Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
28 FEBRUARI 2022. - Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken
Titre
28 FEVRIER 2022. - Loi portant des dispositions diverses en matière sociale
Informations sur le document
Info du document
Tekst (76)
Texte (76)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
CHAPITRE 1er. - Disposition générale
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 74 de la Constitution.
HOOFDSTUK 2. - Certificering van dejaarrekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid
CHAPITRE 2. - Certification des comptes annuels des institutions publiques de sécurité sociale
Art.2. Artikel 17 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 17. § 1. Het beheersorgaan maakt, uiterlijk op de datum vastgesteld door de Koning, de jaarrekeningen op vastgelegd in het genormaliseerd boekhoudplan.
  § 2. Daarna maken de openbare instellingen van sociale zekerheid de elektronisch ondertekende jaarrekeningen en een jaarverslag over hun werkzaamheden onverwijld en elektronisch aan de voogdijministers en aan de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort over.
  De jaarrekeningen worden elektronisch getekend door de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, die ze vervolgens langs elektronische weg overmaakt aan het Rekenhof.
  De instellingen verstrekken aan voornoemde ministers alle andere inlichtingen die ze hen vragen.
  Een exemplaar van deze jaarrekeningen wordt door de openbare instellingen van sociale zekerheid ook elektronisch overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid met het oog op de consolidatie van de rekeningen van de sociale zekerheid en aan het Rekenhof met het oog op de certificering.
  § 3. Het Rekenhof richt een toezicht ter plaatse in op de boekhouding, de verrichtingen en de afsluiting van de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
  Het Rekenhof kan de rekeningen van de openbare instellingen van de sociale zekerheid in zijn opmerkingenboeken bekendmaken.".
Art.2. L'article 17 de l'arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l'article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, confirmé par la loi du 12 décembre 1997, est remplacé par ce qui suit:
  "Art. 17. § 1er. L'organe de gestion établit, au plus tard à la date fixée par le Roi, les comptes annuels prescrits par le plan comptable normalisé.
  § 2. Ensuite, les institutions publiques de sécurité sociale transmettent, sans délai et de manière électronique, aux ministres de tutelle, ainsi qu'au ministre ayant le budget dans ses attributions, les comptes annuels signés électroniquement et un rapport annuel sur leurs activités.
  Les comptes annuels sont signés électroniquement par le ministre ayant le budget dans ses attributions, qui les transmet ensuite par voie électronique à la Cour des comptes.
  Les institutions fournissent aux ministres susmentionnés toute autre information qu'ils peuvent leur demander.
  Un exemplaire de ces comptes annuels est également transmis par voie électronique par les institutions publiques de sécurité sociale au Service public fédéral Sécurité sociale en vue de consolider les comptes de la sécurité sociale et à la Cour des comptes en vue de la certification.
  § 3. La Cour des comptes organise un contrôle sur place de la comptabilité, des opérations et de la clôture des comptes des institutions publiques de sécurité sociale.
  La Cour des comptes peut publier les comptes des institutions publiques de sécurité sociale dans ses cahiers d'observations.".
Art.3. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 25. § 1. De openbare instellingen van sociale zekerheid leggen hun jaarrekeningen voor certificering aan het Rekenhof voor.
  Het Rekenhof levert zijn certificering van de jaarrekeningen af binnen een termijn van veertien weken die ingaat op de dag waarop zij van de instelling de door het beheersorgaan opgestelde jaarrekeningen ontvangt.
  § 2. De Koning regelt de uitoefening van de opdracht van de financiële controle bij de openbare instellingen van sociale zekerheid.
  § 3. De Koning bepaalt onder welke voorwaarden de openbare instellingen van sociale zekerheid hiervoor beroep kunnen doen op bedrijfsrevisoren.".
Art.3. L'article 25 du même arrêté est remplacé par ce qui suit:
  "Art. 25. § 1er. Les institutions publiques de sécurité sociale soumettent leurs comptes annuels à la Cour des comptes pour certification.
