individueel hulpmiddel zoals bedoeld in artikel 6, § 1, volgens deze regels:
  1° deze tegemoetkoming is vastgesteld op 10% van het bedrag van de tegemoetkoming die is toegekend voor het individueel hulpmiddel dat wordt onderhouden.
  2° De verzekeringsinstellingen kunnen de aanvrager vragen om de nodige bewijsstukken of bijkomende inlichtingen te bezorgen over het onderhoud, met name de aankoopfactuur van het materiaal, een onderhoudsbestek of een onderhoudsovereenkomst, overeenkomstig artikel 20.
  3° De beslissing over het onderhoud wordt automatisch genomen tijdens het onderzoek van de aanvraag tot tegemoetkoming voor het materieel individueel hulpmiddel dat wordt onderhouden.
  In afwijking van het eerste lid moet de aanvrager, indien het materieel individueel hulpmiddel vóór 1 januari 2024 is aangekocht, een aanvraag tot onderhoud indienen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de onderhoudskosten.
  § 2. Een tegemoetkoming in de herstellingskosten is mogelijk voor bepaalde soorten materiële individuele hulpmiddelen, met uitzondering van de in de nomenclatuur bedoelde gevallen:
  1° Deze tegemoetkoming wordt vastgesteld op maximaal 40% van het bedrag van de tegemoetkoming die is toegekend voor het individueel hulpmiddel dat wordt hersteld en geldt voor alle herstellingsaanvragen voor de volledige duur van het gebruik van de hulpmiddelen.
  2° De verzekeringsinstellingen kunnen de aanvrager verzoeken om de nodige bewijsstukken of bijkomende inlichtingen te bezorgen over de herstelling, met name de aankoopfactuur van het materiaal, een herstellingsbestek of een herstellingsovereenkomst, overeenkomstig artikel 20.
  Als het bedrag van de herstelling het in 1° bedoelde maximumbedrag overschrijdt, wordt alleen het in dat maximumbedrag vervatte gedeelte van het bedrag terugbetaald.
  § 3. Onverminderd §§ 1 en 2 is een tegemoetkoming voor onderhoud of herstelling nog steeds mogelijk onder de voorwaarden die voor dit soort materiaal in de nomenclatuur zijn opgenomen:
  1° wanneer de aanvrager een materieel individueel hulpmiddel heeft aangekocht zonder een tegemoetkoming aan te vragen bij de verzekeringsinstelling en voldoet aan de administratieve voorwaarden en de (specifieke) handicapvoorwaarden voor de toekenning van dit materiaal;
  2° wanneer de aanvrager een tegemoetkoming in de kosten van een materieel individueel hulpmiddel werd geweigerd voor facturen die minstens zes maanden vóór de datum van de aanvraag tot tegemoetkoming zijn opgesteld.
  § 4. Wanneer een aanvraag tot hernieuwing zoals bedoeld in artikel 25, § 1, volgens de conforme procedure wordt ingediend, kan vanaf de datum van de levering of de verstrekking van het hernieuwde individuele hulpmiddel geen tegemoetkoming in de onderhouds- en/of herstellingskosten worden toegekend voor dat eerder toegekende materiële individuele hulpmiddel.
  § 5. De in artikel 25, § 2, bedoelde aanvragen voor de voortijdige hernieuwing van een individueel hulpmiddel of voor de in § 2, bedoelde herstelling ingevolge schade of diefstal moeten door de aanvrager worden gemotiveerd aan de hand van een bewijsstuk van de verzekeringsmaatschappij of van het proces-verbaal van de politie. Overeenkomstig artikel 17, § 1, van de ordonnantie van 21 december 2018 wordt de tegemoetkoming geweigerd of verminderd tot het bedrag dat niet door de verzekering wordt gedekt.
  In afwijking van het vorige lid wordt geen tegemoetkoming toegekend voor een aanvraag tot herstelling of vervanging van de aanpassingen aan een voertuig ingevolge schade of diefstal als bedoeld in punt V.2. van de nomenclatuur.
Art.16. § 1er . Une intervention dans les frais d'entretien d'une aide individuelle matérielle peut être octroyée pour certains types d'aide individuelle aux conditions fixées dans la nomenclature, ou pour une aide individuelle visée à l'article 6, § 1er, selon les modalités suivantes :
  1° Cette intervention est fixée à 10% du montant de l'intervention octroyée pour l'aide individuelle entretenue.
  2° Les organismes assureurs peuvent solliciter du demandeur qu'il apporte les justificatifs ou informations complémentaires nécessaires concernant l'entretien, notamment, la facture d'achat du matériel, un devis d'entretien ou un contrat d'entretien, conformément à l'article 20.
  3° La décision relative à l'entretien est automatiquement prise lors de l'examen de la demande relative à l'intervention pour l'aide individuelle matérielle objet de l'entretien.
  Par dérogation à l'alinéa premier, si l'aide individuelle matérielle a été acquise avant le 1er janvier 2024, le demandeur doit introduire une demande d'entretien pour pouvoir bénéficier d'une intervention dans les frais d'entretien.
