Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 FEBRUARI 2023. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-2023 en tekstbijwerking tot 20-03-2025)
Titre
23 FEVRIER 2023. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'aide aux mesures agro-environnementales et climatiques(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 24-05-2023 et mise à jour au 20-03-2025)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (53)
Texte (53)
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
CHAPITRE 1er. - Définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder :
  1° administratie: de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek;
  2° landbouwers: de landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Waals Landbouwwetboek;
  3° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023: het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;
  4° specificatie: de gezamenlijke eisen en verbodsbepalingen eigen aan elke agromilieu- en klimaatmaatregel;
  5° steunaanvraag: de steunaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 16°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
  6° betalingsaanvraag: de betalingsaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 17°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
  7° ecoregelingen: de ecoregelingen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de ecoregelingen;
  8° verbintenis: de verbintenis van een landbouwer tot het uitvoeren van de specificatie voor een gegeven agromilieu- en klimaatmaatregel;
  9° verzamelaanvraagformulier: het formulier als bedoeld in artikel 3, § 1, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
  10° basislijn: de gezamenlijke relevante verbintenissen als bedoeld in artikel 70, § 3, a) tot c), van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021;
  11° betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek;
  12° Verordening (EU) 2021/2115 van 2 december 2021: Verordening (EU) nr. 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
  13° Natura 2000-locaties: de Natura 2000-locaties in de zin van artikel 1bis, 18°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud ;
  14° landbouwarealen: de landbouwarealen in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 44°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023
  15° ecologische compensatiearealen: landbouwarealen waar een specifieke beperking geldt en waarvoor een landbouwer financiële steun ontvangt op basis van een overeenkomst met een private derde;
  16° beslagen: de beslagen in de zin van artikel 2, § 2, 12°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté et de ses arrêtés d'exécution, l'on entend par :
  1° administration : l'administration au sens de l'article D.3, 3°, du Code wallon de l'Agriculture ;
  2° agriculteurs : les agriculteurs au sens de l'article D.3, 4°, du Code wallon de l'Agriculture ;
  3° arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 : l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux notions communes aux interventions et aides de la politique agricole commune et à la conditionnalité ;
  4° cahier des charges : l'ensemble des exigences et interdictions propres à chaque mesure agro-environnementale et climatique ;
  5° demande d'aide : la demande d'aide visée à l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 16°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 ;
  6° demande de paiement : la demande de paiement visée à l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 17°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 ;
  7° éco-régimes : les éco-régimes prévus par l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif à l'aide aux éco-régimes ;
  8° engagement : l'engagement d'un agriculteur à mettre en oeuvre le cahier des charges d'une mesure agro-environnementale et climatique donnée ;
  9° formulaire de demande unique : le formulaire visé à l'article 3, § 1er, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 ;
  10° ligne de base : l'ensemble des exigences pertinentes visées à l'article 70, § 3, a) à c), du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021 ;
  11° organisme payeur : l'organisme payeur au sens de l'article D.3, 25°, du Code wallon de l'Agriculture ;
  12° règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021 : le règlement (UE) n° 2021/2115 du Parlement européen et du Conseil du 2 décembre 2021 établissant des règles régissant l'aide aux plans stratégiques devant être établis par les Etats membres dans le cadre de la politique agricole commune (plans stratégiques relevant de la PAC) et financés par le Fonds européen agricole de garantie (FEAGA) et par le Fonds européen agricole pour le développement rural (FEADER), et abrogeant les règlements (UE) n° 1305/2013 et (UE) n° 1307/2013 ;
  13° sites Natura 2000 : les sites Natura 2000 au sens de l'article 1erbis, 18°, de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature ;
  14° surfaces agricoles : les surfaces agricoles au sens de l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 44°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 ;
  15° surfaces de compensation écologique : les surfaces agricoles sur lesquelles est exercée une contrainte spécifique en compensation de laquelle un agriculteur bénéficie d'un soutien financier sur base d'une convention passée avec un tiers privé ;
  16° troupeaux : les troupeaux au sens de l'article 2, § 2, 12°, de l'arrêté royal du 20 mai 2022 relatif à l'identification et l'enregistrement de certains ongulés, des volailles, des lapins et de certains oiseaux.
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 2. - Dispositions générales
Art.2. Overeenkomstig artikel 70 van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 wordt jaarlijks steun verleend aan landbouwers die zich ertoe verbinden de specificaties van één of meerdere agromilieu- en klimaatmaatregelen toe te passen op landbouwarealen of voor dieren van beslagen die op het grondgebied van het Waalse Gewest zijn gelegen.
Art.2. En application de l'article 70 du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021, une aide est octroyée annuellement aux agriculteurs qui s'engagent à mettre en oeuvre le cahier des charges d'une ou de plusieurs mesures agro-environnementales et climatiques sur des surfaces agricoles ou pour des animaux de troupeaux situés sur le territoire de la Région wallonne.
HOOFDSTUK 3. - Verbintenissen
CHAPITRE 3. - Engagements
Afdeling 1. - Agromilieu- en klimaatmaatregelen
Section 1re. - Mesures agro-environnementales et climatiques
Art.3. In het kader van dit besluit wordt steun verleend voor de uitvoering van de volgende agromilieu- en klimaatmaatregelen:
  1° maatregel nr. 2 "natuurweiden";
  2° maatregel nr. 4 "weide met een hoge biologische waarde";
  3° maatregel nr.5 "met gras bezaaide perceelsranden";
  4° "maatregel nr. 7 "ingerichte perceelstroken";
  5° maatregel nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw";
  6° maatregel nr. 11 "bedreigde plaatselijke rassen";
  7° maatregel nr. 12 "percelen graan op het veld";
  8° maatregel nr. 13 "voederautonomie";
  9° maatregel nr.14 "bodems".
  De [1 in het eerste lid, 8°,]1 bedoelde maatregel omvat verschillende submaatregelen die zijn vastgesteld naar gelang van de veebezetting die de landbouwer op zijn bedrijf houdt.
  Voor de toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsbesluiten worden de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, 2°, 4° en 5°, aangeduid als gerichte maatregelen.
  
Art.3. La mise en oeuvre des mesures agro-environnementales et climatiques suivantes fait l'objet d'une aide en vertu du présent arrêté :
  1° mesure n° 2 " prairies naturelles " ;
  2° mesure n° 4 " prairies de haute valeur biologique " ;
  3° mesure n° 5 " tournières enherbées " ;
  4° mesure n° 7 " parcelles aménagées " ;
  5° mesure n° 10 " plan d'action agro-environnemental " ;
  6° mesure n° 11 " races locales menacées " ;
  7° mesure n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " ;
  8° mesure n° 13 " autonomie fourragère " ;
  9° mesure n° 14 " sols ".
  La mesure visée [1 à l'alinéa 1er, 8°,]1 comprend plusieurs sous-mesures établies en fonction de la charge en bétail que l'agriculteur maintient sur son exploitation.
  Pour l'application du présent arrêté et de ses arrêtés d'exécution, les mesures visées à l'alinéa 1er, 2°, 4° et 5°, sont désignées comme des mesures ciblées.
  
