Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 MEI 2023. - Wet tot invoering van een unieke aangifte voor wat betreft de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de aanvullende pensioenen
Titre
4 MAI 2023. - Loi introduisant une déclaration unique en ce qui concerne la retenue de 3,55 % au profit de l'assurance obligatoire soins de santé et la cotisation de solidarité effectuées sur les pensions complémentaires
Informations sur le document
Numac: 2023202824
Datum: 2023-05-04
Info du document
Numac: 2023202824
Date: 2023-05-04
Table des matières
Tekst (20)
Texte (20)
HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepaling
CHAPITRE I. - Disposition préliminaire
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 74 de la Constitution.
HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
CHAPITRE II. - Modification de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994
Art.2. In artikel 191, eerste lid, 7°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
"de opbrengst van een inhouding van 3,55 % verricht op de wettelijke ouderdoms-, rust-, anciënniteits- en overlevingspensioenen of op elk ander als zodanig geldend voordeel of elke overgangsuitkering ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, op elk aanvullend pensioen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en bedoeld als aanvulling of vervanging van een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft alsmede op elk voordeel, bedoeld als aanvulling van een wettelijk pensioen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft."
"de opbrengst van een inhouding van 3,55 % verricht op de wettelijke ouderdoms-, rust-, anciënniteits- en overlevingspensioenen of op elk ander als zodanig geldend voordeel of elke overgangsuitkering ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, op elk aanvullend pensioen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en bedoeld als aanvulling of vervanging van een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft alsmede op elk voordeel, bedoeld als aanvulling van een wettelijk pensioen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft."
Art.2. Dans l'article 191, alinéa 1er, 7°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, modifié en dernier lieu par la loi du 6 décembre 2018, l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
"le produit d'une retenue de 3,55 % effectuée sur les pensions légales, réglementaires ou statutaires de vieillesse, de retraite, d'ancienneté, de survie ou tout autre avantage tenant lieu de pareille pension ou toute allocation de transition à charge d'un régime belge de pension, d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, sur toute pension complémentaire visée à l'article 2 de l'arrêté royal du 25 avril 2007 portant exécution de l'article 306 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 et destinée à compléter ou à remplacer une pension légale à charge d'un régime belge de pension, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous forme d'un capital, ainsi que sur tout avantage destiné à compléter une pension légale à charge d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous la forme d'un capital."
"le produit d'une retenue de 3,55 % effectuée sur les pensions légales, réglementaires ou statutaires de vieillesse, de retraite, d'ancienneté, de survie ou tout autre avantage tenant lieu de pareille pension ou toute allocation de transition à charge d'un régime belge de pension, d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, sur toute pension complémentaire visée à l'article 2 de l'arrêté royal du 25 avril 2007 portant exécution de l'article 306 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 et destinée à compléter ou à remplacer une pension légale à charge d'un régime belge de pension, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous forme d'un capital, ainsi que sur tout avantage destiné à compléter une pension légale à charge d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous la forme d'un capital."
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen
CHAPITRE III. - Modification de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales
Art.3. In het artikel 68, § 1, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, vervangen door het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder a), eerste lid, wordt aangevuld met de woorden: ", van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling.";
2° de bepaling onder b) wordt opgeheven;
3° de bepaling onder c) wordt vervangen als volgt:
"c) onder "aanvullend pensioen":
1° elk aanvullend pensioen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en bedoeld als aanvulling of vervanging van een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft;
2° elk voordeel, bedoeld als aanvulling van een wettelijk pensioen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft.
Het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de verwarmingstoelage, de aanpassingsvergoeding, de forfaitaire welvaartspremie en de bijzondere bijslag voor zelfstandigen worden niet beschouwd als wettelijke of aanvullende pensioenen in de zin van de bepaling onder a) of c);";
4° in de bepaling onder e), tweede lid, 1°, worden de woorden "instelling van internationaal publiek recht" vervangen door de woorden "internationale instelling";
5° in de bepaling onder h), worden de woorden "van het pensioen of van het aanvullend voordeel" vervangen door de woorden "van het wettelijk pensioen of van het aanvullend pensioen";
6° de bepaling onder i) wordt hersteld als volgt:
"i) onder "DB2P", de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen, zoals opgericht door de programmawet van 27 december 2006, en beheerd door de vzw SiGeDiS;";
7° de bepaling onder l) wordt opgeheven.
1° de bepaling onder a), eerste lid, wordt aangevuld met de woorden: ", van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling.";
2° de bepaling onder b) wordt opgeheven;
3° de bepaling onder c) wordt vervangen als volgt:
"c) onder "aanvullend pensioen":
1° elk aanvullend pensioen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en bedoeld als aanvulling of vervanging van een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft;
2° elk voordeel, bedoeld als aanvulling van een wettelijk pensioen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft.
Het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de verwarmingstoelage, de aanpassingsvergoeding, de forfaitaire welvaartspremie en de bijzondere bijslag voor zelfstandigen worden niet beschouwd als wettelijke of aanvullende pensioenen in de zin van de bepaling onder a) of c);";
4° in de bepaling onder e), tweede lid, 1°, worden de woorden "instelling van internationaal publiek recht" vervangen door de woorden "internationale instelling";
5° in de bepaling onder h), worden de woorden "van het pensioen of van het aanvullend voordeel" vervangen door de woorden "van het wettelijk pensioen of van het aanvullend pensioen";
6° de bepaling onder i) wordt hersteld als volgt:
"i) onder "DB2P", de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen, zoals opgericht door de programmawet van 27 december 2006, en beheerd door de vzw SiGeDiS;";
7° de bepaling onder l) wordt opgeheven.
Art.3. A l'article 68, § 1er, de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 6 décembre 2018, les modifications suivantes sont apportées:
1° le a), alinéa 1er, est complété par les mots suivants: ", d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale.";
2° le b) est abrogé;
3° le c) est remplacé par ce qui suit:
"c) par "pension complémentaire":
1° toute pension complémentaire visée à l'article 2 de l'arrêté royal du 25 avril 2007 portant exécution de l'article 306 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 et destinée à compléter ou à remplacer une pension légale à charge d'un régime belge de pension, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous forme d'un capital;
2° tout avantage destiné à compléter une pension légale à charge d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous la forme d'un capital.
Ne sont pas considérés comme pensions légales ou complémentaires au sens du a) ou c),le pécule de vacances et le pécule complémentaire de vacances, l'allocation de fin d'année, l'allocation de chauffage, les indemnités d'adaptation et les primes forfaitaires de bien-être et l'allocation spéciale pour travailleurs indépendants;";
4° au e), alinéa 2, 1°, les mots "institution de droit international public" sont remplacés par les mots "institution internationale";
5° au h), les mots "de la pension ou de l'avantage complémentaire" sont remplacés par les mots "de la pension légale ou de la pension complémentaire";
6° le i) est rétabli dans la rédaction suivante:
"i) par "DB2P", la base de données sur les pensions complémentaires créée par la loi-programme du 27 décembre 2006 et gérée par l'ASBL SiGeDiS;";
7° le l) est abrogé.
1° le a), alinéa 1er, est complété par les mots suivants: ", d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale.";
2° le b) est abrogé;
3° le c) est remplacé par ce qui suit:
"c) par "pension complémentaire":
1° toute pension complémentaire visée à l'article 2 de l'arrêté royal du 25 avril 2007 portant exécution de l'article 306 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 et destinée à compléter ou à remplacer une pension légale à charge d'un régime belge de pension, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous forme d'un capital;
2° tout avantage destiné à compléter une pension légale à charge d'un régime étranger de pension ou d'un régime de pension d'une institution internationale, qu'il s'agisse d'un avantage périodique ou d'un avantage accordé sous la forme d'un capital.