  § 2. Une intervention dans le coût d'une réparation est possible pour certains types d'aides d'individuelles matérielles, à l'exclusion des cas prévus dans la nomenclature :
  1° Cette intervention est plafonnée à 40% du montant de l'intervention octroyée pour l'aide individuelle réparée et est imputable à toute les demandes de réparation, pour toute la durée d'utilisation de l'aide.
  2° Les organismes assureurs peuvent solliciter du demandeur qu'il apporte les justificatifs ou informations complémentaires nécessaires concernant la réparation, notamment, la facture d'achat du matériel, un devis de réparation ou un contrat de réparation conformément à l'article 20.
  Si le montant de la réparation excède le plafond visé au 1°, seule la part du montant reprise dans le plafond est remboursée.
  § 3. Sans préjudice des paragraphes 1 et 2, une intervention en entretien/réparation est encore possible moyennant les conditions reprises pour ce type de matériel dans la nomenclature :
  1° lorsque le demandeur a acquis une aide individuelle matérielle sans demander une intervention, à l'organisme assureur et qu'il répond aux conditions administratives et (spécifiques) de handicap, pour l'octroi de ce matériel ;
  2° lorsque le demandeur s'est vu refuser une intervention dans le coût d'une aide individuelle matérielle pour des factures émises au minimum, six mois avant la date de la demande d'intervention.
  § 4. Lorsqu'une demande de renouvellement, telle que visée à l'article 25, § 1er, est introduite, selon la procédure conforme, aucune intervention pour les frais de réparation/d'entretien ne peut être accordée pour la même aide individuelle matérielle précédemment octroyée et ce à partir de la date de livraison ou de prestation de l'aide individuelle renouvelée.
  § 5. Les demandes de renouvellement anticipé visées à l'article 25, § 2, d'aide individuelle matérielle ou de réparation visée au paragraphe 2, consécutive d'un sinistre ou d'un vol, doivent être motivées par le demandeur au moyen d'un justificatif de la compagnie d'assurance ou du procès-verbal de la police. En application de l'article 17, § 1er, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, l'intervention est refusée ou réduites aux montants éventuellement non-couverts par l'assurance.
  Par dérogation à l'alinéa précédent, aucune intervention n'est octroyée pour une demande de réparation ou de remplacement des adaptations d'un véhicule suite à un sinistre ou un vol visées au point V.2. de la nomenclature.
Art.17. In afwijking van het beginsel van artikel 15, eerste lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 mogen tegemoetkomingen gecumuleerd worden onder de volgende voorwaarden:
  1° de individuele hulpmiddelen, limitatief opgesomd in 2°, zijn bestemd voor een minderjarige, die de toelatingsvoorwaarde vervult, die gewoonlijk op twee verschillende adressen verblijft in het kader van een gedeelde huisvesting, die hetzij bij een door de rechter geregistreerde of goedgekeurde overeenkomst, hetzij bij een door de bevoegde rechtbanken in toepassing van artikel 374, § 1, vierde lid, en § 2, van het Burgerlijk Wetboek uitgesproken rechterlijke beslissing is vastgelegd, hetzij op een andere wijze indien de gemeenschappelijke huisvesting berust op een minnelijke schikking;
  2° de gevraagde cumulatie heeft betrekking op communicatiehulpmiddelen, aanvullende uitrusting en/of uitrustingsgoederen, zoals omschreven in punt, III, VI,4, et II, van de nomenclatuur of heeft betrekking op een individueel hulpmiddel zoals bedoeld in artikel 6, § 1;
  3° de twee adressen zijn gelegen op het grondgebied van België;
  4° de toekenning van een materieel individueel hulpmiddel dat licht en verplaatsbaar is, kan niet voorzien in de behoeften van de persoon bedoeld in 1°.
Art.17. Par dérogation au principe défini à l'article 15, alinéa premier, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, un cumul d'interventions est autorisé aux conditions suivantes :
  1° les aides individuelles, limitativement énumérées au 2°, sont destinées à une personne mineure, remplissant la condition d'admission, qui réside de manière habituelle à deux adresses différentes dans le cadre d'un hébergement partagé constaté, soit par une convention enregistrée ou homologuée par un juge, soit par une décision judiciaire prononcée par les tribunaux compétents en application de l'article 374, § 1er, alinéa 4, et § 2, du Code civil, soit par tout autre moyen si l'hébergement partagé a pour base un accord amiable ;
  2° le cumul demandé porte sur, les aides à la communication, l'équipement complémentaire et/ou les biens d'équipement, tels que définis aux points III, VI, 4, et II, de la nomenclature ou porte sur une aide individuelle telle que visée à l'article 6, § 1er ;
  3° les deux adresses sont situées sur le territoire de la Belgique ;
  4° l'octroi d'une aide individuelle matérielle transportable légère n'est pas à même de répondre au besoin de la personne visée au 1°.