  La Cour des comptes délivre sa certification des comptes annuels dans un délai de quatorze semaines prenant cours le jour où elle reçoit, de l'institution, les comptes annuels établis par l'organe de gestion.
  § 2. Le Roi règle l'exercice de la mission de contrôle financier dans les institutions publiques de sécurité sociale.
  § 3. Le Roi détermine les conditions dans lesquelles les institutions publiques de sécurité sociale peuvent faire appel à des réviseurs d'entreprises à cette fin.".
Art.4. De Koning bepaalt vanaf welk boekjaar en voor welke openbare instellingen van sociale zekerheid dit hoofdstuk in werking treedt.
  De controle van de jaarrekeningen van de voorgaande boekjaren wordt uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk.
Art.4. Le Roi détermine à partir de quel exercice comptable et pour quelles institutions publiques de sécurité sociale le présent chapitre entre en vigueur.
  Le contrôle des comptes annuels des années précédentes est exécuté conformément aux dispositions applicables avant l'entrée en vigueur de ce chapitre.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
CHAPITRE 3. - Modifications à la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail
Afdeling 1. - Kleine statuten
Section 1re. - Petits statuts
Art.5. In artikel 1/1, vijfde lid, van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevoegd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "publiceert Fedris de lijst van de personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en van hun werkgevers," vervangen door "publiceert Fedris op haar website de lijst van de categorieën van contracten".
Art.5. Dans l'article 1er/1, alinéa 5, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, inséré par la loi du 21 décembre 2018, les mots "Fedris publie sur son site la liste des personnes qui effectuent un travail dans le cadre d'une formation pour un travail rémunéré, et de leurs employeurs," sont remplacés par les mots "Fedris publie sur son site internet la liste des catégories de contrats".
Afdeling 2. - Telewerk
Section 2. - Télétravail
Art.6. In artikel 7, vierde lid, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 mei 2009 en vervangen bij de wet van 21 december 2018 worden de woorden "de woonplaats" vervangen door de woorden "de verblijfplaats".
Art.6. Dans l'article 7, alinéa 4, 1°, de la même loi, inséré par la loi du 6 mai 2009 et remplacé par la loi du 21 décembre 2018, dans le texte néerlandais, les mots "de woonplaats" sont remplacés par les mots "de verblijfplaats".
Afdeling 3. - Rente kinderen - gezinsbijslag
Section 3. - Rentes enfants - allocations familiales
Art.7. In artikel 16, zesde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 11 mei 2007, worden de woorden "uit hoofde van de prestaties van de getroffene of van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende partner" opgeheven.
Art.7. Dans l'article 16, alinéa 6, de la même loi, remplacé par la loi du 29 avril 1996 et modifié par la loi du 11 mai 2007, les mots "du chef des prestations de la victime ou du conjoint ou du cohabitant légal" sont abrogés.
Afdeling 4. - Verzwaarde risico's
Section 4. - Risques aggravés
Art.8. In artikel 49bis, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt de zin "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de werkgever en int onmiddellijk en zonder tussenpersoon ten laste van deze werkgever een forfaitaire preventiecontributie." vervangen als volgt: "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de werkgever. Wanneer een preventie-instituut werd aangesteld, int Fedris onverwijld en zonder tussenpersoon ten laste van deze werkgever een forfaitaire preventiecontributie. Indien er geen preventie-instituut werd aangesteld, int de verzekeringsonderneming zelf deze contributie, onder dezelfde voorwaarden. Indien Fedris belast is met de inning van de forfaitaire contributie, maakt het dit bedrag over aan het preventie-instituut.".
