Artikel 1 - In het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) wordt een hoofdstuk 1 ingevoegd, dat de artikelen 1 tot 3 omvat, luidende:
"Hoofdstuk 1 - Verplichting om zich te laten testen en in quarantaine te gaan"
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 MAART 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)
Titre
25 MARS 2021. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté du Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à prévenir la propagation du coronavirus (COVID-19)
Informations sur le document
Numac: 2021201967
Datum: 2021-03-25
Info du document
Numac: 2021201967
Date: 2021-03-25
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1er - Dans l'arrêté du Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à prévenir la propagation du coronavirus (COVID-19), il est inséré un chapitre 1er, comportant les articles 1er à 3, intitulé comme suit :
" Chapitre 1er - Obligation de test et de quarantaine ".
" Chapitre 1er - Obligation de test et de quarantaine ".
Art.2. - In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien";
2° in de bepaling onder 2° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien".
1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien";
2° in de bepaling onder 2° wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien".
Art.2. - A l'article 1er du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le 1°, les mots " sept jours " sont remplacés par les mots " dix jours ";
2° dans le 2°, les mots " sept jours " sont remplacés par les mots " dix jours ".
1° dans le 1°, les mots " sept jours " sont remplacés par les mots " dix jours ";
2° dans le 2°, les mots " sept jours " sont remplacés par les mots " dix jours ".
Art.3. - In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in § 1, eerste lid, 1°, wordt het woord "melden" vervangen door de woorden "melden om zich op het coronavirus (COVID-19) te laten testen";
2° § 1, eerste lid, 2°, wordt opgeheven;
3° paragraaf 2 wordt opgeheven.
1° in § 1, eerste lid, 1°, wordt het woord "melden" vervangen door de woorden "melden om zich op het coronavirus (COVID-19) te laten testen";
2° § 1, eerste lid, 2°, wordt opgeheven;
3° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.3. - A l'article 2 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le § 1er, alinéa 1er, le 1° est complété par les mots " afin de se soumettre à un test de dépistage du coronavirus (COVID-19) ";
2° dans le § 1er, alinéa 1er, le 2° est abrogé;
3° le § 2 est abrogé.
1° dans le § 1er, alinéa 1er, le 1° est complété par les mots " afin de se soumettre à un test de dépistage du coronavirus (COVID-19) ";
2° dans le § 1er, alinéa 1er, le 2° est abrogé;
3° le § 2 est abrogé.
Art.4. - In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 2 ingevoegd, dat de artikelen 3.1 tot 3.4 omvat, luidende:
"Hoofdstuk 2 - Uitzonderingen
Art. 3.1. - § 1 - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de daarin vermelde verplichting om in quarantaine te gaan om de volgende noodzakelijke activiteiten te verrichten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de quarantainetermijn:
1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;
2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, maar enkel indien niemand anders hiervoor kan zorgen en enkel per uitzondering;
3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en ouderlijk gezag, op voorwaarde dat ze worden gestaafd;
4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, als niemand anders hiervoor kan zorgen;
5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis.
Personen die voor de duur van de verrichting van de activiteiten vermeld in het eerste lid uit quarantaine gaan, zijn ertoe verplicht gedurende de quarantainetermijn een mondneusmasker te dragen en de geldende afstandsregels ten aanzien van andere personen na te leven.
§ 2 - Volgende personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen:
1° personen die om medische redenen geen staal kunnen laten afnemen en hiertoe het bewijs leveren via een medisch attest;
2° personen die zich aanmelden voor een test maar waarbij de arts die verantwoordelijk is voor de testafname oordeelt dat geen test kan worden afgenomen.
De personen vermeld in het eerste lid en de personen die een test weigeren, gelden voor de duur van de in artikel 1 vermelde verplichting om in tijdelijke afzondering te gaan, als besmet met het coronavirus (COVID-19).
Art. 3.2. - Volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, worden in dat verband volledig vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan en van de verplichting om zich te laten testen:
1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;
2° vervoerspersoneel belast met goederenvervoer in de uitoefening van hun functie, alsook ander vervoerspersoneel in de uitoefening van hun functie;
3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;
4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;
5° leerlingen, studenten en stagiairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;
6° grensscholieren die reizen in het kader van het leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;
7° de "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk;
8° personen die twee maanden voor hun terugkeer positief getest werden op het coronavirus (COVID-19);
9° personen met woonplaats in België die minder dan 48 uur in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, met uitzondering van Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;
10° personen zonder woonplaats in België die maximaal 48 uur in België zijn geweest, met uitzondering van personen uit Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;
11° personen bij wie het besmettingsrisico als gering wordt ingeschat.
