Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
30 MAART 2023. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een toelageregeling voor gemeenten op het gebied van dierenwelzijn(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-10-2023 en tekstbijwerking tot 10-10-2025)
Titre
30 MARS 2023. - Arrêté du Gouvernement Wallon instaurant un régime de subvention aux communes en matière de bien-être animal(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 05-10-2023 et mise à jour au 10-10-2025)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (38)
Texte (38)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities:
  1° voederpas: de door de gemeente verstrekte kaart die een burger toelaat zwerfkatten te voederen op door de gemeente bepaalde voederplaatsen;
  2° vetocheque of dierenartscheque: een toelage die door de gemeente wordt toegekend om dierenartskosten geheel of gedeeltelijk te dekken;
  3° gemeenteloket: de informaticatool waarmee de gemeenten hun formulieren en bewijsstukken elektronisch kunnen indienen;
  4° hondenpark: een openbare ruimte waar honden los kunnen lopen en leren om met elkaar te gaan;
  5° stadsduif: deze duif is voornamelijk van het ras rotsduif, afstammend van gedomesticeerde populaties die zijn teruggekeerd naar het wild, en die de steden hebben gekoloniseerd;
  6° anticonceptieve duiventil: het gebouw of lokaal ingericht voor het huisvesten en kweken van duiven en bestemd om de stadsduifpopulaties te reguleren;
  7° robotmaaier: een geautomatiseerde grasmaaier die het gras autonoom kan maaien, zonder menselijke tussenkomst;
  8° departement: de Directie van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Rijkdommen en Leefmilieu, die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn;
  9° dierenarts: een dierenarts die ingeschreven is op een tabel van de Orde bedoeld in de wet van 19 december 1950 tot oprichting van de Orde van Dierenartsen.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
  1° la carte de nourrissage : la carte fournie par la commune autorisant un citoyen à nourrir les chats errants sur les sites de nourrissage déterminés par la commune ;
  2° le chèque vétérinaire : l'allocation octroyée par la commune couvrant, partiellement ou totalement, des honoraires vétérinaires ;
  3° le guichet des pouvoirs locaux : l'outil informatique permettant aux communes de transmettre électroniquement leurs formulaires et leurs pièces justificatives ;
  4° le parc canin : l'espace public aménagé pour que les chiens puissent s'ébattre librement, sans laisse, et se sociabiliser ;
  5° le pigeon des villes : le pigeon majoritairement issu de la variété du pigeon biset, issu de populations domestiques retournées à l'état sauvage, et qui a colonisé les villes ;
  6° le pigeonnier contraceptif : le bâtiment ou local aménagé pour le logement et l'élevage des pigeons et conçu pour réguler les populations de pigeons des villes ;
  7° le robot-tondeuse : la tondeuse à gazon automatisée capable de réaliser la tonte de manière autonome, sans intervention humaine ;
  8° le service : la direction du Service public de Wallonie Agriculture, Ressources naturelles et Environnement qui a le bien-être des animaux dans ses attributions ;
  9° le vétérinaire : un vétérinaire inscrit au Tableau de l'Ordre visé dans la loi du 19 décembre 1950 créant l'Ordre des Médecins Vétérinaires.
Art.2. Er wordt een toelageregeling voor gemeenten ingesteld op het gebied van dierenwelzijn, bestaande uit:
  1° een hoofdtoelage;
  2° een aanvullende toelage.
  Deze toelagen worden jaarlijks toegekend en hebben betrekking op acties die worden uitgevoerd tussen 1 april van het jaar waarin de toelageaanvraag is ingediend en 31 maart van het daaropvolgende jaar.
Art.2. Il est créé un régime de subvention aux communes en matière de bien-être animal, composé :
  1° d'une subvention principale ;
  2° d'une subvention complémentaire.
  Les subventions sont annuelles et portent sur des actions réalisées entre le 1er avril de l'année d'introduction de la demande de subvention et le 31 mars de l'année qui suit.
Art.3. De bedragen vermeld in artikels 4 en 13 worden jaarlijks geïndexeerd volgens de volgende formule: bedrag vermenigvuldigd met de nieuwe index gedeeld door de index van december 2022.
  De index waarvan sprake is in lid 1 is de gezondheidsindex, vermeld in artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 ter vrijwaring van het concurrentievermogen van ons land.
Art.3. Les montants visés aux articles 4 et 13 sont indexés annuellement selon la formule suivante : montant multiplié par le nouvel indice et divisé par l'indice de décembre 2022.
  L'indice visé à l'alinéa 1er est l'indice santé lissé visé à l'article 2, § 2, de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays.
HOOFDSTUK 2. - Hoofdtoelage
CHAPITRE 2. - Subvention principale
Sectie 1. - Algemene bepalingen.
Section 1ère. - Généralités
Art.4. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten kan een hoofdtoelage van 3.000 euro aan de gemeente worden toegekend.
  De toelage wordt gebruikt voor de uitvoering van ten minste een van de acties bedoeld in artikels 5 tot en met 12.
Art.4. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, une subvention principale de 3.000 euros peut être octroyée à la commune.
  La subvention est utilisée pour mener au moins une des actions visées aux articles 5 à 12.
Sectie 2. - Veterinaire zorg voor zwerfdieren of wilde dieren
Section 2. - Soins vétérinaires pour les animaux errants ou sauvages
Art.5. § 1. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken ter financiering van:
  1° het vangen en geneeskundig verzorgen van zwerfdieren of wilde dieren waarvan het welzijn in het gedrang is of die een gevaar vormen voor de openbare veiligheid;
  2° veterinaire verslagen opgesteld in het kader van de vaststelling van een inbreuk op de Waalse wetgeving rond dierenwelzijn door de bevoegde autoriteiten, een administratieve inbeslagname van dieren zoals bedoeld in Deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek, of op verzoek van een autoriteit om letsels of de afwezigheid van letsels vast te stellen, zodat het betreffende dier kan worden behandeld of naar een geschikte inrichting kan worden overgebracht.