Onderafdeling 2. - Regels voor de betaling van de tegemoetkomingen
Sous-section 2. - Modalités de paiement des interventions
Art.18. § 1. De bedragen van de toegekende tegemoetkoming en van de uit te voeren betaling worden bepaald binnen de grenzen van de in de nomenclatuur vastgelegde maximumbedragen en:
  1° op basis van de waarde van het individuele hulpmiddel op de dag van ontvangst van de aanvraag door de verzekeringsinstelling;
  2° op basis van de door de aanvrager bezorgde aankoopfactuur met betrekking tot het individuele hulpmiddel. Behoudens een geval van overmacht zoals bedoeld in artikel 5.226 van het Burgerlijk Wetboek, en onverminderd artikel 8, § 2 en § 3, moet de aankoopfactuur bezorgd worden tijdens de geldigheidsduur van de beslissing.
  § 2. Om het bedrag van de tegemoetkoming te bepalen, gaat de verzekeringsinstelling of de Multidisciplinair College na of de bedragen in de in § 1 bedoelde aankoopfactuur overeenstemmen met de bedragen die vermeld staan in het bestek of de bestekken, in voorkomend geval, en/of de beslissing tot tegemoetkoming.
  Als de in § 1, 1° en 2°, bedoelde bedragen niet overeenstemmen en tenzij de beslissing tot tegemoetkoming werd genomen door het Multidisciplinair College in toepassing van artikel 12, herziet de verzekeringsinstelling het uit te betalen bedrag van de tegemoetkoming op basis van de in § 1, 2°, bedoelde aankoopfactuur. In ieder geval mag het uitbetaalde bedrag dat vermeld is in de kennisgeving van de betaling niet hoger zijn dan het bedrag dat vermeld is in de beslissing tot tegemoetkoming, noch hoger zijn dan het bedrag van het aangekochte individuele hulpmiddel.
Art.18. § 1er. Les montants, de l'intervention octroyée et du paiement à liquider, sont déterminés dans la limite des montants plafonds fixés dans la nomenclature et :
  1° sur base de la valeur de l'aide individuelle, au jour de la réception de la demande par l'organisme assureur ;
  2° sur base de la facture d'achat, relative à l'aide individuelle, transmise par le demandeur. Sauf cas de force majeure tel que visé à l'article 5.226 du Code civil, et sans préjudice de l'article 8, § 2 et § 3, la facture d'achat doit être fournie pendant la durée de validité de la décision
  § 2. Pour déterminer le montant de l'intervention, l'organisme assureur ou le Collège Multidisciplinaire, vérifie l'adéquation entre les montants figurant sur la facture d'achat visée au paragraphe premier et les montants figurant dans le/les devis, le cas échéant, et/ou la décision d'intervention.
  Si les montants visés au paragraphe premier, 1° et 2°, ne correspondent pas et sauf si la décision d'intervention a été rendue par le Collège Multidisciplinaire en application de l'article 12, l'organisme assureur réévalue le montant du paiement à liquider sur base de la facture d'achat visée au paragraphe premier, 2°. En toute hypothèse, le montant du paiement liquidé figurant sur la notification de paiement ne peut être supérieur, au montant mentionné dans la décision d'intervention, ainsi qu'au montant de l'aide individuelle acquise.
Art.19. § 1. De regels voor de betaling van de tegemoetkomingen door de verzekeringsinstellingen aan de aanvrager zijn als volgt vastgesteld:
  1° de tegemoetkoming wordt betaald, na ontvangst van de in artikel 18, § 1, 2°, bedoelde aankoopfactuur, en binnen de in artikel 24 bepaalde termijn, op de persoonlijke rekening van de aanvrager of, in voorkomend geval:
  a) van de verstrekker, wanneer hij overnemer is en de schuldvordering die voortvloeit uit de aanvraag tot tegemoetkoming aan hem is overgedragen door de aanvrager;
  b) van zijn vertegenwoordiger als hij door de wet, een rechterlijke beslissing of een mandaat, de betaling niet kan ontvangen op zijn persoonlijke rekening;
  c) van de aangeslotene bij de betrokken verzekeringsinstelling, die de aanvrager als persoon ten laste heeft in de zin van artikel 2, § 3, derde streepje, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
  2° Indien nodig wordt een eensluidend afschrift van de rechterlijke beslissing of de volmacht bij de financiële en transactiegegevens van de vertegenwoordiger gevoegd.
  - § 2. De aanvrager of zijn vertegenwoordiger, zoals bedoeld in § 1, 1°, meldt alle wijzigingen van zijn financiële en transactiegegevens die nodig zijn voor de betaling van de tegemoetkoming.
Art.19. § 1er . Les modalités de paiement des interventions par les organismes assureurs au demandeur sont fixées comme suit :
  1° le paiement de l'intervention se fait, après réception de la facture d'achat visée à l'article 18, § 1er, 2°, et selon le délai prévu à l'article 24 sur le compte personnel du demandeur ou, le cas échéant :
  a) du prestataire, lorsque ce dernier est cessionnaire et que la créance née de la demande d'intervention lui a été cédée par le demandeur ;
  b) de son représentant si, par effet de la loi, d'une décision judiciaire ou d'un mandat, il ne peut percevoir le paiement sur son compte personnel ;
  c) de l'affilié à l'organisme assureur concerné, qui a le demandeur comme personne à charge, au sens de l'article 2, § 3, deuxième tiret, de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités.
  2° Si nécessaire, une copie conforme de la décision judiciaire ou du mandat est jointe aux coordonnées financières et transactionnelles du représentant.