Art.8. Dans l'article 49bis, alinéa 2, de la même loi, inséré par la loi du 13 juillet 2006 et modifié par la loi du 21 décembre 2018, la phrase "Le service de prévention le notifie à l'employeur et perçoit d'office à la charge de cet employeur, sans délai et sans intermédiaire, une contribution forfaitaire de prévention." est remplacée par les phrases "Le service de prévention le notifie à l'employeur. Lorsqu'un institut de prévention a été désigné, Fedris perçoit d'office à la charge de cet employeur, sans délai et sans intermédiaire, une contribution forfaitaire de prévention. Si aucun institut de prévention n'a été désigné, l'entreprise d'assurance perçoit elle-même cette contribution, dans les mêmes conditions. Dans l'hypothèse où Fedris est chargé du recouvrement de la contribution forfaitaire, il en reverse le montant à l'institut de prévention.".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970
CHAPITRE 4. - Modification des lois relatives à la prévention des maladies professionnelles et à la réparation des dommages résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970
Art.9. In artikel 2, § 1, eerste lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt:
  "5° aan de personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid op voorwaarde dat de opleiding binnen een wettelijk kader wordt ingericht.";
  2° de bepaling onder 6° wordt opgeheven.
Art.9. Dans l'article 2, § 1er, alinéa 1er, des lois relatives à la prévention des maladies professionnelles et à la réparation des dommages résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970, modifié en dernier lieu par la loi du 13 juillet 2006, les modifications suivantes sont apportées:
  1° le 5° est remplacé par ce qui suit:
  "5° aux personnes qui effectuent un travail dans le cadre d'une formation pour un travail rémunéré pour autant que cette formation soit organisée dans un cadre légal.";
  2° le 6° est abrogé.
Art.10. In artikel 2, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt een lid toegevoegd luidende als volgt:
  "Fedris publiceert op haar website de lijst van de categorieën van contracten die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen.".
Art.10. Dans l'article 2, § 2, de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 21 décembre 2018, est ajouté un alinéa rédigé comme suit:
  "Fedris publie sur son site internet la liste des catégories de contrats qui relèvent du champ d'application de la présente loi.".
Art.11. In artikel 50 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  "Het basisloon der personen bedoeld in artikel 2, § 1, 7°, wordt berekend volgens de wijze bedoeld in artikel 38 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.".
Art.11. Dans l'article 50 de la même loi, modifié par la loi du 21 décembre 2018, l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
  "Le salaire de base des personnes visées à l'article 2, § 1er, 7°, est calculé selon la manière visée à l'article 38 de la loi sur les accidents du travail du 10 avril 1971.".
Art.12. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020, voor de aanvragen tot schadeloosstelling wegens beroepsziekten ingediend vanaf deze datum.
Art.12. Le présent chapitre produit ses effets le 1er janvier 2020 pour les demandes d'indemnisation pour maladies professionnelles introduites à partir de cette date.
HOOFDSTUK 5. - Diverse bepalingen inzake inning en invordering van bijdragen
CHAPITRE 5. - Dispositions diverses concernant la perception et le recouvrement des cotisations
Afdeling 1. - Beroepsjournalisten - bijzondere pensioenbijdrage
Section 1re. - Les journalistes professionnels - la cotisation spéciale de pension
Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen
Sous-section 1re. - Dispositions modificatives
Art.13. In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2020, wordt een artikel 5/4 ingevoegd, luidende:
  "Art. 5/4. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid staat ook in voor de inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
  Voor de toepassing van dit artikel zijn zowel voor de bijdragen als voor de bijdrageopslagen en de verwijlinteresten de wijzen van inning en van invordering dezelfde als bij onderhavige wet vastgesteld.".
Art.13. Dans la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, modifiée en dernier lieu par la loi du 24 décembre 2020, il est inséré un article 5/4 rédigé comme suit:
  "Art. 5/4. L'Office national de sécurité sociale est également chargé de la perception et du recouvrement des cotisations visées à l'article 8 de l'arrêté royal du 27 juillet 1971 déterminant pour les journalistes professionnels les règles spéciales pour l'ouverture du droit à la pension et les modalités spéciales d'application de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967, relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, de la loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général et de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions.
  Pour l'application du présent article, tant pour les cotisations que pour les majorations de cotisations et les intérêts de retard, les modes de perception et de recouvrement doivent être les mêmes que ceux prévus dans la présente loi.".