  De in § 1, lid 1, 1°, bedoelde veterinaire verzorging omvat:
  1° de sterilisatie van zwerfkatten in het kader van het plan bedoeld in § 2;
  2° de basiszorg voor zwerfdieren waarvan de gezondheidstoestand is aangetast;
  3° dringende verzorging van wilde dieren voordat ze worden overgebracht naar een revalidatiecentrum voor in het wild levende soorten;
  4° euthanasie van zwerfdieren of wilde dieren wanneer hun gezondheidstoestand ernstig is aangetast en het niet mogelijk is om ze in optimale omstandigheden voor dierenwelzijn in leven te houden.
  § 2. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om een jaarlijks actieplan te implementeren op basis van de zwerfkattenpopulatie in haar gebied.
  Het in lid 1 bedoelde jaarlijkse actieplan omvat:
  1° een schatting van de aanwezige zwerfkattenpopulatie;
  2° de status "gesteriliseerd" of "niet-gesteriliseerd", bijvoorbeeld door een lijst bij te houden die wordt bijgewerkt door de
  gemeente;
  3° de doelstellingen voor het aantal katten dat tijdens het actiejaar moet worden gesteriliseerd;
  4° de middelen die worden gebruikt om dit te bereiken.
  § 3. Een gesteriliseerde kat kan als dusdanig worden geïdentificeerd door een microchip.
  In afwijking van lid 1 mag in bijzondere omstandigheden, zoals een hoge dichtheid van zwerfkatten, met inachtneming van het dierenwelzijn een driehoekige snede in het rechteroor worden gemaakt om gesteriliseerde katten te identificeren.
Art.5. § 1. La commune peut utiliser la subvention principale pour financer :
  1° la capture et les soins vétérinaires pour les animaux errants ou sauvages dont le bien-être est affecté ou qui représentent un danger pour la sécurité publique ;
  2° des rapports vétérinaires rédigés dans le cadre d'un constat d'infraction au Code wallon du Bien-être des animaux réalisé par les autorités compétentes, d'une saisie administrative d'animaux visée par la partie VIII du Livre Ier du Code de l'Environnement, ou à la demande d'une autorité afin d'établir un constat de lésions ou d'absence de lésions permettant le traitement ou le déplacement de l'animal vers une structure adéquate.
  Les soins vétérinaires visé au § 1er, alinéa 1er, 1°, portent sur :
  1° la stérilisation des chats errants dans le cadre du plan visé au § 2 ;
  2° les soins de base des animaux errants lorsque leur état de santé est affecté ;
  3° les soins urgents des animaux sauvages avant leur transfert vers un centre de revalidation des espèces animales vivant à l'état sauvage ;
  4° l'euthanasie des animaux errants ou sauvages lorsque leur état de santé est gravement affecté et ne permet pas de les maintenir en vie en leur assurant des conditions optimales de bien-être animal.
  § 2. La commune peut utiliser la subvention principale pour mettre en oeuvre un plan d'action annuel par rapport à la population de chats errants présents sur son territoire.
  Le plan d'action annuel visé à l'alinéa 1er contient :
  1° une estimation de la population de chats errants présente ;
  2° son statut stérilisé ou non, par exemple via la tenue d'une liste mise à jour par la
  commune ;
  3° les objectifs en nombre de chats à stériliser au cours de l'année d'action ;
  4° les moyens mis en oeuvre pour y parvenir.
  § 3. Le chat stérilisé est identifiable comme étant stérilisé via une micropuce.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, en cas de circonstances particulières comme une densité importante de chats errants, une entaille triangulaire à l'oreille droite peut être réalisée, dans le respect du bien-être animal, pour identifier le chat stérilisé.
Art.6. Voor de toepassing van artikel 5, § 1, lid 2, 1°, sluit de gemeente een contract af met een of meer dierenartsen, een gemeentelijke dierenarts, een vereniging of een asiel.
  Als de taak van sterilisatie, basiszorg of euthanasie wordt toevertrouwd aan een vereniging of asiel, zullen zij een of meer dierenartsen aanstellen om de sterilisatie, basiszorg of euthanasie uit te voeren.
Art.6. Pour l'application de l'article 5, § 1er, alinéa 2, 1°, la commune établit un contrat avec un ou plusieurs vétérinaires, un vétérinaire communal, une association ou un refuge.
  Lorsque les missions de stérilisation, de soins de base ou d'euthanasie sont confiées à une association ou à un refuge, ceux-ci chargent un ou plusieurs vétérinaires de la stérilisation, des soins de base ou de l'euthanasie.
Sectie 3. - Informatie en bewustmaking
Section 3. - Information et sensibilisation
Art.7. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om een voorlichtings- en bewustmakingsplan over dierenwelzijn uit te werken en te implementeren met:
  1° acties zoals de organisatie van evenementen, de plaatsing van informatiepanelen in de gemeente of het opstellen van inhoud voor het gemeenteblad of het internet;
  2° een pagina over dierenwelzijn op de website van de gemeente om het publiek te informeren.
  Het in lid 1 bedoelde plan omvat:
  1° de behandelde thema's;
  2° de doelgroep;
  3° de gebruikte middelen, inclusief evenementen waar nodig.
  Informatie- en sensibiliseringsinitiatieven vermelden de steun van het Waalse Gewest.
Art.7. La commune peut utiliser la subvention principale pour établir et mettre en oeuvre un plan d'information et de sensibilisation sur le bien-être animal qui prévoit :
  1° des actions telles que l'organisation d'événements, l'installation de panneaux informatifs sur le territoire de la commune ou la rédaction de contenu diffusé via le bulletin communal ou internet ;
  2° une page dédiée au bien-être animal sur le site internet de la commune, destinée à informer les citoyens.