Ne sont pas considérés comme pensions légales ou complémentaires au sens du a) ou c),le pécule de vacances et le pécule complémentaire de vacances, l'allocation de fin d'année, l'allocation de chauffage, les indemnités d'adaptation et les primes forfaitaires de bien-être et l'allocation spéciale pour travailleurs indépendants;";
4° au e), alinéa 2, 1°, les mots "institution de droit international public" sont remplacés par les mots "institution internationale";
5° au h), les mots "de la pension ou de l'avantage complémentaire" sont remplacés par les mots "de la pension légale ou de la pension complémentaire";
6° le i) est rétabli dans la rédaction suivante:
"i) par "DB2P", la base de données sur les pensions complémentaires créée par la loi-programme du 27 décembre 2006 et gérée par l'ASBL SiGeDiS;";
7° le l) est abrogé.
Art.4. In artikel 68, § 2, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en gewijzigd bij de wet van 17 februari 2019, worden het eerste tot het derde lid vervangen als volgt:
" § 2. Onverminderd de toepassing van de paragrafen 3 en 6 verrichten de uitbetalingsinstellingen, volgens de in artikel 68ter, § 1, bepaalde nadere regels, op de wettelijke pensioenen die betaald worden vanaf 1 januari 1997, en dit ongeacht hun ingangsdatum, een afhouding waarvan het bedrag overeenkomstig de bij het vierde lid bepaalde tabel wordt vastgesteld, rekening houdend enerzijds met het in het tweede lid bepaalde totaal maandelijks brutobedrag van het geheel van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen en anderzijds met de hoedanigheid van de begunstigde.
Het totaal maandelijks brutobedrag van het geheel van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen, ongeacht hun ingangsdatum of, in geval van betaling in de vorm van een kapitaal, ongeacht de vereffeningsdatum, wordt bekomen door de som te maken van:
- de maandelijkse brutobedragen van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen;
- de brutobedragen, naar behoren omgezet in maandelijkse bedragen, van de wettelijke pensioenen, en de periodieke aanvullende pensioenen die niet maandelijks betaald worden;
- de maandelijkse brutobedragen van de fictieve renten die overeenstemmen met in de vorm van een kapitaal betaalde wettelijke pensioenen of aanvullende pensioenen.
De omzetting in een fictieve rente van wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen die werden betaald in de vorm van een kapitaal, geschiedt door het bedrag van het kapitaal te delen door de coëfficiënt die, volgens de van kracht zijnde barema's inzake de omzetting in kapitaal van arbeidsongevallenrenten in de overheidssector, overeenstemt met de leeftijd van begunstigde op de dag van de betaling van het kapitaal. De Koning kan op basis van de meest recente mortaliteitstabellen andere omzettingsbarema's vaststellen die zullen worden gebruikt voor de toepassing van dit artikel. Elke wijziging van omzettingsbarema's brengt de vaststelling van een nieuw bedrag van de fictieve rente met zich mee."
" § 2. Onverminderd de toepassing van de paragrafen 3 en 6 verrichten de uitbetalingsinstellingen, volgens de in artikel 68ter, § 1, bepaalde nadere regels, op de wettelijke pensioenen die betaald worden vanaf 1 januari 1997, en dit ongeacht hun ingangsdatum, een afhouding waarvan het bedrag overeenkomstig de bij het vierde lid bepaalde tabel wordt vastgesteld, rekening houdend enerzijds met het in het tweede lid bepaalde totaal maandelijks brutobedrag van het geheel van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen en anderzijds met de hoedanigheid van de begunstigde.
Het totaal maandelijks brutobedrag van het geheel van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen, ongeacht hun ingangsdatum of, in geval van betaling in de vorm van een kapitaal, ongeacht de vereffeningsdatum, wordt bekomen door de som te maken van:
- de maandelijkse brutobedragen van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen;
- de brutobedragen, naar behoren omgezet in maandelijkse bedragen, van de wettelijke pensioenen, en de periodieke aanvullende pensioenen die niet maandelijks betaald worden;
- de maandelijkse brutobedragen van de fictieve renten die overeenstemmen met in de vorm van een kapitaal betaalde wettelijke pensioenen of aanvullende pensioenen.
De omzetting in een fictieve rente van wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen die werden betaald in de vorm van een kapitaal, geschiedt door het bedrag van het kapitaal te delen door de coëfficiënt die, volgens de van kracht zijnde barema's inzake de omzetting in kapitaal van arbeidsongevallenrenten in de overheidssector, overeenstemt met de leeftijd van begunstigde op de dag van de betaling van het kapitaal. De Koning kan op basis van de meest recente mortaliteitstabellen andere omzettingsbarema's vaststellen die zullen worden gebruikt voor de toepassing van dit artikel. Elke wijziging van omzettingsbarema's brengt de vaststelling van een nieuw bedrag van de fictieve rente met zich mee."
Art.4. Dans l'article 68, § 2, de la même loi, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié par la loi du 17 février 2019, les alinéas 1er à 3 sont remplacés par ce qui suit:
" § 2. Sans préjudice de l'application des paragraphes 3 et 6, les organismes débiteurs opèrent, selon les modalités prévues par l'article 68ter, § 1er, sur les pensions légales, quelle que soit leur date de prise de cours, payées à partir du 1er janvier 1997, une retenue dont le montant est fixé conformément au tableau prévu à l'alinéa 4, compte tenu, d'une part, du montant total mensuel brut de l'ensemble des pensions légales et des pensions complémentaires, tel que défini à l'alinéa 2 et, d'autre part, de la qualité du bénéficiaire.
Le montant total mensuel brut de l'ensemble des pensions légales et pensions complémentaires, quelle que soit leur date de prise de cours ou, en cas de paiement sous la forme d'un capital, quelle que soit la date de sa liquidation, est obtenu en additionnant:
- les montants mensuels bruts des pensions légales et des pensions complémentaires;
- les montants bruts, dûment convertis en montants mensuels, des pensions légales et des pensions complémentaires périodiques qui ne sont pas payées mensuellement;
- les montants mensuels bruts des rentes fictives correspondant à des pensions légales ou des pensions complémentaires payées sous la forme d'un capital.
La conversion en rente fictive des pensions légales et pensions complémentaires qui ont été payées sous forme d'un capital est opérée en divisant le montant du capital par le coefficient qui, dans les barèmes en vigueur en matière de conversion en capital de rentes d'accidents du travail dans le secteur public, correspond à l'âge du bénéficiaire au jour du paiement du capital. Le Roi peut, sur la base des tables de mortalité les plus récentes, établir d'autres barèmes de conversion qui seront utilisés pour l'application du présent article. Chaque modification de barèmes de conversion entraîne la fixation d'un nouveau montant de la rente fictive."
" § 2. Sans préjudice de l'application des paragraphes 3 et 6, les organismes débiteurs opèrent, selon les modalités prévues par l'article 68ter, § 1er, sur les pensions légales, quelle que soit leur date de prise de cours, payées à partir du 1er janvier 1997, une retenue dont le montant est fixé conformément au tableau prévu à l'alinéa 4, compte tenu, d'une part, du montant total mensuel brut de l'ensemble des pensions légales et des pensions complémentaires, tel que défini à l'alinéa 2 et, d'autre part, de la qualité du bénéficiaire.
