Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
24 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een terugvorderbaar voorschot aan ondernemingen van de evenementen- en culturele sector in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
Titre
24 FEVRIER 2022. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale visant à accorder une avance récupérable aux entreprises des secteurs événementiels et culturels dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19
Informations sur le document
Info du document
Tekst (21)
Texte (21)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;
  2° Onderneming van de evenementen- en culturele sector:
  a) de onderneming die producties maakt met als doel de ontvangst van een publiek, actief in een of meer van de volgende domeinen:
  i) de museum- en erfgoedontdekkingsactiviteiten;
  ii) de uitvoerende kunsten;
  iii) muziek;
  b) de onderneming die evenementen met een cultureel karakter organiseert en een regelmatige culturele activiteit uitoefent;
  c) de onderneming die een of meer zalen voor optredens of bioscoopzalen beheert;
  d) de onderneming die ondersteuning biedt bij de organisatie van producties: geluid, licht, decor, uitrusting, etc.;
  3° Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, gewijzigd bij de mededelingen van 3 april 2020, 8 mei 2020, 29 juni 2020, 13 oktober 2020, 28 januari 2021 en 18 november 2021;
  4° De minimis verordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;
  5° KBO : de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  6° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
  1° Ministre : le ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale ayant l'Economie dans ses attributions ;
  2° Entreprise des secteurs évènementiels et culturels :
  a) l'entreprise de production ayant pour vocation l'accueil d'un public, active dans un ou plusieurs des domaines suivants :
  i) les activités muséales et de découverte patrimoniale ;
  ii) les arts du spectacle ;
  iii) la musique ;
  b) l'entreprise d'organisation d'évènements à caractère culturel exerçant une activité culturelle régulière ;
  c) l'entreprise de gestion d'une ou plusieurs salles de spectacle ou de cinéma ;
  d) l'entreprise de support à l'organisation de productions : son, lumière, décor, équipement, etc. ;
  3° Encadrement temporaire des mesures d'aide d'Etat : la communication de la Commission du 19 mars 2020 relative à l'encadrement temporaire des mesures d'aide d'Etat visant à soutenir l'économie dans le contexte actuel de la flambée de COVID-19, modifiée par les communications du 3 avril 2020, 8 mai 2020, 29 juin 2020, 13 octobre 2020, 28 janvier 2021 et 18 novembre 2021 ;
  4° Règlement de minimis : le règlement (UE) n° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 relatif à l'application des articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis, publié au Journal officiel de l'Union européenne L352 du 24 décembre 2013 ;
  5° BCE : la Banque-Carrefour des Entreprises ;
  6° BEE : Bruxelles Economie et Emploi du Service public régional de Bruxelles.
HOOFDSTUK 2. - Steunvoorwaarden en -vorm
CHAPITRE 2. - Conditions et forme de l'aide
Art.2. De Minister verleent een terugvorderbaar voorschot aan de Ondernemingen van de evenementen- en culturele sector, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit.
  De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een ernstige verstoring van de economie, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.
Art.2. Le Ministre octroie une avance récupérable aux Entreprises des secteurs événementiels et culturels, aux conditions prévues au présent arrêté.
  La crise sanitaire COVID-19 est reconnue comme une perturbation grave de l'économie, telle que visée à l'article 28 de l'ordonnance du 3 mai 2018 relative aux aides pour le développement économique des entreprises.
Art.3. De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen vastgestelde voorwaarden.
Art.3. Les conditions d'aide définies dans le présent arrêté s'appliquent sans préjudice des conditions prévues dans l'ordonnance du 3 mai 2018 relative aux aides pour le développement économique des entreprises.