  § 2. Le demandeur ou son représentant tel que visé au paragraphe 1er, 1°, signale toute modification de ses données financières et transactionnelles nécessaires pour le paiement de l'intervention.
Onderafdeling 3. - Bewijsstukken en aanvullende inlichtingen
Sous-section 3. - Pièces justificatives et informations complémentaires
Art.20. § 1 Bij de behandeling van een aanvraag tot tegemoetkoming:
  a) mogen de verzekeringsinstellingen, overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van de ordonnantie van 21 december 2018, bewijsstukken of bijkomende inlichtingen vragen die nodig of nuttig zijn voor de behandeling van de aanvraag tot tegemoetkoming;
  b) mag het Multidisciplinair College, overeenkomstig artikel 12, §§ 4 en 5, van de ordonnantie van 21 december 2018 en artikel 41/1, § 3, 2° en 3°, van de ordonnantie van 23 maart 2017, bewijsstukken of bijkomende inlichtingen vragen die nodig of nuttig zijn voor de behandeling van de aanvraag tot tegemoetkoming.
  § 2. Onverminderd § 1 mogen de verzekeringsinstellingen en het Multidisciplinair College de aanvrager vragen een of meer bestekken of offertes van verstrekkers voor te leggen, met ook een toelichting van de verstrekkers over de doeltreffendheid en de bijzondere kenmerken van het aangevraagde individuele hulpmiddel.
Art.20. § 1er. Dans le cadre du traitement d'une demande d'intervention :
  a) les organismes assureurs peuvent solliciter l'obtention de pièces justificatives ou informations complémentaires, nécessaires ou utiles au traitement de la demande d'intervention conformément aux articles 11 et 12 de l'ordonnance du 21 décembre 2018 ;
  b) le Collège Multidisciplinaire peut solliciter l'obtention de pièces justificatives ou informations complémentaires, nécessaires ou utiles au traitement de la demande d'intervention conformément à l'article 12, §§ 4 et 5, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 et 41/1, § 3, 2° et 3°, de l'ordonnance du 23 mars 2017 ;
  § 2. Sans préjudice du paragraphe 1er, les organismes assureurs et le Collège Multidisciplinaire, peuvent réclamer au demandeur de présenter, un ou plusieurs devis ou offres de prix émanant de prestataires, ainsi qu'une explication sur l'efficacité et les caractéristiques particulières de l'aide individuelle demandée.
Art.21. De verzekeringsinstellingen en het Multidisciplinair College mogen, als zij dat nodig achten om hun beslissing te nemen, een testattest van het individueel hulpmiddel eisen om na te gaan of het effectief voldoet aan de betrokken specifieke behoeften.
  Het in het eerste lid bedoelde testattest wordt afgeleverd door een verstrekker, een professional die erkend en/of bevoegd is om de tests uit te voeren.
  In afwijking van het eerste lid wordt de aanvrager vrijgesteld van de verplichting een testattest af te leveren wanneer hij op basis van een doktersattest kan aantonen dat hij fysiek niet in staat is het hulpmiddel uit te testen en dat het bewijs van de behoefte aan het hulpmiddel werd vastgesteld door de verzekeringsinstelling of het Multidisciplinair College.
Art.21. Les organismes assureurs et le Collège Multidisciplinaire peuvent, si ils l'estiment nécessaire pour rendre leur décision, exiger la délivrance d'une attestation d'essai de l'aide individuelle par le demandeur afin de vérifier qu'elle répond effectivement aux besoins spécifiques considérés.
  L'attestation d'essai visée à l'alinéa premier, est délivrée par un prestataire, un professionnel agrée et/ou compétent pour réaliser les tests.
  Par dérogation à l'alinéa premier, le demandeur est dispensé de l'obligation de délivrance d'une attestation d'essai, lorsque il est en mesure de justifier, sur base d'un certificat médical, qu'il n'est pas physiquement en mesure de pouvoir procéder à l'essai et que la preuve de la nécessité de disposer de l'aide a été constatée par l'organisme assureur ou le Collège Multidisciplinaire.
Art.22. Behoudens overmacht zoals bedoeld in artikel 5.226, van het Burgerlijk Wetboek is de aanvrager verplicht de verzekeringsinstelling of het Multidisciplinair College, die of dat belast is met de aanvraag, binnen een redelijke termijn in kennis te stellen van elke verandering in een of meer voorwaarden op grond waarvan hij een van de toegekende tegemoetkomingen heeft kunnen verkrijgen.
Art.22. Sauf cas de force majeure telle que visée à l'article 5.226, du Code civil, le demandeur est tenu d'avertir, dans un délai raisonnable, l'organisme assureur ou le Collège Multidisciplinaire, en charge de la demande, de tout changement dans une ou plusieurs des conditions qui lui ont permis d'obtenir l'une des interventions octroyées.
Onderafdeling 4. - Termijnen
Sous-section 4. - Délais
Art.23. § 1. Als het dossier volledig is, beschikt de verzekeringsinstelling over de maximumtermijn die is vastgesteld in artikel 3/1, § 3, 4°, van de ordonnantie van 21 december 2018, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum van ontvangst van de in artikel 7 bedoelde tegemoetkoming om een beslissing te nemen over de toekenning van een tegemoetkoming.
