Artikel 1. Bij dit besluit worden gedeeltelijk omgezet :
1° Richtlijn 2018/2001: Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;
1° Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (omwerking).
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
13 OKTOBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA besluit")(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-10-2022 en tekstbijwerking tot 06-05-2024)
Titre
13 OCTOBRE 2022. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (arrêté UREBA)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 28-10-2022 et mise à jour au 06-05-2024)
Informations sur le document
Numac: 2022206273
Datum: 2022-10-13
Info du document
Numac: 2022206273
Date: 2022-10-13
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemeen
HOOFDSTUK 2. - Toekenningsvoorwaarden van de su...
HOOFDSTUK 3. - Analyse van het gebouwenbestand ...
HOOFDSTUK 4. - Voor subsidie in aanmerking kome...
HOOFDSTUK 5. - De tegemoetkomingsbedragen
HOOFDSTUK 6. - Procedure voor het aanvragen en ...
HOOFDSTUK 7.
Hoofdstuk IX. - Overgangs-, opheffings- en slot...
BIJLAGEN.
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Généralités
CHAPITRE 2. - Les conditions d'octroi des subve...
CHAPITRE 3. - De l'analyse du parc de bâtiments...
CHAPITRE 4. - Des [1 ...]1 comptabilité énergét...
CHAPITRE 5. - Montants d'intervention
CHAPITRE 6. - Procédure de demande de subventio...
CHAPITRE 7.
CHAPITRE 8. - Dispositions transitoires, abroga...
ANNEXES.
Tekst (46)
Texte (46)
HOOFDSTUK I. - Algemeen
CHAPITRE 1er. - Généralités
Article 1er. Le présent arrêté transpose partiellement :
1° la Directive 2018/2001 du Parlement européen et du Conseil du 11 décembre 2018 relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables;
2° la Directive 2010/31/UE du Parlement européen et du Conseil du 19 mai 2010 sur la performance énergétique des bâtiments (refonte).
1° la Directive 2018/2001 du Parlement européen et du Conseil du 11 décembre 2018 relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables;
2° la Directive 2010/31/UE du Parlement européen et du Conseil du 19 mai 2010 sur la performance énergétique des bâtiments (refonte).
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° publiekrechtelijke persoon: elke publiekrechtelijke rechtspersoon van een van de volgende categorieën :
a) elke stad of gemeente;
b) openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
c) provincie;
d) elke lokale gemeentelijke of meergemeentelijke politiezone met rechtspersoonlijkheid in de zin van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
e) hulpverleningszones in de zin van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
f) een intergemeentelijke vereniging of een andere vereniging die uitsluitend uit publiekrechtelijke personen bestaat;
g) autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven in de zin van het Wetboek van plaatselijke democratie en decentralisatie
2° niet-commerciële instellingen : de instellingen zoals omschreven in artikel 1, 4°, van het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën
3° [1 ...]1;
4° [1 audit : de audit zoals bedoeld in artikel 2, 28°, van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik]1;
5° energieprestatie van een gebouw: de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;
6° werken voor een betere energie-efficiëntie van een gebouw : werken die betrekking hebben op de verbetering van de bouwschil of van systemen, met inbegrip van systemen die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen, die leiden tot een verbetering van de energieprestaties van een bestaand gebouw;
7° bestaand gebouw: gebouw waarvoor de aanvraag voor een vergunning voor het bouwen of verbouwen is ingediend vóór 1 januari 2017;
8° bouwstrategie: de visie van de aanvrager op de uitvoering van een langetermijnstrategie voor het algemene beheer van het bestand, waarbij de balans wordt opgemaakt van de gebouwen, de huidige en toekomstige behoeften en de bezetting, en de prioriteit van de uit te voeren werkzaamheden;
9° energiekadaster: een vergelijkende inventaris van de gebouwen van een collectiviteit volgens hun energiekwaliteiten, die het mogelijk maakt de prioriteiten te bepalen voor interventies op de activa van de collectiviteit;
10° [1 ...]1;
11° Energieboekhouding : boekhoudsysteem van de energiestroom dat als beleidsinstrument kan dienen voor het energiebeheer, meer bepaald door in de inzameling, de verwerking en de mededeling van informatie over door elke technische bedrijfseenheid per dienst of per gebruik verbruikte energievectoren te voorzien, verbruiksratio's kan vaststellen en, in voorkomend geval, alarm kan geven en de controle mogelijk kan maken bij buitensporig energieverbruik;
12° hernieuwbare energiesystemen: de systemen bedoeld in artikel 9, onder d), met uitzondering van systemen voor fossiele energie;
13° kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling: warmtekrachtkoppeling die beantwoordt aan de definitie bedoeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;
14° regelgeving betreffende de energieprestatie van gebouwen: het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen en het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen
15° materialen van biologische oorsprong: materialen waarvan het gehalte aan materialen van biologische oorsprong in het in de investering gebruikte product, gemeten volgens de norm prEN 16785-2: 2018, groter is dan of gelijk aan 70 % ;
16° specifiek eindenergieverbruik: theoretisch jaarlijks energieverbruik van een EPB-eenheid of gebouw, berekend volgens de desbetreffende voorschriften;
17° administratie: het Departement Energie en Duurzaam Bouwen van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Wonen, Erfgoed, Energie;";
18° Minister : de Minister bevoegd voor Energie;
Met betrekking tot het eerste lid, 7°, worden bijgebouwen en uitbreidingen van een bestaand gebouw niet beschouwd als bestaande gebouwen, wanneer de bouw of verbouwing van deze bijgebouwen en uitbreidingen plaatsvindt na 1 januari 2017.
1° publiekrechtelijke persoon: elke publiekrechtelijke rechtspersoon van een van de volgende categorieën :
a) elke stad of gemeente;
b) openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
c) provincie;
d) elke lokale gemeentelijke of meergemeentelijke politiezone met rechtspersoonlijkheid in de zin van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
e) hulpverleningszones in de zin van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
f) een intergemeentelijke vereniging of een andere vereniging die uitsluitend uit publiekrechtelijke personen bestaat;
g) autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven in de zin van het Wetboek van plaatselijke democratie en decentralisatie
2° niet-commerciële instellingen : de instellingen zoals omschreven in artikel 1, 4°, van het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën
3° [1 ...]1;
4° [1 audit : de audit zoals bedoeld in artikel 2, 28°, van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik]1;
5° energieprestatie van een gebouw: de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;
6° werken voor een betere energie-efficiëntie van een gebouw : werken die betrekking hebben op de verbetering van de bouwschil of van systemen, met inbegrip van systemen die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen, die leiden tot een verbetering van de energieprestaties van een bestaand gebouw;
7° bestaand gebouw: gebouw waarvoor de aanvraag voor een vergunning voor het bouwen of verbouwen is ingediend vóór 1 januari 2017;
8° bouwstrategie: de visie van de aanvrager op de uitvoering van een langetermijnstrategie voor het algemene beheer van het bestand, waarbij de balans wordt opgemaakt van de gebouwen, de huidige en toekomstige behoeften en de bezetting, en de prioriteit van de uit te voeren werkzaamheden;
9° energiekadaster: een vergelijkende inventaris van de gebouwen van een collectiviteit volgens hun energiekwaliteiten, die het mogelijk maakt de prioriteiten te bepalen voor interventies op de activa van de collectiviteit;
10° [1 ...]1;
11° Energieboekhouding : boekhoudsysteem van de energiestroom dat als beleidsinstrument kan dienen voor het energiebeheer, meer bepaald door in de inzameling, de verwerking en de mededeling van informatie over door elke technische bedrijfseenheid per dienst of per gebruik verbruikte energievectoren te voorzien, verbruiksratio's kan vaststellen en, in voorkomend geval, alarm kan geven en de controle mogelijk kan maken bij buitensporig energieverbruik;
12° hernieuwbare energiesystemen: de systemen bedoeld in artikel 9, onder d), met uitzondering van systemen voor fossiele energie;
13° kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling: warmtekrachtkoppeling die beantwoordt aan de definitie bedoeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;
14° regelgeving betreffende de energieprestatie van gebouwen: het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen en het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen
15° materialen van biologische oorsprong: materialen waarvan het gehalte aan materialen van biologische oorsprong in het in de investering gebruikte product, gemeten volgens de norm prEN 16785-2: 2018, groter is dan of gelijk aan 70 % ;
16° specifiek eindenergieverbruik: theoretisch jaarlijks energieverbruik van een EPB-eenheid of gebouw, berekend volgens de desbetreffende voorschriften;
17° administratie: het Departement Energie en Duurzaam Bouwen van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Wonen, Erfgoed, Energie;";
18° Minister : de Minister bevoegd voor Energie;
Met betrekking tot het eerste lid, 7°, worden bijgebouwen en uitbreidingen van een bestaand gebouw niet beschouwd als bestaande gebouwen, wanneer de bouw of verbouwing van deze bijgebouwen en uitbreidingen plaatsvindt na 1 januari 2017.
Modifications
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
1° personne de droit public : toute personne morale de droit public, d'une des catégories suivantes :
a) toute ville ou commune;
b) centre public d'action sociale;
c) province;
d) zone de police locale communale ou pluricommunale dotée de la personnalité juridique au sens de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
e) zone de secours au sens de la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile;
f) association intercommunale ou une autre association composée exclusivement de personnes de droit public;
g) régies communales autonomes et les régies provinciales autonomes au sens du code de la démocratie locale et de la décentralisation;
2° organismes non commerciaux : les organismes tels que définis à l'article 1er, 4°, du décret du 9 décembre 1993 relatif à la promotion de l'utilisation rationnelle de l'Energie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables;
3° [1 ...]1;
4° [1 audit : l'audit tel que visé à l'article 2, 28°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie]1;
5° performance énergétique d'un bâtiment : quantité d'énergie effectivement consommée ou calculée pour répondre aux différents besoins liés à une utilisation standardisée du bâtiment, qui inclut entre autres l'énergie utilisée pour le chauffage, l'eau chaude, le système de refroidissement éventuel, la ventilation et l'éclairage;
6° travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment : les travaux qui ont trait à l'amélioration de l'enveloppe ou des systèmes d'un bâtiment, y compris les systèmes faisant appel à des sources d'énergies renouvelables, qui conduisent à une amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment existant;
7° bâtiment existant : bâtiment dont la demande de permis relative à la construction ou reconstruction est antérieure au 1er janvier 2017;
8° stratégie immobilière : vision du demandeur visant la mise en oeuvre d'une stratégie à long terme de gestion globale du parc, faisant état du bâti, des besoins et occupations actuels et futurs, et priorisant les travaux à effectuer sur celui-ci;
9° cadastre énergétique : inventaire comparatif des bâtiments d'une entité en fonction de leurs qualités énergétiques, permettant de déterminer les priorités d'intervention sur le patrimoine de l'entité;
10° [1 ...]1;
11° comptabilité énergétique: un système de comptabilité des flux énergétiques permettant de constituer un outil de décision en matière de gestion énergétique en assurant notamment la collecte, le traitement et la communication d'informations relatives aux vecteurs énergétiques consommés par chaque unité technique d'exploitation, par service ou par usage, d'établir des ratios de consommation et de donner, le cas échéant, l'alerte et de permettre le contrôle des dérives en matière de consommation énergétique;
12° systèmes recourant à des énergies renouvelables : les systèmes visés à l'article 9, d), à l'exclusion des systèmes recourant à des énergies fossiles;
13° cogénération de qualité : cogénération répondant à la définition visée à l'article 2, 7°, du décret du 12 avril 2001 relatif à l'organisation du marché régional de l'électricité;
14° réglementation relative à la performance énergétique des bâtiments : décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments et l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 mai 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments;
15° matériaux bio sourcés : les matériaux dont la teneur biosourcée du produit mis en oeuvre dans le cadre de l'investissement, mesurée selon la norme prEN 16785-2 : 2018 est supérieure ou égale à 70 % ;
16° consommation spécifique d'énergie finale : consommation théorique annuelle d'énergie d'une unité PEB ou d'un bâtiment, calculée conformément aux réglementations applicables en la matière;
17° administration : le Service public de Wallonie, Territoire, Logement, Patrimoine et Energie, Département de l'Energie et du Bâtiment durable;
18° Ministre : le Ministre qui a l'énergie dans ses attributions.
Concernant l'alinéa 1er, 7°, ne sont pas considérés comme bâtiments existants, les annexes et extensions d'un bâtiment existant, lorsque les travaux de construction ou reconstruction de ces annexes et extensions sont postérieurs au 1er janvier 2017.
1° personne de droit public : toute personne morale de droit public, d'une des catégories suivantes :
a) toute ville ou commune;
b) centre public d'action sociale;
c) province;
d) zone de police locale communale ou pluricommunale dotée de la personnalité juridique au sens de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
e) zone de secours au sens de la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile;
f) association intercommunale ou une autre association composée exclusivement de personnes de droit public;
g) régies communales autonomes et les régies provinciales autonomes au sens du code de la démocratie locale et de la décentralisation;
2° organismes non commerciaux : les organismes tels que définis à l'article 1er, 4°, du décret du 9 décembre 1993 relatif à la promotion de l'utilisation rationnelle de l'Energie, des économies d'énergie et des énergies renouvelables;
3° [1 ...]1;
4° [1 audit : l'audit tel que visé à l'article 2, 28°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er février 2024 relatif à l'octroi de subventions à l'audit ou à l'étude dans le secteur non résidentiel pour l'amélioration de l'efficacité énergétique et la promotion d'une utilisation plus rationnelle et plus durable de l'énergie]1;
5° performance énergétique d'un bâtiment : quantité d'énergie effectivement consommée ou calculée pour répondre aux différents besoins liés à une utilisation standardisée du bâtiment, qui inclut entre autres l'énergie utilisée pour le chauffage, l'eau chaude, le système de refroidissement éventuel, la ventilation et l'éclairage;
6° travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment : les travaux qui ont trait à l'amélioration de l'enveloppe ou des systèmes d'un bâtiment, y compris les systèmes faisant appel à des sources d'énergies renouvelables, qui conduisent à une amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment existant;
7° bâtiment existant : bâtiment dont la demande de permis relative à la construction ou reconstruction est antérieure au 1er janvier 2017;
8° stratégie immobilière : vision du demandeur visant la mise en oeuvre d'une stratégie à long terme de gestion globale du parc, faisant état du bâti, des besoins et occupations actuels et futurs, et priorisant les travaux à effectuer sur celui-ci;
9° cadastre énergétique : inventaire comparatif des bâtiments d'une entité en fonction de leurs qualités énergétiques, permettant de déterminer les priorités d'intervention sur le patrimoine de l'entité;
10° [1 ...]1;
11° comptabilité énergétique: un système de comptabilité des flux énergétiques permettant de constituer un outil de décision en matière de gestion énergétique en assurant notamment la collecte, le traitement et la communication d'informations relatives aux vecteurs énergétiques consommés par chaque unité technique d'exploitation, par service ou par usage, d'établir des ratios de consommation et de donner, le cas échéant, l'alerte et de permettre le contrôle des dérives en matière de consommation énergétique;
12° systèmes recourant à des énergies renouvelables : les systèmes visés à l'article 9, d), à l'exclusion des systèmes recourant à des énergies fossiles;
13° cogénération de qualité : cogénération répondant à la définition visée à l'article 2, 7°, du décret du 12 avril 2001 relatif à l'organisation du marché régional de l'électricité;
14° réglementation relative à la performance énergétique des bâtiments : décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments et l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 mai 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments;
15° matériaux bio sourcés : les matériaux dont la teneur biosourcée du produit mis en oeuvre dans le cadre de l'investissement, mesurée selon la norme prEN 16785-2 : 2018 est supérieure ou égale à 70 % ;
16° consommation spécifique d'énergie finale : consommation théorique annuelle d'énergie d'une unité PEB ou d'un bâtiment, calculée conformément aux réglementations applicables en la matière;
17° administration : le Service public de Wallonie, Territoire, Logement, Patrimoine et Energie, Département de l'Energie et du Bâtiment durable;
18° Ministre : le Ministre qui a l'énergie dans ses attributions.