Art.4. De begunstigde:
  1° is een micro-, kleine of middelgrote onderneming;
  2° is een Onderneming van de evenementen- en culturele sector;
  3° is ingeschreven in de KBO op 1 januari 2019;
  4° heeft, op 31 december 2020, een vestigingseenheid ingeschreven in de KBO op het grondgebied van het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over personele middelen en eigen goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;
  5° is financieel zwaar getroffen door de context van de gezondheidscrisis COVID-19 en de gezondheidsmaatregelen van de overheden in dat kader;
  6° was, op 31 december 2019, niet al een "onderneming in moeilijkheden", zoals bepaald in artikel 2, (18), van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
  7° zal, mits de toekenning van de gevraagde steun, binnen maximaal vier jaar levensvatbaar zijn, op basis van een bedrijfsplan waaruit de rentabiliteit blijkt en dat op de datum van indiening van de steunaanvraag actueel is;
  8° heeft, op het moment van de steunaanvraag, geen sociale en fiscale schulden, tenzij zij het voorwerp uitmaken van een afbetalingsplan overeengekomen met de bevoegde autoriteiten dat wordt nageleefd, of van een geschil bij de bevoegde beroepsinstantie;
  9° heeft geen door een financiële of kredietinstelling opgezegd krediet;
  10° tenzij de steun wordt toegekend onder de De minimisverordening, heeft tot dusver, in de hoedanigheid van onderneming en inclusief de subsidie steun bedoeld in dit besluit, niet meer dan 2.300.000 euro steun ontvangen in het kader van afdeling 3.1 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.
  Behoudens andersluidende bepaling worden de voorwaarden van het eerste lid beoordeeld op de dag van de steunaanvraag.
Art.4. Le bénéficiaire :
  1° est une micro-, petite ou moyenne entreprise ;
  2° est une Entreprise des secteurs événementiels et culturels ;
  3° est inscrit à la BCE à la date du 1er janvier 2019 ;
  4° a une unité d'établissement sur le territoire de la Région inscrite à la BCE à la date du 31 décembre 2020, y exerce une activité économique et y dispose de moyens humains et de biens propres qui lui sont spécifiquement affectés ;
  5° est affecté financièrement de manière négative et significative par le contexte de la crise sanitaire du COVID-19 et les mesures sanitaires adoptées par les autorités publiques dans ce cadre ;
  6° n'était pas déjà, au 31 décembre 2019, une " entreprise en difficulté " telle que définie à l'article 2, (18), du Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aides compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité ;
  7° sera viable, moyennant l'octroi de l'aide sollicitée, au plus tard au terme de quatre années, sur la base d'un plan d'affaires démontrant une rentabilité et à jour à la date de la demande d'aide ;
  8° n'a pas de dettes sociales et fiscales, sauf si celles-ci font l'objet d'un plan d'apurement conclu avec les autorités compétentes, lequel est respecté, ou d'un litige auprès de l'instance de recours compétente ;
  9° n'a pas de crédit dénoncé par un établissement financier ou de crédit ;
  10° sauf si l'aide est octroyée sous le régime du Règlement de minimis, n'a pas déjà reçu, en tant qu'entreprise, en ce compris l'aide visée dans le présent arrêté, plus de 2.300.000 euros d'aide dans le cadre de la section 3.1 de l'encadrement temporaire des mesures d'aide d'Etat.
  Sauf disposition contraire, les conditions de l'alinéa 1er s'apprécient au jour de la demande d'aide.
Art.5. § 1. Het terugvorderbaar voorschot bedraagt 10.000 tot 150.000 euro.
  Het bedrag van het terugvorderbaar voorschot wordt bepaald op basis van een analyse van het bedrijfsplan uitgevoerd door BEW, rekening houdend met het bedrag van het gevraagde voorschot.
  § 2. De begunstigde betaalt het terugvorderbaar voorschot terug indien hij zich niet in een procedure van gerechtelijke reorganisatie of faillissement bevindt.
  De terugbetaling is verschuldigd en begint aan het einde van een uitsteltermijn van 12 maanden na de datum van de toekenningsbeslissing van het voorschot, indien op dat tijdstip de begunstigde zich niet in een procedure van gerechtelijke reorganisatie of faillissement bevindt.
