Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 54 houdende afwijking van sommige bepalingen betreffende de organisatie van de examencommissie voor het bekwaamheidsbewijs van pedagogische bevoegdheid en de examencommissies voor het gewoon secundair onderwijs (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2021-10-28/28, art. 7)
Titre
11 FEVRIER 2021. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 54 portant dérogation à certaines dispositions relatives à l'organisation du jury du certificat d'aptitudes pédagogiques et des jurys de l'enseignement secondaire ordinaire (NOTE : confirmé avec effet à la date de son entrée en vigueur par DCFR2021-10-28/28, art. 7)
Informations sur le document
Numac: 2021040583
Datum: 2021-02-11
Info du document
Numac: 2021040583
Date: 2021-02-11
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. In afwijking van artikel 50, derde lid, van het decreet van 20 juli 2006 betreffende diverse maatregelen met betrekking tot het leerplichtonderwijs, het hoger onderwijs, cultuur en permanente opvoeding, voor de examenzittingen voor het afgeven van het bekwaamheidsbewijs van pedagogische bevoegdheid van 2019 en 2020, kan de mondelinge proef georganiseerd worden enkel voor de examencommissie indien de gezondheidstoestand in verband met de COVID-19- gezondheidscrisis dit vereist.
Article 1er. Par dérogation à l'article 50, alinéa 3, du décret du 20 juillet 2006 portant diverses mesures en matière d'enseignement obligatoire, d'enseignement supérieur, de culture et d'éducation permanente, pour les sessions d'examens en vue de la délivrance du Certificat d'Aptitudes pédagogiques de 2019 et 2020, l'épreuve orale peut être organisée uniquement devant le jury si la situation sanitaire liée à l'apparition de la COVID-19 l'exige.
Art.2. § 1. De voorzitter of zijn afgevaardigde bedoeld in artikel 3 van het decreet van 27 oktober 2016 betreffende de organisatie van de examencommissies van de Franse Gemeenschap voor gewoon secundair onderwijs, voert de aanpassingen uit die hij nodig acht voor de organisatie van de tweede cyclus van het jaar 2020-2021 indien de gezondheidsomstandigheden in verband met het COVID-19 een normale organisatie van de voornoemde cyclus niet toelaten. In dit verband kan hij ook de organisatie van de proeven aanpassen, onverminderd het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie dat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet is neergelegd.
§ 2 In afwijking van artikel 6, § 1, tweede streepje, van hetzelfde decreet, kan de regering de tweede cyclus van het jaar 2020-2021 verlengen tot uiterlijk 31 december 2021, indien zij van oordeel is dat de gezondheidsomstandigheden in verband met het COVID-19 het niet toelaten deze cyclus in juli 2021 af te ronden.
Indien de Regering voornoemde cyclus verlengt, kan de voorzitter of zijn afgevaardigde voorrang verlenen aan de proeven van de kandidaten die, op grond van de resultaten behaald bij de reeds afgelegde proeven, aan het einde van hun zittingsperiode nog steeds de mogelijkheid hebben om te voldoen aan de in de artikelen 19 en 20 van voornoemd decreet gestelde voorwaarden om te slagen voor het behalen van hun getuigschrift, attest of diploma.
§ 2 In afwijking van artikel 6, § 1, tweede streepje, van hetzelfde decreet, kan de regering de tweede cyclus van het jaar 2020-2021 verlengen tot uiterlijk 31 december 2021, indien zij van oordeel is dat de gezondheidsomstandigheden in verband met het COVID-19 het niet toelaten deze cyclus in juli 2021 af te ronden.
Indien de Regering voornoemde cyclus verlengt, kan de voorzitter of zijn afgevaardigde voorrang verlenen aan de proeven van de kandidaten die, op grond van de resultaten behaald bij de reeds afgelegde proeven, aan het einde van hun zittingsperiode nog steeds de mogelijkheid hebben om te voldoen aan de in de artikelen 19 en 20 van voornoemd decreet gestelde voorwaarden om te slagen voor het behalen van hun getuigschrift, attest of diploma.
Art.2. § 1er. Le Président ou son délégué visés à l'article 3 du décret du 27 octobre 2016 portant organisation des jurys de la Communauté française de l'enseignement secondaire ordinaire apporte les aménagements qu'il juge nécessaires à l'organisation du deuxième cycle de l'année 2020-2021 si les conditions sanitaires liées à la COVID-19 ne permettent pas une organisation normale du cycle susvisé. Dans ce cadre, il peut également aménager l'organisation des épreuves, sans préjudice du principe d'égalité et de non-discrimination consacré par les articles 10 et 11 de la Constitution.
§ 2. Par dérogation à l'article 6, § 1er, deuxième tiret, du même décret, le Gouvernement peut prolonger le deuxième cycle de l'année 2020-2021 jusqu'au 31 décembre 2021 au plus tard s'il estime que les conditions sanitaires liées à la COVID-19 ne permettent pas de clôturer ledit cycle au mois de juillet 2021.
Si le Gouvernement prolonge le cycle précité, le Président ou son délégué peut prioriser la passation des épreuves des candidats qui, sur la base des résultats obtenus aux examens déjà passés, ont encore la possibilité, au terme de leur session, de répondre aux conditions de réussite fixées aux articles 19 et 20 du décret précité en vue de l'obtention leur certificat, attestation ou diplôme.
§ 2. Par dérogation à l'article 6, § 1er, deuxième tiret, du même décret, le Gouvernement peut prolonger le deuxième cycle de l'année 2020-2021 jusqu'au 31 décembre 2021 au plus tard s'il estime que les conditions sanitaires liées à la COVID-19 ne permettent pas de clôturer ledit cycle au mois de juillet 2021.
Si le Gouvernement prolonge le cycle précité, le Président ou son délégué peut prioriser la passation des épreuves des candidats qui, sur la base des résultats obtenus aux examens déjà passés, ont encore la possibilité, au terme de leur session, de répondre aux conditions de réussite fixées aux articles 19 et 20 du décret précité en vue de l'obtention leur certificat, attestation ou diplôme.
Art.3. Artikel 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020.
Artikel 2 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2021.
Artikel 2 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2021.
Art.3. L'article 1er du présent arrêté produit ses effets le 1er octobre 2020.
L'article 2 du présent arrêté produit ses effets le 1er février 2021.
L'article 2 du présent arrêté produit ses effets le 1er février 2021.
Art. 4. De minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. La Ministre de l'Education est chargée de l'exécution du présent arrêté.