  Als een verzekeringsinstelling in toepassing van artikel 12 een afwijkingsaanvraag indient bij het Multidisciplinair College, beschikt het Multidisciplinair College over een termijn van honderdtwintig dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van ontvangst van de afwijkingsaanvraag, om zijn beslissing te nemen.
  De in het eerste lid bedoelde termijn wordt onderbroken door de indiening van een in artikel 12 bedoelde aanvraag.
  § 2. Wanneer het dossier van de aanvraag tot tegemoetkoming onvolledig is, stelt de verzekeringsinstelling, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, a), of het Multidisciplinair College, de aanvrager of zijn vertegenwoordiger daarvan in kennis.
  De aanvrager of zijn vertegenwoordiger wordt verzocht de in artikel 20 bedoelde bewijsstukken en/of aanvullende inlichtingen te verstrekken binnen een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving.
  Als de gevraagde ontbrekende bewijsstukken en/of inlichtingen niet verstrekt werden binnen de in het tweede lid bedoelde termijn, bezorgt de verzekeringsinstelling of het Multidisciplinair College de aanvrager een aanmaningsbrief.
  Vanaf de dag na ontvangst van de in § 2, derde lid, bedoelde kennisgeving, beschikt de aanvrager over bijkomende termijn van eenentwintig dagen om zijn aanvraag te vervolledigen. Na die termijn en behoudens een geval van overmacht, zoals bedoeld in artikel 5.226, van het Burgerlijk Wetboek, wordt de aanvraag onontvankelijk geacht en wordt het dossier geseponeerd op de eerste dag die volgt op de verstrijkingsdatum van de voornoemde termijn.
  De in § 2, tweede en vierde lid, bedoelde termijnen schorsen de termijnen bedoeld in § 1, eerste lid, in toepassing van artikel 3/1, § 3, 4°, van de ordonnantie van 21 december 2018 en bedoeld in § 1, tweede lid.
Art.23. § 1er . Si le dossier est complet, l'organisme assureur dispose du délai maximum fixé à l'article 3/1, § 3, 4°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, à compter du jour suivant la date de réception de la demande d'intervention visée à l'article 7, pour rendre sa décision concernant l'octroi d'une intervention.
  Si une demande dérogatoire est transmise par l'organisme assureur au Collège Multidisciplinaire en application de l'article 12 le Collège Multidisciplinaire dispose d'un délai de cent-vingt jours, à compter du lendemain suivant la date de réception de la demande dérogatoire pour rendre sa décision.
  Le délai visé à l'alinéa premier est interrompu par l'introduction d'une demande dérogatoire visée à l'article 12.
  § 2. Lorsque le dossier de demande d'intervention est incomplet, l'organisme assureur, conformément à l'article 9, § 1er, alinéa 2, a), ou le Collège Multidisciplinaire, le notifie au demandeur ou à son représentant.
  Le demandeur ou son représentant, est invité à communiquer les pièces justificatives et/ou les informations complémentaires, visées à l'article 20, dans un délai de soixante jours, à compter du jour suivant la date de réception de la notification visée l'alinéa premier.
  Si les pièces justificatives et/ou les informations manquantes demandées n'ont pas été communiquées dans le délai visé à l'alinéa 2, l'organisme assureur ou le Collège Multidisciplinaire notifie un courrier de rappel au demandeur.
  A partir du lendemain de la réception de la notification visée au paragraphe 2, alinéa 3, le demandeur dispose d'un délai supplémentaire de vingt-et-un jours pour compléter sa demande. Passé ce délai et sauf cas de force majeure, tel que visé à l'article 5.226, du Code civil, la demande est réputée irrecevable et le dossier classé sans suite le premier jour suivant l'échéance dudit délai.
  Les délais visés au paragraphe 2, alinéas 2 et 4, suspendent les délais visés au paragraphe 1er alinéa 1, en application de l'article 3/1, § 3, 4°, de l'ordonnance du 21 décembre 2018 et au paragraphe premier alinéa 2.
Art.24. De verzekeringsinstellingen betalen de tegemoetkomingen vanaf de datum waarop aan de in artikel 18 bedoelde betalingsvoorwaarden is voldaan, en uiterlijk binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag na de datum waarop de verzekeringsinstelling de aankoopfactuur heeft ontvangen, op voorwaarde dat de verzekeringsinstelling haar beslissing over de aanvraag tot tegemoetkoming heeft genomen.
Art.24. Les organismes assureurs procèdent au paiement des interventions, à partir de la date à laquelle la conditions de paiement visées à l'article 18, sont remplies, et au plus tard, dans un délai de soixante jours à partir du jour suivant la date de réception de la facture d'achat par l'organisme assureur, pour autant que ce dernier ait rendu sa décision sur la demande d'intervention.
Afdeling 4. - Hernieuwing van de individuele hulpmiddelen
Section 4. - Renouvellement des aides individuelles
Art.25. § 1. Een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de hernieuwing van een individueel hulpmiddel, wanneer in de nomenclatuur een hernieuwingstermijn is opgegeven en deze termijn is verstreken. In dat geval moet de aanvrager verantwoorden dat het te hernieuwen individuele hulpmiddel niet langer aan zijn huidige specifieke behoeften kan voldoen.
