Artikel 1. Aan artikel 1 van bijlage 8 van de VLAREME van 28 oktober 2016, ingevoegd en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021, wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"9° equivalente maatregel 6: de equivalente maatregel wintergranen of wintervlas na nitraatgevoelige hoofdteelten.".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
22 APRIL 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de aanvulling van de lijst van equivalente maatregelen
Titre
22 AVRIL 2022. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant le VLAREME du 28 octobre 2016, en ce qui concerne le complément de la liste des mesures équivalentes
Informations sur le document
Numac: 2022031894
Datum: 2022-04-22
Info du document
Numac: 2022031894
Date: 2022-04-22
Tekst (4)
Texte (4)
Article 1er. A l'article 1 de l'annexe 8 du VLAREME du 28 octobre 2016, insérée et modifiée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 29 janvier 2021, est ajouté un point 9° rédigé comme suit :
" 9° mesure équivalente 6 : la mesure équivalente céréales d'hiver ou lin d'hiver après les cultures principales sensibles aux nitrates. ".
" 9° mesure équivalente 6 : la mesure équivalente céréales d'hiver ou lin d'hiver après les cultures principales sensibles aux nitrates. ".
Art.2. Aan bijlage 8 bij hetzelfde besluit, ingevoegd en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021, wordt een hoofdstuk 8, dat bestaat uit artikel 16 en 17, toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 8. Equivalente maatregel 6. Wintergranen of wintervlas na nitraatgevoelige hoofdteelten
Afdeling 1. - Nadere omschrijving
Art. 16. De landbouwer die in 2022 opteert voor equivalente maatregel 6, duidt in de verzamelaanvraag de tot het bedrijf behorende percelen bouwland die in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 liggen, aan waarop hij die equivalente maatregel zal toepassen.
Op de tot het bedrijf behorende percelen bouwland die in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 liggen, waarvoor hij in de verzamelaanvraag heeft aangeduid dat hij er equivalente maatregel 6 zal toepassen, leeft de landbouwer al de volgende voorwaarden na:
1° op het perceel wordt in 2022 een nitraatgevoelige hoofdteelt verbouwd;
2° na de nitraatgevoelige hoofdteelt wordt in 2022 een wintergraan of wintervlas als nateelt ingezaaid;
3° de nateelt wintergraan of wintervlas is uiterlijk op 15 november 2022 ingezaaid;
4° de nateelt wintergraan of wintervlas blijft aangehouden en wordt in 2023 als hoofdteelt op het perceel in kwestie verbouwd.
Afdeling 2. - Gewicht
Art. 17. Equivalente maatregel 6 is een equivalente maatregel voor de vanggewasverplichting.
Voor elk tot het bedrijf behorende perceel bouwland dat in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 ligt, waarop de landbouwer al de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 16, naleeft, bedraagt de reductie van de stikstofverliezen, uitgedrukt in kilogram stikstof, die met equivalente maatregel 6 gerealiseerd wordt, de oppervlakte van het perceel in kwestie, uitgedrukt in hectare, vermenigvuldigd met 26.".
"Hoofdstuk 8. Equivalente maatregel 6. Wintergranen of wintervlas na nitraatgevoelige hoofdteelten
Afdeling 1. - Nadere omschrijving
Art. 16. De landbouwer die in 2022 opteert voor equivalente maatregel 6, duidt in de verzamelaanvraag de tot het bedrijf behorende percelen bouwland die in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 liggen, aan waarop hij die equivalente maatregel zal toepassen.
Op de tot het bedrijf behorende percelen bouwland die in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 liggen, waarvoor hij in de verzamelaanvraag heeft aangeduid dat hij er equivalente maatregel 6 zal toepassen, leeft de landbouwer al de volgende voorwaarden na:
1° op het perceel wordt in 2022 een nitraatgevoelige hoofdteelt verbouwd;
2° na de nitraatgevoelige hoofdteelt wordt in 2022 een wintergraan of wintervlas als nateelt ingezaaid;
3° de nateelt wintergraan of wintervlas is uiterlijk op 15 november 2022 ingezaaid;
4° de nateelt wintergraan of wintervlas blijft aangehouden en wordt in 2023 als hoofdteelt op het perceel in kwestie verbouwd.
Afdeling 2. - Gewicht
Art. 17. Equivalente maatregel 6 is een equivalente maatregel voor de vanggewasverplichting.