Art.4. De minister bepaalt de inhoud van de specificaties van de agromilieu- en klimaatmaatregelen.
  Voor de toepassing van het eerste lid bepaalt de Minister:
  1° de soorten landbouwarealen waarop een bepaalde maatregel kan worden uitgevoerd ;
  2° de ligging, de omvang en de samenstelling van de bedekking van de percelen waarvoor een verbintenis wordt aangegaan;
  3° de interventies en werkzaamheden die zijn toegestaan of voorgeschreven op de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;
  4° de wijze van uitvoering en de periodes waarin interventies of werkzaamheden zijn toegestaan op de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;
  5° de eisen met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen en de toediening van diervoeders;
  6° de toegang voor gemotoriseerde voertuigen tot de percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan;
  7° de minimale en maximale veebezetting, wat betreft de submaatregelen van maatregel 13 "voederautonomie";
  8° de lijst van bedreigde plaatselijke rassen, de criteria voor het in aanmerking komen van dieren en hun registratieprocedures, wat betreft maatregel 11 "bedreigde plaatselijke rassen";
  9° de samenstelling van het actieplan voor maatregel 10 "milieuactieplan" en de modaliteiten voor de evaluatie van de uitvoering ervan in het licht van de oorspronkelijk vastgestelde doelstellingen;
  10° wat betreft maatregel 14 "bodems", de voorwaarden voor toegang tot de steun, de modaliteiten voor het uitvoeren van de beoordelingen met betrekking tot de samenstelling van de bodem, alsmede de criteria voor het aanwijzen van de laboratoria die daarmee belast zijn.
Art.4. Le Ministre détermine le contenu des cahiers des charges des mesures agro-environnementales et climatiques.
  Pour l'application de l'alinéa 1er, le Ministre détermine :
  1° les types de surfaces agricoles sur lesquelles une mesure déterminée peut être mise en oeuvre ;
  2° la localisation, les dimensions et la composition du couvert des parcelles couvertes par un engagement ;
  3° les interventions et travaux autorisés ou prescrits sur les parcelles couvertes par un engagement ;
  4° les modalités de réalisation et les périodes pendant lesquelles des interventions ou des travaux sont autorisés sur les parcelles couvertes par un engagement ;
  5° les exigences relatives à l'utilisation de produits phytopharmaceutiques ou de fertilisants et à l'administration d'aliments pour animaux ;
  6° l'accès des parcelles couvertes par un engagement à des véhicules motorisés ;
  7° les charges en bétail minimales et maximales en ce qui concerne les sous-mesures de la mesure n° 13 " autonomie fourragère " ;
  8° la liste des races locales menacées, les critères d'admissibilité des animaux, et leurs modalités d'enregistrement, en ce qui concerne la mesure n° 11 " races locales menacées " ;
  9° la composition du plan d'action pour la mesure n° 10 " plan d'action environnemental " ainsi que les modalités d'évaluation de sa mise en oeuvre eu égard aux objectifs initialement fixés ;
  10° en ce qui concerne la mesure n° 14 " sols ", les conditions d'accès à l'aide, les modalités de réalisation des bilans relatifs à la composition du sol, ainsi que les critères de désignations des laboratoires en charge de ceux-ci.
Afdeling 2. - Deskundigenadvies
Section 2. - Avis d'expert
Art.5. § 1. Overeenkomstig artikel 70, § 9, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 vraagt de landbouwer voorafgaand aan de uitvoering van de gerichte maatregelen een advies aan een deskundige die wordt aangewezen op basis van de criteria en de procedure die door de Minister worden vastgesteld.
  De deskundige brengt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan de steunaanvraag advies uit.
  De landbouwer houdt zich gedurende de hele looptijd van de verbintenis aan de inhoud van het deskundigenadvies.
  [1 In afwijking van lid 2 brengt de deskundige voor in 2021 of 2022 aangegane verbintenissen waarvan het deskundigenadvies op respectievelijk 31 december 2025 of 31 december 2026 afloopt en waarvoor overeenkomstig artikel 7, lid 2, een aanvraag tot hernieuwing is ingediend, uiterlijk op respectievelijk 31 december 2025 of 31 december 2026 een nieuw advies uit. In afwijking van lid 3 houdt de landbouwer zich voor de resterende duur van de hernieuwde verbintenis aan de inhoud van het nieuwe deskundigenadvies.
   Indien het deskundigenadvies niet overeenkomstig lid 4 wordt hernieuwd, eindigt de overeenkomstig artikel 7, lid 2, hernieuwde verbintenis wanneer het vorige deskundigenadvies afloopt. De landbouwer behoudt echter de reeds ontvangen of te ontvangen steun voor de periode van de hernieuwde verbintenis waarop het vorige deskundigenadvies betrekking had. ]1

  § 2. De deskundige kan zijn advies in de loop van de verbintenis wijzigen bij een met redenen omklede beslissing, rekening houdend met de ontwikkeling van het landbouwareaal uit agromilieu- en klimaatoogpunt.
  De deskundige stelt de landbouwer en het betaalorgaan onverwijld in kennis van de wijziging van zijn advies.
  Indien de landbouwer de wijziging van het advies aanvaardt, moet hij deze vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving in acht nemen. Indien de landbouwer de wijziging van het advies weigert, trekt de deskundige zijn advies overeenkomstig § 3 in.
  § 3. De deskundige kan zijn advies in de loop van de verbintenis intrekken bij een naar behoren gemotiveerde beslissing, rekening houdend met de negatieve ontwikkeling van het landbouwgebied uit agromilieu- en klimaatoogpunt.
  De deskundige stelt de landbouwer en het betaalorgaan onverwijld in kennis van de intrekking van zijn advies.
  Indien de deskundige zijn advies tijdens de looptijd van de verbintenis intrekt, eindigt de verbintenis. Aan de landbouwer wordt geen steun toegekend voor het jaar waarin het advies wordt ingetrokken.
  Indien de intrekking van het advies is gebaseerd op een aan de landbouwer te wijten tekortkoming, past het betaalorgaan een verlaging van de steun toe met inachtneming van de ernst, het permanente karakter en de omvang van de tekortkoming.
  § 4. De landbouwer kan overeenkomstig de artikelen D.17, D.18 en D.257 van het Waalse Landbouwwetboek bij het betaalorgaan in beroep gaan tegen beslissingen betreffende een deskundigenadvies. Het beroep wordt ingesteld binnen 45 dagen na de beslissing.
  
Art.5. § 1er. En application de l'article 70, § 9, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021, préalablement à la mise en oeuvre des mesures ciblées, l'agriculteur sollicite un avis auprès d'un expert désigné sur base des critères et de la procédure déterminés par le Ministre.
  L'expert rend son avis au plus tard le 31 décembre de l'année précédant la demande d'aide.
  L'agriculteur respecte le contenu de l'avis d'expert durant toute la durée de l'engagement.
  [1 Par dérogation à l'alinéa 2, pour les engagements initiés en 2021 ou en 2022 pour lesquels les avis d'experts arrivent à échéance respectivement le 31 décembre 2025 et le 31 décembre 2026 et pour lesquels une demande de renouvellement a été introduite conformément à l'article 7, alinéa 2, l'expert rend son nouvel avis au plus tard respectivement le 31 décembre 2025 et le 31 décembre 2026. Par dérogation à l'alinéa 3, l'agriculteur respecte le contenu du nouvel avis d'expert pour la durée restante de l'engagement renouvelé.
   Lorsque l'avis d'expert n'est pas renouvelé conformément à l'alinéa 4, l'engagement renouvelé conformément à l'article 7, alinéa 2, prend fin à l'échéance de l'avis d'expert précédent. Néanmoins, l'agriculteur conserve les aides déjà perçues ou à percevoir pour la période de l'engagement renouvelé couverte par l'avis d'expert précédent. ]1

