Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
22 DECEMBER 2023. - Ordonnantie houdende diverse bepalingen betreffende Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslagen
Titre
22 DECEMBRE 2023. - Ordonnance portant des dispositions diverses en matière de santé, d'aide aux personnes et de prestations familiales
Informations sur le document
Info du document
Tekst (36)
Texte (36)
HOOFDSTUK I. - Algemeen
CHAPITRE Ier. - Généralités
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Article 1er. La présente ordonnance règle une matière visée à l'article 135 de la Constitution.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen
CHAPITRE II. - Modifications de l'ordonnance du 24 avril 2008 relative aux établissements pour aînés
Art.2. In de titel van de Nederlandse tekst van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, worden de woorden "voor van" vervangen door het woord "voor".
Art.2. Dans le texte néerlandais de l'intitulé de l'ordonnance du 24 avril 2008 relative aux établissements pour aînés, les mots " voor van " sont remplacés par le mot " voor ".
Art.3. In de gehele Nederlandse tekst van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "bejaarde" wordt telkens vervangen door het woord "oudere";
  2° het woord "bejaarden" wordt telkens vervangen door het woord "ouderen".
Art.3. Dans l'ensemble du texte néerlandais de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° le mot " bejaarde " est chaque fois remplacé par le mot " oudere ";
  2° le mot " bejaarden " est chaque fois remplacé par le mot " ouderen ".
Art.4. In artikel 2 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Franse tekst van de bepaling onder 4°, c) en d), wordt het woord "dépendantes" telkens vervangen door het woord "dépendants";
  2° onder 13°, wordt het woord "georganiseerd" vervangen door de woorden "die ten minste in meerderheid georganiseerd is";
  3° onder 14° :
  a) worden de woorden "niet onder 13° bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "die bestaat uit" en de woorden "voorzieningen waarvan";
  b) worden de woorden "niet georganiseerd is door een of meer publiekrechtelijke rechtspersonen of die" weggelaten;
  4° onder 15°, worden de woorden "niet onder 13° bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "die bestaat uit" en de woorden "voorzieningen waarvan";
  5° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 16°, luidende:
  "16° Brandweerdienst: de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.".
Art.4. Dans l'article 2 de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° au 4°, c) et d), le mot " dépendantes " est chaque fois remplacé par le mot " dépendants ";
  2° au 13°, les mots " au moins majoritairement " sont insérés entre les mots " personne morale organisée " et les mots " par une ou plusieurs personnes morales ";
  3° au 14° :
  a) les mots " non visés au 13°, " sont insérés entre les mots " composé des établissements " et les mots " dont le gestionnaire est constitué ";
  b) les mots " ne sont pas organisées par une ou plusieurs personnes morales de droit public ou qui " sont supprimés;
  4° au 15°, les mots " non visés au 13°, " sont insérés entre les mots " composé des établissements " et les mots " dont le gestionnaire est soit constitué ";
  5° l'article est complété par le 16°, rédigé comme suit:
  " 16° service d'incendie: le Service d'incendie et d'aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale. ".
Art.5. In artikel 9, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "indien de geplande werken betrekking hebben op een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld krachtens hoofdstuk II. De toestemming bedoeld in het eerste lid, die betekent dat het project in de programmering past, wordt "vergunning voor de werken" genoemd." weggelaten.
Art.5. Dans l'article 9, alinéa 1er, de la même ordonnance, les mots ", si les travaux projetés concernent un établissement relevant d'une catégorie d'établissements pour laquelle le Collège réuni arrêté une programmation conformément au chapitre II. L'autorisation prévue à l'alinéa premier, qui signifie que le projet s'insère dans la programmation, est appelée " autorisation de travaux " " sont supprimés.
Art.6. In artikel 11, § 1, van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Franse tekst van de derde lid, worden de woorden "hébergées ou accueillies" vervangen door de woorden "hébergés ou accueillis";
  2° in het vijfde lid:
  a) worden in de bepaling onder 1° de woorden "een individuele fiche en" ingevoegd tussen de woorden "bijhouden van" en "een vertrouwelijk dossier";
  b) wordt de bepaling onder 2/1° ingevoegd, luidende:
  "2/1° de voorwaarden waaronder in een voorziening maatregelen inzake immobilisatie, toezicht of afzondering kunnen worden genomen, met dien verstande dat die maatregelen slechts in uitzonderlijke omstandigheden mogen worden genomen, als er een risico op gevaar is voor de oudere of voor een derde, nadat alle alternatieve maatregelen zijn uitgeput, en met garanties op voorlichting;";
  c) worden in de bepaling onder 5° de woorden "te verstrekken hulp en zorg, alsook de door de voorziening aangeboden activiteiten" vervangen door de woorden "de aan de ouderen te verstrekken hulp en zorg, met inbegrip van de toediening van geneesmiddelen, alsook activiteiten die aan de ouderen moeten worden aangeboden binnen of buiten de voorziening";
  d) wordt de bepaling onder 5/1° vervangen als volgt:
  "5/1° de regels voor het bijhouden van een individueel gezondheidsdossier voor elke oudere, waarvan het Verenigd College de inhoud bepaalt. Dit individuele gezondheidsdossier omvat in elk geval de gegevens die zijn opgenomen in het patiëntendossier in de zin van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg;";
  e) wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt:
  "6° het aantal, de opdrachten, de kwalificatie, het opvangbeleid, de voortgezette opleiding, met inbegrip van het plan voor voortgezette opleiding, de moraliteit en de minimale aanwezigheidsvereisten voor het personeel en de directie en, wat die laatste betreft, de onverenigbaarheden en de vereiste ervaringsvoorwaarden;";
  f) worden de bepalingen onder 6/1° tot en met 6/4° ingevoegd, luidende:
  "6/1° de moraliteit van de beheerder;
  6/2° de samenwerking met zorgverleners en externe personen of diensten die in of ten behoeve van de voorziening prestaties leveren en de vereiste van een functionele band met een andere voorziening, dienst of zorginstelling;
  6/3° het kwaliteitsbeleid van de voorzieningen, waarvoor het Verenigd College de nadere regels vastlegt;
  6/4° voor voorzieningen waar medische verzorging wordt verstrekt, het beleid voor de organisatie van de verzorging en de medische activiteit binnen de voorziening, met inbegrip van de vaststelling van de rechten en plichten van de behandeld artsen die in de voorziening werken;";
  g) wordt de bepaling onder 7° aangevuld met de woorden ", alsook het brandveiligheidsattest zoals bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid";
  h) in de Franse tekst van de bepaling onder 10°, worden de woorden "hébergée ou accueillie" vervangen door de woorden "hébergé ou accueilli";
  i) wordt het lid aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende:
  "13° de normen voor de bijzondere erkenning van plaatsen voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen.".