Voor elk tot het bedrijf behorende perceel bouwland dat in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 ligt, waarop de landbouwer al de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 16, naleeft, bedraagt de reductie van de stikstofverliezen, uitgedrukt in kilogram stikstof, die met equivalente maatregel 6 gerealiseerd wordt, de oppervlakte van het perceel in kwestie, uitgedrukt in hectare, vermenigvuldigd met 26.".
Art.2. A l'annexe 8 au même arrêté, insérée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 29 janvier 2021, est ajouté un chapitre 8, comprenant les articles 16 et 17, rédigé comme suit :
" Chapitre 8. Mesure équivalente 6. Céréales d'hiver ou lin d'hiver après les cultures principales sensibles aux nitrates
Section 1re. - Spécification
Art. 16. L'agriculteur qui, en 2022, opte pour la mesure équivalente 6, indique dans la demande unique les parcelles de terres arables appartenant à l'exploitation, qui sont situées dans la zone de type 2 ou de type 3, sur lesquelles il appliquera cette mesure équivalente.
Sur les parcelles de terres arables appartenant à l'exploitation situées dans la zone de type 2 ou la zone de type 3, pour lesquelles il a indiqué dans la demande unique qu'il appliquera la mesure 6 équivalente, l'agriculteur respecte l'ensemble des conditions suivantes :
1° une culture principale sensible aux nitrates est cultivée sur la parcelle en 2022 ;
2° après la culture principale sensible aux nitrates, une céréale d'hiver ou du lin d'hiver est semé en tant que culture successive en 2022 ;
3° la culture successive de céréales d'hiver ou de lin d'hiver a été semée au plus tard le 15 novembre 2022 ;
4° la culture successive de céréales d'hiver ou de lin d'hiver reste maintenue et est cultivée en 2023 comme culture principale sur la parcelle en question.
Section 2. - Poids
Art. 17. La mesure équivalente 6 est une mesure équivalente pour l'obligation de cultures piège.
Pour chaque parcelle de terres arables appartenant à l'exploitation, située dans la zone de type 2 ou de type 3, sur laquelle l'agriculteur respecte toutes les conditions visées aux articles 2 et 16, la réduction des pertes d'azote, exprimée en kilogrammes d'azote, réalisée par la mesure équivalente 6, s'élève à la superficie de la parcelle en question, exprimée en hectares, multipliée par 26. ".
" Chapitre 8. Mesure équivalente 6. Céréales d'hiver ou lin d'hiver après les cultures principales sensibles aux nitrates
Section 1re. - Spécification
Art. 16. L'agriculteur qui, en 2022, opte pour la mesure équivalente 6, indique dans la demande unique les parcelles de terres arables appartenant à l'exploitation, qui sont situées dans la zone de type 2 ou de type 3, sur lesquelles il appliquera cette mesure équivalente.
Sur les parcelles de terres arables appartenant à l'exploitation situées dans la zone de type 2 ou la zone de type 3, pour lesquelles il a indiqué dans la demande unique qu'il appliquera la mesure 6 équivalente, l'agriculteur respecte l'ensemble des conditions suivantes :
1° une culture principale sensible aux nitrates est cultivée sur la parcelle en 2022 ;
2° après la culture principale sensible aux nitrates, une céréale d'hiver ou du lin d'hiver est semé en tant que culture successive en 2022 ;
3° la culture successive de céréales d'hiver ou de lin d'hiver a été semée au plus tard le 15 novembre 2022 ;
4° la culture successive de céréales d'hiver ou de lin d'hiver reste maintenue et est cultivée en 2023 comme culture principale sur la parcelle en question.
Section 2. - Poids
Art. 17. La mesure équivalente 6 est une mesure équivalente pour l'obligation de cultures piège.
Pour chaque parcelle de terres arables appartenant à l'exploitation, située dans la zone de type 2 ou de type 3, sur laquelle l'agriculteur respecte toutes les conditions visées aux articles 2 et 16, la réduction des pertes d'azote, exprimée en kilogrammes d'azote, réalisée par la mesure équivalente 6, s'élève à la superficie de la parcelle en question, exprimée en hectares, multipliée par 26. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour suivant sa publication au Moniteur belge.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Le ministre flamand compétent pour l'environnement, l'aménagement du territoire et la nature est chargé de l'exécution du présent arrêté.