Concernant l'alinéa 1er, 7°, ne sont pas considérés comme bâtiments existants, les annexes et extensions d'un bâtiment existant, lorsque les travaux de construction ou reconstruction de ces annexes et extensions sont postérieurs au 1er janvier 2017.
Modifications
HOOFDSTUK 2. - Toekenningsvoorwaarden van de subsidie
CHAPITRE 2. - Les conditions d'octroi des subventions
Art.3. Onder de in dit decreet vastgestelde voorwaarden en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten worden subsidies toegekend aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële organisaties die gevestigd zijn op het grondgebied van het Waals Gewest, voor [1 ...]1 de totstandbrenging van een energieboekhouding of werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden :
1° de publiekrechtelijke persoon of de niet-commerciële instelling die de subsidie aanvraagt, heeft een zakelijk hoofdrecht op het gebouw of een persoonlijk genotsrecht voor een periode van ten minste negen jaar en de ingebrachte of vernieuwde elementen zijn eigendom of die van een houder van een zakelijk recht op het gebouw;
2° het gebouw wordt gebruikt om de niet-commerciële publieke opdracht van de aanvrager uit te voeren, of zal na voltooiing van de werkzaamheden voor deze opdracht worden gebruikt;
3° de [1 ...]1 werken waarvoor de subsidie wordt verleend, voldoen aan de voorschriften inzake overheidsopdrachten;
4° het bedrag van de subsidiabele kosten van de aanvraag is ten minste gelijk aan :
a) [1 ...]1;
b) [1 ...]1;
c) voor de totstandbrenging van een energieboekhouding, tegen 2.500 euro;
d) voor werken, tegen 5000 euro;
5° het gebouw waarop de subsidieaanvraag voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestatie betrekking heeft, is geauditeerd.
Voor de toepassing van lid 1, 2°, kunnen de autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven enkel subsidies aanvragen voor hun gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de opdracht bedoeld in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten en in artikel 1, 5° en 6°, van het koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten.
De bestemming bedoeld in lid 1, 2°, wordt in stand gehouden voor een duur van drie jaar te rekenen van de voorlopige oplevering van de werken waarvoor de subsidie is toegekend in het kader van dit besluit.
In afwijking van het eerste lid, 5°, wordt een aanvraag betreffende de uitvoering van identieke diensten of werken aan meerdere gebouwen aanvaard, zelfs indien het bedrag van de subsidiabele kosten per gebouw niet de in het eerste lid, 5°, bedoelde bedragen bereikt, op voorwaarde dat het gecumuleerde bedrag van de subsidiabele kosten ten minste gelijk is aan dat bedrag en dat deze werken het voorwerp uitmaken van één enkel bestek.
1° de publiekrechtelijke persoon of de niet-commerciële instelling die de subsidie aanvraagt, heeft een zakelijk hoofdrecht op het gebouw of een persoonlijk genotsrecht voor een periode van ten minste negen jaar en de ingebrachte of vernieuwde elementen zijn eigendom of die van een houder van een zakelijk recht op het gebouw;
2° het gebouw wordt gebruikt om de niet-commerciële publieke opdracht van de aanvrager uit te voeren, of zal na voltooiing van de werkzaamheden voor deze opdracht worden gebruikt;
3° de [1 ...]1 werken waarvoor de subsidie wordt verleend, voldoen aan de voorschriften inzake overheidsopdrachten;
4° het bedrag van de subsidiabele kosten van de aanvraag is ten minste gelijk aan :
a) [1 ...]1;
b) [1 ...]1;
c) voor de totstandbrenging van een energieboekhouding, tegen 2.500 euro;
d) voor werken, tegen 5000 euro;
5° het gebouw waarop de subsidieaanvraag voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestatie betrekking heeft, is geauditeerd.
Voor de toepassing van lid 1, 2°, kunnen de autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven enkel subsidies aanvragen voor hun gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de opdracht bedoeld in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten en in artikel 1, 5° en 6°, van het koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten.
De bestemming bedoeld in lid 1, 2°, wordt in stand gehouden voor een duur van drie jaar te rekenen van de voorlopige oplevering van de werken waarvoor de subsidie is toegekend in het kader van dit besluit.
In afwijking van het eerste lid, 5°, wordt een aanvraag betreffende de uitvoering van identieke diensten of werken aan meerdere gebouwen aanvaard, zelfs indien het bedrag van de subsidiabele kosten per gebouw niet de in het eerste lid, 5°, bedoelde bedragen bereikt, op voorwaarde dat het gecumuleerde bedrag van de subsidiabele kosten ten minste gelijk is aan dat bedrag en dat deze werken het voorwerp uitmaken van één enkel bestek.
Modifications
Art.3. Aux conditions prévues par le présent arrêté et dans la limite des crédits disponibles, il est octroyé des subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux situés sur le territoire de la Région wallonne, pour [1 ...]1 la mise en place d'une comptabilité énergétique ou de travaux d'amélioration de la performance énergétique de bâtiments, dans le respect des conditions suivantes :
1° la personne de droit public ou l'organisme non commercial qui sollicite la subvention dispose sur le bâtiment d'un droit réel principal ou d'un droit personnel de jouissance d'une durée supérieure ou égale à neuf ans et les éléments insérés ou rénovés sont sa propriété ou celle d'un titulaire de droit réel sur le bien;
2° le bâtiment est affecté à la réalisation de la mission de service public non commerciale du demandeur, ou y sera affecté à l'issue des travaux;
3° les [1 ...]1 travaux faisant l'objet de la subvention respectent la réglementation relative aux marchés publics;
4° le montant des coûts éligibles de la demande est au moins égal :
a) [1 ...]1;
b) [1 ...]1;
c) pour la mise en place d'une comptabilité énergétique, à 2.500 euros;
d) pour les travaux, à 5.000 euros;
5° le bâtiment faisant l'objet de la demande de subventions relative à des travaux d'amélioration de la performance énergétique a fait l'objet d'un audit.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, les régies communales et provinciales autonomes peuvent solliciter des subventions pour leurs seuls bâtiments destinés à la réalisation de la mission visée à l'article 1er, 7°, de l'arrêté royal du 10 avril 1995 déterminant les activités à caractère industriel ou commercial pour lesquelles le conseil communal peut créer une régie communale autonome dotée de la personnalité juridique et à l'article 1er, 5° et 6°, de l'arrêté royal du 9 mars 1999 déterminant les activités à caractère industriel ou commercial pour lesquelles le conseil provincial peut créer une régie provinciale autonome dotée de la personnalité juridique.
L'affectation visée à l'alinéa 1er, 2°, est maintenue pendant une durée de 3 ans à dater de la réception provisoire des travaux faisant l'objet d'une subvention dans le cadre du présent arrêté.
Par dérogation à l'alinéa 1er, 5°, une demande portant sur la réalisation de prestations ou travaux identiques sur plusieurs bâtiments est acceptée, même si le montant des coûts éligibles par bâtiment n'atteint pas les montants visés à l'alinéa 1er, 5°, à la condition que le montant cumulé des coûts éligibles soit au moins égal à cette somme et que ces travaux fassent l'objet d'un cahier des charges unique.
1° la personne de droit public ou l'organisme non commercial qui sollicite la subvention dispose sur le bâtiment d'un droit réel principal ou d'un droit personnel de jouissance d'une durée supérieure ou égale à neuf ans et les éléments insérés ou rénovés sont sa propriété ou celle d'un titulaire de droit réel sur le bien;
2° le bâtiment est affecté à la réalisation de la mission de service public non commerciale du demandeur, ou y sera affecté à l'issue des travaux;
3° les [1 ...]1 travaux faisant l'objet de la subvention respectent la réglementation relative aux marchés publics;
4° le montant des coûts éligibles de la demande est au moins égal :
a) [1 ...]1;
b) [1 ...]1;
c) pour la mise en place d'une comptabilité énergétique, à 2.500 euros;
d) pour les travaux, à 5.000 euros;
5° le bâtiment faisant l'objet de la demande de subventions relative à des travaux d'amélioration de la performance énergétique a fait l'objet d'un audit.
Pour l'application de l'alinéa 1er, 2°, les régies communales et provinciales autonomes peuvent solliciter des subventions pour leurs seuls bâtiments destinés à la réalisation de la mission visée à l'article 1er, 7°, de l'arrêté royal du 10 avril 1995 déterminant les activités à caractère industriel ou commercial pour lesquelles le conseil communal peut créer une régie communale autonome dotée de la personnalité juridique et à l'article 1er, 5° et 6°, de l'arrêté royal du 9 mars 1999 déterminant les activités à caractère industriel ou commercial pour lesquelles le conseil provincial peut créer une régie provinciale autonome dotée de la personnalité juridique.
L'affectation visée à l'alinéa 1er, 2°, est maintenue pendant une durée de 3 ans à dater de la réception provisoire des travaux faisant l'objet d'une subvention dans le cadre du présent arrêté.
Par dérogation à l'alinéa 1er, 5°, une demande portant sur la réalisation de prestations ou travaux identiques sur plusieurs bâtiments est acceptée, même si le montant des coûts éligibles par bâtiment n'atteint pas les montants visés à l'alinéa 1er, 5°, à la condition que le montant cumulé des coûts éligibles soit au moins égal à cette somme et que ces travaux fassent l'objet d'un cahier des charges unique.
Modifications
Art.4. "De samenvoeging van de toelage ingevoerd bij dit besluit met andere subsidies of premies is enkel mogelijk op voorwaarde dat de totale som van de toegekende toelagen 100 percent van het totaalbedrag van de in dit besluit in subsidiabele kosten niet overschrijdt.
Wanneer de totale som van de door andere ondergeschikte organen verleende subsidies in combinatie met de subsidies uit hoofde van dit besluit honderd procent van het bedrag inclusief BTW van de subsidiabele kosten bereikt, vereffent de administratie de bedragen tot het maximumbedrag waarmee honderd procent van de subsidiabele kosten kan worden bereikt.
Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW.
De aanvrager voegt bij de aanvraag alle bewijsstukken die nodig zijn om de door andere instanties gesubsidieerde posten en het bedrag van hun tegemoetkoming vast te stellen.
Wanneer de totale som van de door andere ondergeschikte organen verleende subsidies in combinatie met de subsidies uit hoofde van dit besluit honderd procent van het bedrag inclusief BTW van de subsidiabele kosten bereikt, vereffent de administratie de bedragen tot het maximumbedrag waarmee honderd procent van de subsidiabele kosten kan worden bereikt.
Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW.
De aanvrager voegt bij de aanvraag alle bewijsstukken die nodig zijn om de door andere instanties gesubsidieerde posten en het bedrag van hun tegemoetkoming vast te stellen.
Art.4. Le cumul de la subvention organisée par le présent arrêté avec d'autres subsides ou primes n'est possible qu'à la condition que la somme totale des subventions octroyées ne dépasse pas cent pour cent du montant total des coûts éligibles au présent arrêté.
Lorsque la somme totale des subventions octroyées par d'autres entités subsidiantes combinées avec les subventions du présent arrêté atteint cent pour cent du montant TVAC des coûts éligibles, l'administration met en liquidation les montants à concurrence du montant maximum permettant d'atteindre cent pour cent des coûts éligibles.
Dans le cas où le demandeur est en mesure de récupérer la TVA, l'administration mettra en liquidation les subsides calculés sur des montants HTVA.
Le demandeur joint à sa demande de liquidation tous les justificatifs permettant de déterminer les postes subsidiés par d'autres entités et le montant de leur intervention.
Lorsque la somme totale des subventions octroyées par d'autres entités subsidiantes combinées avec les subventions du présent arrêté atteint cent pour cent du montant TVAC des coûts éligibles, l'administration met en liquidation les montants à concurrence du montant maximum permettant d'atteindre cent pour cent des coûts éligibles.
Dans le cas où le demandeur est en mesure de récupérer la TVA, l'administration mettra en liquidation les subsides calculés sur des montants HTVA.
Le demandeur joint à sa demande de liquidation tous les justificatifs permettant de déterminer les postes subsidiés par d'autres entités et le montant de leur intervention.
HOOFDSTUK 3. - Analyse van het gebouwenbestand van de aanvrager en de verbeteringen ervan
CHAPITRE 3. - De l'analyse du parc de bâtiments du demandeur et de leurs améliorations
Art.5. Het energiekadaster omvat ten minste :
1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;
2° de beschrijving van hun bezetting;
3° de berekening van hun oppervlakte;
4° gegevens over het verbruik van deze gebouwen en, in voorkomend geval, de productie ervan;
5° prioriteitstelling van interventies in gebouwen.