Voor de toepassing van het eerste lid, 11°, wordt het besmettingsrisico berekend op basis van een zelfevaluatie in het Passagier Lokalisatie Formulier dat door de federale overheid ter beschikking wordt gesteld.
Art. 3.3. - § 1 - Alleen voor de vervulling van de hierna vermelde activiteiten worden volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan:
1° leerlingen, studenten en stagiairs in het kader van een examen of een verplichte taak;
2° gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg. Op deze uitzondering kan enkel beroep worden gedaan door personeel dat nodig is om een minimum aan basiszorg te waarborgen;
3° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;
4° staatshoofden en regeringsleiders, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;
5° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;
6° seizoensarbeiders;
7° personeel van de politiediensten, migratiediensten en douanediensten;
8° personen die reizen om dwingende gezinsredenen zoals een ernstige ziekte met hospitalisatie of vroegtijdig overlijden, voor zover nodig om deze gezinsredenen uit te oefenen;
9° hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld;
10° journalisten bij het uitoefenen van hun taken;
11° passagiers op doorreis die minder dan 48 uur in België verblijven;
12° patiënten die reizen om dwingende medische redenen of de verderzetting van een dringende medische behandeling;
13° personen die reizen om bijstand of zorg te verlenen aan een oudere, minderjarige, gehandicapte of kwetsbare persoon.
Om vrijgesteld te worden van de verplichting om overeenkomstig het eerste lid in afzondering te gaan, moeten de personen vermeld in het eerste lid aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° geen symptomen van het coronavirus (COVID-19) hebben;
2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;
3° niet positief getest zijn op het coronavirus (COVID-19);
4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;
5° zo mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;
6° niet in staat zijn om te telewerken;
7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van mondneusmasker op de werkplek;
8° het contact met andere medewerkers beperken.
§ 2 - Personen die vanuit een risicogebied in het buitenland op doorreis zijn in België worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen, als ze minder dan 48 uur in België verblijven.
Art. 3.4. - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden omwille van essentiële of professionele redenen vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan, als ze voldoen aan de criteria die in dit artikel zijn vastgelegd.
Beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen en beroepsbeoefenaars die bijstand of zorg verlenen aan kwetsbare personen worden overeenkomstig het eerste lid vrijgesteld als:
1° de uitoefening van hun activiteit absoluut noodzakelijk is om een minimum aan basiszorg te waarborgen;
2° ze bij de uitoefening van hun activiteit een mondneusmaker dragen;
3° ze de andere geldende hygiënevoorschriften naleven;
4° ze hun lichaamstemperatuur en het optreden van symptomen van het coronavirus (COVID-19) controleren;
5° ze minimum 1,5 m afstand houden van het overige personeel;
6° ze hun sociale contacten buiten het werk beperken;
7° ze geen gebruik maken van het openbaar vervoer;
8° ze niet reizen.
Werknemers die door de aard van hun functie in laboratoria in contact komen met het coronavirus (COVID-19) worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid.
Personen tewerkgesteld in een essentiële sector in de zin van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid, wanneer:
1° er dringende vraag naar hun werk is;
2° het gaat om een noodzakelijke situatie;
3° het gaat om een onmisbare en onvervangbare functie die beschreven staat in het continuïteitsplan van het bedrijf. De werknemers van bedrijven die niet over een Business Continuity Plan beschikken zullen nooit van deze quarantaine-uitzondering kunnen genieten;
4° de continuïteit van de essentiële dienstverlening van het bedrijf op korte termijn bedreigd is;
5° alle andere alternatieven tot oplossing werden overwogen en ontoereikend werden geacht;
6° de werkgever aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk en aan de bedrijfsarts een lijst van de betreffende medewerkers bezorgt en die lijst regelmatig bijhoudt.
De personen vermeld in het derde en het vierde lid vallen onder de voorwaarden vermeld in artikel 3.3, § 1, tweede lid."