  § 2. L'expert peut modifier son avis en cours d'engagement par une décision dûment motivée, compte tenu de l'évolution de la surface agricole d'un point de vue agro-environnemental et climatique.
  L'expert notifie sans délai la modification de son avis à l'agriculteur et à l'organisme payeur.
  Si l'agriculteur accepte la modification de l'avis, il s'y conforme à partir de la date de réception de la notification. Si l'agriculteur refuse la modification de l'avis, l'expert retire son avis conformément au paragraphe 3.
  § 3. L'expert peut retirer son avis en cours d'engagement par une décision dûment motivée, compte tenu de l'évolution négative de la surface agricole d'un point de vue agro-environnemental et climatique.
  L'expert notifie sans délai le retrait de son avis à l'agriculteur et à l'organisme payeur.
  Lorsque l'expert retire son avis en cours d'engagement, ce dernier prend fin. Aucune aide n'est octroyée à l'agriculteur pour l'année au cours de laquelle l'avis est retiré.
  Si le retrait de l'avis est motivé par un manquement imputable à l'agriculteur, l'organisme payeur applique des réductions d'aides eu égard à la gravité, la persistance et l'étendue du manquement.
  § 4. L'agriculteur peut introduire un recours auprès de l'organisme payeur contre les décisions relatives à un avis d'expert conformément aux articles D.17, D.18 et D.257 du Code wallon de l'Agriculture. Le recours est introduit dans un délai de quarante-cinq jours à compter de la décision.
  
Afdeling 3. - Naleving van de eisen
Section 3. - Respect des exigences
Art.6. § 1. Om steun te genieten in het kader van dit besluit moet de landbouwer voor elke agromilieu- en klimaatmaatregel die hij onderschrijft, voldoen aan de desbetreffende eisen van de basislijn, de inhoud van de specificatie van de betrokken maatregel en, in voorkomend geval, de bepalingen van het advies van de deskundige.
  § 2. De landbouwer houdt een bedrijfsregister bij dat wordt ingevuld overeenkomstig artikel 33 van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 en waaruit blijkt dat de in paragraaf 1 bedoelde eisen en voorschriften zijn nageleefd.
  De Minister kan de lijst vaststellen van de bewijsstukken die nodig zijn om de in paragraaf 1 bedoelde eisen en voorschriften te controleren en die in het bedrijfsregister moeten worden opgenomen.
Art.6. § 1er. Pour bénéficier d'une aide en vertu du présent arrêté, l'agriculteur respecte, pour chaque mesure agro-environnementale et climatique à laquelle il souscrit, les exigences pertinentes de la ligne de base, le contenu du cahier des charges de la mesure concernée et, le cas échéant, les prescriptions de l'avis d'expert.
  § 2. L'agriculteur tient un registre d'exploitation complété conformément à l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 et démontrant le respect des exigences et prescriptions visées au paragraphe 1er.
  Le Ministre peut déterminer la liste des éléments probants nécessaires aux contrôles des exigences et prescriptions visées au paragraphe 1er et devant être portés au registre d'exploitation.
Afdeling 4. - Duur van de verbintenis
Section 4. - Durée de l'engagement
Art.7. De verbintenis van een landbouwer om de specificaties van een agromilieu- en klimaatmaatregel uit te voeren, loopt gedurende een periode van vijf jaar die ingaat op 1 januari van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend.
  Indien de landbouwer zijn verbintenis aan het einde van de eerste periode van vijf jaar wenst te verlengen, dient hij een nieuwe steunaanvraag in de vorm en op de wijze bepaald in artikel 17 in. De verlengde verbintenis geldt voor een periode van vijf jaar.
Art.7. L'engagement d'un agriculteur à mettre en oeuvre le cahier des charges d'une mesure agro-environnementale et climatique court sur une période de cinq années [1 prenant cours]1 le 1er janvier de l'année d'introduction de la demande d'aide.
  Si l'agriculteur souhaite renouveler son engagement à l'issue d'une première période de cinq années, il introduit une nouvelle demande d'aide selon les formes et les modalités prévues à l'article 17. L'engagement renouvelé court sur une période de cinq années.
  
Afdeling 5. - Reikwijdte van de verbintenis
Section 5. - Portée de l'engagement
Art.8. Voor de toepassing van dit besluit wordt de uitvoering door een landbouwer van elke agromilieu- en klimaatmaatregel of, in het geval van maatregel nr. 13 "voederautonomie", van elke submaatregel beschouwd als een afzonderlijke verbintenis.
Art.8. Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu de considérer la mise en oeuvre par un agriculteur de chaque mesure agro-environnementale et climatique ou, dans l'hypothèse de la mesure n° 13 " autonomie fourragère ", de chaque sous-mesure, comme un engagement distinct.
Art.9. Onverminderd de artikelen 20 en 22 heeft de verbintenis gedurende de gehele looptijd betrekking op een oppervlakte landbouwareaal of een aantal dieren die identiek is aan die welke de landbouwer in zijn steunaanvraag als het voorwerp van de verbintenis heeft aangewezen.
  In afwijking van het eerste lid kan in het kader van een verbintenis tot uitvoering van maatregel 12 "percelen met nog staande graangewassen" de jaarlijks aangegeven oppervlakte [2 met een maximum van 20% verlagen]2van de oppervlakte die in de steunaanvraag is aangegeven als het voorwerp van de verbintenis.
  [2 ...]2
  
Art.9. Sans préjudice des articles 20 ou 22, durant toute sa durée, l'engagement couvre une superficie de surfaces agricoles ou un nombre d'animaux identique à celui désigné par l'agriculteur dans sa demande d'aide comme faisant l'objet de l'engagement.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, dans le cadre d'un engagement à mettre en oeuvre la mesure n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied ", la superficie déclarée chaque année peut [2 diminuer de maximum ]2 20 % par rapport à celle désignée dans la demande d'aide comme faisant l'objet de l'engagement.
  [2 ...]2
  
Art.10. Onverminderd de artikelen 20 en 22 heeft de verbintenis gedurende de gehele looptijd ervan betrekking op de percelen die de landbouwer in zijn steunaanvraag als onder de verbintenis vallende percelen heeft aangewezen.
  In afwijking van lid 1 [1 moet]1 een verbintenis tot uitvoering van maatregel nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen" elk jaar op andere percelen betrekking hebben.
  Wat maatregel nr. 11 "bedreigde plaatselijke rassen" betreft, kan de verbintenis elk jaar op verschillende dieren betrekking hebben.
  
Art.10. Sans préjudice des articles 20 ou 22, durant toute sa durée, l'engagement porte sur les parcelles désignées par l'agriculteur dans sa demande d'aide comme faisant l'objet de l'engagement.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, un engagement à mettre en oeuvre la mesure n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied ", [1 doit]1 porter chaque année sur des parcelles différentes.
  En ce qui concerne la mesure n° 11 " races locales menacée ", l'engagement peut porter chaque année sur des animaux différents.
  