Le montant total mensuel brut de l'ensemble des pensions légales et pensions complémentaires, quelle que soit leur date de prise de cours ou, en cas de paiement sous la forme d'un capital, quelle que soit la date de sa liquidation, est obtenu en additionnant:
- les montants mensuels bruts des pensions légales et des pensions complémentaires;
- les montants bruts, dûment convertis en montants mensuels, des pensions légales et des pensions complémentaires périodiques qui ne sont pas payées mensuellement;
- les montants mensuels bruts des rentes fictives correspondant à des pensions légales ou des pensions complémentaires payées sous la forme d'un capital.
La conversion en rente fictive des pensions légales et pensions complémentaires qui ont été payées sous forme d'un capital est opérée en divisant le montant du capital par le coefficient qui, dans les barèmes en vigueur en matière de conversion en capital de rentes d'accidents du travail dans le secteur public, correspond à l'âge du bénéficiaire au jour du paiement du capital. Le Roi peut, sur la base des tables de mortalité les plus récentes, établir d'autres barèmes de conversion qui seront utilisés pour l'application du présent article. Chaque modification de barèmes de conversion entraîne la fixation d'un nouveau montant de la rente fictive."
Art.5. In artikel 68, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2019, worden paragrafen 3 en 4 vervangen als volgt:
" § 3. Het gedeelte van de met toepassing van paragraaf 2 uit te voeren afhouding dat overeenstemt met wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling wordt uitsluitend verricht:
1° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in België en een wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel ten laste van een Belgisch pensioenstelsel geniet en hij, overeenkomstig Titel II van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels, niet onderworpen is aan de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, van het Verenigd Koninkrijk of van Zwitserland;
2° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in een land dat geen lidstaat is van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of buiten het Verenigd Koninkrijk of Zwitserland en een wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel geniet ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, maar geen wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel geniet ten laste van een pensioenstelsel in het woonstland.
§ 4. Het gedeelte van de met toepassing van paragraaf 2 uit te voeren afhouding dat overeenstemt met in artikel 68, § 1, c), 1°, bedoelde Belgische periodieke aanvullende pensioenen en met door Belgische uitbetalingsinstellingen vóór 1 januari 1997 in de vorm van een kapitaal betaalde aanvullende pensioenen, wordt verricht op de verschillende wettelijke pensioenen overeenkomstig de door paragraaf 6 vastgestelde rangorde."
" § 3. Het gedeelte van de met toepassing van paragraaf 2 uit te voeren afhouding dat overeenstemt met wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling wordt uitsluitend verricht:
1° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in België en een wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel ten laste van een Belgisch pensioenstelsel geniet en hij, overeenkomstig Titel II van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels, niet onderworpen is aan de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, van het Verenigd Koninkrijk of van Zwitserland;
2° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in een land dat geen lidstaat is van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of buiten het Verenigd Koninkrijk of Zwitserland en een wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel geniet ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, maar geen wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel geniet ten laste van een pensioenstelsel in het woonstland.
§ 4. Het gedeelte van de met toepassing van paragraaf 2 uit te voeren afhouding dat overeenstemt met in artikel 68, § 1, c), 1°, bedoelde Belgische periodieke aanvullende pensioenen en met door Belgische uitbetalingsinstellingen vóór 1 januari 1997 in de vorm van een kapitaal betaalde aanvullende pensioenen, wordt verricht op de verschillende wettelijke pensioenen overeenkomstig de door paragraaf 6 vastgestelde rangorde."
Art.5. Dans l'article 68 de la même loi, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 17 février 2019, les paragraphes 3 et 4 sont remplacés par ce qui suit:
" § 3. La partie de la retenue à effectuer en application du paragraphe 2, qui correspond aux pensions légales et complémentaires à charge d'un régime étranger de pension et/ou d'un régime de pension d'une institution internationale est opérée uniquement:
1° si l'intéressé a fixé son lieu de résidence principale en Belgique et qu'il bénéficie d'une pension légale ou d'un avantage y tenant lieu, à charge d'un régime belge de pension et qu'il n'est pas soumis à la sécurité sociale d'un autre Etat membre de l'Union européenne, d'un Etat membre de l'Espace économique européen, du Royaume-Uni ou de la Suisse, conformément au Titre II du Règlement (CE) n° 883/2004 du Parlement européen et du Conseil du 29 avril 2004 portant sur la coordination des systèmes de sécurité sociale;
2° si l'intéressé a fixé son lieu de résidence principale dans un Etat qui n'est pas membre de l'Union européenne ou de l'Espace économique européen ou hors du Royaume-Uni ou de la Suisse et qu'il bénéficie d'une pension légale ou d'un avantage y tenant lieu à charge d'un régime belge de pension mais qu'il ne bénéficie d'aucune pension légale ou d'aucun avantage y tenant lieu à charge d'un régime de pension dans le pays de résidence.
§ 4. La partie de la retenue à effectuer en application du paragraphe 2 qui correspond aux pensions complémentaires périodiques belges visées à l'article 68, § 1er, c), 1°, et aux pensions complémentaires payées avant le 1er janvier 1997 sous la forme d'un capital par des organismes débiteurs belges est opérée sur les différentes pensions légales conformément à l'ordre de priorité fixé par le paragraphe 6."
" § 3. La partie de la retenue à effectuer en application du paragraphe 2, qui correspond aux pensions légales et complémentaires à charge d'un régime étranger de pension et/ou d'un régime de pension d'une institution internationale est opérée uniquement:
1° si l'intéressé a fixé son lieu de résidence principale en Belgique et qu'il bénéficie d'une pension légale ou d'un avantage y tenant lieu, à charge d'un régime belge de pension et qu'il n'est pas soumis à la sécurité sociale d'un autre Etat membre de l'Union européenne, d'un Etat membre de l'Espace économique européen, du Royaume-Uni ou de la Suisse, conformément au Titre II du Règlement (CE) n° 883/2004 du Parlement européen et du Conseil du 29 avril 2004 portant sur la coordination des systèmes de sécurité sociale;
2° si l'intéressé a fixé son lieu de résidence principale dans un Etat qui n'est pas membre de l'Union européenne ou de l'Espace économique européen ou hors du Royaume-Uni ou de la Suisse et qu'il bénéficie d'une pension légale ou d'un avantage y tenant lieu à charge d'un régime belge de pension mais qu'il ne bénéficie d'aucune pension légale ou d'aucun avantage y tenant lieu à charge d'un régime de pension dans le pays de résidence.
§ 4. La partie de la retenue à effectuer en application du paragraphe 2 qui correspond aux pensions complémentaires périodiques belges visées à l'article 68, § 1er, c), 1°, et aux pensions complémentaires payées avant le 1er janvier 1997 sous la forme d'un capital par des organismes débiteurs belges est opérée sur les différentes pensions légales conformément à l'ordre de priorité fixé par le paragraphe 6."
Art.6. In artikel 68, § 5, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstellingen" en de woorden "aanvullende voordelen" respectievelijk vervangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstellingen" en de woorden "Belgische aanvullende pensioenen";
2° in het tweede lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstelling" en de woorden "aanvullend voordeel" respectievelijk ver-vangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling" en de woorden "Belgisch aanvullend pensioen";
3° het eerste tot het derde lid worden vervangen als volgt:
" § 5. De Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling van een in de vorm van een kapitaal betaald Belgisch aanvullend pensioen verricht, bij de uitbetaling van het kapitaal, een afhouding op het brutobedrag van dat kapitaal. De vzw SiGeDiS deelt, wanneer zij hiervoor over voldoende gegevens beschikt, het bedrag van de afhouding die op het kapitaal moet worden verricht en/of het daarmee overeenstemmende percentage mee aan de uitbetalingsinstelling.