"Hoofdstuk 2 - Uitzonderingen
Art. 3.1. - § 1 - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de daarin vermelde verplichting om in quarantaine te gaan om de volgende noodzakelijke activiteiten te verrichten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de quarantainetermijn:
1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;
2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, maar enkel indien niemand anders hiervoor kan zorgen en enkel per uitzondering;
3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en ouderlijk gezag, op voorwaarde dat ze worden gestaafd;
4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, als niemand anders hiervoor kan zorgen;
5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis.
Personen die voor de duur van de verrichting van de activiteiten vermeld in het eerste lid uit quarantaine gaan, zijn ertoe verplicht gedurende de quarantainetermijn een mondneusmasker te dragen en de geldende afstandsregels ten aanzien van andere personen na te leven.
§ 2 - Volgende personen vermeld in hoofdstuk 1 worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen:
1° personen die om medische redenen geen staal kunnen laten afnemen en hiertoe het bewijs leveren via een medisch attest;
2° personen die zich aanmelden voor een test maar waarbij de arts die verantwoordelijk is voor de testafname oordeelt dat geen test kan worden afgenomen.
De personen vermeld in het eerste lid en de personen die een test weigeren, gelden voor de duur van de in artikel 1 vermelde verplichting om in tijdelijke afzondering te gaan, als besmet met het coronavirus (COVID-19).
Art. 3.2. - Volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, worden in dat verband volledig vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan en van de verplichting om zich te laten testen:
1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;
2° vervoerspersoneel belast met goederenvervoer in de uitoefening van hun functie, alsook ander vervoerspersoneel in de uitoefening van hun functie;
3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;
4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;
5° leerlingen, studenten en stagiairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;
6° grensscholieren die reizen in het kader van het leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;
7° de "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk;
8° personen die twee maanden voor hun terugkeer positief getest werden op het coronavirus (COVID-19);
9° personen met woonplaats in België die minder dan 48 uur in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, met uitzondering van Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;
10° personen zonder woonplaats in België die maximaal 48 uur in België zijn geweest, met uitzondering van personen uit Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en het Verenigd Koninkrijk;
11° personen bij wie het besmettingsrisico als gering wordt ingeschat.
Voor de toepassing van het eerste lid, 11°, wordt het besmettingsrisico berekend op basis van een zelfevaluatie in het Passagier Lokalisatie Formulier dat door de federale overheid ter beschikking wordt gesteld.
Art. 3.3. - § 1 - Alleen voor de vervulling van de hierna vermelde activiteiten worden volgende personen die in een risicogebied in het buitenland zijn geweest, vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan:
1° leerlingen, studenten en stagiairs in het kader van een examen of een verplichte taak;
2° gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg. Op deze uitzondering kan enkel beroep worden gedaan door personeel dat nodig is om een minimum aan basiszorg te waarborgen;
3° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;
4° staatshoofden en regeringsleiders, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;
5° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;
6° seizoensarbeiders;
7° personeel van de politiediensten, migratiediensten en douanediensten;
8° personen die reizen om dwingende gezinsredenen zoals een ernstige ziekte met hospitalisatie of vroegtijdig overlijden, voor zover nodig om deze gezinsredenen uit te oefenen;
9° hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld;
10° journalisten bij het uitoefenen van hun taken;
11° passagiers op doorreis die minder dan 48 uur in België verblijven;
12° patiënten die reizen om dwingende medische redenen of de verderzetting van een dringende medische behandeling;
13° personen die reizen om bijstand of zorg te verlenen aan een oudere, minderjarige, gehandicapte of kwetsbare persoon.
Om vrijgesteld te worden van de verplichting om overeenkomstig het eerste lid in afzondering te gaan, moeten de personen vermeld in het eerste lid aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° geen symptomen van het coronavirus (COVID-19) hebben;
2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;
3° niet positief getest zijn op het coronavirus (COVID-19);
4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;
5° zo mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;
6° niet in staat zijn om te telewerken;
7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van mondneusmasker op de werkplek;
8° het contact met andere medewerkers beperken.
§ 2 - Personen die vanuit een risicogebied in het buitenland op doorreis zijn in België worden vrijgesteld van de verplichting om zich te laten testen, als ze minder dan 48 uur in België verblijven.
