Artikel 1. § 1. Overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen, hierna "het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023" genoemd, zijn de subsidiabele eiwithoudende gewassen, aangeplant als zuivere teelt of in een mengsel van gewassen, de volgende:
1° fenegriek (Trigonella foenum-graecum) ;
2° lupine (Lupinus spp.) ;
3° sojaboon (Glycine max) ;
4° tuinbonen en veldbonen (winterrassen of zomerrassen) (Vicia faba);
5° linzen (Lens spp.) ;
6° kikkererwt (Cicer arietinum) ;
7° eiwitrijke erwten (winterrassen of zomerrassen) (Pisum sativum) met uitzondering van vers geoogste en voor voedselverwerking bestemde erwten.
§ 2. Een mengsel van subsidiabele eiwithoudende gewassen met grassen, granen, peulvruchten of andere dan de in lid 1 bedoelde eiwithoudende gewassen is subsidiabel indien het totale gewicht van het zaaizaad van de subsidiabele eiwithoudende gewassen meer bedraagt dan 50% van het gewicht dat doorgaans wordt gebruikt voor de inzaai in zuivere teelt.
Het gewicht aan zaden die gewoonlijk worden gebruikt voor de inzaai van eiwithoudende gewassen in zuivere teelt zijn die welke worden bedoeld in artikel 30 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen van de tegemoetkomingen en steun van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit.
§ 3. De subsidiabiliteit van een gewas wordt vastgesteld op basis van de bodembedekking op 31 mei.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
23 FEBRUARI 2023. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2023 en tekstbijwerking tot 16-04-2024)
Titre
23 FEVRIER 2023. - Arrêté ministériel exécutant l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 20-07-2023 et mise à jour au 16-04-2024)
Informations sur le document
Numac: 2023042747
Datum: 2023-02-23
Info du document
Numac: 2023042747
Date: 2023-02-23
Table des matières
Table des matières
Tekst (23)
Texte (23)
HOOFDSTUK 1. - Gekoppelde steun voor eiwithoudende gewassen
CHAPITRE 1er. - Aide couplée au revenu pour les cultures protéagineuses
Article 1er. § 1er. En application de l'article 4, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux aides couplées au revenu pour les cultures protéagineuses, les bovins femelles viandeux, les vaches mixtes, les vaches laitières et les brebis, dénommé ci-après " l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 ", les cultures protéagineuses admissibles, implantées en culture pure ou en mélange entre elles, sont les suivantes :
1° le fenugrec (Trigonella foenum-graecum) ;
2° le lupin (Lupinus spp.) ;
3° le soja (Glycine max) ;
4° les fèves et féveroles d'hiver ou de printemps (Vicia faba) ;
5° les lentilles (Lens spp.) ;
6° les pois chiches (Cicer arietinum) ;
7° les pois protéagineux d'hiver ou de printemps (Pisum sativum) à l'exclusion de ceux récoltés à l'état frais et destinés à la transformation agro-alimentaire.
§ 2. Un mélange entre des cultures protéagineuses admissibles et des graminées, des céréales, des légumineuses ou des autres protéagineux que ceux visés à l'alinéa 1er, est admissible si le poids total des semences de cultures protéagineuses admissibles correspond à plus de 50 % du poids habituellement utilisé pour leur semis en culture pure.
Les poids des semences habituellement utilisés pour le semis de protéagineuses en culture pure- sont ceux visés à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité.
§ 3. L'admissibilité d'une culture est déterminée sur base du couvert en place le 31 mai.
1° le fenugrec (Trigonella foenum-graecum) ;
2° le lupin (Lupinus spp.) ;
3° le soja (Glycine max) ;
4° les fèves et féveroles d'hiver ou de printemps (Vicia faba) ;
5° les lentilles (Lens spp.) ;
6° les pois chiches (Cicer arietinum) ;
7° les pois protéagineux d'hiver ou de printemps (Pisum sativum) à l'exclusion de ceux récoltés à l'état frais et destinés à la transformation agro-alimentaire.