Voor de toepassing van artikel 13 bevat het energiekadaster ten minste de verbruiksgegevens van de drie voorgaande jaren voor het gebouw waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
De Minister kan de inhoud van het energiekadaster aanvullen en de vorm ervan vaststellen. Hij kan de methode voor de uitvoering van een energiekadaster bepalen.
1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;
2° de beschrijving van hun bezetting;
3° de berekening van hun oppervlakte;
4° gegevens over het verbruik van deze gebouwen en, in voorkomend geval, de productie ervan;
5° prioriteitstelling van interventies in gebouwen.
Voor de toepassing van artikel 13 bevat het energiekadaster ten minste de verbruiksgegevens van de drie voorgaande jaren voor het gebouw waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
De Minister kan de inhoud van het energiekadaster aanvullen en de vorm ervan vaststellen. Hij kan de methode voor de uitvoering van een energiekadaster bepalen.
Art.5. Le cadastre énergétique comprend au minimum :
1° un recensement des bâtiments du demandeur;
2° la description de leur occupation;
3° le calcul de leurs surfaces;
4° le détail des consommations de ces bâtiments et, le cas échant, leurs productions;
5° la priorisation d'intervention sur les bâtiments.
Pour l'application de l'article 13, le cadastre énergétique comprend au minimum les données de consommation des trois années précédentes, relatives au bâtiment faisant l'objet de la demande de subvention.
Le Ministre peut compléter le contenu du cadastre énergétique et en établir la forme. Il peut déterminer la méthodologie applicable à la réalisation d'un cadastre énergétique.
1° un recensement des bâtiments du demandeur;
2° la description de leur occupation;
3° le calcul de leurs surfaces;
4° le détail des consommations de ces bâtiments et, le cas échant, leurs productions;
5° la priorisation d'intervention sur les bâtiments.
Pour l'application de l'article 13, le cadastre énergétique comprend au minimum les données de consommation des trois années précédentes, relatives au bâtiment faisant l'objet de la demande de subvention.
Le Ministre peut compléter le contenu du cadastre énergétique et en établir la forme. Il peut déterminer la méthodologie applicable à la réalisation d'un cadastre énergétique.
Art.6. De algemene vastgoedstrategie omvat ten minste :
1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;
2° een beschrijving van de behoeften van de aanvrager, in termen van bezetting, locatie en aan te bieden diensten;
3° een monitoring van het verbruik van de gebouwen;
4° een beschrijving van het actieplan voor het beheer en de ontwikkeling van het park
De minister kan de inhoud van de algemene bouwstrategie specificeren of aanvullen en de vorm ervan vaststellen. Hij kan de methode voor de uitvoering van de strategie opleggen en de controleverplichtingen differentiëren naar gelang van de staat van de gebouwen en hun verbruiksniveau.
1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;
2° een beschrijving van de behoeften van de aanvrager, in termen van bezetting, locatie en aan te bieden diensten;
3° een monitoring van het verbruik van de gebouwen;
4° een beschrijving van het actieplan voor het beheer en de ontwikkeling van het park
De minister kan de inhoud van de algemene bouwstrategie specificeren of aanvullen en de vorm ervan vaststellen. Hij kan de methode voor de uitvoering van de strategie opleggen en de controleverplichtingen differentiëren naar gelang van de staat van de gebouwen en hun verbruiksniveau.
Art.6. La stratégie immobilière globale comprend au minimum :
1° un recensement des bâtiments du demandeur;
2° la description des besoins du demandeur, en termes d'occupation, de localisation et de services à proposer;
3° un monitoring des consommations des bâtiments;
4° un descriptif du plan d'action relatif à la gestion du parc et à ses évolutions
Le Ministre peut préciser le contenu ou le compléter de la stratégie immobilière globale et en établir la forme. Il peut imposer la méthodologie applicable à la réalisation de la stratégie, et différencier les obligations relatives au monitoring en fonction de l'état des bâtiments et de leur niveau de consommation
1° un recensement des bâtiments du demandeur;
2° la description des besoins du demandeur, en termes d'occupation, de localisation et de services à proposer;
3° un monitoring des consommations des bâtiments;
4° un descriptif du plan d'action relatif à la gestion du parc et à ses évolutions
Le Ministre peut préciser le contenu ou le compléter de la stratégie immobilière globale et en établir la forme. Il peut imposer la méthodologie applicable à la réalisation de la stratégie, et différencier les obligations relatives au monitoring en fonction de l'état des bâtiments et de leur niveau de consommation
HOOFDSTUK 4. - Voor subsidie in aanmerking komende [1 ...]1 energieboekhouding en werkzaamheden
CHAPITRE 4. - Des [1 ...]1 comptabilité énergétique et travaux éligibles à la subvention
Art.9. § 1. De volgende energieprestatieverbeteringen aan een gebouw kunnen in het kader van dit besluit worden gesubsidieerd :
a) verbeteringen aan de bouwschil;
b) de installatie, vervanging of verbetering van ventilatiesystemen;
c) bescherming tegen warmteverlies en regeling van bestaande systemen, mits het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;
d) de installatie, vervanging en modernisering van de volgende systemen voor hernieuwbare energie:
1° warmtepompen;
2° thermische zonne-installaties;
3° biomassaketels;
e) vervanging en modernisering van verlichtingssystemen op voorwaarde dat het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;
f) installatie, vervanging of verbetering van kwalitatieve warmtekrachtkoppeling;
g) de installatie van externe zonwering;
h) koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie;
i) de aanleg of uitbreiding van een warmtenet.
De technische minimumeisen voor de in lid 1 bedoelde werkzaamheden zijn omschreven in bijlage 1.
Onverminderd lid 2 moeten de krachtens dit besluit gesubsidieerde werkzaamheden voldoen aan de eisen die gelden krachtens de reglementering betreffende de energieprestaties van gebouwen.
Werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen kunnen worden gesubsidieerd onder de door de Minister vastgestelde voorwaarden.
§ 2. De totstandbrenging van een energieboekhouding kan worden gesubsidieerd voor :
1° het verzamelen van gegevens die de identificatie van systemen en verbruikspunten mogelijk maken, waarbij in voorkomend geval een onderscheid wordt gemaakt tussen het gebruik;
2° de verwerking van de gegevens;
3° de interpretatie en presentatie van de resultaten.
De inhoud van deze verrichtingen wordt gespecificeerd in bijlage 1, § 2, waarin ook de verwachte resultaten van de energieboekhouding worden bepaald.
De aanvrager vermeldt in zijn aanvraag en in de in artikel 16 bedoelde rapportering van de verbruiksgegevens de persoon die verantwoordelijk is voor het toezicht op en het gebruik van de gegevens van zijn energieboekhouding.
§ 3. De uitvoering van de bouwstrategie van de aanvrager die de elementen, bedoeld in artikel 6, en, in voorkomend geval, de door de Minister overeenkomstig artikel 6, tweede lid, vastgestelde elementen bevat, kan worden gesubsidieerd.
a) verbeteringen aan de bouwschil;
b) de installatie, vervanging of verbetering van ventilatiesystemen;
c) bescherming tegen warmteverlies en regeling van bestaande systemen, mits het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;
d) de installatie, vervanging en modernisering van de volgende systemen voor hernieuwbare energie:
1° warmtepompen;
2° thermische zonne-installaties;
3° biomassaketels;
e) vervanging en modernisering van verlichtingssystemen op voorwaarde dat het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;
f) installatie, vervanging of verbetering van kwalitatieve warmtekrachtkoppeling;
g) de installatie van externe zonwering;
h) koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie;
i) de aanleg of uitbreiding van een warmtenet.
De technische minimumeisen voor de in lid 1 bedoelde werkzaamheden zijn omschreven in bijlage 1.
Onverminderd lid 2 moeten de krachtens dit besluit gesubsidieerde werkzaamheden voldoen aan de eisen die gelden krachtens de reglementering betreffende de energieprestaties van gebouwen.
Werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen kunnen worden gesubsidieerd onder de door de Minister vastgestelde voorwaarden.
§ 2. De totstandbrenging van een energieboekhouding kan worden gesubsidieerd voor :
1° het verzamelen van gegevens die de identificatie van systemen en verbruikspunten mogelijk maken, waarbij in voorkomend geval een onderscheid wordt gemaakt tussen het gebruik;
2° de verwerking van de gegevens;
3° de interpretatie en presentatie van de resultaten.
De inhoud van deze verrichtingen wordt gespecificeerd in bijlage 1, § 2, waarin ook de verwachte resultaten van de energieboekhouding worden bepaald.
De aanvrager vermeldt in zijn aanvraag en in de in artikel 16 bedoelde rapportering van de verbruiksgegevens de persoon die verantwoordelijk is voor het toezicht op en het gebruik van de gegevens van zijn energieboekhouding.
§ 3. De uitvoering van de bouwstrategie van de aanvrager die de elementen, bedoeld in artikel 6, en, in voorkomend geval, de door de Minister overeenkomstig artikel 6, tweede lid, vastgestelde elementen bevat, kan worden gesubsidieerd.
Art.9. § 1er. Peuvent être subventionnés dans le cadre du présent arrêté les travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment suivants :
a) les travaux d'amélioration de l'enveloppe du bâtiment;
b) les travaux d'installation, remplacement ou amélioration des systèmes de ventilation;
c) le calorifugeage et la régulation des systèmes existants, pour autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les cinq ans précédant la demande de subvention;
d) l'installation, le remplacement et la modernisation des systèmes suivants recourant à des sources d'énergie renouvelables :
1° les pompes à chaleur;
2° les installations solaire thermique;
3° les chaudières biomasse;
e) le remplacement et la modernisation des systèmes d'éclairage autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les 5 ans précédant la demande de subvention;
f) les travaux d'installation, de remplacement ou d'amélioration d'une cogénération de qualité;
g) l'installation de protections solaires extérieures;
h) l'installation de refroidissement par ventilation naturelle ou hybride;
i) l'installation ou l'extension d'un réseau de chaleur.
Les exigences techniques minimales des travaux visés à l'alinéa 1er sont définies dans l'annexe 1.
Sans préjudice de l'alinéa 2, les travaux subventionnés dans le cadre du présent arrêté respectent les exigences applicables conformément à la réglementation relative à la performance énergétique des bâtiments.
Peuvent être subventionnés aux conditions définies par le Ministre, les travaux de mise en conformité de l'installation électrique ayant pour objectif l'installation de panneaux photovoltaïques.
§ 2. Peut être subventionnée, la mise en place d'une comptabilité énergétique permettant :
1° le recueil des données permettant d'identifier les systèmes et les points de consommation, en distinguant le cas échéant les usages;
2° le traitement des données;
3° l'interprétation et la présentation des résultats.
Le contenu de ces opérations est précisé dans l'annexe 1, § 2, qui détermine aussi les résultats attendus de la comptabilité énergétique.
Le demandeur détermine, dans sa demande et dans le rapportage des données de consommation visé à l'article 16, la personne responsable de la surveillance et de l'exploitation des données issues de sa comptabilité énergétique.
§ 3. Peut être subventionnée, la réalisation de la stratégie immobilière du demandeur contenant les éléments visés à l'article 6 et, le cas échéant, les éléments déterminés par le Ministre conformément à l'article 6, alinéa 2.
a) les travaux d'amélioration de l'enveloppe du bâtiment;
b) les travaux d'installation, remplacement ou amélioration des systèmes de ventilation;
c) le calorifugeage et la régulation des systèmes existants, pour autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les cinq ans précédant la demande de subvention;
d) l'installation, le remplacement et la modernisation des systèmes suivants recourant à des sources d'énergie renouvelables :
1° les pompes à chaleur;
2° les installations solaire thermique;
3° les chaudières biomasse;
e) le remplacement et la modernisation des systèmes d'éclairage autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les 5 ans précédant la demande de subvention;
f) les travaux d'installation, de remplacement ou d'amélioration d'une cogénération de qualité;
g) l'installation de protections solaires extérieures;
h) l'installation de refroidissement par ventilation naturelle ou hybride;
i) l'installation ou l'extension d'un réseau de chaleur.
Les exigences techniques minimales des travaux visés à l'alinéa 1er sont définies dans l'annexe 1.
Sans préjudice de l'alinéa 2, les travaux subventionnés dans le cadre du présent arrêté respectent les exigences applicables conformément à la réglementation relative à la performance énergétique des bâtiments.
Peuvent être subventionnés aux conditions définies par le Ministre, les travaux de mise en conformité de l'installation électrique ayant pour objectif l'installation de panneaux photovoltaïques.
§ 2. Peut être subventionnée, la mise en place d'une comptabilité énergétique permettant :
1° le recueil des données permettant d'identifier les systèmes et les points de consommation, en distinguant le cas échéant les usages;
2° le traitement des données;
3° l'interprétation et la présentation des résultats.
Le contenu de ces opérations est précisé dans l'annexe 1, § 2, qui détermine aussi les résultats attendus de la comptabilité énergétique.
Le demandeur détermine, dans sa demande et dans le rapportage des données de consommation visé à l'article 16, la personne responsable de la surveillance et de l'exploitation des données issues de sa comptabilité énergétique.
§ 3. Peut être subventionnée, la réalisation de la stratégie immobilière du demandeur contenant les éléments visés à l'article 6 et, le cas échéant, les éléments déterminés par le Ministre conformément à l'article 6, alinéa 2.
HOOFDSTUK 5. - De tegemoetkomingsbedragen
CHAPITRE 5. - Montants d'intervention
Art.10. De grondslag voor de berekening van de subsidie wordt bepaald met als ijkpunt de gezamenlijke subsidiabele kosten, BTW inbegrepen.
Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW. De aanvrager stelt de administratie hiervan op de hoogte in het subsidieaanvraagformulier.
Onder subsidiabele kosten worden verstaan
1° [1 ...]1;
2° voor de totstandbrenging van de energieboekhouding, de levering en installatie van instrumenten voor het meten van het energieverbruik, toebehoren, kabels, elektriciteitskasten, met inbegrip van de nodige uitrusting voor een eventuele teledienst, toestellen voor gegevensregistratie en software voor gegevensverwerving, analyse en validering, alsmede de kosten voor de opleiding van het betrokken personeel;
3° voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen, de aankoop en installatie van materialen of apparatuur ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, voor de in bijlage 2 per soort werkzaamheden opgesomde punten;
4°voor de verwezenlijking van de algemene bouwstrategie van de aanvrager: de noodzakelijke diensten van de adviseur, exclusief de interne personeelskosten van de aanvrager.