Art. 3.4. - De personen vermeld in hoofdstuk 1 worden omwille van essentiële of professionele redenen vrijgesteld van de verplichting om in afzondering te gaan, als ze voldoen aan de criteria die in dit artikel zijn vastgelegd.
Beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen en beroepsbeoefenaars die bijstand of zorg verlenen aan kwetsbare personen worden overeenkomstig het eerste lid vrijgesteld als:
1° de uitoefening van hun activiteit absoluut noodzakelijk is om een minimum aan basiszorg te waarborgen;
2° ze bij de uitoefening van hun activiteit een mondneusmaker dragen;
3° ze de andere geldende hygiënevoorschriften naleven;
4° ze hun lichaamstemperatuur en het optreden van symptomen van het coronavirus (COVID-19) controleren;
5° ze minimum 1,5 m afstand houden van het overige personeel;
6° ze hun sociale contacten buiten het werk beperken;
7° ze geen gebruik maken van het openbaar vervoer;
8° ze niet reizen.
Werknemers die door de aard van hun functie in laboratoria in contact komen met het coronavirus (COVID-19) worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid.
Personen tewerkgesteld in een essentiële sector in de zin van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden vrijgesteld overeenkomstig het eerste lid, wanneer:
1° er dringende vraag naar hun werk is;
2° het gaat om een noodzakelijke situatie;
3° het gaat om een onmisbare en onvervangbare functie die beschreven staat in het continuïteitsplan van het bedrijf. De werknemers van bedrijven die niet over een Business Continuity Plan beschikken zullen nooit van deze quarantaine-uitzondering kunnen genieten;
4° de continuïteit van de essentiële dienstverlening van het bedrijf op korte termijn bedreigd is;
5° alle andere alternatieven tot oplossing werden overwogen en ontoereikend werden geacht;
6° de werkgever aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk en aan de bedrijfsarts een lijst van de betreffende medewerkers bezorgt en die lijst regelmatig bijhoudt.
De personen vermeld in het derde en het vierde lid vallen onder de voorwaarden vermeld in artikel 3.3, § 1, tweede lid."
Art.4. - Dans le même arrêté, il est inséré un chapitre 2, comportant les articles 3.1 à 3.4, intitulé comme suit :
" Chapitre 2 - Exceptions ".
Art. 3.1. - § 1er - Les personnes mentionnées au chapitre 1er sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement, prévue dans ce même chapitre, afin d'accomplir les activités essentielles suivantes, qui ne peuvent être reportées après l'expiration du délai de quarantaine :
1° les déplacements en vue de soins médicaux urgents et de l'accès aux médicaments;
2° les déplacements en vue d'acheter des produits de première nécessité, à condition que personne d'autre ne puisse s'en charger et uniquement dans des cas exceptionnels;
3° les déplacements dans le cadre de questions juridiques ou financières à régler d'urgence et de l'autorité parentale, moyennant une justification;
4° les déplacements visant à fournir les soins urgents et nécessaires aux animaux (domestiques), si personne d'autre ne peut s'en charger;
5° les déplacements dans le cadre de funérailles.
Les personnes qui, pendant la période où sont accomplies les activités prévues à l'alinéa 1er, quittent l'endroit où elles sont en quarantaine sont tenues, pendant la durée de cette quarantaine, de porter un masque de protection et de respecter les distances en vigueur avec les autres personnes.
§ 2 - Sont dispensées de l'obligation de se soumettre à un test de dépistage les personnes suivantes mentionnées au chapitre 1er :
1° les personnes qui ne peuvent faire l'objet d'un examen pour des raisons médicales et qui en fournissent la preuve en produisant un certificat médical;
2° les personnes qui se présentent à un test, mais pour lesquelles le médecin responsable du prélèvement décide qu'aucun test ne peut être effectué.
Les personnes mentionnées à l'alinéa 1er ainsi que celles qui refusent un examen sont considérées, pour la période d'isolement obligatoire prévue à l'article 1er, comme étant positives au coronavirus (COVID-19).