  Onverminderd specifieke regels in de nomenclatuur voor een bepaald soort individueel hulpmiddel, moet de aanvrager verantwoorden dat het te hernieuwen individuele hulpmiddel niet langer aan zijn huidige specifieke behoeften kan voldoen.
  Deze verantwoording kan, onder andere, worden gedaan door een doktersattest, een bestek van de leverancier of een schriftelijke toelichting van het gebruik van het te hernieuwen individuele hulpmiddel.
  § 2. De verzekeringsinstellingen of de Multidisciplinaire College mogen eventueel afwijken van de in de nomenclatuur bepaalde hernieuwingsstermijnen:
  1° wanneer de aanvrager kan verantwoorden dat het individuele hulpmiddel door de evolutie van zijn handicap niet meer aan zijn specifieke behoeften beantwoordt. In dat geval voegt de aanvrager bij zijn aanvraag een gedetailleerd medisch verslag waaruit de evolutie van de vermeende handicap blijkt, of een ander ondersteunend bewijsstuk van een bevoegde derde partij dat de wijzigingen in de handicapsituatie van de aanvrager aantoont;
  2° wanneer het individuele hulpmiddel niet meer werkt en niet meer kan worden hersteld ofwel wanneer de herstellingskosten niet in verhouding staan tot die van gelijkwaardig nieuw materiaal. In dat laatste geval kan de aanvrager een nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming indienen, die wordt bevestigd door een attest van de leverancier of van een erkende instantie.
  3° wanneer het te hernieuwen individuele hulpmiddel door een ongeval beschadigd is of verloren is gegaan door diefstal. De voorwaarden bedoeld in artikel 16, § 5, zijn van toepassing.
  In afwijking van het eerste lid zijn bepaalde in de nomenclatuur bedoelde individuele hulpmiddelen uitgesloten van het voordeel van vervroegde hernieuwing.
  § 3. In afwijking van § 1 en 2 kan geen tegemoetkoming voor een hernieuwing worden toegekend:
  1° tijdens de garantieperiode van het betrokken individuele hulpmiddel waarvan de periode twee jaar of meer dan twee jaar bedraagt in geval van verlenging van de garantie, behalve als een attest van de verkoper bewijst dat de materiële schade niet is gedekt door de garantie;
  2° indien vaststaat dat de oorzaak van de onherstelbaarheid toe te schrijven is aan nalatigheid van de gebruiker.
Art.25. § 1er. Une intervention peut être octroyée pour le renouvellement d'une aide individuelle, lorsque un délai de renouvellement est spécifié dans la nomenclature et que ce délai est arrivé à échéance. Dans ce cas, le demandeur doit justifier que l'aide individuelle à renouveler n'est plus à même de répondre à ses besoins spécifiques actuels.
  Sans préjudice de règles spécifiques prévues dans la nomenclature pour un certain type d'aide individuelle, le demandeur doit justifier que l'aide individuelle à renouveler n'est plus à même de répondre à ses besoins spécifiques actuels.
  Cette justification peut se faire, notamment, au moyen d'un certificat médical, d'un devis du fournisseur ou d'une explication écrite de l'utilisation qui a été faite de l'aide individuelle à renouveler.
  § 2. Les organismes assureurs ou le Collège Multidisciplinaire peuvent déroger aux délais de renouvellement prévus, le cas échéant, dans la nomenclature :
  1° lorsque le demandeur peut justifier que, compte-tenu l'évolution de la situation relative à son handicap, l'aide individuelle ne répond plus à ses besoins spécifiques. Dans ce cas, le demandeur joint à sa demande un rapport médical détaillé faisant état de l'évolution du handicap allégué, ou tout autre justificatif fourni par un tiers compétent de nature à prouver l'évolution de la situation du demandeur relative à son handicap ;
  2° lorsque l'aide individuelle ne fonctionne plus et n'est pas réparable, ou lorsque le coût de la réparation est disproportionné par rapport à celui d'un nouveau matériel équivalent. Dans ce dernier cas, le demandeur peut introduire une nouvelle demande d'intervention, confirmée par une attestation du fournisseur ou d'un organe agréé ;
  3° lorsque l'aide individuelle à renouveler a été endommagée des suites d'un sinistre ou perdue en conséquence d'un vol. Les conditions visées à l'article 16, § 5, s'appliquent.
  Par dérogation l'alinéa premier, certaines aides individuelles visées dans la nomenclature sont exclues du bénéfice du renouvellement anticipé.
  § 3. Par dérogation aux paragraphes 1 et 2, aucune intervention pour un renouvellement ne peut être accordé :
  1° au cours de la période couverte par une garantie sur l'aide individuelle considérée dont la période est de deux ans ou supérieure à deux ans en cas d'extension de garantie, sauf si une attestation fournie par le vendeur, prouve que le dégât matériel n'est pas couvert par la garantie ;
  2° si il est établi que la cause de l'irréparabilité provient d'une négligence de l'utilisateur.
