Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 OKTOBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer en de opdrachten van het Betaalorgaan
Titre
14 OCTOBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement wallon portant sur la gestion et les missions de l'Organisme payeur
Informations sur le document
Info du document
Tekst (24)
Texte (24)
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijving
CHAPITRE 1er. - Définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
  1° de werkingsovereenkomst: de inclusieve routekaart gesloten tussen het Betaalorgaan en de Regering;
  2° het Wetboek : het Waalse Landbouwwetboek;
  3° het opvolgingscomité: het opvolgingscomité van het Betaalorgaan zoals bepaald in artikel 253 van het Wetboek;
  4° Verordening (EU) nr. 1306/2013 : Verordening (EU) nr. 1306/20013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. n° 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1200/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;
  5° Verordening (EU) nr. 907/2014: gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro.
  Met betrekking tot lid 1, 1°, bepaalt de Minister bevoegd Landbouw de taken van het Betaalorgaan, de wijze van toezicht op het Betaalorgaan en de organisatie van het toezicht vast.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
  1° l'accord de fonctionnement : la feuille de route inclusive conclue entre l'Organisme payeur et le Gouvernement;
  2° le Code : le Code wallon de l'Agriculture;
  3° le Comité de suivi : le Comité de suivi de l'Organisme payeur défini à l'article 253 du Code;
  4° le règlement (UE) n°1306/2013 : le règlement (UE) n° 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 relatif au financement, à la gestion et au suivi de la politique agricole commune, et abrogeant les règlements (CEE) n° 352/78, (CE) n° 165/94, (CE) n° 2799/98, (CE) n° 814/2000, (CE) n° 1200/2005 et n° 485/2008 du Conseil;
  5° le règlement (UE) n° 907/2014 : le règlement délégué (UE) n° 907/2014 de la Commission du 11 mars 2014 complétant le règlement (UE) n° 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les Organismes payeurs et autres entités, la gestion financière, l'apurement des comptes, les garanties et l'utilisation de l'euro.
  Concernant l'alinéa 1er, 1°, le Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions précise les missions de l'Organisme payeur, les modalités de son suivi et l'organisation de sa supervision.
HOOFDSTUK 2. - Organisatie van het Betaalorgaan
CHAPITRE 2. - Organisation de l'Organisme payeur
Afdeling 1. - Structuur en samenstelling
Section 1re. - Structure et composition
Art.2. Het Betaalorgaan maakt integraal deel uit van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Wetboek.
  In zijn betrekkingen met derden gebruikt het betaalorgaan de naam "Waals betaalorgaan".
  De verantwoordelijke van het Betaalorgaan is een ambtenaar-generaal van rang A3 in de zin van Boek II van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode.
Art.2. L'Organisme payeur fait partie intégrante de l'Administration au sens de l'article D.3, 3°, du Code.
  Dans ses relations avec les tiers, l'Organisme payeur utilise la dénomination " Organisme payeur de Wallonie ".
  Le responsable qui dirige l'Organisme payeur est un fonctionnaire général de rang A3 au sens du Livre II de l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique wallonne.
Afdeling 2. - Werkingsovereenkomst
Section 2. - De l'accord de fonctionnement
Art.3. § 1. Om de in het Wetboek aan het Betaalorgaan toevertrouwde taken vast te stellen, sluiten de Regering en het Betaalorgaan een werkingsovereenkomst met een looptijd die overeenstemt met een programmeringsperiode van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en die ten minste de volgende elementen omvat :
  1° de werkingsmodaliteiten tussen de Regering en het Betaalorgaan;
  2° de details van de taken die door het Wetboek aan het Betaalorgaan worden toevertrouwd;
  3° de regels, procedures en doelstellingen volgens welke het Betaalorgaan de taken uitvoert die hem door het Wetboek worden toevertrouwd;
  4° de wijze van evaluatie van het Betaalorgaan uitgevoerd door het in artikel 7 bedoelde Opvolgingscomité aan de hand van de in 5° en 6° bedoelde indicatoren;
  5° de indicatoren voor de opvolging van de opdrachten in verband met het beheer van de steun uit het ELGF en het ELFPO;
  6° de indicatoren voor de opvolging van de opdrachten die de Regering aan het betaalorgaan toevertrouwt wanneer het een beroep doet op artikel D.255, § 2, van het Wetboek;
  7° de toewijzing van de begrotingsmiddelen in het licht van de artikelen 4 tot en met 6;
  8° de verdeling van de menselijke middelen op basis van het organigram;
  9° de personele middelen die zijn toegewezen aan het business IT-masterplan van het Betaalorgaan;
  10° het personeelsplan van het Betaalorgaan.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde werkingsovereenkomst wordt aan het einde van elke programmeringsperiode van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vernieuwd en kan jaarlijks worden herzien.