Art. 3.2. - Sont totalement dispensées de l'obligation de se placer en isolement et de celle de se soumettre à un test de dépistage les personnes suivantes qui ont séjourné dans une zone à risque à l'étranger :
1° les résidents ou travailleurs frontaliers qui voyagent en cette qualité;
2° le personnel chargé du transport de marchandises et les autres personnes travaillant dans le domaine du transport, qui voyagent dans le cadre de l'exercice de leur fonction;
3° les marins, l'équipage de bateaux remorques et bateaux-pilotes ainsi que le personnel industriel employé dans les parcs éoliens offshore;
4° les personnes qui voyagent dans le cadre d'une coparentalité transfrontalière;
5° les élèves, étudiants et stagiaires qui se rendent chaque jour ou chaque semaine à l'étranger dans le cadre de leurs études ou d'un stage transfrontalier;
6° les élèves transfrontaliers qui voyagent dans le cadre de l'enseignement obligatoire ou de l'enseignement supérieur et de promotion sociale, à destination ou en provenance du lieu où ils bénéficient dudit enseignement;
7° les " Border Force Officers " (agents de contrôle frontalier) du Royaume-Uni;
8° les personnes qui ont été testées positives au coronavirus (COVID-19) deux mois avant leur retour;
9° les personnes domiciliées en Belgique qui ont séjourné moins de 48 h dans une zone à risque à l'étranger, sauf s'il s'agit de l'Afrique du Sud, des pays situés en Amérique du Sud et du Royaume-Uni;
10° les personnes non domiciliées en Belgique qui séjournent moins de 48 h en Belgique, sauf s'il s'agit de personnes provenant d'Afrique du Sud, des pays situés en Amérique du Sud et du Royaume-Uni;
11° les personnes pour lesquelles le risque d'infection est considéré comme faible.
Aux fins d'application de l'alinéa 1er, 11°, le risque d'infection est déterminé au moyen d'une auto-évaluation, qui doit être inscrite sur le formulaire de localisation des passagers fourni par l'autorité fédérale.
Art. 3.3. - § 1er - Sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement les personnes suivantes qui ont séjourné dans une zone à risque à l'étranger, et ce, uniquement aux fins de l'accomplissement des activités essentielles suivantes :
1° les élèves, étudiants et stagiaires dans le cadre d'un examen ou d'une prestation obligatoire;
2° les professionnels de la santé, les chercheurs dans ce domaine et les professionnels de la prise en charge des personnes âgées. Cette exception ne peut être invoquée que pour le personnel qui est nécessaire pour garantir un minimum de soins de base;
3° les membres de la communauté diplomatique et consulaire, les titulaires d'un mandat, les élus et représentants officiels des organisations et institutions internationales établies en Belgique, dans le cadre d'une activité essentielle ne pouvant être accomplie à distance ou par visio-conférence;
4° les chefs d'Etats et de gouvernement, les membres des gouvernements, les parlementaires et les hauts fonctionnaires, le personnel diplomatique, consulaire et technique en mission professionnelle, dans le cadre d'une activité essentielle ne pouvant être accomplie à distance ou par visio-conférence;
5° les collaborateurs d'une organisation internationale ou les personnes invitées par une telle organisation et dont la présence physique est requise pour le bon fonctionnement de cette organisation, y compris les inspecteurs d'installations nucléaires;
6° les travailleurs saisonniers;
7° le personnel des services de police, des services de l'immigration et des douanes;
8° les personnes qui voyagent pour des raisons familiales impérieuses, comme une maladie grave avec hospitalisation ou un décès prématuré, dans la limite nécessaire à l'accomplissement de ces raisons familiales impérieuses;
9° les personnes hautement qualifiées, si leur travail est nécessaire d'un point de vue économique et ne peut être reporté;
10° les journalistes dans l'exercice de leurs activités;
11° les passagers en transit qui séjournent moins de 48 h en Belgique;
12° les patients qui voyagent pour des raisons médicales impérieuses ou pour poursuivre un traitement médical urgent;
13° les personnes qui voyagent pour fournir une assistance ou des soins à une personne âgée, mineure, vulnérable ou en situation de handicap.
Afin d'être dispensées de l'obligation de se placer en isolement conformément à l'alinéa 1er, les personnes mentionnées dans ce même alinéa sont soumises aux conditions suivantes :
1° elles ne présentent aucun symptôme du coronavirus (COVID-19);
2° elles ne sont pas la personne de contact d'une autre personne vivant sous le même toit qui a un diagnostic confirmé d'une infection au coronavirus (COVID-19);
3° elles ne sont pas positives au coronavirus (COVID-19) à la suite d'un test de dépistage;
4° elles limitent les contacts avec le public au strict minimum;
5° dans la mesure du possible, elles n'utilisent pas les transports en commun;
6° elles ne peuvent pas télétravailler;
7° elles respectent les gestes barrières et portent en tout temps un masque;
8° elles limitent leurs contacts avec les autres employés.