  Indien de begunstigde zich in een procedure van gerechtelijke reorganisatie of faillissement bevindt op het tijdstip bedoeld in het tweede lid, of na onderzoek van een gemotiveerd verzoek van de begunstigde ingediend voor het aflopen van de uitsteltermijn van 12 maanden bedoeld in het tweede lid, is de terugbetaling verschuldigd en begint ze op het einde van een uitsteltermijn van maximaal 24 maanden na de datum van de toekenningsbeslissing van het voorschot.
  In het geval bedoeld in het tweede lid wordt de duur van de uitsteltermijn bepaald door BEW op basis van een voorstel van de begunstigde en een onderzoek van zijn economische en boekhoudkundige situatie, waaraan de begunstigde gehouden is mee te werken, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst bedoeld in artikel 7, tweede lid.
  In het geval bedoeld in het tweede lid wordt het terugvorderbaar voorschot niet terugbetaald indien, 48 maanden na de datum van de toekenningsbeslissing van het voorschot, de begunstigde het voorwerp heeft uitgemaakt van een vonnis tot faillietverklaring.
  § 3. De begunstigde betaalt het verschuldigde bedrag terug ten laatste 36 maanden na het einde van de uitstelstermijn bedoeld in paragraaf 2.
  § 4. Het verschuldigde bedrag is het bedrag van het voorschot, vermeerderd met een jaarlijkse rentevoet van 2% vanaf de datum van de toekenningsbeslissing van het voorschot.
  Een aflossingsschema, met vaste maandelijkse termijnen, wordt opgesteld en met de toekenningsbeslissing van het voorschot aan de begunstigde meegedeeld.
  § 5. Op gemotiveerd verzoek van de begunstigde kunnen de terugbetalingsmodaliteiten worden herzien, na een nieuw onderzoek van de economische en boekhoudkundige situatie van de begunstigde.
  In geval van herziening van de terugbetalingsmodaliteiten:
  1° kan de uitsteltermijn bepaald overeenkomstig paragraaf 2, derde lid, worden gewijzigd, zonder dat die langer kan zijn dan 24 maanden;
  2° kan er worden afgeweken van het beginsel van de vaste maandelijkse termijn bedoeld in paragraaf 4, tweede lid;
  3° blijft de rentevoet bepaald in paragraaf 4, eerste lid, van toepassing tot het einde van de terugbetaling;
  4° wordt een nieuw aflossingsschema opgesteld en aan de begunstigde meegedeeld.
Art.5. § 1er. L'avance récupérable a un montant compris entre 10.000 euros et 150.000 euros.
  Le montant de l'avance octroyée est fixée sur la base de l'analyse du plan d'affaires effectuée par BEE, en tenant compte du montant de l'avance sollicité.
  § 2. Le bénéficiaire rembourse l'avance récupérable s'il ne se trouve pas en procédure de réorganisation judiciaire ou de faillite.
  Le remboursement est dû et commence au terme d'un délai de relance de 12 mois après la date de la décision d'octroi de l'avance si, à ce moment, le bénéficiaire ne se trouve pas en procédure de réorganisation judiciaire ou de faillite.
  Si le bénéficiaire se trouve en procédure de réorganisation judiciaire ou de faillite au moment visé à l'alinéa 2, ou sur examen d'une demande motivée du bénéficiaire introduite avant l'écoulement du délai de relance de 12 mois visé à l'alinéa 2, le remboursement est dû et commence au terme d'un délai de relance de 24 mois maximum après la date de la décision d'octroi de l'avance.
  Dans le cas visé à l'alinéa 2, la durée du délai de relance est fixée par BEE sur la base d'une proposition du bénéficiaire et d'un examen de sa situation économique et comptable, auquel le bénéficiaire est tenu de coopérer, selon les modalités fixées dans la convention visée à l'article 7, alinéa 2.