Wanneer de vzw SiGeDiS niet over voldoende gegevens beschikt om het bedrag van de afhouding of het daarmee overeenstemmende percentage vast te stellen, verricht de Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling, bij de uitbetaling van het kapitaal, ambtshalve een afhouding gelijk aan 2 % van het brutobedrag van dat kapitaal.
De Koning kan de modaliteiten vaststellen voor de toepassing van het eerste en het tweede lid.";
4° het vierde lid wordt vervangen als volgt:
"De Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling stort de opbrengst van de met toepassing van het tweede of derde lid uitgevoerde afhouding aan de Dienst ten belope van het bedrag, tegen de vervaldatum en met de mededeling vermeld in het maandelijkse betaaloverzicht van de vzw SiGeDiS.";
5° in het vierde lid worden de woorden "tweede of derde" vervangen door de woorden "eerste of tweede";
6° in het zesde lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstelling" vervangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uit-betalingsinstelling";
7° het zesde en het zevende lid worden opgeheven.
1° in het eerste lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstellingen" en de woorden "aanvullende voordelen" respectievelijk vervangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstellingen" en de woorden "Belgische aanvullende pensioenen";
2° in het tweede lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstelling" en de woorden "aanvullend voordeel" respectievelijk ver-vangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling" en de woorden "Belgisch aanvullend pensioen";
3° het eerste tot het derde lid worden vervangen als volgt:
" § 5. De Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling van een in de vorm van een kapitaal betaald Belgisch aanvullend pensioen verricht, bij de uitbetaling van het kapitaal, een afhouding op het brutobedrag van dat kapitaal. De vzw SiGeDiS deelt, wanneer zij hiervoor over voldoende gegevens beschikt, het bedrag van de afhouding die op het kapitaal moet worden verricht en/of het daarmee overeenstemmende percentage mee aan de uitbetalingsinstelling.
Wanneer de vzw SiGeDiS niet over voldoende gegevens beschikt om het bedrag van de afhouding of het daarmee overeenstemmende percentage vast te stellen, verricht de Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling, bij de uitbetaling van het kapitaal, ambtshalve een afhouding gelijk aan 2 % van het brutobedrag van dat kapitaal.
De Koning kan de modaliteiten vaststellen voor de toepassing van het eerste en het tweede lid.";
4° het vierde lid wordt vervangen als volgt:
"De Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling stort de opbrengst van de met toepassing van het tweede of derde lid uitgevoerde afhouding aan de Dienst ten belope van het bedrag, tegen de vervaldatum en met de mededeling vermeld in het maandelijkse betaaloverzicht van de vzw SiGeDiS.";
5° in het vierde lid worden de woorden "tweede of derde" vervangen door de woorden "eerste of tweede";
6° in het zesde lid worden de woorden "Belgische uitbetalingsinstelling" vervangen door de woorden "Belgische of buitenlandse uit-betalingsinstelling";
7° het zesde en het zevende lid worden opgeheven.
Art.6. A l'article 68, § 5, de la même loi, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 1er, les mots "avantages complémentaires payés" et les mots "organismes débiteurs belges" sont respectivement remplacés par les mots "pensions complémentaires belges payées" et les mots "organismes débiteurs belges et étrangers";
2° dans l'alinéa 2, les mots "L'organisme débiteur belge d'un avantage complémentaire payé" et les mots "de celui-ci" sont respec-tivement remplacés par les mots "L'organisme débiteur belge ou étranger d'une pension complémentaire belge payée" et les mots "de ce capital";
3° les alinéas 1er à 3 sont remplacés par ce qui suit:
" § 5. L'organisme débiteur belge ou étranger d'une pension complémentaire belge payée sous la forme d'un capital, prélève, lors du paiement de celle-ci, une retenue au montant brut du capital. L'ASBL SiGeDiS communique à l'organisme débiteur, lorsqu'elle dispose de suffisamment d'informations à cet effet, le montant de la retenue à effectuer au capital et/ou le pourcentage qui y correspond.
Lorsque l'ASBL SiGeDiS ne dispose pas de suffisamment d'informations pour communiquer le montant de la retenue ou le pourcentage qui y correspond, l'organisme débiteur belge ou étranger prélève d'office, lors du paiement du capital, une retenue égale à 2 % du montant brut de ce capital.
Le Roi peut fixer les modalités pour l'application des alinéas 1er et 2.";
4° l'alinéa 4 est remplacé par ce qui suit:
"L'organisme débiteur belge ou étranger verse au Service le produit de la retenue effectuée en application de l'alinéa 2 ou 3, à concurrence du montant, à la date d'échéance et avec la communication mentionnée dans le relevé de paiement mensuel de l'ASBL Si-GeDiS.";
5° dans l'alinéa 4, les mots "l'alinéa 2 ou 3" sont remplacés par les mots "l'alinéa 1er ou 2";
6° dans l'alinéa 6, les mots "organisme débiteur belge" sont remplacés par les mots "organisme débiteur belge ou étranger";
7° les alinéas 6 et 7 sont abrogés.
1° dans l'alinéa 1er, les mots "avantages complémentaires payés" et les mots "organismes débiteurs belges" sont respectivement remplacés par les mots "pensions complémentaires belges payées" et les mots "organismes débiteurs belges et étrangers";
2° dans l'alinéa 2, les mots "L'organisme débiteur belge d'un avantage complémentaire payé" et les mots "de celui-ci" sont respec-tivement remplacés par les mots "L'organisme débiteur belge ou étranger d'une pension complémentaire belge payée" et les mots "de ce capital";
3° les alinéas 1er à 3 sont remplacés par ce qui suit:
" § 5. L'organisme débiteur belge ou étranger d'une pension complémentaire belge payée sous la forme d'un capital, prélève, lors du paiement de celle-ci, une retenue au montant brut du capital. L'ASBL SiGeDiS communique à l'organisme débiteur, lorsqu'elle dispose de suffisamment d'informations à cet effet, le montant de la retenue à effectuer au capital et/ou le pourcentage qui y correspond.
Lorsque l'ASBL SiGeDiS ne dispose pas de suffisamment d'informations pour communiquer le montant de la retenue ou le pourcentage qui y correspond, l'organisme débiteur belge ou étranger prélève d'office, lors du paiement du capital, une retenue égale à 2 % du montant brut de ce capital.
Le Roi peut fixer les modalités pour l'application des alinéas 1er et 2.";
4° l'alinéa 4 est remplacé par ce qui suit:
"L'organisme débiteur belge ou étranger verse au Service le produit de la retenue effectuée en application de l'alinéa 2 ou 3, à concurrence du montant, à la date d'échéance et avec la communication mentionnée dans le relevé de paiement mensuel de l'ASBL Si-GeDiS.";
5° dans l'alinéa 4, les mots "l'alinéa 2 ou 3" sont remplacés par les mots "l'alinéa 1er ou 2";
6° dans l'alinéa 6, les mots "organisme débiteur belge" sont remplacés par les mots "organisme débiteur belge ou étranger";
7° les alinéas 6 et 7 sont abrogés.