Art.11. § 1. De steun voor de maatregelen nr. 5 "met gras bezaaide perceelsranden" en nr. 7 "ingerichte perceelstroken" wordt niet toegekend voor percelen bouwland die van blijvend grasland zijn omgeschakeld in de vijf jaar die voorafgaan aan het jaar waarin de steunaanvraag of, in geval van verlenging van de verbintenis overeenkomstig artikel 22, de betalingsaanvraag wordt ingediend.
  [1 Lid 1 is niet van toepassing op landbouwarealen waarvoor de maatregelen nr. 5 "met gras bezaaide perceelsranden" en nr. 7 "ingerichte percelen" of nr. 8 "ingerichte perceelstroken" bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun worden toegepast op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan de steunaanvraag die in het kader van dit besluit wordt ingediend.]1
  In afwijking van artikel 28, § 1, geldt de in het eerste lid gestelde eis alleen voor verbintenissen die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan voor methode nr. 5 "met gras bezaaide perceelsranden", methode nr. 7 "ingerichte perceelstroken" en methode nr. 8 "ingerichte stroken" als bedoeld in het besluit van de Waalse regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun, indien daarvoor een aanvraag tot uitbreiding vanaf 1 januari 2023 is ingediend en alleen voor de percelen waarvoor de aanvraag tot uitbreiding is ingediend.
  § 2. De steun voor de maatregelen nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen" en nr. 14 "bodems" wordt niet toegekend voor percelen bouwland die van blijvend grasland zijn omgeschakeld in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de betalingsaanvraag wordt ingediend.
  § 3. De Minister kan andere soorten arealen vaststellen waarvoor de steun voor een bepaalde agromilieu- en klimaatmaatregel niet wordt toegekend of wordt verlaagd.
  
Art.11. § 1er. L'aide aux mesures n° 5 " tournières enherbées " et n° 7 " parcelles aménagées " n'est pas octroyée pour les parcelles de terre arable qui ont été converties à partir d'une prairie permanente au cours des cinq années précédant l'année d'introduction de la demande d'aide ou, en cas d'extension de l'engagement opérée conformément à l'article 22, de la demande de paiement.
  [1 L'alinéa 1er ne s'applique pas à l'égard des surfaces agricoles engagées pour les méthodes n° 5 " tournières enherbées " ou n° 7 " parcelles aménagées " ou n° 8 " bandes aménagées " prévues par l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques le 31 décembre de l'année précédant la demande d'aide introduite en vertu du présent arrêté.]1
  Par dérogation à l'article 28, § 1er, l'exigence prévue à l'alinéa 1er s'applique uniquement aux engagements souscrits avant le 1er janvier 2023, pour la méthode n° 5 " tournières enherbées ", la méthode n° 7 " parcelles aménagées " et la méthode n° 8 " bandes aménagées " prévues par l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques, s'ils font l'objet d'une demande d'extension à partir du 1er janvier 2023 et uniquement pour les parcelles faisant l'objet de la demande d'extension.
  § 2. L'aide aux mesures n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " et n° 14 " sols " n'est pas octroyée pour les parcelles de terres arables converties à partir d'une prairie permanente au cours des cinq années précédant l'année d'introduction de la demande de paiement.
  § 3. Le Ministre peut déterminer d'autres types de surfaces pour lesquelles l'aide pour une mesure agro-environnementale et climatique donnée n'est pas octroyée ou est réduite.
  
HOOFDSTUK 4. - Bedrag van de steun
CHAPITRE 4. - Montant de l'aide
Art.12. De Minister bepaalt het bedrag of de berekeningswijze van de steun voor elke agromilieu- en klimaatmaatregel.
Art.12. Le Ministre détermine le montant ou les méthodes de calcul de l'aide correspondant à chaque mesure agro-environnementale et climatique.
HOOFDSTUK 5. - Cumulaties
CHAPITRE 5. - Cumuls
Art.13. Op hetzelfde perceel zijn de volgende cumulaties verboden:
  1° de cumulatie van verbintenissen voor de maatregelen nr. 2 "natuurweiden" en nr.4 "weide met een hoge biologische waarde";
  2° de cumulatie van verbintenissen voor de maatregelen nr. 7 "met gras bezaaide perceelsranden" en nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen";
  3° de cumulatie van verbintenissen voor submaatregelen van maatregel nr. 13 "voederautonomie".
Art.13. Sur une même parcelle, les cumuls suivants sont interdits :
  1° le cumul d'engagements pour les mesures n° 2 " prairies naturelles " et n° 4 " prairies de haute valeur biologique " ;
  2° le cumul d'engagements pour les mesures n° 5 " tournières enherbées ", n° 7 " parcelles aménagées " et n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " ;
  3° le cumul d'engagements pour des sous-mesures de la mesure n° 13 " autonomie fourragère ".
Art.14. De gecumuleerde oppervlakte bouwland van een bedrijf waarvoor de maatregelen nr. 5 "met gras bezaaide perceelsranden", nr. 7 "ingerichte perceelstroken" en nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen" worden toegepast, mag niet meer dan 25% van de totale oppervlakte bouwland van het bedrijf zoals bepaald door het betaalorgaan in de verzamelaanvraag die de landbouwer indient voor het jaar waarin hij de eerste aanvraag tot betaling van de betrokken steun indient, of voor het jaar waarin hij een nieuwe aanvraag tot het aangaan van een verbintenis indient of een aanvraag tot verlenging van een verbintenis voor de betrokken maatregelen.
Art.14. La superficie cumulée des terres arables d'une exploitation engagées dans les mesures n° 5 " tournières enherbées ", n° 7 " parcelles aménagées " et n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " n'excède pas 25 % de la superficie totale de terres arables de l'exploitation telle que déterminée par l'organisme payeur dans la demande unique introduite par l'agriculteur pour l'année d'introduction de la première demande de paiement des aides concernées ou pour l'année d'introduction de toute nouvelle demande d'engagement ou de toute demande d'extension d'engagement pour les mesures concernées.
Art.15. De cumulatie van twee verbintenissen betreffende dezelfde agromilieu- en klimaatmaatregel of dezelfde submaatregel is verboden.
Art.15. Le cumul de deux engagements concernant une même mesure agro-environnementale et climatique ou une même sous-mesure est interdit.
Art.16. In het kader van dit besluit wordt geen steun verleend voor ecologische compensatiearealen [1 , met uitzondering van de maatregel nr. 14 "bodems]1.
  
Art.16. Aucune aide n'est octroyée en vertu du présent arrêté pour les surfaces de compensation écologique [1 , à l'exception de la mesure n° 14 " sols ]1.
  