HOOFDSTUK IV. - Beroepsmiddelen
CHAPITRE IV. - Voies de recours
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Section 1. - Dispositions générales
Art.26. Onverminderd het in artikel 32 van de ordonnantie van 21 december 2018 bedoelde beroep, wordt het administratief beroep tegen de beslissing van een verzekeringsinstelling over een aanvraag tot tegemoetkoming georganiseerd voor het Multidisciplinair College onder de voorwaarden en volgens de in dit hoofdstuk vastgelegde nadere regels, in toepassing van artikel 27/1, § 2, eerste lid, 1°, b), van de ordonnantie van 23 maart 2017.
Art.26. Sans préjudice du recours visé à l'article 32 de l'ordonnance du 21 décembre 2018, le recours administratif contre la décision d'un organisme assureur, rendue sur une demande d'intervention, est organisé devant le Collège Multidisciplinaire aux conditions et selon les modalités fixées dans le présent chapitre, en application de l'article 27/1, § 2, alinéa 1er, 1°, b), de l'ordonnance du 23 mars 2017.
Art.27. Op straffe van onontvankelijkheid van het in artikel 26 bedoelde beroep wordt bij het verzoekschrift een afschrift gevoegd van de beslissing van de verzekeringsinstelling die aan de oorsprong ligt van het beroep.
  Het in artikel 26, bedoelde beroep schorst de uitvoering van de beslissing over het voorwerp van het beroep niet.
Art.27. Sous peine d'irrecevabilité du recours visée à l'article 26, une copie de la décision de l'organisme assureur à l'origine du recours est jointe à la demande.
  Le recours visé à l'article 26, ne suspend pas l'exécution de la décision objet du recours.
Afdeling 2. - Instelling van het beroep bij het Multidisciplinair College
Section 2. - Introduction du recours devant le Collège Multidisciplinaire
Art.28. § 1. Het in artikel 26, bedoelde verzoekschrift van beroep wordt door de aanvrager of zijn vertegenwoordiger per aangetekende brief tegen ontvangstbewijs rechtstreeks bij het Multidisciplinair College ingediend. Dit beroep wordt uitgevoerd vóór elk ander rechtsmiddel.
  § 2. Behalve in geval van overmacht, zoals bedoeld in artikel 5.226, van het Burgerlijk Wetboek, beschikt de eiser of zijn vertegenwoordiger over een termijn van honderdtwintig dagen, te rekenen vanaf de dag na de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing over het voorwerp van het beroep, om zijn in artikel 26, bedoelde beroep in te stellen.
Art.28. § 1er. La demande de recours visée à l'article 26, est introduite par le demandeur ou son représentant par envoi recommandé contre accusé de réception, directement auprès du Collège Multidisciplinaire. Ce recours est exercé avant tout autre recours juridictionnel.
  § 2. Sauf cas de force majeure, tel que visé à l'article 5.226, du Code civil, le requérant ou son représentant dispose d'un délai de cent-vingt jours à compter du lendemain de la réception de la notification de la décision objet du recours pour introduire son recours, tel que visé à l'article 26.
Afdeling 3. - Onderzoek van het beroep bij het Multidisciplinair College
Section 3. - Instruction du recours devant le Collège Multidisciplinaire
Art.29. Het Multidisciplinair College beschikt over een termijn van honderdtwintig dagen te rekenen vanaf de dag na ontvangst van de kennisgeving van het verzoekschrift van beroep om zijn beslissing te nemen, in voorkomend geval, op advies van de Expertencommissie, overeenkomstig artikel 23/1, derde lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017.
Art.29. Le Collège Multidisciplinaire dispose d'un délai de cent-vingt jours à compter du lendemain de la réception de la notification de la demande de recours pour rendre sa décision, le cas échéant, sur avis de la Commission d'experts, conformément à l'article 23/1, alinéa 3, de l'ordonnance du 23 mars 2017.
Art.30. § 1. Vanaf de ontvangst van het beroep en overeenkomstig artikel 12, § 4, van de ordonnantie van 21 december 2018, stelt het Multidisciplinair College de verzekeringsinstelling die belast is met het verzoekschrift over het voorwerp van het beroep, in kennis van het bestaan van een beroep en vraagt haar binnen vijftien dagen het volledige dossier van de aanvraag tot tegemoetkoming van de eiser door te sturen.
  § 2. Voor het onderzoek van het in artikel 26, bedoelde beroep kan het Multidisciplinair College de eiser om aanvullende bewijsstukken en/of inlichtingen verzoeken over zijn handicap of specifieke behoeften, overeenkomstig artikel 20, § 1, tweede lid.
  De in § 1 en § 2, eerste en tweede lid, bedoelde stappen schorsen de behandelingstermijn van het in artikel 29 bedoelde beroep.
Art.30. § 1er. Dès réception du recours et conformément à l'article 12, § 4, de l'ordonnance du 21 décembre 2018, le Collège Multidisciplinaire, informe l'organisme assureur en charge de la demande objet du recours, de l'existence d'un recours et requiert qu'il lui transmette l'intégralité du dossier de demande d'intervention du requérant, dans un délai de quinze jours.
  § 2. Pour l'instruction du recours visé à l'article 26, le Collège Multidisciplinaire, peut réclamer au requérant, des pièces justificatives et/ou informations complémentaires relatives à son handicap ou à ses besoins spécifiques, conformément à l'article 20, § 1er, alinéa 2.