Art.3. § 1er. Afin de déterminer les missions dévolues à l'Organisme payeur par le Code, le Gouvernement et l'Organisme payeur concluent un accord de fonctionnement pour une durée correspondant à une période de programmation de la politique agricole commune et qui comprend, au minimum :
  1° les modalités de fonctionnement entre le Gouvernement et l'Organisme payeur;
  2° le détail des missions dévolues à l'Organisme payeur par le Code;
  3° les règles, modalités et objectifs, selon lesquels l'Organisme payeur exercent les missions qui lui sont confiées par le Code;
  4° la méthode d'évaluation de l'Organisme payeur réalisée par le Comité de suivi visé à l'article 7 sur base des indicateurs visés aux 5° et 6°;
  5° les indicateurs de suivi des missions afférentes à la gestion des aides au titre du FEAGA et du Feader;
  6° les indicateurs de suivi des missions confiées à l'Organisme payeur par le Gouvernement lorsqu'il a recours à l'article D.255, § 2, du Code;
  7° l'affectation des moyens budgétaires à la lumière des articles 4 à 6;
  8° la répartition des ressources humaines sur base de l'organigramme;
  9° les ressources humaines affectées au plan directeur de l'informatique métier de l'Organisme payeur;
  10° le plan de personnel de l'Organisme payeur.
  § 2. L'accord de fonctionnement visé au paragraphe 1er est renouvelé au terme de chaque période de programmation de la politique agricole commune et peut être révisé annuellement.
Afdeling 3. - Begroting
Section 3. - Du budget
Art.4. De begroting van het Betaalorgaan wordt opgesteld overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 8 juni 2017 houdende organisatie van de structuur en de verantwoording van de begroting van de administratieve diensten met een zelfstandige boekhouding, de gewestelijke ondernemingen en de instellingen in het Waalse Gewest en de in artikel 3 van dit besluit bedoelde werkingsovereenkomst.
Art.4. Le budget de l'Organisme payeur est établi conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 juin 2017 portant organisation de la structure et de la justification du budget des services administratifs à comptabilité autonome, des entreprises régionales et des organismes en Région wallonne et à l'accord de fonctionnement repris à l'article 3 du présent arrêté.
Art.5. Bij de begrotingsverrichtingen van het Betaalorgaan wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende ontvangsten:
  1° een algemene werkingssubsidie, ontvangen uit de begroting van het Waalse Gewest, ter dekking van :
  a) de werkingsuitgaven van het Betaalorgaan in verband met het beheer van de steun uit het ELGF en het ELFPO;
  b) alle andere werkingsuitgaven die voortvloeien uit de toepassing van artikel D.255, § 2, van het Wetboek;
  2° de belangrijkste ontvangsten uit dienstopdrachten afkomstig van de begroting van het Waalse Gewest, zoals:
  a) ontvangsten in verband met de medefinanciering van uitgaven uit het ELGF en het ELFPO, waarvan het beheer is toevertrouwd aan het Betaalorgaan;
  b) ontvangsten uit terugbetalingen aan de Europese Unie van financiële correcties die voortvloeien uit de uitvoering van besluiten van de Commissie tot onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die het Waalse Gewest in het kader van het ELGF en het ELFPO heeft verricht;
  c) ontvangsten met betrekking tot de uitvoering van betalingen uit hoofde van artikel D.255, § 2, van het Wetboek;
  3° ontvangsten uit de activiteiten van het Betaalorgaan, zoals :
  a) de ontvangsten voortkomend uit het afgehouden gedeelte van de schuldvorderingen die bij de toepassing van de randvoorwaarden en de vergroening behoren krachtens de besluiten van de Waalse Regering genomen ter uitvoering van de artikelen D.250 en D.251 van het Wetboek;
  b) de ontvangsten voortkomend uit het afgehouden gedeelte van de schuldvorderingen geïnd ten gevolge van onregelmatigheden of nalatigheden die niet te wijten zijn aan de administraties;