§ 2. Un mélange entre des cultures protéagineuses admissibles et des graminées, des céréales, des légumineuses ou des autres protéagineux que ceux visés à l'alinéa 1er, est admissible si le poids total des semences de cultures protéagineuses admissibles correspond à plus de 50 % du poids habituellement utilisé pour leur semis en culture pure.
Les poids des semences habituellement utilisés pour le semis de protéagineuses en culture pure- sont ceux visés à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité.
§ 3. L'admissibilité d'une culture est déterminée sur base du couvert en place le 31 mai.
Art.2. Overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt het bedrag van de gekoppelde steun voor eiwithoudende gewassen vastgesteld op 375 euro per subsidiabele hectare.
Art.2. En application de l'article 6, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant de l'aide couplée au revenu pour les cultures protéagineuses est fixé à 375 euros par hectare admissible.
Art.3. Overeenkomstig artikel 6, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, kan het bedrag bedoeld in artikel 2 worden aangepast binnen de volgende perken:
1° 270 euro minimum per subsidiabele hectare;
2° 400 euro maximum per subsidiabele hectare.
1° 270 euro minimum per subsidiabele hectare;
2° 400 euro maximum per subsidiabele hectare.
Art.3. Conformément à l'article 6, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant visé à l'article 2 peut être adapté dans les limites suivantes :
1° 270 euros par hectare admissible minimum ;
2° 400 euros par hectare admissible maximum.
1° 270 euros par hectare admissible minimum ;
2° 400 euros par hectare admissible maximum.
HOOFDSTUK 2. - Gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen
CHAPITRE 2. - Aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux
Art.4. Overeenkomstig artikel 11, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, zijn de vleesrunderen de volgende:
1° Angus;
2° Aubrac;
3° Bazadaise;
4° Bizon;
5° Belgisch witblauw;
6° Blonde d'Aquitaine;
7° Charolais:
8° Chianina ;
9° Galloway ;
10° Glanvieh ;
11° Hereford ;
12° Highland ;
13° Limousin ;
14° Marchigiana ;
15° Parthenaise ;
16° Piëmontees;
17° Rouge des prés ;
18° Salers ;
19° Verbeterd Roodbont;
20° Wagyu
Een dier waarvan de moeder van het zuiveltype is, komt niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden komt een vanaf 1 januari 2023 geboren dier waarvan het moederdier van een gemengd ras is, niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen.
1° Angus;
2° Aubrac;
3° Bazadaise;
4° Bizon;
5° Belgisch witblauw;
6° Blonde d'Aquitaine;
7° Charolais:
8° Chianina ;
9° Galloway ;
10° Glanvieh ;
11° Hereford ;
12° Highland ;
13° Limousin ;
14° Marchigiana ;
15° Parthenaise ;
16° Piëmontees;
17° Rouge des prés ;
18° Salers ;
19° Verbeterd Roodbont;
20° Wagyu
Een dier waarvan de moeder van het zuiveltype is, komt niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden komt een vanaf 1 januari 2023 geboren dier waarvan het moederdier van een gemengd ras is, niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen.
Art.4. En application de l'article 11, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, les races viandeuses sont les suivantes :
1° Angus ;
2° Aubrac ;
3° Bazadaise ;
4° Bison ;
5° Blanc bleu belge ;
6° Blonde d'Aquitaine ;
7° Charolais ;
8° Chianina ;
9° Galloway ;
10° Glanvieh ;
11° Hereford ;
12° Highland ;
13° Limousin ;
14° Marchigiana ;
15° Parthenaise ;
16° Piémontais ;
17° Rouge des prés ;
18° Salers ;
19° Verbeterd Roodbont - Pie-Rouge améliorée ;
20° Wagyu
Un animal dont la mère est de type racial laitier n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux.