  Le plan visé à l'alinéa 1er comprend :
  1° les thèmes abordés ;
  2° le public visé ;
  3° les moyens utilisés, dont les événements le cas échéant.
  Les actions d'information et de sensibilisation mentionnent le soutien de la Région wallonne.
Sectie 4. - Vetocheques voor dieren van mensen in precaire situaties
Section 4. - Chèques vétérinaire pour les animaux appartenant à des personnes précarisées
Art.8. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om de persoon die verantwoordelijk is voor een dier één vetocheque per dier per jaar te geven.
  Deze vetocheque wordt gebruikt voor een consultatie om aan de volgende verplichtingen te voldoen:
  - de sterilisatie van katten in toepassing van het besluit van de Waalse regering van 15 december 2015 betreffende de sterilisatie van huiskatten;
  - de identificatie en registratie van honden en katten, met inbegrip van het bijwerken van gegevens, overeenkomstig het besluit van de Waalse regering van 28 april 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten en het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende de identificatie en registratie van honden.
Art.8. La commune peut utiliser la subvention principale pour mettre à disposition du responsable d'un animal un chèque vétérinaire par animal et par année.
  Le chèque vétérinaire est utilisé pour une consultation afin de répondre aux obligations suivantes :
  - la stérilisation des chats en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 décembre 2015 relatif à la stérilisation des chats domestiques ;
  - l'identification et l'enregistrement des chiens et des chats, incluant la mise à jour des données, en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 avril 2016 relatif à l'identification et l'enregistrement des chats et de l'arrêté royal du 25 avril 2014 relatif à l'identification et l'enregistrement des chiens.
Art.9. De gemeente beslist hoe de vetocheque wordt toegekend. In alle gevallen moet de persoon die verantwoordelijk is voor het dier een van de volgende inkomens hebben om in aanmerking te komen voor de vetocheque:
  1° een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, krachtens de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden;
  2° een inkomensgarantie voor ouderen, krachtens de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen;
  3° een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming, krachtens de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan mindervaliden;
  4° het leefloon, toegekend krachtens artikel 14, § 1 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
  5° financiële hulp krachtens artikel 60, § 3, van de wet van 8 juli 1976 houdende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en waarvoor deze hulp door de staat werd terugbetaald krachtens artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de staat van de kosten met betrekking tot de toelage toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan een behoeftige persoon die niet de Belgische nationaliteit heeft en die niet is ingeschreven in het bevolkingsregister.
Art.9. La commune décide des modalités de l'octroi du chèque vétérinaire. Dans tous les cas, pour bénéficier du chèque vétérinaire, le responsable de l'animal bénéficie d'un des revenus suivants :
  1° un revenu garanti aux personnes âgées visé par la loi du 1er avril 1969 instituant un revenu garanti aux personnes âgées ;
  2° une garantie de revenus aux personnes âgées visée par la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées ;
  3° une allocation de remplacement de revenu ou une allocation d'intégration en vertu de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées ;
  4° un revenu d'intégration en vertu de l'article 14, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale ;
  5° une aide financière en vertu de l'article 60, § 3, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale et dont cette aide a été remboursée par l'Etat en vertu de l'article 1er de l'arrêté ministériel du 30 janvier 1995 réglant le remboursement par l'Etat des frais relatifs à la subvention accordée par les centres publics de subvention sociale à un indigent qui ne possède pas la nationalité belge et qui n'est pas inscrit au registre de population.
Sectie 5. - Hondenpark
Section 5. - Parc canin
Art.10. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om minstens één hondenpark op haar grondgebied te creëren of in te richten.
  Er worden interne regels voor het gebruik van het hondenpark ingevoerd, die bij de ingangen van het hondenpark worden opgehangen met een duidelijke signalisatie voor het publiek.
  Het algemene politiereglement wordt aangepast aan de interne gebruiksregels van het hondenpark.
  De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van het hondenpark.
Art.10. La commune peut utiliser la subvention principale pour créer ou aménager au moins un parc canin sur son territoire.
  Un règlement interne relatif à l'utilisation du parc canin est instauré, et affiché aux entrées du parc canin avec une signalisation claire à destination du public.
  Le règlement général de police est adapté en fonction du règlement interne relatif à l'utilisation du parc canin.
  La commune assure l'entretien du parc canin.
Sectie 6. - Anticonceptieve duiventil
Section 6. - Pigeonnier contraceptif
Art.11. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om minstens één anticonceptieve duiventil op haar grondgebied te creëren of in te richten.
  De gemeente stelt jaarlijks een actieplan op, gebaseerd op de stadsduifpopulatie in haar gebied.
  Het in lid 2 bedoelde jaarlijkse actieplan wordt opgesteld in overleg met:
  - een dierenarts;
  - een asiel of vereniging.
  Het in lid 2 bedoelde jaarlijkse actieplan omvat:
  1° de oprichting van een gemeentelijke studiecel om het probleem te objectiveren. Deze cel zal klachten in kaart brengen en de empathische relatie van burgers met duiven en de werkelijke overlast van de duivenpopulatie analyseren. Deze cel is ook verantwoordelijk voor de communicatie met het publiek voor, tijdens en na de uitvoering van het plan;
  2° een overzicht van sites die specifieke directe maatregelen vereisen, zoals de verplaatsing van populaties;
  3° beheer gericht op het verminderen van de beschikbare voedselbronnen;
  4° de installatie, het onderhoud en de controle van de anticonceptieve duiventil(len).
Art.11. La commune peut utiliser la subvention principale pour créer ou aménager au moins un pigeonnier contraceptif sur son territoire.
  La commune établit un plan d'action annuel par rapport à la population de pigeons des villes présente sur son territoire.
  Le plan d'action annuel visé à l'alinéa 2 est concerté avec :
  - un vétérinaire ;
  - un refuge ou une association.