§ 2 - Les personnes transitant par la Belgique en provenance d'une zone à risque à l'étranger sont dispensées de l'obligation de se soumettre à un test de dépistage si leur séjour en Belgique dure moins de 48 h.
Art. 3.4. - Les personnes mentionnées au chapitre 1er sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement pour des raisons professionnelles ou essentielles si elles répondent aux critères fixés par le présent article.
Les professionnels de la santé et ceux de l'aide et des soins aux personnes vulnérables sont dispensées conformément à l'alinéa 1er si :
1° l'exercice de leur fonction est absolument indispensable pour pouvoir garantir un minimum de soins de base;
2° elles portent un masque bucco-nasal dans le cadre de l'exercice de leur fonction;
3° elles respectent les autres règles d'hygiène en vigueur;
4° elles surveillent leur température corporelle et l'apparition des symptômes du coronavirus (COVID-19);
5° elles respectent une distance minimale d'1,5 m avec les autres membres du personnel;
6° elles limitent leurs contacts sociaux en dehors du travail;
7° elles renoncent à utiliser les transports en commun;
8° elles ne voyagent pas.
Les travailleurs qui, par la nature de leur travail en laboratoire, entrent en contact avec le coronavirus (COVID-19) sont dispensés conformément à l'alinéa 1er.
Les personnes employées dans un secteur essentiel au sens de l'annexe 1re de l'arrêté ministériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d'urgence pour limiter la propagation du coronavirus (COVID-19) sont dispensées conformément à l'alinéa 1er si :
1° leur travail est considéré comme répondant à un besoin urgent;
2° il s'agit d'une situation essentielle;
3° il s'agit d'une fonction indispensable et irremplaçable qui est décrite dans le plan de continuité de l'entreprise. Les collaborateurs d'entreprises ne disposant pas d'un Business Continuity Plan sont exclues de la présente dispense;
4° la continuité du service essentiel de l'entreprise est menacée à court terme;
5° les solutions alternatives ont été envisagées et jugées insuffisantes;
6° l'employeur a fourni au Comité pour la Prévention et la Protection au Travail et au médecin du travail une liste des collaborateurs concernés par ce qui précède et l'actualise régulièrement.
Les personnes mentionnées aux alinéas 3 et 4 sont soumises aux conditions énumérées à l'article 3.3, § 1er, alinéa 2. "
" Chapitre 2 - Exceptions ".
Art. 3.1. - § 1er - Les personnes mentionnées au chapitre 1er sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement, prévue dans ce même chapitre, afin d'accomplir les activités essentielles suivantes, qui ne peuvent être reportées après l'expiration du délai de quarantaine :
1° les déplacements en vue de soins médicaux urgents et de l'accès aux médicaments;
2° les déplacements en vue d'acheter des produits de première nécessité, à condition que personne d'autre ne puisse s'en charger et uniquement dans des cas exceptionnels;
3° les déplacements dans le cadre de questions juridiques ou financières à régler d'urgence et de l'autorité parentale, moyennant une justification;
4° les déplacements visant à fournir les soins urgents et nécessaires aux animaux (domestiques), si personne d'autre ne peut s'en charger;
5° les déplacements dans le cadre de funérailles.
Les personnes qui, pendant la période où sont accomplies les activités prévues à l'alinéa 1er, quittent l'endroit où elles sont en quarantaine sont tenues, pendant la durée de cette quarantaine, de porter un masque de protection et de respecter les distances en vigueur avec les autres personnes.
§ 2 - Sont dispensées de l'obligation de se soumettre à un test de dépistage les personnes suivantes mentionnées au chapitre 1er :
1° les personnes qui ne peuvent faire l'objet d'un examen pour des raisons médicales et qui en fournissent la preuve en produisant un certificat médical;
2° les personnes qui se présentent à un test, mais pour lesquelles le médecin responsable du prélèvement décide qu'aucun test ne peut être effectué.