Sauf en cas de circonstances exceptionnelles, un animal né à partir du 1er janvier 2023 dont la mère est de type racial mixte, n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux.
1° Angus ;
2° Aubrac ;
3° Bazadaise ;
4° Bison ;
5° Blanc bleu belge ;
6° Blonde d'Aquitaine ;
7° Charolais ;
8° Chianina ;
9° Galloway ;
10° Glanvieh ;
11° Hereford ;
12° Highland ;
13° Limousin ;
14° Marchigiana ;
15° Parthenaise ;
16° Piémontais ;
17° Rouge des prés ;
18° Salers ;
19° Verbeterd Roodbont - Pie-Rouge améliorée ;
20° Wagyu
Un animal dont la mère est de type racial laitier n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux.
Sauf en cas de circonstances exceptionnelles, un animal né à partir du 1er janvier 2023 dont la mère est de type racial mixte, n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux.
Art.5. Overeenkomstig artikel 12, § 4, vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt de maximale veebezetting vastgesteld op:
1° 5 GVE per hectare voederareaal van 2023 tot en met 2025;
2° 4,5 GVE per hectare voederareaal voor 2026;
3° 4 GVE per hectare voederareaal voor 2027.
Voor de toepassing van het eerste lid, wordt verstaan onder "GVE" de grootvee-eenheden in de zin van artikel 2, § 1, eerste lid, 48°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen van de tegemoetkomingen en steun van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit
1° 5 GVE per hectare voederareaal van 2023 tot en met 2025;
2° 4,5 GVE per hectare voederareaal voor 2026;
3° 4 GVE per hectare voederareaal voor 2027.
Voor de toepassing van het eerste lid, wordt verstaan onder "GVE" de grootvee-eenheden in de zin van artikel 2, § 1, eerste lid, 48°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen van de tegemoetkomingen en steun van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit
Art.5. En application de l'article 12, § 4, alinéa 4, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, la charge en bétail maximale est fixée à :
1° 5 UGB par hectare de surface fourragère de 2023 à 2025 inclus ;
2° 4,5 UGB par hectare de surface fourragère pour 2026 ;
3° 4 UGB par hectare de surface fourragère pour 2027.
Pour l'application de l'alinéa 1er, l'on entend par " UGB ", les unités de gros bétail au sens de l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 48°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité.
1° 5 UGB par hectare de surface fourragère de 2023 à 2025 inclus ;
2° 4,5 UGB par hectare de surface fourragère pour 2026 ;
3° 4 UGB par hectare de surface fourragère pour 2027.
Pour l'application de l'alinéa 1er, l'on entend par " UGB ", les unités de gros bétail au sens de l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 48°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité.
Art.6. Overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt het bedrag van de gekoppelde steun voor vrouwelijke vleesrunderen vastgesteld op 178 euro per subsidiabel dier.
Art.6. En application de l'article 10, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant de l'aide couplée au revenu pour les bovins femelles viandeux est fixé à 178 euros par animal admissible.
Art.7. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, kan het bedrag bedoeld in artikel 6 worden aangepast binnen de volgende perken:
1° 160 euro minimum per subsidiabele dier;
2° 178 euro maximum per subsidiabele dier.
1° 160 euro minimum per subsidiabele dier;
2° 178 euro maximum per subsidiabele dier.
Art.7. Conformément à l'article 10, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant visé à l'article 6 peut être adapté dans les limites suivantes :
1° 160 euros par animal admissible minimum ;
2° 178 euros par animal admissible maximum.
1° 160 euros par animal admissible minimum ;
2° 178 euros par animal admissible maximum.