  Le plan d'action annuel visé à l'alinéa 2 contient :
  1° la mise en place d'une cellule d'étude au niveau de la commune qui, afin d'objectiver la problématique, est chargée d'analyser les plaintes, la relation empathique des citoyens avec les pigeons et les nuisances réelles de la population de pigeons. Cette cellule est chargée de la communication vers les citoyens avant, pendant et après la réalisation du plan, et ce de manière continue ;
  2° un relevé des sites qui demandent des mesures spécifiques directes comme le déplacement des populations ;
  3° une gestion visant à diminuer les ressources alimentaires disponibles;
  4° l'installation, l'entretien et le suivi du ou des pigeonniers contraceptifs.
Sectie 7. - Schuilplaats voor zwerfkatten
Section 7. - Abris pour chats errants
Art.12. De gemeente kan de hoofdtoelage gebruiken om schuilplaatsen voor zwerfkatten in haar gebied ter beschikking te stellen.
  De keuze van het aantal schuilplaatsen en de locaties waar ze worden geïnstalleerd, evenals het dagelijkse beheer ervan, gebeuren op basis van de lokale zwerfkattenpopulatie en in overleg met:
  - een dierenarts;
  - een asiel of vereniging.
  Elke schuilplaats biedt plaats aan een tot vier katten. De schuilplaatsen zijn geïsoleerd, waterdicht en gebouwd met kwaliteitsmaterialen om tocht te voorkomen.
  De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de schuilplaatsen.
  Er hangt een goed zichtbaar informatiebord bij de schuilplaatsen. Dat bevat de volgende informatie:
  - de contactgegevens van de medewerker van de dierenbescherming die verantwoordelijk is voor zwerfkatten;
  - informatie over de verplichte sterilisatie van katten;
  - het verzoek om de katten niet te storen.
Art.12. La commune peut utiliser la subvention principale pour mettre à disposition des abris pour les chats errants présents sur son territoire.
  Le choix du nombre d'abris, des lieux d'installation des abris, ainsi que leur gestion quotidienne, sont réalisés en fonction de la population locale de chats errants et concertés avec :
  - un vétérinaire ;
  - un refuge ou une association.
  Les abris offrent chacun de la place pour un à quatre chats. Les abris sont isolés, étanches, construits avec des matériaux de qualité et de manière éviter les courants d'air.
  La commune veille à l'entretien des abris.
  Un panneau d'information est installé de manière visible près des abris. Il comporte les informations suivantes :
  - les coordonnées du référent Bien-être animal en charge des chats errants ;
  - les informations sur l'obligation de stérilisation des chats ;
  - la demande de ne pas déranger les chats.
HOOFDSTUK 3. - Aanvullende toelage.
CHAPITRE 3. - Subvention complémentaire
Art.13. § 1 Als de gemeente voldoet aan de bepalingen van ten minste zeven van de leden 2 tot 13, kan binnen de grenzen van de beschikbare begroting een aanvullende toelage van 2.000 euro worden toegekend. Deze toelage wordt gebruikt voor de uitvoering van een of meer van de acties bedoeld in artikels 5 tot en met 12.
  § 2. Om egels te beschermen heeft de gemeente bepalingen opgenomen in haar verordeningen die het nachtelijke gebruik van robotmaaiers verbieden en bestraffen. Het verbod geldt voor elk gebied dat een habitat of leefomgeving voor egels kan vormen.
  § 3. Om wilde dieren en huisdieren te beschermen, voorziet de gemeente in haar verordeningen bepalingen die het nachtelijke gebruik van robotmaaiers verbieden en bestraffen.
  De gemeente maakt het publiek bewust van de stress en de gevaren die vuurwerk met zich meebrengt voor dieren en stimuleert het gebruik van alternatieve methoden die meer rekening houden met dierenwelzijn.
  De gemeente organiseert geen vuurwerkshows, met uitzondering van geluidsarm vuurwerk.
  § 4. De gemeente heeft een verordening ingevoerd om overtredingen van de derde categorie op het gebied van dierenwelzijn, zoals gedefinieerd in Boek I van de milieuwetgeving, aan te pakken.
  § 5. De gemeente zet een partnerschap op met het publiek door een handvest voor het voeden van zwerfkatten in de gemeente op te stellen en past haar algemene politiereglement hierop aan. Bij ondertekening van het handvest ontvangt de burger een voederpas en engageert hij zich om:
  1° katten de juiste voeding te geven;
  2° de voederplaats schoon te houden;
  3° de katten op vaste tijden te voederen;
  4° de buurt te respecteren door geluidsoverlast en visuele hinder op de voederplaats te vermijden;
  5° de gemeente op de hoogte te brengen van de aanwezigheid van een niet-gesteriliseerde kat.
  § 6. De gemeente stelt een functionaris voor dierenwelzijn aan tijdens de verslagperiode. De aangewezen functionaris voor dierenwelzijn kan een gemeenteambtenaar zijn, een politieagent, een dierenarts van de gemeente of een schepen die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn. De functionaris is gespecialiseerd in de wetgeving op het gebied van dierenwelzijn.
  De functionaris voor dierenwelzijn heeft de taak om:
  1° op te treden als aanspreekpunt van de gemeente voor de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Rijkdommen en Leefmilieu, de gemeentelijke agenten, de politieagenten en de burgers;
  2° proactief deel te nemen aan de verspreiding van informatie over dierenwelzijn binnen de gemeente;
  3° de oprichting van een Cel voor dierenwelzijn binnen de gemeente aan te moedigen of eraan mee te werken;
  4° de noden met betrekking tot dierenwelzijn binnen de gemeente in kaart te brengen en concrete voorstellen te formuleren om hieraan tegemoet te komen.
  § 7. De gemeente stelt een speciaal gemeentelijk nood- en interventieplan voor dierenrisico's op.
  Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van burgemeesters en provinciegouverneurs bij evenementen en crisissituaties die coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen, omvat dit plan:
  1° een beschrijving van de risico's voor dieren in de gemeente;
  2° een lijst van de actoren die in de gemeente, haar noodzone of haar politiezone aanwezig zijn en die specifiek betrokken zijn bij de risico's, zoals asielen, nood- en rampendierenartsen, cellen gespecialiseerd in dierenwelzijn binnen de noodzone, gemeentelijke dierenartsen, dierenartsen aanwezig in het gebied, dierenwelzijnseenheden binnen de lokale politie;
  3° ongevallenscenario's;
  4° specifieke procedures;
  5° specifieke acties ter bescherming van dieren.
  § 8. De gemeente richt een adviesraad voor dierenwelzijn op.
  Die adviesraad voor dierenwelzijn bestaat ten minste uit:
  1° een functionaris voor dierenwelzijn;
  2° een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur;
  3° twee burgers benoemd na een algemene oproep tot kandidaten;
  4° een vertegenwoordiger van een erkend asiel of vereniging voor dierenbescherming;
  5° een dierenarts
  De adviesraad dierenwelzijn komt ten minste twee keer per jaar bijeen.
  De adviesraad voor dierenwelzijn heeft als taak om:
  1° de functionaris bij te staan in de uitvoering van zijn taken;
  2° het publiek te sensibiliseren en te informeren over de fundamentele behoeften van dieren;
  3° advies uit te brengen over alle aangelegenheden van gemeentelijk belang in verband met dierenwelzijn die door de gemeenteraad worden voorgelegd;
  4° op te treden als gezondheidswaakhond om het risico op epizoötieën of zoönosen te voorkomen;
  5° dierenmishandeling te bestrijden;
  6° overleg en samenwerking aan te moedigen tussen al wie betrokken is bij kwesties op het gebied van dierenwelzijn;
  7° een forum te bieden voor informatie, discussie en debat over alle kwesties die van belang zijn voor de gemeenschap en die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met dierenwelzijn;
  8° zijn leden de mogelijkheid te bieden het gemeentebestuur initiatieven voor te stellen die het respect voor dierenwelzijn kunnen bevorderen.
  § 9. De gemeente neemt de sensibilisering over dierenwelzijn en de interacties tussen mens en dier op in haar lesprogramma's, met behulp van hulpmiddelen die worden gefinancierd door het Waalse Gewest.
  § 10. De gemeente organiseert een evenement rond dierenwelzijn in samenwerking met:
  - een dierenarts;
  - een asiel of vereniging.
  § 11. De gemeente staat huisdieren toe in overheidsgebouwen zoals sociale woningen, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, rusthuizen en servicewoningen.
  § 12. De gemeentelijke verordening verbiedt de aanwezigheid van circussen met dieren op haar grondgebied.
  § 13. De gemeente implementeert een beheerplan voor gevallen van verwaarlozing en mishandeling van dieren, in samenwerking met de politiezone.
Art.13. § 1er Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, si la commune remplit au moins les dispositions de sept paragraphes parmi les paragraphes 2 à 13, une subvention complémentaire de 2.000 euros peut lui être octroyée. La subvention complémentaire est utilisée pour réaliser une ou plusieurs des actions visées aux articles 5 à 12.
  § 2. En vue de préserver les hérissons, la commune prévoit dans un règlement communal des dispositions relatives à l'interdiction et à la sanction de l'utilisation nocturne des robots tondeuses. L'interdiction s'applique à tout endroit susceptible de constituer un habitat ou un milieu de vie pour le hérisson.
  § 3. En vue de préserver les animaux sauvages et domestiques, la commune prévoit dans un règlement communal des dispositions relatives à l'interdiction et à la sanction de l'utilisation de feux d'artifice par des particuliers.
  La commune sensibilise les citoyens sur le stress et les dangers pour les animaux qu'occasionnent les feux d'artifice et promeut le recours à des méthodes alternatives plus respectueuses du bien-être animal.
  La commune n'organise pas de feux d'artifice, à l'exception des feux d'artifice à bruit contenu.
  § 4. La commune incrimine dans un règlement communal les infractions de troisième catégorie en matière de bien-être animal, au sens du Livre Ier du Code de l'Environnement.
  § 5. La commune met en place un partenariat avec les citoyens par la rédaction d'une charte pour le nourrissage des chats errants sur le territoire communal et adapte son règlement général de police en fonction. A la signature de la charte, le citoyen reçoit une carte de nourrissage et s'engage à :
  1° donner une nourriture adaptée aux chats ;
  2° garder le site de nourrissage propre ;
  3° nourrir les chats à heures fixes ;
  4° respecter le voisinage en évitant toute nuisance sonore et visuelle sur le site de nourrissage ;
  5° informer la commune de la présence d'un chat non stérilisé.
  § 6. La commune dispose d'un référent bien-être animal durant la période couverte. Le référent bien-être animal désigné peut être un agent communal, un agent de police, un vétérinaire communal ou un échevin du bien-être animal. Le référent est spécialisé dans la législation en matière de bien-être animal.
  Le référent bien-être animal a pour missions de :
  1° constituer le point de contact de la commune pour le Service public de Wallonie Agriculture, Ressources naturelles et Environnement, les agents communaux, les agents de police et les citoyens ;
  2° participer proactivement à la diffusion d'informations en matière de bien-être animal au sein de la commune;
  3° stimuler la création, ou participer au développement, d'une Cellule Bien-être Animal au sein de la commune ;
  4° recenser les besoins liés au bien-être animal au sein de la commune et formuler des propositions concrètes pour y répondre.
  § 7. La commune adopte un plan particulier d'urgence et d'intervention communal pour le risque animalier.
  Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 22 mai 2019 relatif à la planification d'urgence et la gestion de situations d'urgence à l'échelon communal et provincial et au rôle des bourgmestres et des gouverneurs de province en cas d'événements et de situations de crise nécessitant une coordination ou une gestion à l'échelon national, ce plan comprend :
  1° la description du risque animalier sur le territoire de la commune ;
  2° la liste des acteurs présents sur le territoire de la commune, de sa zone de secours ou de sa zone de police, et spécifiquement concernés par le risque, tels que les refuges, vétérinaires urgentistes secours et catastrophe, cellule spécialisée en bien-être animal au sein de la zone de secours, vétérinaires communaux, vétérinaires présents sur le territoire, cellule spécialisée en Bien-être animal au sein de la Police locale ;
  3° les scénarios d'accident ;
  4° les procédures spécifiques ;
  5° les actions spécifiques de protection des animaux.
  § 8. La commune met en place un conseil consultatif du bien-être animal.
  Le conseil consultatif du bien-être animal est composé au minimum de :
  1° un référent bien-être animal ;
  2° un représentant de l'administration communale ;
  3° deux citoyens désignés après un appel à candidature général ;
  4° un représentant de refuge agréé ou d'association de protection animale ;
  5° un vétérinaire.
  Le conseil consultatif du bien-être animal se réunit au moins deux fois par an.
  Le conseil consultatif du bien-être animal a pour missions de :
  1° assister le référent dans la réalisation de ses missions ;
  2° sensibiliser et informer les citoyens sur les besoins fondamentaux des animaux ;
  3° rendre un avis sur toutes les questions d'intérêt communal liées au bien-être des animaux soumises par le Conseil communal ;
  4° jouer le rôle de sentinelle sanitaire afin de prévenir les risques d'épizooties ou de zoonoses ;
  5° lutter contre la maltraitance animale ;
  6° favoriser la concertation et la collaboration entre tous les acteurs concernés par la thématique du bien-être animal;
  7° être le lieu d'information, de réflexion, de débat sur toutes les questions d'intérêt communal liées, directement ou indirectement, au bien-être des animaux;
  8° permettre à ses membres de suggérer et de proposer aux autorités communales toute initiative susceptible de favoriser le respect du bien-être des animaux.
  § 9. La commune intègre la sensibilisation au bien-être animal et aux interactions entre l'humain et l'animal dans les programmes des écoles communales, via des outils financés par la Région Wallonne.
  § 10. La commune organise un événement relatif au bien-être animal, en concertation avec :
  - un vétérinaire ;
  - un refuge ou une association.
  § 11. La commune autorise l'accès des animaux de compagnie dans les bâtiments publics tels que les maisons sociales, les logements du centre public d'action sociale, les maisons de repos ou les résidences-services.
  § 12. La commune interdit dans son règlement communal la présence de cirques avec des animaux sur son territoire.
  § 13. La commune réalise un plan de gestion des cas de négligence et de maltraitance animale, en collaboration avec la zone de police.
HOOFDSTUK 3/1. [1 Buitengewone toelage voor het jaar 2025 ]1
CHAPITRE 3/1. [1 Subvention exceptionnelle pour l'année 2025 ]1
Art. 13/1. [1 . Binnen de grenzen van het maximale bedrag van 200.000 euro dat voor het jaar 2025 is voorzien, wordt een buitengewone toelage van maximaal 1.500 euro toegekend aan de gemeenten.
   De in dit artikel bedoelde toelage is bedoeld om de kosten te dekken die rechtstreeks verband houden met chirurgische sterilisaties van zwerfkatten door een dierenarts, en die worden uitgevoerd tussen 1 juli 2025 en 30 september 2025; ]1

  
Art. 13/1. § [1 Dans les limites de l'enveloppe maximale de 200 000 euros prévue pour l'année 2025, une subvention exceptionnelle de maximum 1 500 euros est octroyée aux communes.
   La subvention visée au présent article a pour objet de couvrir les dépenses directement liées aux actes chirurgicaux de stérilisation de chats errants pratiqués par un vétérinaire, engagées entre le 1er juillet 2025 et le 30 septembre 2025 ]1

  
Art. 13/2. [1 De toelage moet uiterlijk op 7 november 2025 per e-mail worden aangevraagd bij de dienst op het e-mailadres dat is opgegeven door de Directie Kwaliteit en Dierenwelzijn van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu De aanvraag moet vergezeld gaan van de financiële identificatiegegevens van de gemeente, de aangifte van schuldvordering en de bewijsstukken van alle uitgaven die tussen 1 juli 2025 en 30 september 2025 zijn vastgelegd.
   De subsidie wordt vóór 31 december 2025 op de bankrekening van de gemeente uitbetaald.
   In elk geval wordt, indien het totale bedrag van de in aanmerking komende uitgaven het in artikel 13/1, lid 1, bedoelde bedrag van 200 000 euro overschrijdt, elke toelage proportioneel aangepast op basis van de verhouding tussen het beschikbare bedrag en het totale bedrag van de aangegeven in aanmerking komende uitgaven. ]1

  
Art. 13/2. § [1 a subvention est demandée au plus tard le 7 novembre 2025 par courriel au service à l'adresse électronique prévue par la Direction de la qualité et du bien-être animal du Service public de Wallonie Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. La demande doit être accompagnée des données financières d'identification de la commune, de la déclaration de créance, ainsi que des pièces justifiant toute dépense engagée entre le 1er juillet 2025 et le 30 septembre 2025.
   La subvention est liquidée sur le compte bancaire de la commune avant le 31 décembre 2025.
   Dans tous les cas, si le montant total des dépenses éligibles dépasse l'enveloppe budgétaire de 200 000 euros visée à l'article 13/1, alinéa 1er, chaque subvention est ajustée proportionnellement en fonction du rapport entre l'enveloppe disponible et le montant total des dépenses éligibles déclarées. ]1

  

Modifications

[1]Art. 13/3. §[1 La subvention exceptionnelle visée au présent chapitre ne peut pas couvrir des dépenses déjà financées par une autre subvention publique régionale, communautaire, fédérale ou européenne.