De Minister bepaalt de subsidiabele kosten voor de werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW. De aanvrager stelt de administratie hiervan op de hoogte in het subsidieaanvraagformulier.
Onder subsidiabele kosten worden verstaan
1° [1 ...]1;
2° voor de totstandbrenging van de energieboekhouding, de levering en installatie van instrumenten voor het meten van het energieverbruik, toebehoren, kabels, elektriciteitskasten, met inbegrip van de nodige uitrusting voor een eventuele teledienst, toestellen voor gegevensregistratie en software voor gegevensverwerving, analyse en validering, alsmede de kosten voor de opleiding van het betrokken personeel;
3° voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen, de aankoop en installatie van materialen of apparatuur ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, voor de in bijlage 2 per soort werkzaamheden opgesomde punten;
4°voor de verwezenlijking van de algemene bouwstrategie van de aanvrager: de noodzakelijke diensten van de adviseur, exclusief de interne personeelskosten van de aanvrager.
De Minister bepaalt de subsidiabele kosten voor de werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
Modifications
Art.10. La base de calcul de la subvention est évaluée en prenant comme référence l'ensemble des coûts éligibles, T.V.A. comprise.
Si le demandeur est en mesure de récupérer la TVA, les subsides seront calculés sur des montants HTVA. Le demandeur en informe l'administration dans son formulaire de demande de subvention.
Par coûts éligibles, l'on entend :
1° [1 ...]1;
2° pour la mise en place d'une comptabilité énergétique, la fourniture et l'installation des instruments de mesure des consommations énergétiques, les accessoires, les câbles, les armoires électriques, y compris les appareillages nécessaires au téléservice éventuel, les appareils d'enregistrement des données et les logiciels d'acquisition, d'analyse et de validation des données, ainsi que les frais de formation du personnel y relatif;
3° pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment, l'achat et l'installation de matériaux ou d'équipements visant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment, pour les postes dont la liste est fixée par type de travaux, à l'annexe 2;
4°pour la réalisation de la stratégie immobilière globale du demandeur : les prestations nécessaires du chargé d'études, à l'exclusion des frais de personnel interne du demandeur.
Le Ministre détermine les coûts éligibles pour les travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
Si le demandeur est en mesure de récupérer la TVA, les subsides seront calculés sur des montants HTVA. Le demandeur en informe l'administration dans son formulaire de demande de subvention.
Par coûts éligibles, l'on entend :
1° [1 ...]1;
2° pour la mise en place d'une comptabilité énergétique, la fourniture et l'installation des instruments de mesure des consommations énergétiques, les accessoires, les câbles, les armoires électriques, y compris les appareillages nécessaires au téléservice éventuel, les appareils d'enregistrement des données et les logiciels d'acquisition, d'analyse et de validation des données, ainsi que les frais de formation du personnel y relatif;
3° pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment, l'achat et l'installation de matériaux ou d'équipements visant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment, pour les postes dont la liste est fixée par type de travaux, à l'annexe 2;
4°pour la réalisation de la stratégie immobilière globale du demandeur : les prestations nécessaires du chargé d'études, à l'exclusion des frais de personnel interne du demandeur.
Le Ministre détermine les coûts éligibles pour les travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
Modifications
Art. 11. § 1. Voor [1 ...]1 werkzaamheden ter verbetering van de prestaties van gebouwen wordt het subsidiepercentage als volgt vastgesteld :
1° vijfenzeventig procent [1 ...]1 voor het opstellen van een algemene vastgoedstrategie en voor de totstandbrenging van een energieboekhouding;
2° [1 ...]1;
3° veertig procent van de in subsidiabele kosten voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw.
§ 2. In afwijking van § 1, 3°, wordt voor de in artikel 10 bedoelde werken ter verbetering van de schil, voor zover het werken aan de bouwschil betreft, het bedrag van de tussenkomst als volgt vastgesteld :
1° vijfenzeventig procent [1 ...]1 voor het opstellen van een algemene vastgoedstrategie en voor de totstandbrenging van een energieboekhouding;
2° [1 ...]1;
3° veertig procent van de in subsidiabele kosten voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw.
§ 2. In afwijking van § 1, 3°, wordt voor de in artikel 10 bedoelde werken ter verbetering van de schil, voor zover het werken aan de bouwschil betreft, het bedrag van de tussenkomst als volgt vastgesteld :
Art. 11. § 1er. Pour les [1 ...]1 travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment, le taux de subvention est fixé comme suit :
1° septante-cinq pourcent [1 ...]1 pour l'élaboration d'une stratégie immobilière globale et pour l'installation d'une comptabilité énergétique;
2° [1 ...]1;
3° quarante pourcents des coûts éligibles pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment.
§ 2. Par dérogation au § 1er, 3°, pour les travaux d'amélioration de l'enveloppe visés à l'article 10, en ce qu'ils concernent les travaux sur l'enveloppe du bâtiment, le montant d'intervention est fixé comme suit :
1° septante-cinq pourcent [1 ...]1 pour l'élaboration d'une stratégie immobilière globale et pour l'installation d'une comptabilité énergétique;
2° [1 ...]1;
3° quarante pourcents des coûts éligibles pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment.
§ 2. Par dérogation au § 1er, 3°, pour les travaux d'amélioration de l'enveloppe visés à l'article 10, en ce qu'ils concernent les travaux sur l'enveloppe du bâtiment, le montant d'intervention est fixé comme suit :
| Soort werk | ||
| Forfaitair basisbedrag | Forfaitair bedrag voor het gebruik van materialen van biologische oorsprong | |
| Dakisolatie : Plafond/Zoldervloer | 17 EUR/m2 | 19 EUR/m2 |
| Dakisolatie : Schuin dak in de structuur | 36 EUR/m2 | 39 EUR/m2 |
| Dakisolatie : Sarking | 70 EUR/m2 | 77 EUR/m2 |
| Dakisolatie : Plat dak | 59 EUR/m2 | 65 EUR/m2 |
| Muurisolatie | 40 EUR/m2 | 44 EUR/m2 |
| Vloerisolatie | 16 EUR/m2 | 18 EUR/m2 |
| Vervanging van buitenschrijnwerk | 225 EUR/m2 | 248 EUR/m2 |
De minister kan de overeenkomstig lid 1 aan de werken toegekende forfaitaire bedragen aanpassen op basis van de ontwikkeling van de prijzen of materialen volgens de door hem vastgestelde prijsherzieningsindex, of op basis van de ontwikkeling van de technologieën.
§ 3. Voor de werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen, wordt het subsidiepercentage vastgesteld op 40 % van de subsidiabele kosten.
Modifications
| Type de travaux | ||
| Montant forfaitaire de base | Montant forfaitaire pour utilisation de matériaux bio-sourcés | |
| Isolation du toit : Plafond/Plancher comble | 17 EUR/m2 | 19 EUR/m2 |
| Isolation du toit : Toiture en pente dans la structure | 36 EUR/m2 | 39 EUR/m2 |
| Isolation du toit : Sarking | 70 EUR/m2 | 77 EUR/m2 |
| Isolation du toit : Toiture plate | 59 EUR/m2 | 65 EUR/m2 |
| Isolation des murs | 40 EUR/m2 | 44 EUR/m2 |
| Isolation du sol | 16 EUR/m2 | 18 EUR/m2 |
| Remplacements des menuiseries extérieures | 225 EUR/m2 | 248 EUR/ m2 |
Le Ministre peut adapter les montants forfaitaires alloués aux travaux conformément à l'alinéa 1er, sur base de l'évolution des prix ou des matériaux en fonction de l'indice de révision des prix qu'il détermine, ou sur base de l'évolution des technologies.
§ 3. Pour les travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques, le taux de subvention est fixé à 40 % des coûts éligibles.
Modifications
Art.12. De in artikel 11, § 1, punt 3°, bedoelde bedragen worden met 30 % verhoogd wanneer de uit hoofde van dit besluit gesubsidieerde werkzaamheden het toelaten om het volgende te bereiken :
1° een eindverbruik van energie kleiner dan of gelijk aan 80 kWh/m2.jaar of;
2° een vermindering van het eindverbruik van energie met ten minste 65 %,
De naleving van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden wordt vastgesteld aan de hand van de audit of, indien bij de werkzaamheden waarmee deze verbruiksniveaus kunnen worden bereikt de aanbevelingen van de audit niet zijn toegepast, aan de hand van een op dezelfde methode gebaseerde berekening van de door de aanvrager uitgevoerde werkzaamheden.
1° een eindverbruik van energie kleiner dan of gelijk aan 80 kWh/m2.jaar of;
2° een vermindering van het eindverbruik van energie met ten minste 65 %,
De naleving van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden wordt vastgesteld aan de hand van de audit of, indien bij de werkzaamheden waarmee deze verbruiksniveaus kunnen worden bereikt de aanbevelingen van de audit niet zijn toegepast, aan de hand van een op dezelfde methode gebaseerde berekening van de door de aanvrager uitgevoerde werkzaamheden.
Art.12. Les montants visés à l'article 11, § 1er, 3°, sont majorés de 30 pourcents lorsque les travaux faisant l'objet d'une subvention dans le cadre du présent arrêté permettent d'atteindre :
1° une consommation d'énergie finale inférieure ou égale à 80 kWh/m2.an ou;
2° une diminution de la consommation d'énergie finale de 65 % au moins,
Le respect des conditions visées à l'alinéa premier est établi par l'audit ou, lorsque les travaux permettant d'atteindre ces niveaux de consommation n'ont pas fait application des recommandations de l'audit, par un calcul sur base de la même méthodologie, faisant état des travaux tels qu'ils ont été réalisés par le demandeur.
1° une consommation d'énergie finale inférieure ou égale à 80 kWh/m2.an ou;
2° une diminution de la consommation d'énergie finale de 65 % au moins,
Le respect des conditions visées à l'alinéa premier est établi par l'audit ou, lorsque les travaux permettant d'atteindre ces niveaux de consommation n'ont pas fait application des recommandations de l'audit, par un calcul sur base de la même méthodologie, faisant état des travaux tels qu'ils ont été réalisés par le demandeur.
HOOFDSTUK 6. - Procedure voor het aanvragen en betalen van subsidies
CHAPITRE 6. - Procédure de demande de subvention et de liquidation
Art.13. § 1. Aanvragen voor subsidies [1 ...]1 uitgebreide bouwstrategieën moeten uiterlijk zes maanden na de datum van de factuur of de ereloonnota worden ingediend.
§ 2. De subsidieaanvraag voor de totstandbrenging van een energieboekhouding of voor de uitvoering van verbeteringen van de energie-efficiëntie in een gebouw wordt ingediend vóór de ingebruikneming en uitvoering van die werkzaamheden, die ten vroegste plaatsvinden na de kennisgeving van de subsidiebeslissing.
De beslissing tot toekenning van een subsidie kan afhankelijk worden gesteld van de wijziging van bepaalde technische aspecten van het aanvraagdossier of van bepaalde elementen van de controle indien de controle tekortkomingen in de prestaties van de controleur of fouten in de toegepaste methodologie aan het licht brengt. In dat geval stelt de administratie de aanvrager in kennis van de fouten die in haar controle zijn geconstateerd, en de auditeur van de correcties die in zijn controle moeten worden aangebracht.
Indien de werkzaamheden echter een dringend karakter hebben, kunnen zij worden aangevat vóór de kennisgeving van de beslissing over het dossier, mits de administratie schriftelijk toestemming geeft om met de werkzaamheden te beginnen. Deze toestemming om met de werkzaamheden te beginnen houdt geen beslissing tot toekenning van een subsidie in.
§ 1. Subsidieaanvragen voor werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen worden ingediend binnen de door de Minister vastgestelde termijn.
§ 2. De subsidieaanvraag voor de totstandbrenging van een energieboekhouding of voor de uitvoering van verbeteringen van de energie-efficiëntie in een gebouw wordt ingediend vóór de ingebruikneming en uitvoering van die werkzaamheden, die ten vroegste plaatsvinden na de kennisgeving van de subsidiebeslissing.
De beslissing tot toekenning van een subsidie kan afhankelijk worden gesteld van de wijziging van bepaalde technische aspecten van het aanvraagdossier of van bepaalde elementen van de controle indien de controle tekortkomingen in de prestaties van de controleur of fouten in de toegepaste methodologie aan het licht brengt. In dat geval stelt de administratie de aanvrager in kennis van de fouten die in haar controle zijn geconstateerd, en de auditeur van de correcties die in zijn controle moeten worden aangebracht.
Indien de werkzaamheden echter een dringend karakter hebben, kunnen zij worden aangevat vóór de kennisgeving van de beslissing over het dossier, mits de administratie schriftelijk toestemming geeft om met de werkzaamheden te beginnen. Deze toestemming om met de werkzaamheden te beginnen houdt geen beslissing tot toekenning van een subsidie in.
§ 1. Subsidieaanvragen voor werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen worden ingediend binnen de door de Minister vastgestelde termijn.
Modifications
Art.13. § 1er. Les demandes de subvention portant sur la réalisation d'un audit énergétique, [1 ...]1 sur la réalisation d'une stratégie immobilière globale sont introduites au plus tard six mois après la date de la facture ou de la note d'honoraires.
§ 2. Les demandes de subvention portant sur l'installation d'une comptabilité énergétique ou sur la réalisation des travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment sont préalables à la commande et à la mise en oeuvre de ces travaux, lesquels ont lieu au plus tôt après la notification de la décision d'octroi de la subvention.
La décision d'octroi de la subvention peut être conditionnée à la modification de certains aspects techniques du dossier de demande ou de certains éléments de l'audit lorsque le contrôle de l'audit fait apparaitre des manquements dans la réalisation de ses missions par l'auditeur ou des erreurs dans la méthodologie appliquée. Dans ce cas, l'administration informe le demandeur des erreurs constatées dans son audit, et l'auditeur des corrections à apporter à son audit.
Toutefois, si des travaux présentent un caractère d'urgence, ceux-ci peuvent débuter préalablement à la notification de la décision relative au dossier pour autant qu'une autorisation écrite de débuter les travaux soit délivrée par l'administration. Cette autorisation de débuter les travaux ne constitue pour autant une décision d'octroi de subvention.