  c) de vrijwillige of contractuele bijdragen voortvloeiend uit de afgevaardigde tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij of in het kader van andere samenwerkingen tussen deelstaten en/of met de federale Staat;
  d) de opbrengsten van leveringen van GBCS-gegevens aan derden;
  e) de boetes of de administratieve transacties die verschuldigd zijn ten gevolge van de niet-naleving van artikel D.396, eerste lid, 3°, van het Wetboek;
  f) ontvangsten uit onverschuldigd betaalde steun en terugvorderingsprocedures in de vorm van rente en terugvordering van procedurekosten, schadeloosstellingen en schadevergoedingen in verband met de Waalse onderdelen van de door het betaalorgaan beheerde taken;
  4° ontvangsten met betrekking tot (volledige of gedeeltelijke) inbeslagnemingen inzake de zekerheden die worden gesteld in het kader van de toepassing van de regeling betreffende invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten;
  5° ontvangsten van derden, met name de Europese Commissie, ten behoeve van de medefinanciering van projecten binnen het Betaalorgaan;
  6° alle andere ontvangsten die voortvloeien uit beslissingen van de Europese Unie of van de Regering.
Art.5. Les opérations budgétaires de l'Organisme payeur distinguent les recettes suivantes :
  1° une subvention générale de fonctionnement, reçue du budget de la Région wallonne, couvrant :
  a)les dépenses de fonctionnement de l'Organisme payeur dans le cadre de la gestion des aides relevant du FEAGA et du Feader;
  b) toute autre dépense de fonctionnement résultant de la mise en application de l'article D.255, § 2, du Code;
  2° les principales recettes de missions, reçues du budget de la Région wallonne, telles que :
  a) les recettes relatives au cofinancement des dépenses au titre du FEAGA et du Feader dont la gestion est confiée à l'Organisme payeur;
  b) les recettes correspondantes aux remboursements à l'Union européenne des corrections financières résultant de l'exécution de décisions de la Commission écartant du financement de l'Union européenne certaines dépenses effectuées par la Région wallonne au titre du FEAGA et du Feader;
  c) les recettes relatives à la mise en oeuvre des paiements en vertu de l'article D.255, § 2, du Code;
  3° les recettes provenant des activités de l'Organisme payeur, telles que :
  a) les recettes provenant de la part retenue sur les créances relevant de l'application de la conditionnalité et du verdissement en vertu des arrêtés du Gouvernement wallon pris en exécution des articles D.250 et D.251 du Code;
  b) les recettes provenant de la part retenue sur les créances recouvrées à la suite d'irrégularités ou de négligences, non imputables aux administrations;
  c) les contributions volontaires ou contractuelles résultant de l'exécution des missions déléguées entre la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale concernant l'exercice des compétences régionalisées dans le domaine de l'agriculture et de la pêche ou dans le cadre d'autres collaborations avec des entités fédérées ou l'Etat fédéral;
  d) les produits de fournitures de données du SIGEC à des tiers;
  e) les amendes ou les transactions administratives dues suite au non-respect de l'article D.396, alinéa 1er, 3°, du Code;
  f) les recettes provenant des aides indument versées ainsi que des procédures de recouvrement en termes d'intérêts et de récupérations de frais de procédure, indemnités et dommages en lien avec les parts wallonnes des missions gérées par l'Organisme payeur;
  4° les recettes relatives aux saisies, pour la totalité ou partiellement, portant sur les garanties relatives à l'application du régime des certificats d'importation, d'exportation et de préfixation pour les produits agricoles;
  5° les recettes provenant de tiers, notamment la Commission européenne, à des fins du cofinancement de projets internes à l'Organisme payeur;
  6° toutes autres recettes résultant de décisions de l'Union européenne ou du Gouvernement.