Art.6. Dans l'article 11, § 1er, de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° à l'alinéa 3, les mots " hébergées ou accueillies " sont remplacés par les mots " hébergés ou accueillis ";
  2° à l'alinéa 5:
  a) au 1°, les mots " d'une fiche individuelle et " sont insérés entre les mots " pour chaque aîné, " et les mots " d'un dossier confidentiel ";
  b) il est inséré le 2/1°, rédigé comme suit:
  " 2/1° les conditions dans lesquelles des mesures de contention, de surveillance ou d'isolement peuvent être prises au sein d'un établissement, étant entendu que ces mesures ne peuvent intervenir qu'à titre exceptionnel, face à un risque de danger pour l'aîné ou pour un tiers, après épuisement de toutes les mesures alternatives, et moyennant des garanties d'information; ";
  c) au 5°, les mots ", ainsi que des activités proposées par l'établissement " sont remplacés par les mots " aux aînés, en ce compris l'administration des médicaments, ainsi que des activités qui doivent être proposées aux aînés au sein ou à l'extérieur de l'établissement ";
  d) le 5/1° est remplacé par ce qui suit:
  " 5/1° les modalités de la tenue, pour chaque aîné, d'un dossier individuel de santé dont le Collège réuni détermine le contenu. Ce dossier individuel de santé comporte en tout cas les informations reprises dans le dossier du patient au sens de la loi du 22 avril 2019 relative à la qualité de la pratique des soins de santé; ";
  e) le 6° est remplacé par ce qui suit:
  " 6° le nombre, les missions, la qualification, la politique d'accueil, la formation continuée, en ce compris le plan de formation continuée, la moralité et les exigences minimales de présence du personnel et de la direction ainsi qu'en ce qui concerne cette dernière, les incompatibilités et les conditions d'expérience requise; ";
  f) sont insérés les 6/1° à 6/4°, rédigés comme suit:
  " 6/1° la moralité du gestionnaire;
  6/2° la collaboration avec des prestataires de santé et des personnes ou services externes qui effectuent des prestations au sein ou au profit de l'établissement, ainsi que l'exigence d'un lien fonctionnel avec un autre établissement, service ou une institution de soins;
  6/3° la politique de qualité des établissements, dont le Collège réuni détermine les modalités;
  6/4° pour les établissements dans lesquels des soins médicaux sont dispensés, la politique d'organisation des soins et de l'activité médicale au sein de l'établissement, en ce compris la fixation des droits et obligations des médecins traitants qui exercent au sein de l'établissement; ";
  g) le 7° est complété par les mots ", ainsi que l'attestation de sécurité incendie visée à l'article 12, § 1er, alinéa 2 ";
  h) au 10°, les mots " hébergée ou accueillie " sont remplacés par les mots " hébergé ou accueilli ";
  i) l'alinéa est complété par le 13°, rédigé comme suit:
  " 13° les normes relatives à l'agrément spécial de places pour la prise en charge des aînés fortement dépendants et nécessitant des soins. ".
Art.7. In artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt een § 1/1 ingevoegd, luidende:
  " § 1/1. Het Verenigd College stelt specifieke normen vast voor de huisvesting in een aangepaste eenheid voor verwarde ouderen of ouderen met ernstige cognitieve stoornissen of bij wie dementie is vastgesteld.".
Art.7. A l'article 11 de la même ordonnance, il est inséré un § 1er/1, rédigé comme suit:
  " § 1er/1. Le Collège réuni arrête les normes spécifiques concernant l'hébergement en unité adaptée des aînés désorientés ou présentant des troubles cognitifs majeurs ou diagnostiqués déments. ".
Art.8. Artikel 12 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt:
  "Art. 12. § 1. De erkenningsaanvraag gaat vergezeld van een beschrijvend dossier, waarvan de inhoud door het Verenigd College, op advies van de Beheerraad, wordt vastgesteld.
  Behalve voor de in artikel 2, 4°, b), bèta, bedoelde voorzieningen, bevat het in het eerste lid bedoelde beschrijvend dossier in elk geval een door de burgemeester afgeleverd brandveiligheidsattest, op basis van een bezoekverslag van de brandweer. Dit attest bepaalt in welke mate de voorziening voldoet aan de voor haar geldende brandveiligheidsnormen.
  Het Verenigd College stelt de nadere regels voor het in het tweede lid bedoelde brandveiligheidsattest vast, met name de toekenningsprocedure en de geldigheidsduur.
  De in het derde lid bedoelde toekenningsprocedure bepaalt in elk geval dat, op verzoek van de beheerder en op advies van de in artikel 19/5 bedoelde Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen, een afwijking van de in artikel 11, § 1, vijfde lid, 7°, bedoelde veiligheidsnormen aan een voorziening kan worden toegekend in het kader van de afgifte van het in het tweede lid bedoelde attest.
  § 2. Het Verenigd College meldt de ontvangst van de in § 1, eerste lid, bedoelde erkenningsaanvraag binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan en geeft, in voorkomend geval, aan of bijkomende documenten nodig zijn voor zijn onderzoek.
  De beslissing van het Verenigd College, genomen op advies van de Beheerraad, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht binnen de 120 dagen na ontvangst van een volledig aanvraagdossier. Wanneer deze termijn is verstreken, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.
  De in het tweede lid bedoelde termijn wordt opgeschort in juli en augustus, alsook vanaf de toekenning van een voorlopige werkingsvergunning, en gedurende de geldigheidsduur daarvan.
  § 3. Het Verenigd College kan aanvullende nadere regels voor de erkenningsprocedure vaststellen.".
Art.8. L'article 12 de la même ordonnance est remplacé par ce qui suit:
  " Art. 12. § 1er. La demande d'agrément est accompagnée d'un dossier descriptif dont le contenu est arrêté par le Collège réuni, sur avis du Conseil de gestion.
  Sauf pour les établissements visés à l'article 2, 4°, b), bêta, le dossier descriptif visé à l'alinéa 1er comporte en tout cas une attestation de sécurité incendie, délivrée par le bourgmestre, sur la base d'un rapport de visite du service d'incendie. Cette attestation détermine dans quelle mesure l'établissement respecte les normes de sécurité incendie qui lui sont applicables.
  Le Collège réuni fixe les modalités de l'attestation de sécurité incendie visée à l'alinéa 2, notamment la procédure d'octroi et la durée de validité.
  La procédure d'octroi visée à l'alinéa 3 prévoit en tout cas que, à la demande du gestionnaire, et sur avis de la Commission pour la sécurité incendie dans les établissements pour aînés visée à l'article 19/5, une dérogation aux normes de sécurité visées à l'article 11, § 1er, alinéa 5, 7°, peut être octroyée à un établissement dans le cadre de la délivrance de l'attestation visée à l'alinéa 2.
  § 2. Le Collège réuni accuse réception de la demande d'agrément visée au § 1er, alinéa 1er, dans les quinze jours de sa réception et indique, s'il y a lieu, les documents complémentaires nécessaires à son examen.
  La décision du Collège réuni, prise de l'avis du Conseil de gestion, est notifiée au demandeur dans les 120 jours suivant la réception d'un dossier de demande complet. Passé ce délai, l'agrément est réputé accordé.
  Le délai visé à l'alinéa 2 est suspendu pendant les mois de juillet et août, ainsi qu'à partir de l'octroi d'une autorisation de fonctionnement provisoire, et pendant la période de validité de celle-ci.
  § 3. Le Collège réuni peut arrêter les modalités complémentaires de la procédure d'agrément. ".
Art.9. In de Franse tekst van artikel 13, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "hébergées ou accueillies" vervangen door de woorden "hébergés ou accueillis".
Art.9. Dans l'article 13, alinéa 2, de la même ordonnance, les mots " hébergées ou accueillies " sont remplacés par les mots " hébergés ou accueillis ".
Art.10. In artikel 15 van dezelfde ordonnantie wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
  " § 1. In deze paragraaf verstaat men onder:
  1° "voorziening": een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld op grond van hoofdstuk II of door toepassing van artikel 31, met uitzondering van de centra voor dagverzorging en van de plaatsen voor kortverblijf;
  2° "gemiddelde niet-bezettingsgraad": de niet-bezettingsgraad van een voorziening, zoals beschikbaar in de toepassing voor de tegemoetkomingsberekening, die wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal plaatsen van de voorziening tijdens een bepaalde periode;
  3° "jaarlijkse gemiddelde niet-bezettingsgraad": de gemiddelde niet-bezettingsgraad tijdens de referentieperiode;
  4° "referentieperiode": referentieperiode die start op 1 juli van het jaar T-2 en eindigt op 30 juni van het jaar T-1, waarbij het eerste jaar T het jaar 2024 betreft;
  5° "plaats": een plaats waarbij een voorziening een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning geniet.
  Elk jaar vervallen van rechtswege de erkenningen van de helft van het gemiddelde aantal plaatsen van een voorziening die tijdens de referentieperiode onbezet waren. Het verval van de erkenningen wordt door Iriscare vastgesteld op 15 april van elk jaar T op basis van de jaarlijkse gemiddelde niet-bezettingsgraad van elke voorziening.
  In afwijking van het tweede lid heeft, wanneer het aantal plaatsen waarvan het verval van de erkenning zou moeten worden vastgesteld hoger is dan het gemiddelde aantal onbezette plaatsen tijdens het laatste kwartaal van het jaar T-1, het verval alleen betrekking op het gemiddelde aantal onbezette plaatsen tijdens het laatste kwartaal van het jaar T-1.