  Dans le cas visé à l'alinéa 2, l'avance récupérable n'est pas remboursée si, 48 mois après la date de la décision d'octroi de l'avance, le bénéficiaire a fait l'objet d'un jugement déclaratif de faillite.
  § 3. Le bénéficiaire rembourse le montant dû au plus tard 36 mois après la fin du délai de relance visé au paragraphe 2.
  § 4. Le montant dû est le montant de l'avance, majoré d'un intérêt annuel de 2 % à compter de la date de la décision d'octroi de l'avance.
  Un tableau d'amortissement, comportant des mensualités de montant fixe, est établi et communiqué au bénéficiaire avec la décision d'octroi de l'avance.
  § 5. Sur demande justifiée du bénéficiaire, les modalités du remboursement peuvent être revues, après nouvel examen de la situation économique et comptable du bénéficiaire.
  En cas de révision des modalités du remboursement :
  1° le délai de relance fixé conformément au paragraphe 2, alinéa 3, peut être modifié, sans toutefois qu'il puisse excéder 24 mois ;
  2° il peut être dérogé au principe de la mensualité de montant fixe prévu au paragraphe 4, alinéa 2 ;
  3° le taux d'intérêt prévu au paragraphe 4, alinéa 1er, continue de s'appliquer jusqu'au terme du remboursement ;
  4° un nouveau tableau d'amortissement est établi et communiqué au bénéficiaire.
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
CHAPITRE 3. - Procédure d'instruction des dossiers de demande d'aide et de liquidation de l'aide
Art.6. De begunstigde vraagt het terugvorderbaar voorschot aan door middel van het formulier dat BEW ter beschikking stelt.
  Het formulier bepaalt de bewijsstukken die de begunstigde bij zijn aanvraag voegt. De bewijsstukken zijn degene die nodig zijn om de naleving van de voorwaarden bepaald in dit besluit na te gaan.
  BEW ontvangt de steunaanvraag ten laatste op 31 juli 2022. De Minister kan deze termijn eenmaal of meermaals uitstellen, tot ten laatste 15 november 2022.
  Tenzij BEW aangeeft dat de steun zal vallen onder de De minimis verordening, vermeldt de begunstigde in zijn aanvraag alle steun die hij onder de afdeling 3.1 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun heeft ontvangen.
  BEW kan per e-mail alle documenten of informatie opvragen die noodzakelijk is voor het onderzoek van de aanvraag. De begunstigde verstrekt de aanvullende documenten en informatie binnen de tien dagen. Indien binnen deze termijn geen antwoord wordt ontvangen, wordt de aanvraag geweigerd.
Art.6. Le bénéficiaire sollicite une avance récupérable via le formulaire mis à disposition par BEE.
  Le formulaire détermine les pièces justificatives que le bénéficiaire joint à sa demande. Les pièces justificatives sont celles nécessaires pour la vérification du respect des conditions prévues par le présent arrêté.
  BEE réceptionne la demande au plus tard le 31 juillet 2022. Le Ministre peut reporter ce terme une ou plusieurs fois, sans que celui-ci puisse excéder le 15 novembre 2022.
  Sauf si BEE indique que l'aide s'inscrira dans le cadre du Règlement de minimis, le bénéficiaire déclare dans sa demande les autres aides reçues dans le cadre de la section 3.1 de l'encadrement temporaire des mesures d'aide d'Etat.
  BEE peut solliciter par courriel tout document ou information nécessaire pour l'instruction de la demande. Le bénéficiaire fournit les documents et informations complémentaires dans les dix jours. A défaut de réponse dans ce délai, la demande est refusée.
Art.7. De toekenningsbeslissing van het terugvorderbaar voorschot wordt ten laatste op 31 december 2022 betekend aan de begunstigde.