A cet effet, la commune atteste sur l'honneur, dans sa déclaration de créance, que les montants concernés ne font pas l'objet d'un financement public complémentaire.
----------
Art. 13/3. [1 De uitzonderlijke toelage bedoeld in dit hoofdstuk kan geen uitgaven dekken die reeds door een andere regionale, communautaire, federale of Europese overheidssubsidie worden gefinancierd.
   Daartoe verklaart de gemeente in haar aangifte van schuldvordering dat voor de betrokken bedragen geen aanvullende overheidsfinanciering wordt verstrekt. ]1

  
Art. 13/3. §[1 La subvention exceptionnelle visée au présent chapitre ne peut pas couvrir des dépenses déjà financées par une autre subvention publique régionale, communautaire, fédérale ou européenne.
   A cet effet, la commune atteste sur l'honneur, dans sa déclaration de créance, que les montants concernés ne font pas l'objet d'un financement public complémentaire. ]1

  
HOOFDSTUK 4. - Procedure
Art.14. La demande de subvention principale et le cas échéant complémentaire est adressée au service avant le 28 février via le guichet des pouvoirs locaux et les formulaires spécifiques créés pour cette procédure.
Art.14. Aanvragen voor de hoofdtoelage en eventuele aanvullende toelagen moeten voor 28 februari naar het departement worden gestuurd via het gemeenteloket en met de specifieke formulieren die voor deze procedure zijn gemaakt.
  De beraadslaging waarbij de gemeenteraad de te ondernemen actie(s) goedkeurt, wordt bij de aanvraag gevoegd.
Art.15. § 1er. Dans les trente jours qui suivent la date limite d'introduction des demandes, le service vérifie la complétude de la demande de subvention.
  § 2. Si la demande de subvention est incomplète, le service en informe la commune, par courrier électronique ou postal, en précisant les éléments manquants.
  La commune communique les éléments manquants au service dans les dix jours suivant la réception de la demande de complétude du service.
  Si la commune ne communique pas les éléments manquants, la demande de subvention est irrecevable.
  § 3. Si la demande est complète, le directeur du service bénéficie d'un pouvoir d'appréciation discrétionnaire pour accepter ou refuser l'octroi de la subvention.
  Les critères d'appréciation sont :
  1° l'adéquation entre les objectifs visés par le présent arrêté et les moyens proposés ;
  2° l'adéquation entre les actions proposées et les objectifs visés par le présent arrêté ;
  3° l'adéquation des actions proposées avec les dispositions légales et réglementaires en matière de bien-être animal.
  La commune est informée de la décision d'octroi ou de refus de la subvention dans les deux mois qui suivent l'introduction de la demande, par courrier électronique ou postal.
Art.15. § 1. Binnen dertig dagen na de aanvraagdeadline controleert het departement of de toelageaanvraag volledig is.
  § 2. Als de toelageaanvraag onvolledig is, stelt het departement de gemeente per e-mail of post in kennis van de ontbrekende informatie.
  De gemeente moet de ontbrekende informatie binnen tien dagen na ontvangst van dit verzoek om aanvulling naar het departement sturen.
  Als de gemeente de ontbrekende informatie niet verstrekt, is de toelageaanvraag niet ontvankelijk.
  § 3. Als de aanvraag volledig is, heeft de afdelingsdirecteur de beoordelingsbevoegdheid om de toelage te aanvaarden of te weigeren.
  De beoordelingscriteria zijn:
  1° de mate waarin de voorgestelde middelen zijn afgestemd op de doelstellingen van dit besluit;
  2° de mate waarin de voorgestelde acties zijn afgestemd op de doelstellingen van dit besluit;
  3° de mate waarin de voorgestelde acties voldoen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake dierenwelzijn.
  De gemeente wordt binnen twee maanden na indiening van de aanvraag per e-mail of per post op de hoogte gesteld van de beschikking om de toelage toe te kennen of te weigeren.
Art. 15. § 1er. Dans les trente jours qui suivent la date limite d'introduction des demandes, le service vérifie la complétude de la demande de subvention.
  § 2. Si la demande de subvention est incomplète, le service en informe la commune, par courrier électronique ou postal, en précisant les éléments manquants.
  La commune communique les éléments manquants au service dans les dix jours suivant la réception de la demande de complétude du service.
  Si la commune ne communique pas les éléments manquants, la demande de subvention est irrecevable.
  § 3. Si la demande est complète, le directeur du service bénéficie d'un pouvoir d'appréciation discrétionnaire pour accepter ou refuser l'octroi de la subvention.
  Les critères d'appréciation sont :
  1° l'adéquation entre les objectifs visés par le présent arrêté et les moyens proposés ;
  2° l'adéquation entre les actions proposées et les objectifs visés par le présent arrêté ;
  3° l'adéquation des actions proposées avec les dispositions légales et réglementaires en matière de bien-être animal.
  La commune est informée de la décision d'octroi ou de refus de la subvention dans les deux mois qui suivent l'introduction de la demande, par courrier électronique ou postal.
Art.16. Een gemeente die van de directeur van het departement een principeakkoord heeft ontvangen voor de toekenning van een jaarlijkse toelage, moet voor 31 mei na afloop van de toelageperiode een vordering indienen bij het departement.
  Gemeenten die deze vordering niet binnen de gestelde termijn indienen bij het departement, verliezen hun recht op de toelage.
  De afdeling organiseert gerichte controles bij lokale autoriteiten en vraagt hen om bewijsstukken. De controles zijn gebaseerd op een steekproef van ten minste tien procent van de begunstigden, waarbij rekening wordt gehouden met een risicoanalyse op basis van de staat van dienst van de gemeente bij het toekennen van toelagen voor dierenwelzijn.
Art. 16. La commune ayant reçu du directeur du service un accord de principe pour l'octroi d'une aide annuelle communique au service une déclaration de créance avant le 31 mai qui suit la fin de la période couverte par la subvention.