HOOFDSTUK 6. - Steunaanvraag en betalingsaanvraag
CHAPITRE 6. - Demande d'aide et demande de paiement
Art.17. § 1. De steunaanvraag en de jaarlijkse betalingsaanvragen worden ingediend door middel van het verzamelaanvraagformulier bedoeld in de artikelen 3, 4 en 9 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
  De steunaanvraag is ontvankelijk wanneer zij voldoet aan de vereisten van artikel 11, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
  Op straffe van onontvankelijkheid voegt een landbouwer die zich ertoe verbindt een gerichte maatregel uit te voeren, bij zijn steunaanvraag het overeenkomstig artikel 5 verkregen deskundigenadvies.
  § 2. De wijziging van de steun- of betalingsaanvraag gebeurt overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
Art.17. § 1er. La demande d'aide et les demandes annuelles de paiement sont introduites via le formulaire de demande unique prévu aux articles 3, 4 et 9 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023.
  La demande d'aide est recevable lorsqu'elle satisfait aux exigences prévues par l'article 11, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023.
  Sous peine d'irrecevabilité, lorsqu'un agriculteur s'engage à mettre en oeuvre une mesure ciblée, il joint à sa demande d'aide l'avis d'expert obtenu conformément à l'article 5.
  § 2. La modification de la demande d'aide ou de paiement est réalisée conformément à l'article 5 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023.
HOOFDSTUK 7. - Berekening van de steun
CHAPITRE 7. - Calcul de l'aide
Art.18. § 1. Het krachtens dit besluit aan een landbouwer toegekende steunbedrag wordt berekend op basis van de oppervlakte landbouwarealen of het aantal dieren waarvoor de landbouwer in de steunaanvraag een verbintenis is aangegaan en die door de Commissie is vastgesteld.
  De Minister bepaalt op welke soorten landbouwarealen het steunbedrag wordt berekend.
  § 2. Onverminderd artikel 22 leidt een vergroting van de oppervlakte van het bedrijf of van het aantal dieren op het bedrijf niet automatisch tot een verhoging van het steunbedrag.
Art.18. § 1er. Le montant de l'aide octroyée à un agriculteur en vertu du présent arrêté est calculé sur base de la superficie de surfaces agricoles ou le nombre d'animaux déclarés par l'agriculteur dans la demande d'aide comme faisant l'objet de l'engagement et déterminés par l'organisme payeur.
  Le Ministre détermine les types de surfaces agricoles sur lesquelles le montant de l'aide est calculé.
  § 2. Sans préjudice de l'article 22, l'accroissement de la superficie de l'exploitation ou du nombre d'animaux présents sur l'exploitation n'entraine pas l'augmentation automatique du montant de l'aide.
HOOFDSTUK 8. - Betalingen
CHAPITRE 8. - Paiements
Art.19. § 1. De krachtens dit besluit toegekende steun wordt in jaarlijkse schijven over een periode van vijf jaar betaald. De periode waarop een jaarlijkse schijf betrekking heeft, loopt van 1 januari tot en met 31 december van het jaar waarop zij betrekking heeft.
  Elke jaarlijkse schijf wordt betaald aan een landbouwer die overeenkomstig artikel 17 een aanvraag voor een jaarbetaling heeft ingediend en die gedurende de gehele door de betrokken jaarlijkse schijf bestreken periode de aan zijn verbintenis verbonden voorwaarden in acht neemt.
Art.19. Les aides octroyées en vertu du présent arrêté sont versées par tranches annuelles sur une période de cinq ans. La période couverte par une tranche annuelle de paiement court du 1er janvier au 31 décembre de l'année à laquelle elle se rapporte.
  Chaque tranche annuelle de paiement est versée à l'agriculteur qui a introduit une demande de paiement annuelle conformément à l'article 17 et qui pendant toute la période couverte par la tranche annuelle concernée respecte les exigences liées à ses engagements.
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de verbintenis
CHAPITRE 9. - Modification de l'engagement
Afdeling 1. - Overdracht van bedrijven of landbouwarealen
Section 1re. - Transfert d'exploitation ou de surfaces agricoles
Art.20. § 1. In afwijking van artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 vindt de overdracht van een volledig onder een verbintenis vallend bedrijf plaats tussen de overnemer en de overdragende landbouwer via het door de administratie ter beschikking gestelde geïnformatiseerde loket voor interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of schriftelijk door middel van een document met een vaste datum overeenkomstig artikel D.15 van het Waalse landbouwwetboek.
  Het eerste lid is van toepassing in geval van overdracht van percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan.
  § 2. In het in § 1 bedoelde geval kan de overnemer de verbintenissen voor de resterende verbintenisperiode geheel of gedeeltelijk voortzetten onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.
  Het betaalorgaan wordt van de overdracht en, in voorkomend geval, van de overname van de verbintenissen in kennis gesteld uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag als bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
  Voor de toepassing van dit besluit wordt de overname van de verbintenissen geacht plaats te vinden op 1 januari van het jaar [1 van de kennisgeving ervan]1.
  § 3. Landbouwarealen waarvoor een verbintenis voor maatregel [1 nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen"", nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw" of]1 14 "bodems" is aangegaan, kunnen slechts worden overgenomen in geval van volledige overdracht van het bedrijf.
  § 4. In geval van overname van de verbintenis treedt de overnemer vanaf de in § 2, derde lid, bedoelde datum in de plaats van de overdrager voor de rechten en verplichtingen die aan de verbintenis verbonden zijn.
  Mits de verbintenis in de betrokken periode is nagekomen, ontvangt de overdrager de steun voor de periode vóór de in § 2, derde lid, bedoelde datum en de overnemer de steun voor de periode na die datum.
  Indien de verbintenis na de overname ervan wordt beëindigd, betaalt de overnemer alle steun terug die hem voor de betrokken verbintenis is betaald. De overdrager behoeft de in het kader van de verbintenis ontvangen steun niet terug te betalen.
  § 5. De naleving van de voorschriften van een overgenomen verbintenis wordt gecontroleerd zonder rekening te houden met de verbintenissen die de overnemende landbouwer reeds vóór de overdracht is aangegaan.
  
Art.20. § 1er. Par dérogation l'article 12 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023, le transfert d'une exploitation entière couverte par un engagement est réalisé entre l'agriculteur repreneur et l'agriculteur cédant via le guichet informatisé consacré aux interventions et aux aides de la politique agricole commune, mis à disposition par l'administration, ou par écrit, au moyen de tout document présentant une date certaine conformément à l'article D.15 du Code wallon de l'Agriculture.
  L'alinéa 1er s'applique en cas de transfert de parcelles couvertes par un engagement.
  § 2. Dans l'hypothèse visée au paragraphe 1er, le repreneur peut poursuivre l'ensemble ou une partie des engagements, à l'exception de l'engagement pour la mesure n° 11 " races locales menacées ", pour la période d'engagement restant à courir, aux conditions prévues par le présent article.
  Le transfert et, le cas échéant, la reprise des engagements sont notifiés à l'organisme payeur au plus tard à la date limite de soumission de la demande unique, prévue à l'article 6 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023.
  Pour l'application du présent arrêté, une reprise d'engagement est réputée prendre cours le 1er janvier de l'année de [1 sa notification]1.
  § 3. Les surfaces agricoles couvertes par un engagement pour la mesure [1 n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied ", n° 10 " plan d'action agro-environnemental " ou]1 n° 14 " sols " peuvent uniquement faire l'objet d'une reprise dans l'hypothèse d'un transfert complet de l'exploitation.
  § 4. En cas de reprise de l'engagement, le repreneur se substitue au cédant en ce qui concerne les droits et obligations inhérents à l'engagement à partir de la date visée au paragraphe 2, alinéa 3.
  Pour autant que l'engagement ait été effectif pendant la période concernée, le cédant bénéficie des aides correspondant à la période antérieure à la date visée au paragraphe 2, alinéa 3, et le repreneur des aides correspondant à la période postérieure.
  Si après la reprise de l'engagement celui-ci est arrêté, le repreneur rembourse toutes les aides qui lui ont été versées au titre de l'engagement concerné. Aucun remboursement n'est exigé du cédant pour les aides reçues dans le cadre de l'engagement.
  § 5. Le respect des exigences liées à un engagement repris est vérifié sans tenir compte des engagements auxquels l'agriculteur repreneur a déjà souscrits avant le transfert.
  