  De toekenning van het terugvorderbaar voorschot is onderworpen aan het voorafgaand sluiten van een overeenkomst tussen BEW en de begunstigde, voorbereid door BEW.
Art.7. La décision d'octroi de l'avance récupérable est notifiée au bénéficiaire au plus tard le 31 décembre 2022.
  L'octroi de l'avance récupérable est conditionné à la conclusion préalable d'une convention entre BEE et le bénéficiaire, préparée par BEE.
Art.8. Het terugvorderbaar voorschot wordt in één enkele schijf vereffend.
Art.8. L'avance récupérable est liquidée en une seule tranche.
Art.9. Indien de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun niet meer van toepassing is op het moment van de toekenningsbeslissing, wordt het terugvorderbaar voorschot toegekend onder de voorwaarden bedoeld in de De minimis verordening.
  De begunstigde geeft dan alle andere steun die onder de De minimis verordening of andere de-minimisverordeningen valt aan en die de onderneming in de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.
  BEW deelt in dat geval de begunstigde mee dat het terugvorderbaar voorschot op grond van de De minimis verordening wordt toegekend.
Art.9. Si l'encadrement temporaire des mesures d'aide d'Etat n'est plus d'application au moment de la décision d'octroi de l'avance récupérable, celle-ci est octroyée aux conditions visées dans le Règlement de minimis.
  Le bénéficiaire déclare alors les autres aides relevant du Règlement de minimis ou d'autres règlements de minimis que l'entreprise a reçues au cours des deux exercices fiscaux précédents et de l'exercice fiscal en cours.
  BEE informe dans ce cas le bénéficiaire que l'avance récupérable est octroyé sous le régime du règlement de minimis.
Art.10. Tenzij de steun wordt toegekend onder de De minimis verordening, maakt BEW binnen de twaalf maanden na de toekenning ervan de nodige informatie over elke steun van meer dan 100.000 euro toegekend op grond van dit besluit bekend op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Europese Commissie.
  De nodige informatie is die bedoeld in bijlage III bij de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
Art.10. Sauf si l'aide est octroyée sous le régime du Règlement de minimis, BEE publie les informations pertinentes sur chaque aide supérieure à 100.000 euros octroyée en vertu du présent arrêté sur le site web exhaustif consacré aux aides d'Etat ou via l'outil IT de la Commission européenne, et ce, dans les douze mois suivant la date de l'octroi.
  Les informations pertinentes sont celles visées à l'annexe III du règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aides compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité.
Art.11. § 1. Het onderzoek, het beheer en de controle van de aanvragen betreffen de verwerking van de volgende categorieën van persoonsgegevens:
  1° de identificatie- en contactgegevens van de personen die namens de begunstigden de aanvraag indienen;
  2° de identificatie-, adres- en contactgegevens van de zelfstandige ondernemingen natuurlijk persoon die het terugvorderbaar voorschotaanvragen;
  3° de gegevens die noodzakelijk zijn om de naleving van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 na te gaan, met inbegrip van de volledige jaarrekeningen van de begunstigde;
  4° de gegevens die noodzakelijk zijn voor de bepaling van het voorschotbedrag;
  5° de gegevens die noodzakelijk zijn voor de bekendmaking van gegevens in uitvoering van artikel 10.
  § 2. BEW is de verantwoordelijke voor de verwerkingen van persoonsgegevens bedoeld in § 1.
  BEW kan de persoonsgegevens, en andere gegevens, bekomen van de aanvrager of van een andere overheidsinstantie, waaronder de FOD Economie, de FOD Justitie, de Nationale Bank van België en de FOD Financiën.
  BEW kan de persoonsgegevens bedoeld in § 1, 1° tot en met 4°, en andere gegevens, overmaken aan de organisaties aan wie desgevallend het onderzoek, het beheer of de controle van de aanvragen wordt toevertrouwd, voor die doeleinden.