Art.6. Bij de begrotingsverrichtingen van het Betaalorgaan wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende uitgaven:
  1° de uitgaven in verband met de werking van het Betaalorgaan die betrekking hebben op :
  a) de werkingsuitgaven van het Betaalorgaan in verband met het beheer van de steun uit het ELGF en het ELFPO;
  b) alle andere werkingsuitgaven die voortvloeien uit de toepassing van artikel D.255, § 2, van het Wetboek;
  2° de belangrijkste uitgaven uit dienstopdrachten afkomstig van de begroting van het Waalse Gewest, zoals:
  a) uitgaven in verband met de medefinanciering van uitgaven uit het ELGF en het ELFPO, waarvan het beheer is toevertrouwd aan het Betaalorgaan;
  b) uitgaven voor opslag;
  c) uitgaven in verband met de niet-inning van schuldvorderingen;
  d) uitgaven met betrekking tot de terugbetalingen aan de Europese Unie van financiële correcties die voortvloeien uit de uitvoering van besluiten van de Commissie tot onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die het Waalse Gewest in het kader van het ELGF en het ELFPO heeft verricht;
  3° uitgaven met betrekking tot de uitvoering van betalingen uit hoofde van artikel D.255, § 2, van het Wetboek;
  4° de uitgaven die bestemd zijn voor de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de inbeslagnemingen van zekerheden in verband met de toepassing van het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten;
  5° alle andere uitgaven die voortvloeien uit beslissingen van de Europese Unie of van de Regering;
  6° de terugbetaling aan de algemene ontvangstenbegroting van de bedragen die voortvloeien uit ten onrechte uitgekeerde subsidies en terugvorderingsprocedures in de vorm van interesten en terugvordering van procedurekosten, schadevergoedingen en schadevergoedingen met betrekking tot de Waalse delen van de door het Betaalorgaan beheerde taken;
  7° de terugbetaling aan de algemene ontvangstenbegroting van de jaarlijkse saldi (overschot van de ontvangsten ten opzichte van de uitgaven).
Art.6. Les opérations budgétaires de l'Organisme payeur distinguent les dépenses suivantes :
  1° les dépenses liées au fonctionnement de l'Organisme payeur couvrant :
  a) les dépenses de fonctionnement de l'Organisme payeur dans le cadre de la gestion des aides relevant du FEAGA et du Feader;
  b) toute autre dépense de fonctionnement résultant de la mise en application de l'article D.255, § 2, du Code;
  2° les principales dépenses de missions relevant du budget de la Région wallonne, telles que :
  a) les dépenses relatives au cofinancement au titre du FEAGA et du Feader et dont la gestion est confiée à l'Organisme payeur;
  b) les dépenses en matière de stockage;
  c) les dépenses liées au non-recouvrement de créances;
  d) les dépenses relatives aux remboursements à l'Union européenne des corrections financières résultant de l'exécution de décisions de la Commission écartant du financement de l'Union européenne certaines dépenses effectuées par la Région wallonne au titre du FEAGA et du Feader;
  3° les dépenses relatives à la mise en oeuvre des paiements en vertu de l'article D.255, § 2, du Code;
  4° les dépenses destinées à la restitution, totale ou partielle, des saisies sur les garanties relatives à l'application du régime des certificats d'importation, d'exportation et de préfixation pour les produits agricoles;
  5° toutes autres dépenses résultant de décisions de l'Union européenne ou du Gouvernement;
  6° la restitution au budget général des recettes des récupérations des aides indument versées ainsi que des procédures de recouvrement en termes d'intérêts et de récupérations de frais de procédure, indemnités et dommages en lien avec les parts wallonnes des missions gérées par l'Organisme payeur;
  7° la restitution des soldes annuels au budget général des recettes (excédent des recettes sur les dépenses).
HOOFDSTUK 3. - De bevoegde overheid en het Opvolgingscomité
CHAPITRE 3. - L'autorité compétente et le Comité de suivi
Art.7. De Regering delegeert aan de Minister bevoegd voor landbouw alle taken die haar zijn opgedragen in haar hoedanigheid van bevoegde autoriteit in de zin van artikel 1, paragraaf 1, onder a) en b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie, met uitzondering van de verlening en intrekking van de erkenning van het Betaalorgaan
  Binnen het betaalorgaan is een specifieke opvolgingscel, de zogeheten "opvolgingscel", belast met het bijstaan van de voor landbouw bevoegde Minister bij de uitvoering van de aan hem toevertrouwde taken. Deze bijstand bestaat in de toezending aan de Minister, binnen de vereiste termijn, van alle bewijsstukken die nodig zijn voor de in het eerste lid omschreven taken.