§ 3. Les demandes de subvention portant sur des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques sont introduites dans le délai précisé par Monsieur le Ministre.
§ 2. Les demandes de subvention portant sur l'installation d'une comptabilité énergétique ou sur la réalisation des travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment sont préalables à la commande et à la mise en oeuvre de ces travaux, lesquels ont lieu au plus tôt après la notification de la décision d'octroi de la subvention.
La décision d'octroi de la subvention peut être conditionnée à la modification de certains aspects techniques du dossier de demande ou de certains éléments de l'audit lorsque le contrôle de l'audit fait apparaitre des manquements dans la réalisation de ses missions par l'auditeur ou des erreurs dans la méthodologie appliquée. Dans ce cas, l'administration informe le demandeur des erreurs constatées dans son audit, et l'auditeur des corrections à apporter à son audit.
Toutefois, si des travaux présentent un caractère d'urgence, ceux-ci peuvent débuter préalablement à la notification de la décision relative au dossier pour autant qu'une autorisation écrite de débuter les travaux soit délivrée par l'administration. Cette autorisation de débuter les travaux ne constitue pour autant une décision d'octroi de subvention.
§ 3. Les demandes de subvention portant sur des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques sont introduites dans le délai précisé par Monsieur le Ministre.
Modifications
Art.14. § 1. De gesubsidieerde werken worden uitgevoerd en opgeleverd binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de kennisgeving van de beslissing tot toekenning van de subsidie.
Die termijn kan met één jaar worden verlengd indien de begunstigde daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek indient, uiterlijk drie maanden voor de datum van verstrijken van de oorspronkelijk voorziene datum.
In afwijking van het eerste lid wordt, wanneer de werken overeenkomstig artikel 13, § 2, derde lid, zijn toegestaan te beginnen, de aanvraag tot betaling van de subsidie ingediend binnen twaalf maanden na de datum van kennisgeving van de subsidie.
§ 2. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing.
§ 3. De Minister of zijn afgevaardigde kan de inhoud van de in dit hoofdstuk bedoelde documenten nader bepalen en de vorm en de toepassingsmodaliteiten ervan vastleggen.
Die termijn kan met één jaar worden verlengd indien de begunstigde daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek indient, uiterlijk drie maanden voor de datum van verstrijken van de oorspronkelijk voorziene datum.
In afwijking van het eerste lid wordt, wanneer de werken overeenkomstig artikel 13, § 2, derde lid, zijn toegestaan te beginnen, de aanvraag tot betaling van de subsidie ingediend binnen twaalf maanden na de datum van kennisgeving van de subsidie.
§ 2. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing.
§ 3. De Minister of zijn afgevaardigde kan de inhoud van de in dit hoofdstuk bedoelde documenten nader bepalen en de vorm en de toepassingsmodaliteiten ervan vastleggen.
Art.14. § 1er. Les travaux subventionnés sont réalisés et réceptionnés dans un délai de trois ans à dater de la notification de la décision d'octroi de subvention.
Ce délai peut être prolongé d'un an si le bénéficiaire en fait la demande écrite et motivée au plus tard trois mois avant la date d'expiration du terme initialement prévu.
Par dérogation à l'alinéa 1er, lorsque les travaux ont fait l'objet d'une autorisation de débuter les travaux conformément à l'article 13, § 2, alinéa 3, la demande de liquidation de la subvention est introduite dans les douze mois qui suivent la date de notification d'octroi de subsides.
§ 2. En cas de non-respect des délais visés au § 1er, le dossier est clôturé et la décision d'octroi caduque.
§ 3. Le Ministre ou son délégué peut préciser le contenu des documents visés au présent chapitre et déterminer leur forme et leurs modalités d'application.
Ce délai peut être prolongé d'un an si le bénéficiaire en fait la demande écrite et motivée au plus tard trois mois avant la date d'expiration du terme initialement prévu.
Par dérogation à l'alinéa 1er, lorsque les travaux ont fait l'objet d'une autorisation de débuter les travaux conformément à l'article 13, § 2, alinéa 3, la demande de liquidation de la subvention est introduite dans les douze mois qui suivent la date de notification d'octroi de subsides.
§ 2. En cas de non-respect des délais visés au § 1er, le dossier est clôturé et la décision d'octroi caduque.
§ 3. Le Ministre ou son délégué peut préciser le contenu des documents visés au présent chapitre et déterminer leur forme et leurs modalités d'application.
Art.15. § 1. De subsidieaanvraag wordt bij de administratie ingediend aan de hand van het ter beschikking gestelde formulier.
Het dossier met betrekking tot de subsidieaanvraag bevat :
a) het bestek of de omschrijving van [1 ...]1 het te installeren materieel of de uit te voeren werken;
b) de omschrijving van de aard van de bestemming van het gebouw en de gebruiksintensiteit ervan;
c) een kopie van het rapport over de bouwstrategie van de aanvrager;
d) alle documenten betreffende de financieringsbronnen en de subsidies die al ontvangen of aangevraagd werden of die aangevraagd kunnen worden voor de uitvoering van de geplande werken.
§ 2. [1 ...]1.
§ 3. Voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie van de gebouwen of de totstandbrenging van een energieboekhouding bevat het dossier tevens:
a) de gegevens inzake energieverbruik voor de laatste drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag of, wanneer die gegevens niet-beschikbaar zijn, de gegevens in verband met de prestaties van de bouwschil waardoor een theoretisch energieverbruik berekend kan worden;
b) de omstandige kostenraming voor de levering en de plaatsing van het materieel bedoeld bij de subsidie;
c) een toelichting over de naleving van de in bijlage 1 bedoelde technische criteria;
d) de rechtvaardiging dat de geplande werken deel uitmaken van de algemene bouwstrategie van de aanvrager;
e) de kopie van het auditverslag voor het gebouw of een rechtvaardiging dat de met de aanvraag beoogde werken overeenkomstig de aanbevelingen van de audit worden uitgevoerd;
f) een gedetailleerde berekeningsnota van de energiebesparing die de voorgenomen werken opleveren, opgesteld door de auditeur overeenkomstig zijn taken;
g) wanneer de werken waarvoor de subsidie wordt aangevraagd niet in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de audit, de verantwoordingsnota waarin het belang van het afwijken van de aanbevelingen van de audit wordt aangetoond en waaruit blijkt dat de uitgevoerde werken het mogelijk maken de doelstellingen van het stappenplan voor de renovatie van het gebouw te bereiken;
h) wanneer niet aan de onder e) genoemde voorwaarden is voldaan, de gedetailleerde berekeningsnota ter staving van de energiebesparingen die de met de subsidieaanvraag beoogde werken opleveren.
Wanneer de aanvrager voornemens is gebruik te maken van de in artikel 12, lid 1, bedoelde verhoogde subsidie, vermeldt hij dit in zijn aanvraag en toont hij door middel van de in lid 1, onder f), of, in voorkomend geval, onder h), bedoelde berekeningsnota aan dat aan de voorwaarden van artikel 12 kan worden voldaan.
De Minister kan verlangen dat een berekeningsblad wordt opgesteld waaruit de energiebesparing of het beoogde subsidiebedrag blijkt, in een door hem te bepalen vorm.
§ 4. De Minister bepaalt de inhoud van de subsidieaanvraag wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
Het dossier met betrekking tot de subsidieaanvraag bevat :
a) het bestek of de omschrijving van [1 ...]1 het te installeren materieel of de uit te voeren werken;
b) de omschrijving van de aard van de bestemming van het gebouw en de gebruiksintensiteit ervan;
c) een kopie van het rapport over de bouwstrategie van de aanvrager;
d) alle documenten betreffende de financieringsbronnen en de subsidies die al ontvangen of aangevraagd werden of die aangevraagd kunnen worden voor de uitvoering van de geplande werken.
§ 2. [1 ...]1.
§ 3. Voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie van de gebouwen of de totstandbrenging van een energieboekhouding bevat het dossier tevens:
a) de gegevens inzake energieverbruik voor de laatste drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag of, wanneer die gegevens niet-beschikbaar zijn, de gegevens in verband met de prestaties van de bouwschil waardoor een theoretisch energieverbruik berekend kan worden;
b) de omstandige kostenraming voor de levering en de plaatsing van het materieel bedoeld bij de subsidie;
c) een toelichting over de naleving van de in bijlage 1 bedoelde technische criteria;
d) de rechtvaardiging dat de geplande werken deel uitmaken van de algemene bouwstrategie van de aanvrager;
e) de kopie van het auditverslag voor het gebouw of een rechtvaardiging dat de met de aanvraag beoogde werken overeenkomstig de aanbevelingen van de audit worden uitgevoerd;
f) een gedetailleerde berekeningsnota van de energiebesparing die de voorgenomen werken opleveren, opgesteld door de auditeur overeenkomstig zijn taken;
g) wanneer de werken waarvoor de subsidie wordt aangevraagd niet in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de audit, de verantwoordingsnota waarin het belang van het afwijken van de aanbevelingen van de audit wordt aangetoond en waaruit blijkt dat de uitgevoerde werken het mogelijk maken de doelstellingen van het stappenplan voor de renovatie van het gebouw te bereiken;
h) wanneer niet aan de onder e) genoemde voorwaarden is voldaan, de gedetailleerde berekeningsnota ter staving van de energiebesparingen die de met de subsidieaanvraag beoogde werken opleveren.
Wanneer de aanvrager voornemens is gebruik te maken van de in artikel 12, lid 1, bedoelde verhoogde subsidie, vermeldt hij dit in zijn aanvraag en toont hij door middel van de in lid 1, onder f), of, in voorkomend geval, onder h), bedoelde berekeningsnota aan dat aan de voorwaarden van artikel 12 kan worden voldaan.
De Minister kan verlangen dat een berekeningsblad wordt opgesteld waaruit de energiebesparing of het beoogde subsidiebedrag blijkt, in een door hem te bepalen vorm.
§ 4. De Minister bepaalt de inhoud van de subsidieaanvraag wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
Modifications
Art.15. § 1er. La demande de subvention est introduite auprès de l'administration, sur base du formulaire mis à disposition.
Le dossier de demande de subvention contient :
a) le cahier des charges ou descriptif [1 ...]1 du matériel à installer ou des travaux à réaliser;
b) la description de la nature de l'affectation du bâtiment et de son régime d'occupation;
c) une copie du rapport de stratégie immobilière du demandeur;
d) tous les documents relatifs aux sources de financement et aux subventions déjà perçues, sollicitées ou qui peuvent être sollicitées pour la réalisation des travaux envisagés.
§ 2. [1 ...]1.
§ 3. Pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments ou l'installation d'une comptabilité énergétique, le dossier contient également :
a) les données de consommations d'énergie pour les trois années précédant la demande de subvention ou, lorsque ces données ne sont pas disponibles, des données relatives à la performance de l'enveloppe du bâtiment, permettant de déterminer une consommation d'énergie théorique;
b) le devis estimatif détaillé relatif à la fourniture et au placement du matériel ou des travaux visés par la subvention;
c) une note explicative relative au respect des critères techniques visés à l'annexe 1;
d) la justification de ce que les travaux envisagés s'inscrivent dans le cadre de la stratégie immobilière globale du demandeur;
e) la copie du rapport d'audit établi pour le bâtiment ou la justification de ce que les travaux envisagés par la demande sont effectués conformément aux recommandations de l'audit;
f) une note de calcul détaillée de l'économie d'énergie générée par les travaux envisagés, établie par l'auditeur conformément à ses missions;
g) lorsque les travaux faisant l'objet de la demande de subvention ne font pas application des recommandations de l'audit, la note justificative établissant de l'intérêt de s'écarter des recommandations de l'audit et établissant que les travaux réalisés permettent de rencontrer les objectifs de la feuille de route de rénovation du bâtiment;
h) lorsque les conditions fixées au point e) ne sont pas rencontrées, la note de calcul justificative détaillée des économies d'énergie générée par les travaux envisagés par la demande de subvention.
Lorsque le demandeur entend se prévaloir de la majoration de subvention visée à l'article 12, alinéa 1, il en fait mention dans sa demande et il démontre la possibilité de répondre aux conditions de l'article 12, par la note de calcul visée à l'alinéa 1er, point f), ou, le cas échéant, point h).
Le Ministre peut imposer la réalisation d'une feuille de calcul des économies d'énergie ou du montant envisagé des subventions, selon le format qu'il détermine.
§ 4. Le Ministre détermine le contenu de la demande de subvention lorsqu'elle concerne des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
Le dossier de demande de subvention contient :
a) le cahier des charges ou descriptif [1 ...]1 du matériel à installer ou des travaux à réaliser;
b) la description de la nature de l'affectation du bâtiment et de son régime d'occupation;
c) une copie du rapport de stratégie immobilière du demandeur;
d) tous les documents relatifs aux sources de financement et aux subventions déjà perçues, sollicitées ou qui peuvent être sollicitées pour la réalisation des travaux envisagés.
§ 2. [1 ...]1.
§ 3. Pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments ou l'installation d'une comptabilité énergétique, le dossier contient également :
a) les données de consommations d'énergie pour les trois années précédant la demande de subvention ou, lorsque ces données ne sont pas disponibles, des données relatives à la performance de l'enveloppe du bâtiment, permettant de déterminer une consommation d'énergie théorique;
b) le devis estimatif détaillé relatif à la fourniture et au placement du matériel ou des travaux visés par la subvention;
c) une note explicative relative au respect des critères techniques visés à l'annexe 1;
d) la justification de ce que les travaux envisagés s'inscrivent dans le cadre de la stratégie immobilière globale du demandeur;
e) la copie du rapport d'audit établi pour le bâtiment ou la justification de ce que les travaux envisagés par la demande sont effectués conformément aux recommandations de l'audit;
f) une note de calcul détaillée de l'économie d'énergie générée par les travaux envisagés, établie par l'auditeur conformément à ses missions;
g) lorsque les travaux faisant l'objet de la demande de subvention ne font pas application des recommandations de l'audit, la note justificative établissant de l'intérêt de s'écarter des recommandations de l'audit et établissant que les travaux réalisés permettent de rencontrer les objectifs de la feuille de route de rénovation du bâtiment;
h) lorsque les conditions fixées au point e) ne sont pas rencontrées, la note de calcul justificative détaillée des économies d'énergie générée par les travaux envisagés par la demande de subvention.