  In afwijking van het tweede en het derde lid mag elke voorziening over onbezette plaatsen ten belope van vijf procent van haar plaatsen beschikken, met een minimum van drie onbezette plaatsen. Het minimum van drie niet-bezette erkende plaatsen wordt verhoogd tot 25 wanneer de toepassing van het tweede of het derde lid het totale aantal plaatsen met een bijzondere erkenning voor de verzorging van zwaar afhankelijke en hulpbehoevende ouderen in een voorziening zou verlagen naar minder dan 25.
  Voor alle latere opvang- of huisvestingcapaciteitstoenames moet opnieuw een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden aangevraagd.
  Het aantal onbezette plaatsen waarvoor de erkenning in toepassing van het tweede of het derde lid als vervallen moet worden beschouwd, wordt, in voorkomend geval, naar de lagere eenheid afgerond.
  Het aantal onbezette plaatsen waarover een voorziening in toepassing van het vierde lid mag beschikken wordt, in voorkomend geval, naar de hogere eenheid afgerond.
  Het tweede lid is niet van toepassing gedurende de eerste vijf jaar na de toekenning van de eerste voorlopige werkingsvergunning van de voorziening, noch gedurende de eerste vijf jaar na de toekenning van een voorlopige werkingsvergunning voor een uitbreiding met meer dan 20% van de erkende capaciteit van de voorziening.
  Het Verenigd College mag de regels voor de berekening van de gemiddelde niet-bezettingsgraad van de plaatsen, zoals bedoeld in deze paragraaf, verduidelijken en aanvullen. Het mag het percentage en het aantal plaatsen, zoals bedoeld in het vierde lid, wijzigen. Het mag ook het aantal jaren en het percentage, zoals bedoeld in het achtste lid, wijzigen.".
Art.10. L'article 15, § 1er, de la même ordonnance, est remplacé par ce qui suit:
  " § 1er. Dans le présent paragraphe, on entend par:
  1° " établissement ": un établissement qui relève d'une catégorie d'établissements pour laquelle le Collège réuni a arrêté une programmation conformément au chapitre II ou par application de l'article 31, à l'exception des centres de soins de jour et des places de court séjour;
  2° " taux d'inoccupation moyen ": le taux d'inoccupation d'un établissement, tel qu'il est disponible dans l'application de calcul des interventions, qui est calculé sur la base du nombre moyen pondéré de places de l'établissement pendant une période donnée;
  3° " taux d'inoccupation moyen annuel ": le taux d'inoccupation moyen pendant la période de référence;
  4° " période de référence ": période de référence commençant le 1er juillet de l'année T-2 et se terminant le 30 juin de l'année T-1, où la première année T se rapporte à l'année 2024;
  5° " place ": une place pour laquelle un établissement bénéficie d'un agrément ou d'une autorisation de fonctionnement provisoire.
  Chaque année, les agréments de la moitié du nombre moyen des places d'un établissement qui étaient inoccupées pendant la période de référence, expirent de plein droit. L'expiration des agréments est constatée par Iriscare le 15 avril de chaque année T sur la base du taux d'inoccupation moyen annuel de chaque établissement.
  Par dérogation à l'alinéa 2, lorsque le nombre de places dont l'expiration de l'agrément devrait être constatée est supérieur au nombre moyen de places inoccupées pendant le dernier trimestre de l'année T-1, l'expiration porte uniquement sur le nombre moyen de places inoccupées pendant le dernier trimestre de l'année T-1.
  Par dérogation aux alinéas 2 et 3, tout établissement peut disposer de places inoccupées à hauteur de 5 % de ses places, avec un minimum de trois places inoccupées. Le minimum de trois places inoccupées est porté à 25 lorsque l'application de l'alinéa 2 ou de l'alinéa 3 réduirait à moins de 25 le nombre total de places bénéficiant d'un agrément spécial pour la prise en charge des aînés fortement dépendants et nécessitant des soins au sein d'un établissement.
  Toute augmentation ultérieure de la capacité d'accueil ou d'hébergement doit faire l'objet d'une nouvelle demande d'autorisation spécifique de mise en service et d'exploitation.
  Le nombre de places inoccupées pour lequel l'agrément doit être considéré comme expiré par application des alinéas 2 ou 3 est, le cas échéant, arrondi à l'unité inférieure.
  Le nombre de places inoccupées dont un établissement peut disposer en application de l'alinéa 4 est, le cas échéant, arrondi à l'unité supérieure.
  L'alinéa 2 n'est pas d'application pendant les cinq premières années suivant l'octroi de la première autorisation de fonctionnement provisoire de l'établissement, ni pendant les cinq premières années suivant l'octroi d'une autorisation de fonctionnement provisoire portant sur une extension de plus de 20 % de la capacité agréée de l'établissement.
  Le Collège réuni peut préciser et compléter les modalités de calcul du taux d'inoccupation moyen des places visé par le présent paragraphe. Il peut modifier le pourcentage et le nombre de places visés à l'alinéa 4. Il peut également modifier les nombres d'années et le pourcentage visés à l'alinéa 8. ".
Art.11. Artikel 17, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt:
  " § 1. Als wordt vastgesteld dat een norm vastgesteld krachtens artikel 11, § 1, vierde lid, niet of niet meer wordt nageleefd in een voorziening waarop hij van toepassing is, kan het Verenigd College:
  1° na advies van de Beheerraad en nadat het vooraf de beheerder heeft gehoord, de voorlopige werkingsvergunning of de erkenning, naargelang van het geval, weigeren, schorsen of intrekken;
  2° de beheerder van deze voorziening bevelen binnen een vastgestelde termijn een of meerdere overeenkomstig artikel 11, § 1, vierde lid, vastgestelde normen na te leven.
  De in het eerste lid, 1°, bedoelde beslissingen tot weigering, schorsing of intrekking van een erkenning of een voorlopige werkingsvergunning kunnen betrekking hebben op alle of een deel van de plaatsen van de voorziening.".
Art.11. L'article 17, § 1er, de la même ordonnance est remplacé par ce qui suit:
  " § 1er. S'il est constaté qu'une norme arrêtée en vertu de l'article 11, § 1er, alinéa 4, n'est pas ou plus respectée dans un établissement où elle s'applique, le Collège réuni peut:
  1° de l'avis du Conseil de gestion et le gestionnaire préalablement entendu, refuser, suspendre ou retirer selon le cas l'autorisation de fonctionnement provisoire ou l'agrément;
  2° enjoindre au gestionnaire de cet établissement de se conformer endéans un délai déterminé à une ou plusieurs normes arrêtées en vertu de l'article 11, § 1er, alinéa 4.
  Les décisions de refus, de suspension et de retrait de l'agrément ou de l'autorisation de fonctionnement provisoire visées à l'alinéa 1er, 1°, peuvent porter sur tout ou partie des places de l'établissement. ".
Art.12. In artikel 18 van dezelfde ordonnantie worden de woorden "het in artikel 17, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde bevel," ingevoegd tussen de woorden "of de erkenning," en de woorden "onmiddellijke sluiting of onmiddellijke intrekking".
Art.12. A l'article 18 de la même ordonnance, les mots " d'injonction visée à l'article 17, § 1er, alinéa 1er, 2°, " sont insérés entre les mots " ou de l'agrément, " et les mots " de fermeture immédiate ou de retrait ".
Art.13. In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk III/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "HOOFDSTUK III/1. Vrijwillige sluiting
  Art. 19/4.Het Verenigd College stelt de procedure vast die moet worden toegepast wanneer een beheerder het voornemen te kennen geeft een voorziening vrijwillig te sluiten.
  De in het eerste lid bedoelde procedure zorgt voor de bescherming van de ouderen die in de betrokken voorziening wonen, met name door hun vrijheid om een nieuwe voorziening te kiezen zoveel mogelijk te eerbiedigen.
  Het Verenigd College kan de gevolgen van een vrijwillige sluiting van een voorziening door de beheerder vaststellen en bepalen welke verplichtingen hem kunnen worden opgelegd, met name de uitvoering van een financiële audit van de betrokken voorziening.".
Art.13. Dans la même ordonnance, il est inséré un chapitre III/1 rédigé comme suit:
  " CHAPITRE III/1. Fermeture volontaire
  Art. 19/4.Le Collège réuni détermine la procédure applicable lorsqu'un gestionnaire manifeste l'intention de procéder à la fermeture volontaire d'un établissement.