Art.7. In artikel 68, § 6, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° de rust- en overlevingspensioenen ten laste van een pensioenstelsel van de overheidssector beheerd door de Dienst;";
2° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt:
"6° de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het stelsel voor overzeese sociale zekerheid;".
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° de rust- en overlevingspensioenen ten laste van een pensioenstelsel van de overheidssector beheerd door de Dienst;";
2° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt:
"6° de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het stelsel voor overzeese sociale zekerheid;".
Art.7. A l'article 68, § 6, alinéa 1er, de la même loi, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° le 3° est remplacé par ce qui suit:
"3° les pensions de retraite et de survie à charge d'un régime de pension du secteur public géré par le Service;";
2° le 6° est remplacé par:
"6° les pensions de retraite et de survie à charge du régime de sécurité sociale d'outre-mer;".
1° le 3° est remplacé par ce qui suit:
"3° les pensions de retraite et de survie à charge d'un régime de pension du secteur public géré par le Service;";
2° le 6° est remplacé par:
"6° les pensions de retraite et de survie à charge du régime de sécurité sociale d'outre-mer;".
Art.8. In artikel 68, § 7, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 1996, worden de woorden "pensioenen of aanvullende voordelen" vervangen door de woorden "wettelijke pensioenen of aanvullende pensioenen".
Art.8. Dans l'article 68, § 7, de la même loi, remplacé par l'arrêté royal du 16 décembre 1996, les mots "de pensions ou d'avantages complémentaires" sont remplacés par les mots "de pensions légales ou de pensions complémentaires".
Art.9. In artikel 68, § 9, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1997, worden de woorden "uitbetaalde pensioenen of aanvullende voordelen" vervangen door de woorden "uitbetaalde wettelijke pensioenen of aanvullende pensioenen".
Art.9. Dans l'article 68, § 9, de la même loi, inséré par la loi du 13 juin 1997, les mots "des pensions ou des avantages complémentaires payés" sont remplacés par les mots "des pensions légales ou des pensions complémentaires payées".
Art.10. Artikel 68bis van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, wordt vervangen als volgt:
" § 1. De Belgische uitbetalingsinstellingen delen ambtshalve aan de Dienst de bedragen mee van de wettelijke pensioenen die zij vereffenen.
De aangifte tot staving van de vereffende bedragen geschiedt ten laatste de achtste werkdag van de maand volgend op deze waarin het wettelijk pensioen werd toegekend.
Deze aangifte wordt uitgevoerd in de door de Dienst voorgeschreven vorm.
§ 1/1. De Belgische en buitenlandse uitbetalingsinstellingen bezorgen de aangiften van de gegevens in verband met de betaling van de in artikel 68, § 1, c), 1°, bedoelde Belgische aanvullende pensioenen, binnen de in § 1, tweede lid bepaalde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw SiGeDiS, aan DB2P die deze gegevens meedeelt aan de Dienst.
§ 2. Iedere begunstigde die recht heeft op een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel en aan wie wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling worden toegekend, moet de volgende gegevens aangeven bij de Dienst binnen de in § 1, tweede lid, bepaalde termijn:
- de bedragen van de wettelijke en/of aanvullende pensioenen betaald ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, alsook hun referentiedatum;
- of het een begunstigde met gezinslast of een alleenstaande begunstigde betreft;
- iedere wijziging aan voormelde gegevens.
§ 3. De Federale Overheidsdienst Financiën deelt aan de Dienst de identiteit van ieder persoon mee die één of meer wettelijke pensioenen en/of aanvullende pensioenen genoten heeft. Deze mededeling bevat eveneens de bedragen van deze wettelijke en/of aanvullende pensioenen, ongeacht het feit of het periodieke of in de vorm van een kapitaal betaalde pensioenen betreft."
" § 1. De Belgische uitbetalingsinstellingen delen ambtshalve aan de Dienst de bedragen mee van de wettelijke pensioenen die zij vereffenen.
De aangifte tot staving van de vereffende bedragen geschiedt ten laatste de achtste werkdag van de maand volgend op deze waarin het wettelijk pensioen werd toegekend.
Deze aangifte wordt uitgevoerd in de door de Dienst voorgeschreven vorm.
§ 1/1. De Belgische en buitenlandse uitbetalingsinstellingen bezorgen de aangiften van de gegevens in verband met de betaling van de in artikel 68, § 1, c), 1°, bedoelde Belgische aanvullende pensioenen, binnen de in § 1, tweede lid bepaalde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw SiGeDiS, aan DB2P die deze gegevens meedeelt aan de Dienst.
§ 2. Iedere begunstigde die recht heeft op een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel en aan wie wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling worden toegekend, moet de volgende gegevens aangeven bij de Dienst binnen de in § 1, tweede lid, bepaalde termijn:
- de bedragen van de wettelijke en/of aanvullende pensioenen betaald ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, alsook hun referentiedatum;
- of het een begunstigde met gezinslast of een alleenstaande begunstigde betreft;
- iedere wijziging aan voormelde gegevens.
§ 3. De Federale Overheidsdienst Financiën deelt aan de Dienst de identiteit van ieder persoon mee die één of meer wettelijke pensioenen en/of aanvullende pensioenen genoten heeft. Deze mededeling bevat eveneens de bedragen van deze wettelijke en/of aanvullende pensioenen, ongeacht het feit of het periodieke of in de vorm van een kapitaal betaalde pensioenen betreft."
Art.10. L'article 68bis de la même loi, inséré par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016, est remplacé par ce qui suit:
" § 1er. Les organismes débiteurs belges communiquent d'office au Service les montants des pensions légales qu'ils liquident.
La déclaration justificative des montants liquidés est effectuée au plus tard le huitième jour ouvrable du mois qui suit celui au cours duquel la pension légale a été octroyée.
Cette déclaration est effectuée dans la forme prescrite par le Service.
§ 1er/1. Les organismes débiteurs belges et étrangers soumettent les déclarations des données relatives au paiement des pensions complémentaires belges visées à l'article 68, § 1er, c), 1°, dans le délai prévu au § 1er, alinéa 2, et sous la forme prescrite par l'ASBL SiGeDiS, au DB2P qui communique ces données au Service.
§ 2. Tout bénéficiaire qui a droit à une pension légale d'un régime belge de pension et qui se voit accorder des pensions légales et/ou complémentaires à charge d'un régime étranger de pension et/ou d'un régime de pension d'une institution internationale, doit communiquer au Service les informations suivantes dans le délai prévu au § 1er, alinéa 2:
- les montants des pensions légales et/ou complémentaires versées par un régime étranger de pension et/ou par un régime de pension d'une institution internationale, ainsi que leurs dates de référence;
- s'il s'agit d'un bénéficiaire avec charge de famille ou d'un bénéficiaire isolé;
- toute modification qui interviendrait dans les éléments précités.
§ 3. Le Service public fédéral Finances communique au Service l'identité de chaque personne qui a bénéficié d'une ou de plusieurs pensions légales et/ou pensions complémentaires. Cette communication comporte, en outre, les montants de ces pensions légales et/ou complémentaires, qu'il s'agisse d'avantages périodiques ou d'avantages accordés sous forme d'un capital."
" § 1er. Les organismes débiteurs belges communiquent d'office au Service les montants des pensions légales qu'ils liquident.
La déclaration justificative des montants liquidés est effectuée au plus tard le huitième jour ouvrable du mois qui suit celui au cours duquel la pension légale a été octroyée.
Cette déclaration est effectuée dans la forme prescrite par le Service.