  La commune qui ne transmet pas au service la déclaration de créance dans le délai imparti perd son droit à l'octroi d'une subvention.
  Le service organise un contrôle ciblé des communes en leur demandant leurs pièces justificatives. Le contrôle est basé sur un échantillonnage de minimum dix pour cent des bénéficiaires, en tenant compte d'une analyse de risques notamment en fonction des antécédents de la commune dans l'octroi de subventions en matière de bien-être animal.
Art.17. Nadat het departement de controles heeft uitgevoerd, wordt de toelage jaarlijks uitbetaald aan elke begunstigde gemeente.
  Het departement stort de toelage op de bankrekening van de gemeente en de betaling komt overeen met het totale toelagebedrag van de vordering die de gemeente heeft ingediend.
Art. 17. Après la mise en oeuvre des contrôles du service, le paiement de la subvention est exécuté annuellement pour chaque commune bénéficiaire.
  La subvention est liquidée par le service sur le compte bancaire de la commune et le versement correspond au montant total admissible de la déclaration de créance présentée par la commune.
HOOFDSTUK 5. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art.18. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 novembre 2022 relatif aux conditions d'agrément des établissements pour animaux et aux conditions de détention et de commercialisation au sein de ces établissements :
Art.18. In het besluit van de Waalse regering van 24 november 2022 betreffende de erkenningsvoorwaarden voor diereninrichtingen en de voorwaarden voor het houden en verhandelen van dieren in deze inrichtingen:
  1° wordt in artikel 7, § 2, de zinsnede "Indien de aanvrager nog geen dieren houdt, voegt hij bij zijn aanvraag tot erkenning niet de documenten bedoeld in de punten 2 en 3 van het vorige lid" vervangen door de volgende zinsnede: "Indien de aanvrager van een erkenning voor een kattenfokkerij op de dag van zijn aanvraag geen katten houdt, voegt hij de in punt 3 bedoelde lijst met identificaties van fokdieren niet toe";
  2° wordt in artikel 45, § 1, lid 2, het woord "bodem" vervangen door het woord "grond";
  3° worden in artikel 45 de volgende wijzigingen aangebracht:
  - § 1, lid 3, wordt § 2;
  - § 2 wordt § 3;
  - § 3 wordt § 4;
  4° worden bij punt 4 van subsectie 2 "Bijzondere voorwaarden voor het houden van honden en katten" de woorden ", het schenken en het adopteren van dieren" toegevoegd;
  5° worden in artikel 80 de paragraafnummers 2, 3, 4, 5 en 6 na lid 4 vervangen door de paragraafnummers 5, 6, 7, 8 en 9;
  6° wordt artikel 88 aangevuld met een tweede lid, dat luidt als volgt: "Het krachtens artikel 14, § 2, afgegeven certificaat van erkenning wordt binnen de inrichting op een zichtbare plaats aangebracht.".
  7° worden in artikel 107, lid 2, 2°, de woorden ", §§ 2 en 3" ingevoegd tussen "artikel 28" en "in werking treedt".
Art. 18. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 novembre 2022 relatif aux conditions d'agrément des établissements pour animaux et aux conditions de détention et de commercialisation au sein de ces établissements :
  1° à l'article 7, § 2, la phrase " S'il ne détient pas encore d'animaux, le demandeur ne joint pas à sa demande d'agrément les documents visés à l'alinéa précédent, points 2° et 3° " est remplacée par la phrase suivante : " Si le demandeur d'un agrément pour un élevage de chats ne détient pas de chats au jour de sa demande, il ne joint pas la liste des identifications des animaux reproducteurs visée au point 3° " ;
  2° à l'article 45, § 1er, alinéa 2, le mot " fond " est remplacé par le mot " sol " ;
  3° à l'article 45, les modifications suivantes sont apportées :
  - le § 1er, alinéa 3, devient le § 2 ;
  - le § 2 devient le § 3 ;
  - le § 3 devient le § 4 ;
  4° le point 4 de la sous-section 2 " Conditions particulières pour la détention des chiens et des chats " est complété par les mots ", don et adoption d'animaux " ;
  5° à l'article 80, les numéros de paragraphes 2, 3, 4, 5 et 6 après le paragraphe 4 sont remplacés par les numéros de paragraphes 5, 6, 7, 8 et 9 ;
  6° l'article 88 est complété par un alinéa 2 rédigé comme suit : " Le certificat d'agrément délivré en vertu de l'article 14, § 2, est affiché de manière visible à l'intérieur de l'établissement. ".
  7° à l'article 107, alinéa 2, 2°, les mots ", §§ 2 et 3 " sont insérés entre " article 28 " et " entre en vigueur ".
Art.19. Het besluit van de Waalse regering van 3 september 2020 tot vaststelling van een steunregeling voor gemeenten in het kader van het dierenwelzijn wordt ingetrokken.
Art.20. La première période annuelle de mise en oeuvre, visée à l'article 2, commence au 1er avril 2023.
  Par dérogation à l'article 14, pour l'année 2023, la date limite d'introduction des demandes de subvention est reportée au 15 septembre 2023.
Art.20. De eerste jaarlijkse uitvoeringsperiode, bedoeld in artikel 2, begint op 1 april 2023.
  In afwijking van artikel 14 wordt de termijn voor het aanvragen van toelagen voor het jaar 2023 verlengd tot 15 september 2023.
Art. 20. La première période annuelle de mise en oeuvre, visée à l'article 2, commence au 1er avril 2023.
  Par dérogation à l'article 14, pour l'année 2023, la date limite d'introduction des demandes de subvention est reportée au 15 septembre 2023.
Art.21. Dit besluit treedt in werking op de dag van ondertekening.
Art. 22. La Ministre du Bien-être animal est chargée de l'exécution du présent arrêté.
Art. 22. De minister van dierenwelzijn is bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.
Art. 22. La Ministre du Bien-être animal est chargée de l'exécution du présent arrêté.