Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
21 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter uitvoering van artikel 21, tweede lid van de Nieuwe gemeentewet en tot bepaling van de onderscheidingstekens van de burgemeester en de schepenen
Titre
21 SEPTEMBRE 2023. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant exécution de l'article 21, alinéa 2 de la Nouvelle loi communale et déterminant le signe distinctif des bourgmestres et échevins
Informations sur le document
Info du document
Tekst (9)
Texte (9)
HOOFDSTUK 1. - Het gebruik van de mannelijke vorm
CHAPITRE 1er. - De l'usage du masculin
Artikel 1. Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is gemeenslachtig.
Article 1er. L'usage du masculin dans le présent arrêté est épicène.
HOOFDSTUK 2. - Vaststelling van de ambtskledij van de burgemeester en schepenen
CHAPITRE 2. - Détermination du signe distinctif des bourgmestres et échevins
Art.2. § 1. De burgemeester draagt als onderscheidingsteken, een sjerp met een zwarte, gele, rode achtergrond, met gouden franjes, gestempeld met het symbool van de Iris in zijn zwart-witte variant op een zwarte achtergrond, zoals gedefinieerd in bijlage 3 van de ordonnantie van 12 februari 2015 tot wijziging van de ordonnantie van 16 mei 1991 houdende de keuze van het embleem en de vlag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  § 2. De burgemeester draagt de sjerp, over de borst, van de rechterschouder naar de linkerhand. De knoop wordt aan de linkerkant gedragen, de zwarte kleur is degene die het dichtst bij de kraag zit.
  § 3. De schepen draagt als onderscheidingsteken een sjerp in de kleuren van het Gewest, geel en blauw, met zilveren franjes, gestempeld met het symbool van de Iris, in zijn variant zoals gedefinieerd in bijlage 1 van de ordonnantie van 12 februari 2015 tot wijziging van de ordonnantie van 16 mei 1991 houdende de keuze van het embleem en de vlag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  § 4. De schepen draagt de sjerp, over de borst, van de linkerschouder naar de rechterhand. De knoop wordt aan de rechterkant gedragen, waarbij de kleur blauw het dichtst bij de kraag zit.
  § 5. De breedte van de sjerp van de mandatarissen bedoeld in de voorgaande paragrafen bedraagt tussen 10 en 12 centimeter. Het insigne met het symbool van de Iris is tussen 7 en 9,5 centimeter hoog en tussen 6 en 7 centimeter breed. De bovenkant van het insigne wordt aangebracht 15 centimeter boven de kwast of 17 centimeter onder de schouder.
Art.2. § 1er. Le bourgmestre porte, en signe distinctif, une écharpe à fond noir, jaune, rouge, avec franges d'or, frappée du symbole de l'Iris dans sa variante noir et blanc sur fond noir, telle que définie à l'annexe 3 de l'ordonnance du 12 février 2015 modifiant l'ordonnance du 16 mai 1991 portant fixation de l'emblème et du drapeau de la Région de Bruxelles-Capitale.
  § 2. Le bourgmestre porte l'écharpe, en travers du thorax, de l'épaule droite vers la main gauche. Le noeud se porte du côté gauche, la couleur noir étant celle qui se trouve le plus près du col.
  § 3. L'échevin porte, en signe distinctif, une écharpe aux couleurs de la Région, jaune et bleue, avec franges d'argent, frappée du symbole de l'Iris, dans sa variante telle que définie à l'annexe 1rede l'ordonnance du 12 février 2015 modifiant l'ordonnance du 16 mai 1991 portant fixation de l'emblème et du drapeau de la Région de Bruxelles-Capitale.
  § 4. L'échevin porte l'écharpe, en travers du thorax, de l'épaule gauche vers la main droite. Le noeud se porte du côté droit, la couleur bleu étant celle qui se trouve le plus près du col.
  § 5. L'écharpe des mandataires visés aux paragraphes précédents mesure entre 10 et 12 centimètres de large. L'insigne comportant le symbole de l'Iris, mesure entre 7 et 9,5 centimètres de haut et entre 6 et 7 centimètres de large. Le dessus de l'insigne est appliqué à 15 centimètres au-dessus de la houppe ou à 17 centimètres sous l'épaule.
Art.3. De mandatarissen, vermeld in deze afdeling, dragen hun sjerp alleen naar aanleiding van en bij de openbare uitoefening van hun bevoegdheid ter gelegenheid van evenementen of plechtigheden.
  Bij de beëindiging van hun ambt of bij een tuchtrechtelijke schorsing is de betrokken mandataris niet gerechtigd om zijn sjerp te dragen.
Art.3. Les mandataires visés dans le présent arrêté portent l'écharpe uniquement dans le cadre et lors de l'exercice public de leur compétence à l'occasion de manifestations ou de cérémonies.
  Le mandataire n'est pas autorisé à porter l'écharpe en cas de cessation de sa fonction ou de suspension disciplinaire.
HOOFDSTUK 3. - Overgangs en slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions abrogatoires et finales
Art.4. Het koninklijk besluit van 23 januari 1837 tot vaststelling van de ambtskledij van de burgemeester en schepenen van de gemeenten van meer dan twintigduizend inwoners, het koninklijk besluit van 23 januari 1837 tot vaststelling van de ambtskledij van de burgemeester en schepenen van de gemeenten van vijfduizend tot twintigduizend inwoners, het koninklijk besluit van 23 januari 1837 tot vaststelling van de ambtskledij van de burgemeester en schepenen van de gemeenten van minder dan vijfduizend inwoners en het Regent besluit van 2 oktober 1947 betreffende het kostuum en de onderscheidingstekens van de vrouwen die het ambt van burgemeester of schepen der gemeenten waarnemen worden opgeheven.
Art.4. L'arrêté royal du 23 janvier 1837 déterminant le costume des bourgmestre et échevins des communes au-dessus de vingt mille habitants, l'arrêté royal du 23 janvier 1837 déterminant le costume des bourgmestre et échevins des communes de cinq mille à vingt mille habitants, l'arrêté royal du 23 janvier 1837 déterminant le costume des bourgmestre et échevins des communes au-dessous de cinq mille habitants et l'arrêté du Régent du 2 octobre 1947 relatif au costume et au signe distinctif des femmes qui remplissent les fonctions de bourgmestre ou échevin sont abrogés.
Art.5. Dit besluit treedt inwerking bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024.
Art.5. Le présent arrêté entre en vigueur à dater du renouvellement intégral des conseils communaux résultant des élections communales de 2024.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. Le Ministre qui a les Pouvoirs Locaux dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.