Art.14. In artikel 119/1, tweede lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, ingevoegd door de wet van 20 juli 2012 en gewijzigd door de wet van 18 maart 2016, worden de woorden "en achtste lid" vervangen door de woorden "lid en 8".
Art.14. Dans la version néerlandaise de l'article 119/1, alinéa 2, de la loi du 28 décembre 2011 portant des dispositions diverses,, inséré par la loi du 20 juillet 2012 et modifié par la loi du 18 mars 2016, les mots "en achtste lid" sont remplacés par les mots "lid en 8".
Onderafdeling 2. - Diverse bepalingen
Sous-section 2. - Dispositions diverses
Art.15. De Federale Pensioendienst blijft belast met de inning en invordering van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, verschuldigd voor de trimesters voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze afdeling.
Art.15. Le Service fédéral des Pensions reste chargé de la perception et du recouvrement des cotisations, visées à l'article 8 de l'arrêté royal déterminant pour les journalistes professionnels les règles spéciales pour l'ouverture du droit à la pension et les modalités spéciales d'application de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967, relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés [, de la loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général et de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, dues pour les trimestres précédant l'entrée en vigueur de la présente section.
Art.16. De gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures met betrekking tot de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, die lopende zijn op de datum van inwerkingtreding van deze afdeling of die betrekking hebben op de trimesters, te innen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze afdeling, worden voortgezet door de Federale Pensioendienst.
Art.16. Les procédures judiciaires et extrajudiciaires, relatives à la mission de perception et de recouvrement des cotisations, visées à l'article 8 de l'arrêté royal du 27 juillet 1971, transférée à l'Office national de sécurité sociale, qui sont en cours à la date d'entrée en vigueur de la présente section ou qui concernent des trimestres à percevoir antérieurs à l'entrée en vigueur de la présente section, sont poursuivies par le Service fédéral des Pensions.
Art.17. De werkings- en gerechtskosten die voortvloeien uit de uitvoering van de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, zijn ten laste van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art.17. Les coûts de fonctionnement et judiciaires résultant de l'exécution du transfert de la mission de perception et de recouvrement des cotisations, visées à l'article 8 de l'arrêté royal du 27 juillet 1971, transférée à l'Office national de sécurité sociale sont à la charge de l'Office national de sécurité sociale.
Art.18. De Koning kan de wettelijke en reglementaire bepalingen opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze afdeling.
Art.18. Le Roi peut abroger, modifier, compléter ou remplacer les dispositions légales et réglementaires pour les mettre en concordance avec les dispositions de la présente section.
Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding
Sous-section 3. - Entrée en vigueur
Art.19. Deze afdeling treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum, met uitzondering van artikel 16 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2013.
Art.19. La présente section entre en vigueur à une date fixée par le Roi, à l'exception de l'article 16 qui produit ses effets le 1er janvier 2013.
-
(NOTE : Entrée en vigueur de l'article 13 ; 15 - 19 fixée au 01-01-2021 par AR 2022-07-07/05, art. 5)
Afdeling 2. - Betaling door een hoofdelijk aansprakelijke
Section 2. - Paiement par un responsable solidaire
Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen
Sous-section 1re.. - Dispositions modificatives
Art.20. In artikel 30bis, § 5, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1978, vervangen bij de wet van 27 april 2007, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.
  De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen van het dossier een vermindering tot 20 procent van het oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen.
  De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag.
  Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.".
Art.20. Dans l'article 30bis, § 5, de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, inséré par la loi du 4 août 1987, remplacé par la loi du 27 avril 2007, modifié en dernier lieu par la loi du 20 juillet 2015, le troisième alinéa est remplacé par ce qui suit:
  "Le donneur d'ordre visé au premier alinéa ou l'entrepreneur visé au deuxième alinéa peut faire part de ses moyens de défense dans les trente jours de la notification de la décision.