Lorsque le demandeur entend se prévaloir de la majoration de subvention visée à l'article 12, alinéa 1, il en fait mention dans sa demande et il démontre la possibilité de répondre aux conditions de l'article 12, par la note de calcul visée à l'alinéa 1er, point f), ou, le cas échéant, point h).
Le Ministre peut imposer la réalisation d'une feuille de calcul des économies d'énergie ou du montant envisagé des subventions, selon le format qu'il détermine.
§ 4. Le Ministre détermine le contenu de la demande de subvention lorsqu'elle concerne des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
Modifications
Art.16. § 1. De aanvraag tot betaling van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding en voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw wordt binnen twaalf maanden na de voorlopige oplevering van de werken bij de administratie ingediend.
Binnen 30 werkdagen na ontvangst van de subsidieaanvraag richt de administratie een ontvangstbevestiging aan de aanvrager, waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.
Indien het dossier onvolledig verklaard wordt, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de datum van verzending van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het derde lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede bericht van ontvangst aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.
Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in lid 3 de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag onontvankelijk.
§ 2. De beslissing om de subsidie te weigeren wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is.
§ 3. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing.
Binnen 30 werkdagen na ontvangst van de subsidieaanvraag richt de administratie een ontvangstbevestiging aan de aanvrager, waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.
Indien het dossier onvolledig verklaard wordt, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de datum van verzending van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het derde lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede bericht van ontvangst aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.
Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in lid 3 de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag onontvankelijk.
§ 2. De beslissing om de subsidie te weigeren wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is.
§ 3. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing.
Art.16. § 1er. La demande de liquidation de la subvention pour l'installation d'une comptabilité énergétique et pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment est introduite auprès de l'administration dans les douze mois à dater de la réception provisoire des travaux.
Dans les 30 jours qui suivent la réception de la demande de subvention, l'administration envoie au demandeur un accusé de réception qui précise si le dossier de demande est complet.
Si le dossier est déclaré incomplet, le demandeur dispose d'un délai de deux mois prenant cours à dater de l'envoi de l'accusé de réception pour fournir les éléments manquants.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 3, le demandeur a fait parvenir les renseignements demandés, l'administration envoie au demandeur un second accusé de réception qui précise le caractère complet de son dossier.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 3, le demandeur n'a pas donné les renseignements sollicités, la demande est irrecevable.
§ 2. La décision de refus de la subvention est notifiée au demandeur dans les six mois à dater de l'envoi de l'accusé de réception du caractère complet de la demande.
§ 3. En cas de non-respect des délais visés au § 1er, le dossier est clôturé et la décision d'octroi caduque.
Dans les 30 jours qui suivent la réception de la demande de subvention, l'administration envoie au demandeur un accusé de réception qui précise si le dossier de demande est complet.
Si le dossier est déclaré incomplet, le demandeur dispose d'un délai de deux mois prenant cours à dater de l'envoi de l'accusé de réception pour fournir les éléments manquants.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 3, le demandeur a fait parvenir les renseignements demandés, l'administration envoie au demandeur un second accusé de réception qui précise le caractère complet de son dossier.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 3, le demandeur n'a pas donné les renseignements sollicités, la demande est irrecevable.
§ 2. La décision de refus de la subvention est notifiée au demandeur dans les six mois à dater de l'envoi de l'accusé de réception du caractère complet de la demande.
§ 3. En cas de non-respect des délais visés au § 1er, le dossier est clôturé et la décision d'octroi caduque.
Art.17. - De toekenning van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding of voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw houdt de verplichting in om gedurende vijf jaar jaarlijks aan de administratie informatie te verstrekken over het energieverbruik van het betrokken gebouw via het formulier dat zij ter beschikking stelt.
De in het eerste lid bedoelde verplichting gaat in het jaar van de vereffening van de subsidie.
Latere subsidieaanvragen voor hetzelfde gebouw zijn niet ontvankelijk zolang de aanvrager niet voldoet aan de in lid 1 bedoelde verplichting.
De Minister bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde rapportage.
De in het eerste lid bedoelde verplichting gaat in het jaar van de vereffening van de subsidie.
Latere subsidieaanvragen voor hetzelfde gebouw zijn niet ontvankelijk zolang de aanvrager niet voldoet aan de in lid 1 bedoelde verplichting.
De Minister bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde rapportage.
Art.17. L'octroi de la subvention portant sur l'installation d'une comptabilité énergétique ou sur des travaux d'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment implique l'obligation de fournir à l'administration, chaque année, pendant cinq ans, les informations relatives aux consommations énergétiques du bâtiment concerné au moyen du formulaire mis à disposition par l'administration.
L'obligation visée à l'alinéa 1er prend cours l'année de la liquidation de la subvention.
Les demandes de subsides ultérieures portant sur le même bâtiment sont irrecevables tant que le demandeur ne respecte pas l'obligation visée à l'alinéa 1er.
Le Ministre détermine les modalités d'application du rapportage visé à l'alinéa 1er.
L'obligation visée à l'alinéa 1er prend cours l'année de la liquidation de la subvention.
Les demandes de subsides ultérieures portant sur le même bâtiment sont irrecevables tant que le demandeur ne respecte pas l'obligation visée à l'alinéa 1er.
Le Ministre détermine les modalités d'application du rapportage visé à l'alinéa 1er.
Art.18. - § 1. De aanvraag tot betaling van de subsidie wordt bij de administratie ingediend aan de hand van het ter beschikking gestelde formulier.
Het in artikel 15, § 2, bedoelde subsidieaanvraagdossier voor de uitvoering van audits, haalbaarheidsvoorstudies of onderzoeken over de algemene bouwstrategie wordt beschouwd als een aanvraag tot betaling van de subsidie.
Het dossier betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding en voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw bestaat uit:
1° de beslissing tot toewijzing van de overheidsopdracht voor de aanneming van werken en de vergelijkende analyse van de offertes;
2° het afschrift van de offerte van de aannemer;
3° de verschillende staten van vordering van de werken, de eindafrekening en de desbetreffende facturen;
4° het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de werken;
5 ° het bewijs dat de werken zijn uitgevoerd overeenkomstig het aanvraagdossier of voldoen aan de wijzigingen bedoeld in artikel 13, § 2, tweede lid.
De Minister kan de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie aanvullen en differentiëren naar gelang van de uitgevoerde werken.
De Minister bepaalt de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
§ 2. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot betaling van de subsidie richt de administratie aan de aanvrager een ontvangstbevestiging waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.
Indien het dossier onvolledig is, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede ontvangstbevestiging aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.
Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag tot betaling onontvankelijk.
§ 3. De beslissing betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging en van de bevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is. Deze kennisgeving vermeldt het bedrag van de toe te kennen subsidie.
De begunstigde van de subsidie dient zijn schuldvordering tegenover het Gewest in tweevoud binnen 6 maanden na deze kennisgeving in.
Het in artikel 15, § 2, bedoelde subsidieaanvraagdossier voor de uitvoering van audits, haalbaarheidsvoorstudies of onderzoeken over de algemene bouwstrategie wordt beschouwd als een aanvraag tot betaling van de subsidie.
Het dossier betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding en voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw bestaat uit:
1° de beslissing tot toewijzing van de overheidsopdracht voor de aanneming van werken en de vergelijkende analyse van de offertes;
2° het afschrift van de offerte van de aannemer;
3° de verschillende staten van vordering van de werken, de eindafrekening en de desbetreffende facturen;
4° het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de werken;
5 ° het bewijs dat de werken zijn uitgevoerd overeenkomstig het aanvraagdossier of voldoen aan de wijzigingen bedoeld in artikel 13, § 2, tweede lid.
De Minister kan de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie aanvullen en differentiëren naar gelang van de uitgevoerde werken.
De Minister bepaalt de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.
§ 2. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot betaling van de subsidie richt de administratie aan de aanvrager een ontvangstbevestiging waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.
Indien het dossier onvolledig is, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede ontvangstbevestiging aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.
Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag tot betaling onontvankelijk.
§ 3. De beslissing betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging en van de bevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is. Deze kennisgeving vermeldt het bedrag van de toe te kennen subsidie.
De begunstigde van de subsidie dient zijn schuldvordering tegenover het Gewest in tweevoud binnen 6 maanden na deze kennisgeving in.
Art.18. § 1er. La demande de liquidation de la subvention est introduite auprès de l'administration, sur base du formulaire mis à disposition.
Le dossier de demande de subvention visé à l'article 15, § 2, pour la réalisation d'audits, ou d'études de préfaisabilité ou de la stratégie immobilière globale, vaut demande de liquidation de la subvention.
Le dossier de demande de liquidation de la subvention est composé, pour l'installation d'une comptabilité énergétique et pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment, de :
1° la décision d'attribution du marché de travaux et l'analyse comparative des offres;
2° la copie de l'offre de l'adjudicataire;
3° les différents états d'avancement des travaux, le décompte final et les factures y afférentes;
4° le procès-verbal de réception provisoire des travaux;
5° les éléments de preuve permettant de justifier que les travaux ont été réalisés conformément au dossier de demande, ou répondent aux modifications visées à l'article 13, § 2, alinéa 2.
Le Ministre peut compléter le contenu de la demande de liquidation de subvention et le différencier en fonction des travaux réalisés.
Le Ministre détermine le contenu de la demande de liquidation de la subvention lorsqu'elle concerne des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
§ 2. Dans les trente jours qui suivent la réception de la demande de liquidation de la subvention, l'administration envoie un accusé de réception au demandeur précisant si le dossier de demande est complet ou non.
Si le dossier est incomplet, le demandeur dispose d'un délai de deux mois prenant cours à la date de réception de l'accusé de réception pour fournir les éléments manquants.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 2, le demandeur a fait parvenir les renseignements demandés, l'administration envoie au demandeur un second accusé de réception qui précise le caractère complet de son dossier.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 2, le demandeur n'a pas donné les renseignements sollicités, la demande de liquidation est irrecevable.
§ 3. La décision quant à la demande de liquidation de la subvention est notifiée au demandeur dans les six mois à dater de l'envoi de l'accusé de réception du caractère complet de la demande. Cette notification mentionne le montant de la subvention à liquider.
Le bénéficiaire de la subvention introduit sa déclaration de créance envers la Région en double exemplaire dans les 6 mois de cette notification.
Le dossier de demande de subvention visé à l'article 15, § 2, pour la réalisation d'audits, ou d'études de préfaisabilité ou de la stratégie immobilière globale, vaut demande de liquidation de la subvention.
Le dossier de demande de liquidation de la subvention est composé, pour l'installation d'une comptabilité énergétique et pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment, de :
1° la décision d'attribution du marché de travaux et l'analyse comparative des offres;
2° la copie de l'offre de l'adjudicataire;
3° les différents états d'avancement des travaux, le décompte final et les factures y afférentes;
4° le procès-verbal de réception provisoire des travaux;
5° les éléments de preuve permettant de justifier que les travaux ont été réalisés conformément au dossier de demande, ou répondent aux modifications visées à l'article 13, § 2, alinéa 2.
Le Ministre peut compléter le contenu de la demande de liquidation de subvention et le différencier en fonction des travaux réalisés.
Le Ministre détermine le contenu de la demande de liquidation de la subvention lorsqu'elle concerne des travaux de mise en conformité de l'installation électrique en vue de l'installation de panneaux photovoltaïques.
§ 2. Dans les trente jours qui suivent la réception de la demande de liquidation de la subvention, l'administration envoie un accusé de réception au demandeur précisant si le dossier de demande est complet ou non.
Si le dossier est incomplet, le demandeur dispose d'un délai de deux mois prenant cours à la date de réception de l'accusé de réception pour fournir les éléments manquants.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 2, le demandeur a fait parvenir les renseignements demandés, l'administration envoie au demandeur un second accusé de réception qui précise le caractère complet de son dossier.
Si, au terme du délai visé à l'alinéa 2, le demandeur n'a pas donné les renseignements sollicités, la demande de liquidation est irrecevable.
§ 3. La décision quant à la demande de liquidation de la subvention est notifiée au demandeur dans les six mois à dater de l'envoi de l'accusé de réception du caractère complet de la demande. Cette notification mentionne le montant de la subvention à liquider.
Le bénéficiaire de la subvention introduit sa déclaration de créance envers la Région en double exemplaire dans les 6 mois de cette notification.
HOOFDSTUK 7.
CHAPITRE 7.
Hoofdstuk IX. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
CHAPITRE 8. - Dispositions transitoires, abrogatoires et finales
Art.29. De personen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) als globale energieauditeur voor gebouwen erkend zijn, worden erkend als UREBA-auditeur in de zin van dit besluit.
Dit besluit is van toepassing op de erkenningen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit verleend zijn.
Dit besluit is van toepassing op de erkenningsaanvragen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingediend zijn.
Dit besluit is van toepassing op de erkenningen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit verleend zijn.
Dit besluit is van toepassing op de erkenningsaanvragen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingediend zijn.
Art.29. Disposent d'un agrément en qualité d'auditeur UREBA au sens du présent arrêté, les personnes agréées en qualité d'auditeur énergétique global dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Le présent arrêté s'applique aux agréments obtenus avant l'entrée en vigueur du présent arrêté dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Le présent arrêté s'applique aux demandes d'agrément introduites avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Le présent arrêté s'applique aux agréments obtenus avant l'entrée en vigueur du présent arrêté dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Le présent arrêté s'applique aux demandes d'agrément introduites avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Art.30.. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en tijdens een periode van zes maanden die ingaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit kan een subsidieaanvraag worden ingediend voor de doorvoering van een energieaudit of een haalbaarheidsvoorstudie betreffende een investering met het oog op de verwezenlijking van werken die de energie-efficiëntie van het gebouw kunnen verhogen en die voldoen aan de criteria van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA). In dit geval wordt het bedrag van de subsidie berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10 en 11.
De subsidieaanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend, blijven onderworpen aan het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).
Bij fraude ten opzichte van dit besluit of van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA), mag de begunstigde gedurende tien jaar vanaf de datum van ontdekking van de fraude geen nieuwe subsidie in de zin van dit besluit aanvragen.
De subsidieaanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend, blijven onderworpen aan het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).
Bij fraude ten opzichte van dit besluit of van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA), mag de begunstigde gedurende tien jaar vanaf de datum van ontdekking van de fraude geen nieuwe subsidie in de zin van dit besluit aanvragen.