Les personnes mentionnées à l'alinéa 1er ainsi que celles qui refusent un examen sont considérées, pour la période d'isolement obligatoire prévue à l'article 1er, comme étant positives au coronavirus (COVID-19).
Art. 3.2. - Sont totalement dispensées de l'obligation de se placer en isolement et de celle de se soumettre à un test de dépistage les personnes suivantes qui ont séjourné dans une zone à risque à l'étranger :
1° les résidents ou travailleurs frontaliers qui voyagent en cette qualité;
2° le personnel chargé du transport de marchandises et les autres personnes travaillant dans le domaine du transport, qui voyagent dans le cadre de l'exercice de leur fonction;
3° les marins, l'équipage de bateaux remorques et bateaux-pilotes ainsi que le personnel industriel employé dans les parcs éoliens offshore;
4° les personnes qui voyagent dans le cadre d'une coparentalité transfrontalière;
5° les élèves, étudiants et stagiaires qui se rendent chaque jour ou chaque semaine à l'étranger dans le cadre de leurs études ou d'un stage transfrontalier;
6° les élèves transfrontaliers qui voyagent dans le cadre de l'enseignement obligatoire ou de l'enseignement supérieur et de promotion sociale, à destination ou en provenance du lieu où ils bénéficient dudit enseignement;
7° les " Border Force Officers " (agents de contrôle frontalier) du Royaume-Uni;
8° les personnes qui ont été testées positives au coronavirus (COVID-19) deux mois avant leur retour;
9° les personnes domiciliées en Belgique qui ont séjourné moins de 48 h dans une zone à risque à l'étranger, sauf s'il s'agit de l'Afrique du Sud, des pays situés en Amérique du Sud et du Royaume-Uni;
10° les personnes non domiciliées en Belgique qui séjournent moins de 48 h en Belgique, sauf s'il s'agit de personnes provenant d'Afrique du Sud, des pays situés en Amérique du Sud et du Royaume-Uni;
11° les personnes pour lesquelles le risque d'infection est considéré comme faible.
Aux fins d'application de l'alinéa 1er, 11°, le risque d'infection est déterminé au moyen d'une auto-évaluation, qui doit être inscrite sur le formulaire de localisation des passagers fourni par l'autorité fédérale.
Art. 3.3. - § 1er - Sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement les personnes suivantes qui ont séjourné dans une zone à risque à l'étranger, et ce, uniquement aux fins de l'accomplissement des activités essentielles suivantes :
1° les élèves, étudiants et stagiaires dans le cadre d'un examen ou d'une prestation obligatoire;
2° les professionnels de la santé, les chercheurs dans ce domaine et les professionnels de la prise en charge des personnes âgées. Cette exception ne peut être invoquée que pour le personnel qui est nécessaire pour garantir un minimum de soins de base;
3° les membres de la communauté diplomatique et consulaire, les titulaires d'un mandat, les élus et représentants officiels des organisations et institutions internationales établies en Belgique, dans le cadre d'une activité essentielle ne pouvant être accomplie à distance ou par visio-conférence;
4° les chefs d'Etats et de gouvernement, les membres des gouvernements, les parlementaires et les hauts fonctionnaires, le personnel diplomatique, consulaire et technique en mission professionnelle, dans le cadre d'une activité essentielle ne pouvant être accomplie à distance ou par visio-conférence;
5° les collaborateurs d'une organisation internationale ou les personnes invitées par une telle organisation et dont la présence physique est requise pour le bon fonctionnement de cette organisation, y compris les inspecteurs d'installations nucléaires;
6° les travailleurs saisonniers;
7° le personnel des services de police, des services de l'immigration et des douanes;
8° les personnes qui voyagent pour des raisons familiales impérieuses, comme une maladie grave avec hospitalisation ou un décès prématuré, dans la limite nécessaire à l'accomplissement de ces raisons familiales impérieuses;
9° les personnes hautement qualifiées, si leur travail est nécessaire d'un point de vue économique et ne peut être reporté;
10° les journalistes dans l'exercice de leurs activités;
11° les passagers en transit qui séjournent moins de 48 h en Belgique;
12° les patients qui voyagent pour des raisons médicales impérieuses ou pour poursuivre un traitement médical urgent;
13° les personnes qui voyagent pour fournir une assistance ou des soins à une personne âgée, mineure, vulnérable ou en situation de handicap.