  L'Office national de sécurité sociale peut, sur la base des éléments du dossier, accorder une réduction jusqu'à 20 pourcent du montant originel de la majoration appliquée.
  L'Office national de sécurité sociale peut accorder une exonération totale de la majoration en cas de force majeure ou lorsque le donneur d'ordre et l'entrepreneur ou l'entrepreneur et le sous-traitant n'a pas de dettes sociales au moment de l'application de la majoration.
  Le recours contre la décision de l'Office national de sécurité sociale doit, à peine de déchéance, être introduit dans les trois mois de la notification de la décision.".
Art.21. In artikel 30ter, § 5, van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 29 maart 2012 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, wordt het vierde lid vervangen als volgt:
  "De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.
  De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen van het dossier een vermindering tot 20 procent van het oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen.
  De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag.
  Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.".
Art.21. Dans l'article 30ter, § 5, de la même loi, rétabli par la loi du 29 mars 2012 et modifié en dernier lieu par la loi du 20 juillet 2015, le quatrième alinéa est remplacé par ce qui suit:
  "Le donneur d'ordre visé au premier alinéa ou l'entrepreneur visé au deuxième alinéa peut faire part de ses moyens de défense dans les trente jours de la notification de la décision.
  L'Office national de sécurité sociale peut sur la base des éléments du dossier accorder une réduction jusqu'à 20 pourcent du montant originel de la majorations appliquée.
  L'Office national de sécurité sociale peut accorder une exonération totale des majorations en cas de force majeure ou lorsque le donneur d'ordre et l'entrepreneur ou l'entrepreneur et le sous-traitant n'a pas de dettes sociales au moment de l'application de la majoration.
  Le recours contre la décision de l'Office national de sécurité sociale doit, à peine de déchéance, être introduit dans les trois mois de la notification de la décision.".
Onderafdeling 2. - Opheffingsbepaling
Sous-section 2. - Disposition abrogatoire
Art.22. Artikel 28 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van het artikel 53 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en van de artikelen 12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van artikel 6ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2013, wordt opgeheven.
Art.22. L'article 28 de l'arrêté royal du 27 décembre 2007 portant exécution de l'article 53 du Code du recouvrement amiable et forcé des créances fiscales et non fiscales et des articles 12, 30bis et 30ter de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs et de l'article 6ter, de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, modifié par l'arrêté royal du 17 juillet 2013, est abrogé.
Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding
Sous-section 3. - Entrée en vigueur
Art.23. Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 12 november 2020.
Art.23. Cette section produit ses effets le 12 novembre 2020.
Afdeling 3. - Uniformisering van de "DmfA"
Section 3. - Uniformisation de la "DmfA"
Art.24. In artikel 22 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 2016, worden het zevende, achtste en negende lid opgeheven.
Art.24. Dans l'article 22, de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 2016, les alinéas 7, 8 et 9 sont abrogés.
Art.25. In artikel 27, § 3, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 30 december 2009, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 september 2017, worden het vierde en vijfde lid opgeheven.
Art.25. Dans l'article 27, § 3, de la même loi, rétabli par la loi du 30 décembre 2009, et modifié en dernier lieu par la loi du 30 septembre 2017, les alinéas 4 et 5 sont abrogés.
Art.26. Artikel 41bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005, wordt vervangen als volgt:
  "In de zin van onderhavige sectie, wordt verstaan onder inningsinstelling van sociale zekerheidsbijdragen: de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.".
Art.26. L'article 41bis de la même loi, inséré par la loi du 3 juillet 2005, est remplacé par ce qui suit:
  "Au sens de la présente section, on entend par organisme percepteur de cotisations de sécurité sociale: l'Office national de sécurité sociale.".
Art.27. De bepalingen van deze afdeling treden in werking op 1 januari 2022.
Art.27. Les dispositions de la présente section entrent en vigueur le 1er janvier 2022.