  La procédure visée à l'alinéa 1er veille à protéger les aînés qui résident dans l'établissement concerné, notamment en respectant au maximum leur liberté dans le choix d'un nouvel établissement.
  Le Collège réuni peut déterminer les conséquences d'une fermeture volontaire d'établissement par le gestionnaire, et prévoir les obligations qui peuvent être mises à charge de celui-ci, notamment la réalisation d'un audit financier de l'établissement concerné. ".
Art.14. In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk III/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "HOOFDSTUK III/2. Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen
  Art. 19/5.Bij Iriscare wordt een Commissie voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen opgericht, die bevoegd is adviezen uit te brengen over de brandveiligheid in de ouderenvoorzieningen, met uitzondering van de in artikel 2, 4°, b), bèta, bedoelde voorzieningen. Deze adviserende bevoegdheid heeft betrekking op:
  1° nieuwe regelgevende initiatieven inzake brandpreventie in ouderenvoorzieningen;
  2° de toekenning van afwijkingen op de in artikel 11, § 1, vijfde lid, 7°, bedoelde veiligheidsnormen.
  Het Verenigd College bepaalt de samenstelling en de werking van de in het eerste lid bedoelde commissie. Het Verenigd College stelt bovendien de regels vast voor de financiering van de werkingskosten van de commissie en de vergoedingen van de leden.".
Art.14. Dans la même ordonnance, il est inséré un chapitre III/2 rédigé comme suit:
  " CHAPITRE III/2. Commission pour la sécurité incendie dans les établissements pour aînés
  Art. 19/5.Il est créé, auprès d'Iriscare, une Commission pour la sécurité incendie dans les établissements pour aînés, compétente pour rendre des avis sur la sécurité incendie dans les établissements pour aînés, à l'exception des établissements visés à l'article 2, 4°, b), bêta. Cette compétence consultative porte sur:
  1° de nouvelles initiatives réglementaires en matière de prévention d'incendie dans les établissements pour aînés;
  2° l'octroi de dérogations aux normes de sécurité visées à l'article 11, § 1er, alinéa 5, 7°.
  Le Collège réuni détermine la composition et le fonctionnement de la commission visée à l'alinéa 1er. Le Collège réuni établit en outre les règles de la prise en charge des frais de fonctionnement de la commission et des indemnités des membres. ".
Art.15. In het opschrift van hoofdstuk VI van dezelfde ordonnantie wordt het woord "Inspectie" vervangen door de woorden "Klachten, inspectie".
Art.15. Dans l'intitulé du chapitre VI de la même ordonnance, le mot " Inspection " est remplacé par les mots " Plaintes, Inspection ".
Art.16. In hoofdstuk VI van dezelfde ordonnantie wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 26/1. Ouderen, hun vertegenwoordigers of iedere belanghebbende kunnen een klacht indienen bij Iriscare over de werking van een voorziening.
  Het Verenigd College stelt, na advies van de Beheerraad, de procedure vast om de in het eerste lid bedoelde klachten in te dienen en de procedure volgens welke Iriscare deze klachten behandelt.".
Art.16. Dans le chapitre VI de la même ordonnance, il est inséré un article 26/1 rédigé comme suit:
  " Art. 26/1. Les aînés, leurs représentants ou toute personne justifiant d'un intérêt peuvent introduire une plainte auprès d'Iriscare concernant le fonctionnement d'un établissement.
  Le Collège réuni détermine, après avis du Conseil de gestion, la procédure d'introduction des plaintes visées à l'alinéa 1er, ainsi que la procédure de traitement de ces plaintes par Iriscare. ".
Art.17. In artikel 28 van dezelfde ordonnantie, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 15 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2, worden de woorden "dat, behalve in dringende of uitzonderlijke omstandigheden, wordt opgesteld in het kader van een tegensprekelijke procedure, zoals bedoeld in de paragrafen 3 tot en met 5." toegevoegd na de woorden "van hun vaststellingen";
  2° in paragraaf 3, worden de woorden "Onverminderd paragraaf 2, stellen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren een voorlopig verslag op van hun vaststellingen." ingevoegd voor de woorden "Iriscare betekent binnen een termijn";
  3° in paragraaf 3:
  a) worden de woorden "en de directeur van de voorziening" vervangen door de woorden "van de voorziening, met kopie van deze betekening aan de directeur";
  b) worden de woorden "de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen" vervangen door de woorden "Iriscare de beheerder van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk inlichten, met kopie van deze inlichting aan de directeur";
  4° in paragraaf 4, worden de woorden "door de beheerder" ingevoegd na de woorden "het in paragraaf 3 bedoelde voorlopige verslag";
  5° in paragraaf 5:
  a) worden de woorden "en de directeur van de voorziening" vervangen door de woorden "van de voorziening, met kopie van deze betekening aan de directeur";
  b) worden de woorden "de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de beheerder en de directeur van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk op de hoogte brengen" vervangen door de woorden "Iriscare de beheerder van de voorziening daarvan binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk inlicht, met kopie van deze inlichting aan de directeur";
  c) worden de woorden "na de ontvangst van de in paragraaf 4 bedoelde laatste reactie, of" weggelaten;
  6° in paragraaf 6, worden de woorden "paragrafen 2 tot en met 5" vervangen door de woorden "paragrafen 3 tot en met 5".
Art.17. A l'article 28 de la même ordonnance, tel que modifié par l'ordonnance du 15 décembre 2022, les modifications suivantes sont apportées:
  1° au paragraphe 2, les mots ", lequel est, sauf circonstances urgentes ou exceptionnelles, établi dans le cadre d'une procédure contradictoire visée aux paragraphes 3 à 5. " sont ajoutés après les mots " un rapport de leurs constats ";
  2° au paragraphe 3, les mots " Sans préjudice du paragraphe 2, les agents visés à l'article 27 rédigent un rapport provisoire de leurs constats. " sont insérés avant les mots " Une copie du rapport provisoire ";
  3° au paragraphe 3:
  a) les mots " et au directeur de l'établissement " sont remplacés par les mots " de l'établissement, avec copie de cette notification au directeur ";
  b) les mots " que les agents visés à l'article 27 en informent par écrit dans un délai de trente jours le gestionnaire et le directeur de l'établissement " sont remplacés par les mots " qu'Iriscare en informe par écrit dans un délai de quarante jours le gestionnaire de l'établissement, avec copie de cette information par écrit au directeur ";
  4° au paragraphe 4, les mots " par le gestionnaire " sont insérés entre les mots " suivant la réception " et les mots " du rapport provisoire visé au paragraphe 3 ";
  5° au paragraphe 5:
  a) les mots " et au directeur de l'établissement " sont remplacés par les mots " de l'établissement, avec copie de cette notification au directeur ";
  b) les mots " que les agents visés à l'article 27 en informent par écrit dans un délai de trente jours le gestionnaire et le directeur de l'établissement " sont remplacés par les mots " qu'Iriscare en informe par écrit dans un délai de quarante jours le gestionnaire de l'établissement, avec copie de cette information par écrit au directeur ";
  c) les mots " suivant la réception de la dernière réaction, visée au paragraphe 4, ou " sont supprimés;
  6° au paragraphe 6, les mots " paragraphes 2 à 5 " sont remplacés par les mots " paragraphes 3 à 5 ".
Art.18. In artikel 28/1, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, worden de bepalingen onder 2/1° en 2/2° ingevoegd, luidende:
  "2/1° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder aan wie het Verenigd College heeft bevolen binnen een vastgestelde termijn een of meerdere normen na te leven die zijn vastgelegd overeenkomstig artikel 11, § 1, vierde lid, en die de in het bevel bedoelde normen niet naleeft binnen die termijn;".
  2/2° van 2.500 tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de beheerder die de op grond van artikel 19/4, eerste en tweede lid, vastgestelde procedureregels, die bedoeld zijn om de ouderen te beschermen, overtreedt of de op grond van artikel 19/4, derde lid, aan de vrijwillige sluiting verbonden gevolgen overtreedt.";
  2° in paragraaf 2 worden de woorden "van de inbreuk" vervangen door de woorden "van een inbreuk die aanleiding heeft gegeven tot een administratieve boete als bedoeld in paragraaf 1";
  3° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door drie leden, luidende:
  " § 3. De administratieve geldboete kan worden opgelegd binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de inbreuk is vastgesteld en nadat de betrokkene is gehoord.