Afdeling 2. - Omzetting van de verbintenis
Section 2. - Transformation de l'engagement
Art.21. § 1. De omzetting van een lopende verbintenis in een verbintenis tot uitvoering van een andere maatregel wordt door het betaalorgaan toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1° de omzettingsaanvraag wordt ingediend door middel van een nieuwe steunaanvraag overeenkomstig artikel 17;
  2° de aanvraag bestaat uit één van de omzettingen bedoeld in paragraaf 2;
  3° de subsidiabiliteitsvoorwaarden van de nieuwe verbintenis zijn vervuld;
  4° indien de nieuwe verbintenis een gerichte maatregel betreft, wordt bij de omzettingsaanvraag een deskundigenadvies overeenkomstig artikel 5 gevoegd.
  Indien de omzetting wordt aanvaard, gaat een nieuwe verbintenis voor vijf jaar in op 1 januari van het jaar waarin de omzettingsaanvraag wordt ingediend, ongeacht de duur van de oorspronkelijke verbintenis.
  Terugbetaling van de reeds in het kader van de oorspronkelijke verbintenis ontvangen betalingen is niet vereist.
  § 2. De toegestane omzettingen zijn de volgende:
  1° de omzetting van een verbintenis voor één of meerdere maatregelen, met uitzondering van maatregel nr. 14 "bodems", in een verbintenis voor maatregel nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw";
  2° de omzetting van een verbintenis voor maatregel nr. 2 "natuurweiden" in een verbintenis voor maatregel nr. 4 "weiden met een hoge biologische waarde";
  3° de omzetting van een verbintenis voor maatregel nr.5 "met gras bezaaide perceelsranden" in een verbintenis voor maatregel nr. 7 "ingerichte perceelstroken";
  4° de omzetting van een verbintenis voor een submaatregel van maatregel nr. 13 "voederautonomie" in een verbintenis voor een andere submaatregel, gekenmerkt door een lagere veebezetting.
Art.21. § 1er. La transformation d'un engagement en cours d'exécution en un engagement à mettre en oeuvre une autre mesure est autorisée par l'organisme payeur moyennant le respect des conditions suivantes :
  1° la demande de transformation est introduite via une nouvelle demande d'aide, conformément à l'article 17 ;
  2° la demande consiste en l'une des transformations visées au paragraphe 2 ;
  3° les conditions d'admissibilité du nouvel engagement sont respectées ;
  4° si le nouvel engagement concerne une mesure ciblée, un avis d'expert conforme à l'article 5 est joint à la demande de transformation.
  Si la transformation est acceptée, un nouvel engagement de cinq années prend cours le 1er janvier de l'année d'introduction de la demande de transformation, indépendamment de la durée pendant laquelle l'engagement initial a été mis en oeuvre.
  Le remboursement des paiements reçus dans le cadre de l'engagement initial n'est pas exigé.
  § 2. Les transformations autorisées sont les suivantes :
  1° la transformation d'un engagement pour une ou plusieurs mesures, à l'exception de la mesure n° 14 " sol ", en un engagement pour la mesure n° 10 " plan d'action agro-environnemental " ;
  2° la transformation d'un engagement pour la mesure n° 2 " prairies naturelles " en un engagement pour la mesure n° 4 " prairies de haute valeur biologique " ;
  3° la transformation d'un engagement pour la mesure n° 5 " tournières enherbées " en un engagement pour la mesure n° 7 " parcelles aménagées " ;
  4° la transformation d'un engagement pour une sous-mesure de la mesure n° 13 " autonomie fourragère " en un engagement pour une autre sous-mesure, caractérisée par une charge en bétail moindre.
Afdeling 3. - Uitbreiding van de verbintenis
Section 3. - Extension de l'engagement
Art.22. § 1. Met uitzondering van [1 maatregel nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen" en van]1 maatregel nr. 14 "bodems" wordt de uitbreiding van een lopende verbintenis tot extra landbouwarealen of dieren toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1° de uitbreiding dient de milieudoelstelling van de verbintenis;
  2° de uitbreiding betreft een oppervlakte of een aantal dieren gelijk aan of kleiner dan 50% van dat van de oorspronkelijke verbintenis;
  3° het verzoek tot uitbreiding wordt ingediend door middel van een betalingsaanvraag overeenkomstig artikel 17;
  4° indien de uitbreiding betrekking heeft op een verbintenis voor een gerichte maatregel, wordt bij de aanvraag tot uitbreiding een aangepast deskundigenadvies overeenkomstig artikel 5 gevoegd.
  Voor de toepassing van lid 1, 2°, is een oppervlakte of aantal dieren gelijk aan of minder dan 50% van dat waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft, indien de oppervlakte of het aantal dieren waarop de aanvraag tot uitbreiding betrekking heeft, vermeerderd met de landbouwarealen of dieren waarvoor eerder in dezelfde verbintenisperiode een aanvraag tot uitbreiding is ingediend, gelijk is aan of minder dan 50% van dat waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft.
  § 2. [1 ...]1
  § 3. Indien de uitbreiding wordt aanvaard, gaat deze in op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag tot verlenging is ingediend. De landbouwer komt de verlengde verbintenis na voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke verbintenis.
  
Art.22. § 1er. A l'exception de [1 la mesure n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " et de]1 la mesure n° 14 " sols ", l'extension d'un engagement en cours d'exécution à des surfaces agricoles ou des animaux supplémentaires est autorisée moyennant le respect des conditions suivantes :
  1° l'extension sert l'objectif environnemental poursuivi par l'engagement ;
  2° l'extension porte sur une superficie ou un nombre d'animaux égal ou inférieur à 50 % de celui de l'engagement initial ;
  3° la demande d'extension est introduite via une demande de paiement, conformément à l'article 17 ;
  4° si l'extension concerne un engagement pour une mesure ciblée, un avis d'expert adapté conforme à l'article 5 est joint à la demande d'extension.
  Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, une superficie ou un nombre d'animaux est égal ou inférieur à 50 % de celui concerné par l'engagement initial lorsque la superficie ou le nombre d'animaux faisant l'objet de la demande d'extension, augmenté des surfaces agricoles ou des animaux ayant précédemment fait l'objet d'une demande d'extension durant la même période d'engagement, est égal ou inférieur à 50 % de celui de l'engagement initial.
  § 2. [1 ...]1
  § 3. Si l'extension est acceptée, elle prend cours le 1er janvier de l'année d'introduction de la demande d'extension. L'agriculteur respecte l'engagement étendu pour le reste de la durée de l'engagement initial.
  
Afdeling 4. - Vervanging van de verbintenis
Section 4. - Remplacement de l'engagement
Art.23. Met uitzondering van de verbintenissen voor de maatregelen nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw" [1 , nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen]1 en nr. 14 "bodems" wordt de vervanging van een lopende verbintenis door een nieuwe verbintenis toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1° alle landbouwarealen en dieren waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft, vallen onder de nieuwe verbintenis;
  2° de nieuwe verbintenis heeft betrekking op een oppervlakte of een aantal dieren dat 50% groter is dan dat van de oorspronkelijke verbintenis;
  3° de nieuwe verbintenis betreft een maatregel die identiek is aan de maatregel waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft;
  4° de vervangingsaanvraag wordt ingediend door middel van een nieuwe steunaanvraag overeenkomstig artikel 17;
  5° indien de vervanging betrekking heeft op een verbintenis voor een gerichte maatregel, wordt bij de vervangingsaanvraag een deskundigenadvies overeenkomstig artikel 5 gevoegd dat betrekking heeft op de percelen waarvoor de vervanging wordt aangevraagd;
  6° de subsidiabiliteitsvoorwaarden van de nieuwe verbintenis zijn vervuld.
  Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, is een oppervlakte of het aantal dieren 50% groter dan dat waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft, indien de oppervlakte of het aantal dieren waarop de vervangingsaanvraag betrekking heeft, vermeerderd met de landbouwarealen of dieren waarvoor eerder in dezelfde verbintenisperiode een aanvraag tot uitbreiding is ingediend, 50% groter is dan dat van de oorspronkelijke verbintenis.
  Indien de vervanging wordt aanvaard, gaat een nieuwe verbintenis voor vijf jaar in op 1 januari van het jaar waarin de vervangingsaanvraag wordt ingediend, ongeacht de duur van de oorspronkelijke verbintenis.
  Terugbetaling van de reeds in het kader van de oorspronkelijke verbintenis ontvangen betalingen is niet vereist.
  
