Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° beambte: de gemeentelijke vaststellende beambte in de zin van artikel D. 149 van Boek I van het Milieuwetboek:
2° onderscheidende elementen: elk kledingstuk of niet-kledingstuk dat dient om de functie van de beambte te helpen identificeren, zoals kledingstukken, armbanden, jassen, hoofddeksels, enz.
3° onderscheidingstekens: elk kenmerk dat is aangebracht op een onderscheidend element en waarmee de functie van de beambte kan worden geïdentificeerd.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 MEI 2023. - Ministerieel besluit betreffende de onderscheidende elementen van de gemeentelijke vaststellende beambten
Titre
4 MAI 2023. - Arrêté ministériel relatif aux signes distinctifs des agents constatateurs communaux
Informations sur le document
Numac: 2023045678
Datum: 2023-05-04
Info du document
Numac: 2023045678
Date: 2023-05-04
Table des matières
Tekst (14)
Texte (14)
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
CHAPITRE 1er. - Définitions
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
1° agent : l'agent constateur communal, au sens de l'article D.149 du Livre Ier du Code de l'Environnement.
2° éléments distinctifs : tout élément vestimentaire ou non-vestimentaire dont l'objectif est de participer à l'identification de la fonction de l'agent, tels que les pièces d'habillement, les brassards, les vestes, les couvre-chef, etc....
3° signes distinctifs : toute caractéristique qui est apposée sur un élément distinctif et qui permet l'identification de la fonction de l'agent.
1° agent : l'agent constateur communal, au sens de l'article D.149 du Livre Ier du Code de l'Environnement.
2° éléments distinctifs : tout élément vestimentaire ou non-vestimentaire dont l'objectif est de participer à l'identification de la fonction de l'agent, tels que les pièces d'habillement, les brassards, les vestes, les couvre-chef, etc....
3° signes distinctifs : toute caractéristique qui est apposée sur un élément distinctif et qui permet l'identification de la fonction de l'agent.
HOOFDSTUK 2. - Omstandigheden waarin onderscheidingstekens door beambten worden gedragen
CHAPITRE 2. - Circonstances dans lesquelles les éléments distinctifs sont portés par les agents
Art.2. Beambten dragen de onderscheidingstekens tijdens hun dienst en in onthaalfuncties.
In afwijking van het eerste lid kan de hiërarchische meerdere van de beambte, of zijn afgevaardigde, een beambte schriftelijk toestemming geven om voor een bepaalde opdracht wegens bijzondere omstandigheden of in het algemeen voor bepaalde opdrachten wegens hun bijzondere kenmerken geen onderscheidingstekens te dragen.
In afwijking van het eerste lid kan de hiërarchische meerdere van de beambte, of zijn afgevaardigde, een beambte schriftelijk toestemming geven om voor een bepaalde opdracht wegens bijzondere omstandigheden of in het algemeen voor bepaalde opdrachten wegens hun bijzondere kenmerken geen onderscheidingstekens te dragen.
Art.2. Les agents portent les signes distinctifs en service itinérant et dans les fonctions d'accueil du public.
Par dérogation à l'alinéa 1er, le supérieur hiérarchique de l'agent, ou son délégué, peut autoriser par écrit un agent à ne pas porter de signes distinctifs pour une mission ponctuelle en raison de circonstances particulières ou de manière générale pour certaines missions compte tenu de leurs particularités.
Par dérogation à l'alinéa 1er, le supérieur hiérarchique de l'agent, ou son délégué, peut autoriser par écrit un agent à ne pas porter de signes distinctifs pour une mission ponctuelle en raison de circonstances particulières ou de manière générale pour certaines missions compte tenu de leurs particularités.
HOOFDSTUK 3. - Kenmerken van de kledingstukken
CHAPITRE 3. - Caractéristiques des éléments vestimentaires
Art.3. De letters op de onderscheidende elementen zijn wit en het logo is in kleur.
Art.3. Les inscriptions sur les éléments distinctifs sont de couleur blanche, et le logo y figure en couleur.
Art.4. De onderscheidende elementen hebben één of meerdere van de volgende onderscheidingstekens:
1° één logo voor alle in bijlage 1 vermelde beambten;
2° de naam van de gemeente waartoe de beambte behoort, eventueel met het logo van de gemeente;
3° de facultatieve vermelding van de naam van de beambte op de voorzijde van het kledingstuk, gevolgd door de verplichte vermelding van de volgende woorden: "Agent de police judiciaire";
4° de woorden "agent de répression environnementale".
1° één logo voor alle in bijlage 1 vermelde beambten;
2° de naam van de gemeente waartoe de beambte behoort, eventueel met het logo van de gemeente;
3° de facultatieve vermelding van de naam van de beambte op de voorzijde van het kledingstuk, gevolgd door de verplichte vermelding van de volgende woorden: "Agent de police judiciaire";
4° de woorden "agent de répression environnementale".
Art.4. Les éléments distinctifs disposent d'un ou plusieurs des signes distinctifs suivants :
1° un logo unique à l'ensemble des agents repris à l'annexe 1re;
2° la mention du nom de la commune dont l'agent dépend, avec, de manière facultative, le logo de la commune ;
3° la mention facultative du nom de l'agent sur l'avant de la pièce d'habillement suivi de la mention obligatoire des termes suivants : " Agent de police judiciaire " ;
4° la mention " agent de répression environnementale ".
1° un logo unique à l'ensemble des agents repris à l'annexe 1re;
2° la mention du nom de la commune dont l'agent dépend, avec, de manière facultative, le logo de la commune ;
3° la mention facultative du nom de l'agent sur l'avant de la pièce d'habillement suivi de la mention obligatoire des termes suivants : " Agent de police judiciaire " ;
4° la mention " agent de répression environnementale ".
HOOFDSTUK 4. - Kenmerken van de andere onderscheidingstekens
CHAPITRE 4. - Caractéristiques des autres éléments distinctifs
Art.5. De onderscheidende elementen, andere dan de kledingstukken bedoeld in hoofdstuk 3, dragen de volgende onderscheidingstekens: een opschrift : "Agent de Police Judiciaire" en het logo dat uniek is voor alle in bijlage 1 vermelde beambten.
Art.5. Les éléments distinctifs, autres que les éléments vestimentaires visés au chapitre 3, portent les signes distinctifs suivants : une inscription : " Agent de police judiciaire " ainsi que le logo unique à l'ensemble des agents repris à l'annexe 1.
HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions transitoires et finales
Art.6. Onderscheidingselementen, zonder de onderscheidingstekens, die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verkregen, mogen voor de kledingidentificatie in de zin van hoofdstuk 2 worden gebruikt, ook al voldoen zij niet aan de kenmerken van de hoofdstukken 3 en 4.
Art.6. Les éléments distinctifs, dépourvus des signes distinctifs, acquis avant l'entrée en vigueur du présent arrêté peuvent être utilisés à des fins d'identification vestimentaire au sens du chapitre 2, même s'ils ne respectent pas les caractéristiques des chapitres 3 et 4.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 15 september 2023.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur 15 septembre 2023.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie BS 18-10-2023, p. 94896)
Art. N. (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 18-10-2023, p. 94892)