  § 3. Onverminderd artikel 10 bedraagt de maximale bewaringstermijn voor persoonsgegevens die op grond van dit artikel worden verwerkt, tien jaar vanaf de dag van de vereffening van de steun, behalve voor persoonsgegevens die eventueel nodig zouden zijn voor de behandeling van geschillen met de steunaanvrager, die worden bewaard gedurende de tijd die nodig is om dergelijke geschillen te behandelen.
Art.11. § 1er. L'instruction, la gestion et le contrôle des demandes donnent lieu au traitement des catégories de données à caractère personnel suivantes :
  1° les données d'identification et de contact des personnes qui introduisent les demandes au nom des bénéficiaires ;
  2° les données d'identification, d'adresse et de contact des indépendants en entreprise personne physique qui sollicitent l'avance récupérable ;
  3° les données nécessaires à la vérification du respect des conditions visées aux articles 4, 5 et 6, dont les comptes annuels complets du bénéficiaire ;
  4° les données nécessaires à la détermination du montant de l'avance ;
  5° les données nécessaires à la publication des données en exécution de l'article 10.
  § 2. BEE est le responsable des traitements de données à caractère personnel visés au § 1er.
  BEE peut obtenir les données à caractère personnel, ainsi que d'autres données, du demandeur ou d'une autre autorité publique, dont le SPF Economie, le SPF Justice, la Banque nationale de Belgique et le SPF Finances.
  BEE peut transmettre les données à caractère personnel visées au § 1er, 1° à 4°, ainsi que d'autres données, aux organisations auxquelles l'instruction, la gestion ou le contrôle des demandes est, le cas échéant, confié, à ces fins.
  § 3. Sans préjudice de l'article 10, la durée maximale de conservation des données à caractère personnel qui font l'objet du traitement visé au présent article est de dix ans à compter du jour de la liquidation de l'aide, sauf les données à caractère personnel éventuellement nécessaires pour le traitement de litiges avec le demandeur de l'aide, qui sont conservées pour la durée du traitement de ces litiges.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
CHAPITRE 4. - Dispositions finales
Art.12. In artikel 6, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021 betreffende steun voor ondernemingen voor de organisatie van evenementen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 wordt het punt 1° /1 ingevoegd, luidende:
  "1° /1 is voorzien om door te gaan op ten laatste 31 oktober 2022;".
Art.12. Dans l'article 6, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 décembre 2021 relatif à une aide aux entreprises pour l'organisation d'évènements dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19, il est inséré un point 1° /1 rédigé comme suit :
  "1° /1 est prévu pour avoir lieu au plus tard le 31 octobre 2022 ; ".
Art.13. In artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "30 september 2022" vervangen door de woorden "31 oktober 2022".
Art.13. Dans l'article 7, alinéa 2, du même arrêté, les mots " 30 septembre 2022 " sont remplacés par les mots " 31 octobre 2022 ".
Art.14. In artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "31 maart 2022. De Minister kan het einde van deze termijn uitstellen, tot ten laatste" opgeheven;
  2° in het tweede lid worden de woorden "en maximaal drie maanden" opgeheven.
Art.14. Dans l'article 9, § 2, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots " 31 mars 2022. Le Ministre peut reporter le terme de ce délai sans que celui-ci puisse excéder le " sont abrogés ;
  2° à l'alinéa 2, les mots " et au maximum trois mois " sont abrogés.
Art.15. Artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Indien de Schade betrekking heeft op een Evenement dat, voor de Schade, voorzien was om door te gaan na 31 augustus 2022, bedraagt de termijn bedoeld in het eerste lid tien dagen.".
Art.15. L'article 10, § 2, du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Si le Sinistre porte sur un Evènement dont la date prévue avant Sinistre est postérieure au 31 août 2022, le délai visé à l'alinéa 1er est de dix jours. ".
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 14 maart 2022.
Art.16. Le présent arrêté entre en vigueur le 14 mars 2022.
Art. 17. De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 17. Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté.