Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
25 JUNI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het RPPol betreffende de verloven voor loopbaanonderbreking
Titre
25 JUIN 2023. - Arrêté royal modifiant le PJPol concernant les congés pour l'interruption de la carrière professionnelle
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. Artikel VIII.XV.1 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 2004, wordt vervangen als volgt:
  "Art. VIII.XV.1. Het personeelslid, met uitzondering van de aspirant, de stagiair en het contractuele personeelslid, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bedoeld in de artikelen 116 en 118 tot en met 139 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, met dien verstande dat, in afwijking van artikel 138, § 1, vijfde lid, van het genoemde besluit van 19 november 1998, het personeelslid zich kan laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat of door een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie in de zin van artikel 6 van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten.".
Article 1er. L'article VIII.XV.1er PJPol, modifié par l'arrêté royal du 18 novembre 2004, est remplacé par ce qui suit :
  "Art. VIII.XV.1er. Le membre du personnel non aspirant, ni stagiaire, ni membre du personnel contractuel, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière conformément aux conditions et modalités visées aux articles 116 et 118 à 139 y compris de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat, étant entendu que, par dérogation à l'article 138, § 1er, alinéa 5, du même arrêté du 19 novembre 1998, le membre du personnel peut se faire représenter ou assister par un avocat ou un délégué d'une organisation syndicale représentative visée à l'article 6 de la loi du 24 mars 1999 organisant les relations entre les autorités publiques et les organisations syndicales du personnel des services de police.".
Art.2. Artikel VIII.XV.2 RPPol wordt vervangen als volgt:
  "Art. VIII.XV.2. Het contractuele personeelslid, met uitzondering van de aspirant en de stagiair, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bedoeld in het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen.
  Om het recht bedoeld in het eerste lid te doen gelden, moet het contractuele personeelslid minstens gedurende een onafgebroken periode van één jaar bij dezelfde bevoegde overheid tewerkgesteld zijn.".
Art.2. L'article VIII.XV.2 PJPol est remplacé par ce qui suit :
  "Art. VIII.XV.2. Le membre du personnel contractuel non aspirant, ni stagiaire, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière conformément aux conditions et modalités visées à l'arrêté royal du 2 janvier 1991 relatif à l'octroi d'allocations d'interruption.
  Pour faire valoir le droit visé à l'alinéa 1er, le membre du personnel contractuel doit avoir été occupé par la même autorité compétente pendant au moins un an sans interruption.".
Art.3. In deel VIII, titel XV, RPPol wordt een artikel VIII.XV.2bis ingevoegd, luidende:
  "Art. VIII.XV.2bis. Het contractuele personeelslid, met uitzondering van de aspirant en de stagiair, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken voor de palliatieve verzorging van een persoon, overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bedoeld in het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen.".
Art.3. Dans la partie VIII, titre XV, PJPol, il est inséré un article VIII.XV.2bis rédigé comme suit :
  "Art. VIII.XV.2bis. Le membre du personnel contractuel non aspirant, ni stagiaire, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière pour donner des soins palliatifs à une personne conformément aux conditions et modalités visées à l'arrêté royal du 2 janvier 1991 relatif à l'octroi d'allocations d'interruption.".
Art.4. Artikel VIII.XV.3 RPPol wordt vervangen als volgt:
  "Art. VIII.XV.3. Het personeelslid, met uitzondering van de aspirant en het contractuele personeelslid, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken voor ouderschapsverlof overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bedoeld in de artikelen 35 en 35/1 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.".
Art.4. L'article VIII.XV.3 PJPol est remplacé par ce qui suit :
  "Art. VIII.XV.3. Le membre du personnel non aspirant, ni membre du personnel contractuel, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière pour congé parental conformément aux conditions et modalités visées aux articles 35 et 35/1 de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat.".
Art.5. In deel VIII, titel XV, RPPol wordt een artikel VIII.XV.3bis ingevoegd, luidende:
  "Art. VIII.XV.3bis. Het contractuele personeelslid, met uitzondering van de aspirant en de stagiair, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken voor ouderschapsverlof overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 3, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen.".
Art.5. Dans la partie VIII, titre XV, PJPol, il est inséré un article VIII.XV.3bis rédigé comme suit :
  "Art. VIII.XV.3bis. Le membre du personnel contractuel non aspirant, ni stagiaire, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière pour congé parental conformément aux dispositions du chapitre III, section 3, de l'arrêté royal du 7 mai 1999 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle du personnel des administrations.".
Art.6. Artikel VIII.XV.4 RPPol wordt vervangen als volgt:
  "Art. VIII.XV.4. Het contractuele personeelslid, met uitzondering van de aspirant en de stagiair, kan een verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken voor het verlenen van zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 2, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen.
  De mogelijkheid in hoofde van een contractueel personeelslid van operationeel kader om de loopbaan volledig dan wel gedeeltelijk te onderbreken voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, is evenwel beperkt tot ten hoogste drie maanden per patiënt tijdens de loopbaan. Dit personeelslid moet niet worden vervangen.".
Art.6. L'article VIII.XV.4 PJPol est remplacé par ce qui suit :
  "Art. VIII.XV.4. Le membre du personnel contractuel non aspirant, ni stagiaire, peut obtenir un congé pour interrompre sa carrière pour donner des soins à un membre du ménage ou de la famille gravement malade, conformément aux dispositions du chapitre III, section 2, de l'arrêté royal du 7 mai 1999 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle du personnel des administrations.
  La possibilité dans le chef d'un membre du personnel contractuel du cadre opérationnel d'interrompre complètement ou partiellement sa carrière pour donner des soins à un membre du ménage ou de la famille gravement malade, est toutefois limitée à trois mois au plus par patient au cours de sa carrière. Ce membre du personnel ne doit pas être remplacé.".
Art.7. Artikel VIII.XV.5 RPPol wordt vervangen als volgt:
  "Art. VIII.XV.5. Het personeelslid, met uitzondering van het contractuele personeelslid, kan zijn loopbaan onderbreken voor het verlenen van palliatieve zorg of voor het verlenen van zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bedoeld in de artikelen 117, 117bis en 117ter van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.
  De mogelijkheid in hoofde van een personeelslid van het operationeel kader om de loopbaan volledig dan wel gedeeltelijk te onderbreken voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, is, in afwijking van artikel 117, § 2, van het voormelde besluit van 19 november 1998, evenwel beperkt tot ten hoogste drie maanden per patiënt tijdens de loopbaan. Dit personeelslid moet niet worden vervangen.".
Art.7. L'article VIII.XV.5 PJPol est remplacé par ce qui suit :
  "Art. VIII.XV.5. Le membre du personnel, non membre du personnel contractuel, peut interrompre sa carrière pour donner des soins palliatifs ou pour donner des soins à un membre du ménage ou de la famille gravement malade, conformément aux conditions et modalités visées aux articles 117, 117bis et 117ter de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat.
  Par dérogation à l'article 117, § 2, de l'arrêté précité du 19 novembre 1998, la possibilité dans le chef d'un membre du personnel du cadre opérationnel d'interrompre complètement ou partiellement sa carrière pour donner des soins à un membre du ménage ou de la famille gravement malade est toutefois limitée à trois mois au plus par patient au cours de sa carrière. Ce membre du personnel ne doit pas être remplacé.".
Art.8. In artikel VIII.XV.5bis, § 3, RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 november 2021, worden de woorden "artikel VIII.XV.4, § 1," vervangen door de woorden "artikel VIII.XV.4, eerste lid,".
Art.8. Dans l'article VIII.XV.5bis, § 3, PJPol, inséré par l'arrêté royal du 15 novembre 2021, les mots "l'article VIII.XV.4, § 1er" sont remplacés par les mots "l'article VIII.XV.4, alinéa 1er".
Art.9. In artikel VIII.XV.6, eerste lid, RPPol wordt de zin "Het personeelslid met een door de minister of, naar gelang van het geval, door de burgemeester of het politiecollege bepaalde graad of dat met een mandaat is bekleed, is uitgesloten van de in deze titel bepaalde verloven voor gehele of gedeeltelijke loopbaanonderbreking." vervangen als volgt:
  "Het personeelslid met een door de minister of, naar gelang van het geval, door de burgemeester of het politiecollege bepaalde graad of dat met een mandaat is bekleed, is uitgesloten van de in deze titel bepaalde verloven voor gehele of gedeeltelijke loopbaanonderbreking, met uitzondering van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof bedoeld in de artikelen VIII.XV.3 en VIII.XV.3bis.".
Art.9. Dans l'article VIII.XV.6, alinéa 1er, PJPol, la phrase "Le membre du personnel d'un grade déterminé par le ministre ou, selon le cas, par le bourgmestre ou le collège de police, ou investi d'un mandat, est exclu du congé pour interruption complète ou partielle de la carrière professionnelle visé par le présent titre." est remplacée par la phrase suivante :
  "Le membre du personnel d'un grade déterminé par le ministre ou, selon le cas, par le bourgmestre ou le collège de police, ou investi d'un mandat, est exclu du congé pour interruption complète ou partielle de la carrière professionnelle visé par le présent titre, à l'exception de l'interruption de carrière pour congé parental visée aux articles VIII.XV.3 et VIII.XV.3bis.".
Art.10. In artikel XI.III.29, § 5, eerste lid, RPPol worden de woorden "bedoeld in artikel VIII.XV.1 of artikel VIII.XV.2" vervangen door de woorden "bedoeld in de artikelen VIII.XV.1 tot en met VIII.XV.6".
Art.10. Dans l'article XI.III.29, § 5, alinéa 1er, PJPol, les mots "visée à l'article VIII.XV.1er ou à l'article VIII.XV.2" sont remplacés par les mots "visée aux articles VIII.XV.1er à VIII.XV.6 y compris".
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van:
  1° het artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2001;
  2° het artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 augustus 2019;
  3° het artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 1 augustus 2013.
Art.11. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l'exception de :
  1° l'article 3 qui produit ses effets le 1er avril 2001;
  2° l'article 4 qui produit ses effets le 1er août 2019;
  3° l'article 7 qui produit ses effets le 1er août 2013.
Art. 12. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le ministre qui a l'Intérieur dans ses attributions et le ministre qui a la Justice dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.