Art.30. Dans la limite des crédits budgétaires disponibles, pendant une période de six mois prenant cours à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, une demande de subvention peut être introduite pour la réalisation d'un audit énergétique ou d'une étude de préfaisabilité d'un investissement visant la réalisation de travaux permettant une amélioration de la performance énergétique d'un bâtiment qui répondent aux critères de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA). Dans ce cas, le montant de la subvention est calculé conformément aux dispositions des articles 10 et 11.
Les demandes de subvention introduites avant l'entrée en vigueur du présent arrêté restent soumises à l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
En cas de fraude au présent arrêté ou à l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA), le bénéficiaire ne peut pas solliciter de nouvelle subvention au sens du présent arrêté pendant dix ans à dater de la découverte de la fraude.
Les demandes de subvention introduites avant l'entrée en vigueur du présent arrêté restent soumises à l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
En cas de fraude au présent arrêté ou à l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA), le bénéficiaire ne peut pas solliciter de nouvelle subvention au sens du présent arrêté pendant dix ans à dater de la découverte de la fraude.
Art.31. Binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen subsidieaanvragen worden ingediend voor werken ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen die niet zijn geauditeerd. In dat geval voegt de aanvrager bij zijn dossier een berekeningsnota die voldoet aan de vereisten van bijlage 4 bij het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).
Art.31. Les demandes de subvention portant sur la réalisation de travaux d'amélioration de la performance énergétique dans des bâtiments n'ayant pas fait l'objet d'un audit peuvent être introduites dans un délai de 1 an à dater de l'entrée en vigueur du présent arrêté. Dans ce cas, le demandeur joint à son dossier une note de calcul respectant les exigences de l'annexe 4 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA).
Art.32. Het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) wordt opgeheven.
Art.32. L'arrêté du Gouvernement wallon du 28 mars 2013 relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux visant l'amélioration de la performance énergétique et l'utilisation rationnelle de l'énergie dans les bâtiments (UREBA) est abrogé.
Art.33. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2022.
Art.33. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2022.
Art.34.. Dit besluit kan geïdentificeerd worden met het woord "UREBA".
Art.34. Le présent arrêté peut aussi être identifié par les termes " UREBA ".
Art.35. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.35. Le Ministre de l'Energie est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. Technische minimumvereisten
§ 1. Om voor de subsidies in aanmerking te komen, nemen de werken omschreven in artikel 9, lid 1, van het besluit volgende technische minimumvereisten in acht:
1. De werken voor de thermische isolatie van de wanden van het gebouw, die het mogelijk maakt totale transmissiecoëfficiënten (U) te bereiken die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de volgende waarden:
§ 1. Om voor de subsidies in aanmerking te komen, nemen de werken omschreven in artikel 9, lid 1, van het besluit volgende technische minimumvereisten in acht:
1. De werken voor de thermische isolatie van de wanden van het gebouw, die het mogelijk maakt totale transmissiecoëfficiënten (U) te bereiken die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de volgende waarden:
Art. N1. Annexe 1. Exigences techniques minimales
§ 1er. Pour être éligibles aux subventions, les travaux définis à l'article 9 alinéa 1er de l'arrêté respectent les exigences techniques minimales suivantes :
1. Les travaux d'isolation thermique des parois du bâtiment permettent d'atteindre des coefficients globaux de transmission (U) inférieurs ou égaux aux valeurs suivantes :
§ 1er. Pour être éligibles aux subventions, les travaux définis à l'article 9 alinéa 1er de l'arrêté respectent les exigences techniques minimales suivantes :
1. Les travaux d'isolation thermique des parois du bâtiment permettent d'atteindre des coefficients globaux de transmission (U) inférieurs ou égaux aux valeurs suivantes :
| Wanden die het beschermde volume afbakenen | Umax |
| Vensters: - Enkel de beglazing - Ramen en beglazing | 1,1 1,5 |
| Deuren | 2 |
| Muren - gordijnen : - Enkel de beglazing - Ramen en beglazing | 1,1 2 |
| Transparante/doorschijnende wanden, met uitzondering van glas : - Enkel transparante deel (bc dakkoepel in polycarbonaat) - Raamwerk en transparant deel | 1,4 2 |
2
De coëfficiënt van thermische weerstand R van het toegevoegd materiaal moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan volgende waarden :
| Parois délimitant le volume protégé | Umax |
| Fenêtres : - Vitrage uniquement - Ensemble châssis et vitrage | 1,1 1,5 |
| Portes | 2 |
| Murs-rideaux : - Vitrage uniquement - Ensemble châssis et vitrage | 1,1 2 |
| Parois transparentes/translucides autres que le verre : - partie transparente uniquement (ex : coupole de toit en polycarbonate) - Ensemble châssis et partie transparente | 1,4 2 |
2
Le coefficient de résistance thermique R de l'isolant ajouté sera supérieur ou égal aux valeurs suivantes :
| Wanden die het beschermde volume afbakenen | Rmin van het ingewerkte isolerend materiaal |
| Muren | 6 |
| Dak of plafond | 6 |
| Plankenvloer : | 4 |
4
Bij vervanging van de raamlijsten of van de deuren dienen de eisen vermeld in bijlage C3 bij het besluit van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen nageleefd te worden voor de luchttoevoer in de lokalen.
2. De werken voor de installatie, vervanging of verbetering van de ventilatiesystemen nemen volgende eisen in acht:
a. De installatie van iedere uitrusting op het gebied van de ventilatie moet gedimensioneerd worden volgens de eisen van bijlage C3 bij het besluit van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen. In afwijking van bijlage C3 moet de aangevraagde kwaliteit van de binnenlucht minimum van categorie "INT 2" in plaats van "INT 3" zijn, namelijk 36m3/h per persoon.
b. De regeling van de luchtkwaliteit moet worden uitgevoerd met behulp van een IDA-C6 regelingssysteem.
3. Werken voor de thermische isolatie en de regulatie van de bestaande systemen nemen de eisen van bijlage C4 van het besluit van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen in acht.
4. De installatie, de vervanging en de modernisering van volgende systemen waarbij hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt nemen volgende eisen in acht :
a) Voor de warmtepompen :
Het toestel voldoet aan de eisen van de Europese norm.
b) Voor de thermische zonne-installaties :
1° de sensor voldoet aan de eisen van de Europese norm;
2° het systeem maakt een primaire energiebesparing mogelijk;
3° de werken worden uitgevoerd door een gecertificeerd installateur in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2010 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler;
4° de installatie omvat een performantie-opvolgingssysteem waarbij een beoordeling van de jaarlijks globale energiebalans mogelijk wordt gemaakt (zonneproductie en ondersteuningssysteem).
c) Voor de biomassaketels :
Het toestel voldoet aan de definities, eisen, proeven en markering van de norm NBN EN 303-5 en heeft een efficiëntie van klasse 5, gevestigd volgens deze norm.
5. De vervanging en de modernisering van de verlichtingssystemen, voor zover de verlichtingsarmaturen niet vervangen zijn in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidie-aanvraag, voldoen aan volgende eisen :
a) De vervanging van het verlichtingssysteem door een naar Belgische normen aangelegd systeem waarvan het na werken geïnstalleerd vermogen niet verder reikt dan :
1° 3 W/m2 per 100 lux in sporthallen en zwembaden;
b) 2,5 W/m2 per 100 lux in kantoren en schoollokalen;
c) 3 W/m2 per 100 lux in lokalen voor ziekenhuisgebruik;
4° tussen 3 W/m2 per 100 lux in een lage en brede gang (min 30 m x 2 m x 2,8 m) en 8,5 W/m2 per 100 lux in een hoge en smalle gang (min 30 m x 1 m x 3,5 m).
De vervanging van enkel de lichtbron is niet toelaatbaar, het volledige verlichtingssysteem moet worden vervangen.
b) De installatie van elk systeem voor de optimisering van de werking van het verlichtingssysteem betreft met name:
1° een timer, eventueel gecombineerd met aanwezigheidsdetectoren, in de doorgangsvertrekken evenals in de doorgangen en toiletten;
2°een "alles of niets" of continue regeling van de lichtstroom in functie van de natuurlijke verlichting van het vertrek;
c) een dubbele ontsteking die een minder sterke verlichting mogelijk maakt (van 30 tot 50 % ).
6. Voor de werken voor de installatie, de vervanging of de verbetering van een warmtekrachtskoppelingseenheid dient er een energiebesparing te worden verricht in verhouding tot de gescheiden productie van dezelfde hoeveelheden aan warmte of elektriciteit. Een berekeningsnota dient aan te tonen dat de warmtekrachtskoppelingseenheid een globale energie-efficiëntie vertoont die hoger is dan de installaties afzonderlijk.
7. Voor de installatie van externe zonweringen :
a) De venstters met zonweringen hebben een oriëntatie tussen het zuidoosten en het westen via het zuiden, meer bepaald van 135° tot 270°.
b) De zonweringen dienen te worden bediend via een automatisch beheerssysteem (regulering in functie van de blootstelling aan het zonlicht, de buitentemperatuur en de binnentemperatuur).
8. Voor de installatie voor de afkoeling door natuurlijke of hybride ventilatie dient de ventilatie geautomatiseerd te zijn (automatische openingen die geregeld worden in functie van de binnen- en de buitentemperatuur).
9. Voor de installatie of de uitbreiding van een warmtenet: de werken zijn een onontbeerlijke voorwaarde voor een rationeel energiegebruik en een toelichtende nota, aangevuld met een berekeningsnota, zal dienen aan te tonen dat het warmtenet een globale hogere energie-efficiëntie vertoont, dan wel een vermindering van de CO2-emissies in verhouding tot deze installaties afzonderlijk genomen.
§ 2. Voor het inwinnen van de gegevens als bedoeld in artikel 9, § 2, van het besluit, dient elk verbruikssysteem en elk verbruikspunt geïdentificeerd te worden via :
a) de gebruikte energievector;
b) Het gebruik dat van de energie wordt gemaakt (verwarming of niet);
c) de wijze van bevoorrading (teller of opslag);
d) de fysische teleenheid (liter, m3, kg, Wu...);;
e) de vermenigvuldigingsfactor tussen de index en de fysieke teleenheid;
f) de omzettingsfactor voor de standaardisering van de consumptie in kWu.
De verwerking van de gegevens als bedoeld in hetzelfde artikel bestaat erin, de gegevens te registreren en te verwerken om :
a) a) de standaardisering van het energieverbruik uitgedrukt in eenzelfde energie-eenheid te verwezenlijken:
b) b) de berekening van het energieverbruik in een primaire energie-eenheid te verwezenlijken;
c) c) de uitschakeling van de invloed van strenge weersomstandigheden in de opmetingen van het energieverbruik mogelijk te maken door ze terug te brengen tot de referentiële weersituatie via de techniek van de dagtemperaturen;
d) de berekening van de CO2-emissies voor een referentiële weersituatie te verwezenlijken;
e) Voor elk verbruikssysteem en voor elk verbruikspunt vergelijkende ratio's vast te stellen, eveneals een performantietabel die representatief is voor het gebruik van het gebouw. Elke beheerder kiest de criteria uit die hem het meest relevant lijken.
De resultaten van de energieboekhouding dienen een waarneming van volgende gegevens mogelijk te maken:
a) fouten bij de lezing, codering en plots buitensporig verbruik;
b) reguleringsproblemen;
c) geleidelijk buitensporig verbruik (gebrek aan onderhoud van de uitrustingen,...);;
e) het bestaan van verbruiksvormen die losstaan van strenge weersomstandigheden;
e) het vaststellen van een energieverbruiksniveau in een normaal klimaatjaar;
f) het vaststellen van een budget "energieuitgaven" in een normaal klimaatjaar
h) de besparingen verkregen dankzij de opgezette projecten.
De resultaten dienen duidelijk uiteengezet te worden (grafiek, tabel...) en een begrip en een interpretatie mogelijk te maken voor niet-gespecialiseerde personen.
| Parois délimitant le volume protégé | Rmin de l'isolant ajouté |
| Murs | 6 |
| Toiture ou plafond | 6 |
| Plancher : | 4 |
En cas de remplacement de châssis ou portes, les exigences reprises à l'annexe C3 de le l'arrêté du 15 mai 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments doivent être respectées pour les amenées d'air dans les locaux.
2. Les travaux d'installation, remplacement ou amélioration des systèmes de ventilation respectent les exigences suivantes :
a. Le groupe de ventilation doit être dimensionné selon les exigences de l'annexe C3 de le l'arrêté du 15 mai 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments. En dérogation à l'annexe C3, la qualité d'air intérieur demandée sera au minimum de catégorie " INT 2 " au lieu de " INT 3 ", soit 36m3/h par personne
b. La régulation de la qualité de l'air devra se faire grâce à un système de régulation de type IDA-C6
3. Les travaux de calorifugeage et régulation des systèmes existants respectent les exigences de l'annexe C4 de le l'arrêté du 15 mai 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments.
4. L'installation, remplacement et modernisation des systèmes suivants recourant à des sources d'énergie renouvelables respectent les exigences suivantes :
a) Pour les pompes à chaleur :
L'appareil répond aux exigences de la norme européenne applicable.
b) Pour les installations solaires thermiques :
1° le capteur répond aux exigences de la norme européenne applicable;
2° le système permet une économie d'énergie primaire;
3° les travaux sont réalisés par un installateur certifié au sens de l'arrêté du Gouvernement wallon du 21 octobre 2010 visant à octroyer une prime pour l'installation d'un chauffe-eau solaire et abrogeant l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 novembre 2003 visant à octroyer une prime pour l'installation d'un chauffe-eau solaire;
4° l'installation comprend un système de suivi de ses performances permettant une évaluation du bilan énergétique global annuel (production solaire et appoint).
c) Pour les chaudières biomasse :
L'appareil répond aux définitions, exigences, essais et marquages de la norme NBN EN 303-5 et a une efficacité de Classe 5 établie selon cette norme.
5. Le remplacement et modernisation des systèmes d'éclairage pour autant que les luminaires n'aient pas fait l'objet d'un remplacement dans les 5 ans précédant la demande de subvention, respectent les exigences suivantes :
a) Le remplacement de système d'éclairage par un système aux normes belges en vigueur et dont la puissance installée après travaux ne dépasse pas :
1°) 3 W/m2 par 100 lux dans les halls de sports et les piscines;
2°) 2,5 W/m2 par 100 lux dans les bureaux et les locaux scolaires;
3°) 3 W/m2 par 100 lux dans les locaux à usage hospitalier;
4°) entre 3 W/m2 par 100 lux dans un couloir bas et large (min 30 m x 2 m x 2,8 m) et 8,5 W/m2 pour 100 lux dans un couloir haut et étroit (min 30 m x 1 m x 3,5 m).