HOOFDSTUK 3. - Gekoppelde steun voor gemengde koeien
CHAPITRE 3. - Aide couplée au revenu pour les vaches mixtes
Art.8. Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, zijn de gemengde rassen de volgende:
1° Abondance ;
2° Wit-Rood van West-Vlaanderen;
3° Gemengde witblauw melkkoe;
4° Waterbuffel (Wasserbüffel);
5° Dexter ;
6° Fleckvieh ;
7° Maas-Rijn-Yssel ;
8° Montbéliarde ;
9° Normande ;
10° "Rouge-Pie de l'Est de la Belgique" ;
11° Vlaams Rood;
12° Simmental ;
13° Vosgienne.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden komt een vanaf 1 januari 2023 geboren dier waarvan het moederdier van het zuiveltype is, niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor gemengde koeien.
1° Abondance ;
2° Wit-Rood van West-Vlaanderen;
3° Gemengde witblauw melkkoe;
4° Waterbuffel (Wasserbüffel);
5° Dexter ;
6° Fleckvieh ;
7° Maas-Rijn-Yssel ;
8° Montbéliarde ;
9° Normande ;
10° "Rouge-Pie de l'Est de la Belgique" ;
11° Vlaams Rood;
12° Simmental ;
13° Vosgienne.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden komt een vanaf 1 januari 2023 geboren dier waarvan het moederdier van het zuiveltype is, niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor gemengde koeien.
Art.8. En application de l'article 14, alinéa 2, de de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, les races mixtes sont les suivantes :
1° Abondance ;
2° Blanc-Rouge de Flandre occidentale ;
3° Bleue mixte ;
4° Buffle d'eau (Wasserbüffel) ;
5° Dexter ;
6° Fleckvieh ;
7° Maas-Rijn-Yssel ;
8° Montbéliarde ;
9° Normande ;
10° Rouge-Pie de l'Est de la Belgique ;
11° Rouge des Flandres ;
12° Simmental ;
13° Vosgienne.
Sauf en cas de circonstances exceptionnelles, un animal né à partir du 1er janvier 2023 dont la mère est de type racial laitier, n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les vaches mixtes.
1° Abondance ;
2° Blanc-Rouge de Flandre occidentale ;
3° Bleue mixte ;
4° Buffle d'eau (Wasserbüffel) ;
5° Dexter ;
6° Fleckvieh ;
7° Maas-Rijn-Yssel ;
8° Montbéliarde ;
9° Normande ;
10° Rouge-Pie de l'Est de la Belgique ;
11° Rouge des Flandres ;
12° Simmental ;
13° Vosgienne.
Sauf en cas de circonstances exceptionnelles, un animal né à partir du 1er janvier 2023 dont la mère est de type racial laitier, n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les vaches mixtes.
Art.9. Overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt het bedrag van de gekoppelde steun voor gemengde koeien vastgesteld op 150 euro per subsidiabel dier.
Art.9. En application de l'article 10, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant de l'aide couplée au revenu pour les vaches mixtes est fixé à 150 euros par animal admissible.
Art.10. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, kan het bedrag bedoeld in artikel 9 worden aangepast binnen de volgende perken:
1° 135 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 150 euro maximum per subsidiabel dier.
1° 135 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 150 euro maximum per subsidiabel dier.
Art.10. Conformément à l'article 10, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant visé à l'article 9 peut être adapté dans les limites suivantes :
1° 135 euros par animal admissible minimum ;
2° 150 euros par animal admissible maximum.
1° 135 euros par animal admissible minimum ;
2° 150 euros par animal admissible maximum.
HOOFDSTUK 4. - Gekoppelde steun voor melkkoeien
CHAPITRE 4. - Aide couplée au revenu pour les vaches laitières
Art.11. Overeenkomstig artikel 17, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, zijn de melkkoeien de volgende:
1° Angler ;
2° Brown Swiss ;
3° Holstein ;
4° Jersey ;
5° Hollandse melkkoe;
6° Zweeds Roodbont;
7° Red Danish ;
8° Zwergzebu.
Een dier waarvan de moeder van het vleestype of van het gemengde type is, komt niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor melkkoeien.