  Indien de vaststelling van de inbreuk wordt vastgesteld in een controleverslag in de zin van artikel 28, § 2, loopt de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden vanaf de kennisgeving van het in artikel 28, § 5, bedoelde controleverslag.
  Indien een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de betalingswijze en de betalingstermijn ervan. De kennisgeving van de beslissing aan de betrokkene vermeldt de wijze waarop en binnen welke termijn beroep tegen de beslissing kan worden aangetekend.";
  4° in paragraaf 3, huidige vierde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "vierde lid".
Art.18. Dans l'article 28/1, de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° au paragraphe 1er, sont insérés les 2/1° et 2/2°, rédigés comme suit:
  " 2/1° de 2.500 à 25.000 euros, le gestionnaire auquel le Collège réuni a enjoint de se conformer endéans un délai déterminé à une ou plusieurs normes arrêtées en vertu de l'article 11, § 1er, alinéa 4, et qui ne se conforme pas aux normes visées dans l'injonction endéans ce délai;
  2/2° de 2.500 à 25.000 euros, le gestionnaire qui enfreint les règles de la procédure établie en vertu de l'article 19/4, alinéas 1er et 2, qui visent à protéger les aînés, ou qui ne respecte pas les conséquences attachées à la fermeture volontaire en vertu de l'article 19/4, alinéa 3. ";
  2° au paragraphe 2, les mots " de l'infraction " sont remplacés par les mots " d'une infraction ayant donné lieu à une amende administrative visée au paragraphe 1er ";
  3° au paragraphe 3, l'alinéa 1er est remplacé par trois alinéas rédigés comme suit:
  " § 3. L'amende administrative peut être imposée endéans un délai de six mois, à compter du jour du constat de l'infraction et après audition de la personne concernée.
  Si le constat de l'infraction est établi dans un rapport de contrôle au sens de l'article 28, § 2, le délai de six mois visé à l'alinéa 1er court à partir de la notification du rapport de contrôle visé à l'article 28, § 5.
  Si une amende administrative est imposée, la décision mentionne le montant, le mode de paiement et le délai de paiement de celle-ci. La notification de la décision à la personne concernée mentionne les modalités selon lesquelles et le délai dans lequel un recours peut être introduit contre la décision. ";
  4° au paragraphe 3, actuel alinéa 4, qui devient l'alinéa 6, les mots " alinéa 2 " sont remplacés par les mots " alinéa 4 ".
Art.19. In de Franse tekst van artikel 29 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "admise" wordt telkens vervangen door het woord "admis";
  2° de woorden "de la aîné" worden telkens vervangen door de woorden "des aînés";
  3° de woorden "à la aîné" worden telkens vervangen door de woorden "à l'aîné".
Art.19. A l'article 29 de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° le mot " admise " est chaque fois remplacé par le mot " admis ";
  2° les mots " de la aîné " sont chaque fois remplacés par les mots " des aînés ";
  3° les mots " à la aîné " sont chaque fois remplacés par les mots " à l'aîné ".
Art.20. Artikel 29/1 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt:
  "Art. 29/1. § 1. In dit artikel verstaat men onder algemene verordening gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
  § 2. Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die hen worden opgelegd op grond van deze ordonnantie, en met name om de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de informatie ter beschikking te stellen die nodig is om de naleving te controleren van de normen die het Verenigd College heeft aangenomen op grond van artikel 11, verzamelen de ouderenvoorzieningen de volgende persoonsgegevens:
  1° wat betreft de ouderen: de naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum;
  2° wat betreft de vertegenwoordiger van de oudere: de naam en contactgegevens;
  3° wat betreft de personeelsleden: de naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum, een document dat hun kwalificaties staaft en een recente foto.
  Onverminderd het eerste lid en om de facturatie van de zorgverstrekkingen bij de betrokken verzekeringsinstellingen te waarborgen, verwerken de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen, centra voor dagverzorging en centra voor kortverblijf informatie over het ziekenfonds van de oudere.
  Onverminderd het eerste en tweede lid en teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg, op een aan de evolutie van hun vragen of behoeften aangepaste wijze, te waarborgen, verwerken de ouderenvoorzieningen de volgende persoonsgegevens wat betreft de ouderen:
  1° wat betreft de door de oudere gekozen gezondheidswerkers, in het bijzonder zijn behandelend arts, en de door de oudere gekozen ziekenhuisinstelling: de contactgegevens;
  2° wat betreft de contactpersonen van de oudere, waaronder de vertrouwenspersonen, die men moet verwittigen in geval van nood: de namen en contactgegevens.
  3° van de dienstverleners die de oudere binnen of buiten de voorziening begeleiden: de naam en contactgegevens;
  4° van de ouderen:
  a) de gesproken taal/talen;
  b) een recente foto;
  c) de eventueel gewenste morele, godsdienstige of filosofische bijstand.
  De ouderenvoorzieningen zijn toegestaan om de in de artikelen 9 en 10 van de algemene verordening gegevensbescherming bedoelde bijzondere categorieën van gegevens te verwerken, voor zover dat nodig is om de verplichtingen te vervullen die hen worden opgelegd op grond van deze ordonnantie.
  Onverminderd het eerste tot en met het derde lid en teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de aan de ouderen verstrekte zorg, op een aan de evolutie van hun vragen of behoeften aangepaste wijze, te waarborgen, verwerken de ouderenvoorzieningen, met uitzondering van woningen voor ouderen en wooncomplexen met dienstverlening, de volgende persoonsgegevens wat betreft de ouderen:
  1° behalve in de centra voor dagverzorging, de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang, de bepalingen betreffende de voorwaarden met betrekking tot het levenseinde die overeenkomstig de wensen van de oudere of zijn vertegenwoordiger dienen te worden nageleefd, met inbegrip van eventueel gewenste morele, godsdienstige of filosofische bijstand;
  2° behalve in de centra voor dagopvang, de gegevens met betrekking tot de medische opvolging van ouderen, zoals bedoeld in het patiëntendossier in de zin van artikel 33 van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, individueel geregistreerd voor elke oudere, de afhankelijkheidscategorie van elke oudere, alsook de gegevens met betrekking tot de zorgverlening;
  3° de persoonlijke kenmerken, de gewoonten en de levensloop van de ouderen;
  4° de wensen en verwachtingen van de ouderen in verband met het leven in de voorziening;
  5° de wensen en verwachtingen van de ouderen in verband met de vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten die de voorziening aanbiedt;
  6° de wensen, gewoonten en voorkeuren van de ouderen met betrekking tot voeding;
  Onverminderd het eerste, tweede, derde en vijfde lid, kunnen de ouderenvoorzieningen ook de religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen van de ouderen verwerken om hen een gepersonaliseerde begeleiding te bieden, met name om de voedingsvoorkeuren van de ouderen te bepalen of om tegemoet te komen aan bepaalde specifieke verzoeken van de oudere.
  Onverminderd paragraaf 3, eerste tot en met derde lid, is de in het eerste tot en met het derde, vijfde en zesde lid, bedoelde toegang tot de gegevens beperkt tot de personeelsleden van de voorziening die betrokken zijn bij de begeleiding of verzorging van de oudere.
  De in het vijfde lid bedoelde gezondheidsgegevens worden, in overeenstemming met artikel 9, derde lid, van de algemene verordening gegevensbescherming, verwerkt door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden of door een andere persoon die tot een wettelijke geheimhoudingsplicht is gehouden.
  Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.
  De ouderenvoorziening mag de in deze paragraaf bedoelde gegevens tot maximaal drie jaar na het vertrek of overlijden van de oudere bewaren. Het Verenigd College kan een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegevens.
  § 3. Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, verwerken de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid, bedoelde gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die opdracht. De toegang tot deze gegevens is beperkt tot de in artikel 27 bedoelde werknemers.