Le remplacement de la source lumineuse seule n'est pas admis, le système d'éclairage complet doit être remplacé.
b) L'installation de tout système permettant l'optimisation du fonctionnement du système d'éclairage, concerne notamment :
1°) minuterie, éventuellement associée à des détecteurs de présence, dans les locaux de circulation ainsi que dans les dégagements, toilettes;
2°) réglage, soit en tout ou rien, soit en continu, du flux lumineux en fonction de l'éclairement naturel du local;
3°) double allumage permettant un éclairage réduit (de 30 à 50 % ).
6. Pour les travaux d'installation, remplacement ou amélioration d'une unité de cogénération, une économie d'énergie doit être réalisée par rapport à la production séparée des mêmes quantités de chaleur et d'électricité. Une note de calcul devra prouver que l'unité de cogénération présente une efficacité énergétique globale supérieure à des installations décentralisées.
7. Pour l'installation de protections solaires extérieures :
a) Les fenêtres équipées de protections solaires doivent être orientées entre le sud-est et l'ouest en passant par le sud, soit de 135° à 270°
b) Les protections solaires devront être commandées par une gestion automatique (régulation en fonction de l'ensoleillement, de la température extérieur et intérieur)
8. Pour l'installation de refroidissement par ventilation naturelle ou hybride, la ventilation doit être automatisée (ouvertures automatiques, régulées en fonction de la température intérieure et extérieure)
9. Pour l'installation ou l'extension d'un réseau de chaleur : les travaux doivent constituer une condition indispensable à une utilisation rationnelle d'énergie et une note explicative complétée par une note de calcul devra prouver que le réseau de chaleur présente une efficacité énergétique globale supérieure ou une réduction des émissions de CO2 par rapport à des installations décentralisées.
§ 2. Pour le recueil des données visé à l'article 9, § 2 de l'arrêté, chaque système et point de consommation doit être identifié par :
a) Le vecteur énergétique utilisé;
b) L'usage de l'énergie (chauffage ou non);
c) Le mode d'approvisionnement (compteur ou stockage);
d) L'unité physique de comptage (litre, m3, kg, Wh,...);
e) Le facteur multiplicateur entre l'index et l'unité physique de comptage;
f) Le facteur de conversion pour standardiser la consommation en kWh.
Les données mesurées sont enregistrées et traitées de manière à :
a) Standardiser les consommations énergétiques exprimées dans une même unité d'énergie: kWh;
b) Calculer les consommations énergétiques en unité d'énergie primaire;
c) Eliminer l'influence de la rigueur climatique dans les relevés de consommation en ramenant ceux-ci à la situation climatologique de référence par la technique des degrés jours;
d) Calculer les émissions de CO2 pour une situation climatologique de référence;
e) Etablir, pour chaque système et point de consommation, des ratios de comparaison ainsi qu'un tableau de performance représentatif de l'utilisation du bâtiment. Chaque gestionnaire choisira les critères qui lui semblent les plus pertinents.
Les résultats de la comptabilité énergétique doivent permettre d'observer les éléments suivants :
a) Les erreurs de lecture, d'encodage ou dérive subite des consommations;
b) Les problèmes de régulation;
c) La dérive progressive des consommations (manque d'entretien des équipements,...);
d) L'existence de consommations indépendantes de la rigueur climatique;
e) L'établissement d'un niveau de consommation d'énergie en année climatique normale;
f) L'établissement d'un budget de dépenses d'énergie en année climatique normale;
g) la mesure des économies obtenues par les projets mis en place.
Les résultats doivent être présentés de façon claire (graphique, tableau,...) et de manière à pouvoir être compris et interprétés par des personnes non spécialisées.
Art. N2. Bijlage 2. Lijst van de in aanmerking komende kosten
Lijst van de in aanmerking komende kosten die medeberekend worden in de berekening van de subsidie voor werken ter verbetering van de energieperformantie van gebouwen.
a. Voor de installatie van een energieboekhouding;
o De levering en de installatie van meetinstrumenten voor energieverbruik
o De hulponderdelen, de kabels, de elektriciteitskasten, de nodige toestellen voor eventuele dienstverleningen vanop een afstand
o De toestellen voor de registratie van gegevens en de software voor het verwerven, de analyse en de bevestiging van de gegevens
o De kosten voor personeelsopleidingen in dat verband
b. Voor de werken ter verbetering van de bouwschil
o De demontage
o Isolatiematerialen
o Stoomwerende schermen
o Raamwerk
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
c. Voor de werken voor de installatie, vervanging of verbetering van de ventilatiesystemen nemen :
o De demontage
o De ventilatie-uitrusting
o Het warmte-isoleren van ventilatieschachten
o Het reguleringssysteem
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
d. Voor het warmte-isoleren en de regulering van de bestaande systemen, voor zover het systeem niet is vervangen in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidie-aanvraag :
o Het warmte-isoleren
o Het reguleringssysteem
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
e. Voor de installatie, de vervanging en de modernisering van volgende systemen waarbij hernieuwbare energiebronnen :
o De demontage
o Voor de warmtepompen :
o De thermische zonsensoren
o De biomassaketels
o Het reguleringssysteem
o Het warmte-isoleren
o Circulatoren met een variabele snelheid
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
f. Voor de vervanging en de modernisering van verlichtingssystemen :
o De demontage
o De binnenlichtbronnen
o De systemen voor de optimisering van de werking van het verlichtingssysteem (timer, sensor...), met name :
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
g. Voor de werken voor de installatie, de vervanging of de verbetering van een warmtekrachtskoppelingseenheid :
o De demontage
o De warmtekrachtskoppelingseenheid
o Het warmte-isoleren
o Het reguleringssysteem
o Circulatoren met een variabele snelheid
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
h. Voor de installatie van externe zonweringen :
o De externe zonweringen
o De sensoren en het automatiseringssysteem
o De elektrische aansluiting
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
i. Voor de koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie.
o De motoren waarmee het raamwerk open- en dicht kan gaan
o De ventilator(en)
o De sondes
o Het beheerssysteem van de installatie
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
j. Voor de installatie of de uitbreiding van een warmtenet :
o De leidingen van het warmtenet
o Het warmte-isoleren
o De Tussenstations
o De eventuele eigenregulering van het warmtenet
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
Lijst van de in aanmerking komende kosten die medeberekend worden in de berekening van de subsidie voor werken ter verbetering van de energieperformantie van gebouwen.
a. Voor de installatie van een energieboekhouding;
o De levering en de installatie van meetinstrumenten voor energieverbruik
o De hulponderdelen, de kabels, de elektriciteitskasten, de nodige toestellen voor eventuele dienstverleningen vanop een afstand
o De toestellen voor de registratie van gegevens en de software voor het verwerven, de analyse en de bevestiging van de gegevens
o De kosten voor personeelsopleidingen in dat verband
b. Voor de werken ter verbetering van de bouwschil
o De demontage
o Isolatiematerialen
o Stoomwerende schermen
o Raamwerk
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
c. Voor de werken voor de installatie, vervanging of verbetering van de ventilatiesystemen nemen :
o De demontage
o De ventilatie-uitrusting
o Het warmte-isoleren van ventilatieschachten
o Het reguleringssysteem
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
d. Voor het warmte-isoleren en de regulering van de bestaande systemen, voor zover het systeem niet is vervangen in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidie-aanvraag :
o Het warmte-isoleren
o Het reguleringssysteem
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
e. Voor de installatie, de vervanging en de modernisering van volgende systemen waarbij hernieuwbare energiebronnen :
o De demontage
o Voor de warmtepompen :
o De thermische zonsensoren
o De biomassaketels
o Het reguleringssysteem
o Het warmte-isoleren
o Circulatoren met een variabele snelheid
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
f. Voor de vervanging en de modernisering van verlichtingssystemen :
o De demontage
o De binnenlichtbronnen
o De systemen voor de optimisering van de werking van het verlichtingssysteem (timer, sensor...), met name :
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
g. Voor de werken voor de installatie, de vervanging of de verbetering van een warmtekrachtskoppelingseenheid :
o De demontage
o De warmtekrachtskoppelingseenheid
o Het warmte-isoleren
o Het reguleringssysteem
o Circulatoren met een variabele snelheid
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
h. Voor de installatie van externe zonweringen :
o De externe zonweringen
o De sensoren en het automatiseringssysteem
o De elektrische aansluiting
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
i. Voor de koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie.
o De motoren waarmee het raamwerk open- en dicht kan gaan
o De ventilator(en)
o De sondes
o Het beheerssysteem van de installatie
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
j. Voor de installatie of de uitbreiding van een warmtenet :
o De leidingen van het warmtenet
o Het warmte-isoleren
o De Tussenstations
o De eventuele eigenregulering van het warmtenet
o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen
Art. N2. Annexe 2. Liste des coûts éligibles
Liste des coûts éligibles pris en compte dans le calcul de la subvention pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment.
a. Pour l'installation d'une comptabilité énergétique :
o La fourniture et l'installation des instruments de mesure des consommations énergétiques
o Les accessoires, les câbles, les armoires électriques, les appareillages nécessaires au télé-service éventuel
o Les appareils d'enregistrement des données et les logiciels d'acquisition, d'analyse et de validation des données
o Les frais de formation du personnel y relatif
b. Pour les travaux d'amélioration de l'enveloppe du bâtiment :
o Le démontage
o Les matériaux isolants
o Le pare vapeur
o Les châssis
o Le placement des éléments cités ci-dessus
c. Pour les travaux d'installation, remplacement ou amélioration des systèmes de ventilation :
o Le démontage
o Le groupe de ventilation
o Le calorifugeage des gaines de ventilation
o Le système de régulation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
d. Pour le calorifugeage et régulation des systèmes existants, pour autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les 5 ans précédant la demande de subvention :
o Le calorifugeage
o Le système de régulation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
e. Pour installation, remplacement et modernisation des systèmes suivants recourant à des sources d'énergie renouvelables :
o Le démontage
o La (ou les) pompe(s) à chaleur
o Les capteurs solaires thermique
o La chaudière biomasse
o Le système de régulation
o Le calorifugeage
o Les circulateurs à vitesse variable
o Le placement des éléments cités ci-dessus
f. Pour le remplacement et modernisation des systèmes d'éclairage :
o Le démontage
o Les sources lumineuses intérieures
o Les systèmes permettant l'optimisation du fonctionnement du système d'éclairage (minuterie, détecteur,...)
o Le placement des éléments cités ci-dessus
g. Pour les travaux d'installation, remplacement ou amélioration d'une unité de cogénération :
o Le démontage
o L'unité de cogénération
o Le calorifugeage
o Le système de régulation
o Les circulateurs à vitesse variable
o Le placement des éléments cités ci-dessus
h. Pour l'installation de protections solaires extérieures :
o Les protections solaires extérieures
o Les capteurs et le système d'automatisation
o Le raccordement électrique
o Le placement des éléments cités ci-dessus
i. Pour l'installation de refroidissement par ventilation naturelle ou hybride :
o Les moteurs permettant l'ouverture des châssis
o Le (ou les) ventilateurs
o Les sondes
o Le système de gestion de l'installation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
j. Pour l'installation ou l'extension d'un réseau de chaleur :
o Les canalisations du réseau de chaleur
o Le calorifugeage
o Les sous-stations
o L'éventuelle régulation propre au réseau de chaleur
o Le placement des éléments cités ci-dessus
Liste des coûts éligibles pris en compte dans le calcul de la subvention pour les travaux d'amélioration de la performance énergétique du bâtiment.
a. Pour l'installation d'une comptabilité énergétique :
o La fourniture et l'installation des instruments de mesure des consommations énergétiques
o Les accessoires, les câbles, les armoires électriques, les appareillages nécessaires au télé-service éventuel
o Les appareils d'enregistrement des données et les logiciels d'acquisition, d'analyse et de validation des données
o Les frais de formation du personnel y relatif
b. Pour les travaux d'amélioration de l'enveloppe du bâtiment :
o Le démontage
o Les matériaux isolants
o Le pare vapeur
o Les châssis
o Le placement des éléments cités ci-dessus
c. Pour les travaux d'installation, remplacement ou amélioration des systèmes de ventilation :
o Le démontage
o Le groupe de ventilation
o Le calorifugeage des gaines de ventilation
o Le système de régulation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
d. Pour le calorifugeage et régulation des systèmes existants, pour autant que le système n'ait pas fait l'objet d'un remplacement dans les 5 ans précédant la demande de subvention :
o Le calorifugeage
o Le système de régulation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
e. Pour installation, remplacement et modernisation des systèmes suivants recourant à des sources d'énergie renouvelables :
o Le démontage
o La (ou les) pompe(s) à chaleur
o Les capteurs solaires thermique
o La chaudière biomasse
o Le système de régulation
o Le calorifugeage
o Les circulateurs à vitesse variable
o Le placement des éléments cités ci-dessus
f. Pour le remplacement et modernisation des systèmes d'éclairage :
o Le démontage
o Les sources lumineuses intérieures
o Les systèmes permettant l'optimisation du fonctionnement du système d'éclairage (minuterie, détecteur,...)
o Le placement des éléments cités ci-dessus
g. Pour les travaux d'installation, remplacement ou amélioration d'une unité de cogénération :
o Le démontage
o L'unité de cogénération
o Le calorifugeage
o Le système de régulation
o Les circulateurs à vitesse variable
o Le placement des éléments cités ci-dessus
h. Pour l'installation de protections solaires extérieures :
o Les protections solaires extérieures
o Les capteurs et le système d'automatisation
o Le raccordement électrique
o Le placement des éléments cités ci-dessus
i. Pour l'installation de refroidissement par ventilation naturelle ou hybride :
o Les moteurs permettant l'ouverture des châssis
o Le (ou les) ventilateurs
o Les sondes
o Le système de gestion de l'installation
o Le placement des éléments cités ci-dessus
j. Pour l'installation ou l'extension d'un réseau de chaleur :
o Les canalisations du réseau de chaleur
o Le calorifugeage
o Les sous-stations
o L'éventuelle régulation propre au réseau de chaleur
o Le placement des éléments cités ci-dessus