HOOFDSTUK 6. - Mantelzorgers - wijziging van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger
CHAPITRE 6. - Aidants-proches - modification de la loi du 12 mai 2014 relative à la reconnaissance de l'aidant proche
Art.28. In artikel 4/4, eerste lid, van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2019, worden de woorden "de persoon die minstens 21 jaar oud is" vervangen door de woorden "de persoon die minstens 18 jaar oud is".
Art.28. Dans l'article 4/4, alinéa 1er, de la loi du 12 mai 2014 relative à la reconnaissance de l'aidant proche, inséré par la loi du 17 mai 2019, les mots "la personne d'au moins 21 ans" sont remplacés par les mots "la personne d'au moins 18 ans".
Art.29. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2020.
Art.29. Le présent chapitre produit ses effets le 1er août 2020.
HOOFDSTUK 7. - Asbestfonds - Wijziging van de programmawet (i) van 27 december 2006
CHAPITRE 7. - Fonds amiante - modification de la loi-programme (i) du 27 décembre 2006
Art.30. In artikel 119, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "alsmede over iedere aanvraag om herziening van reeds toegekende vergoedingen" ingevoegd tussen de woorden "iedere aanvraag om vergoeding" en de woorden "ingediend door de personen bedoeld in artikel 118";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "De Koning stelt de nadere regels vast volgens dewelke de aanvragen om vergoeding of herziening worden ingediend en onderzocht, alsmede de nadere regels volgens dewelke Fedris de herziening ambtshalve kan uitvoeren.".
Art.30. Dans l'article 119, § 1er, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006, modifié par l'arrêté royal du 23 novembre 2017, les modifications suivantes sont apportées:
  1° à l'alinéa 1er, le mot "introduite" est remplacé par les mots "ainsi que sur toute demande de révision des indemnités acquises introduites";
  2° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit:
  "Le Roi fixe les modalités selon lesquelles les demandes d'indemnisation ou de révision sont introduites et instruites, ainsi que les modalités selon lesquelles Fedris peut procéder à la révision d'office.".
HOOFDSTUK 8. - RIZIV - Dienst voor uitkeringen
CHAPITRE 8. - INAMI - Service des indemnités
Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Section 1re. - Modifications de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994
Onderafdeling 1. - Weigering van de uitkeringen - Bepaling van de periode gedekt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding toegekend in geval van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Sous-section 1re. - Refus des indemnités - Détermination de la période couverte par l'indemnité non exprimée en temps de travail octroyée en cas de résiliation du contrat de travail
Art.31. In artikel 103, § 1, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De Koning kan het loonbegrip bedoeld in het eerste lid uitbreiden of beperken, evenals bepalen op welke wijze de periode wordt vastgesteld die gedekt wordt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding toegekend wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.".
Art.31. Dans l'article 103, § 1er, 1°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit:
  "Le Roi peut étendre ou limiter la notion de rémunération visée à l'alinéa 1er, ainsi que déterminer de quelle manière est fixée la période qui est couverte par l'indemnité non exprimée en temps de travail octroyée en raison de la résiliation du contrat de travail.".
Onderafdeling 2. Vergoeding van het vaderschapsverlof of geboorteverlof, het adoptieverlof en het pleegouderverlof opgenomen door een gerechtigde die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Sous-section 2. Indemnisation du congé de paternité ou de naissance, du congé d'adoption et du congé parental d'accueil pris par un titulaire non lié par un contrat de travail au sens de la loi du 3 juillet 1978, relative aux contrats de travail
Art.32. In dezelfde wet wordt een artikel 116/6 ingevoegd, luidende:
  "Art. 116/6. De Koning bepaalt het bedrag van de uitkering toegekend aan de gerechtigden bedoeld in artikel 112 die niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wanneer:
  1° zij een vaderschapsverlof of geboorteverlof genieten overeenkomstig de op hen van toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt;
  2° zij een adoptieverlof genieten overeenkomstig de op hen van toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt;
  3° zij een pleegouderverlof genieten overeenkomstig de op hen van toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt.".