  Voor de uitoefening van de controleopdracht die hun door of krachtens deze ordonnantie wordt toevertrouwd, mogen de in artikel 27 bedoelde ambtenaren de in paragraaf 2 bedoelde gegevens verwerken, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die opdracht.
  Bij de verwerking van de in paragraaf 2 bedoelde gegevens betreffende de gezondheid zijn de in artikel 27 bedoelde ambtenaren tot geheimhoudingsplicht gehouden. Het Verenigd College legt de andere passende waarborgen vast die moeten worden ingevoerd om de rechten en vrijheden van de ouderen te beschermen en de risico's voor hen te beperken.
  De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum waarop ze verzameld werden door de in artikel 27 bedoelde ambtenaren. Het Verenigd College kan een kortere effectieve bewaartermijn vastleggen per categorie ouderenvoorziening en per type gegevens.
  § 4. Om te waarborgen dat het beheer en de leiding van de voorziening worden uitgevoerd door personen die een moraliteit en een integriteit kunnen aantonen die in overeenstemming zijn met hun functie, en om een kwaliteitsvol zorg- en dienstenaanbod in het kader van de erkennings- en controleprocedures te kunnen verzekeren, is de dienst van Iriscare die belast is met de administratieve opvolging van de erkenning gemachtigd om de uittreksels uit het strafregister, bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van strafvordering, van de beheerder en van de directeur van de voorziening te verwerken. De uittreksels uit het strafregister mogen geen veroordelingen tot correctionele straffen die niet met de functie kunnen worden verzoend of tot criminele straffen bevatten.
  De toegang tot de in het eerste lid bedoelde gegevens is beperkt tot de personeelsleden van Iriscare die verantwoordelijk zijn voor de administratieve opvolging van de erkenning.
  De uittreksels uit het strafregister worden bewaard gedurende een termijn die niet langer mag zijn dan de termijn die nodig is voor de toekenning van de in artikel 11 bedoelde erkenning. Ze worden vernietigd nadat de erkenningsbeslissing werd genomen.
  § 5. Om de opname in een ouderenvoorziening van personen die jonger zijn dan zestig jaar, die via de directie van de voorziening een toelatingsaanvraag indienen, te controleren, verwerkt de dienst van Iriscare, die met de administratieve opvolging belast is, de volgende persoonsgegevens van die personen:
  1° de naam, voornaam en geboortedatum;
  2° een medisch attest waaruit blijkt dat de persoon in afwijking van de leeftijdsvoorwaarde mag worden opgenomen in de voorziening, overeenkomstig de voorwaarden van het Verenigd College.
  De toegang tot de in het eerste lid bedoelde gegevens is beperkt tot de personeelsleden van Iriscare die verantwoordelijk zijn voor de administratieve opvolging van de erkenning.
  De in het eerste lid bedoelde gegevens worden bewaard gedurende een maximumtermijn van één jaar vanaf de datum van ontvangst door Iriscare.
  § 6. De verwerkingsverantwoordelijken zoals bedoeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming zijn:
  1° de beheerders van de ouderenvoorzieningen voor de in paragraaf 2 bedoelde persoonsgegevens;
  2° Iriscare voor:
  a) de in paragraaf 2 bedoelde gegevens, wanneer die gegevens zijn opgenomen in documenten waarvan de in artikel 27 bedoelde ambtenaren zich een kopie hebben laten bezorgen of die ze tegen ontvangstbewijs hebben meegenomen, overeenkomstig artikel 28, § 1, 1° ;
  b) de in de paragrafen 3 tot en met 5 bedoelde gegevens.
  Het Verenigd College bepaalt de technische en organisatorische maatregelen die de in het eerste lid bedoelde verwerkingsverantwoordelijken moeten treffen om de persoonsgegevens te beschermen in overeenstemming met artikel 32 van de algemene verordening gegevensbescherming. Het Verenigd College bepaalt ook de bewaarmethode voor de in paragrafen 2 tot en met 5, bedoelde gegevens, en, in voorkomend geval, de bewijskracht ervan.".
Art.20. L'article 29/1 de la même ordonnance est remplacé par ce qui suit:
  " Art. 29/1. § 1er. Dans le présent article, on entend par règlement général sur la protection des données: le règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données et abrogeant la directive 95/46/CE.
  § 2. Afin de répondre aux obligations légales qui leur incombent en vertu de la présente ordonnance, et notamment de mettre à disposition des agents visés à l'article 27 les informations nécessaires pour contrôler le respect des normes adoptées par le Collège réuni en vertu de l'article 11, les établissements pour aînés traitent les données à caractère personnel suivantes:
  1° concernant les aînés: les nom, prénom, lieu et date de naissance;
  2° concernant le représentant de l'aîné: les nom et coordonnées;
  3° concernant les membres du personnel: les nom, prénom, lieu et date de naissance, document attestant des qualifications et photo récente.
  Sans préjudice de l'alinéa 1er, et afin d'assurer la facturation des soins auprès des organismes assureurs concernés, les maisons de repos, les maisons de repos et de soins, les centres de soins de jour et les centres de court séjour traitent les renseignements relatifs à la mutualité de l'aîné.
  Sans préjudice des alinéas 1er et 2, et afin d'assurer la continuité et la qualité de l'accompagnement et des soins prodigués aux aînés, les établissements pour aînés traitent les données à caractère personnel suivantes:
  1° concernant les professionnels des soins de santé choisis par l'aîné, notamment son médecin traitant, et l'institution hospitalière choisie par l'aîné: les coordonnées;
  2° concernant les personnes de contact de l'aîné, dont la personne de confiance, qu'il convient d'avertir en cas de nécessité: les nom et coordonnées;
  3° concernant les prestataires qui accompagnent l'aîné au sein ou en dehors de l'établissement: les nom et coordonnées;
  4° concernant les aînés:
  a) la ou les langues parlée(s);
  b) une photo récente;
  c) l'assistance morale, religieuse ou philosophique éventuellement souhaitée.
  Les établissements pour aînés sont autorisés à traiter des catégories particulières de données visées aux articles 9 et 10 du règlement général sur la protection des données dans la mesure nécessaire à l'accomplissement des obligations qui leur incombent en exécution de la présente ordonnance.
  Sans préjudice des alinéas 1er à 3, et afin d'assurer la continuité et la qualité de l'accompagnement et des soins prodigués aux aînés, de façon adaptée à l'évolution de leurs demandes ou besoins, les établissements pour aînés, à l'exception des habitations pour aînés et des complexes résidentiels proposant des services, traitent les données à caractère personnel suivantes concernant les aînés:
  1° sauf dans les centres de soins de jour, les centres d'accueil de jour et les centres d'accueil de nuit, les dispositions concernant les modalités de fin de vie à respecter conformément aux souhaits de l'aîné ou de son représentant, en ce compris l'assistance morale, religieuse ou philosophique éventuellement souhaitée;
  2° sauf dans les centres d'accueil de jour, les données relatives au suivi médical des aînés, telles que visées dans le dossier de patient au sens de l'article 33 de la loi du 22 avril 2019 relative à la qualité de la pratique des soins de santé, consignées individuellement pour chaque aîné, la catégorie de dépendance de chaque aîné ainsi que les données relatives à l'administration des soins;
  3° les caractéristiques personnelles, les habitudes et le parcours de vie des aînés;
  4° les souhaits et attentes des aînés en ce qui concerne la vie au sein de l'établissement;
  5° les souhaits et attentes des aînés concernant les loisirs et les activités sociales à proposer par l'établissement;
  6° les souhaits, les habitudes et les préférences alimentaires des aînés.
  Sans préjudice des alinéas 1er à 3 et 5, les établissements pour aînés peuvent également traiter les convictions religieuses et opinions philosophiques des aînés afin de leur assurer un accompagnement personnalisé, notamment pour définir les préférences alimentaires de l'aîné ou répondre à certaines demandes spécifiques de l'aîné.
  Sans préjudice du paragraphe 3, alinéas 1er à 3, l'accès aux données visées aux alinéas 1er à 3, 5 et 6 est limité aux membres du personnel de l'établissement qui sont impliqués dans l'accompagnement ou les soins de l'aîné.
  Les données visées à l'alinéa 5 relatives à la santé sont traitées conformément à l'article 9, alinéa 3, du règlement général sur la protection des données, par ou sous la responsabilité d'un professionnel qui est lié par le secret professionnel ou par une autre personne qui est légalement tenue au secret.
  Le Collège réuni fixe les autres garanties appropriées qui doivent être mises en oeuvre pour sauvegarder les droits et libertés des aînés et limiter les risques qu'ils encourent.
  L'établissement pour aînés peut conserver les données visées dans le présent paragraphe pendant une période maximale de trois ans, suivant le départ ou le décès de l'aîné. Le Collège réuni peut fixer un délai effectif de conservation plus court par catégorie d'établissement pour aînés et par type de données.
  § 3. Pour exercer la mission de contrôle qui leur est confiée par ou en vertu de la présente ordonnance, les agents visés à l'article 27 traitent les données visées au paragraphe 2, alinéas 1er à 3, 5 et 6, nécessaires à la réalisation de cette mission. L'accès à ces données est limité aux agents visés à l'article 27.
  Pour exercer la mission de contrôle qui leur est confiée par ou en vertu de la présente ordonnance, les agents visés à l'article 27 peuvent traiter les catégories particulières de données visées au paragraphe 2 dans la mesure nécessaire à la réalisation de cette mission.
  Lorsqu'ils traitent des données visées au paragraphe 2 relatives à la santé, les agents visés à l'article 27 sont tenus au secret. Le Collège réuni fixe les autres garanties appropriées qui doivent être mises en oeuvre pour sauvegarder les droits et libertés des aînés et limiter les risques qu'ils encourent.
  Les données visées à l'alinéa 1er sont conservées pendant une durée maximale de trois ans à partir de la date à laquelle elles ont été récoltées par les agents visés à l'article 27. Le Collège réuni peut fixer un délai effectif de conservation plus court par catégorie d'établissement pour aînés et par type de données.
  § 4. Pour s'assurer que la gestion et la direction de l'établissement sont effectuées par des personnes qui justifient d'une moralité et d'une intégrité en adéquation avec leur fonction et pour pouvoir garantir une offre de soins et de services de qualité, dans le cadre des procédures relatives à l'agrément et au contrôle, le service d'Iriscare chargé du suivi administratif de l'agrément est habilité à traiter les extraits de casier judiciaire, visés à l'article 595 du Code d'instruction criminelle, du gestionnaire et du directeur de l'établissement. Les extraits de casier judiciaire doivent être exempts de condamnations à des peines correctionnelles incompatibles avec la fonction ou criminelles.
  L'accès aux données visées à l'alinéa 1er est limité aux membres du personnel du service d'Iriscare chargés du suivi administratif de l'agrément.
  Les extraits de casier judiciaire sont conservés pendant une durée n'excédant pas celle nécessaire aux fins de l'octroi de l'agrément visé à l'article 11. Ils sont détruits après que la décision d'agrément a été prise.
  § 5. Pour contrôler l'admission de personnes âgées de moins de soixante ans dans les établissements pour aînés qui introduisent, via la direction de l'établissement, une demande d'admission, le service d'Iriscare chargé du suivi administratif de l'agrément traite les données à caractère personnel suivantes de ces personnes:
  1° les nom, prénom et date de naissance;
  2° le certificat médical attestant que la personne peut être admise dans l'établissement par dérogation à la condition d'âge, selon les modalités fixées par le Collège réuni.
  L'accès aux données visées à l'alinéa 1er est limité aux membres du personnel du service d'Iriscare chargés du suivi administratif de l'agrément.
  Les données visées à l'alinéa 1er sont conservées pendant une durée maximale d'un an à partir de la date de leur réception par Iriscare.
  § 6. Les responsables du traitement au sens de l'article 4, 7), du règlement général sur la protection des données sont:
  1° les gestionnaires d'établissement pour aînés pour les données à caractère personnel visées au paragraphe 2;
  2° Iriscare pour:
  a) les données visées au paragraphe 2, lorsque ces données sont contenues dans des documents dont les agents visés à l'article 27 se sont fait remettre copie ou qu'ils ont emportés contre récépissé, en application de l'article 28, § 1er, 1° ;
  b) les données visées aux paragraphes 3 à 5.
  Le Collège réuni détermine les mesures techniques et organisationnelles que les responsables de traitement visés à l'alinéa 1er doivent prendre pour protéger les données à caractère personnel conformément à l'article 32 du règlement général sur la protection des données. Le Collège réuni détermine également la forme de la conservation des données visées aux paragraphes 2 à 5, ainsi que, le cas échéant, leur force probante. ".
Art.21. In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk VI/3 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "HOOFDSTUK VI/3. Financiële controle
  Art. 29/3. et Verenigd College bepaalt de nadere regels en de procedure van de financiële controle die Iriscare op de voorzieningen uitoefent.
  In het kader van de organisatie van de in het eerste lid bedoelde financiële controle bepaalt het Verenigd College met name:
  1° de gevallen waarin Iriscare een externe audit kan opleggen aan een voorziening die het voorwerp uitmaakt van een ongunstig financieel controleverslag, en de nadere regels van die externe audit;
  2° de gevallen waarin een commissaris in de zin van artikel 19/3 kan worden aangesteld in een voorziening die het voorwerp uitmaakt van een ongunstig financieel controleverslag.
Art.21. Dans la même ordonnance, il est inséré un chapitre VI/3 rédigé comme suit:
  " CHAPITRE VI/3. Contrôle financier
  Art. 29/3. e Collège réuni détermine les modalités et la procédure du contrôle financier qu'Iriscare exerce sur les établissements.
  Dans le cadre de l'organisation du contrôle financier visé à l'alinéa 1er, le Collège réuni détermine notamment:
  1° les cas dans lesquels un audit externe peut être imposé par Iriscare à un établissement qui fait l'objet d'un rapport de contrôle financier défavorable, ainsi que les modalités de cet audit externe;
  2° les cas dans lesquels un commissaire au sens de l'article 19/3 peut être désigné dans un établissement qui fait l'objet d'un rapport de contrôle financier défavorable. ".
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen
CHAPITRE III. - Modification de l'ordonnance du 15 décembre 2022 modifiant l'ordonnance du 24 avril 2008 relative aux établissements d'accueil ou d'hébergement pour personnes âgées
Art.22. In artikel 40, van de ordonnantie van 15 december 2022 tot wijziging van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid, wordt het getal "35" vervangen door het getal "36";
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 35 in werking op 1 maart 2024.".
Art.22. A l'article 40 de l'ordonnance du 15 décembre 2022 modifiant l'ordonnance du 24 avril 2008 relative aux établissements d'accueil ou d'hébergement pour personnes âgées, les modifications suivantes sont apportées:
  1° à l'alinéa 2, le nombre " 35 " est remplacé par le nombre " 36 ";
  2° l'article est complété par un alinéa rédigé comme suit:
  " Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 35 entre en vigueur le 1er mars 2024. ".
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor Bijstand aan Personen
CHAPITRE IV. - Modification de l'ordonnance du 7 novembre 2002 relative aux centres et services de l'aide aux personnes
Art.23. In artikel 4 van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor Bijstand aan Personen, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
  "2° een vereniging gevormd door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met één of meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn van dit gebied, met andere overheidsinstanties en/of met rechtspersonen anders dan die met een winstoogmerk, om één van de taken uit te voeren die bij de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan de centra zijn toevertrouwd;".
Art.23. Dans l'article 4 de l'ordonnance du 7 novembre 2002 relative aux centres et services de l'aide aux personnes, le 2° est remplacé par ce qui suit:
  " 2° une association formée par un centre public d'action sociale de la région bilingue de Bruxelles-Capitale, avec un ou plusieurs centres publics d'action sociale de cette région, avec d'autres pouvoirs publics et/ou avec des personnes morales autres que celles qui ont un but lucratif, pour réaliser une des missions confiées aux centres par la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'action sociale; ".
HOOFDSTUK V. - Wijziging van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
CHAPITRE V. - Modification de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales
Art.24. Artikel 41/1, § 6, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Tot de dossiers, zoals vermeld in het eerste lid, behoren eveneens de volgende gegevens betreffende de persoon of de personen die de graad van verminderde zelfredzaamheid overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden vaststellen, en betreffende de leden van het multidisciplinair team dat de ernst van de gevolgen van de aandoening van het kind overeenkomstig artikel 12, derde lid en 26,tweede lid, van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag bepaalt:
  1° de nationaliteit;
  2° een blanco uittreksel uit het strafregister, model 596-2, zoals bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering.".