  Les démarches visées au paragraphe 1er et au paragraphe 2, alinéas 1 et 2, suspendent le délai de traitement du recours visé à l'article 29.
Art.31. § 1. De samenstelling van het Multidisciplinair College dat uitspraak doet over het in artikel 30, bedoelde beroep, stemt overeen met de samenstelling die wordt bedoeld in artikel 27/1, § 3 van de ordonnantie van 23 maart 2017.
  Het Multidisciplinair College en de Expertencommissie kunnen vragen om de eiserte horen in het kader van het in artikel 26, bedoelde beroep en de aanvrager kan vragen om gehoord te worden.
  § 2. Het Multidisciplinair College neemt zijn beslissing binnen de in artikel 29 bedoelde termijn.
  De in het eerste lid bedoelde beslissing heeft betrekking op ofwel:
  a) de verwerping van het beroep;
  b) de vernietiging van de betwiste beslissing van de verzekeringsinstelling, die het dossier van de eiser opnieuw moet onderzoeken met het oog op een nieuwe beslissing, rekening houdend met de opmerkingen van het Multidisciplinair College naar aanleiding van het in artikel 26, bedoelde beroep. De nieuwe beslissing wordt met bijzondere redenen omkleed in het licht van de opmerkingen van het Multidisciplinair College.
  Het Multidisciplinair College brengt de beslissing gelijktijdig per aangetekende brief ter kennis van de eiser, in voorkomend geval, van zijn vertegenwoordiger en van de verzekeringsinstelling die de beslissing heeft genomen over het voorwerp van het beroep, binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van de beslissing.
  § 3. De verzekeringsinstelling die belast is met het verzoekschrift over het voorwerp van het beroep, voert de beslissing van het Multidisciplinair College uit binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing van het Multidisciplinair College en volgens de regels over de conforme procedure bedoeld in de artikelen 7 en volgende.
  § 4. De in § 2 bedoelde beslissing bevat minstens de volgende vermeldingen en informatie:
  1° de datum waarop het verzoekschrift van het administratief beroep werd ingediend;
  2° de datum waarop de beslissing ingaat;
  3° de mogelijkheid om alle uitleg over de beslissing bij de dienst die het dossier beheert of van een aangeduide informatiedienst te verkrijgen;
  4° de mogelijkheid tot het instellen van een beroep bij de arbeidsrechtbank tegen de beslissing tot afwijzing, in toepassing van artikel 32 van de ordonnantie van 21 december 2018 en de regels voor het instellen van dat beroep.
Art.31. § 1er. La composition du Collège Multidisciplinaire statuant sur le recours visé à l'article 26, est conforme à celle visée à l'article 27/1, § 3, de l'ordonnance du 23 mars 2017.
  Le Collège multidisciplinaire et la Commission d'experts peuvent demander à auditionner le requérant dans le cadre du recours visé à l'article 26 et le demandeur peut demander à être auditionné.
  § 2. Le Collège Multidisciplinaire rend sa décision dans le délai visé à l'article 29.
  La décision visée à l'alinéa premier, porte soit sur :
  a) le rejet du recours ;
  b) l'annulation de la décision litigieuse prise par l'organisme assureur, qui devra réexaminer le dossier du requérant en vue de rendre une nouvelle décision tenant compte des observations formulées par le Collège Multidisciplinaire à l'occasion du recours visé à l'article 26. La nouvelle décision est spécialement motivée au regard des observations formulées par le Collège Multidisciplinaire.
  Le Collège Multidisciplinaire notifie la décision simultanément par envoi recommandé, au requérant, le cas échéant, à son représentant et à l'organisme assureur ayant rendu la décision objet du recours, dans les quinze jours à compter du lendemain de la date à laquelle la décision a été rendue.
  § 3. L'organisme assureur en charge de la demande objet du recours, exécute la décision prise par le Collège Multidisciplinaire dans un délai de trente jours à partir du jour suivant la réception de la notification de la décision du Collège Multidisciplinaire, et selon les modalités relatives à la procédure conforme visée aux articles 7 et suivants.
  § 4. La décision visée au paragraphe 2 contient au minimum, les mentions et les informations suivantes :
  1° la date à laquelle la demande de recours administratif a été introduite ;
  2° la date de prise de cours de la décision ;
  3° la possibilité d'obtenir toute explication sur la décision auprès du service qui gère le dossier ou d'un service d'information désigné ;
  4° la possibilité d'intenter un recours auprès du Tribunal du travail contre la décision de rejet du recours, en application de l'article 32 de l'ordonnance du 21 décembre 2018 et les modalités d'introduction de ce recours.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen en inwerkingtreding
CHAPITRE V. - Dispositions finales et d'entrée en vigueur
Art.32. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art.32. Le présent arrêté produit ses effets à partir du 1er janvier 2024.
Art.33. De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het beleid inzake de bijstand aan personen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.33. Les Membres du Collège réuni, compétents pour la politique de l'Aide aux Personnes, sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-01-2024, p. 9894)
Art. N.   (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 25-01-2024, p. 9894)