Artikel 1. In afwijking van artikel 4, punt 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, begint ingevolge de coronapandemie de kerstvakantie in het schooljaar 2021-2022 voor het basisonderwijs op maandag 20 december en duurt deze vakantie drie weken.
Deze verlenging van de kerstvakantie kan nooit tot gevolg hebben dat in de regelgeving vastgelegde rechten van leerlingen verminderd worden ten opzichte van een schooljaar met een kerstvakantie van normale duur.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
10 DECEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse dringende maatregelen in onderwijs ingevolge COVID
Titre
10 DECEMBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement flamand portant diverses mesures urgentes à prendre dans l'enseignement à la suite du COVID-19
Informations sur le document
Numac: 2021034341
Datum: 2021-12-10
Info du document
Numac: 2021034341
Date: 2021-12-10
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1er. Par dérogation à l'article 4, point 3°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 avril 1991 organisant l'année scolaire dans l'enseignement fondamental et dans l'enseignement à temps partiel, organisé, agréé ou subventionné par la Communauté flamande, en raison de la pandémie de coronavirus, les vacances de Noël de l'année scolaire 2021-2022 commencent pour l'enseignement fondamental le lundi 20 décembre pour une durée de trois semaines.
Cette prolongation des vacances de Noël ne peut jamais avoir pour effet de réduire les droits des élèves, établis par la réglementation, par rapport à une année scolaire ayant des vacances de Noël d'une durée normale.
Cette prolongation des vacances de Noël ne peut jamais avoir pour effet de réduire les droits des élèves, établis par la réglementation, par rapport à une année scolaire ayant des vacances de Noël d'une durée normale.
Art.2. In afwijking van de uiterste overgangsdata, vermeld in artikel 10, § 2, artikel 11, § 2, artikel 12, § 2, artikel 13, § 2, artikel 15, § 2, eerste lid, artikel 16, § 2, eerste lid, en artikel 17, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, is de verandering van studierichting of onderwijsvorm tijdens het schooljaar 2021-2022 toegestaan tot en met 31 januari.
Art.2. Par dérogation aux dates limites de passage visées à l'article 10, § 2, à l'article 11, § 2, à l'article 12, § 2, à l'article 13, § 2, à l'article 15, § 2, alinéa premier, à l'article 16, § 2, alinéa premier, et à l'article 17, § 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2002 relatif à l'organisation de l'enseignement secondaire à temps plein, le changement d'orientation d'études ou de forme d'enseignement au cours de l'année scolaire 2021-2022 est autorisé jusqu'au 31 janvier inclus.
Art.3. In afwijking van artikel 56 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van 20 juni 2014:
1° is de organisatie van een geïntegreerde proef in het schooljaar 2021-2022 facultatief;
2° doet, in voorkomend geval, de afwezigheid door overmacht van deskundigen bij de beoordeling van de in 1° vermelde proef, geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van die beoordeling.
1° is de organisatie van een geïntegreerde proef in het schooljaar 2021-2022 facultatief;
2° doet, in voorkomend geval, de afwezigheid door overmacht van deskundigen bij de beoordeling van de in 1° vermelde proef, geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van die beoordeling.
Art.3. Par dérogation à l'article 56 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2002 relatif à l'organisation de l'enseignement secondaire à temps plein, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 juin 2014 :
1° l'organisation d'une épreuve intégrée au cours de l'année scolaire 2021-2022 est facultative ;
2° l'absence éventuelle pour cause de force majeure d'experts à l'évaluation de l'épreuve visée au 1° n'affecte pas la validité de cette évaluation.
1° l'organisation d'une épreuve intégrée au cours de l'année scolaire 2021-2022 est facultative ;
2° l'absence éventuelle pour cause de force majeure d'experts à l'évaluation de l'épreuve visée au 1° n'affecte pas la validité de cette évaluation.
Art.4. In afwijking van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3, gewijzigd bij het besluit van 19 september 2019:
1° is de organisatie van een kwalificatieproef in het schooljaar 2021-2022 facultatief;
2° doet, in voorkomend geval, de afwezigheid door overmacht van deskundigen bij de beoordeling van de in 1° vermelde proef in de kwalificatiecommissie, geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van die beoordeling.
1° is de organisatie van een kwalificatieproef in het schooljaar 2021-2022 facultatief;
2° doet, in voorkomend geval, de afwezigheid door overmacht van deskundigen bij de beoordeling van de in 1° vermelde proef in de kwalificatiecommissie, geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van die beoordeling.
Art.4. Par dérogation à l'article 17 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 décembre 2002 relatif à l'organisation de l'enseignement secondaire spécial de la forme d'enseignement 3, modifié par l'arrêté du 19 septembre 2019 :
1° l'organisation d'une épreuve de qualification au cours de l'année scolaire 2021-2022 est facultative ;
2° l'absence éventuelle pour cause de force majeure d'experts à l'évaluation de l'épreuve visée au 1° dans la commission de qualification n'affecte pas la validité de cette évaluation.
1° l'organisation d'une épreuve de qualification au cours de l'année scolaire 2021-2022 est facultative ;
2° l'absence éventuelle pour cause de force majeure d'experts à l'évaluation de l'épreuve visée au 1° dans la commission de qualification n'affecte pas la validité de cette évaluation.
Art.5. In afwijking van artikel 1, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016 betreffende de organisatie van stages en sociaal-maatschappelijke trainingen in het buitengewoon secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van 18 mei 2018 en 28 augustus 2020, dient voor het schooljaar 2021-2022 niet voldaan te worden aan de minimale duur van de verplichte individuele leerlingenstage tijdens de kwalificatiefase in opleidingsvorm 3.
Art.5. Par dérogation à l'article 1, § 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 août 2016 relatif à l'organisation de stages et sessions de préparation à la vie sociale et sociétale dans l'enseignement secondaire spécial, modifié par les arrêtés des 18 mai 2018 et 28 août 2020, la durée minimale du stage d'élève individuel obligatoire ne doit pas être respectée au cours de la phase de qualification dans la forme d'enseignement 3 pour l'année scolaire 2021-2022.
Art.6. In afwijking op artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 over de taalscreening bij het begin van de leerplicht in het gewoon onderwijs en over de voldoende aanwezigheid van vijfjarigen in het kleuteronderwijs in scholen die over een afwijkende uurregeling beschikken, kan de taalscreening in scholen die vanaf de week van 22 november 2021 geconfronteerd werden met quarantaines bij leerlingen of personeel betrokken bij de taalscreening, binnen een redelijke termijn na 30 november afgenomen worden.
Art.6. Par dérogation à l'article 1 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2021 relatif au screening linguistique au début de l'obligation scolaire dans l'enseignement ordinaire et à la présence suffisante des enfants de cinq ans dans l'enseignement maternel dans les écoles disposant d'un horaire dérogeant, le screening linguistique dans les écoles qui ont été confrontées à partir de la semaine du 22 novembre 2021 à des quarantaines d'élèves ou de personnel impliqué dans le screening linguistique peut être effectué dans un délai raisonnable après le 30 novembre.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de datum van de goedkeuring, met uitzondering van artikel 6 dat uitwerking heeft op 30 november 2021.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de son approbation, à l'exception de l'article 6, qui produit ses effets le 30 novembre 2021.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.