Art.24. L'article 41/1, § 6, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales est complété par un alinéa rédigé comme suit:
  " Les dossiers mentionnés à l'alinéa 1er comprennent également les données suivantes concernant la personne ou les personnes qui établissent le degré de réduction d'autonomie conformément à l'article 4, alinéa 3 de l'ordonnance du 10 décembre 2020 relative à l'allocation pour l'aide aux personnes âgées, et concernant les membres de l'équipe multidisciplinaire qui détermine la gravité des conséquences de l'affection de l'enfant conformément aux articles 12, alinéa 3, et 26, alinéa 2, de l'ordonnance du 25 avril 2019 réglant l'octroi des prestations familiales:
  1° la nationalité;
  2° un extrait de casier judiciaire vierge, modèle 596-2, tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle. ".
HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's
CHAPITRE VI. - Modification de l'ordonnance du 22 juillet 2021 relative à l'agrément et au subventionnement des services actifs en matière de réduction des risques liés aux usages de drogues
Art.25. In artikel 3 van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende:
  "8° het inrichten van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur voor de gebruikers van de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking.";
  2° in paragraaf 4 worden de woorden "5° en 6° " vervangen door de woorden ", eerste lid, 5°, 6° en 8° ".
Art.25. Dans l'article 3 de l'ordonnance du 22 juillet 2021 relative à l'agrément et au subventionnement des services actifs en matière de réduction des risques liés aux usages de drogues, les modifications suivantes sont apportées:
  1° le paragraphe 1er, alinéa 1er, est complété par le 8° rédigé comme suit:
  " 8° la mise en place d'un hébergement d'urgence avec fonction résidentielle de courte durée pour les usagers du service actif en matière de réduction des risques. ";
  2° dans le paragraphe 4, les mots " 5° et 6° " sont remplacés par les mots ", alinéa 1er, 5°, 6° et 8° ".
Art.26. In artikel 5, § 2, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 3, § 1, opgesomde opdrachten uitvoeren" vervangen door de woorden "de in artikel 3, § 1, eerste lid, opgesomde opdrachten uitvoeren, met uitzondering van de opdracht vermeld in de bepaling onder 8°, die facultatief kan worden uitgevoerd";
  2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "evenals, in voorkomend geval, van de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur," ingevoegd tussen de woorden "onvoorwaardelijke opvang," en de woorden "met garanties";
  3° in het eerste lid, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° een overeenkomst voor psychosociale revalidatie van drugverslaafden afgesloten hebben met Iriscare, of samenwerken met een dienst voor de opvang van drugverslaafden die een dergelijke overeenkomst heeft gesloten met Iriscare en, in voorkomend geval, samenwerken met andere ambulante diensten en meer bepaald met diensten die actief zijn in de aanpak van drugverslavingen;";
  4° in het eerste lid wordt de bepaling onder 4o aangevuld met de woorden "en kan, in voorkomend geval, specifieke bepalingen voorzien betreffende de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8° ";
  5° de paragraaf wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Wat de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°, betreft, legt het Verenigd College specifieke erkenningsvoorwaarden vast betreffende:
  1° de opvang en de hulp aan de gebruikers van de noodopvang;
  2° de kwaliteit van de noodopvang en van de hieraan verbonden dienstverlening;
  3° de omkadering verzorgd door de medewerkers bedoeld in paragraaf 3;
  4° de specifieke architecturale en veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen;
  5° de eventuele financiële bijdrage van de gebruikers van de noodopvang.
  Het Verenigd College kan de nadere regels van de in het derde lid opgesomde voorwaarden vastleggen, deze nader omschrijven of aanvullende voorwaarden vaststellen.".
Art.26. Dans l'article 5, § 2, de la même ordonnance, les modifications suivantes sont apportées:
  1° dans l'alinéa 1er, les mots " remplir les missions énumérées à l'article 3, § 1er " sont remplacés par les mots " remplir les missions énumérées à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, à l'exception de la mission reprise au 8°, qui peut être exercée de manière facultative ";
  2° dans l'alinéa 1er, 1°, les mots " et, le cas échéant, en termes d'hébergement d'urgence avec fonction résidentielle de courte durée, " sont insérés entre les mots " accueil inconditionnel " et les mots " offrant des garanties ";
  3° dans l'alinéa 1er, le 3° est remplacé par ce qui suit:
  " 3° avoir conclu une convention de réhabilitation psychosociale pour des personnes toxicomanes avec Iriscare, ou collaborer avec un service de prise en charge de personnes toxicomanes ayant conclu une telle convention avec Iriscare et, le cas échéant, avec d'autres services ambulatoires et plus spécifiquement avec des services actifs dans la prise en charge des toxicomanies; ";
  4° dans l'alinéa 1er, le 4° est complété par les mots " et peut, le cas échéant, prévoir des dispositions spécifiques à l'hébergement d'urgence avec fonction résidentielle de courte durée, visé à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 8° ";
  5° le paragraphe est complété par deux alinéas rédigés comme suit:
  " Concernant l'hébergement d'urgence avec fonction résidentielle de courte durée, visé à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 8°, le Collège réuni fixe des conditions d'agrément spécifiques relatives:
  1° à l'accueil et l'aide aux usagers de l'hébergement d'urgence;
  2° à la qualité de l'hébergement d'urgence et des services qui y sont liés;
  3° à l'encadrement assuré par les collaborateurs visés au paragraphe 3;
  4° aux normes architecturales et de sécurité spécifiques qui doivent être respectées;
  5° à la participation financière éventuelle des usagers de l'hébergement d'urgence.
  Le Collège réuni peut fixer les modalités des conditions énumérées à l'alinéa 3, les préciser, ou définir des conditions supplémentaires. ".
Art.27. In artikel 6 van dezelfde ordonnantie, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
  "Het Verenigd College kan eveneens de nadere regels vastleggen voor de specifieke aanvraag tot erkenning van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°. ".
Art.27. Dans l'article 6 de la même ordonnance, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 1er et 2:
  " Le Collège réuni peut également fixer les modalités pour les demandes spécifiques d'agrément de l'hébergement d'urgence avec fonction résidentielle de courte durée, visé à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, 8°. ".
Art.28. Artikel 10 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt:
  "Art. 10. In afwijking van artikel 4, § 3, derde lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, en van artikel 8 van deze ordonnantie, bereidt Iriscare de erkenning voor van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, die krachtens deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan erkend zijn, volgt hij deze erkenning op, kan hij deze diensten binnen de perken van de begrotingskredieten subsidies verlenen en voert hij de opdrachten van inspectie en controle van deze diensten uit.
  Het Verenigd College kan de nadere regels voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde opdrachten bepalen, met inbegrip van de bedragen en berekeningsregels voor de subsidies.".
Art.28. L'article 10 de la même ordonnance est remplacé par ce qui suit:
  " Art. 10. Par dérogation à l'article 4, § 3, alinéa 3, de l'ordonnance du 23 mars 2017 portant création de l'Office bicommunautaire de la santé, de l'aide aux personnes et des prestations familiales, et à l'article 8 de la présente ordonnance, Iriscare prépare et suit l'agrément des services actifs en matière de réduction des risques liés aux usages de drogues agréés en vertu de la présente ordonnance et de ses arrêtés d'exécution, peut octroyer des subventions à ces services dans les limites des crédits budgétaires, et exerce les missions d'inspection et de contrôle de ces services.
  Le Collège réuni peut déterminer les modalités d'exercice des missions visées à l'alinéa 1er, en ce compris les montants et les règles de calcul des subventions. ".
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
CHAPITRE VII. - Dispositions finales
Art. 29. Deze ordonnantie treedt in werking de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  In afwijking van het eerste lid, heeft artikel 22, 1°, uitwerking met ingang van 1 januari 2023.
Art. 29. La présente ordonnance entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 22, 1°, produit ses effets le 1er janvier 2023.