Art.32. Dans la même loi, il est inséré un article 116/6, rédigé comme suit:
  "Art. 116/6. Le Roi détermine le montant de l'indemnité octroyée aux titulaires visés à l'article 112 qui ne sont pas liés par un contrat de travail au sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail:
  1° s'ils bénéficient d'un congé de paternité ou de naissance conformément à la réglementation du travail qui leur est applicable et qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30, § 2, de la loi précitée du 3 juillet 1978;
  2° s'ils bénéficient d'un congé d'adoption conformément à la réglementation du travail qui leur est applicable et qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30ter de la loi précitée du 3 juillet 1978;
  3° s'ils bénéficient d'un congé parental d'accueil conformément à la réglementation du travail qui leur est applicable et qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30sexies de la loi précitée du 3 juillet 1978.".
Art.33. Deze onderafdeling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art.33. Cette sous-section produit ses effets le 1er janvier 2021.
Onderafdeling 3. - Formele wijzigingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Sous-section 3. - Modifications formelles de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994
Art.34. In artikel 87, zevende lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "artikelen 93, 93bis en 93ter" vervangen door de woorden "artikelen 93 en 93bis".
Art.34. Dans l'article 87, alinéa 7, de la même loi, inséré par la loi du 24 décembre 2002 et modifié par la loi du 27 décembre 2006, les mots "articles 93, 93bis et 93ter" sont remplacés par les mots "articles 93 et 93bis".
Art.35. In artikel 114, zevende lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 13 april 2011 en gewijzigd bij de wetten van 25 april 2014 en 19 december 2014, worden de woorden "eerst tot vijfde lid" vervangen door de woorden "eerste tot zesde lid".
Art.35. Dans l'article 114, alinéa 7, de la même loi, remplacé par la loi du 13 avril 2011 et modifié par les lois des 25 avril 2014 et 19 décembre 2014, les mots "alinéas 1er à 5" sont remplacés par les mots "alinéas 1er à 6".
Art.36. In het opschrift van hoofdstuk V van titel V van dezelfde wet worden de woorden "Bijzondere bepaling" vervangen door de woorden "Bijzondere bepalingen".
Art.36. Dans l'intitulé du chapitre V du titre V de la même loi, les mots "Disposition particulière" sont remplacés par les mots "Dispositions particulières".
Art.37. De artikelen 34 en 35 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art.37. Les articles 34 et 35 produisent leurs effets le 1er janvier 2021.
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de Sociale Zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
Section 2. - Modifications de l'arrêté royal du 10 juin 2001 portant définition uniforme de notions relatives au temps de travail à l'usage de la Sécurité Sociale, en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions
Art.38. In artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 24 februari 2003, vervangen bij de wet van 16 mei 2016, worden de woorden "zevende lid" vervangen door de woorden "zesde lid".
Art.38. Dans l'article 34 de l'arrêté royal du 10 juin 2001 portant définition uniforme de notions relatives au temps de travail à l'usage de la sécurité sociale, en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, confirmé par la loi du 24 février 2003, remplacé par la loi du 16 mai 2016, les mots "alinéa 7" sont remplacés par les mots "alinéa 6".
Art.39. In artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002 en vervangen bij de wet van 16 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt.";
  2° het wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De periode van tien dagen bedoeld in het vorige lid wordt als volgt opgetrokken:
  1° tot vijftien dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt;
  2° tot twintig dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt.".
Art.39. Dans l'article 34bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 5 novembre 2002 et remplacé par la loi du 16 mai 2016, les modifications suivantes sont apportées:
  1° l'alinéa unique actuel, qui devient l'alinéa 1er, est complété par les mots "ou de toute autre réglementation du travail qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30, § 2, de la loi précitée du 3 juillet 1978.";
  2° il est complété par un alinéa, rédigé comme suit:
  "La période de dix jours visée à l'alinéa précédent est relevée comme suit:
  1° à quinze jours si la naissance a lieu au plus tôt le 1er janvier 2021;
  2° à vingt jours si la naissance a lieu au plus tôt le 1er janvier 2023.".