§ 1er/1. Les organismes débiteurs belges et étrangers soumettent les déclarations des données relatives au paiement des pensions complémentaires belges visées à l'article 68, § 1er, c), 1°, dans le délai prévu au § 1er, alinéa 2, et sous la forme prescrite par l'ASBL SiGeDiS, au DB2P qui communique ces données au Service.
§ 2. Tout bénéficiaire qui a droit à une pension légale d'un régime belge de pension et qui se voit accorder des pensions légales et/ou complémentaires à charge d'un régime étranger de pension et/ou d'un régime de pension d'une institution internationale, doit communiquer au Service les informations suivantes dans le délai prévu au § 1er, alinéa 2:
- les montants des pensions légales et/ou complémentaires versées par un régime étranger de pension et/ou par un régime de pension d'une institution internationale, ainsi que leurs dates de référence;
- s'il s'agit d'un bénéficiaire avec charge de famille ou d'un bénéficiaire isolé;
- toute modification qui interviendrait dans les éléments précités.
§ 3. Le Service public fédéral Finances communique au Service l'identité de chaque personne qui a bénéficié d'une ou de plusieurs pensions légales et/ou pensions complémentaires. Cette communication comporte, en outre, les montants de ces pensions légales et/ou complémentaires, qu'il s'agisse d'avantages périodiques ou d'avantages accordés sous forme d'un capital."
Art.11. In artikel 68ter van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de paragrafen 1 tot en met 2bis worden vervangen als volgt:
" § 1. De Dienst stelt het bedrag van de afhouding vast overeenkomstig de bepalingen van artikel 68 en verricht de afhouding op de wettelijke pensioenen waarvan hij de dienst verzekert, vanaf de betaling die volgt op de mededeling bedoeld in artikel 68bis, §§ 1 en 2. In afwachting van deze mededeling verricht de Dienst ambtshalve een afhouding op grond van de gegevens waarover hij beschikt.
Bovendien deelt de Dienst, met inachtname van de in artikel 68, § 6, vastgestelde rangorde, aan ieder van de uitbetalingsinstellingen die de afhouding moeten uitvoeren, het bedrag mee van:
- de afhouding die door de betrokken uitbetalingsinstelling moet worden verricht en/of het daarmee overeenstemmende percentage;
- het door de betrokken uitbetalingsinstelling vereffend pensioen dat in aanmerking werd genomen voor de vaststelling van de afhouding.
De betrokken uitbetalingsinstelling verricht de afhouding op de wettelijke pensioenen waarvan zij de dienst verzekert overeenkomstig de van de Dienst ontvangen instructies vanaf de betaling die volgt op de datum van de in het vorige lid bepaalde mededeling. In afwachting van deze mededeling verricht de uitbetalingsinstelling ambtshalve de afhouding op grond van de gegevens waarover zij beschikt.
De uitbetalingsinstelling die vaststelt dat het meegedeelde pensioenbedrag niet overeenstemt met het werkelijk door haar vereffend bedrag, meldt dit onmiddellijk aan de Dienst.
§ 2. Indien een wettelijk pensioen wordt uitgekeerd door meerdere uitbetalingsinstellingen, andere dan de Dienst, handelt de Dienst overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, eerste en tweede lid, en de uitbetalingsinstelling overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, derde en vierde lid.";
2° de paragrafen 4 en 5 worden vervangen als volgt:
" § 4. Indien wordt vastgesteld dat bij de bepaling van het percentage en/of het bedrag van de afhouding een materiële vergissing werd begaan, zet de Dienst ambtshalve de vergissing recht en deelt hij dit mee aan de uitbetalingsinstelling overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, derde lid. Bovendien brengt de Dienst de begunstigde van de vergissing op de hoogte en betekent hij aan de begun-stigde de elementen waarop de nieuwe berekening van de afhouding steunt.
Indien de vergissing aanleiding heeft gegeven:
- tot ten onrechte verrichte afhoudingen, betaalt de bevoegde uitbetalingsinstelling deze aan de begunstigde terug, zonder dat hierop verwijlinteresten verschuldigd zijn;
- tot het verrichten van een onvoldoende afhouding, past de bevoegde uitbetalingsinstelling het bedrag van de afhouding aan vanaf de betaling die volgt op de datum waarop de in het eerste lid bedoelde mededeling aan de begunstigde werd betekend.
§ 5. De uitbetalingsinstellingen storten de opbrengst van de afhouding aan de Dienst tijdens de maand volgend op deze waarin het wettelijk pensioen werd uitbetaald.
Indien de uitbetalingsinstellingen de in het eerste lid bedoelde termijn niet naleven, zijn zij van rechtswege aan de Dienst een toeslag van 10 pct. verschuldigd op de laattijdig gestorte bijdragen, alsmede een verwijlinterest van 12 pct. per jaar, te rekenen vanaf het verstrijken van deze termijn tot op de dag van betaling.
De opbrengst van de afhouding, die verricht wordt op de pensioenen bedoeld in artikel 68, § 6, 3° en 5° tot 10°, wordt door de Dienst aangewend voor de financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas.".
1° de paragrafen 1 tot en met 2bis worden vervangen als volgt:
" § 1. De Dienst stelt het bedrag van de afhouding vast overeenkomstig de bepalingen van artikel 68 en verricht de afhouding op de wettelijke pensioenen waarvan hij de dienst verzekert, vanaf de betaling die volgt op de mededeling bedoeld in artikel 68bis, §§ 1 en 2. In afwachting van deze mededeling verricht de Dienst ambtshalve een afhouding op grond van de gegevens waarover hij beschikt.
Bovendien deelt de Dienst, met inachtname van de in artikel 68, § 6, vastgestelde rangorde, aan ieder van de uitbetalingsinstellingen die de afhouding moeten uitvoeren, het bedrag mee van:
- de afhouding die door de betrokken uitbetalingsinstelling moet worden verricht en/of het daarmee overeenstemmende percentage;
- het door de betrokken uitbetalingsinstelling vereffend pensioen dat in aanmerking werd genomen voor de vaststelling van de afhouding.
De betrokken uitbetalingsinstelling verricht de afhouding op de wettelijke pensioenen waarvan zij de dienst verzekert overeenkomstig de van de Dienst ontvangen instructies vanaf de betaling die volgt op de datum van de in het vorige lid bepaalde mededeling. In afwachting van deze mededeling verricht de uitbetalingsinstelling ambtshalve de afhouding op grond van de gegevens waarover zij beschikt.
De uitbetalingsinstelling die vaststelt dat het meegedeelde pensioenbedrag niet overeenstemt met het werkelijk door haar vereffend bedrag, meldt dit onmiddellijk aan de Dienst.
§ 2. Indien een wettelijk pensioen wordt uitgekeerd door meerdere uitbetalingsinstellingen, andere dan de Dienst, handelt de Dienst overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, eerste en tweede lid, en de uitbetalingsinstelling overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, derde en vierde lid.";
2° de paragrafen 4 en 5 worden vervangen als volgt:
" § 4. Indien wordt vastgesteld dat bij de bepaling van het percentage en/of het bedrag van de afhouding een materiële vergissing werd begaan, zet de Dienst ambtshalve de vergissing recht en deelt hij dit mee aan de uitbetalingsinstelling overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, derde lid. Bovendien brengt de Dienst de begunstigde van de vergissing op de hoogte en betekent hij aan de begun-stigde de elementen waarop de nieuwe berekening van de afhouding steunt.