  De opvolgingscel valt rechtstreeks onder het administratieve gezag van de verantwoordelijke van het Betaalorgaan.
Art.7. Le Gouvernement délègue au Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions toutes les tâches qui lui sont assignées en sa qualité d'autorité compétente, au sens de l'article 1er, paragraphe 1er, a) et b), du règlement d'exécution (UE) n° 908/2014 de la Commission du 6 août 2014 portant modalités d'application du règlement (UE) n° 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les Organismes payeurs et autres entités, la gestion financière, l'apurement des comptes, les règles relatives aux contrôles, les garanties et la transparence, à l'exception de l'octroi et du retrait d'agrément de l'Organisme payeur.
  Au sein de l'Organisme payeur, une cellule de suivi spécifique, dénommée " cellule de suivi ", est dédiée à l'assistance au Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions dans l'exécution des tâches qui lui sont assignées. Cette assistance consiste en la transmission, au Ministre, dans les délais requis, de tous les éléments probants et nécessaires pour les tâches décrites à l'alinéa premier.
  La cellule de suivi est placée directement sous l'autorité administrative du responsable de l'Organisme payeur.
Art.8. Het opvolgingscomité bestaat uit:
  1° de Minister-President of zijn vertegenwoordiger;
  2° de Minister van Landbouw of zijn vertegenwoordiger;
  3° de Minister van Ambtenarenzaken of zijn vertegenwoordiger;
  4° de Minister van Begroting of zijn vertegenwoordiger;
  5° de Minister van Leefmilieu of zijn vertegenwoordiger;
  6° de Inspecteur van Financiën, erkend door de Regering en belast met landbouw, die een raadgevende stem heeft;
  7° de secretaris-generaal van de Waalse Overheidsdienst of zijn vertegenwoordiger;
  8° de directeur-generaal van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Wetboek of zijn vertegenwoordiger.
  De Minister van Landbouw of zijn vertegenwoordiger zit het opvolgingscomité voor.
  Het opvolgingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Minister die bevoegd is voor landbouw.
Art.8. Le Comité de suivi est composé :
  1° du Ministre-Président ou de son représentant;
  2° du Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions ou de son représentant;
  3° du Ministre qui a la fonction publique dans ses attributions ou de son représentant;
  4° du Ministre qui a le budget dans ses attributions ou son représentant;
  5° du Ministre qui a l'environnement dans ses attributions ou de son représentant;
  6° de l'Inspecteur des Finances accrédité auprès du Gouvernement en charge de l'Agriculture qui dispose d'une voix consultative;
  7° du secrétaire général du Service public de Wallonie ou son de représentant;
  8° du directeur général de l'Administration au sens de l'article D.3, 3°, du Code ou de son représentant.
  Le Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions ou son représentant préside le Comité de suivi.
  Le Comité de suivi élabore son règlement d'ordre intérieur et le soumet à l'approbation du Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions.
Art.9. § 1. Het opvolgingscomité vergadert minstens driemaal per jaar en, overeenkomstig artikel D.253 van het Wetboek:
  1° onderzoekt de naleving van de voorwaarden tot erkenning van het Waals betaalorgaan;
  2° stelt rechtzettingsmaatregelen voor aan de Regering als het vaststelt dat de erkenningsvoorwaarden niet in acht genomen worden;
  3° onderzoekt en rapporteert aan de Minister, overeenkomstig artikel 7, over de activiteiten van het Betaalorgaan.
Art.9. § 1er. Le Comité de suivi se réunit au minimum trois fois par an et, conformément à l'article D.253 du Code :
  1° examine le respect des conditions d'agrément de l'Organisme payeur;
  2° propose des mesures correctrices au Gouvernement lorsqu'il constate un non-respect des conditions d'agrément;
  3° examine et fait rapport au Ministre, en vertu de l'article 7, sur les activités de l'Organisme payeur.
HOOFDSTUK 4. - Terugvordering en dwangschrift
CHAPITRE 4. - Recouvrement et contrainte
Art.10. Het in de artikelen D.259 en D.260 van het Wetboek bedoelde dwangschrift wordt ten uitvoer gelegd door de verantwoordelijke van het Betaalorgaan en wordt opgelegd door de met de invordering belaste ontvanger.