Afin d'être dispensées de l'obligation de se placer en isolement conformément à l'alinéa 1er, les personnes mentionnées dans ce même alinéa sont soumises aux conditions suivantes :
1° elles ne présentent aucun symptôme du coronavirus (COVID-19);
2° elles ne sont pas la personne de contact d'une autre personne vivant sous le même toit qui a un diagnostic confirmé d'une infection au coronavirus (COVID-19);
3° elles ne sont pas positives au coronavirus (COVID-19) à la suite d'un test de dépistage;
4° elles limitent les contacts avec le public au strict minimum;
5° dans la mesure du possible, elles n'utilisent pas les transports en commun;
6° elles ne peuvent pas télétravailler;
7° elles respectent les gestes barrières et portent en tout temps un masque;
8° elles limitent leurs contacts avec les autres employés.
§ 2 - Les personnes transitant par la Belgique en provenance d'une zone à risque à l'étranger sont dispensées de l'obligation de se soumettre à un test de dépistage si leur séjour en Belgique dure moins de 48 h.
Art. 3.4. - Les personnes mentionnées au chapitre 1er sont dispensées de l'obligation de se placer en isolement pour des raisons professionnelles ou essentielles si elles répondent aux critères fixés par le présent article.
Les professionnels de la santé et ceux de l'aide et des soins aux personnes vulnérables sont dispensées conformément à l'alinéa 1er si :
1° l'exercice de leur fonction est absolument indispensable pour pouvoir garantir un minimum de soins de base;
2° elles portent un masque bucco-nasal dans le cadre de l'exercice de leur fonction;
3° elles respectent les autres règles d'hygiène en vigueur;
4° elles surveillent leur température corporelle et l'apparition des symptômes du coronavirus (COVID-19);
5° elles respectent une distance minimale d'1,5 m avec les autres membres du personnel;
6° elles limitent leurs contacts sociaux en dehors du travail;
7° elles renoncent à utiliser les transports en commun;
8° elles ne voyagent pas.
Les travailleurs qui, par la nature de leur travail en laboratoire, entrent en contact avec le coronavirus (COVID-19) sont dispensés conformément à l'alinéa 1er.
Les personnes employées dans un secteur essentiel au sens de l'annexe 1re de l'arrêté ministériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d'urgence pour limiter la propagation du coronavirus (COVID-19) sont dispensées conformément à l'alinéa 1er si :
1° leur travail est considéré comme répondant à un besoin urgent;
2° il s'agit d'une situation essentielle;
3° il s'agit d'une fonction indispensable et irremplaçable qui est décrite dans le plan de continuité de l'entreprise. Les collaborateurs d'entreprises ne disposant pas d'un Business Continuity Plan sont exclues de la présente dispense;
4° la continuité du service essentiel de l'entreprise est menacée à court terme;
5° les solutions alternatives ont été envisagées et jugées insuffisantes;
6° l'employeur a fourni au Comité pour la Prévention et la Protection au Travail et au médecin du travail une liste des collaborateurs concernés par ce qui précède et l'actualise régulièrement.
Les personnes mentionnées aux alinéas 3 et 4 sont soumises aux conditions énumérées à l'article 3.3, § 1er, alinéa 2. "
Art.5. - In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 3 ingevoegd, dat de artikelen 4 en 5 omvat, luidende:
"Hoofdstuk 3 - Slotbepalingen"
"Hoofdstuk 3 - Slotbepalingen"
Art.5. - Dans le même arrêté, il est inséré un chapitre 3, comportant les articles 4 et 5, intitulé comme suit :
" Chapitre 3 - Dispositions finales "
" Chapitre 3 - Dispositions finales "
Art.6. - Het besluit van de Regering van 23 juli 2020 tot vastlegging van essentiële redenen om vrijgesteld te worden van de tijdelijke isolatie en het medisch onderzoek wordt opgeheven.
Art.6. - L'arrêté du Gouvernement du 23 juillet 2020 fixant les raisons essentielles en vue d'être dispensé de l'isolement temporaire et de l'examen médical est abrogé.
Art.7. - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art.7. - Le présent arrêté entre en vigueur le jour de son adoption.
Art. 8. - De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. - Le Ministre de la Santé est chargé de l'exécution du présent arrêté.