Art.23. A l'exception des engagements pour les mesures n° 10 " plan d'action agro-environnemental " [1 , n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied]1 et n° 14 " sols ", le remplacement d'un engagement en cours d'exécution par un nouvel engagement est autorisé moyennant le respect des conditions suivantes :
  1° l'intégralité des surfaces agricoles et des animaux concernés par l'engagement initial sont couverts par le nouvel engagement ;
  2° le nouvel engagement porte sur une superficie ou un nombre d'animaux supérieur de 50 % par rapport à celui de l'engagement initial ;
  3° le nouvel engagement porte sur une mesure identique à celle concernée par l'engagement initial ;
  4° la demande de remplacement est introduite via une nouvelle demande d'aide, conformément à l'article 17 ;
  5° si le remplacement concerne un engagement pour une mesure ciblée, un avis d'expert conforme à l'article 5 et couvrant les parcelles faisant l'objet de la demande de remplacement est joint à la demande de remplacement ;
  6° les conditions d'admissibilité du nouvel engagement sont respectées.
  Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, une superficie ou un nombre d'animaux est supérieur de 50 % par rapport à celui concerné par l'engagement initial lorsque la superficie ou le nombre d'animaux faisant l'objet de la demande de remplacement, augmenté des surfaces agricoles ou des animaux ayant fait précédemment l'objet d'une demande d'extension durant la même période d'engagement, est supérieur de 50 % par rapport à celui de l'engagement initial.
  Si le remplacement est accepté, un nouvel engagement de cinq années prend cours le 1er janvier de l'année d'introduction de la demande de remplacement, indépendamment de la durée pendant laquelle l'engagement initial a été mis en oeuvre.
  Le remboursement des paiements déjà reçus dans le cadre de l'engagement initial n'est pas exigé.
  