Art.10. La contrainte visée aux articles D.259 et D.260 du Code est rendue exécutoire par le responsable de l'Organisme payeur, et est décernée par le receveur chargé du recouvrement.
Art.11. Op het dwangschrift worden de volgende gegevens vermeld :
  1° de naam en de voornaam van de schuldenaar;
  2° de woonplaats, of de maatschappelijke zetel, of, bij gebreke daarvan, een exploitatiezetel van de schuldenaar;
  3° het verschuldigde bedrag, met onderscheiding tussen het kapitaal, de interesten en accessoria;
  4° het feit dat het dwangschrift uitvoerbaar is, zonder formaliteit noch herinnering;
  5° een afschrift van de tekst van artikel D.260, van het Wetboek;
  6° de motivering;
  7° het rekeningnummer waarop de betaling wordt uitgevoerd;
  8 de datum van tenuitvoerlegging van het dwangschrift;
  9° de handtekening van de verantwoordelijke van het betaalorgaan.
Art.11. La contrainte mentionne :
  1° le nom et prénom du débiteur;
  2° le domicile, ou le siège, ou, à défaut, un siège d'exploitation du débiteur;
  3° le montant dû, distinguant le capital, les intérêts et les accessoires;
  4° le fait que la contrainte est exécutoire sans formalité ni rappel;
  5° une copie du texte de l'article D.260 du Code;
  6° la motivation;
  7° le numéro de compte bancaire sur lequel le paiement est à effectuer;
  8° la date exécutoire de la contrainte;
  9° la signature du responsable de l'Organisme payeur.
HOOFDSTUK 5. - Ambtenarenzaken
CHAPITRE 5. - Fonction publique
Art.12. De volgende personen worden bij het Betaalorgaan aangesteld:
  1° de personeelsleden die voorheen waren aangesteld bij het Departement Landbouw van de Administratie;
  2° de personeelsleden die voorheen waren aangesteld bij het Departement Steun van de Administratie;
  3° de personeelsleden die zijn aangesteld bij de Directie Controles van het Departement Handhaving en Controles van de Administratie die taken uitvoeren in verband met de landbouwcontrole in het kader van de taken die aan het Betaalorgaan zijn toevertrouwd;
  4° de personeelsleden die zijn aangesteld bij de opvolgingscel van het Betaalagentschap, geïntegreerd in de diensten van het Directoraat-generaal van de Administratie.
Art.12. Sont affectés à l'Organisme payeur :
  1° les membres du personnel précédemment affectés au Département de l'Agriculture de l'Administration;
  2° les membres du personnel précédemment affectés au Département des Aides de l'Administration;
  3° les membres du personnel affectés à la Direction des Contrôles du Département de la Police et des Contrôles de l'Administration exerçant les tâches relatives au contrôle agricole en lien avec les missions dévolues à l'Organisme payeur;
  4° les membres du personnel affectés à la cellule de suivi de l'Organisme payeur intégrée aux services de la Direction générale de l'Administration.
HOOFDSTUK 6. - Opheffings- en slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions abrogatoires et finales
Art.13. Het besluit van de Waalse Regering van 12 mei 2016 tot instelling van een Opvolgingscomité voor het betaalorgaan, tot bepaling van de uitoefening van de bevoegdheden ervan inzake dwangschrift, en waarbij de Minister van Landbouw ertoe gemachtigd wordt de aanwijzings- en opvolgingsprocedure van gemachtigde instellingen te bepalen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2017, wordt opgeheven.
Art.13. L'arrêté du Gouvernement wallon du 12 mai 2016 instituant un Comité de suivi de l'Organisme payeur, précisant l'exercice des compétences de ce dernier en matière de contrainte, et habilitant le Ministre de l'Agriculture afin de déterminer la procédure de désignation et de suivi d'organismes délégués, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 2 février 2017, est abrogé.
Art.14. De Minister van Landbouw en de Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.14. Le Ministre qui a l'agriculture dans ses attributions et le Ministre qui a la fonction publique dans ses attributions sont chargés, chacun pour ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.
Art. 15. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2022.