Indien de vergissing aanleiding heeft gegeven:
- tot ten onrechte verrichte afhoudingen, betaalt de bevoegde uitbetalingsinstelling deze aan de begunstigde terug, zonder dat hierop verwijlinteresten verschuldigd zijn;
- tot het verrichten van een onvoldoende afhouding, past de bevoegde uitbetalingsinstelling het bedrag van de afhouding aan vanaf de betaling die volgt op de datum waarop de in het eerste lid bedoelde mededeling aan de begunstigde werd betekend.
§ 5. De uitbetalingsinstellingen storten de opbrengst van de afhouding aan de Dienst tijdens de maand volgend op deze waarin het wettelijk pensioen werd uitbetaald.
Indien de uitbetalingsinstellingen de in het eerste lid bedoelde termijn niet naleven, zijn zij van rechtswege aan de Dienst een toeslag van 10 pct. verschuldigd op de laattijdig gestorte bijdragen, alsmede een verwijlinterest van 12 pct. per jaar, te rekenen vanaf het verstrijken van deze termijn tot op de dag van betaling.
De opbrengst van de afhouding, die verricht wordt op de pensioenen bedoeld in artikel 68, § 6, 3° en 5° tot 10°, wordt door de Dienst aangewend voor de financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas.".
Art.11. A l'article 68ter de la même loi, inséré par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° les paragraphes 1er à 2bis sont remplacés par ce qui suit:
" § 1er. Le Service détermine le montant de la retenue conformément aux dispositions de l'article 68 et opère la retenue sur les pensions légales dont il assure le service, à partir du paiement qui suit la communication visée à l'article 68bis, §§ 1er et 2. Dans l'attente de cette communication, le Service opère d'office une retenue sur la base des données dont il dispose.
En outre, le Service communique, en respectant l'ordre de priorité fixé par l'article 68, § 6, à chacun des organismes débiteurs qui doivent effectuer la retenue, le montant:
- de la retenue à effectuer par l'organisme débiteur concerné et/ou le pourcentage qui y correspond;
- de la pension liquidée par l'organisme débiteur concerné qui a été prise en compte pour la détermination de la retenue.
L'organisme débiteur effectue la retenue sur les pensions légales dont il assure le service conformément aux instructions reçues du Service à partir du paiement qui suit la date de la communication prévue à l'alinéa qui précède. Dans l'attente de cette communication, l'organisme débiteur opère d'office une retenue sur la base des données dont il dispose.
L'organisme débiteur qui constate que le montant communiqué de la pension ne correspond pas au montant qu'il liquide réellement en avertit immédiatement le Service.
§ 2. Lorsqu'une pension légale est liquidée par plusieurs organismes débiteurs, autres que le Service, le Service agit conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéas 1er et 2, tandis que l'organisme débiteur agit quant à lui conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéas 3 et 4.";
2° les paragraphes 4 et 5 sont remplacés par ce qui suit:
" § 4. Lorsqu'il est constaté que la fixation du pourcentage et/ou du montant de la retenue est entachée d'une erreur matérielle, le Service corrige d'office l'erreur et en fait la communication à l'organisme débiteur conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéa 3. En outre, le Service fait part de l'erreur au bénéficiaire et lui notifie les éléments sur lesquels le nouveau calcul de la retenue est basé.
Lorsque l'erreur a donné lieu:
- à la perception de retenues indues, l'organisme débiteur compétent les rembourse au bénéficiaire, sans qu'il soit redevable d'intérêts de retard;
- à une retenue insuffisante, l'organisme débiteur compétent adapte le montant de la retenue à partir du paiement qui suit la date à laquelle la communication visée à l'alinéa 1er a été notifiée au bénéficiaire.
§ 5. Les organismes débiteurs versent le produit de la retenue au Service dans le mois qui suit celui au cours duquel la pension légale a été payée.
Si les organismes débiteurs ne respectent pas le délai visé à l'alinéa 1er, ils sont de plein droit redevable au Service d'une majoration de 10 p.c. sur les sommes versées en retard, ainsi que d'un intérêt de retard de 12 p.c. par an, à compter de l'expiration de ce délai et jusqu'à la date du paiement.
Le produit de la retenue, qui est effectuée sur les pensions visées à l'article 68, § 6, 3° et 5° à 10°, est affecté par le Service au financement des pensions à charge du Trésor public.".
1° les paragraphes 1er à 2bis sont remplacés par ce qui suit:
" § 1er. Le Service détermine le montant de la retenue conformément aux dispositions de l'article 68 et opère la retenue sur les pensions légales dont il assure le service, à partir du paiement qui suit la communication visée à l'article 68bis, §§ 1er et 2. Dans l'attente de cette communication, le Service opère d'office une retenue sur la base des données dont il dispose.
En outre, le Service communique, en respectant l'ordre de priorité fixé par l'article 68, § 6, à chacun des organismes débiteurs qui doivent effectuer la retenue, le montant:
- de la retenue à effectuer par l'organisme débiteur concerné et/ou le pourcentage qui y correspond;
- de la pension liquidée par l'organisme débiteur concerné qui a été prise en compte pour la détermination de la retenue.
L'organisme débiteur effectue la retenue sur les pensions légales dont il assure le service conformément aux instructions reçues du Service à partir du paiement qui suit la date de la communication prévue à l'alinéa qui précède. Dans l'attente de cette communication, l'organisme débiteur opère d'office une retenue sur la base des données dont il dispose.
L'organisme débiteur qui constate que le montant communiqué de la pension ne correspond pas au montant qu'il liquide réellement en avertit immédiatement le Service.
§ 2. Lorsqu'une pension légale est liquidée par plusieurs organismes débiteurs, autres que le Service, le Service agit conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéas 1er et 2, tandis que l'organisme débiteur agit quant à lui conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéas 3 et 4.";
2° les paragraphes 4 et 5 sont remplacés par ce qui suit:
" § 4. Lorsqu'il est constaté que la fixation du pourcentage et/ou du montant de la retenue est entachée d'une erreur matérielle, le Service corrige d'office l'erreur et en fait la communication à l'organisme débiteur conformément aux dispositions du paragraphe 1er, alinéa 3. En outre, le Service fait part de l'erreur au bénéficiaire et lui notifie les éléments sur lesquels le nouveau calcul de la retenue est basé.
Lorsque l'erreur a donné lieu:
- à la perception de retenues indues, l'organisme débiteur compétent les rembourse au bénéficiaire, sans qu'il soit redevable d'intérêts de retard;
- à une retenue insuffisante, l'organisme débiteur compétent adapte le montant de la retenue à partir du paiement qui suit la date à laquelle la communication visée à l'alinéa 1er a été notifiée au bénéficiaire.
§ 5. Les organismes débiteurs versent le produit de la retenue au Service dans le mois qui suit celui au cours duquel la pension légale a été payée.
Si les organismes débiteurs ne respectent pas le délai visé à l'alinéa 1er, ils sont de plein droit redevable au Service d'une majoration de 10 p.c. sur les sommes versées en retard, ainsi que d'un intérêt de retard de 12 p.c. par an, à compter de l'expiration de ce délai et jusqu'à la date du paiement.
Le produit de la retenue, qui est effectuée sur les pensions visées à l'article 68, § 6, 3° et 5° à 10°, est affecté par le Service au financement des pensions à charge du Trésor public.".