Afdeling 5. - Herziening van de verbintenis
Section 5. - Révision de l'engagement
Art.24. § 1. Overeenkomstig artikel 70, § 7, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 herziet de Minister bij een wijziging van de basislijn van een agromilieu- en klimaatveranderingsmaatregel of van de eisen van een ecoregeling de specificatie of het steunbedrag voor de betrokken maatregel.
  § 2. Overeenkomstig artikel 70, § 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 herziet de Minister, indien een verbintenis zich uitstrekt tot na de periode waarop het strategisch GLB-planbetrekking heeft, de specificatie of het steunbedrag voor de betrokken maatregel om deze aan te passen aan het rechtskader voor de volgende periode.
  De herziening wordt van kracht op de eerste dag van de volgende periode.
  § 3. Indien een herziening in werking treedt vóór de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, wordt zij geacht in werking te treden op 1 januari van het betrokken jaar. Indien de herziening in werking treedt na de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, treedt zij in werking op 1 januari van het volgende jaar.
  § 4. Indien de herziening door de landbouwer niet wordt aanvaard, eindigt de verbintenis. Reeds ontvangen betalingen in het kader van de betrokken verbintenis hoeven niet te worden terugbetaald.
  § 5. Het betaalorgaan stelt de betrokken landbouwers onverwijld in kennis van de toepassing van de paragrafen 1 en 2.
Art.24. § 1er. Conformément à l'article 70, § 7, alinéa 1er, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021, en cas de modification de la ligne de base d'une mesure agro-environnementale et climatique ou des exigences liées à un éco-régime, le Ministre révise le cahier des charges ou le montant de l'aide de la mesure concernée.
  § 2. Conformément à l'article 70, § 7, alinéa 2, du règlement (UE) n° 2021/2115 du 2 décembre 2021, lorsqu'un engagement court au-delà de la période couverte par le plan stratégique relevant de la Politique agricole commune, le Ministre révise le cahier des charges ou le montant de l'aide de la mesure concernée afin de l'adapter au cadre réglementaire de la période suivante.
  La révision prend effet au premier jour de la période suivante.
  § 3. Si une révision entre en vigueur avant la date limite d'introduction de la demande d'aide ou de paiement, elle est réputée prendre cours le 1er janvier de l'année concernée. Si la révision entre en vigueur après la date limite d'introduction de la demande d'aide ou de paiement, elle prend cours le 1er janvier de l'année suivante.
  § 4. Si la révision n'est pas acceptée par l'agriculteur, l'engagement prend fin. Le remboursement des paiements déjà reçus dans le cadre de l'engagement concerné n'est pas exigé.
  § 5. L'organisme payeur informe sans délai les agriculteurs concernés de l'application des paragraphes 1er et 2.
Afdeling 6. - Aanpassing van de verbintenis
Section 6. - Adaptation de l'engagement
Art.25. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Minister, rekening houdend met de agromilieu- en klimaatdoelstellingen van de maatregel, de verbintenissen tijdens de uitvoering aanpassen door de specificatie of het steunbedrag voor de maatregel waarop de verbintenissen betrekking hebben, te wijzigen.
  Indien een aanpassing in werking treedt vóór de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, wordt zij geacht in werking te treden op 1 januari van het betrokken jaar. Indien de herziening in werking treedt na de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, treedt zij in werking op 1 januari van het volgende jaar.
  De landbouwer houdt zich aan de aangepaste verbintenis voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke verbintenis.
  Het betaalorgaan stelt de betrokken landbouwers onverwijld in kennis van de toepassing van het eerste lid.
Art.25. Dans des hypothèses dûment justifiées compte tenu des objectifs agro-environnementaux et climatiques de la mesure, le Ministre peut adapter des engagements en cours d'exécution via une modification du cahier des charges ou du montant de l'aide de la mesure faisant l'objet de ces engagements.
  Si l'adaptation entre en vigueur avant la date limite d'introduction de la demande d'aide ou de paiement, elle est réputée prendre cours le 1er janvier de l'année concernée. Si l'adaptation entre en vigueur après la date limite d'introduction de la demande d'aide ou de paiement, elle prend cours le 1er janvier de l'année suivante.
  L'agriculteur respecte l'engagement adapté pour le reste de la durée de l'engagement initial.
  L'organisme payeur informe sans délai et notifie les agriculteurs concernés de l'application de l'alinéa 1er.
Afdeling 7. - Landinrichting en openbare interventies
Section 7. - Aménagements fonciers et interventions publiques
Art.26. De begunstigde die een verbintenis geheel of gedeeltelijk niet meer kan nakomen omdat zijn bedrijf of een deel ervan het voorwerp uitmaakt van een landinrichting of een andere soortgelijke openbare interventie, stelt het betaalorgaan daarvan schriftelijk in kennis vóór de datum van ingebruikneming.
  Het betaalorgaan past de verbintenis aan in het licht van wijzigingen in het bedrijf, zo nodig in overleg met de deskundige, wanneer de verbintenis betrekking heeft op een gerichte maatregel.
  Indien de aanpassing onmogelijk blijkt, wordt de verbintenis beëindigd. De reeds ontvangen betalingen worden terugbetaald, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de jaarlijkse schijven gedurende welke de verbintenis van kracht was.
  Het betaalorgaan stelt de landbouwer in kennis van de wijze van aanpassing of, in voorkomend geval, van de beëindiging van de verbintenis.
Art.26. Le bénéficiaire qui n'est plus en mesure de respecter un engagement, en tout ou en partie, en raison du fait que son exploitation ou une partie de son exploitation fait l'objet d'un aménagement foncier ou d'autres interventions publiques similaires, le notifie par écrit à l'organisme payeur avant la date de prise d'occupation.
  L'organisme payeur adapte l'engagement au regard des changements apportés à l'exploitation, le cas échéant en concertation avec l'expert, lorsque l'engagement porte sur une mesure ciblée.
  Si l'adaptation se révèle impossible, l'engagement prend fin. Le montant des paiements déjà reçus est remboursé à l'exception de ceux correspondant aux tranches annuelles pendant lesquelles l'engagement a été effectif.
  L'organisme payeur informe l'agriculteur des modalités d'adaptation ou le cas échéant de la fin de l'engagement.
HOOFDSTUK 10. - Overgangs- en slotbepalingen
CHAPITRE 10. - Dispositions transitoires et finales
Art.27. Opgeheven worden:
  1° het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 2 februari 2017, 21 december 2017 en 4 maart 2021;
  1° het ministerieel besluit van 3 september 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juni 2018 en bij de ministeriële besluiten van 2 februari 2017, 22 maart 2018 en 6 maart 2019.
  In afwijking van lid 1 blijven tot 31 december 2024 de voorschriften van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun en de uitvoeringsbesluiten ervan van toepassing op de verbintenissen die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan voor de methoden nr. 1 "vermazingselementen" en nr. 3 "overstroombare weiden", met uitzondering van artikel 21, § 2, van genoemd besluit.
  Er wordt geen betaling toegekend in het kader van methode nr. 1 "vermazingselementen" als bedoeld in artikel 3, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun voor de jaarlijkse schijven die overeenstemmen met de jaren 2023 of 2024 indien de landbouwer zich in datzelfde jaar verbindt tot de ecoregeling "ecologische vermazing" overeenkomstig artikel 3, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de ecoregelingen.
Art.27. Sont abrogés :
  1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 2 février 2017, du 21 décembre 2017 et du 4 mars 2021 ;
  2° l'arrêté ministériel du 3 septembre 2015 exécutant l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 7 juin 2018 et les arrêtés ministériels du 2 février 2017, du 22 décembre 2017, du 22 mars 2018 et du 6 mars 2019.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, jusqu'au 31 décembre 2024, les exigences prescrites par l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques et ses arrêtés d'exécution continuent de s'appliquer aux engagements souscrits avant le 1er janvier 2023 pour les méthodes n° 1 " éléments du maillage " et n° 3 " prairies inondables ", à l'exception de l'article 21, § 2, dudit arrêté.
  Aucun paiement n'est octroyé au titre de la méthode n° 1 " éléments du maillage " prévue à l'article 3, 1°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques pour les tranches annuelles correspondant aux années 2023 ou 2024 si l'agriculteur s'engage la même année pour l'éco-régime " maillage écologique " conformément à l'article 3, 3°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 février 2023 relatif aux éco-régimes.
Art.28. § 1. Dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing op verbintenissen die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan voor de volgende methoden in toepassing van het besluit van de Waalse regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun:
  1° methode nr. 2 "natuurweiden";
  2° methode 4 : weide met een hoge biologische waarde;
  3° methode nr.5 "met gras bezaaide perceelsranden";
  4° methode nr. 7 "ingerichte perceelstroken";
  5° methode nr. 10 "actieplan voor een milieuvriendelijke landbouw";
  6° maatregel nr. 11 "bedreigde plaatselijke rassen".
  De verbintenissen die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan voor methode nr. 8 "ingerichte stroken" als bedoeld in het besluit van de Waalse regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun, worden voortgezet onder de voorwaarden met betrekking tot maatregel nr. 7 "ingerichte perceelstroken" als voorgeschreven door dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan.
  § 2. De Minister kan de omstandigheden bepalen waarin de regels van dit besluit of zijn uitvoeringsbesluiten niet van toepassing zijn op verbintenissen die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan voor de volgende methoden in toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun.
Art.28. § 1er. Le présent arrêté et ses arrêtés d'exécution s'appliquent aux engagements souscrits avant le 1er janvier 2023 pour les méthodes suivantes en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques :
  1° méthode n° 2 " prairies naturelles " ;
  2° méthode n° 4 " prairies de haute valeur biologique " ;
  3° méthode n° 5 " tournières enherbées " ;
  4° méthode n° 7 " parcelles aménagées " ;
  5° méthode n° 10 " plan d'action agro-environnemental " ;
  6° méthode n° 11 " races locales menacées ".
  Les engagements souscrits avant le 1er janvier 2023 pour la méthode n° 8 " bandes aménagées " prévue par l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques se poursuivent aux conditions relatives à la mesure n° 7 " parcelles aménagées " prescrites par le présent arrêté et ses arrêtés d'exécution.
  § 2. Le Ministre peut déterminer des hypothèses dans lesquelles des règles du présent arrêté ou de ses arrêtés d'exécution ne s'appliquent pas aux engagements souscrits avant le 1er janvier 2023 pour les méthodes suivantes en application de l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques.
Art.29. Landbouwers die zich vóór 1 januari 2023 hebben verbonden tot de methoden nr. 6 "milieuvriendelijke gewassen" of nr. 9 "voederautonomie" als bedoeld in het besluit van de Waalse regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun, hebben de keuze hun verbintenis voort te zetten of deze op 31 december 2022 te beëindigen. Indien zij ervoor kiezen de verbintenis voort te zetten, zijn de voorschriften met betrekking tot respectievelijk de maatregelen nr. 12 "percelen met nog staande graangewassen" en nr. 13 "voederautonomie" van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan van toepassing.
  De onder lid 1 vallende landbouwers stellen het betaalorgaan via het verzamelaanvraagformulier in kennis van hun keuze.
Art.29. Les agriculteurs ayant souscrit avant le 1er janvier 2023 un engagement pour les méthodes n° 6 " cultures favorables à l'environnement " ou n° 9 " autonomie fourragère " prévues par l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 relatif aux aides agro-environnementales et climatiques font le choix de poursuivre leur engagement ou d'y mettre un terme le 31 décembre 2022. S'ils font le choix de poursuivre l'engagement, les exigences relatives aux mesures n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " et n° 13 " autonomie fourragère " prescrites par le présent arrêté et ses arrêtés d'exécution s'appliquent respectivement.
  Les agriculteurs concernés par l'aliéna 1er informent l'organisme payeur de leur choix via le formulaire de demande unique.
Art.29/1. [1 Vanaf 1 januari 2024 worden nieuwe verbintenissen voor de uitvoering van maatregel nr. 12 percelen met nog staande graangewassen" geweigerd.
   Verbintenissen die zijn aangegaan vóór de in lid 1 bedoelde datum worden nagekomen overeenkomstig de in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan vastgestelde voorwaarden.]1

  
Art.29/1. [1 A compter du 1er janvier 2024, les nouveaux engagements à mettre en oeuvre la mesure n° 12 " parcelles de céréales laissées sur pied " sont refusés.
   Les engagements souscrits avant la date visée à l'alinéa 1er sont exécutés aux conditions prévues par le présent arrêtés et ses arrêtés d'exécution.]1

  
Art. 30. De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 30. Le Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.