Art.40. Artikel 34ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij de wet van 16 mei 2016, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt.".
Art.40. L'article 34ter du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 5 novembre 2002 et modifié par la loi du 16 mai 2016, est complété par les mots "ou de toute autre réglementation du travail qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30ter de la loi précitée du 3 juillet 1978.".
Art.41. Artikel 34quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 6 september 2018, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt.".
Art.41. L'article 34quater du même arrêté, inséré par la loi du 6 septembre 2018, est complété par les mots "ou de toute autre réglementation du travail qui prévoit un tel congé dans les mêmes conditions qu'à l'article 30sexies de la loi précitée du 3 juillet 1978.".
Art.42. Artikel 38 heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020. De artikelen 39, 40 en 41 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art.42. L'article 38 produit ses effets le 1er mars 2020. Les articles 39, 40 et 41 produisent leurs effets le 1er janvier 2021.
Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon "wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht
Section 3. - Modification de l'arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de "rémunération journalière moyenne" en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions légales
Art.43. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht, bekrachtigd bij de wet van 24 februari 2003, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 2016 en de wet van 21 december 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. Wat de sector verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen betreft, wordt het loon dat betrekking heeft op overwerk zoals bepaald in artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of in artikel 8 van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, voor de toepassing van de voorgaande paragrafen echter geacht deel uit te maken van de in artikel 2, derde lid bedoelde bedragen en voordelen, op voorwaarde dat het minstens 10 % van deze bedragen en voordelen vertegenwoordigt gedurende de referteperiode vastgesteld overeenkomstig, al naargelang het geval, paragraaf 1 of paragraaf 2.".
Art.43. L'article 3 de l'arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de "rémunération journalière moyenne" en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions légales, confirmé par la loi du 24 février 2003, modifié par l'arrêté royal du 13 décembre 2016 et la loi du 21 décembre 2018, est complété par le paragraphe 3 rédigé comme suit:
  " § 3. Pour ce qui concerne le secteur de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, la rémunération portant sur le travail supplémentaire, tel que défini à l'article 29 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail ou à l'article 8 de la loi du 14 décembre 2000 fixant certains aspects de l'aménagement du temps de travail dans le secteur public, est, pour l'application des paragraphes précédents, toutefois considérée comme faisant partie des montants et avantages visés à l'article 2, alinéa 3, à condition qu'elle représente au moins 10 % de ces montants et avantages pendant la période de référence fixée conformément, selon le cas, au paragraphe 1er ou au paragraphe 2.".
Art.44. Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 29 maart 2019.
Art.44. Cette section produit ses effets le 29 mars 2019.
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers
Section 4. - Modification de la loi du 17 mai 2019 établissant une reconnaissance des aidants proches
Art.45.. In artikel 32 van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers worden de woorden "artikel 18" vervangen door de woorden "artikel 31".
Art.45. Dans l'article 32 de la loi du 17 mai 2019 établissant une reconnaissance des aidants proches, les mots "article 18" sont remplacés par les mots "article 31".
HOOFDSTUK 9. - Opheffing van het koninklijk besluit van 21 december 2018 tot uitvoering van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie
CHAPITRE 9. - Abrogation de l'arrêté royal du 21 décembre 2018 pris en exécution de l'article 12, § 3, alinéa 2, de la loi du 18 juillet 2018 relative à la relance économique et au renforcement de la cohésion sociale
Art.46. Het koninklijk besluit van 21 december 2018 tot uitvoering van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie, bekrachtigd bij de wet van 28 april 2019, wordt opgeheven.
Art.46. L'arrêté royal du 21 décembre 2018 pris en exécution de l'article 12, § 3, alinéa 2, de la loi du 18 juillet 2018 relative à la relance économique et au renforcement de la cohésion sociale, confirmé par la loi du 28 avril 2019, est abrogé.
Art. 47. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021
Art. 47. Le présent chapitre produit ses effets le 1er janvier 2021.