Art.12. In artikel 68quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 68bis, § 1" vervangen door de woorden "artikel 68bis, § 1, eerste lid";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "vierde lid" telkens vervangen door de woorden "tweede lid";
3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
"Elke uitbetalingsinstelling die nalaat aan DB2P de in artikel 68bis, § 1/1, bedoelde aangifte te doen, binnen de in artikel 68bis, § 1, tweede lid, bedoelde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw SiGeDiS, moet een forfaitaire vergoeding betalen van 25,00 EUR.";
4° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "de Administratie der registratie en domeinen" vervangen door de woorden "de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen";
5° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
" § 4. De Dienst ziet de in artikel 68bis, §§ 2 en 3, bedoelde aangiften na.
De Dienst kan voor de controle op de uitvoering van dit hoofdstuk de medewerking vorderen van de administraties, instellingen en diensten wettelijke en/of aanvullende pensioenen toekennen en/of betalen.".
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 68bis, § 1" vervangen door de woorden "artikel 68bis, § 1, eerste lid";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "vierde lid" telkens vervangen door de woorden "tweede lid";
3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
"Elke uitbetalingsinstelling die nalaat aan DB2P de in artikel 68bis, § 1/1, bedoelde aangifte te doen, binnen de in artikel 68bis, § 1, tweede lid, bedoelde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw SiGeDiS, moet een forfaitaire vergoeding betalen van 25,00 EUR.";
4° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "de Administratie der registratie en domeinen" vervangen door de woorden "de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen";
5° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
" § 4. De Dienst ziet de in artikel 68bis, §§ 2 en 3, bedoelde aangiften na.
De Dienst kan voor de controle op de uitvoering van dit hoofdstuk de medewerking vorderen van de administraties, instellingen en diensten wettelijke en/of aanvullende pensioenen toekennen en/of betalen.".
Art.12. A l'article 68quinquies, de la même loi, inséré par l'arrêté royal du 16 décembre 1996 et modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "l'article 68bis, § 1er" sont remplacés par les mots "l'article 68bis, § 1er, alinéa 1er";
2° au paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "alinéa 4" sont à chaque fois remplacés par les mots "alinéa 2";
3° le paragraphe 1er est complété par un alinéa 3, rédigé comme suit:
"Chaque organisme débiteur qui ne soumet pas, à DB2P, la déclaration visée à l'article 68bis, § 1er/1, dans le délai visé à l'article 68bis, § 1er, alinéa 2, et dans le formulaire prescrit par l'ASBL SiGeDiS, doit payer une indemnité forfaitaire de 25,00 EUR.";
4° au paragraphe 3, alinéa 2, les mots "l'Administration de l'enregistrement et des domaines" sont remplacés par les mots "l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales";
5° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit:
" § 4. Le Service vérifie les déclarations visées à l'article 68bis, §§ 2 et 3.
Le Service peut, à des fins de contrôle de l'application du présent chapitre, demander la collaboration des administrations, institutions et services allouant et/ou payant des pensions légales et/ou complémentaires.".
1° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "l'article 68bis, § 1er" sont remplacés par les mots "l'article 68bis, § 1er, alinéa 1er";
2° au paragraphe 1er, alinéa 2, les mots "alinéa 4" sont à chaque fois remplacés par les mots "alinéa 2";
3° le paragraphe 1er est complété par un alinéa 3, rédigé comme suit:
"Chaque organisme débiteur qui ne soumet pas, à DB2P, la déclaration visée à l'article 68bis, § 1er/1, dans le délai visé à l'article 68bis, § 1er, alinéa 2, et dans le formulaire prescrit par l'ASBL SiGeDiS, doit payer une indemnité forfaitaire de 25,00 EUR.";
4° au paragraphe 3, alinéa 2, les mots "l'Administration de l'enregistrement et des domaines" sont remplacés par les mots "l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales";
5° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit:
" § 4. Le Service vérifie les déclarations visées à l'article 68bis, §§ 2 et 3.
Le Service peut, à des fins de contrôle de l'application du présent chapitre, demander la collaboration des administrations, institutions et services allouant et/ou payant des pensions légales et/ou complémentaires.".
Art.13. In het artikel 68sexies, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, worden de woorden "het pensioen" vervangen door de woorden "het wettelijk pensioen";
2° in het derde lid, worden de woorden "in het tweede lid" vervangen door de woorden "in het eerste en het tweede lid";
3° in de Nederlandse tekst van het derde lid, wordt het woord "onderbroken" vervangen door het woord "gestuit".
1° in het eerste lid, worden de woorden "het pensioen" vervangen door de woorden "het wettelijk pensioen";
2° in het derde lid, worden de woorden "in het tweede lid" vervangen door de woorden "in het eerste en het tweede lid";
3° in de Nederlandse tekst van het derde lid, wordt het woord "onderbroken" vervangen door het woord "gestuit".
Art.13. A l'article 68sexies, de la même loi, inséré par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 1er, les mots "la pension" sont remplacés par les mots "la pension légale";
2° dans l'alinéa 3, les mots "à l'alinéa 2" sont remplacés par les mots "aux alinéas 1er et 2";
3° dans la version néerlandaise, dans l'alinéa 3, le mot "onderbroken" est remplacé par le mot "gestuit".
1° dans l'alinéa 1er, les mots "la pension" sont remplacés par les mots "la pension légale";
2° dans l'alinéa 3, les mots "à l'alinéa 2" sont remplacés par les mots "aux alinéas 1er et 2";
3° dans la version néerlandaise, dans l'alinéa 3, le mot "onderbroken" est remplacé par le mot "gestuit".
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen
CHAPITRE IV. - Modification de la loi du 13 mars 2013 portant réforme de la retenue de 3,55 % au profit de l'assurance obligatoire soins de santé et de la cotisation de solidarité effectuées sur les pensions
Art.14. In het artikel 4, van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen, gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het zevende lid, worden de woorden "het zesde lid" vervangen door de woorden "het vijfde en het zesde lid";
2° in het zevende lid, wordt het woord "onderbroken" vervangen door het woord "gestuit".
1° in het zevende lid, worden de woorden "het zesde lid" vervangen door de woorden "het vijfde en het zesde lid";
2° in het zevende lid, wordt het woord "onderbroken" vervangen door het woord "gestuit".
Art.14. A l'article 4, de la loi du 13 mars 2013 portant réforme de la retenue de 3,55 % au profit de l'assurance obligatoire soins de santé et de la cotisation de solidarité effectuées sur les pensions, modifié par la loi du 18 mars 2016, les modifications suivantes sont apportées:
1° dans l'alinéa 7, les mots "à l'alinéa 6" sont remplacés par les mots "aux alinéas 5 et 6";
2° dans la version néerlandaise, dans l'alinéa 7, le mot "onderbroken" est remplacé par le mot "gestuit".
1° dans l'alinéa 7, les mots "à l'alinéa 6" sont remplacés par les mots "aux alinéas 5 et 6";
2° dans la version néerlandaise, dans l'alinéa 7, le mot "onderbroken" est remplacé par le mot "gestuit".
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
CHAPITRE V. - Entrée en vigueur
Art. 15. Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en is van toepassing op alle betalingen van Belgische aanvullende pensioenen die worden verricht vanaf deze datum, met uitzondering van artikel 6, 3°, 5° en 7°, dat in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum.
Art. 15. La présente loi produit ses effets le 1er janvier 2023 et s'applique à tous les paiements de pensions complémentaires belges effectués à partir de cette date, à l'exception de l'article 6, 3°, 5° et 7°, qui entre en vigueur à une date à fixer par le Roi.