1° Angler ;
2° Brown Swiss ;
3° Holstein ;
4° Jersey ;
5° Hollandse melkkoe;
6° Zweeds Roodbont;
7° Red Danish ;
8° Zwergzebu.
Een dier waarvan de moeder van het vleestype of van het gemengde type is, komt niet in aanmerking voor de gekoppelde steun voor melkkoeien.
Art.11. En application de l'article 17, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, les races laitières sont les suivantes :
1° Angler ;
2° Brown Swiss ;
3° Holstein ;
4° Jersey ;
5° Laitière hollandaise ;
6° Pie-Rouge suédoise ;
7° Red Danish ;
8° Zwerg-Zébu.
Un animal dont la mère est de type racial viandeux ou mixte n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les vaches laitières.
1° Angler ;
2° Brown Swiss ;
3° Holstein ;
4° Jersey ;
5° Laitière hollandaise ;
6° Pie-Rouge suédoise ;
7° Red Danish ;
8° Zwerg-Zébu.
Un animal dont la mère est de type racial viandeux ou mixte n'est pas admissible à l'aide couplée au revenu pour les vaches laitières.
Art.12. Overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt het bedrag van de gekoppelde steun voor melkkoeien vastgesteld op 25 euro per subsidiabel dier.
Art.12. En application de l'article 10, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant de l'aide couplée au revenu pour les vaches laitières est fixé à 25 euros par animal admissible.
Art.13. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, kan het bedrag bedoeld in artikel 12 worden aangepast binnen de volgende perken:
1° 23 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 25 euro maximum per subsidiabel dier.
1° 23 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 25 euro maximum per subsidiabel dier.
Art.13. Conformément à l'article 10, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant visé à l'article 12 peut être adapté dans les limites suivantes :
1° 23 euros par animal admissible minimum ;
2° 25 euros par animal admissible maximum.
1° 23 euros par animal admissible minimum ;
2° 25 euros par animal admissible maximum.
HOOFDSTUK 5. - Gekoppelde steun voor schapen
CHAPITRE 5. - L'aide couplée au revenu pour les brebis
Art.14. Overeenkomstig artikel 22, § 1, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, moet de veehouder de op zijn bedrijf aanwezige schapen in de geautomatiseerde registratieapplicatie invoeren gedurende de volgende perioden:
1° tussen 1 tot en met 30 april;
2° tussen 1 tot en met 30 oktober.
1° tussen 1 tot en met 30 april;
2° tussen 1 tot en met 30 oktober.
Art.14. En application de l'article 22, § 1er, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, l'agriculteur encode les ovins présents dans son exploitation dans l'application informatisée d'enregistrement des animaux au cours des périodes suivantes :
1° entre le 1er et 30 avril inclus ;
2° entre le 1er et 30 octobre inclus.
1° entre le 1er et 30 avril inclus ;
2° entre le 1er et 30 octobre inclus.
Art.15. Overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, wordt het bedrag van de gekoppelde steun voor schapen vastgesteld op 27 euro per subsidiabel dier.
Art.15. En application de l'article 10, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le montant de l'aide couplée au revenu pour les brebis est fixé à 27 euros par animal admissible.
Art.16. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, kan het bedrag bedoeld in artikel 15 worden aangepast binnen de volgende perken:
1° 24 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 27 euro maximum per subsidiabel dier.
1° 24 euro minimum per subsidiabel dier;
2° 27 euro maximum per subsidiabel dier.
Art.16. Conformément à l'article 10, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon 23 février 2023, le montant visé à l'article 15 peut être adapté dans les limites suivantes :
1° 24 euros par animal admissible minimum ;
2° 27 euros par animal admissible maximum.
1° 24 euros par animal admissible minimum ;
2° 27 euros par animal admissible maximum.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
CHAPITRE 6. - Disposition finale
Art. 17. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2023.
Art. 17. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2023.